For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
GET0088-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerh edsafbryd ere e r u de
af funktion. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del
är öppnad och spärren
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
Benaming/Spanningslabel
CAUTION: Invisible laser
radiation when op en and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e)
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte
blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel
bevat geen door de gebruiker te repareren
onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
NEDERLANDS
erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate
gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Het apparaat terugstellen
Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een
paar seconden ingedrukt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(standby/aan/attenuator)
DISP
MO
RND
7
45Wx4
89
10
KD-S821R
12RDS
11
TP PTY SCM
SEL (selecteren)
Opmerking:
• De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist
worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op
dat de CD niet valt.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verz oeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Plaatsing van de toetsen .......................... 26
ONDERHOUD .............................. 27
Omgaan met CD’s ................................... 27
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 28
SPECIFICATIES ............................ 29
NEDERLANDS
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
a
;
o
j
234
1
45Wx4
DISP
MO
RND
7
NEDERLANDS
q
w
e
89
1 De toets (standby/aan/attenuator)
2 De bedieningsschijf
3 De toets DISP (display)
4 Het display-venster
5 CD-lade
6 De toets AM
7 De toets CD
8 De toets FM
9 De toets 0 (uitwerpen)
p De toetsen ¢ /4
•
Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer
beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
q De toets SEL (selecteren)
w Afstandssensor
e De toets MO (mono)
De toets RND (random)
r De cijfertoetsen
t De toets TP (traffic programme)
De toets RDS (radio data system)
y De toets PTY (programme type)
u De toets SCM (sound control memory)
i De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
4
r
f
g
h
l/
78 9 p
6
TPPTYSCM
ui
y
t
5
s
d
k
KD-S821R
10
12RDS
11
Het display-venster
o De indicator (of audioniveau) voor het
volumeniveau
De indicator voor het equalizer-patroon
; De indicator voor de FM-band (FM1, FM2,
FM3)
a De indicator CD-bron
s Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
d De indicator RND (random)
f De RDS-indicators
AF, REG, TP, PTY
g De indicator SCM (sound control memory)
h De indicator LOUD (loudness)
j De indicator voor de AM-band
k Hoofdvenster
l De indicator CD-geplaatst
/ De indicators voor de geluidsmodus
BEAT, SOFT, POP
BASISBEDIENING
45Wx4
DISP
MO
RND
7
89
1
32
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het
apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
KD-S821R
10
12 RDS
11
TP PTY SCM
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijde 18 – 20).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op. Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau
terugbrengen door de bedieningsschijf linksom
te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer
dan 1 seconde ingedrukt.
NEDERLANDS
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijde 6 – 15.
Voor gebruik van de CD,
zie bladzijde 16 – 17.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Indicator voor het volumeniveau
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen
(zie bladzijde 21).
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere
geluidsdragers nauwelijks sprake van
achtergrondruis. Wanneer het volume van
bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het
gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge
toename van het geluid beschadigd raken.
Draai het volume daarom voordat u een CD
afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan
uw wensen aan.
5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
45Wx4
DISP
MO
RND
7
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3,
AM).
NEDERLANDS
FM1FM2FM3
AM
89
KD-S821R
10
12 RDS
11
2
TP PTY SCM
Zoek een station.
Afstemmen op een station
met een hogere frequentie.
Afstemmen op een station
met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen,
stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Indicator voor audioniveau (zie bladzijde 23) of
volumeniveau
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
6
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3,
AM).
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “M” op de display
knippert.
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
FM1FM2FM3
AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “M (voor “manual”:
handmatig zoeken)” op de display
begint te knipperen.
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MG/
LG) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
Als u op de toets MO RND (mono/random) drukt
terwijl u naar een FM-stereouitzending luistert.
Elke keer wanneer u op de toets
MO
drukt, gaat de indicator MO aan
RND
of uit.
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in
stereo wordt ontvangen.
NEDERLANDS
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
7
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AMzenders
Automatisch vasteleggen van FMzenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FMgolfband (FM1 – 3) waarop u FMzenders wilt vasteleggen.
NEDERLANDS
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
FM1FM2FM3
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.:Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen onder
nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
FM1FM2FM3
AM
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 88,3 MHz).
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
8
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld
cijfertoets 1) en houd deze langer dan
2 seconden ingedrukt.
7
De vermelding “P1” knippert gedurende
enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om
andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer
een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde
nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 8, als u
dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3,
AM).
