For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0005-001A
[E]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
DANGER: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e )
ADVARSEL: Usynlig las erstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funkti on. Undgå udsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del
är öppnad och spärren
urkopplad. Betrakta
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
ej
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen. (f)
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
Houd de SEL (selectie) en de (standby/aan/ATT)
toetsen beide gelijktijdig een paar seconden ingedrukt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
OPMERKINGEN:
• De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en
de geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen
wanneer u het apparaat terugstelt. Let op dat de CD niet
valt.
BELANGRIJK VOOR
LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. GEVAAR: Onzichtbare laserstralen wanneer
open en interlock uitgeschakeld of defekt.
Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het
toestel bevat geen door de gebruiker te
repareren onderdelen. Laat onderhoud
en reparatie over aan erkend
onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is
uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te
schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het
maken van instellingen ander dan in deze
gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert
mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
(standby/aan/ATT)
SEL (Selectie)
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het
identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een
veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
* Denk aan de veiligheid...
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
* Temperatuur binnen de auto...
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte
heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat
de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet
bereikt.
2
Wir danken Ihnen für den Kauf eines JVC Produkts. Bitte lesen Sie die Anleitung vollständig durch,
bevor Sie das Gerät in Betrieb nehmen, um sicherzustellen, daß Sie alles vollständig verstehen und die
bestmögliche Leistung des Geräts erhalten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen ....................................................................2
W anneer u het apparaat voor
de eerste keer gebruikt, moet
u de ingebouwde klok op de
juiste wijze instellen (zie
bladzijde 19).
1
2
NEDERLANDS
F M
A M
3
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 13 – 18).
/I/ATT
Opmerking bij de bediening door middel van één toets:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch
ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
C D
Schakel de spanning in.
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 5 – 9.
Gebruik van de CD-speler, zie bladzijde 10 – 12.
Regel het volume.
Volumeniveauindicator
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op .
Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk
dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk op toets en houdt deze ten minste 1 seconde ingedrukt.
4
GEBRUIK VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
1
2
AM
A M
F M
2
FM1FM2
Stations met een
hogere frequentie
zoeken
Stations met een
lagere frequentie
zoeken
1
Selecteer de golfband (FM1, FM2, FM3 of AM)
U kunt éé van de drie FM-golfbandn (FM1, FM2 en FM3)
selecteren om naar een FM-zender te luisteren.
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven
FM3
NEDERLANDS
Volumeniveau-indicator
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het
zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender
is afgestemd.
Handmatig zonder zoeken op een bepaalda freguentie
afstemmen:
1 Kies de golfband (FM of AM)
Druk op FM of AM.
2 Druk op
afleesvenster begint te knipperen.
U kunt de frequentie handmatig wijzigen, terwijl de letter “M” knippert.
3 Druk meerdere malen op
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz
en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat.
¢of4 en houd deze toets ingedrukt totdat de letter “M” op het
¢of 4 totdat de gewenste frequentie is bereikt.
5
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders:SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
2
1
NEDERLANDS
F M
FM1FM2FM3
Selecteer het nummer van de FM-golfband
(FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders wilt
vasteleggen.
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan
2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd - nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
6
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM
vastleggen).
VOORBEELD: Een FM-zender op 88.3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
1
2
3
1
F M
Selecteer FM1.
2
Stem af op een zender op 88.3 MHz.
Zie bladzijde 5 voor het afstemmen op een zender.
3
Druk op de toets en houdt deze ten minste 2
seconden ingedrukt.
De vermelding “P1” knippert enkele seconden op de display
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder
andere nummers op te slaan.
NEDERLANDS
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wor dt onderbroken
(bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
7
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 6 en 7, als u dat nog niet
hebt gedaan.
1
2
1
A M
NEDERLANDS
AM
2
F M
Selecteer de gewenste golfband (FM1, FM2,
FM3 of AM).
FM1FM2
FM3
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste
zender .
8
Andere handige radiofuncties
MO/RND
RPT/SCAN
Radiostations scannen
Wanneer u tijdens het luisteren naar de radio op RPT/SCAN drukt, begint het scannen. Elke
keer dat er wordt afgestemd op een bepaald station, stopt het scannen gedurende 5 seconden
(de frequentie waarop is afgestemd knippert op het afleesvenster). U kunt dan vaststellen
welk programma op dat moment wordt uitgezonden.
Als u naar het betreffende programma wilt luisteren, drukt u nogmaals op dezelfde toets om
het scannen te beëindigen.
Geluid selecteren bij ontvangst van FM-station
Wanneer een stereo-uitzending op FM slecht te ontvangen is, doet u het volgende:
Druk op MO/RND (Mono/Willekeurig) terwijl u naar een stereo-uitzending op FM luistert. U
hoort dan een monogeluid maar de ontvangst zal beter zijn.
A
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen
Om het stereo-effect te herstellen, drukt u op opnieuw op dezelfde toets.
NEDERLANDS
9
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
Een CD afspelen
0
1
1
NEDERLANDS
Totale afspeeltijd van de
CD die in de CD-lade is
geplaatst
Opmerking bij de bediening door middel van één toets:
W anneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u op CD om het apparaat aan te zetten en het
afspelen automatisch te laten beginnen.
LET OP bij het instellen van het volume
In vergelijking met ander e geluidsbronnen, pr oduceren CD’s heel weinig ruis. Als het volume
staat afgesteld op gebruik van de tuner , kunnen de speakers schade oplopen door de plotselinge
toename van de geluidssterkte. Zet het volume daarom lager voordat u een CD afspeelt en
regel het geluid, indien nodig, gedurende het afspelen.
Plaats een CD in de CD-lade.
Het apparaat gaat aan, pakt een CD en begint deze
automatisch af te spelen.
Als een CD ondersteboven in de CD-speler wordt geplaatst, wordt
de vermelding “EJECT” op de display weergegeven en wordt de CD
automatisch uitgeworpen.
A
A
T otaal aantal muziekstukken
op de CD die in de CD-lade
is geplaatst
Verstreken
afspeeltijd
Huidige
muziekstuk
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op0.
De CD wordt niet langer afgespeeld en de CD springt automatisch terug uit de CD-lade. De
tuner wordt als afspeelbron geselecteerd (het station waarop als laatste was afgestemd,
wordt ten gehore gebracht).
Als u (tijdens het afspelen van een CD) overschakelt op AM of FM, wordt het afspelen eveneens
beëindigd (deze keer zonder dat de CD terugspringt).
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd,
wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer
wordt niet automatisch met afspelen begonnen.)
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen wanneer het apparaat is uitgezet.
