For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0059-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e )
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funkti on. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del
är öppnad och spärren
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
NEDERLANDS
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte
blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel
bevat geen door de gebruiker te repareren
onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate
gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Het apparaat terugstellen
Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een
paar seconden ingedrukt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(standby/aan/attenuator)
DISP
MO
RND
7
45Wx4
89
10
KD-S821R
12RDS
11
TPPTYSCM
SEL (selecteren)
Opmerking:
• De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist
worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op
dat de CD niet valt.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Omgaan met CD’s ................................... 25
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 26
SPECIFICATIES ............................ 27
NEDERLANDS
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
i
i
o;
a
s
h
234
1
45Wx4
DISP
MO
w
RND
7
89
NEDERLANDS
q
1 De toets (standby/aan/attenuator)
2 De bedieningsschijf
3 De toets DISP (display)
4 Het display-venster
5 CD-lade
6 De toets AM
7 De toets CD
8 De toets FM
9 De toets 0 (uitwerpen)
p De toetsen ¢ /4
•
Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer
beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
q De toets SEL (selecteren)
w De toets MO (mono)
De toets RND (random)
e De cijfertoetsen
r De toets TP (traffic programme)
De toets RDS (radio data system)
t De toets PTY (programme type)
y De toets SCM (sound control memory)
u De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
e
5
d
j
KD-S821R
10
12RDS
11
TPPTYSCM
r
g
f
k
78 9 p
6
y
t
l
u
Het display-venster
i De indicator (of audioniveau) voor het
volumeniveau
De indicator voor het equalizer-patroon
o De indicator voor de FM-band (FM1, FM2, FM3)
; De indicator CD bron
a Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
s De indicator RND (random)
d De RDS-indicators
EON, AF, REG, TP, PTY
f De indicator SCM (sound control memory)
g De indicator LOUD (loudness)
h De indicator voor de AM-band
j Hoofdvenster
k De indicator CD-geplaatst
l De indicators voor de geluidsmodus
BEAT, SOFT, POP
4
BASISBEDIENING
45Wx4
DISP
MO
RND
7
89
1
32
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het
apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
KD-S821R
10
12 RDS
11
TP PTY SCM
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijde 18 – 20).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op . Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau
terugbrengen door de bedieningsschijf linksom
te draaien (tegen de wijzers van de klok in).
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer
dan 1 seconde ingedrukt.
NEDERLANDS
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijde 6 – 15.
Voor gebruik van de CD-speler,
zie bladzijde 16 – 17.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Indicator voor het volumeniveau
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen
(zie bladzijde 21).
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere
geluidsdragers nauwelijks sprake van
achtergrondruis. Wanneer het volume van
bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het
gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge
toename van het geluid beschadigd raken.
Draai het volume daarom voordat u een CD
afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan
uw wensen aan.
5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
45Wx4
DISP
MO
RND
7
89
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u
kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig
zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3,
AM).
NEDERLANDS
FM1FM2FM3
AM
KD-S821R
10
12RDS
11
2
TP PTY SCM
Zoek een station.
Afstemmen op een station
met een hogere frequentie.
Afstemmen op een station
met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen,
stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Indicator voor audioniveau (zie bladzijde 23) of
volumeniveau
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2
en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om
naar FM-stations te luisteren.
6
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3,
AM).
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “M” op de display
knippert.
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
FM1FM2FM3
AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2
en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om
naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “M (v oor “manual”:
handmatig zoeken)” op de display
begint te knipperen.
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven.
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MG/
LG) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
Als u op de toets MO RND (mono/random) drukt
terwijl u naar een FM-stereouitzending luistert.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de
indicator MO aan of uit.
Er brandt een lampje wanneer een FMuitzending in stereo wordt ontvangen.
MO
RND
NEDERLANDS
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
7
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AMzenders
Automatisch vasteleggen van FMzenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FMgolfband (FM1 – 3) waarop u FMzenders wilt vasteleggen.
NEDERLANDS
FM1FM2FM3
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
FM1FM2FM3
AM
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 88,3 MHz).
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de gekozen
golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen
vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m
nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
8
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
7
De vermelding “P1” knippert gedurende
enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure
om andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen
onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van
de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders
opnieuw worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 8, als u
dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3,
AM).
FM1FM2FM3
AM
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van
de gewenste zender.
891011127
NEDERLANDS
9
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een
FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station
met het programma en informatie over de aard of
het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is “
Enhanced Other Networks”. De indicator EON
licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen
die Enhanced Other Networks-gegevens
uitzendt. Met behulp van de Enhanced Other
Networks-gegevens die door het station worden
verstuurd, kunt u op een andere zender van een
ander netwerk afstemmen dat uw favoriete
programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl
u ondertussen naar een ander programma of een
andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De
Netwerkfunctie)
NEDERLANDS
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic An
nouncement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme T ype”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie
de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u
minimaal 1 seconde op TP RDS (Traf fic
Programme/Radio Data System). Elke keer
wanneer u op deze toets drukt en houd, verandert
de modus van deze functie en wel als volgt:
RDS
TP
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht
niet op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie
is uitgeschakeld (“off”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een
andere zender van hetzelfde station als het signaal
van de geselecteerde zender te zwak wordt.
• In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan het programma
dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG
lichten op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook
Regionalisatie is ingeschakeld (“on”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar
een andere zender van hetzelfde station dat
hetzelfde programma uitzendt als het signaal van
de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten
allebei niet op.
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Modus 1
Indicator AF
Modus 2Modus 3
Indicator REG
10
Loading...
+ 22 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.