JVC KD-LX110R, KD-LX330R User Manual [nl]

CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH

KD-LX330R

BAND
78
MODE
SEL
DISP
SSM
For installation and connections, refer to the separate manual. Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het toestel.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
INT RPT RNDLOCALMONOSCM
9
10
11 12
KD-LX330R
SOURCE
OFF
PTY
TP/RDS
For Customer Use:
Enter below the password you have entered for your security lock. Retain this password for future reference.
PASSWORD:
FRANÇAIS
NEDERLANDS
PIM164200
[E]

Plaats en afbeelding van labels

Onderpaneel van het hoofdtoestel
Benaming/Spanningslabel
CLASS LASER
Let op: Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan Klasse 1.
1
PRODUCT
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser­strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättö­mälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op de Reset-knop, die zich aan de voorzijde van de eenheid op het bedieningspaneel bevindt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen — zullen eveneens g ewist worden.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
2
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
Afstandsbediening ................................... 5
De afstandsbediening voorbereiden......... 6
BASISBEDIENING ......................... 7
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 8
Naar de radio luisteren ............................. 8
Radiozenders in het geheugen vastleggen ...
Afstemmen op een voorkeuzezender....... 10
HET GEBRUIK VAN RDS .................. 11
Wat u kunt doen met RDS EON............... 11
Andere nuttige RDS-functies en het maken
van aanpassingen................................. 14
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 16
Een CD afspelen ..................................... 16
Een muziekstuk of een bepaald punt op de
CD zoeken ............................................ 17
Afspeelmodus selecteren ......................... 17
Voorkomen dat de CD terugspringt .......... 18
De tekst van een CD met CD Text
weergeven ............................................. 18
GELUID REGELEN ......................... 19
Geluid aanpassen.................................... 19
Werken met aangepaste geluidsmodi
(Advanced SCM)................................... 20
Geluidsweergav e aanpassen en opslaan ... 21
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 22
Klok instellen ........................................... 22
De algemene instellingen wijzigen (PSM) .... 22
Het volume automatisch laten aanpassen
aan de rijsnelheid (Audio Cruise)........... 26
Namen aan bronnen toekennen............... 28
Werken met de vergrendeling .................. 30
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ..... 32
9
CD’s afspelen .......................................... 32
Kiezen van de weergavefunctie................ 33
BEDIENING VAN EXTERNE APPARATEN 35
Werken met een extern apparaat............. 35
Werken met een subwoofer...................... 35
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ....... 36
Afstemmen op een ensemble en
op een van de services .......................... 36
DAB-frequenties in het geheugen opslaan ... Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service .......................................... 38
Wat u nog meer met DAB kunt doen........ 39
AANVULLENDE INFORMATIE ............ 40
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 41
ONDERHOUD .............................. 42
Omgaan met CD’s ................................... 42
SPECIFICATIES ............................ 43
Over de demonstratiemodus (DEMO MODE)...
Bij het verlaten van de fabriek wordt de demonstratiemodus (DEMO MODE) van deze eenheid standaard ingeschakeld, d.w.z. de modus wordt ingesteld op “DEMO ON”. De demonstratie begint automatisch als er drie minuten geen geluid wordt afgespeeld. (Zie bladzijde 26.)
De demonstratiemodus handmatig activeren
Druk terwijl DISP is ingedrukt op ¢ tot de vermelding “DEMO” in het onderste gedeelte van de display wordt weergegeven. Er worden diverse functies en display-v erlichtingsmodi die v oor dez e eenheid zijn ontwikkeld getoond. Tijdens de display-demonstratie knippert de vermelding “DEMO” linksonder op de display. Druk als u de display-demonstratie wilt beeindigen nogmaals enkele seconden op ¢ terwijl u DISP ingedruckt houdt.
• Als u niets doet, wordt de display-demonstratie na een uur automatisch uitgeschakeld.
37
NEDERLANDS
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel
Laadopening voor CD’s Bedieningspaneel
1
BAND
4
*Als u op de toets OFF/0 drukt, schuift het display-paneel naar beneden en wordt de laadopening voor CD’s zichtbaar.
NEDERLANDS
1 De bedieningsschijf 2 De toets
De toets ¢ / 4 doet ook dienst als de toets ON of de toets CLOSE.
3 Afstandssensor 4 De toets SEL (selecteren) 5 De toets DISP (display)
• Deze toets kan ook als SSM-toets worden gebruikt in combinatie met de toets MODE BAND.
6 De toets MODE BAND
• Deze toets kan ook als SSM-toets worden gebruikt in combinatie met de toets DISP.
¢
6
5
*Het bedieningspaneel komt naar buiten geschoven als u op de toets ON/CLOSE drukt.
/ 4
7
8 9
p
w
q
7 De toets SCM (sound control memory) 8 De toets MONO 9 De toets LOCAL p De toets INT (intro) q De toets RPT (repeat) w De toets RND (random) e De toets SOURCE r De toets TP (traffic programme)/
RDS (radio data system)
t De toets PTY (programme type) y De toets OFF/0 (uitwerpen) u De cijfertoetsen
e
TP/RDS
PTY
t y
r
2
3
u
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Nadat u op MODE BAND hebt gedrukt, werken de cijfertoetsen als andere functietoetsen (de vermelding “MODE” blijft op de display staan). Als u deze toetsen als cijfertoetsen wilt gebruiken nadat u op MODE BAND hebt gedrukt, moet u 5 seconden wachten zonder op een toets te drukken zodat de vermelding “MODE” van de display verdwijnt.
• Ook als u nogmaals op MODE BAND drukt, verdwijnt de vermelding “MODE” van de display.
4
BAND
Afstandsbediening
5
1
2
3
4
1 • Hier mee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
• Vermindert het volume in één keer als u de toets kort indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert hetzelfde als de toets BAND
tijdens het luisteren naar de radio (of de DAB-tuner). De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
• Functioneert als de toets DISC + tijdens het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verhoogt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
• Werkt niet als de PROG-toets.
6
7
3 • Fungeert als de toets PRESET wanneer u naar
de radio (of de DAB-tuner) luistert. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender (of service) met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station (of de geselecteerde service) afgestemd.
• Functioneer t als de toets DISC – tijdens het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verlaagt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op de SCM (sound control memory), wordt er een andere geluidsmodus geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de FUNC (functioneert).
7 • Voor het opz oeken van een z ender tijdens het
luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de DAB­tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB­tuner luistert, indien langer dan 1 seconde ingedrukt.
• Voor versnelde weergav e van een fragment in voor- en achterwaartse richting wanneer u tijdens weergave van een CD de toets ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het volgende fragment of het spelende (of voorgaande) fragment wanneer u tijdens weergave van een CD kort op de toets drukt.
Deze toets werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen wijzigen.
NEDERLANDS
5
De afstandsbediening voorbereiden
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
KD-LX330R
SOURCE
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
NEDERLANDS
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Dr uk de batter ijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
OFF
BAND
BBE
1)
2)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterijen op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterijen in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterijen door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterijen nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
6

