For installation and connections, refer to the separate manual.
Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het
toestel.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
INT RPT RNDLOCALMONOSCM
9
10
11 12
KD-LX110R
SOURCE
OFF
PTY
TP/RDS
For Customer Use:
Enter below the password
you have entered for your
security lock.
Retain this password for
future reference.
PASSWORD:
FRANÇAIS
NEDERLANDS
PIM164100
[E]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
Benaming/Spanningslabel
CLASS
LASER
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
hogere klasse laserstraal dan Klasse 1.
1
PRODUCT
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbryder e e r ude
af funktion. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laserstrålning när denna del är
öppnad och spärren är
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja
suojalukitus ohitettaessa
olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle.
Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte
blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel
bevat geen door de gebruiker te repareren
onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate
gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op de Reset-knop, die zich aan de
voorzijde van de eenheid op het bedieningspaneel bevindt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen — zullen e veneens gewist worden.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het
volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge
toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en
pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
2
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
Omgaan met CD’s ...................................38
SPECIFICATIES............................ 39
Over de demonstratiemodus (DEMO MODE)...
Bij het verlaten van de fabriek wordt de demonstratiemodus (DEMO MODE) van deze eenheid
standaard ingeschakeld, d.w.z. de modus wordt ingesteld op “DEMO ON”. De demonstratie begint
automatisch als er drie minuten geen geluid wordt afgespeeld. (Zie bladzijde 25.)
De demonstratiemodus handmatig activeren
Druk terwijl DISP is ingedrukt op ¢ tot de vermelding “DEMO” in het onderste gedeelte van de
display wordt weergegeven.
Er worden diverse functies en display-v erlichtingsmodi die v oor dez e eenheid zijn ontwikkeld getoond.
Tijdens de display-demonstratie knippert de vermelding “DEMO” linksonder op de display.
Druk als u de display-demonstratie wilt beeindigen nogmaals enkele seconden op ¢ terwijl u
DISP ingedruckt houdt.
• Als u niets doet, wordt de display-demonstratie na een uur automatisch uitgeschakeld.
34
NEDERLANDS
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Laadopening voor CD’sBedieningspaneel
1
BAND
4
*Als u op de toets OFF/0 drukt, schuift het display-paneel naar beneden en wordt de laadopening voor CD’s zichtbaar.
NEDERLANDS
1 De bedieningsschijf
2 De toets
•
De toets ¢ / 4 doet ook dienst als
de toets ON of de toets CLOSE.
3 Afstandssensor
4 De toets SEL (selecteren)
5 De toets DISP (display)
• Deze toets kan ook als SSM-toets worden
gebruikt in combinatie met de toets
MODE BAND.
6 De toets MODE BAND
• Deze toets kan ook als SSM-toets worden
gebruikt in combinatie met de toets DISP.
¢
6
5
*Het bedieningspaneel komt naar buiten geschoven als u op de toets ON/CLOSE drukt.
/ 4
7
8 9
p
w
q
7 De toets SCM (sound control memory)
8 De toets MONO
9 De toets LOCAL
p De toets INT (intro)
q De toets RPT (repeat)
w De toets RND (random)
e De toets SOURCE
r De toets TP (traffic programme)/
RDS (radio data system)
t De toets PTY (programme type)
y De toets OFF/0 (uitwerpen)
u De cijfertoetsen
e
TP/RDS
PTY
ty
r
2
3
u
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Nadat u op MODE BAND hebt gedrukt, werken de cijfertoetsen als andere functietoetsen (de vermelding
“MODE” blijft op de display staan).
Als u deze toetsen als cijfertoetsen wilt gebruiken nadat u op MODE BAND hebt gedrukt, moet
u 5 seconden wachten zonder op een toets te drukken zodat de vermelding “MODE” van de display
verdwijnt.
• Ook als u nogmaals op MODE BAND
drukt, verdwijnt de vermelding “MODE”
van de display.
4
BAND
Afstandsbediening
(Met een apart aangeschafte
afstandsbediening)
We raden u aan om de afstandsbediening RMRK31 in combinatie met de eenheid te gebruiken.
Hieronder volgen de instructies voor het gebruik
van de RM-RK31.
5
1
2
3
4
1 • Hier mee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets
ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE YOU”
op de display verschijnt.
• Vermindert het volume in één keer als u de
toets kort indrukt.
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het
oude volumeniveau weer terug.
