JVC KD-S821R Instruction Manual [nl]

CD RECEIVER
45Wx4

KD-S821R

7
89
10
11
12 RDS
MO RND
DISP
TP PTY SCM
KD-S821R
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
NEDERLANDS
COMPACT
DIGITAL AUDIO
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
GET0088-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerh edsafbryd ere e r u de af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser- strålning när denna del är öppnad och spärren urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja suo­jalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
Benaming/Spanningslabel
CAUTION: Invisible laser radiation when op en and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
NEDERLANDS
erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.

Het apparaat terugstellen

Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een paar seconden ingedrukt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(standby/aan/attenuator)
DISP
MO RND
7
45Wx4
89
10
KD-S821R
12 RDS
11
TP PTY SCM
SEL (selecteren)
Opmerking:
• De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op dat de CD niet valt.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verz oeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
BASISBEDIENING ......................... 5
De stroomtoevoer inschakelen................. 6
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 6
Naar de radio luisteren ............................. 6
Radiozenders in het geheugen
vastleggen............................................. 8
Afstemmen op een voorkeuzezender ...... 9
HET GEBRUIK VAN RDS .................. 10
Wat u kunt doen met RDS........................ 10
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 13
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 16
Een CD afspelen ..................................... 16
Een muziekstuk of een bepaald punt
op de CD zoeken .................................. 17
Weergave in een willekeurige volgorde.... 17
Voorkomen dat de CD terugspringt .......... 17
GELUID REGELEN ......................... 18
Geluid aanpassen.................................... 18
Werken met aangepaste geluidsmodi
(SCM) .................................................... 19
Geluidsweergave aanpassen en
opslaan.................................................. 20
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 21
Klok instellen ........................................... 21
De algemene instellingen
wijzigen (PSM) ...................................... 21
Bedieningspaneel verwijderen ................. 24
Gebruik van de afstandsbediening ..... 25
Plaatsing van de toetsen .......................... 26
ONDERHOUD .............................. 27
Omgaan met CD’s ................................... 27
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 28
SPECIFICATIES ............................ 29
NEDERLANDS
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel

Het display-venster
a
;
o
j
23 4
1
45Wx4
DISP
MO RND
7
NEDERLANDS
q
w
e
89
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De bedieningsschijf 3 De toets DISP (display) 4 Het display-venster 5 CD-lade 6 De toets AM 7 De toets CD 8 De toets FM 9 De toets 0 (uitwerpen) p De toetsen ¢ /4
Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
q De toets SEL (selecteren) w Afstandssensor e De toets MO (mono)
De toets RND (random)
r De cijfertoetsen t De toets TP (traffic programme)
De toets RDS (radio data system)
y De toets PTY (programme type) u De toets SCM (sound control memory) i De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
4
r
f
g
h
l/
78 9 p
6
TP PTY SCM
ui
y
t
5
s
d
k
KD-S821R
10
12 RDS
11
Het display-venster
o De indicator (of audioniveau) voor het
volumeniveau De indicator voor het equalizer-patroon
; De indicator voor de FM-band (FM1, FM2,
FM3)
a De indicator CD-bron
s Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
d De indicator RND (random) f De RDS-indicators
AF, REG, TP, PTY
g De indicator SCM (sound control memory) h De indicator LOUD (loudness) j De indicator voor de AM-band k Hoofdvenster l De indicator CD-geplaatst / De indicators voor de geluidsmodus
BEAT, SOFT, POP

BASISBEDIENING

45Wx4
DISP
MO RND
7
89
1
32

De stroomtoevoer inschakelen

1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
KD-S821R
10
12 RDS
11
TP PTY SCM
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijde 18 – 20).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
NEDERLANDS
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijde 6 – 15.
Voor gebruik van de CD,
zie bladzijde 16 – 17.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Indicator voor het volumeniveau
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 21).
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
5