10
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
4
¢
Number buttons
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op¢ en houd deze
toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op4
en houd deze
toets ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar het volgende of naar het vorige muziekstuk gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op¢ om naar het
begin van het volgende muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u
meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het
eerstvolgende muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op4
om naar het
begin van het huidige muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u
meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het vorige
muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
789101112
NEDERLANDS
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen
van dat muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren:
Druk kort op 1(7) – 6(12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren:
Druk op 1(7) – 6(12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde
ingedrukt.
11
Afspeelmodus selecteren
RPT/SCANMO/RND
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
U kunt alle muziekstukken van de CD in willekeurige volgorde afspelen.
Telkens wanneer u tijdens het afspelen van een CD op MO/RND (Mono/
Willekeurig) drukt, wordt Random Play afwisselend aan- en uitgezet.
Wanneer de Random Play-modus wordt aangezet, zal op het display de
RND-indicator oplichten en worden de muziekstukken in willekeurige
volgorde afgespeeld.
U kunt het huidige muziekstuk meerdere keren afspelen.
Telkens wanneer u tijdens het afspelen van een CD op RPT(Herhalen)/
SCAN drukt, wordt Repeat Play afwisselend aan- en uitgezet.
Wanneer de Repeat Play-modus wordt aangezet, zal op het display de
RPT-indicator oplichten.
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
Voorkomen dat de CD terugspringt
U kunt voorkomen dat de CD terugspringt door hem te “vergrendelen” in de CD-lade.
Druk tijdens het afspelen van een CD op CD en 0 houd deze toetsen langer dan 2
seconden ingedrukt.
Op het display knippert gedurende ongeveer 5 seconden de tekst “EJECT” en de CD is
“vergrendeld”.
U kunt de CD “ontgrendelen” door opnieuw op CD en 0 te drukken en deze toetsen
langer dan 2 seconden ingedrukt te houden. Op het display verschijnt de tekst “EJECT” en de
12
CD springt terug uit de CD-lade.
GELUID REGELEN
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
21
Indicator voor de equalizer
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
IndicatieDoel:Bereik
BASBastonen aanpassen–6 (min.) tot +6 (max.)
(bas)
TRETreble aanpassen–6 (min.) tot +6 (max.)
(treble)
FA DEvenwicht tussen voor- enR6 (alleen achterin) tot
(faden)*achterspeakers aanpassenF6 (alleen voorin)
BALEvenwicht tussen linker- enL6 (alleen links) tot
(balans)rechterspeaker aanpassenR6 (alleen rechts)
VOLHet volume aanpassen00 (min.) tot 50 (max.)
(volume)
Opmerking:
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u FAD op “00”.
Pas het niveau aan.
Het patroon op de indicator voor de
equalizer verandert wanneer u de
weergave van lage of hoge tonen aanpast
NEDERLANDS
Opmerking:
Normaal gesproken werken de toetsen + en – als volumer egelaars.
U hoeft “VOL” dus niet te selecteren als u het geluidsniveau wilt
aanpassen.
13
LOUD in-/uitschakelen
LOUD
THet menselijke oor is bij lage volumes minder gevoelig voor lage en hoge frequenties.
Met LOUD worden deze frequenties versterkt, waardoor er ook bij lage geluidsniveaus een
evenwichtig geluid kan worden geproduceerd.
Elke keer dat u op LOUD drukt, wordt deze functie afwisselend in- en uitgeschakeld.
@A
NEDERLANDS
14
Werken met aangepaste geluidsmodi (SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en in het
geheugen vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam ‘Advanced SCM’
(Sound Control Memory).
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en
wordt de modus elke keer weer opgeroepen wanneer u dezelfde geluidsbron selecteert.
Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen:
FM1, FM2, FM3, AM en CD.
Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar
wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de
instructies in de paragraaf ‘***Advanced SCM annuleren’ op pagina 17.
SCM-indicator/
Indicator voor de
geluidsmodus
Indicator voor de equalizer
1
NEDERLANDS
1
SCM
Weergave: V oor:Standaardinstelling
SCM OFF(Vlak geluid)0000Aan
BEATRock of disco+200Aan
SOFTRustige achtergrondmuziek+1–3Uit
POPLichte muziek+4+1Uit
Selecteer de geluidsmodus van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en
wel als volgt:
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is geselecteerd, kan de
geselecteerde geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in het
geheugen worden opgeslagen en zal het effect alleen op de huidige
afspeelbron van toepassing zjin. Elke keer wanneer u een andere
afspeelbron selecteert, gaat de SCM-indicator op de display knipperen.
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF” is geselecteerd, is de
geselecteerde afspeelmodus op elke afspeelbron van toepassing.
BasTrebleLoud
15
De geluidsmodi oproepen
1
1
C D
Selecteer de afspeelbron van uw keuze
terwijl de SCM-indicator op de display wordt
F M
A M
NEDERLANDS
Opmerkingen:
• U kunt elke geluidsmodus aan uw voorkeur aanpassen en deze in het geheugen opslaan.
Raadpleeg ‘[translator’s note: insert section titel from Contents page]’ op pagina 18 als u de
oorspronkelijke geluidsmodus wilt aanpassen.
• Als u de versterkingsfactor voor de hoge of lage tonen wilt aanpassen of de geluidsterkiefunctie
tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de instructies op pagina 13 en 14. (De aanpassingen
die u hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een andere geluidsbron selecteert.)
weergegeven.
De SCM-indicator begint te knipperen en de geluidsmodus
die voor de geselecteerde afspeelbron in het geheugen ligt
opgeslagen wordt opgeroepen.
Indicator voor de geluids modus
16
Advanced SCM annuleren
Het is mogelijk om de voorziening Advanced SCM te annuleren en de aangebrachte koppeling
tussen de geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te heffen.
Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen, aangepaste geluidsmodus in het geheugen
worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een andere geluidsmodus te horen krijgen als u
een andere afspeelbron selecteert.
LINK ON: De voorziening Advanced SCM is ingeschakeld (voor elke afspeelbron een
andere geluidsmodus)
LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is uitgeschakeld (voor elke afspeelbron geldt
een en dezelfde geluidsbron)
3
2
1,4
1
2
3
4
Druk op de SEL-toets en houd deze
gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt.
De vermelding “CLOCK H”, “CLOCK M”, “SCM LINK” of
“LEVEL” wordt op de display weergegeven.
Selecteer de vermelding “SCM LINK”, als
deze niet op de display wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste modus: “LINK ON” of
“LINK OFF”.
Sluit het instellen af.
