JVC KD-LX110R Instruction Manual [nl]

CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
ENGLISH
DEUTSCH

KD-LX110R

BAND
78
MODE
SEL
DISP
SSM
For installation and connections, refer to the separate manual. Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het toestel.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
INT RPT RNDLOCALMONOSCM
9
10
11 12
KD-LX110R
SOURCE
OFF
PTY
TP/RDS
For Customer Use:
Enter below the password you have entered for your security lock. Retain this password for future reference.
PASSWORD:
FRANÇAIS
NEDERLANDS
PIM164100
[E]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
Benaming/Spanningslabel
CLASS LASER
Let op: Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan Klasse 1.
1
PRODUCT
NEDERLANDS

Het apparaat terugstellen

CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbryder e e r ude af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser­strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättö­mälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op de Reset-knop, die zich aan de voorzijde van de eenheid op het bedieningspaneel bevindt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen — zullen e veneens gewist worden.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
2
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
Afstandsbediening (Met een apart
aangeschafte afstandsbediening).......... 5
De afstandsbediening voorbereiden......... 6
BASISBEDIENING ......................... 7
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 8
Naar de radio luisteren ............................. 8
Radiozenders in het geheugen vastleggen ...
Afstemmen op een voorkeuzezender....... 10
HET GEBRUIK VAN RDS.................. 11
Wat u kunt doen met RDS EON............... 11
Andere nuttige RDS-functies en het maken
van aanpassingen................................. 14
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 16
Een CD afspelen ..................................... 16
Een muziekstuk of een bepaald punt op de
CD zoeken ............................................ 17
Afspeelmodus selecteren ......................... 17
Voorkomen dat de CD terugspringt .......... 18
De tekst van een CD met CD Text
weergeven ............................................. 18
GELUID REGELEN......................... 19
Geluid aanpassen.................................... 19
Werken met aangepaste geluidsmodi
(Advanced SCM)................................... 20
Geluidsweergav e aanpassen en opslaan ... 21
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 22
Klok instellen ........................................... 22
De algemene instellingen wijzigen (PSM) .... 22
Namen aan CD’s toekennen .................... 26
Werken met de vergrendeling .................. 27
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ..... 29
CD’s afspelen .......................................... 29
Kiezen van de weergavefunctie ................ 30
9
BEDIENING VAN EXTERNE APP ARATEN .. 32
Werken met een extern apparaat............. 32
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ....... 33
Afstemmen op een ensemble en
op een van de services .......................... 33
DAB-frequenties in het geheugen opslaan ... Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service .......................................... 35
Wat u nog meer met DAB kunt doen ........ 36
AANVULLENDE INFORMATIE............ 36
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 37
ONDERHOUD .............................. 38
Omgaan met CD’s ................................... 38
SPECIFICATIES............................ 39

Over de demonstratiemodus (DEMO MODE)...

Bij het verlaten van de fabriek wordt de demonstratiemodus (DEMO MODE) van deze eenheid standaard ingeschakeld, d.w.z. de modus wordt ingesteld op “DEMO ON”. De demonstratie begint automatisch als er drie minuten geen geluid wordt afgespeeld. (Zie bladzijde 25.)

De demonstratiemodus handmatig activeren

Druk terwijl DISP is ingedrukt op ¢ tot de vermelding “DEMO” in het onderste gedeelte van de display wordt weergegeven. Er worden diverse functies en display-v erlichtingsmodi die v oor dez e eenheid zijn ontwikkeld getoond. Tijdens de display-demonstratie knippert de vermelding “DEMO” linksonder op de display. Druk als u de display-demonstratie wilt beeindigen nogmaals enkele seconden op ¢ terwijl u DISP ingedruckt houdt.
• Als u niets doet, wordt de display-demonstratie na een uur automatisch uitgeschakeld.
34
NEDERLANDS
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel

Laadopening voor CD’s Bedieningspaneel
1
BAND
4
*Als u op de toets OFF/0 drukt, schuift het display-paneel naar beneden en wordt de laadopening voor CD’s zichtbaar.
NEDERLANDS
1 De bedieningsschijf 2 De toets
De toets ¢ / 4 doet ook dienst als de toets ON of de toets CLOSE.
3 Afstandssensor 4 De toets SEL (selecteren) 5 De toets DISP (display)
• Deze toets kan ook als SSM-toets worden gebruikt in combinatie met de toets MODE BAND.
6 De toets MODE BAND
• Deze toets kan ook als SSM-toets worden gebruikt in combinatie met de toets DISP.
¢
6
5
*Het bedieningspaneel komt naar buiten geschoven als u op de toets ON/CLOSE drukt.
/ 4
7
8 9
p
w
q
7 De toets SCM (sound control memory) 8 De toets MONO 9 De toets LOCAL p De toets INT (intro) q De toets RPT (repeat) w De toets RND (random) e De toets SOURCE r De toets TP (traffic programme)/
RDS (radio data system)
t De toets PTY (programme type) y De toets OFF/0 (uitwerpen) u De cijfertoetsen
e
TP/RDS
PTY
t y
r
2
3
u
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Nadat u op MODE BAND hebt gedrukt, werken de cijfertoetsen als andere functietoetsen (de vermelding “MODE” blijft op de display staan). Als u deze toetsen als cijfertoetsen wilt gebruiken nadat u op MODE BAND hebt gedrukt, moet u 5 seconden wachten zonder op een toets te drukken zodat de vermelding “MODE” van de display verdwijnt.
• Ook als u nogmaals op MODE BAND drukt, verdwijnt de vermelding “MODE” van de display.
4
BAND