BASISBEDIENING

KD-LX330R
SOURCE
OFF
BAND
BBE
1
1
Schakel de spanning in.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
= FM = DAB-tuner** = CD* = CD-wisselaar** = Extern apparaat = AM = (terug naar het begin)
* Als er zich geen CD in de CD-lade bevindt, is
het niet mogelijk om de CD-speler als afspeelbron te selecteren.
** Als er geen CD-wisselaar en/of DAB-tuner is
aangesloten, kunt u deze apparaten niet als afspeelbron selecteren.
Voor gebruik van de radio (FM of AM), Voor gebruik van de CD-speler, Voor gebruik van de CD-wisselaar, Voor gebruik van het externe apparaat, Voor gebruik van de DAB-tuner,
Opmerking over de afbeeldingen op de display:
De afbeeldingen op de display zijn anders als voor “CLOCK DISP” de instelling “CLK DISP OFF” is gekozen. Zie bladzijde 24.
De display wordt verlicht en het bedieningspaneel en de bedieningsschijf komt naar buiten.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd en wel in deze volgorde:
zie bladzijde 8 – 15. zie bladzijde 16 – 18. zie bladzijde 32 – 34. zie bladzijde 35. zie bladzijde 36 – 39.
BAND
78
MODE
SEL
DISP
SSM
INT RPT RNDLOCALMONOSCM
9
11 12
10
KD-LX330R
SOURCE
TP/RDS
23
3
Regel het volume.
Om het volumeniveau te verhogen.
Om het volumeniveau te verlagen.
Volumeniveau-indicatie
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 19).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk terwijl u naar een afspeelbron luistert gedurende minimaal 1 seconde op SOURCE. U ziet de vermelding “ATT” op de display verschijnen en het volume zal korte tijd afnemen. Druk om terug te keren naar het vorige geluidsniveau nogmaals gedurende minimaal 1 seconde op de toets.
Spanning uitschakelen
Druk op OFF/0 en houd deze tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 22).
OFF
PTY
NEDERLANDS
7

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

SEL
DISP
SSM
BAND
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto Search
1
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE als u FM
of AM als afspeelbron wilt
NEDERLANDS
BAND
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM1 FM2 FM3
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen,
8
stopt het zoeken.
selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op
MODE BAND en houd deze ingedrukt om een FM­bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
Druk op ¢ afstemmen op een station met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een station met een lagere frequentie.
BAND
78
MODE
INT RPT RNDLOCALMONOSCM
9
10
11 12
KD-LX330R
SOURCE
OFF
PTY
TP/RDS
PTY
TP/RDS
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd. Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders met
een sterk signaal
1 Druk op MODE BAND.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op LOCAL terwijl de vermelding “MODE”
nog op de display wordt weergegev en, z odat de indicator LOCAL op de display oplicht. Deze functie werkt alleen wanneer u naar FM­zenders zoekt, onder andere bij de methode voor het automatisch instellen van de zes sterkste FM­zenders (SSM) (zie bladzijde 9). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, knippert de indicator LOCAL op de display.
Handmatig naar een station zoeken: Manual Search
1
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE als u FM
of AM als afspeelbron wilt
BAND
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM1 FM2 FM3
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op
MODE BAND en houd deze ingedrukt om een FM­bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz –– MG/LG) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
als u wilt
1 Druk terwijl u in de FM-omroepband naar een
stereo-uitzending luistert op MODE BAND (de indicator ST licht op wanneer er een stereo­uitzending wordt ontvangen). De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op MONO terwijl de vermelding “MODE”
nog op de display wordt weergegeven, zodat de indicator MO op de display oplicht. Het geluid dat nu ten gehore wordt gebracht, is in mono, maar de kwaliteit van het ontvangen signaal is beter (de indicator ST op de display gaat uit). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u de indicator MO aan of uit.
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM­zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM­golfband (FM1–3) waarop u FM­zenders wilt vasteleggen.
BAND
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
1 Druk op SOURCE als u FM
als afspeelbron wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op MODE BAND en houd deze ingedrukt om de gewenste FM-omroepband te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
FM1 FM2 FM3
BAND
NEDERLANDS
9
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer de omroepband (FM1).
1 Druk op SOURCE als u
FM als afspeelbron wilt selecteren.
BAND
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
NEDERLANDS
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
2 Druk meerdere malen op
MODE BAND om FM1 als omroepband te selecteren.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
Ingestelde zenders worden g ewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 9 en 10, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband.
BAND
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de gewenste zender.
1
Druk op SOURCE als u FM of AM als afspeelbron wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op MODE BAND en houd deze ingedrukt om de gewenste FM­omroepband te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
FM1 FM2 FM3
Band of het voorkeuzenummer en de vermelding “MEMO” verschijnt korte tijd beurtelings op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt ge wist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer .
10
Als de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat terwijl u naar een FM-station luistert
In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren. In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden ingesteld dat dergelijke storingen automatisch worden verminderd. (Bij het verlaten van de fabriek is de eenheid standaard ingesteld op deze functie). In dergelijke gevallen neemt de geluidskwaliteit echter af en gaat het stereo-
effect verloren. Als u het niet erg vindt dat de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat, en de invloed van de storende bron liever wegneemt, verwijzen we u naarde paragraaf “De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen –– IF FILTER” op bladzijde 26.