FM1FM2FM3
AM
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de
gewenste zender.
891011127
NEDERLANDS
9
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een
FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station
met het programma en informatie over de aard of
het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door het
station worden verstuurd, kunt u op een andere
zender van een ander netwerk afstemmen dat uw
favoriete programma of verkeersinformatie
uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander
programma of een andere afspeelbron, zoals het
CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u
minimaal 1 seconde op TP RDS (Traffic
Programme/Radio Data System). Elke keer
wanneer u op deze toets drukt en houd, verandert
de modus van deze functie en wel als volgt:
RDS
TP
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht
niet op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie
is uitgeschakeld (“off”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een
andere zender van hetzelfde station als het signaal
van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 1
Indicator AF
Modus 2Modus 3
Indicator REG
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie
de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
10
• In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan het programma
dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG
lichten op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook
Regionalisatie is ingeschakeld (“on”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar
een andere zender van hetzelfde station dat
hetzelfde programma uitzendt als het signaal van
de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten
allebei niet op.
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde
programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie E
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden
terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld,
verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de
display en schakelt de afspeelbron over naar
de FM-band. Het volume neemt toe tot het
vooraf ingestelde TA-volumeniveau (zie
bladzijde 14) en u hoort de uitgezonden
verkeersinformatie.
Druk nogmaals op TP RDS om de TA-
standbyfunctie uit te schakelen.
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete programmagenre
(PTY: Programmagenre) of verkeersinformatie (TA)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-station of CD).
• Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie
(TA-standbyfunctie)
RDS
TP
• Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal
uitzendt, gaat de indicator TP op de display
knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de
ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. De
vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display
en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat
wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station
wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display
continu branden.
7 Als u naar een CD aan het luisteren bent, en
naar een station wilt luisteren dat een TPsignaal uitzendt, moet u op TPRDS drukken
om de ontvanger in de TA-standby-modus te
zetten. (De indicator TP op de display licht op).
Als u op de toets TP RDS drukt terwijl
u naar een FM-station luistert, licht de
indicator TP op wanneer u een zender
ontvangt die het TP-signaal uitz endt
(Verkeersinformatie) en wanneer de
ontvanger in TA-standby-modus staat.
Standby-ontvangst van een
programmagenre (PTY-standbyfunctie)
PTY
• Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal
uitzendt, gaat de indicator PTY op de display
knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de
ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De
vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display
en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat
wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station
wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de
display continu branden.
7 Als u naar een CD aan het luisteren bent, en
naar een station wilt luisteren dat een PTYsignaal uitzendt, moet u op PTY drukken om de
ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten.
(De indicator PTY op de display licht op).
Als het geselecteerde PTY-programma wordt
uitgezonden terwijl de PTY-standby-modus is
ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTYnaam op de display en schakelt de afspeelbron
over naar de FM-band. Het geselecteerde PTYprogramma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-
standbyfunctie uit te schakelen.
Als u op PTY drukt terwijl u naar een
FM-station luistert, licht de indicator
PTY op wanneer u een zender
ontvangt die het PTY-signaal uitzendt
en wanneer de ontvanger in PTYstandby-modus staat. De
geselecteerde PTY-naam, die op
bladzijde 12 wordt opgeslagen,
knippert gedurende 5 seconden.
NEDERLANDS
11
Een PTY-code invoeren voor de
standby-ontvangst van een
programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar
u het liefst naar luistert in de vorm van een
PTY-code in het geheugen van de eenheid in te
voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er
zich zo’n programma aandient.
Standaard staat de eenheid voor de
standby-ontvangst van een programmagenre op
de PTY-code “NEWS” ingesteld.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 22).
NEDERLANDS
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY
(standby)” als dez e niet al meteen op
de display wordt weergegeven.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in
het geheugen opgeslagen programmagenres te
zoeken.
Standaard liggen de volgende zes
programmagenres achter de cijfertoetsen
(1 t/m 6) opgeslagen.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete pr ogrammagenres.
Zie bladzijde 13 voor een uitleg over het zoeken
van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK MEASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het
geheugen opslaan
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 22).
3
6
VARIED
12
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 15).
De naam van de
PTY-code die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en in het
geheugen opgeslagen.
4
Voltooi de instelling.
2
Selecteer de vermelding “PTY SRCH
(zoeken)” als deze niet al meteen op
de display wordt weer gegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes
die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 15).
De naam van de PTYcode die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven.
