For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de
desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
GET0129-001A
[E/EX]
Page 2
Plaats en afbeelding van labels
Plaats en afbeelding van labels
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e)
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent
met een hogere klasse laserstraal dan
“Klasse 1”.
ADVARSEL: Usynlig laser stråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funktion. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del är
öppnad och spärren är
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja
suojalukitus ohitettaessa
olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle.
Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP:
uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de
straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat
geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat
onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars
uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s.
Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock
laserstralen
die
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
(standby/aan/attenuator)
Houd SEL (selecteren) ingedrukt en druk
tegelijkertijd langer dan 2 seconden op
(standby/aan/attenuator).
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerkingen:
De door u vastgelegde instellingen – bijvoorbeeld de
voorkeurzenders, geluidsinstellingen of voor CD’s
ingevoerde namen – worden tevens gewist.
SEL (selecteren)
Hoe u de toets M (MODE) gebruikt
Door een druk op M (MODE) schakelt het toestel in de functiemodus (“MODE” knippert op de
bovenkant van het display). Tijdens de functiemodus hebben de cijfertoetsen en de 5/∞ toetsen
andere functies.
Bijv.: Indien de 2 cijfertoets als de MO (mono) toets werkt.
De MO (mono)
indicator licht op.
Voor het weer gebruiken van de oorspronkelijke functies van deze toetsen na een druk op M
(MODE), wacht u 5 seconden zonder op een van deze toetsen te drukken totdat de functiemodus
is gewist. (“MODE” dooft van het display).
• Ook als u nogmaals op de toets M (MODE) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
2
Indicator die tijd
aftelt
Page 3
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Omgaan met discs .................................... 52
SPECIFICATIES ............................. 53
NEDERLANDS
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificaatie indien het apparaat is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
*Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
Page 4
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
NEDERLANDS
1 De toets (standby/aan/attenuator)
2 De bedieningsschijf
3 De toets SEL (selecteren)
4 Het display-venster
5 De toets 5 (hoger)
De toets +10
6 De toets 0 (uitwerpen)
7 De toetsen 4 /¢
8 De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
9 De toets T (TP/PTY: traffic programme/
programme type)
p De toets D (DISP: display)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets M (MODE).
q De toets M (MODE)
•
Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets D (DISP).
w De toets FM/AM (DAB)
e De toets CD/CD-CH (CD-wisselaar)
r De toets EQ (equalizer)
t De toets MO (mono)
y De cijfertoetsen
u De toets RPT (herhalen)
i De toets RND (willekeurig)
o Afstandssensor
4
; De toets ∞ (lager)
De toets –10
Het display-venster
a Discinformatie-indicators
TAG (ID3 Tag), (map), (fragment/bestand)
s De indicator CD-geplaatst
d Hoofdvenster
f Indicators voor weergave
(disc), (map)
g Bron-/klokdisplay
h De indicator EQ (equalizer)
j Geluidsfunctie (C-EQ: custom equalizer)
indicators
ROCK, CLASSIC, POPS, HIP HOP, JAZZ, USER
k De indicator LOUD (loudness)
l Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
/ De indicators RDS
AF, REG, TP, PTY
z De indicator MP3
x De indicator voor het volumeniveau (of
audioniveau)
Euqalizerpatroon-indicator
c Weergavefunctie-indicators
RND (willekeurig), RPT (herhalen)
Page 5
Afstandsbediening
ATT
U
SOURCE
R
D
VOL
SOUND
F
VOL
3 • Voor het selecteren van de voorkeurzender
bij het luisteren naar de radio (of de DABtuner).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een voorkeurzender (of service)
met een hoger nummer geselecteerd en
wordt op het geselecteerde station (of
service) afgestemd.
• Voor het verspringen naar het eerste
bestand van de voorgaande map tijdens
weergave van een MP3 disc.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt
kunt u naar de voorgaande map verspringen
en de weeergave van het eerste bestand
van die map afspelen.
• Bij weergave van een MP3 disc met een
voor MP3 geschikte CD-wisselaar;
– Druk kort op de toets om naar de
voorgaande disc te verspringen.
– Houd even ingedrukt om naar de
voorgaande map te verspringen.