2 • Functioneert hetzelfde als de toets BAND
tijdens het luisteren naar de radio (of de
DAB-tuner).
De golfband verandert door iedere druk op
deze toets.
• Functioneert als de toets DISC + tijdens het
luisteren naar de CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verhoogt het
CD-nummer en start de weergave van de
gekozen CD.
• Werkt niet als de PROG-toets.
6
7
3 • Fungeert als de toets PRESET wanneer u naar
de radio (of de DAB-tuner) luistert.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een voorkeurzender (of service)
met een hoger nummer geselecteerd en
wordt op het geselecteerde station (of de
geselecteerde service) afgestemd.
• Functioneer t als de toets DISC – tijdens het
luisteren naar de CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verlaagt het
CD-nummer en start de weergave van de
gekozen CD.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op de SCM (sound
control memory), wordt er een andere
geluidsmodus geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de
FUNC (functioneert).
7 • Voor het opzoeken van een z ender tijdens het
luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de DABtuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de DABtuner luistert, indien langer dan 1 seconde
ingedrukt.
• Voor versnelde weergav e van een fragment in
voor- en achterwaartse richting wanneer u
tijdens weergave van een CD de toets
ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het
volgende fragment of het spelende (of
voorgaande) fragment wanneer u tijdens
weergave van een CD kort op de toets drukt.
Deze toets werkt niet voor het
aanpassen van algemene
instellingen wijzigen.
NEDERLANDS
5
De afstandsbediening
voorbereiden
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer
dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
KD-LX110R
SOURCE
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
NEDERLANDS
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Dr uk de batter ijhouder met behulp van een
balpen of een soortgelijk voorwerp in de
richting van de pijl die in de afbeelding staat
aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
OFF
BAND
BBE
1)
2)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterijen op een plek waar kinderen
geen toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze
niet en gooi geen batterijen in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt
met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie
of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterijen door deze met
plakband af te plakken.
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte
vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterijen nooit met bijvoorbeeld
een naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven
in de houder zakken zodat deze vast komt te
liggen.
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
6
BASISBEDIENING
KD-LX110R
SOURCE
OFF
BAND
BBE
1
1
Schakel de spanning in.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
= FM = DAB-tuner** = CD*
= CD-wisselaar of Extern apparaat**
= AM = (terug naar het begin)
* Als er zich geen CD in de CD-lade bevindt, is
het niet mogelijk om de CD-speler als
afspeelbron te selecteren.
** Zonder het apparaat aan te sluiten en “EXT
INPUT” op de juiste manier in te stellen (zie
bladzijde 25), is het niet mogelijk het
apparaat als afspeelbron te selecteren.
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijde 8 – 15.
Voor gebruik van de CD-speler,
zie bladzijde 16 – 18.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 29 – 31.
Voor gebruik van het externe apparaat,
zie bladzijde 32.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijde 33 – 36.
Opmerking over de afbeeldingen op de display:
De afbeeldingen op de display zijn anders als voor
“CLOCK DISP” de instelling “CLOCK OFF” is
gekozen. Zie bladzijde 24.
De display wordt verlicht en
het bedieningspaneel en de
bedieningsschijf komt naar
buiten.
Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt er
een andere afspeelbron
geselecteerd en wel in deze
volgorde:
BAND
78
MODE
SEL
DISP
S
S
M
INT RPT RNDLOCALMONOSCM
9
11 12
10
KD-LX110R
SOURCE
TP/RDS
23
3
Regel het volume.
Om het volumeniveau te
verhogen.
Om het volumeniveau te
verlagen.
Volumeniveau-indicatie
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt
(zie bladzijde 19).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk terwijl u naar een afspeelbron luistert
gedurende minimaal 1 seconde op SOURCE.
U ziet de vermelding “ATT” op de display
verschijnen en het volume zal korte tijd afnemen.
Druk om terug te keren naar het vorige
geluidsniveau nogmaals gedurende minimaal 1
seconde op de toets.
Spanning uitschakelen
Druk op OFF/0 en houd deze tot de vermelding
“SEE YOU” op de display verschijnt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen
(zie bladzijde 22).
OFF
PTY
NEDERLANDS
7
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
BAND
SEL
MODE
DISP
S
S
M
BAND
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u
kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig
zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto Search
1
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE als u FM
of AM als afspeelbron wilt
NEDERLANDS
BAND
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en
houd, wordt er een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM1FM2FM3
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen,
8
stopt het zoeken.
selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op
MODE BAND en houd
deze ingedrukt om een FMbandnummer te selecteren
(FM1, FM2 of FM3).