• Als u de code selecteert
die al in het geheugen ligt
opgeslagen, wordt die
knipperend op de display
weergegeven.
4
Druk de gewenste cijfertoets in en
houd deze minimaal 2 seconden vast
om de geselecteerde PTY-code op te
slaan onder de cijfertoets van uw
keuze.
891011127
De geselecteerde codenaam wordt
knipperend op het display weergegeven.
5
Voltooi de instelling.
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op PTY (programme type) en
houd deze ten minste 1 seconde
ingedrukt terwijl u naar een
FM-station luistert.
PTY
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes die
onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6)
liggen opgeslagen.
891011127
Bijv.: Indien “ROCK M” wordt
opgeslagen onder voorkeurtoets 2
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete
programma begint na 5 seconden.
• Als er een station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat station af.
• Als er geen station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op
het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes
niet goed.
Andere nuttige RDS-functies en
het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station
bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van
de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op
de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet
sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een
andere, sterkere zender die hetzelfde programma
uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen
(dit wordt Programma zoeken genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht
enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er
op een ander station wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder
uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 21.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2
Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
“P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “ON”.
De voorziening Programma zoeken is nu
ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt
beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de
vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de
wijzers van de klok in te draaien.
NEDERLANDS
13
De weergave op de display wijzigen
terwijl u naar een FM-station luistert
Wat er als eerste op de display wordt
weergegeven wanneer u naar een FM-station
luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem,
kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke
weergave desgewenst wijzigen in de
stationsnaam (PS NAME), de frequentie van het
ontvangen station (FREQ) of Clock Time
(CLOCK).
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 21.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “DISPMODE” (displayfunctie) te
selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“PS NAME”, “FREQ” of
“CLOCK”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
NEDERLANDS
Opmerking:
Door op DISP (display) te drukken kunt u de
weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar
een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de
volgende informatie op de display:
Stationsnaam
(PS NAME)
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
Klok
• Na enkele seconden keert de display terug naar de
oorspronkelijke weergave.
14
Het volumeniveau voor
verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst
van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat
geval zal het geluid zodra er v erkeersinformatie
wordt ontvangen, worden aangepast aan het
volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 21.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
“TA VOL” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen.
U kunt het volume instellen op een waarde van
“VOL 00” tot “VOL 50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is
ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de
tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het
RDS-signaal van een zender worden meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt
aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 21.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “AUTO ADJ (aanpassen)” te
selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “OFF” te kiezen.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok
nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt
activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 3 “ON” selecteren door de bedieningsschijf
met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt
gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op
hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de
klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid
maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in
het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
nationale of regionale cultuur
SCIENCE:Wetenschappelijke en technische
programma’s
VARIED:Overige programma’s,
bijvoorbeeld ceremonies en
comedies
POP M:Popmuziek
ROCK M:Rockmuziek
EASY M:Easy-listening muziek
LIGHT M:Lichte muziek
CLASSICS: Klassieke muziek
OTHER M:Overige muziek
WEATHER: Weerberichten
FINANCE:Programma’s aangaande handel
en de beurs en beursberichten,
etc.
CHILDREN: Amusement voor kinderen
SOCIAL:Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION:Programma’s over aspecten van
geloof en religie, aangaande het
bestaan en ethiek
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek
forum hun meningen kunnen
uiten
TRAVEL:Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde
reizen en ideeën en
mogelijkheden voor vacanties
LEISURE:Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, etc.
JAZZ:Jazz-muziek
COUNTRY: Country-muziek
NATION M:Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied
OLDIES:Gouwe-Ouwe
FOLK M:Folk-muziek
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
NEDERLANDS
15
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
Een CD afspelen
1
Plaats een disc in de lade.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u
op CD om het apparaat aan te zetten en het
NEDERLANDS
afspelen automatisch te laten beginnen.
De indicator CD-geplaatst knippert.
De eenheid gaat aan,
pakt een CD en begint
automatisch te spelen.
DISP
MO
RND
7
45Wx4
89
KD-S821R
10
12 RDS
11
TP PTY SCM
Opmerking:
• Wanneer een CD ondersteboven is geplaatst, te
drukken wordt de CD vrijgegeven.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten
springen
Druk op 0.
De CD stopt met spelen en de CD wordt
auto-matisch uit de lade vrijgegeven.
Als u tijdens het afspelen van de CD overschakelt
wordt het afspelen van de CD ev eneens
beëindigd (deze keer zonder dat de CD wordt
vrijgegeven).