Afstandsbediening

(Met een apart aangeschafte afstandsbediening)
We raden u aan om de afstandsbediening RM­RK31 in combinatie met de eenheid te gebruiken. Hieronder volgen de instructies voor het gebruik van de RM-RK31.
5
1
2
3
4
1 • Hier mee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
• Vermindert het volume in één keer als u de toets kort indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert hetzelfde als de toets BAND
tijdens het luisteren naar de radio (of de DAB-tuner). De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
• Functioneert als de toets DISC + tijdens het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verhoogt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
• Werkt niet als de PROG-toets.
6
7
3 • Fungeert als de toets PRESET wanneer u naar
de radio (of de DAB-tuner) luistert. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender (of service) met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station (of de geselecteerde service) afgestemd.
• Functioneer t als de toets DISC – tijdens het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verlaagt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op de SCM (sound control memory), wordt er een andere geluidsmodus geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de FUNC (functioneert).
7 • Voor het opzoeken van een z ender tijdens het
luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de DAB­tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB­tuner luistert, indien langer dan 1 seconde ingedrukt.
• Voor versnelde weergav e van een fragment in voor- en achterwaartse richting wanneer u tijdens weergave van een CD de toets ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het volgende fragment of het spelende (of voorgaande) fragment wanneer u tijdens weergave van een CD kort op de toets drukt.
Deze toets werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen wijzigen.
NEDERLANDS
5

De afstandsbediening voorbereiden

Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
KD-LX110R
SOURCE
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
NEDERLANDS
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Dr uk de batter ijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
OFF
BAND
BBE
1)
2)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterijen op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterijen in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterijen door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterijen nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
6

BASISBEDIENING

KD-LX110R
SOURCE
OFF
BAND
BBE
1
1
Schakel de spanning in.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
= FM = DAB-tuner** = CD* = CD-wisselaar of Extern apparaat** = AM = (terug naar het begin)
* Als er zich geen CD in de CD-lade bevindt, is
het niet mogelijk om de CD-speler als afspeelbron te selecteren.
** Zonder het apparaat aan te sluiten en “EXT
INPUT” op de juiste manier in te stellen (zie bladzijde 25), is het niet mogelijk het apparaat als afspeelbron te selecteren.
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijde 8 – 15.
Voor gebruik van de CD-speler,
zie bladzijde 16 – 18.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 29 – 31.
Voor gebruik van het externe apparaat,
zie bladzijde 32.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijde 33 – 36.
Opmerking over de afbeeldingen op de display:
De afbeeldingen op de display zijn anders als voor “CLOCK DISP” de instelling “CLOCK OFF” is gekozen. Zie bladzijde 24.
De display wordt verlicht en het bedieningspaneel en de bedieningsschijf komt naar buiten.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd en wel in deze volgorde:
BAND
78
MODE
SEL
DISP
S
S
M
INT RPT RNDLOCALMONOSCM
9
11 12
10
KD-LX110R
SOURCE
TP/RDS
23
3
Regel het volume.
Om het volumeniveau te verhogen.
Om het volumeniveau te verlagen.
Volumeniveau-indicatie
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 19).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk terwijl u naar een afspeelbron luistert gedurende minimaal 1 seconde op SOURCE. U ziet de vermelding “ATT” op de display verschijnen en het volume zal korte tijd afnemen. Druk om terug te keren naar het vorige geluidsniveau nogmaals gedurende minimaal 1 seconde op de toets.
Spanning uitschakelen
Druk op OFF/0 en houd deze tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 22).
OFF
PTY
NEDERLANDS
7