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De indicator EON licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON-gegev ens uitz endt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station w orden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “T r affic Announcement”) of uw favoriete progr amma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
En er zijn nog enkele andere functies waaro ver u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM­signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma b lijv en luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete progr amma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegev ens . Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen v an een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven v olgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op TP/RDS (traffic programme/radio data system). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
TP/RDS
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
• In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 39.)
Modus 1 Modus 2 Modus 3
Indicator AF
Indicator REG
NEDERLANDS
11
PTY
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-station, CD of een andere
NEDERLANDS
aangesloten afspeelbron).
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie (TA-standbyfunctie)
TP/RDS
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal
uitzendt, gaat de indicator TP op de display knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
7 Als u naar een CD een andere aangestoten
aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u op TP/RDS drukken om de ontvanger in de TA­standby-modus te zetten. (De indicator TP op
12
de display licht op.)
Als u op TP/RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP­signaal uitzendt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby­modus staat.
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde TA-volumeniveau (zie bladzijde 15) en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.
Druk nogmaals op TP/RDS om de TA-
standbyfunctie uit te schakelen.
Standby-ontvangst van een programmagenre (PTY-standbyfunctie)
Als u op PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY­signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY­naam, die op bladzijde 13 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
• Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
7 Als u naar een CD een andere aangestoten
aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een PTY-signaal uitzendt, moet u op PTY drukken om de ontvanger in de PTY­standby-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY-programma wordt uitgezonden terwijl de PTY-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY­naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY­programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-
standbyfunctie uit te schakelen.
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een PTY -code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er zich zo’n programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst van een programmagenre op de PTY-code “NEWS” ingesteld.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 23.)
4
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres te zoeken. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen. Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete programmagenres. Zie bladzijde 14 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
2
ROCK M EASY M
AFFAIRS
3
6
VARIED
2
Selecteer de vermelding “PTY STANDBY” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn.
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
Als u aan de bedieningsschijt draait, wordt er een andere PTY-code weergegeven en wel in deze volgorde:
PTY-codes
NEWS AFFAIRS INFO SPORT EDUCATE DRAMA CULTURE SCIENCE VARIED POP M ROCK M EASY M LIGHT M CLASSICS OTHER M WEATHER FINANCE CHILDREN SOCIAL RELIGION PHONE IN TRAVEL LEISURE JAZZ COUNTRY NATION M OLDIES FOLK M DOCUMENT (terug naar het begin)
Zie bladzijde 40 voor meer informatie.
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 23.)
2
Selecteer de vermelding “PTY SEARCH” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie de codes in de linker kolom op deze pagina.)
De naam van de PTY -code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
• Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen, wordt die knipperend op de display weergegeven.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
NEDERLANDS
13
4
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
Het numMmer van de cijfertoets verschijnt, en de naam van de PTY-code en de vermelding “MEMORY” wisselen elkaar op de display af.
5
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op PTY en houd deze ten minste 1 seconde ingedrukt terwijl u naar een FM-station luistert.
PTY
NEDERLANDS
De PTY-code en het nummer van de cijfertoets die als laatste zijn geselecteerd, worden op de display weergegeven.
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen.
Indien er niet op een andere zender wordt afgestemd, kunt u alle frequenties afzoeken naar het gewenste programma (dit wordt Programma zoeken genoemd).
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Het zoeken van een programma kost enige tijd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 22.
2
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden.
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes
14
niet goed.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf en selecteer
“SEARCH ON”. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de vermelding “SEARCH OFF” door de draaiknop tegen de wijzers van de klok in te draaien.
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-station luistert
Tijdens de ontvangst van een FM-zender die RDS-signalen uitzendt, kunt u de weergave op de display wijzigen. U kunt kiezen of u de naam van het station (PS NAME) of de frequentie van de zender (FREQUENCY) wilt weergeven.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 22.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “TUNER DISP” (display van de tuner) te selecteren.
3
Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste instelling te kiezen (“PS NAME” of “FREQUENCY”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Opmerking:
Door op DISP te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie op de display:
Stationsnaam
(PS NAME)
Frequentie station
(FREQUENCY)
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de vermelding
“TA VOLUME” te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te kiezen. U kunt het volume instellen op een waarde van “VOL 00” tot “VOL 50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatic clock adjustment
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 22.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op ¢ of op 4 om de
vermelding “AUTO ADJUST” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de in om
“ADJUST OFF” te kiezen. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
NEDERLANDS
Programmagenre
(PTY)
Na enkele seconden keert de display terug naar de
oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 22.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen, maar in
stap 3 de vermelding “ADJUST ON” selecteren.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJUST” de instelling “ADJUST ON” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en verwerken.)
15