Opmerkingen:
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15
seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de
CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst,
zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet
automatisch met afspelen begonnen).
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen
wanneer het apparaat is uitgezet.
16
De indicator CD-geplaatst gaat aan.
Totale afspeeltijd
van de CD die in de
CD-lade is geplaatst
Totaal aantal
muziekstukken op
de CD die in de
CD-lade is geplaatst
Huidige muziekstukVerstreken afspeeltijd
Een muziekstuk of een
bepaald punt op de CD zoeken
Weergave in een willekeurige
volgorde
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen
of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van
een CD op ¢ en houd deze
toets ingedrukt om het
muziekstuk versneld vooruit af te
spelen.
Druk tijdens het afspelen van
een CD op 4 en houd
deze toets ingedrukt om het
muziekstuk achteruit af te
spelen.
Naar het volgende of naar het vorige
muziekstuk gaan
Druk tijdens het afspelen van
een CD kort op ¢ om naar
het begin van het volgende
muziekstuk te gaan.
Telkens wanneer u meerdere
malen op deze toets drukt, wordt
het begin van het eerstvolgende
muziekstuk gezocht en
afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van
een CD kort op 4 om naar
het begin van het huidige
muziekstuk te gaan.
Telkens wanneer u meerdere
malen op deze toets drukt, wordt
het begin van het vorige
muziekstuk gezocht en
afgespeeld.
U kunt alle muziekstukken van de CD in
willekeurige volgorde afspelen.
De indicator RND
MO
RND
Elke keer wanneer u op MO RND (mono/random)
drukt terwijl u naar een CD luistert, wordt
Random Play afwisselend aan- en uitgezet.
Wanneer de Random Play-modus wordt
aangezet, zal op het display de RND-indicator
oplichten en worden de muziekstukken in
willekeurige volgorde afgespeeld.
Voorkomen dat de CD
terugspringt
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt
door deze in de lade te vergrendelen.
Druk op de CD en tegelijkertijd minimaal
2 seconden op de 0.
NEDERLANDS
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
891011127
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald
muziekstuk hoort, om het afspelen van dat
muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6
te selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12
te selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
De vermelding “EJECT” knippert gedurende 5
seconden op de display. De CD is nu vergrendeld
en kan niet meer uit de CD-lade terugspringen.
Als u de vergrendeling van de CD in de CDlade wilt opheffen, drukt u nogmaals gedurende
minimaal 2 seconden op de 0 terwijl u tegelijk op
de CD drukt.
Op het display verschijnt de tekst “EJECT” en de
CD springt terug uit de CD-lade.
17
GELUID REGELEN
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens
instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt
aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt de
aanpasbare tijd als volgt
gewijzigd:
tonen worden
versterkt voor een
goed gebalanceerd
geluid bij
weergave met
een laag volume.
aanpassen. |
TRE
(treble)
LOUD
(loudness)
FAD
(faden)
BAL
(balans)
+06 (max.)
|
+06 (max.)
(Allen voorin)
(Allen rechts)
LOUD ON
(geactiveerd)
|
LOUD OFF
(uitgeschakeld)
50 (max.)
2
Pas het niveau aan.
Het niveau verhogen.
Het niveau verlagen.
Het patroon op de indicator voor de equalizer
verandert wanneer u de weergave van lage of
hoge tonen aanpast.
Opmerking:
Normaliter stelt u het volume in met de draaiknop. U
hoeft dus niet “VOL” (volume) voor het instellen van
het volumeniveau te kiezen.
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u
FAD op “00” zetten.
18
Werken met aangepaste
geluidsmodi (SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste
geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is
mogelijk dankzij de voorziening met de naam
“Advanced SCM” (Sound Control Memory).
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt
deze in het geheugen opgeslagen en steeds
opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde
afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt
dan tevens op de display weergegeven.
Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan
een geluidsmodus worden opgeslagen:
FM1, FM2, FM3, AM en CD.
• Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor
elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel
elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt
toekennen, verwijzen we u naar de instructies
in de paragraaf “Advanced SCM annuleren
– SCM LINK” op bladzijde 23.
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
IndicatieVoor:Vooraf ingestelde
waarden
BASTRE LOUD
SCM OFF
BEATRock- of+0200ON
SOFTRustige+01–03OFF
POP
(Vlak geluid)
discoritme
achtergrondmuziek
Lichte muziek
0000ON
+04+01OFF
De geluidsmodi oproepen
Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK
ON”, selecteer de afspeelbron.