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

BAND
SEL
MODE
DISP
S
S
M
BAND

Naar de radio luisteren

Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto Search
1
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE als u FM
of AM als afspeelbron wilt
NEDERLANDS
BAND
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM1 FM2 FM3
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen,
8
stopt het zoeken.
selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op
MODE BAND en houd deze ingedrukt om een FM­bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
Druk op ¢ afstemmen op een station met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een station met een lagere frequentie.
78
INT RPT RNDLOCALMONOSCM
9
10
11 12
KD-LX110R
SOURCE
OFF
PTY
TP/RDS
PTY
TP/RDS
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd. Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders met
een sterk signaal
1 Druk op MODE BAND.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Dr uk op LOCAL terwijl de vermelding “MODE”
nog op de display wordt weergegev en, z odat de indicator LOCAL op de display oplicht. Deze functie werkt alleen wanneer u naar FM­zenders zoekt, onder andere bij de methode voor het automatisch instellen van de zes sterkste FM­zenders (SSM) (zie bladzijde 9). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, knippert de indicator LOCAL op de display.
Handmatig naar een station zoeken: Manual Search
1
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE als u FM
of AM als afspeelbron wilt
BAND
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM1 FM2 FM3
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op
MODE BAND en houd deze ingedrukt om een FM­bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz –– MG/LG) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1 Druk terwijl u in de FM-omroepband naar een
stereo-uitzending luistert op MODE BAND (de indicator ST licht op wanneer er een stereo­uitzending wordt ontvangen). De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op MONO terwijl de vermelding “MODE”
nog op de display wordt weergegeven, zodat de indicator MO op de display oplicht. Het geluid dat nu ten gehore wordt gebracht, is in mono, maar de kwaliteit van het ontvangen signaal is beter (de indicator ST op de display gaat uit). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u de indicator MO aan of uit.

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM­zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM­golfband (FM1–3) waarop u FM­zenders wilt vasteleggen.
BAND
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
1 Druk op SOURCE als u FM
als afspeelbron wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op MODE BAND en houd deze ingedrukt om de gewenste FM-omroepband te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
FM1 FM2 FM3
BAND
NEDERLANDS
9
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer de omroepband (FM1).
1 Druk op SOURCE als u FM als
afspeelbron wilt selecteren.
BAND
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
NEDERLANDS
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
2 Druk meerdere malen op
MODE BAND om FM1 als omroepband te selecteren.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.

Afstemmen op een voorkeuzezender

U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 9 en 10, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband.
BAND
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, wordt er een andere FM-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de gewenste zender.
1
Druk op SOURCE als u FM of AM als afspeelbron wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op MODE BAND en houd deze ingedrukt om de gewenste FM-omroepband te selecteren (FM1, FM2 of FM3).
FM1 FM2 FM3
Band of het voorkeuzenummer en de vermelding “MEMO” verschijnt korte tijd beurtelings op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
10
Als de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat terwijl u naar een FM-station luistert
In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren. In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden ingesteld dat dergelijke storingen automatisch worden verminderd. (Bij het ver laten van de fabriek is de eenheid standaard ingesteld op deze functie). In dergelijke gevallen neemt de geluidskwaliteit echter af en gaat het stereo-
effect verloren. Als u het niet erg vindt dat de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat, en de invloed van de storende bron liever wegneemt, verwijzen we u naarde paragraaf “De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen –– IF FILTER” op bladzijde 25.

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS EON

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De indicator EON licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON-gegev ens uitz endt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station w orden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst v an verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”) of uw favoriete progr amma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
En er zijn nog enkele andere functies waaro ver u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM­signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma b lijv en luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete progr amma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegev ens . Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen v an een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven v olgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op TP/RDS (traffic programme/radio data system). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
TP/RDS
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
• In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 36.)
Modus 1 Modus 2 Modus 3
Indicator REGIndicator AF
NEDERLANDS
11
PTY
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-station, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
NEDERLANDS
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie (TA-standbyfunctie)
TP/RDS
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal
uitzendt, gaat de indicator TP op de display knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden.
7 Als u naar een CD een andere aangestoten
aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u op TP/RDS drukken om de ontvanger in de TA­standby-modus te zetten. (De indicator TP op de display licht op.)
12
Als u op TP/RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP­signaal uitzendt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby­modus staat.
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde TA-volumeniveau (zie bladzijde 15) en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.
Druk nogmaals op TP/RDS om de TA-
standbyfunctie uit te schakelen.
Standby-ontvangst van een programmagenre (PTY-standbyfunctie)
Als u op PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY­signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY­naam, die op bladzijde 13 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
• Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
7 Als u naar een CD een andere aangestoten
aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een PTY-signaal uitzendt, moet u op PTY drukken om de ontvanger in de PTY­standby-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY-programma wordt uitgezonden terwijl de PTY-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY­naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY­programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-
standbyfunctie uit te schakelen.
Loading...
+ 28 hidden pages