NEDERLANDS
17
Uw eigen geluidsinstelling opslaan
De geluidsweergave (BEAT, SOFT, POP, zie bladzijde 15) kan worden aangepast en in het
geheugen worden opgeslagen.
3221,4
1
SCM
2
NEDERLANDS
LOUD
3
4
SCM
Binnen
5 seconden
Binnen
5 seconden
Binnen
5 seconden
Roep de geluidsweergave op die u wilt aanpassen.
Meer bijzonderheden over de geluidsweergave vindt u op
bladzijde 15.
Kies “BAS” of “TRE” als u het geluidsniveau
van de bas of treble wilt aanpassen.
Of schakel LOUD in of uit.
Elke keer dat u op LOUD drukt, wordt deze functie in- of
uitgeschakeld. (= Ga daarna door met stap 4.)
Pas het niveau van bas of treble aan.
Meer bijzonderheden over bas en treble vindt u op bladzijde 13.
Druk op SCM en houd deze toets ingedrukt
1
totdat de geluidsweergave die u bij stap
hebt
geselecteerd op het afleesvenster begint te
knipperen.
Uw instelling wordt in het geheugen opgeslagen.
5
Herhaal deze procedure om de andere instellingen op te slaan.
Opnieuw instellen van de fabrieksinstellingen
18
Herhaal bovenstaande procedure en stel de waarden in die zijn weergegeven in de tabel op
bladzijde 15.
ANDERE HOOFDFUNCTIES
Klok instellen
1
2
3
1.
1.
2,3 1,4 2,3
2.
2.
DISP
Druk op de SEL-toets en houd deze
gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt.
De vermelding “CLOCK H”, “CLOCK M”, “SCM
LINK” of “LEVEL” wordt op de display weergegeven.
Stel het juiste uur in.
1. Selecteer “CLOCK H” indien deze tekst
niet op het afleesvenster staat.
2. Wijzig het weergegeven uur .
Stel de minuten in.
1 .Selecteer “CLOCK M”.
2. Wijzig de weergegeven minuten.
NEDERLANDS
4
Sluit het instellen af.
Huidige tijd van de klok controleren (andere modus op afleesvenster tonen)
Druk meerdere malen op DISP . Elke keer dat u op de toets drukt, verandert het afleesvenster als volgt.
Tijdens de bediening van de tuner:
Klok
• Als de eenheid niet is ingeschakeld wanneer u op de DISP-toets drukt, wordt de stroom ingeschakeld,
wordt gedurende vijf seconden de tijd van de klok weergegeven en wordt de stroom vervolgens weer
uitgeschakeld.
Frequentie
Tijdens de bediening van de CD-speler:
Klok
Verstreken speelduur
19
Een niveauweergave selecteren
U kunt zelf bepalen welk niveau u in de display weergegeven wilt hebben. De standaardinstellingen van
de eenheid bij het verlaten van de fabriek is “VOL 2”.
VOL 1: Geeft de indicator voor het volumeniveau en het patroon voor de equalizer weer.
VOL 2: Geeft de instelling van VOL 1 en het verlichte display weer.
OFF:De indicator voor het volumeniveau en het patroon voor de equalizer worden allebei niet
weergegeven.
3 1,4 2
1
NEDERLANDS
2
3
4
Volumeniveau-indicator
Druk op de SEL-toets en houd deze
gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt.
De vermelding “CLOCK H”, “CLOCK M”, “SCM LINK” of
“LEVEL” wordt op de display weergegeven.
Selecteer de vermelding “LEVEL” als deze niet
al meteen op de display wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste modus: “VOL 1”, “VOL
2” of “OFF”
Sluit het instellen af.
20
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt.
U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de
connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet
worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel
verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert,
moet u er zeker van zijn dat de spanning is
uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
2
Druk het bedieningspaneel iets
omhoog en trek naar u toe van
het apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel
weer op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de linkerkant van het
bedieningspaneel in de
uitsparing op de houder.
NEDERLANDS
2
Druk op de rechterkant van
het bedieningspaneel totdat
dit in de houder vastzit.
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het
daarvoor bestemde doosje
Opmerking over het reinigen van de
connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen
de connectors op een gegeven moment minder goed
gaan functioneren.
Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken,
moet u de connectors van tijd tot tijd met een met
alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken.
Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet
beschadigt.
Connectors
21
ONDERHOUD
Omgaan met CD’s
Dit apparaat is ontworpen voor het afspelen van CD’s met het symbool.
Andere CD’s kunnen niet worden afgespeeld.
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u het rondje in het midden
van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan
de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het rondje in het
midden (bedrukte vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een CD vuil
wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in een rechte lijn
van het midden naar de rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen- of buitenrand.
Soms worden dergelijke CD’s door het apparaat geweigerd.
U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood,
ballpoint enz.
Condensvorming
NEDERLANDS
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CD-lade halen
en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
Rondje in het
midden
LET OP!
• Plaats geen 8-cm CD’s (CD-singles) in de CD-lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal problemen
veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het
zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen,
wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.
Wanneer u een CD-R (Recordable) afspeelt
Op deze ontvanger kunt u uw originele CD-R’s afspelen.
• Lees alvorens een CD-R af te spelen eerst de instructies en waarschuwingen aandachtig door.
• Sommige CD-R’s die op CD-recorders zijn opgenomen kunnen niet op deze ontvanger worden
afgespeeld vanwege bepaalde kenmerken die deze CD-R’s hebben. Andere oorzaken van
afspeelproblemen zijn:
- Beschadigingen of vuil op de CD
- Vocht of condensatie op de lens van de CD-speler
• Speel alleen CD-R’s af die volledig zijn afgewerkt (finilized).
• CD-RW’s (Rewritables of herschrijfbare CD’s) kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld.
- Vuil op de lens van de laser in de speler .
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden hierdoor
niet beschadigd, maar het is wel storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
22
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende
instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
Geen CD in de houder geplaatst.
CD is verkeerd geplaatst.
De geluidsknop is op de laagste
stand gezet.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
Stop met afspelen op
hobbelige wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Plaats een CD in de CD-lade.
Plaats de CD op de juiste
wijze.
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Leg de zenders handmatig
vast.
Zorg dat de antenne stevig
vast zit.
NEDERLANDS
• CD kan niet worden
afgespeeld en springt niet
terug.
• Het apparaat functioneert
helemaal niet.
Soms functioneert de
ingebouwde microcomputer
niet goed ten gevolge van
lawaai, enzovoorts.
Druk tegelijkertijd op
en 0 gedurende
meer dan 2 seconden. Zorg
ervoor dat de CD niet op de
grond valt wanneer hij
terugspringt.