Opmerking:
Tijdens weergave van een CD met de
CD-wisselaar wordt met deze toets
altijd naar de voorgaande disc
gesprongen.
1 • Hiermee wordt de toestel ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de toestel uit indien u de toets
ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE
YOU” op de display verschijnt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd
verminderd als u de toets heel even indrukt.
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het
oude volumeniveau weer terug.
2 • Voor het selecteren van de golfband bij het
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner).
De golfband verandert door iedere druk op
deze toets.
• Voor het verspringen naar het eerste
bestand van de voorgaande map tijdens
weergave van een MP3 disc.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt
kunt u naar de volgende map verspringen en
de weergave van het eerste bestand van die
map afspelen.
• Bij weergave van een MP3 disc met een
voor MP3 geschikte CD-wisselaar;
– Druk kort op de toets om naar de volgende
disc te verspringen.
– Houd even ingedrukt om naar de volgende
map te verspringen.
Opmerking:
Tijdens weergave van een CD met
de CD-wisselaar wordt met deze
toets altijd naar de volgende disc
gesprongen.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdtoestel.
Opmerking:
Deze toetsen werkt niet voor het
aanpassen van algemene
instellingen wijzigen.
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus
(C-EQ: custom equalizer).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt
er een andere geluidsmodus (C-EQ)
geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de
toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien langer dan 1
seconde ingedrukt.
• Hiermee kunt u de fragment/bestand snel
vooruit en achteruit spoelen als u de toets
tijdens het beluisteren van een disk indrukt
en ingedrukt houdt.
• Hiermee gaat u naar het begin van de
volgende fragment of het volgende
fragment/bestand of terug naar het begin van
de huidige (of vorige) fragmenten/bestanden
als u de toets tijdens het beluisteren van een
disk indrukt en ingedrukt houdt.
NEDERLANDS
5
Page 6
De afstandsbediening
voorbereiden
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer
dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
NEDERLANDS
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van
een balpen of een soortgelijk voorwerp in
de richting van de pijl die in de afbeelding
staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar
boven in de houder zakken zodat deze vast
komt te liggen.
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
6
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’
hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen
toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet
en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt
met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met
plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan
de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand
veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een
naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
LET OP:
Leg de afstandsbediening niet op plaatsen waar
het directe zonlicht langdurig op valt (zoals
bijvoorbeeld op het dashboard).
De afstandsbediening wordt anders beschadigd.
De KD-LH70R heeft een functie voor het
gebruik met een stuur-afstandsbediening.
Indien uw auto een stuurwielafstandsbediening heeft, kunt u deze receiver
met die afstandsbediening bedienen.
• Zie de aanwijzingen voor Installatie/
Aansluiten (afzonderlijk boekje) voor de
vereiste verbinding voor het gebruik van
deze functie.
Page 7
BASISBEDIENING
1
3
2
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Bij het selecteren van de geluidsbron in stap
hieronder wordt het apparaat automatisch
ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te
drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de
geluidsbron.
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijden 9 – 19.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijden 20 – 23.
Voor het afspelen van MP3 disc,
zie bladzijden 24 – 29.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijden 38 – 42.
Voor gebruik van het externe apparaat (LINE IN),
zie bladzijde 43.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijden 44 – 48.
2
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
De indicator voor het volumeniveau
(of audioniveau) (zie bladzijde 34)
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijden 30 en 31).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op . Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau
terugbrengen door de bedieningsschijf linksom
te draaien.
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer
dan 1 seconde ingedrukt.
“SEE YOU” wordt getoond en vervolgens wordt
het toestel uitgeschakeld.
• Indien u de stroom uitschakelt tijdens het
beluisteren van een CD, zal de volgende keer
bij het weer inschakelen van de stroom de
weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op
de disc worden voortgezet.
NEDERLANDS
3
Regel het volume.
Het volume verhogen
Het volume verlagen
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers
nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het
volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast,
kan
het gebeuren dat de luidsprekers door de
plotselinge toename van het geluid beschadigd raken.
Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt
eerst terug en pas het geluid daarna aan uw
wensen aan.
7
Page 8
Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een
24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 33).
NEDERLANDS
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H”
(uur) als deze al niet meteen op de
display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
12
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.
2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
12
5
Voltooi de instelling.