Druk op ¢ afstemmen op
een station met een hogere
frequentie.
Druk op 4 afstemmen
op een station met een lagere
frequentie.
78
INT RPT RNDLOCALMONOSCM
9
10
11 12
KD-LX110R
SOURCE
OFF
PTY
TP/RDS
PTY
TP/RDS
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders met
een sterk signaal
1 Druk op MODE BAND.
De vermelding “MODE” verschijnt in het
onderste gedeelte van de display en de
cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Dr uk op LOCAL terwijl de vermelding “MODE”
nog op de display wordt weergegev en, z odat de
indicator LOCAL op de display oplicht.
Deze functie werkt alleen wanneer u naar FMzenders zoekt, onder andere bij de methode voor
het automatisch instellen van de zes sterkste FMzenders (SSM) (zie bladzijde 9).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, knippert
de indicator LOCAL op de display.
Handmatig naar een station zoeken:
Manual Search
1
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE als u FM
of AM als afspeelbron wilt
BAND
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en
houd, wordt er een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze volgorde:
FM1FM2FM3
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op
MODE BAND en houd
deze ingedrukt om een FMbandnummer te selecteren
(FM1, FM2 of FM3).
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “M” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
begint te knipperen.
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de vermelding
“M” op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt
afstemmen op een station dat op
een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt
afstemmen op een station dat
op een lagere frequentie
uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de
handmatige modus na 5 seconden
automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz ––
MG/LG) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk terwijl u in de FM-omroepband naar een
stereo-uitzending luistert op MODE BAND (de
indicator ST licht op wanneer er een stereouitzending wordt ontvangen).
De vermelding “MODE” verschijnt in het
onderste gedeelte van de display en de
cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op MONO terwijl de vermelding “MODE”
nog op de display wordt weergegeven, zodat
de indicator MO op de display oplicht.
Het geluid dat nu ten gehore wordt gebracht, is
in mono, maar de kwaliteit van het ontvangen
signaal is beter (de indicator ST op de display
gaat uit).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
schakelt u de indicator MO aan of uit.
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FMzenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FMgolfband (FM1–3) waarop u FMzenders wilt vasteleggen.
BAND
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en
houd, wordt er een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze volgorde:
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de gekozen
golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen
vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m
nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
1 Druk op SOURCE als u FM
als afspeelbron wilt
selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op MODE
BAND en houd deze
ingedrukt om de gewenste
FM-omroepband te
selecteren (FM1, FM2 of
FM3).
FM1FM2FM3
BAND
NEDERLANDS
9
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer de omroepband (FM1).
1 Druk op SOURCE als u FM als
afspeelbron wilt selecteren.
BAND
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
NEDERLANDS
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
2 Druk meerdere malen op
MODE BAND om FM1 als
omroepband te selecteren.
Druk op ¢ als u wilt
afstemmen op een station
dat op een hogere frequentie
uitzendt.
Druk op 4 als u wilt
afstemmen op een station
dat op een lagere frequentie
uitzendt.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 9 en
10, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband.
BAND
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en
houd, wordt er een andere FM-band
geselecteerd, en wel in deze volgorde:
2
Selecteer het nummer (1 t/m 6) van de
gewenste zender.
1
Druk op SOURCE als u FM
of AM als afspeelbron wilt
selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk
meerdere malen op MODE
BAND en houd deze
ingedrukt om de gewenste
FM-omroepband te
selecteren (FM1, FM2 of
FM3).
FM1FM2FM3
Band of het voorkeuzenummer en
de vermelding “MEMO” verschijnt
korte tijd beurtelings op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure
om andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer
een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde
nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings
toevoer naar het geheugen wordt onderbroken
(bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit
gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
10
Als de geluidskwaliteit afneemt en het
stereo-effect verloren gaat terwijl u naar een
FM-station luistert
In bepaalde streken kunnen naburige zenders
de ontvangst van andere zenders verstoren.
In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander
geluid. Deze eenheid kan zodanig worden
ingesteld dat dergelijke storingen automatisch
worden verminderd. (Bij het ver laten van de
fabriek is de eenheid standaard ingesteld op
deze functie). In dergelijke gevallen neemt de
geluidskwaliteit echter af en gaat het stereo-
effect verloren.