Druk tegelijkertijd gedurende
meer dan 2 seconden op
en SEL om het
apparaat terug te stellen. (De
instellingen van de klok en de
stations die in het geheugen
zijn opgeslagen worden
gewist.) (Zie bladzijde 2.)
23
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 40 watt per kanaal
Achterin: 40 watt per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS)
Voorin: 16 watt per kanaal in 4 Ω, 40 tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin:16 watt per kanaal in 4 Ω, 40 tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: speling 4 Ω (4 tot 8 Ω)
Regelbereik tonen
Bas:±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz
Weergavekarakteristiek: 40 tot 20 000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Uitgangsvermogen/Impedantie: 2,0 V/20 kΩ
(halfgeleider-laser)
Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 tot 20 000 Hz
Dynamisch vermogen: 96 dB
Signaal/ruisverhouding: 98 dB
Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding
Werkspanning: gelijkstroom 14,4 volt
(speling 11 tot 16 volt)
Aardingssysteem: negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C
Afmetingen (breedte x hoogte x diepte)
Afmetingen apparaat (ten behoeve van
installatie): 182 x 52 x 150 mm
Afmetingen paneel: 188 x 58 x 14 mm
Gewicht: 1,3 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB
Weergavekarakteristiek: 40 tot 15 000 Hz
Stereo-scheiding: 30 dB
Vangbereik: 1,5 dB
[MW-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
[LW-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
24
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÉMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
1100HISFLEJES
JVC
KD-S611
Handleiding voor installatie/aansluiting
Manual de instalación/conexión
Manuale d’installazione/collegamento
GET0005-004A
[E]
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag alleen worden gebruikt bij elektrische systemen
die werken op 12 volt gelijkstroom met negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN HET
DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie, normaal
gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij de installatie
rekening houden met de bijzonderheden van uw eigen auto.
Neem bij vragen of voor meer bijzonderheden over
inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio dealer of
een dealer of een bedrijf dat inbouwpakketten levert.
1
Voordat u aan de montage van het apparaat begint: Druk
op
bedieningspaneel wilt loskoppelen indien dit aan de eenheid
is vastgekoppeld.
* Standard wordt het bedieningspaneel bij het verlaten van
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
3 Verwijder het huis.
4
Installeer het huis in het dashboard.
* Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard is
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het apparaat
vast en plaats de rubberdop over het uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld is.
8
Bevestig sierplaat afstelplaat zodanig dat het uitstekende
deel van de plaat aan de linkerkant van de eenheid vast
komt te zitten.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
(het bedieningspaneel vrijgeven) alsu u het
de fabriek los verpakt meegeleverd.
Opmerking: Wanneer u het apparaat rechtop zet, moet
u erop letten dat u de zekering aan de achterkant niet
beschadigt.
apparaat en het huis, om de klemmen los te maken.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het apparaat
hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de toekomst kunt
gebruiken.
geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld, stevig op
hun plaats duwen.
ESP AÑOL
• Esta unidad está diseñada para funcionar con 12 voltios de
CC, con sistemas eléctricos de masa NEGATIVA solamente.
INSTALACION (MONTAJE EN EL
TABLERO DE INSTRUMENTOS)
• La siguiente ilustración muestra una instalación típica. Sin
embargo usted deberá efectuar los ajustes correspondientes
a su automóvil. Si tiene alguna pregunta o necesita información
acerca de las herramientas para instalación, consulte con su
concesionario de JVC de equipos de audio para automóviles o
a una compañía que suministra tales herramientas.
1
Antes de instalar: Pulse (soltar panel de control) para
separar el panel de control si ya está unido.
* Cuando se envía de la fábrica, el panel de control está
embalado en el estuche duro.
2
Retire la placa de guarnición.
3
Retire la cubierta después de desenganchar los retenes
de la cubierta.
1 Ponga la unidad vertical.
Nota: Al poner la unidad vertical, tenga cuidado de no
dañar el fusible provisto en la parte posterior.
2 Inserte las dos asas entre la unidad y la cubierta tal
como en la ilustración y desenganche los retenes de la
cubierta.
3 Retire la cubierta.
Nota: Después de instalar la unidad, asegúrese de
guardar las asas para uso futuro.
4
Instale la cubierta en el tablero de instrumentos.
* Después de que la cubierta esté correctamente instalada
en el tablero de instrumentos, doble las lengüetas
correspondientes para sostener la cubierta firmemente
en su lugar, tal como se muestra.
5
Fije el perno de montaje en la parte trasera del cuerpo de la
unidad y coloque el cojín de goma sobre el extremo del perno.
6
Realice las conexiones eléctricas requeridas.
7
Deslice la unidad dentro de la cubierta hasta que quede
trabada.
8
Cologue la placa de guarnición de manera que el saliente de
la misma quede colocado en el lateral izquierdo de la unidad.
9
Coloque el panel de control.
1100HISFLEJES
JVC
NL, SP, IT
ITALIANO
•
L’apparecchio è destinato a funzionare esclusivamente su
impianti elettrici da 12V CC, con massa NEGA TIVA.
INSTALLAZIONE (MONTAGGIO SUL
CRUSCOTTO)
•
La figura che segue rappresenta un’installazione tipica.
Naturalmente, sono possibili adattamenti in funzione del tipo
di vettura. Per eventuali chiarimenti in merito ai kit
d’installazione, rivolgersi al venditore il locale rivenditore car
audio JVC o a negozi analoghi.
1
Operazioni preliminari al montaggio:
(sgancio del pannello di comando) per staccare il pannello
di comando (se già inserito).
* Di fabbrica, il pannello di comando viene fornito in
contenitore rigido.
2
Togliere la piastra di finitura.
3
T ogliere la protezione dopo aver sganciato i relativi blocchi.
1
Posizionare l’apparecchio.
Nota:
Nel posizionare l’apparecchio, fare attenzione a
non danneggiare il fusibile sulretro.
2
Inserire le 2 maniglie tra l’apparecchio e la protezione
(cfr. disegno) per sganciare i blocchi.
3
Togliere la protezione.
Nota:
Una volta ultimate le operazioni d’installazione,
conservare le maniglie per uso futuro.
4
Installare la protezione nel cruscotto.
* Verificare la correttezza dell’installazione della protezione
nel cruscotto, quindi piegare le linguette che tengono in
posto la protezione, come illustrato.
5
Fissare il bullone di montaggio sul retro dell’apparecchio e
collocare il gommino sull’estremità del bullone stesso.
6
Eseguire i necessari collegamenti elettrici.