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

45Wx4
DISP
MO RND
7

Naar de radio luisteren

Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
NEDERLANDS
FM1 FM2 FM3
AM
89
KD-S821R
10
12 RDS
11
2
TP PTY SCM
Zoek een station.
Afstemmen op een station met een hogere frequentie.
Afstemmen op een station met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Indicator voor audioniveau (zie bladzijde 23) of volumeniveau
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
6
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
FM1 FM2 FM3
AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M (voor “manual”: handmatig zoeken)” op de display begint te knipperen.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MG/ LG) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
Als u op de toets MO RND (mono/random) drukt terwijl u naar een FM-stereouitzending luistert.
Elke keer wanneer u op de toets
MO
drukt, gaat de indicator MO aan
RND
of uit.
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
NEDERLANDS
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Als de indicator MO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
7

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM­zenders
Automatisch vasteleggen van FM­zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM­golfband (FM1 – 3) waarop u FM­zenders wilt vasteleggen.
NEDERLANDS
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
FM1 FM2 FM3
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.:Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen onder
nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de golfband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
FM1 FM2 FM3
AM
2
Stem af op een zender (in dit voorbeeld op 88,3 MHz).
Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
8
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
7
De vermelding “P1” knippert gedurende enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.

Afstemmen op een voorkeuzezender

U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 8, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
FM1 FM2 FM3
AM
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de gewenste zender.
8 9 10 11 127
NEDERLANDS
9

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “Enhanced Other Networks”. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op TP RDS (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
RDS
TP
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 1
Indicator AF
Modus 2 Modus 3
Indicator REG
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens.
10
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie E
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde TA-volumeniveau (zie bladzijde 14) en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.
Druk nogmaals op TP RDS om de TA-
standbyfunctie uit te schakelen.
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY: Programmagenre) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-station of CD).
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie (TA-standbyfunctie)
RDS
TP
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal
uitzendt, gaat de indicator TP op de display knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
7 Als u naar een CD aan het luisteren bent, en
naar een station wilt luisteren dat een TP­signaal uitzendt, moet u op TPRDS drukken om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. (De indicator TP op de display licht op).
Als u op de toets TP RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitz endt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby-modus staat.
Standby-ontvangst van een programmagenre (PTY-standbyfunctie)
PTY
• Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
7 Als u naar een CD aan het luisteren bent, en
naar een station wilt luisteren dat een PTY­signaal uitzendt, moet u op PTY drukken om de ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op).
Als het geselecteerde PTY-programma wordt uitgezonden terwijl de PTY-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY­naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY­programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-
standbyfunctie uit te schakelen.
Als u op PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY-signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY­standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die op bladzijde 12 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
NEDERLANDS
11
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een PTY-code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er zich zo’n programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst van een programmagenre op de PTY-code “NEWS” ingesteld.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 22).
NEDERLANDS
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY (standby)” als dez e niet al meteen op de display wordt weergegeven.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres te zoeken. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen. Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete pr ogrammagenres. Zie bladzijde 13 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK M EASY M
AFFAIRS
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 22).
3
6
VARIED
12
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 15).
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
4
Voltooi de instelling.
2
Selecteer de vermelding “PTY SRCH (zoeken)” als deze niet al meteen op de display wordt weer gegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 15).
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
• Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen, wordt die knipperend op de display weergegeven.
4
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
8 9 10 11 127
De geselecteerde codenaam wordt knipperend op het display weergegeven.
5
Voltooi de instelling.
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op PTY (programme type) en houd deze ten minste 1 seconde ingedrukt terwijl u naar een FM-station luistert.
PTY
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
8 9 10 11 127
Bijv.: Indien “ROCK M” wordt
opgeslagen onder voorkeurtoets 2
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden.
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.

Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen

Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een ander station wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 21.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2
Druk op ¢ of op 4 om de vermelding “P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “ON”. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de wijzers van de klok in te draaien.
NEDERLANDS
13
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-station luistert
Wat er als eerste op de display wordt weergegeven wanneer u naar een FM-station luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem, kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke weergave desgewenst wijzigen in de stationsnaam (PS NAME), de frequentie van het ontvangen station (FREQ) of Clock Time (CLOCK).
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 21.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “DISPMODE” (displayfunctie) te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“PS NAME”, “FREQ” of “CLOCK”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
NEDERLANDS
Opmerking:
Door op DISP (display) te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie op de display:
Stationsnaam
(PS NAME)
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
Klok
Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
14
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er v erkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 21.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
“TA VOL” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen. U kunt het volume instellen op een waarde van “VOL 00” tot “VOL 50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 21.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “OFF” te kiezen. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 3 “ON” selecteren door de bedieningsschijf met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
PTY-codes
NEWS: Nieuws AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
informatie aangaande het nieuws
INFO: Informatieve programma’s over
diverse verscillende
onderwerpen SPORT: Sportverslagen EDUCATE: Educatieve programma’s DRAMA: Radio-hoorspelen CULTURE: Programma’s aangaande
nationale of regionale cultuur SCIENCE: Wetenschappelijke en technische
programma’s VARIED: Overige programma’s,
bijvoorbeeld ceremonies en
comedies POP M: Popmuziek ROCK M: Rockmuziek EASY M: Easy-listening muziek LIGHT M: Lichte muziek CLASSICS: Klassieke muziek OTHER M: Overige muziek WEATHER: Weerberichten FINANCE: Programma’s aangaande handel
en de beurs en beursberichten,
etc. CHILDREN: Amusement voor kinderen
SOCIAL: Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION: Programma’s over aspecten van
geloof en religie, aangaande het bestaan en ethiek
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten
TRAVEL: Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
LEISURE: Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, etc. JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY: Country-muziek NATION M: Huidige populaire muziek van
een bepaald land of gebied in
de taal van het land of gebied OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
NEDERLANDS
15

GEBRUIK VAN DE CD-SPELER

Een CD afspelen

1
Plaats een disc in de lade.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u op CD om het apparaat aan te zetten en het
NEDERLANDS
afspelen automatisch te laten beginnen.
De indicator CD-geplaatst knippert.
De eenheid gaat aan, pakt een CD en begint automatisch te spelen.
DISP
MO RND
7
45Wx4
89
KD-S821R
10
12 RDS
11
TP PTY SCM
Opmerking:
• Wanneer een CD ondersteboven is geplaatst, te drukken wordt de CD vrijgegeven.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. De CD stopt met spelen en de CD wordt auto-matisch uit de lade vrijgegeven. Als u tijdens het afspelen van de CD overschakelt wordt het afspelen van de CD ev eneens beëindigd (deze keer zonder dat de CD wordt vrijgegeven).
Opmerkingen:
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen).
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen wanneer het apparaat is uitgezet.
16
De indicator CD-geplaatst gaat aan.
Totale afspeeltijd van de CD die in de CD-lade is geplaatst
Totaal aantal muziekstukken op de CD die in de CD-lade is geplaatst
Huidige muziekstukVerstreken afspeeltijd

Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken

Weergave in een willekeurige volgorde

Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar het volgende of naar het vorige muziekstuk gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin van het volgende muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het eerstvolgende muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om naar het begin van het huidige muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het vorige muziekstuk gezocht en afgespeeld.
U kunt alle muziekstukken van de CD in willekeurige volgorde afspelen.
De indicator RND
MO RND
Elke keer wanneer u op MO RND (mono/random) drukt terwijl u naar een CD luistert, wordt Random Play afwisselend aan- en uitgezet.
Wanneer de Random Play-modus wordt aangezet, zal op het display de RND-indicator oplichten en worden de muziekstukken in willekeurige volgorde afgespeeld.

Voorkomen dat de CD terugspringt

U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen.
Druk op de CD en tegelijkertijd minimaal 2 seconden op de 0.
NEDERLANDS
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
8 9 10 11 127
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen van dat muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
De vermelding “EJECT” knippert gedurende 5 seconden op de display. De CD is nu vergrendeld en kan niet meer uit de CD-lade terugspringen.
Als u de vergrendeling van de CD in de CD­lade wilt opheffen, drukt u nogmaals gedurende
minimaal 2 seconden op de 0 terwijl u tegelijk op de CD drukt. Op het display verschijnt de tekst “EJECT” en de CD springt terug uit de CD-lade.
17