Opmerking:
Zie bladzijde 34 voor het tonen van de kloktijd op het
display.
Voor het tonen van andere informatie tijdens
weergave, drukt u op D (DISP).
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M”
(minuten).
2 Pas de minuten aan.
12
8
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert
de informatie die op de bovenkant van het
display wordt getoond. (Zie bladzijde 34 voor
details).
• Door een druk op D (DISP) met het toestel
uitgeschakeld, wordt de kloktijd ongeveer 5
seconden getoond.
Page 9
Naar de radio luisteren
GEBRUIK VAN DE RADIO
2
Zoek een station.
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u
kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig
zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM 1
(F1)
Licht op bij ontvangst van een stereo
FM-uitzending met een redelijk sterk
signaal.
* Met “CLOCK” op “ON” gesteld (zie bladzijde
34), wordt na de huidige aanduiding de kloktijd
weer getoond.
FM 2
(F2)
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven*.
FM 3
(F3)
A M
Afstemmen op een
station met een hogere
frequentie
Afstemmen op een
station met een lagere
frequentie
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
NEDERLANDS
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
9
Page 10
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM 1
(F1)
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “MANU” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
begint te knipperen.
NEDERLANDS
FM 2
(F2)
FM 3
(F3)
A M
• Als u de toets loslaat, wordt de
handmatige modus na 5 seconden
automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM—MG/LG steeds met
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk op de toets M (MODE) om
de functiemodus te activeren
terwijl u in stereo naar een FMstereo-uitzending luistert.
“MODE” knippert op de bovenkant
van het display.
2 Druk op de toets MO (mono),
terwijl “MODE” nog op het display
knippert zodat de indicator MO op
de display aangaat.
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, gaat de indicator MO aan
of uit.
10
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “MANU” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
knippert.
Als u wilt afstemmen op
een station dat op een
hogere frequentie
uitzendt
Als u wilt afstemmen op
een station dat op een
lagere frequentie
uitzendt
De indicator MO (mono)
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert de
ontvangstkwaliteit.
Page 11
Radiozenders in het geheugen
FM 1
(F1)
FM 2
(F2)
FM 3
(F3)
A M
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AMzenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM 1
(F1)
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
FM 2
(F2)
FM 3
(F3)
A M
Handmatig vasteleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor
iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM)
vastleggen.
Bijv.:Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-golfband.
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 88,3 MHz).
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een hogere frequentie
uitzendt
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een lagere frequentie
uitzendt
NEDERLANDS
De tekst “- -SSM- -” verschijnt op het
afleesvenster en verdwijnt wanneer het
automatisch instellen van radiozenders is
beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd—nummer 1 (laagste
frequentie) tot nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
11
Page 12
3
FM 1
(F1)
FM 2
(F2)
FM 3
(F3)
A M
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd
deze langer dan 2 seconden
ingedrukt.
De gekozen golfband/
voorkeurzendernummer en “MEMO”
(geheugen) worden afwisselend
even getoond.
4
NEDERLANDS
Herhaal bovenstaande procedure
om andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen
onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijden 11 en
12, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
12
Page 13
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan
een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het
station met het programma en informatie over de
aard of het genre van het programma
meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden
programma over sport gaat of een
muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door
het station worden verstuurd, kunt u op een
andere zender van een ander netwerk
afstemmen dat uw favoriete programma of
verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen
naar een ander programma of een andere
afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
toestel:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF:De netwerkfunctie is ingeschakeld
en Regionalisatie is uitgeschakeld
(“off”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert. (In
deze modus kan het voorkomen dat
het nieuw te ontvangen programma
anders is dan het programma dat u
daarvoor ontving).
De indicator AF licht op, maar de
indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld
en ook Regionalisatie is
ingeschakeld (“on”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk die hetzelfde
programma uitzendt, wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
Zowel de indicator AF als de
indicator REG lichten op.
NEDERLANDS
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze toestel is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar
uw favoriete programma blijven luisteren en bent
u verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt.
(Zie de afbeelding op bladzijde 19).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternatieve
Frequentie) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
• OFF:De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld
(“AF”). De netwerkfunctie kan echter niet worden
uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te
schakelen. (Zie bladzijde 48).