Als u het niet erg vindt dat de geluidskwaliteit
afneemt en het stereo-effect verloren gaat,
en de invloed van de storende bron liever
wegneemt, verwijzen we u naarde paragraaf
“De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen
–– IF FILTER” op bladzijde 25.
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een
FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station
met het programma en informatie over de aard of
het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“EON (Enhanced Other Networks)”. De indicator
EON licht op zodra er een FM-zender wordt
ontvangen die EON-gegev ens uitz endt. Met behulp
van de EON-gegevens die door het station w orden
verstuurd, kunt u op een andere zender van een
ander netwerk afstemmen dat uw favoriete
programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u
ondertussen naar een ander programma of een
andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De
Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst v an
verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”)
of uw favoriete progr amma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
•
En er zijn nog enkele andere functies waaro ver u bij
de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FMsignalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze
eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen
naar een andere RDS-zender van hetzelfde station
dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met
een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus
naar uw favoriete programma b lijv en luisteren en
bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de
afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete progr amma tijdens uw rit
kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegev ens .
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen v an
een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete
programma blijven v olgen. Als een of beide signalen
niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening
niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u
minimaal 1 seconde op TP/RDS (traffic
programme/radio data system). Elke keer
wanneer u op deze toets drukt, verandert de
modus van deze functie en wel als volgt:
TP/RDS
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG
licht niet op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en
Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar
een andere zender van hetzelfde station als het
signaal van de geselecteerde zender te zwak
wordt.
• In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan het
programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG
lichten op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook
Regionalisatie is ingeschakeld (“on”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar
een andere zender van hetzelfde station dat
hetzelfde programma uitzendt als het signaal van
de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten
allebei niet op.
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De
netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie
bladzijde 36.)
Modus 1 Modus 2 Modus 3
Indicator REGIndicator AF
NEDERLANDS
11
PTY
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde
programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
Programma 1 op
frequentie A
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete programmagenre
(PTY) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u
naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert
(zoals een FM-station, CD of een andere
aangesloten afspeelbron).
NEDERLANDS
• Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie
(TA-standbyfunctie)
TP/RDS
• Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal
uitzendt, gaat de indicator TP op de display
knipperen. Druk op ¢ of op 4 om de
ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. De
vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display
en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat
wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station
wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display
continu branden.
7 Als u naar een CD een andere aangestoten
aan het luisteren bent, en naar een station wilt
luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u
op TP/RDS drukken om de ontvanger in de TAstandby-modus te zetten. (De indicator TP op
de display licht op.)
12
Als u op TP/RDS drukt terwijl u
naar een FM-station luistert, licht
de indicator TP op wanneer u
een zender ontvangt die het TPsignaal uitzendt
(Verkeersinformatie) en wanneer
de ontvanger in TA-standbymodus staat.
Programma 1
op frequentie E
Programma 1
op frequentie D
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden
terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld,
verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de
display en schakelt de afspeelbron over naar de
FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf
ingestelde TA-volumeniveau (zie bladzijde 15) en
u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.
Druk nogmaals op TP/RDS om de TA-
standbyfunctie uit te schakelen.
Standby-ontvangst van een
programmagenre (PTY-standbyfunctie)
Als u op PTY drukt terwijl u naar
een FM-station luistert, licht de
indicator PTY op wanneer u een
zender ontvangt die het PTYsignaal uitzendt en wanneer de
ontvanger in PTY-standby-modus
staat. De geselecteerde PTYnaam, die op bladzijde 13 wordt
opgeslagen, knippert gedurende
5 seconden.
• Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal
uitzendt, gaat de indicator PTY op de display
knipperen. Druk op ¢ of op 4om de
ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De
vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display
en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat
wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station
wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de
display continu branden.
7 Als u naar een CD een andere aangestoten
aan het luisteren bent, en naar een station wilt
luisteren dat een PTY-signaal uitzendt, moet u
op PTY drukken om de ontvanger in de PTYstandby-modus te zetten. (De indicator PTY op
de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY-programma wordt
uitgezonden terwijl de PTY-standby-modus is
ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTYnaam op de display en schakelt de afspeelbron
over naar de FM-band. Het geselecteerde PTYprogramma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-
standbyfunctie uit te schakelen.
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.