GEBRUIK VAN DE CD-SPELER

Een CD afspelen
1
Open de laadopening.
Het bedieningspaneel komt naar beneden en de laadopening verschijnt.
2
Plaats een disc in de lade.
NEDERLANDS
T otaal aantal muziekstukken op de CD die in de CD-lade is geplaatst
De eenheid trekt de CD naar binnen, het bedieningspaneel beweegt naar boven en de CD wordt automatisch afgespeeld.
De indicator CD gaat aan.
Totale afspeeltijd van de CD die in de CD-lade is geplaatst
BAND
SEL
BAND
78
MODE
DISP
SSM
INT RPT RNDLOCALMONOSCM
9
10
11 12
KD-LX330R
SOURCE
OFF
PTY
TP/RDS
PTY
TP/RDS
• Als een CD ondersteboven wordt geplaarst, wordt de CD-speler automatisch geopend. (De vermelding verschijnt “DISC EJECT” op de display.)
• Als u de CD Text afspeelt, worden op de display de titel van de CD en de naam van de uitvoerende artiest weergegeven. Vervolgens wordt het nummer van het muziekstuk en de verstreken speeltijd weergegeven. Zie ook de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” (bladzijde 18) en de paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren –– SCROLL MODE” (bladzijde 25). Als er op een CD met CD Text veel informatie staat, kan het zijn dat niet de hele tekst op de display wordt weergegeven.
• Wanneer u een andere afspeelbron selecteert, stopt het afspelen van de CD (alleen nu zonder dat de CD uit de laadopening naar voren komt).
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk kort op OFF/0. Het afspelen van de CD wordt beëindigd, het bedieningspaneel komt naar beneden en de CD komt uit de laadopening naar voren. Druk om het bedieningspaneel te sluiten, op
¢ of 4 . Als u op geen enkele toets drukt, schuift het bedieningspaneel na circa 5 minuten weer omhoog.
16
Huidige muziekstuk
Verstreken afspeeltijd
Opmerkingen:
• Wanneer er zich een CD in de laadopening bevindt en u “CD” als afspeelbron selecteert door op SOURCE te drukken, wordt de CD afgespeeld.
LET OP: Steek NOOIT uw vingers tussen de
bedieningspaneel en de eenheid omdat u het gevaar loopt vast te komen zitten.
Opmerking:
Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen.)
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar de volgende of vorige tracks gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de volgende track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om terug te keren naar het begin van de huidige track. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de vorige track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht.
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen van dat muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Afspeelmodus selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
Het is mogelijk om alle tracks van een CD in een volstrekt willekeurige volgorde af te spelen.
1 Druk op MODE BAND terwijl er een CD wordt
afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op RND (random) terwijl de vermelding
“MODE” nog op de display wordt weergegeven zodat de indicator RND op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks in- of uitgeschak eld.
De indicator RND
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RND op de display op en wordt er een willekeurige track afgespeeld.
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
Het is mogelijk om een geselecteerde track van een CD meerdere malen achter elkaar af te spelen.
1 Druk op MODE BAND terwijl er een CD wordt
afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl de vermelding
“MODE” nog op de display wordt weergegeven zodat de indicator RPT op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het herhaald afspelen van een track in- of uitgeschakeld.
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RPT op de display op en wordt de geselecteerde track bij herhaling afgespeeld.
De indicator RPT
NEDERLANDS
17
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren.
1 Druk op MODE BAND terwijl er een CD wordt
afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op INT (intro) terwijl de vermelding
“MODE” nog op de display wordt weergegeven. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het afspelen van intro’s in- of uitgeschakeld.
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt gedurende 5 seconden de vermelding “INTRO”
NEDERLANDS
op de display weergegeven en begint het tracknummer te knipperen.
Voorkomen dat de CD terugspringt
Als u de vergrendeling ongedaan wilt maken en de CD weer toegankelijk wilt maken, moet
u OFF/0 gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt houden terwijl u op SOURCE drukt. Vervolgens knippert de vermelding “EJECT OK” gedurende circa 5 seconden op de display. De laadopening is nu ontgrendeld en de CD is weer toegankelijk.
De tekst van een CD met CD Text weergeven
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen zoals de titel van de CD, de naam van de uitvoerende artiest en de titel van de tracks. Het is mogelijk om deze informatie op de display weer te geven.
Selecteer tijdens het afspelen van een CD met CD Text de afspeelmodus die tekst kan weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt:
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen.
Druk wanneer u op SOURCE drukt tevens op OFF/0 en houd de toetsen gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt. De vermelding “NO EJECT” zal gedurende circa 5 seconden op de display knipperen en de CD wordt vergrendeld. De CD kan nu niet meer uit de laadopening worden gehaald.
Opmerking:
Als u op OFF/0 drukt terwijl het uitwerpen van CD’s niet is toegestaan, komt het bedieningspaneel weliswaar naar beneden geschoven, maar kan er geen CD worden uitgenomen. (De vermelding “NO EJECT” wordt op de display weergegeven.) Druk als u het bedieningspaneel omhoog wilt verplaatsen op ¢ of 4 .
18
Titel van de CD / Artiest
Titel van het muziekstuk
Nummer huidige track en
verstreken speeltijd
Opmerkingen:
• Op de display kunnen maximaal 12 tekens tegelijk worden weergegeven. Als de informatie uit meer dan 12 tekens bestaat, loopt de tekst automatisch van rechts naar links over de display. Zie ook de paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren –– SCROLL MODE” op bladzijde 25.
• Wanneer u op de toets DISP drukt terwijl u naar een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding “NO NAME” op de display voor de titel/artiest van de CD en de titel van het muziekstuk.