De indicator AF en de indicator REG
lichten allebei niet op.
Indicator AF
Indicator REG
13
Page 14
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
(PSM: zie bladzijde 33).
2
Selecteer de vermelding “AF-REG”
(alternatieve frequentie/regionale
ontvangst) als deze niet al meteen
op de display wordt weergegeven.
NEDERLANDS
3
Selecteer de gewenste modus—
“AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar verkeersinformatie (TA)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of
een andere aangesloten afspeelbron).
• TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
Druk op T (TP/PTY) om TA standby ontvangst te
activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra
een zender verkeersinformatie start uit te
zenden. Het toestel stemt nu automatisch op
deze zender af. Het volume wordt op het
reeds vastgelegde TA volumeniveau
(zie bladzijde 18) gesteld en u hoort de
verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen levert namelijk geen
signalen die voor TA standby ontvangst zijn
vereist.
Om TA standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt.
Druk op ¢ of 4 om een
dergelijke zender op te zoeken.
De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. TA standby ontvangst
is nu geactiveerd.
14
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een
zender verkeersinformatie start uit te zenden.
Het toestel verandert nu automatisch van bron
en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby
ontvangst, drukt u nogmaals op T (TP/PTY). De
TP indicator dooft.
Page 15
Het gebruik van PTY standby
ontvangst
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete
programmagenre (PTY: Programmagenre)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of
een andere aangesloten afspeelbron).
• PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY
standby ontvangst kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby
ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY
standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
(PSM: zie bladzijde 33).
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de
PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd indien
de PTY indicator is opgelicht.
Zodra een zender een programma van het
gekozen programmatype start uit te zenden,
stemt het toestel op deze zender.
• PTY standby ontvangst is nog niet
geactiveerd indien de PTY indicator knippert.
De zender die wordt ontvangen levert
namelijk geen signalen die voor PTY standby
ontvangst zijn vereist.
Om PTY standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt.
Druk op ¢ of 4 om een
dergelijke zender op te zoeken.
De PTY indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. PTY standby
ontvangst is nu geactiveerd.
NEDERLANDS
2
Selecteer de vermelding “PTY
STBY” (standby) als deze niet al
meteen op de display wordt
weergegeven.
3
Selecteer een van de
negenentwintig PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 19).
De naam van de PTYcode die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en
in het geheugen
opgeslagen.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten.
Zodra een zender een programma van het
gekozen programmatype start uit te zenden,
verandert het toestel automatisch van bron en
wordt op deze zender afgestemd.
Voor het uitschakelen van PTY standby
ontvangst, kiest u “OFF” in de hier links
beschreven procedure stap 3. De PTY indicator
dooft.
15
Page 16
Uw favoriete programmagenre
opzoeken
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken.
Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen
voor het later gemakkelijk opzoeken onder de
cijfertoetsen vastleggen.
Bij het verlaten van de fabriek, standaard liggen
de volgende zes programmagenres achter de
cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen.
2
Selecteer een van de negenentwintig
PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie
bladzijde 19).
De naam van de PTYcode die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven.
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over
het opslaan van uw favoriete
programmagenres.
Zie bladzijde 17 voor een uitleg over het
zoeken van uw favoriete programma.
1
POP M
45
CLASSICS
Uw favoriete programmagenres in het
NEDERLANDS
2
ROCK MEASY M
AFFAIRS
VARIED
geheugen opslaan
1
Druk op T (TP/PTY) in en houd deze
ten minste 2 seconden ingedrukt
terwijl u naar een FM-zenders
luistert.
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en
houd deze minste 2 seconden vast om
de geselecteerde PTY-code op te slaan
onder de cijfertoets van uw keuze.
3
6
Gekozen voorkeurnummer en “MEMO”
(geheugen) worden afwisselend getoond.
4
Houd T (TP/PTY) langer dan 2
seconden ingedrukt om deze functie
te verlaten.
16
Page 17
Een favoriet programmatype opzoeken
1
Druk op T (TP/PTY) in en houd deze
ten minste 2 seconden ingedrukt
terwijl u naar een FM-zenders luistert.
• Als er een station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, stemt de toestel automatisch op
dat station af.
• Als er geen station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, blijft de toestel afgestemd op het
station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes
niet goed.