Elke keer wanneer u een andere
afspeelbron selecteert, gaat de
SCM-indicator op de display
knipperen.
NEDERLANDS
SCM
Bijv.: Als u “BEAT” aanpast
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert
de geluidsmodus en wel als volgt:
SCM OFF
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is
geselecteerd, kan de geselecteerde
geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in
het geheugen worden opgeslagen en zal het
effect alleen op de huidige afspeelbron van
toepassing zijn.
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF”
is geselecteerd, is de geselecteerde
afspeelmodus op elke afspeelbron van
toepassing.
(BEAT) (SOFT) (POP)
De geluidsmodus die voor de geselecteerde
afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen
wordt opgeroepen.
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave
wijzigen en in het geheugen opslaan.
Meer bijzonderheden over het aanpassen en
opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan
in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en
opslaan” op bladzijde 20.
• Als u de versterkingsfactor voor de hoge of lage
tonen wilt aanpassen of de geluidsterktefunctie
tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de
instructies op bladzijde 18. (De aanpassingen die u
hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een
andere geluidsbron selecteert).
19
Geluidsweergave aanpassen
en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken
(BEAT, SOFT, POP) aan uw eigen wensen aan te
passen en in het geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Roep de geluidsweergave op die u wilt
aanpassen.
• Meer bijzonderheden over bas en treble
vindt u op bladzijde 19 “Werken met
aangepaste geluidsmodi (Advanced
SCM)”.
SCM
3
Pas het niveau van de bas of hoge
tonen aan of schakel de geluidssterktefunctie ON/OFF.
• Zie bladzijde 18 voor meer informatie.
Het patroon op de indicator voor de equalizer
verandert wanneer u de weergave van lage of
hoge tonen aanpast.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere
items wilt aanpassen.
NEDERLANDS
2
Selecteer “BAS (bas)”, “TRE (treble)”
of “LOUD (loudness)”.
20
Bijv.: Als u “SOFT” aanpast
Bijv.: Als u “TRE (treble)” aanpast
5
Druk op SCM en houd deze
ingedrukt tot de geluidsmodus van
uw keuze op de display knippert.
SCM
De wijziging van de geselecteerde
geluidsbesturingsmodus wordt nu in
het geheugen opgeslagen.
6
Herhaal deze procedure als u andere
geluidsmodi wilt opslaan.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de
fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel
op bladzijde 19.
ANDERE HOOFDFUNCTIES
Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een
24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(Zie bladzijde 22).
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”
als deze al niet meteen op de display
wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
1
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
2
21
5
Voltooi de instelling.
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de eenheid
is uitgeschakeld, drukt op DISP (display).
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en
gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok
weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer
weer uitgeschakeld.
De algemene instellingen
wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items
die op de volgende bladzijde staan vermeld te
wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,
zodat een van de PSM-vermeldingen
op de display wordt weergegeven.
(Zie bladzijde 22).
2
Selecteer het item waarvan u de
instelling wilt wijzigen.
(Zie bladzijde 22).
NEDERLANDS
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.
2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
12
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt
geselecteerd.
21
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere
PSM-items wilt aanpassen.
5
Voltooi de instelling.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
1
NEDERLANDS
CLOCK HInstellen van het uur
CLOCK MInstellen van de minute
SCM LINKKoppeling met het
24H/12H24/12-uur aanduiding
AUTO ADJAutomatische instellen
DISPMODEDisplayfunctie
PTY STBYPTY-standby
PTY SRCHPTY-zoeken
TA VOLVolume voor
P-SEARCHProgramme zoeken
LEVELNiveaudisplay
TELAudiodemping voor
2
Kies...Houd.
geheugen voor
geluidsmodi
voor de klok
van de klok
verkeersinformatie
cellulaire
telefoonsystemen
3
Stel in...
Tegen de
wijzers van
de klok in
Terug
TerugVerder
LINK OFF
12H24H
OFF14ON
PS NAMEFREQ
29 programmatypen
VOL 00 – VOL 50
AUDIO 1
MUTING 1
Met de wijzers
van de
klok mee
Verder
ON
CLOCK
(zie bladzijde 15).
ONOFF
AUDIO 2
OFF
MUTING 2
OFF
Fabrieksin-
stellingen
0:0021
LINK ON
24H21
NEWS
(Zie bladzijde 12).