GELUID REGELEN

Geluid aanpassen

U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als volgt gewijzigd:
BAS
(bas)
VOL
(volume)
Indicatie Doel: Bereik
BAS Bastonen –06 (min.)
TRE Treble aanpassen. –06 (min.)
NEDERLANDS
FAD* Evenwicht tussen R06
BAL Evenwicht tussen L06 (Allen links)
LOUD De lage en hoge
VOL Het volume 00 (min.)
aanpassen. |
voor- en (Allen achterin) achterspeakers | aanpassen. F06
linker- en | rechterspeaker R06 aanpassen.
tonen worden versterkt voor een goed gebalanceerd geluid bij weergave met een laag volume.
aanpassen. |
TRE
(treble)
LOUD
(loudness)
FAD
(faden)
BAL
(balans)
+06 (max.)
| +06 (max.)
(Allen voorin)
(Allen rechts)
LOUD ON
(geactiveerd)
| LOUD OFF
(uitgeschakeld)
50 (max.)
2
Pas het niveau aan.
Het niveau verhogen.
Het niveau verlagen.
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van lage of hoge tonen aanpast.
Opmerking:
Normaliter stelt u het volume in met de draaiknop. U hoeft dus niet “VOL” (volume) voor het instellen van het volumeniveau te kiezen.
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u
FAD op “00” zetten.
18

Werken met aangepaste geluidsmodi (SCM)

U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam “Advanced SCM” (Sound Control Memory).
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en steeds opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt dan tevens op de display weergegeven. Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2, FM3, AM en CD.
• Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in de paragraaf “Advanced SCM annuleren – SCM LINK” op bladzijde 23.
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
Indicatie Voor: Vooraf ingestelde
waarden
BAS TRE LOUD SCM OFF BEAT Rock- of +02 00 ON
SOFT Rustige +01 –03 OFF
POP
(Vlak geluid)
discoritme
achtergrond­muziek
Lichte muziek
00 00 ON
+04 +01 OFF
De geluidsmodi oproepen
Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON”, selecteer de afspeelbron.
Elke keer wanneer u een andere afspeelbron selecteert, gaat de SCM-indicator op de display knipperen.
NEDERLANDS
SCM
Bijv.: Als u “BEAT” aanpast
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en wel als volgt:
SCM OFF
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is geselecteerd, kan de geselecteerde geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen en zal het effect alleen op de huidige afspeelbron van toepassing zijn.
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF” is geselecteerd, is de geselecteerde afspeelmodus op elke afspeelbron van toepassing.
(BEAT) (SOFT) (POP)
De geluidsmodus die voor de geselecteerde afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen wordt opgeroepen.
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan. Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op bladzijde 20.
• Als u de versterkingsfactor voor de hoge of lage tonen wilt aanpassen of de geluidsterktefunctie tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de instructies op bladzijde 18. (De aanpassingen die u hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een andere geluidsbron selecteert).
19

Geluidsweergave aanpassen en opslaan

Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken (BEAT, SOFT, POP) aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Roep de geluidsweergave op die u wilt aanpassen.
• Meer bijzonderheden over bas en treble vindt u op bladzijde 19 “Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)”.
SCM
3
Pas het niveau van de bas of hoge tonen aan of schakel de geluids­sterktefunctie ON/OFF.
• Zie bladzijde 18 voor meer informatie.
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van lage of hoge tonen aanpast.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere items wilt aanpassen.
NEDERLANDS
2
Selecteer “BAS (bas)”, “TRE (treble)” of “LOUD (loudness)”.
20
Bijv.: Als u “SOFT” aanpast
Bijv.: Als u “TRE (treble)” aanpast
5
Druk op SCM en houd deze ingedrukt tot de geluidsmodus van uw keuze op de display knippert.
SCM
De wijziging van de geselecteerde geluidsbesturingsmodus wordt nu in het geheugen opgeslagen.
6
Herhaal deze procedure als u andere geluidsmodi wilt opslaan.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel op bladzijde 19.

ANDERE HOOFDFUNCTIES

Klok instellen

Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 22).
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”
als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
1
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten)”.
2 Pas de minuten aan.
2
21
5
Voltooi de instelling.
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de eenheid is uitgeschakeld, drukt op DISP (display).
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer weer uitgeschakeld.