De PTY-code die als laatste werd
geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Kiezen van een favoriet
programmatype
of
Kiezen van een van de
negenentwintig PTY-codes
Het voorkeurnummer verschijnt
uitsluitend indien u een PTY-code
met de cijfertoetsen heeft gekozen.
Bijv.: Met “ROCK M” gekozen
3
Druk op ¢ of 4 om het
PTY-zoeken naar uw gewenste
programma te starten.
Andere nuttige RDS-functies en
het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station
bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de toestel wanneer u op een van
de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op
de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-zender is, gebeurt er
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet
sterk genoeg is, gaat de toestel op basis van de
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar
een andere, sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt als de voorkeurzender die u
hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken
genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht
enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er
op een ander station wordt afgestemd.
Als u het zoeken naar een programma wilt
activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 32.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“P(Programma)-SEARCH” te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van
de klok mee en selecteer “ON”.
De voorziening Programma zoeken is nu
ingeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt
beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 3 de
vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de
wijzers van de klok in te draaien.
NEDERLANDS
17
Page 18
De weergave op de display wijzigen
terwijl u naar een FM-station luistert
Wat er als eerste op de display wordt weergegeven
wanneer u naar een FM-station luistert dat gebruik
maakt van het RDS-systeem, kunt u zelf bepalen.
U kunt de oorspronkelijke weergave desgewenst
wijzigen in de stationsnaam (PS NAME) of de
frequentie van het ontvangen station (FREQ).
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 32.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TU DISP” (tunerdisplay) te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om de
gewenste instelling te kiezen (“PS NAME” of
“FREQ”).
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Opmerking:
Door op D (DISP) te drukken kunt u de weergave op
de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-
NEDERLANDS
station luistert dat RDS-signalen uitzendt.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verschijnt de
volgende informatie op de display:
Stationsnaam
(PS NAME)
Frequentie station
(FREQ)
Programmagenre
(PTY)
• Na enkele seconden keert de display terug naar de
oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor
verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de TA standby ontvangst
van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat
geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie
wordt ontvangen, worden aangepast aan het
volume dat u hebt ingesteld.
18
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 32.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TA VOL” (volume) te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het
gewenste volume te selecteren.
U kunt het volume instellen op een waarde
van “VOL 00” tot “VOL 50”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze
ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de
tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDSsignaal van een zender worden meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt
aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen
wijzigen (PSM)” op bladzijde 32.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“AUTO ADJ” (aanpassen) te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “OFF” te selecteren.
U hebt het automatisch aanpassen van de
klok nu uitgeschakeld.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt
activeren, moet u de procedure herhalen en in stap
3 “ON” selecteren door de bedieningsschijf met de
wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt
gekozen, dient u de toestel tenminste 2 minuten op
hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de
klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de toestel
maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in
het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
taal van het land of gebied
OLDIES:Gouwe-Ouwe
FOLK M:Folk-muziek
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
NEDERLANDS
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties
kan worden ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie E
Programma 1
op frequentie D
19
Page 20
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
Zie “BEDIENING VAN MP3” op bladzijden 26 tot
29 voor bediening met een MP3 disc geplaatst.
Een CD afspelen
1
Open het bedieningspaneel.
NEDERLANDS
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Wanneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u
op CD/CD-CH om het apparaat aan te zetten en
het afspelen automatisch te laten beginnen.
2
Plaats een CD in de lade.
Het toestel wordt
ingeschakeld, de disc in
het mechanisme
getrokken en de
weergave start
automatisch.
3
Sluit het bedieningspaneel met de
hand.
Alle
fragmenten
afgespeeld totdat u de weergave stopt.
20
worden herhaald
Het display verandert en toont het volgende:
De indikator
CD-geplaatst
T
otale afspeeltijd van
de CD die in de
CD-lade is geplaatst
Verstreken
afspeeltijd
* Met “CLOCK” op “ON” gesteld (zie bladzijde
34), wordt na de huidige aanduiding de kloktijd
weer getoond.
Opmerkingen:
• Een omgekeerd geplaatste CD wordt automatisch
uitgeworpen (indien het bedieningspaneel open is).