OFF
AUDIO 2
OFF23
Zie
blz.
19, 23LINK ON
14PS NAME
12
12
14VOL 20
13
23
• Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
22
Advanced SCM annuleren – SCM LINK
Het is mogelijk om de voorziening Advanced
SCM (Sound Control Memory) te annuleren en
de aangebrachte koppeling tussen de
geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te heffen.
Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen,
aangepaste geluidsmodus in het geheugen
worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een
andere geluidsmodus te horen krijgen als u een
andere afspeelbron selecteert.
• LINK ON: De voorziening Advanced SCM is
ingeschakeld (voor elke afspeelbron
een andere geluidsmodus).
• LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is
uitgeschakeld (voor elke
afspeelbron geldt een en dezelfde
geluidsbron).
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “SCM LINK” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“LINK ON” of “LINK OFF”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
De niveau-indicator selecteren – LEVEL
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display
moet worden weergegeven.
Standaard is bij het verlaten van de fabriek de
instelling “AUDIO 2” geselecteerd.
Audiodemping voor mobiele
telefoongesprekken selecteren – TEL
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een
cellulair telefoonsysteem is aangesloten.
Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem
dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”.
Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af
van de vraag welke instelling het geluid het beste
dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze
modus standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u
hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u
hiermee het geluid kunt dempen.
• OFF:Hiermee wordt de audiodemping
voor telefoongesprekken
uitgeschakeld.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “TEL” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“MUTING 1”, “MUTING 2”
of “OFF”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
NEDERLANDS
• AUDIO 1:Niveaumeter wordt van onder naar
boven verlicht.
• AUDIO 2:Beurtelings niveaumeter
(bewegend van beneden naar
boven) en verlichting.
• OFF:De indicator voor het geluidsniveau
verdwijnt.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “LEVEL” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“AUDIO 1”, “AUDIO 2” of
“OFF”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
23
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen,
wanneer u uit de auto stapt.
U moet het bedieningspaneel voorzichtig
verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,
zodat de connectors op de achterkant van het
bedieningspaneel en de houder van het
bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel
verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet
u er zeker van zijn dat de spanning is
uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
NEDERLANDS
2
Druk het bedieningspaneel miets
omhoog en trek tegelijkertijd naar u
toe van het apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer
op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de linkerkant van het
bedieningspaneel in de uitsparing
op de houder.
2
Druk op de rechterkant van het
bedieningspaneel totdat dit in de
houder vastzit.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen
de connectors op een gegeven moment minder goed
gaan functioneren.
Om deze mogelijkheid tot het minimum te
beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd
met een met alcohol bevochtigde katoenen doek
schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors
daarbij niet beschadigt.
24
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het daarvoor
bestemde doosje.
Connectors
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Deze apparaat kan ook op afstand worden
bediend als u onderstaande instructies opvolgt
(met een apart aangeschafte
afstandsbediening). We raden u aan om de
afstandsbediening RM-RK31 of RM-RK50 in
combinatie met de eenheid te gebruiken.
(Voorbeeld: Bij gebruik van de RM-RK31)
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer
dat er geen obstakels in het pad liggen.
45Wx4
DISP
MO
RND
Afstandssensor
7
89
10
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder .
1) Druk de batterijhouder met behulp van een
balpen of een soortgelijk voorwerp in de
richting van de pijl die in de afbeelding
staat aangegeven.
2) Verwijder de batter ijhouder.
(Achterkant)
1)
2)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar
boven in de houder zakken zodat deze vast
komt te liggen.
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’
hoort.
(Achterkant)
Gebruikke batterijen:
NEDERLANDS
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen
toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet
en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt
met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met
plakband af te plakken.
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een
naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan
lekken of brand veroorzaken.
25
Plaatsing van de toetsen
RM-RK31
5
1
2
3
4
NEDERLANDS
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt het toestel uit wanneer u langer
dan 1 seconde ingedrukt houdt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd
verminderd als u de toets heel even indrukt.
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het
oude volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert als de BAND toets tijdens het
luisteren naar de radio.
De golfband verandert door iedere druk op
deze toets.
• Functioneert niet als PROG/DISC + toets.
6
7
3 • Functioneert als de PRESET toets tijdens
het luisteren naar de radio.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een voorkeurzender met een hoger
nummer geselecteerd en wordt op het
geselecteerde station afgestemd.