De algemene instellingen wijzigen (PSM)

Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 22).
2
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde 22).
NEDERLANDS
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”. 2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
12
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt geselecteerd.
21
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere PSM-items wilt aanpassen.
5
Voltooi de instelling.
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
1
NEDERLANDS
CLOCK H Instellen van het uur CLOCK M Instellen van de minute SCM LINK Koppeling met het
24H/12H 24/12-uur aanduiding
AUTO ADJ Automatische instellen
DISPMODE Displayfunctie
PTY STBY PTY-standby PTY SRCH PTY-zoeken TA VOL Volume voor
P-SEARCH Programme zoeken LEVEL Niveaudisplay
TEL Audiodemping voor
2
Kies...Houd.
geheugen voor geluidsmodi
voor de klok
van de klok
verkeersinformatie
cellulaire telefoonsystemen
3
Stel in...
Tegen de wijzers van de klok in
Terug Terug Verder
LINK OFF
12H 24H
OFF 14ON
PS NAME FREQ
29 programmatypen
VOL 00 – VOL 50
AUDIO 1
MUTING 1
Met de wijzers van de klok mee
Verder
ON
CLOCK
(zie bladzijde 15).
ONOFF
AUDIO 2
OFF
MUTING 2
OFF
Fabrieksin-
stellingen
0:00 21
LINK ON
24H 21
NEWS
(Zie bladzijde 12).
OFF
AUDIO 2
OFF 23
Zie
blz.
19, 23LINK ON
14PS NAME 12
12 14VOL 20
13
23
• Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
22
Advanced SCM annuleren – SCM LINK
Het is mogelijk om de voorziening Advanced SCM (Sound Control Memory) te annuleren en de aangebrachte koppeling tussen de geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te heffen. Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen, aangepaste geluidsmodus in het geheugen worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een andere geluidsmodus te horen krijgen als u een andere afspeelbron selecteert.
• LINK ON: De voorziening Advanced SCM is ingeschakeld (voor elke afspeelbron een andere geluidsmodus).
• LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is uitgeschakeld (voor elke afspeelbron geldt een en dezelfde geluidsbron).
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “SCM LINK” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“LINK ON” of “LINK OFF”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
De niveau-indicator selecteren – LEVEL
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display moet worden weergegeven. Standaard is bij het verlaten van de fabriek de instelling “AUDIO 2” geselecteerd.
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren – TEL
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• OFF: Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “TEL” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“MUTING 1”, “MUTING 2” of “OFF”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
NEDERLANDS
• AUDIO 1: Niveaumeter wordt van onder naar boven verlicht.
• AUDIO 2: Beurtelings niveaumeter (bewegend van beneden naar boven) en verlichting.
• OFF: De indicator voor het geluidsniveau verdwijnt.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “LEVEL” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste
instelling te kiezen (“AUDIO 1”, “AUDIO 2” of “OFF”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
23

Bedieningspaneel verwijderen

U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet u er zeker van zijn dat de spanning is uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
NEDERLANDS
2
Druk het bedieningspaneel miets omhoog en trek tegelijkertijd naar u toe van het apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de linkerkant van het bedieningspaneel in de uitsparing op de houder.
2
Druk op de rechterkant van het bedieningspaneel totdat dit in de houder vastzit.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegeven moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
24
3
Stop het losgemaakte bedieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje.
Connectors

GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING

Deze apparaat kan ook op afstand worden bediend als u onderstaande instructies opvolgt
(met een apart aangeschafte afstandsbediening). We raden u aan om de
afstandsbediening RM-RK31 of RM-RK50 in combinatie met de eenheid te gebruiken. (Voorbeeld: Bij gebruik van de RM-RK31)
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
45Wx4
DISP
MO RND
Afstandssensor
7
89
10
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder .
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batter ijhouder.
(Achterkant)
1)
2)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(Achterkant)
Gebruikke batterijen:
NEDERLANDS
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken.
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan
lekken of brand veroorzaken.
25

Plaatsing van de toetsen

RM-RK31
5
1
2
3
4
NEDERLANDS
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt het toestel uit wanneer u langer dan 1 seconde ingedrukt houdt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd als u de toets heel even indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert als de BAND toets tijdens het
luisteren naar de radio. De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
• Functioneert niet als PROG/DISC + toets.
6
7
3 • Functioneert als de PRESET toets tijdens
het luisteren naar de radio. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station afgestemd.
• Functioneert niet als DISC – toets.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere geluidsmodus geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Voor versnelde weergave van een fragment in voor- en achterwaartse richting wanneer u tijdens weergave van een CD de toets ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het volgende fragment of het spelende (of voorgaande) fragment wanneer u tijdens weergave van een CD kort op de toets drukt.
Deze toets werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen wijzigen.
26