GELUID REGELEN

Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als volgt gewijzigd:
BASS
VOLUME
Indicatie Doel: Bereik
BASS Bastonen –06 (min.)
aanpassen. |
TREBLE Treble aanpassen. –06 (min.)
FADER* Evenwicht tussen R06 (Alleen
voor- en | achterin) achterspeakers F06 (Alleen aanpassen. voorin)
BALANCE Evenwicht tussen L06 (Alleen
linker- en | links) rechterspeaker R06 (Alleen aanpassen. rechts)
BBE Zie de paragraaf
“Wat is BBEII?” op de volgende bladzijde.
WOOFER Het uitvoerniveau 00 (min.)
van de subwoofer | aanpassen. 08 (max.)
VOLUME Het volume 00 (min.)
aanpassen. |
TREBLE
WOOFER
FADER
BBE
+06 (max.)
| +06 (max.)
OFF, 1, 2, 3
50 (max.)
BALANCE
2
Pas het niveau aan.
Om het niveau te verhogen.
Om het niveau te verlagen.
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van lage of hoge tonen aanpast.
Opmerking:
Standaard wordt met de toets bedieningsschijf het volume afgesteld. Het is dus niet nodig om eerst de vermelding “VOLUME” te selecteren als u het volume wilt aanpassen.
NEDERLANDS
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet
u FADER op “00” zetten.
19
Wat is BBEII?
De functie BBEII* herstelt de oorspronkelijke glans en helderheid van live-opnames, opnames van radio-uitzendingen, enzovoorts. Een luidspreker die geluid weergeeft, krijgt te maken met een verschijnsel dat frequentie­afhankelijke faseverschuivingen wordt genoemd. Dit betekent dat geluiden met een hoge frequentie er langer over doen om het menselijke gehoor te bereiken dan lage frequenties. De functie BBEII corrigeert dit faseverschil tussen lage, middelhoge en hoge tonen door aan de weergave van lagere frequenties een vertragingstijd toe te kennen. Hoe lager de frequentie, hoe groter de vertragingstijd. Het resultaat van deze functie is dat alle frequenties het gehoor van de luisteraar op het juiste tijdstip bereiken. Bovendien versterkt de functie BBEII de lage en middelhoge frequenties, omdat luidsprekers over het algemeen minder efficiënt zijn in het weergeven van deze tonen. Dit gebeurt door een technologie toe te passen die dynamische, programma-aangestuurde verrijking wordt
NEDERLANDS
genoemd. Samen met de eerdergenoemde correctie voor faseverschuivingen zorgt deze voorziening ervoor dat geluid helder wordt weergegeven en bij de luisteraar een echte live­ervaring teweeg brengt.
Als u aan de bedieningsschijf draait, wordt er elke keer een andere instelling voor de BBEII-functie weergegeven en wel in deze volgorde:
BBE 1 BBE 2
BBE OFF
(Uit, geen aanduiding)
BBE 3
Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam “Advanced SCM”. (Sound Control Memory)
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en steeds opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt dan tevens op de display weergegeven. Voor elk v an de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2, FM3, AM, CD en voor externe geluidsbronnen.
• Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in de paragraaf “Advanced SCM annuleren –– SCM LINK” op bladzijde24.
1
Druk op MODE BAND.
BAND
2
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
De cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
Binen
5 seconden
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en wel als volgt:
(1) (2)
Uit, geen aanduiding
(OFF)
Hoe hoger het getal, hoe sterker de BBEII-functie. Bij het verlaten van de fabriek is de BBEII-functie standaard ingesteld op “BBE 2”.
Als u de BBEII-functie wilt uitschakelen, moet u de vermelding “BBE OFF” selecteren.
* Onder licentie van BBE Sound, Inc.
R
is een handelsmerk van BBE Sound, Inc.
20
SCM BEAT SCM SOFT
SCM OFF
(3)
• Als voor “SCM LINK” de instelling “SCM LINK ON” is geselecteerd, kan de geselecteerde geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen en zal het effect alleen op de huidige afspeelbron van toepassing zijn. Elke keer wanneer u een andere afspeelbron selecteert, gaat de SCM-indicator op de display knipperen.
• Als voor “SCM LINK” de instelling “SCM LINK OFF” is geselecteerd, is de geselecteerde afspeelmodus op elke afspeelbron van toepassing.
SCM POP
Indicatie Voor: Vooraf ingestelde
SCM BEAT
SCM SOFT
SCM POP Lichte muziek +04 +01 OFF SCM OFF (Vlak geluid) 00 00 2
Rock- of +02 00 2 discoritme
Rustige +01 –03 OFF achtergrond­muziek
waarden
Bas Treble BBE
1
Druk op MODE BAND.
II
BAND
2
Selecteer de geluidsmodus van uw
De cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
Binen
5 seconden
keuze.
Zie bladzijde 20 voor meer informatie.
De geluidsmodi oproepen
Selecteer de afspeelbron als “SCM LINK” is ingesteld op “SCM LINK ON”.
De geluidsmodus die voor de geselecteerde afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen wordt opgeroepen.
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan. Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” hieronder.
• Als u het niveau van de hoge en lage tonen of de BBEII-functie tijdelijk wilt wijzigen, verwijzen we u naar bladzijde 19 en 20. (De aanpassingen die u aanbrengt, worden geannuleerd zodra u een andere afspeelbron selecteert.)
Geluidsweergave aanpassen en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken (SCM BEAT, SCM SOFT, SCM POP) aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
3
1 Selecteer het item dat u wilt
aanpassen (BASS, TREBLE of
II
).
BBE
2 Pas het geselecteerde item aan uw
persoonlijke wensen aan.
21
Herhaal stap 3 als u nog andere items wilt aanpassen.
4
Druk op MODE BAND.
BAND
5
Druk op de SCM en houd deze toets ingedrukt tot de geluidmodus van uw keuze knipperend op de display wordt weergegeven.
De wijziging van de geselecteerde geluidsbesturingsmodus wordt nu in het geheugen opgeslagen.
6
Herhaal dezelfde procedure als u andere geluidsmodi wilt aanpassen.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal de procedure en ken de fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel in de linker kolom op deze pagina.
NEDERLANDS
21