7
Far scorrere l’apparecchio nella protezione finché non risulta
bloccato.
8
Applicare la piastra di finitura in modo che la relativa
sporgenza venga fissata al lato sinistro dell’unità.
9
Inserire il pannello di comando.
Premere
1
3
Hendels
Manijas
Maniglie
2
Rubberdop
Cojín de goma
Gommino
Huis
Cubierta
Protezione
4
7
8
4
*
9
Sierplaat
10
Huis
Cubierta
Protezione
Placa de guarnición
Piastra di finitura
Dashboard
Tablero de instrumentos
Cruscotto
184 mm
53 mm
5
Bevestigingsbout
Perno de montaje
Bullone di montaggio
6
Zie achterkant voor elektrische
installatie.
Con respecto a las conexiones
eléctricas, consulte la página de atrás.
Per i collegamenti elettrici vedere sul
retro del presente manuale.
Sleuf
Ranura
Feritoia
Zekering
Fusible
Fusibile
Vergrendelingsplaat
Placa de bloqueo
Piastra di bloccaggio
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
• Cuando emplea un soporte opcional
• Utilizzo del supporto supplementare
Brandscherm
Tabique a prueba de incendios
Parete antincendio
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
• Instalación de la unidad sin utilizar la cubierta
• Installazione dell’apparecchio senza protezione
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
En un Toyota por ejemplo, primero extraiga la radio del automóvil y luego instale la unidad en su
lugar.
Ad esempio, in una Toyota, si deve innanzi tutto togliere la radio ed installare poi l’apparecchio in
suo luogo.
Dashboard
Tablero de instrumentos
Cruscotto
Sluitring
Arandela
Lavatrice
Huis
Cubierta
Protezione
Verwijderen van het apparaat
• Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het achtergedeelte
losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna
duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat
naar buiten schuiven. (Bewaar de hendels nadat u het
apparaat hebt geïnstalleerd!)
Steun (facultatief)
Soporte (opción)
Supporto (opzionale)
Contra-moer
Tuerca de seguridad
Dado di fermo
Schroef (facultatief)
Tornillo (opción)
Vite (opzionale)
Bevestigingsbout
Perno de montaje
Bullone di montaggio
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Tornillos tipo plano (M5 x 6 mm)*
Viti a testa piana (M5 x 6 mm)*
Opmerking: Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange
schroeven gebruiken. Als u langere schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
Nota: Cuando instala la unidad en la ménsula de montaje, asegúrese de utilizar los tornillos de 6
mm de longitud. Si se utilizan tornillos más largos, éstos pueden dañar la unidad.
Nota:
Durante l’installazione dell’apparecchio sulla staffa di montaggio, utilizzare esclusivamente le
viti da 6 mm. Si ricorda che l’uso di viti più lunghe potrebbe danneggiare l’apparecchio.
Extracción de la unidad
• Antes de extraer la unidad, libere la sección trasera.
1
Extraiga el panel de control.
2
Retire la placa de guarnición.
3
Inserte las 2 manijas entre las ranuras, como se muestra.
Luego, separe gentilmente las manijas y extraiga la unidad.
(Asegúrese de conservar las manijas después de
instalarlo.)
Console*
Ménsula*
Staffa*
* Niet bij dit apparaat inbegrepen.
* No suministrado con esta unidad.
* Non fornite con l’apparecchio.
Zak
Compartimiento
Tascabile
Console*
Ménsula*
Staffa*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Tornillos tipo plano (M5 x 6 mm)*
Viti a testa piana (M5 x 6mm)*
Rimozione dell’apparecchio
•
Prima di rimuovere l’apparecchio, sganciare la parte posteriore.
1
Togliere il pannello di comando.
2
Togliere la piastra di finitura.
3
Inserire le 2 maniglie nelle guide, come indicato. A questo punto,
tirare delicatamente le maniglie allontanandole l’una dall’altra,
quindi estrarre l’apparecchio.
(Conservare le maniglie per uso futuro.)
Lijst van onderdelen die u bij installatie en
aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd.
Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Behuizing/Bedieningspaneel
Estuche duro/Panel de control
Contenitore/Pannello di
comando
Hendels
Manijas
Maniglie
Sierplaat
Placa de guarnición
Piastra di finitura
Lista de piezas para instalación y conexión
Con esta unidad se suministran las siguientes piezas.
Después de inspeccionarlas, colóquelas correctamente.
Stroomkabel
Cordón de alimentación
Cavo di alimentazione
Huis
Cubierta
Protezione
312
Hendel
Manija
Maniglia
Componenti da usare per l’installazione ed il
collegamento
Assieme all’apparecchio vengono forniti i componenti sottoindicati.
Prima di procedere, verificare che tutto sia in ordine.
Rubberdop
Cojín de goma
Gommino
Contra-moer (M5)
Tuerca de seguridad (M5)
Dado di fermo (M5)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
Perno de montaje (M5 x 20 mm)
Bullone di montaggi (M5 x 20 mm)
Sluitring (ø5)
Arandela (ø5)
Lavatrice (ø5)
PROBLEMEN OPLOSSEN
• De zekering slaat door.
* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
• De stroom kan niet worden ingeschakeld.
* Is de gele draad aangesloten?
• Er komt geen geluid uit de speakers.
* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
• Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
LOCALIZACION DE AVERIAS
• El fusible se quema.
* ¿Están los conductores rojo y negro correctamente conectados?
• No es posible conectar la alimentación.
* ¿Está el cable amarillo conectado?
• No sale sonido de los altavoces.
* ¿Está el cable de salida del altavoz cortocircuitado?
• El sonido presenta distorsión.
* ¿Está el cable de salida del altavoz conectado a masa?
* ¿Están los terminales “–” de los altavoces L y R conectados a
una masa común?
• La unidad se calienta.
* ¿Está el cable de salida del altavoz conectado a masa?
* ¿Están los terminales “–” de los altavoces L y R conectados a
una masa común?
RICERCA GUASTI
• Il fusibile brucia.
*
I fili rossi e neri sono stati collegati correttamente?
• Non si riesce ad accendere l’apparecchio.
*
Il filo giallo è stato collegato?
• Non esce alcun suono dalle casse.
*
Il filo di uscita delle casse è stato protetto contro i cortocircuiti?
• Suono distorto.
*
Il filo di uscita delle casse è collegato a terra?
*
I terminali “–” delle casse di sinistra e destra sono stati collegati a
terra in comune?
• L ’apparecchio si surriscalda.
*
Il filo di uscita delle casse è stato collegato a terra?
*
I terminali “–” delle casse di sinistra e destra sono stati collegati a
terra in comune?