ONDERHOUD

Omgaan met CD’s

Deze eenheid is gemaakt om CD’s en CD-R's met de onderstaande.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
• Andere CD’s kunnen niet worden afgespeeld.
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u het rondje in het midden van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een CD vuil wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in een rechte lijn van het midden naar de rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen- of buitenrand. Soms worden dergelijke CD’s door het apparaat geweigerd. U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint enz.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend. Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
Rondje in het midden
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto. Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CD­lade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Wanneer u een CD-R (Recordable) afspeelt
Op deze ontvanger kunt u uw originele CD-R’s afspelen.
• Lees alvorens een CD-R af te spelen eerst de instructies en waarschuwingen aandachtig door.
• Sommige CD-R’s die op CD-recorders zijn opgenomen kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld vanwege bepaalde kenmerken die deze CD-R’s hebben. Andere oorzaken van afspeelproblemen zijn: – Beschadigingen of vuil op de CD. – Vocht of condensatie op de lens van de
CD-speler.
– Vuil op de lens van de laser in de speler.
• Speel alleen CD-R’s af die volledig zijn afgewerkt (finilized).
• CD-RW’s (Rewritables of herschrijfbare CD’s) kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld.
• Gebruik geen CD-R’s waarop stickers of labels zijn geplakt. Deze schijven kunnen tot storingen leiden.
LET OP!
• Plaats geen 8-cm CD’s (CD-singles) in de CD­lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.
NEDERLANDS
27

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• CD kan niet worden afgespeeld.
• Geluid van de CD wordt soms onderbroken.
• Geluid wordt soms onderbroken.
• Er komt geen geluid uit de speakers.
• Automatisch instellen van zenders – SSM (Strong­station Sequential Memory) – functioneert niet.
NEDERLANDS
• U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “NO DISC”.
• De CD laat zich niet uitwerpen.
• CD kan niet worden afgespeeld en springt niet terug.
• Het apparaat werkt helemaal niet.
Oorzaken
CD zit ondersteboven in het apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD. Verkeerde verbindingen.
Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op het minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Er is geen CD geplaatst.
De CD-lade is vergrendeld.
Misschien werkt de CD-speler niet goed meer.
Soms functioneert de ingebouwde microcomputer niet goed ten gevolge van lawaai, enzovoorts.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste manier in CD-lade.
Stop met afspelen op hobbelige wegen.
Gebruik een andere CD. Controleer kabels en
aansluitingen. Controleer kabels en
aansluitingen. Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt. Controleer kabels en
aansluitingen. Leg de zenders handmatig
vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
Plaats de CD op de gebruikelijke manier.
Hef de vergrendeling van de CD-lade op (zie bladzijde 17).
Houd enkele seconden lang de toetsen en 0 tegelijkertijd ingedrukt. En let op dat de CD niet op de grond valt na het uitwerpen.
Houd SEL en beide gelijktijdig een paar seconden ingedrukt om de eenheid opnieuw in te stellen (de instelling voor de klok en de voorkeurzenders worden uit het geheugen gewist). (Zie bladzijde 2).
28

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 45 W per kanaal Achterin: 45 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 17 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin: 17 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 Ω) Regelbereik tonen:
Bas: ±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Uitgangsvermogen/Impedantie:
2,0 V/20 k belasting (maximaal vermogen) Uitgangsimpedantie: 1 k
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM: (MG) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LG) 144 kHz tot 279 kHz
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω) Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω) Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
CD-SPELER
Type: CD-speler Signaaldetectiesysteem: Pickup-lens
(halfgeleider-laser) Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo) Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz Dynamisch vermogen: 96 dB Signaal/ruisverhouding: 98 dB Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V) Aardingssysteem: Negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot + 40°C Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 14 mm
Gewicht: 1,3 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
NEDERLANDS
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
29
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
1101KKSMDTJEIN
JVC
Loading...