Indien het bedieningspaneel is gesloten, zal de
hiervoor gekozen bron weer worden ingesteld en
“PLEASE” en “EJECT” afwisselend op het display
worden getoond.
• Wanneer u het bedieningspaneel opent door een
druk op 0, wordt de CD automatisch uitgeworpen.
• Indien er geen CD in de lade is geplaatst en u CD
als bron kiest, zal “NO DISC” op het display
worden getoond.
• Indien de geplaatste disc een CD Text is, verschijnt
automatisch de disctitel/zanger(es) en vervolgens
de fragmenttitel.
Huidige fragment
Aanduiding
huidige bron*
T
otaal aantal
fragmenten op
de CD die in de
CD-lade is geplaatst
Page 21
Stoppen met afspelen en de CD terug
laten springen
Druk op 0.
De CD-weergave stopt en het bedieningspaneel
schuift omlaag. De CD wordt automatisch uit de
lade uitgeworpen. De vorige afspeelbron wordt
geselecteerd.
• De CD-weergave stopt tevens wanneer u van
bron verandert (zonder de CD uit te werpen).
Bij het later weer kiezen van “CD” als bron, zal
de CD-weergave starten vanaf het punt waar u
hiervoor was gestopt.
Opmerkingen:
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer
15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd,
wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade
geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer
wordt niet automatisch met afspelen begonnen).
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen
wanneer het apparaat is uitgezet.
Een fragment of een bepaald
punt op de CD zoeken
Het fragment versneld vooruit afspelen of
achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen
van een CD op ¢ en
houd deze toets ingedrukt
om het fragment versneld
vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen
van een CD op 4 en
houd deze toets ingedrukt
om het fragment achteruit
af te spelen.
Naar het volgende of naar het vorige
fragment gaan
Druk tijdens het afspelen
van een CD kort op ¢
om naar het begin van het
volgende fragment te gaan.
Telkens wanneer u
meerdere malen op de toets
drukt, wordt het begin van
het eerstvolgende fragment
gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op
4 om naar het begin van het huidige
fragment te gaan.
Telkens wanneer u meerdere malen op de toets
drukt, wordt het begin van het vorige fragment
gezocht en afgespeeld.
Direct naar een bepaald fragment gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald
fragment hoort, om het afspelen van dat
fragment te laten beginnen.
•
Om een fragment met nummer 1 – 6 te
selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een fragment met nummer 7 – 12
te selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
Snel naar een fragment verspringen
(+10 en –10 toetsen)
1 Druk op M (MODE) om de functiemodus te
activeren tijdens weergave van een CD.
“MODE” knippert op de
bovenkant van het display.
2 Druk op +10 of –10.
10 fragmenten* in
achterwaartse richting naar
het laatste fragment
verspringen
10 fragmenten* in
achterwaartse richting tot
het eerste fragment
verspringen
* Bij de eerste druk op de +10 of –10 toets
wordt naar het fragment met het
dichtstbijzijnde hogere of lagere tiental
versprongen (bijv. het 10de, 20
fragmentnummer).
Door een volgende druk op de toets kunt u
tegelijkertijd 10 fragmenten verspringen (zie
“Gebruik van de +10 en –10 toetsen” op
bladzijde 22).
• Na het laatste fragment wordt weer het
eerste fragment gekozen en viceversa.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
ste
of 30
ste
NEDERLANDS
21
Page 22
Gebruik van de +10 en –10 toetsen
Kiezen van fragmentnummer 32 tijdens
• Bijv. 1:
weergave van fragmentnummer 6
(Drie keer)(Twee keer)
Fragment 6 \ 10 \ 20 \ 30\ 31 \ 32
• Bijv. 2: Kiezen van fragmentnummer 8 tijdens
weergave van fragmentnummer 36
(Drie keer)(Twee keer)
Fragment 36 \ 30 \ 20 \ 10 \ 9 \ 8
CD-afspeelmodi selecteren
Fragmenten in willekeurige volgorde afspelen
NEDERLANDS
(Willekeurige weergave van een disc)
U kunt alle fragmenten van de CD in willekeurige
volgorde afspelen.
1 Druk op de toets M (MODE) om
de functiemodus te activeren
terwijl u een CD afspeelt.
“MODE” knippert op de bovenkant
van het display.