NEDERLANDS
ESP AÑOL
ITALIANO
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de minpool van
de accu los te maken en alle elektrische verbindingen tot stand te
brengen voordat u het apparaat in de auto installeert. Als u niet
zeker weet hoe u dit apparaat moet installeren, kunt u dit beter
door een daartoe gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt bij elektrische systemen
die werken op 12 volt gelijkstroom met negatieve aarding. Als
uw auto niet is uitgerust met een dergelijk systeem, is een
spanningsomzetter vereist. Dit instrument kan worden aangeschaft
bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het aangegeven
vermogen. Als de zekering vaak doorslaat, moet u uw JVC car
audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt…
De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd
geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of andere
ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt, moet u
de massaklem aan de achterkant (zie onderstaand
aansluitingsschema) aan het chassis van de auto vastmaken
met behulp van een kortere en dikkere kabel, zoals
kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet
verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet achterin
meer dan 40 watt zijn en voorin 40 watt, met een impedantie
van 4 tot 8 ohm.
• Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van een aardkabel
is verbonden met het chassis van de auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden. Raak de
warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat van zijn plaats
haalt.
CONEXIONES ELECTRICAS
Para evitar cortocircuitos, recomendamos que desconecte el
terminal negativo de la batería y que efectúe todas las conexiones
eléctricas antes de instalar la unidad. Si usted no está seguro de
cómo instalar correctamente la unidad, hágala instalar por un
técnico cualificado.
Nota:
Esta unidad está diseñada para funcionar con 12 voltios de CC,
con sistemas eléctricos de masa NEGA TIV A. Si su vehículo no
posee este sistema, será necesario un inversor de tensión, que
puede ser adquirido en los concesionarios de JVC de equipos
de audio para automóviles.
• Reemplace el fusible por uno con la corriente especificada. Si
el fusible se quemase frecuentemente consulte con su
concesionario de JVC de equipos de audio para automóviles.
• Si el ruido fuese un problema...
Esta unidad tiene un filtro de ruido en el circuito de alimentación.
Sin embargo, en algunos vehículos, pueden producirse
chasquidos u otros ruidos indeseados. En tal caso conecte el
terminal de tierra posterior (Ver diagrama de conexión abajo.)
del receptor al chasis del automóvil, utilizando cordones más
gruesos y cortos tales como alambre de cobre trenzado o de
grueso calibre. Si el ruido persiste, consulte a su concesionario
de JVC de equipos de audio para automóvil.
• La entrada máxima de los altavoces traseros debe ser mayor
de 40 vatios y la de los delanteros de 40 vatios, con una
impedancia de 4 a 8 ohmios.
• Asegúrese de conectar esta unidad a tierra en el chasis del
automóvil.
• El sumidero térmico estará muy caliente después del uso.
Asegúrese de no tocarlo al desmontar esta unidad.
COLLEGAMENTI ELETTRICI
Per evitare cortocircuiti, si consiglia di scollegare il terminale
negativo della batteria e di realizzare tutti i collegamenti elettrici
prima d’installare l’apparecchio. Se necessario, fare effettuare
l’installazione da un tecnico qualificato.
Nota:
L’apparecchio è studiato per funzionare esclusivamente su impianti
elettrici da 12 V c.c., con massa NEGATIVA. Se l’impianto della
vettura è di tipo diverso, è necessario un invertitore di tensione,
reperibile presso i venditori il locale rivenditore car audio JVC.
•
Sostituire il fusibile con uno della potenza specificata. Se il fusibile
si brucia spesso, rivolgersi al rivenditore il locale rivenditore car
audio JVC.
•
In caso di rumorosità...
Nel circuito di alimentazione dell’apparecchio è presente un filtro
antirumore. Però, in alcuni tipi di vetture, si possono avvertire
rumori indesiderati. In tal caso, collegare il
sul retro
dell’apparecchio (cfr. schema di collegamento qui sotto)
al telaio dell’auto utilizzando cavi più corti e più spessi (ad
esempio, calza metallica di rame o filo di calibro maggiore). Se il
rumore persiste, rivolgersi al rivenditore il locale rivenditore car
audio JVC.
•
L’ingresso massimo delle casse dev’essere superiore a 40W sul
retro e 40W sul davanti, con impedenza di
• Mettere a terra l’apparecchio sul telaio dell’auto.
•
Dopo l’uso, il dissipatore di calore si surriscalda. Evitare di
toccarlo quando si estrae l’apparecchio.
Warmte-opnemer
Sumidero térmico
Dissipatore di calore
terminale di terra
4–8 Ohm
.
A
Indien uw auto is uitgerust met de ISOconnector
Si su automóvil está equipado con el conector
ISO
Se la vettura è dotata di connettore ISO
• Sluit de ISO-connectoren aan zoals op het voorbeeld is
aangegeven.
• Conecte los conectores ISO tal como se indica en la ilustración.
•
Collegare i connettori ISO come illustrato.
Vanaf de auto
Desde la carrocería del vehículo
Dalla carrozzeria
A1
B1
A2
B2
A3
B3
A4
B4
A1
B1
A2
B2
A3
B3
A4
B4
Aanzicht vanaf het snoer
Vista desde el lado del conductor
Vista dal lato conduttori
ISO-connector van het meegeleverde snoer
Conector ISO del cable de alimentación
suministrado
Connettore ISO del cavo di alimentazione
fornito in dotazione
Voor bepaalde modellen VW/Audi of Opel (Vauxhall) geldt
Para algunos automóviles VW/Audi u Opel (Vauxhall)
Per alcune vetture VW/Audi o Opel (Vauxhall)
Wellicht moet u de bedrading van het meegeleverde snoer als in het voorbeeld aanpassen.
• Neem contact op met uw offici‘le autodealer alvorens dit apparaat te installeren.
Podría ser necesario modificar el conexionado del cable de alimentación sumi nistrado, tal como se indica en la ilustración.
• Antes de instalar esta unidad, consulte a su concesionario de automóviles a utorizado.
Nel caso fosse necessario modificare il cablaggio del cavo di alimentazione fornito in dotazione, procedere nel modo seguente.
•
Prima d’installare l’apparecchio contattare il concessionario autorizzato.