ANDERE HOOFDFUNCTIES

Klok instellen
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 23.)
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK HOUR”
als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
1
3
Stel de minuten in.
NEDERLANDS
1 Selecteer de vermelding “CLOCK
MINUTE”.
2 Pas de minuten aan.
1
2
2
De algemene instellingen wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 23.)
2
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde
23.)
3
Wijzig het PSM-item dat u hierboven hebt geselecteerd.
22
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK
24H/12H”.
2 Pas de vermelding “CLOCK 24HOUR” of
“CLOCK 12HOUR”.
1
5
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
2
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere PSM-items wilt aanpassen.
5
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
Modus met voorkeursinstellingen PSM-onderdelen
1
Houd.
CLOCK HOUR Instellen van het uur CLOCK MINUTE Instellen van de minuten SCM LINK
CLOCK24H/12H 24/12-uur aanduiding voor de klok AUTO ADJUST Automatische instellen van de klok CLOCK DISP Weergave van de klok TUNER DISP Weergavemodus van de tuner PTY STANDBY PTY-standby
PTY SEARCH PTY-zoeken TA VOLUME Volume voor verkeersinformatie P-SEARCH Programme zoeken DAB AF* Zoeken naar alternatieve
LEVEL METER Niveaudisplay DIMMER MODE Dimmermodus
CRUISE MODE Geluidsweergave aanpassen aan
+OR– RPM SET** Stationair BOOST** Versterkingsniveau TELEPHONE Audiodemping voor cellulaire
BEEP SWITCH Pieptoon bij toetsbediening CONTRAST Contrast van de display SCROLL MODE Modus voor lopende tekst
WOOFER FREQ Afbreekfrequentie van de
LINE ADJ Aanpassen van het ingangsniveau FLAT PANEL Plat paneel
IF FILTER Intermediate Frequency-filter DEMO MODE Demonstratiemodus
2
Kies....
Koppeling met het geheugen voor geluidsmodi
frequenties
rijsnelheid
telefoonsystemen
subwoofer
3
Tegen de wijzers van de klok in
Terug Verder
SCM LINK OFF
CLOCK 12HOUR
ADJUST OFF
29 programmatypen
(Zie bladzijde 13 en 40.)
VOL 00 – VOL 50
SEARCH OFF SEARCH ON
4 typen (Zie bladzijde 24.)
DIMMER AUTO
DIMMER ON
CRUISE 1
CRUISE OFF
BOOST 01 – 15 BOOST 05 27
MUTING 1
MUTING OFF
BEEP OFF
CONTRAST 01 – 10
SCROLL ONCE
FREQ LOW FREQ MID
DEMO OFF
SCROLL OFF
FREQ HIGH
LINE ADJ 00 – 05
FLAT OFF
WIDE AUTO AUTO
Stel in...
Met de wijzers van de klok mee
VerderTerug
CLOCK 24HOUR CLOCK 24HOUR
ADJUST ON ADJUST ON CLK DISP ONCLK DISP OFF
PS NAMEFREQUENCY
AF ONAF OFF AF ON
DIMMER OFF
CRUISE 2
MUTING 2
BEEP ON
SCROLL AUTO
FLAT ON
DEMO ON DEMO ON
Fabrieksin­stellingen
0:00 22
SCM LINK ONSCM LINK ON
CLK DISP ON
PS NAME
NEWS NEWS VOL 20
SEARCH OFF
NORMAL
DIMMER AUTO
CRUISE OFF
800 rpm
MUTING OFF
BEEP ON
CONTRAST 05
SCROLL ONCE
FREQ MID
LINE ADJ 00
FLAT OFF
Zie blz.
24 22
15
24
15 13
13 15
14 39
24 24
26
27
24
25 25
25
25
25 25 26
26
NEDERLANDS
4
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
* Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten. ** Als u voor CRUISE MODE “CRUISE 1” of “CRUISE 2” selecteert, kunt u deze instelling wijzigen.
23
Advanced SCM annuleren — SCM LINK
Het is mogelijk om de voorziening Advanced SCM (Sound Control Memory) te annuleren en de aangebrachte koppeling tussen de geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te heffen. Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen, aangepaste geluidsmodus in het geheugen worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een andere geluidsmodus te horen krijgen als u een andere afspeelbron selecteert.
• SCM LINK ON: De voorziening Advanced
• SCM LINK OFF: De voorziening Advanced
SCM is ingeschakeld (voor elke afspeelbron een andere geluidsmodus)
SCM is uitgeschakeld (voor elke afspeelbron geldt een en dezelfde geluidsbron)
Weergave van de klok selecteren — CLOCK DISP
Het is mogelijk om de klok in het onderste deel van de display weer te geven of juist niet weer te
NEDERLANDS
geven wanneer de eenheid is ingeschakeld. Bij het verlaten van de fabriek is de klok standaard ingesteld om op de display te worden weergegeven.
• CLK DISP ON: Weergave van de klok op de
• CLK DISP OFF: Weergave van de klok op de
* Als u een externe afspeelbron selecteert, wordt de
huidige instelling van de geluidsmodus in het onderste gedeelte van de display weergegeven.
display is ingeschakeld. display is uitgeschakeld. Als
de vermelding “CLK DISP OFF” is geselecteerd, wordt de actuele instelling van de geluidsmodus (zie bladzijde
20) in het bovenste deel van de display weergegeven*.
De niveau-indicator selecteren — LEVEL METER
U kunt zelf bepalen welke niveau-indicator u op de display wilt weergeven. Bij het verlaten van de fabriek is deze standaard ingesteld op “NORMAL”.
• NORMAL: Normale audioniveaumeter (verlichting van beneden naar boven)
• MIRROR: De niveaumeter licht op alsof deze in een spiegel wordt weergegeven.
• LEVEL OFF: De meter voor het volumeniveau blijft branden en de verlichting ervan verandert niet.