Fragmenten meerdere keren afspelen
(Herhaalde weergave van een fragment)
U kunt het huidige fragment meerdere keren
afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een CD
op de toets M (MODE) om de
functiemodus te activeren.
“MODE” knippert op de bovenkant
van het display.
2 Druk op RPT (herhalen), terwijl
“MODE” nog op het display
knippert zodat “TRK RPT” op het
display verschijnt.
Door iedere druk op de toets wordt
de functie voor herhaalde
weergave van een fragment
afwisselend geactiveerd en
uitgeschakeld.
De indicator RPT
Met de functie voor herhaalde weergave van een
fragment geactiveerd, licht de RPT indicator op
het display op. Het huidige fragment wordt
herhaald afgespeeld.
2 Druk op RND (willekeurig) terwijl
“MODE” nog op het display
knippert zodat “DISC RND” op het
display verschijnt.
Door iedere druk op de toets wordt
de functie voor willekeurige
weergave van een disc
afwisselend geactiveerd en
uitgeschakeld.
De indicators (disc) en RND
Met de functie voor willekeurige weergave van
een disc geactiveerd, lichten de en RND
indicators op het display op. De weergave van
een willekeurig gekozen fragment start.
22
Page 23
De tekst van een CD met CD
Text weergeven
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen
zoals de titel van de CD, de naam van de
uitvoerende artiest en de titel van de tracks.
Deze informatie van de CD Text wordt
automatisch getoond bij weergave van een CD
Text.
Voor het handmatig veranderen van de
CD Text informatie, kiest u tijdens het
afspelen van de CD Text de
tekstdisplayfunctie.
Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, verandert de
weergave op de display en
wel als volgt:
Titel van de CD / Artiest
Fragmenttitel
( licht op het display op)
Verstreken afspeeltijd en
nummer huidige fragment
Vergrendelen van een disc
U kunt voorkomen dat een disc per ongeluk
wordt uitgeworpen door de disc in de lade te
vergrendelen.
Druk op CD/CD-CH,
langer dan 2 seconden
ingedrukt.
“NO EJECT” knippert ongeveer 5 seconden op
het display en de disc is vergrendeld zodat deze
niet per ongeluk kan worden verwijderd.
Voor het annuleren van de vergrendeling en
verwijderen van de disc
Druk op CD/CD-CH,
tegelijkertijd
seconden ingedrukt.
ongeveer 5 seconden op het display en de disc is
nu ontgrendeld.
en houd tegelijkertijd
en houd
nogmaal langer dan 2
“EJECT OK” knippert
NEDERLANDS
Opmerkingen:
• Het display toont tegelijkertijd maximaal 8 tekens en
de tekens worden rollend getoond indien er meer
dan 8 tekens zijn.
Zie tevens “De modus voor lopende tekst selecteren
—SCROLL” op bladzijde 35.
Bepaalde tekens of symbolen worden niet getoond
op het display (en er verschijnt een blanco).
(Bijv. “ABCå!d#” ]“ABCA D ”)
• Wanneer u op de toets D (DISP) drukt terwijl u naar
een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding
“NO NAME” op de display voor de titel/artiest van
de CD en de titel van het fragment.
23
Page 24
MP3 INTRODUCTIE
Wat is MP3?
MP3 is de afkorting van een lange Engelse term:
Motion Picture Experts Group (of MPEG) Audio
Layer 3. Kort gezegd is MP3 een indeling voor
gegevensbestanden met een
compressieverhouding van 1:10 (128 Kbps*). Dit
houdt in dat u met de MP3-bestandsindeling 10
keer zoveel gegevens op een CD-R of CD-RW
kunt zetten dan er op een gewone muziek-CD
past.
* Bit-rate is het gemiddelde aantal bits dat er
voor 1 seconde aan audio nodig is. De bit-rate
wordt uitgedrukt in Kbps, ofwel kilobits per
seconde (1024 bits/seconde). Hoe hoger de
bit-rate, hoe beter de geluidskwaliteit. De
meest gangbare bit-rate voor het coderen van
audio is 128 Kbps.
Deze toestel is uitgerust met een MP3-decoder.
Dit betekent dat het mogelijk is om MP3bestande (fragmenten) af te spelen die op CD-R,
CD-RW en CD-ROM zijn opgenomen.