Originele bedrading
Conexionado original
Cablaggio originale
Aangepaste bedrading
Conexionado modificado
Cablaggio modificato
Aangepaste bedrading
Conexionado modificado
Cablaggio modificato
11
1
11
11
1
11
11
1
11
22
2
22
22
2
22
22
2
22
ISO-connector
Conector ISO
Connettore ISO
Geel/Amarillo
Rood/Rojo/
Geel/Amarillo
Rood/Rojo/
Geel/Amarillo
Rood/Rojo/
/Giallo
Rosso
/Giallo
Rosso
/Giallo
Rosso
Rood/Rojo/
Rood/Rojo/
Geel/Amarillo
Rood/Rojo/
Rosso
Geel/Amarillo
Rood/Rojo/
Rosso
Geel/Amarillo
Rood/Rojo/
/Giallo
Rosso
/Giallo
Rosso
/Giallo
Rosso
Pas de bedrading 2 aan indien
het apparaat niet reageert bij
inschakelen.
Si la unidad no se enciende,
utilice el conexionado
modificado 2 .
Se l’apparecchio non si
accende, utilizzare il cablaggio
modificato
2
.
VOORZORGSMAATREGELEN bij het verbinden
van de stroomkabeldraad met de speakers:
• Verbind de speakerdraden van de stroomkabel NIET met de
accu van de auto; als u dit wel doet, zal het apparaat ernstige
schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarding), de gele draad (verbinding met
accu van de auto, constant 12V) en de rode draad (verbinding met
een aansluitklem) op de juiste wijze aan.
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met de
speakers verbindt, moet u de bedrading van de speakers in uw
auto controleren.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals hieronder
staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag het apparaat NIET
worden aangesloten met behulp van deze oorspronkelijke
speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het apparaat ernstige
schade oplopen.
Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het apparaat
met de speakers kunt verbinden, zoals staat afgebeeld in Fig. 3.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals staat
afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat aansluiten met behulp
van de oorspronkelijke speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw auto, moet u
contact opnemen met uw autodealer.
PRECAUCIONES sobre las conexiones de la
fuente de alimentación y de los altavoces:
• NO conecte los conductores de altavoz del cable de
alimentación a la batería de automóvil, pues podrían
producirse graves daños en la unidad.
• Conecte correctamente el conductor negro (a tierra), el conductor
amarillo (a la batería del automóvil, 12V constantes), y el conductor
rojo (a un terminal de accesorio).
• ANTES de conectar a los altavoces los conductores de altavoz
del cable de alimentación, verifique el conexionado de altavoz
de su automóvil.
– Si el conexionado de altavoz de su automóvil es como se
indica en las Fig. 1 y 2 de abajo, NO conecte la unidad
utilizando ese conexionado de altavoz original. Si lo hace, se
producirán daños graves en la unidad.
Vuelva a efectuar el conexionado de altavoz de manera que
pueda conectar la unidad a los altavoces de la manera indicada
en la Fig. 3.
– Si el conexionado de altavoz de su automóvil es como se
indica en la Fig. 3, podrá conectar la unidad utilizando el
conexionado de altavoz original de su automóvil.
– Si tiene dudas sobre el conexionado de altavoz de su automóvil,
consulte con su concesionario.
Aansluiting van de gekleurde draden / Conexión de los conductores / Collegamento dei fili
PRECAUZIONI! Collegamento del cavo di
alimentazione e delle casse:
• NON collegare i fili del cavo di alimentazione per le casse alla
batteria dell’auto perché l’apparecchio ne verrebbe seriamente
danneggiato.
Realizzare il corretto collegamento dei seguenti fili: filo nero
•
(massa), filo giallo (alla batteria dell’auto, 12V costanti) e filo rosso
(ad un terminale per accessori).
•
PRIMA di collegare i fili del cavo si alimentazione per le casse alle
casse stesse, verificare il relativo cablaggio sulla vettura.
Se il cablaggio per le casse sulla vettura risulta come
–
illustrato nelle Fig. 1 e 2 qui sotto,
usando il cablaggio originale, perché si danneggia seriamente
l’apparecchio.
Rifare il cablaggio delle casse in modo d poter collegare
l’apparecchio alle casse come illustrato nella Fig. 3.
Se il cablaggio delle casse sulla vettura risulta come illustrato
–
in Fig. 3,
si può collegare l’apparecchio usando il cablaggio per
casse originale presente in vettura.
– In caso di dubbio, rivolgersi alla propria concessionaria auto.
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
NON collegare l’apparecchio
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 2Fig. 3Fig. 1
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Draai de kerndraden om elkaar heen
wanneer u ze wilt aansluiten.
Retuerza los alambres de alma para
conectarlos.
Nel collegamento torcere i fili del nucleo.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig
vast zitten.
Suelde los alambres de alma para
conectarlos con firmeza.
Saldare i fili del nucleo in modo da
collegarli perfettamente.
LET OP! / PRECAUCION / ATTENZIONE:
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van
ONGEBRUIKTE gekleurde draden met isolatieband bedekken.
• Para evitar cortocircuitos, cubra los cables NO UTILIZADOS con cinta
aislante.
• Per evitare cortocircuiti, ricoprire i terminali dei fili INUTILIZZA TI con nastro
isolante.
B Verbindingen zonder ISO-connectoren / Conexiones sin usar los conectores ISO / Collegamenti senza connettori ISO
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen, moet u de
bedrading in de auto zorgvuldig controleren zodat de verbindingen
op de juiste wijze tot stand worden gebracht. Het apparaat kan
door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen.
1
Knip de ISO-connector los.
2
Verbind de gekleurde snoerdraden in de hierna genoemde
volgorde aan op de accu van de auto, de luidsprekers en de
antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde
2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12V)
3 Rood: naar een accessoire aansluitklem
4 Blauw met witte streep: naar de antenne (200mA
maximaal)
5 Andere : naar de speakers
3
Sluit de antenne aan.
4
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Links
Izquierdo
C )
■
■C
Sinistra
C )
■
)
Rechts
Derecho
Destra
Zekering 10A
Fusible de 10A
Fusibile 10A
Uitgang
(zie schema
Salida de línea
(véase diagrama
Uscita
(cfr. schema
Aansluitpunt antenne
Terminal de la antena
Terminale per antenna
3
4
Antes de la conexión: Verifique atentamente el conexionado
del vehículo para no cometer errores al conectar esta unidad.
Una conexión incorrecta podría producir daños graves en la
unidad.
1
Corte el conector ISO.
2
Conecte los conductores de color del cable de alimentación
a la batería del automóvil, altavoces y antena motriz (si la
hubiere) en la secuencia siguiente.
1 Negro: a tierra
2 Amarillo: a la batería del automóvil (12V constantes)
3 Rojo: a un terminal de accesorio
4 Azul con rayas blancas: a la antena motriz (200mA
máximo)
5 Otros: a los altavoces
3
Conecte el cable de antena.
4
Por último, conecte el cable de alimentación a la unidad.