• ALL OFF: De niveau-indicator is uitgeschakeld.
De instelling voor de dimmerfunctie selecteren — DIMMER MODE
Bij het inschakelen van de koplampen van de auto wordt de verlichting van de display automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer). Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.
• DIMMER AUTO: De functie Auto Dimmer is ingeschakeld.
• DIMMER OFF: De functie Auto Dimmer is uitgeschakeld.
• DIMMER ON: De display wordt gedimd.
Opmerking over de functie Auto Dimmer:
Het kan zijn dat de dimmerfunctie van deze eenheid bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer. In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op “DIMMER ON” of “DIMMER OFF” instellen.
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren — TELEPHONE
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• MUTING OFF: Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld.
24
Geluid bij het aanraken van de toetsen in­en uitschakelen — BEEP SWITCH
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het aanraken van de toetsen uit te schakelen als u deze geluiden storend vindt. Bij het verlaten van de fabriek is de functie voor het weergeven van geluid bij het aanraken van de toetsen echter ingeschakeld.
• BEEP ON: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen in.
• BEEP OFF: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen uit.
Het contrast van de display aanpassen — CONTRAST
Het is mogelijk om het contrast van de display aan uw wensen aan te passen. U kunt kiezen uit niveau 01 t/m 10. Niveau “01” is extreem donker en niveau “10” extreem licht. Bij het verlaten van de fabriek staat het contrast standaard ingesteld op niveau “05”.
De modus voor lopende tekst selecteren — SCROLL MODE
Wanneer de informatie van een CD uit meer dan 12 tekens bestaat, is het handig om dit als lopende tekst op de display weer te geven. Deze functie wordt Scroll Mode genoemd. Bij het verlaten van de fabriek staat deze functie standaard ingesteld op “SCROLL ONCE”, waardoor informatie éénmaal als lopende tekst op de display wordt weergegeven.
• SCROLL ONCE:De lopende tekst wordt slechts één keer weergegeven.
• SCROLL AUTO: De lopende tekst wordt nóg een keer weergegeven (met tussenpozen van 5 seconden).
• SCROLL OFF: De functie Scroll Mode staat uit.
Opmerking:
Ook wanneer de modus voor lopende tekst is uitgeschakeld (“SCROLL OFF”) is het mogelijk tekst lopend op de display weer te geven door DISP gedurende ten minste 1 seconde in te drukken.
De afbreekfrequentie voor de subwoofer selecteren — WOOFER FREQ
Als er op deze eenheid een subwoofer is aangesloten, dient u een afbreekfrequentie voor de subwoofer te selecteren. Bij het verlaten van de fabriek werd de afbreekfrequentie voor subwoofers op deze eenheid ingesteld op “FREQ MID”.
• FREQ LOW: Frequenties boven de 50 Hz worden niet naar de subwoofer gestuurd.
• FREQ MID: Frequenties boven de 80 Hz worden niet naar de subwoofer gestuurd.
• FREQ HIGH: Frequenties boven de 120 Hz worden niet naar de subwoofer gestuurd.
Het lijningangsniveau aanpassen — LINE ADJ
Als er een extern apparaat op de LINE IN-ingang is aangesloten, moet u het ingangsniveau goed afstellen. Bij het verlaten van de fabriek wordt het niveau standaard ingesteld op “00”. Indien het ingangsniveau van het aangesloten apparaat niet hoog genoeg is, moet u dit aanpassen. Doet u dit niet, kunt u als u van het externe apparaat overschakelt op een andere afspeelbron plotseling een hard geluid horen.
Het bedieningspaneel een plat uiterlijk geven (paneel verbergen) — FLAT PANEL
Als u de ontvanger met de afstandsbediening bedient, kunt u het bedieningspaneel aan de voorzijde verbergen zodat deze een strak en plat uiterlijk heeft. Bij het verlaten van de fabriek is deze functie ingesteld op “FLAT OFF”. Dit zijn de beschikbare instellingen:
• FLAT ON: Het bedieningspaneel komt niet naar buiten wanneer u de eenheid inschakelt of nadat u een CD hebt geplaatst. Als u het bedineingspaneel nodig hebt, drukt u op 4 . Als er gedurende een bepaalde periode geen bediening heeft plaatsgevonden, schuift het paneel automatisch terug de ontvanger in.
• FLAT OFF: U kunt het bedieningspaneel gewoon gebruiken.
Opmerking:
Als de vermelding “FLAT ON” is geselecteerd, kunt u CD’s uitwerpen door op 4 te drukken.
NEDERLANDS
25
De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen — IF FILTER
In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren. In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden ingesteld dat dergelijke storingen worden verminderd. Bij het verlaten van de fabriek is de eenheid standaard ingesteld op deze functie (“AUTO”).
• AUTO: Wanneer dergelijke storingen
• WIDE: De eenheid is gevoelig voor
NEDERLANDS
worden waargenomen, verhoogt de eenheid automatisch de selectiviteit van de tuner zodat de invloed van de storing naar de achtergrond wordt gedrukt. (Het stereo-effect gaat hierbij echter verloren.)