• Functioneert niet als DISC – toets.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt
er een andere geluidsmodus geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de
toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Voor versnelde weergave van een fragment
in voor- en achterwaartse richting wanneer u
tijdens weergave van een CD de toets
ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het
volgende fragment of het spelende (of
voorgaande) fragment wanneer u tijdens
weergave van een CD kort op de toets drukt.
Deze toets werkt niet voor het
aanpassen van algemene instellingen
wijzigen.
26
ONDERHOUD
Omgaan met CD’s
Deze eenheid is gemaakt om CD’s en CD-R's
met de onderstaande.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
• Andere CD’s kunnen niet worden afgespeeld.
De manier waarop u met
CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit
het opbergdoosje haalt,
moet u het rondje in het
midden van de doos
naar beneden duwen en
de CD uit het doosje halen
terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom
niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan
zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte
vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd
worden weergegeven als de
CD vuil is. Als een CD vuil
wordt, moet u hem afvegen
met een zachte doek door
de doek in een rechte lijn
van het midden naar de
rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s
hebben oneffenheden
langs de binnen- of
buitenrand. Soms worden
dergelijke CD’s door het
apparaat geweigerd.
U kunt deze oneffenheden
verwijderen door de randen
glad te wrijven met een potlood,
ballpoint enz.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige
wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden
hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen
wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
Rondje in het midden
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens
vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed
werken. In dat geval moet u de CD uit de CDlade halen en moet u het apparaat een paar uur
aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Wanneer u een CD-R (Recordable)
afspeelt
Op deze ontvanger kunt u uw originele CD-R’s
afspelen.
• Lees alvorens een CD-R af te spelen eerst de
instructies en waarschuwingen aandachtig
door.
• Sommige CD-R’s die op CD-recorders zijn
opgenomen kunnen niet op deze ontvanger
worden afgespeeld vanwege bepaalde
kenmerken die deze CD-R’s hebben. Andere
oorzaken van afspeelproblemen zijn:
– Beschadigingen of vuil op de CD.
– Vocht of condensatie op de lens van de
CD-speler.
– Vuil op de lens van de laser in de speler.
• Speel alleen CD-R’s af die volledig zijn
afgewerkt (finilized).
• CD-RW’s (Rewritables of herschrijfbare CD’s)
kunnen niet op deze ontvanger worden
afgespeeld.
• Gebruik geen CD-R’s waarop stickers of labels
zijn geplakt. Deze schijven kunnen tot
storingen leiden.
LET OP!
• Plaats geen 8-cm CD’s (CD-singles) in de CDlade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm
(bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal
problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een
andere warmtebron en leg ze niet neer op
plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals
reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray,
verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om
CD’s te reinigen.
NEDERLANDS
27
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende
instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
• Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “NO DISC”.
• De CD laat zich niet
uitwerpen.
• CD kan niet worden
afgespeeld en springt niet
terug.
• Het apparaat werkt helemaal
niet.
Oorzaken
CD zit ondersteboven in het
apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op het
minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Er is geen CD geplaatst.
De CD-lade is vergrendeld.
Misschien werkt de CD-speler
niet goed meer.
Soms functioneert de
ingebouwde microcomputer niet
goed ten gevolge van lawaai,
enzovoorts.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
Stop met afspelen op hobbelige
wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Leg de zenders handmatig
vast.
Zorg dat de antenne stevig vast
zit.
Plaats de CD op de
gebruikelijke manier.
Hef de vergrendeling van de
CD-lade op (zie bladzijde 17).
Houd enkele seconden lang de
toetsen en 0
tegelijkertijd ingedrukt.
En let op dat de CD niet op de
grond valt na het uitwerpen.
Houd SEL en beide
gelijktijdig een paar seconden
ingedrukt om de eenheid
opnieuw in te stellen (de
instelling voor de klok en de
voorkeurzenders worden uit het
geheugen gewist). (Zie
bladzijde 2).
28
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 45 W per kanaal
Achterin: 45 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: 4 Ω (speling 4 Ω tot 8 Ω)
Regelbereik tonen:
Bas:±10 dB bij 100 Hz
Treble:±10 dB bij 10 kHz
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Uitgangsvermogen/Impedantie:
(halfgeleider-laser)
Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz
Dynamisch vermogen: 96 dB
Signaal/ruisverhouding: 98 dB
Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V)
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot + 40°C
Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat
(ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 14 mm
Gewicht: 1,3 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
NEDERLANDS
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
29
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
1101KKSMDTJEIN
JVC
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.