Massaklem aan achterkant
Terminal de tierra posterior
10
A4
Terminale di terra posteriore
Zwart
Negro
Nero
Naar metalen ondergrond of chassis van de
auto
1
A un cuerpo metálico o chasis del automóvil
Sulla carrozzeria metallica o sul telaio
dell’auto
Niet bij het apparaat inbegrepen.
*
No suministrado con esta unidad.
Non fornito con l’apparecchio.
Prima del collegamento:
Verificare attentamente il cablaggio
della vettura in vista del collegamento dell’apparecchio. Si ricorda
che un collegamento improprio può danneggiare seriamente
l’apparecchio.
1
Tagliare il connettore ISO.
2
Collegare i fili colorati del cavo di alimentazione alla batteria
dell’auto, alle casse ed all’antenna (se presente) nella
sequenza indicata.
1
Nero: massa
2
Giallo: alla batteria dell’auto (12V costanti)
3
Rosso: ad un terminale per accessori
4
Blu con strisce bianche: all’antenna (200mA massimo)
5
Altri: alle casse
3
Collegare il cavo dell’antenna.
4
Infine, collegare i cablaggi all’apparecchio.
Contactschakelaar
Interruptor de encendido
Interruttore di accensione
*
*
Naar antenne
A la antena
Sull’antenna
*1:Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te
installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet
het geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
*1: Antes de comprobar el funcionamiento de esta unidad
previa a de la instalación, es necesario conectar este cable,
de lo contrario no se podrá conectar la alimentación.
*1:Per poter verificare il funzionamento dell’apparecchio prima
dell’installazione, è necessario avere già collegato questo
filo (altrimenti è impossibile accendere l’apparecchio).
Wit met zwarte streep
Blanco con rayas negras
Bianco a strisce nere
Wit
Blanco
Bianco
Linkerspeaker (voorin)
Altavoz izquierdo (frontal)
Cassa sinistra (anteriore)
2
Grijs met zwarte streep
Gris con rayas negras
Grigio a strisce nere
5
1
Geel *
Amarillo*
A2
Giallo*
Rood
Rojo
B4
Rosso
Blauw met witte streep
Azul con rayas blancas
B3
Blu a strisce bianche
1
1
B2A2B4A4B1A1B3A3
Grijs
Gris
Grigio
Rechterspeaker (voorin)
Altavoz derecho (frontal)
Cassa destra (anteriore)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het
zekeringblok die is aangesloten op de accu van de auto (u
passeert de ontstekingsschakelaar).
A un terminal activo del bloque de fusibles conectado a la
batería del automóvil (desviando el interruptor de encendido)
2
Su un terminale sotto tensione nel blocco fusibili che si collega
alla batteria dell’auto (bypassando l’interruttore di accensione)
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
A un terminal accesorio del bloque de fusibles
3
Su un terminale per accessori nel blocco fusibili
4
Groen met zwarte streep
Verde con rayas negras
Verde a strisce nere
Groen
Verde
Verde
Linkerspeaker (achterin)
Altavoz izquierdo (trasero)
Cassa sinistra (posteriore)
Naar de antenne (indien aanwezig)
A la antena motriz si la hubiere
Sull’antenna, se presente
Paars met zwarte streep
Púrpura con rayas negras
Porpora a strisce nere
Zekeringblok
bloque de fusibles
Blocco fusibili
Paars
Púrpura
Porpora
Rechterspeaker (achterin)
Altavoz derecho (trasero)
Cassa destra (posteriore)
C Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur / Conexiones para añadir otros equipos / Collegamento di altre apparecchiature
Dit apparaat beschikt over een uitgang om een versterker en
andere apparatuur aan te sluiten. U hebt dus de mogelijkheid
om uw auto-stereosysteem nog verder uit te breiden.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met de
externe kabel van het andere apparaat zodat deze op afstand
vanaf deze eenheid kan worden bediend.
• Alleen voor een versterker: V erbind de uitgang van het apparaat
met de ingang van de versterker.
Como esta unidad posee terminales de salida de línea, se puede
utilizar un amplificador u otro equipamiento para mejorar el
sistema estereofónico de su automóvil.
• Conecte el conductor remoto (azul con rayas blancas) al
conductor remoto del otro equipo para poderlo controlar a
través de esta unidad.
• Sólo para el amplificador: Con un amplificador, conecte los
terminales de salida de línea de esta unidad con los terminales
de entrada de línea del amplificador.
Dal momento che l’apparecchio ha dei terminali di uscita, è
possibile utilizzare un amplificatore ed altre apparecchiature per
migliorare il sistema stereo della vettura.
•
Collegare il connettore a distanza (blu a strisce bianche) al
conduttore a distanza dell’altro apparecchio in modo da poterlo
gestire da questa unità.
•
Solo per l’amplificatore: Collegare i terminali di uscita
dell’apparecchio ai terminali di entrata dell’amplificatore.
Versterker / Amplificador / Amplificatore
Signaalkabel (wordt niet bij dit
apparaat geleverd)
Cable de señal (no suministrado
con esta unidad)
Cavo dei segnali (non fornito con
l’apparecchio)
L
R
L
R
LET OP! / PRECAUCION / ATTENZIONE:
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de
aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE
gekleurde draden met isolatieband
bedekken.
• Para evitar cortocircuitos, cubra los cables
NO UTILIZADOS con cinta aislante.
• Per evitare cortocircuiti, ricoprire i terminali
dei fili INUTILIZZA TI con nastro isolante.
INPUT
JVC versterker
L
Amplificador de JVC
Amplificatore della JVC
R
Antennedraad
Cable remoto
Filo remoto
LINE OUT
L
R
REAR
KD-S611
* Naar luidsprekers achter
* A los altavoces traseros
* Verso le casse posteriori
Blauw met witte streep
Azul con rayas blancas
Blu a strisce bianche
Knip de draden van de achterste luidspreker* van de ISO-connector van de
A1
B1
*
B2
B3
B4
*
Achterspeakers
Altavoces posteriores
Casse posteriori
Voorspeakers
Altavoces delanteros
Casse frontali
auto door en sluit deze draden aan op de versterker.
*
Corte los conductores* de los altavoces posteriores del conector
A2
ISO del automóvil y conéctelos al amplificador.
A3
Tagliare i conduttori* della cassa posteriore del connettore ISO presente
A4
*
sulla vettura e collegarli all’amplificatore.
Y -connector (niet meegeleverd)
Conector en Y (no suministrado con esta unidad)
Connettore ad Y (non fornito con l’apparecchio)
Naar antenne (indien aanwezig)
A la antena motriz, si la hubiere
All’antenna, se presente
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.