storingen van naburige zenders, maar de geluidskwaliteit gaat niet verloren en het stereo-effect blijft behouden.
De demonstratiemodus in- of uitschakelen — DEMO MODE
Het is mogelijk om de demonstratiemodus in en uit te schakelen. Bij het verlaten van de fabriek werd de demonstratiemodus ingeschakeld (de instelling “DEMO ON”).
• DEMO ON: De demonstratiemodus is
• DEMO OFF: De demonstratiemodus is
Opmerking:
Als de eenheid opnieuw wordt ingesteld met de Reset­knop (en de stroom is ingeschakeld), begint de demonstratie na circa 10 seconden zonder geluid.
26
ingeschakeld. De demonstratiemodus start automatisch zodra er circa 3 minuten geen geluid is afgespeeld.
uitgeschakeld.
Het volume automatisch laten aanpassen aan de rijsnelheid (Audio Cruise)
U kunt het volumeniveau automatisch laten aanpassen aan de snelheid waarmee u in uw auto rijdt. Dankzij een voorziening in de eenheid die Audio Cruise wordt genoemd, kunt u het volumeniveau automatisch laten aanpassen aan de snelheid waarmee u rijdt. Deze v oorziening k ent drie stappen. Als u van deze voorziening gebruik wilt maken, moet u de onderstaande procedure volgen. Bij het verlaten van de fabriek werd deze voorziening uitgeschakeld (“CRUISE OFF”).
• CRUISE 1: Selecteer deze instelling wanneer
• CRUISE 2: Selecteer deze instelling
• CRUISE OFF:Hiermee schakelt u de
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 23.)
2
Selecteer de vermelding “CRUISE MODE”.
3
Selecteer de gewenste instelling.
uw auto relatief rustig is. wanneer uw auto relatief veel
geluid maakt. De snelheid waarmee het volume bij deze instelling toeneemt, is twee keer zo hoog als bij de instelling CRUISE 1.
voorziening Audio Cruise uit.
Als u aan de bedieningsschijf draait, wordt er een andere aan de rijsnelheid aangepaste geluidsweergave weergegeven, en wel in deze volgorde:
CRUISE 1
CRUISE 2
CRUISE OFF
4
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
Wanneer deze functie is ingeschakeld (de
CRUISE-indicator op de display licht op), wordt automatisch op basis van de rijsnelheid het juiste volumeniveau geselecteerd (Deze voorziening kent drie stappen). Het geselecteerde niveau wordt op de display weergegeven.
Wanneer de rijsnelheid toeneemt.
Wanneer de rijsnelheid afneemt.
De toenamesnelheid van het volume aanpassen
Als u vindt dat het volume bij het veranderen van de rijsnelheid te veel of te weinig toeneemt of afneemt, kunt u de toenamesnelheid van het volume aanpassen door deze te wijzigen. Volg hiertoe de onderstaande procedure.
1 Druk gedurende minimaal 2 seconden op SEL
(selecteren) zodat een van de PSM-items op de display verschijnt.
2 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot de
vermelding “CRUISE MODE” op de display verschijnt.
3 Selecteer de instelling “CRUISE 1” of “CRUISE 2”
met behulp van de bedieningsschijf.
4 Druk op ¢ (of 4 ) om de vermelding
“BOOST” te selecteren. Tevens wordt het huidige versterkingsniveau op de display weergegeven.
5 Draai de bedieningsschijf het gewenste
versterkingsniveau (van 01 t/m 15) te selecteren.
6 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Indien de voorziening Audio Cruise niet goed functioneert
Voor het goed functioneren van Audio Cruise kan het zijn dat u in verband met het omgevingsgeluid moet opgeven wanneer uw auto stilstaat.
OPMERKING Merk op dat er verschillende factoren zijn die bijdragen aan het omgevingsgeluid in uw auto. Hierdoor kan het zijn dat de voorziening Audio Cruise niet goed functioneert. Te denken valt hierbij aan achtergrondgeluid dat wordt veroorzaakt door ruitenwissers, elektrisch te openen en te sluiten zijramen, luchtkoeling en andere apparatuur die achtergrondgeluiden voortbrengen. Als dergelijke geluiden de hoofdoorzaak vormen van het niet functioneren van Audio Cruise raden we u aan de reserve-aardingskabel van het geheugen (geel van kleur) rechtstreeks op de accu van auto aan te sluiten. Op die manier voorkomt u dat de genoemde geluiden de werking van Audio Cruise nadelig kunnen beïnvloeden.
1 Start de motor en laat deze warmdraaien. 2 Druk gedurende minimaal 2 seconden op SEL
(selecteren) zodat een van de PSM-items op de display verschijnt.
3 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot de
vermelding “CRUISE MODE” op de display verschijnt.
4 Selecteer de instelling “CRUISE 1” of “CRUISE 2”
met behulp van de bedieningsschijf.
5 Druk op ¢ (of 4 ) om de vermelding
“+OR– RPM SET” te selecteren.
6 Draai de bedieningsschijf om de gewenste
stationaire snelheid te selecteren.
7 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Nadat u het instellen hebt voltooid, controleert de eenheid meteen of de functies van Audio Cruise goed werken onder de nieuwe instelling. Als dat niet het geval is, wordt Audio Cruise automatisch geannuleerd en vervalt de instelling die u hebt gemaakt.
• Mocht dit gebeuren, dan verwijzen we u naar de
OPMERKING hierboven.
NEDERLANDS
27
Loading...
+ 61 hidden pages