Compatibel met ID3v1 (Versie 1)
NEDERLANDS
In elk MP3-bestand kan aanvullende informatie
worden opgeslagen, zoals de albumtitel, naam
van de uitvoerende artiest, titel van de song, jaar
van de opname, genre en een korte opmerking.
Deze toestel kan dergelijk informatie (albumtitel,
naam van de uitvoerende artiest en titel van de
song), die ID3v1 (Versie 1)-tags worden
genoemd, op de display weergeven. (Zie
bladzijde 27).
• Sommige tekens kunnen niet op de juiste
manier worden weergegeven.
• Deze toestel is niet compatibel met ID3v2
(Versie 2).
Andere kenmerken van deze toestel:
• Maximaal aantal mappen/bestanden:
289 (Totaal)
•
Beschikbare tekens voor map/bestandnaam:
A–Z, 0–9, _ (underscore)
• Maximaal aantal tekens voor bestandsnamen
(ISO 9660 Niveau 1): 12 (inclusief
(ISO 9660 Niveau 2): 31 (inclusief
(Joliet):64 (inclusief
• Maximaal aantal tekens voor mapnaam: 64
24
scheidingsteken—“.”
en extensie—“mp3”)
scheidingsteken—“.”
en extensie—“mp3”)
scheidingsteken—“.”
en extensie—“mp3”)
Waarschuwingen met betrekking tot
het maken van MP3-bestanden op
CD-R’s en CD-RW’s
Deze toestel kan alleen MP3-bestanden lezen die
de bestandsindeling hebben die voldoet aan deze
normen: ISO 9660 Niveau 1, Niveau 2 of Joliet.
Hoe worden MP3 bestanden
opgenomen en afgespeeld?
MP3-“bestanden (of fragmenten)” worden
tijdens het opnemen “mappen” geplaatst, zoals
deze in computertermen worden genoemd.
Tijdens de opnameprocedure kunnen bestanden
en mappen op dezelfde manier worden
geordend als dat bij bestanden en mappen met
computergegevens kan.
De “hoofdmap” is de bovenste map in de
hiërarchie met mappen en bestanden. Elk
bestand en elke map vallen onder de hoofdmap
en kunnen vanuit de hoofdmap worden benaderd.
In welke volgorde bestanden worden afgespeeld,
doorzocht, en in welke volgorde mappen met
MP3-bestanden worden doorzocht, wordt
bepaald door de encoding-toepassing die de
muziek in MP3-indeling omzet. De
afspeelvolgorde kan dus anders zijn dan wat u in
gedachte hebt als u de mappen en bestanden
opneemt.
Op de volgende pagina is te zien hoe MP3bestanden op CD-R en CD-RW worden
opgenomen, afgespeeld en hoe deze met deze
toestel worden opgezocht.
Opmerkingen:
• Deze toestel kan CD-ROM’s met MP3-bestanden
lezen, maar als er op de CD-ROM ook bestanden in
een andere indeling dan MP3-bestanden staan, kost
het de toestel meer tijd de disk te doorzoeken. De
aanwezigheid van andere bestandsindelingen kan
ook een storing in de toestel veroorzaken.
• De toestel kan geen MP3-bestanden lezen of
schrijven als deze niet de extensie mp3 hebben.
• Deze speler is niet geschikt voor data die met de
Layer 1 en 2 formaten zijn gecodeerd.
• Deze toestel is niet compatibel met Playlist**.
**
Een playlist is een eenvoudig tekstbestand, zoals deze
op PC’s worden gebruikt, waarmee gebruikers zelf de
afspeelvolgorde van de bestanden kunnen bepalen
zonder de bestanden fysiek opnieuw te ordenen.
Page 25
De configuratie van MP3-mappen en bestanden
Hiërarchieën
ROOT
01
Niveau 1
Niveau 2
1 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
: Hoofdmap
: Mappen
3 4
5 6
02
ROOT
01
03
04
0509
11102120
08
0607
8
7
9
1312
17
151614
18
19
232224
NEDERLANDS
:
MP3-bestanden
Opmerking:
Er is geen limiet qua aantal hiërarchieniveaus (mappen dat onder). Beperk echter bij voorkeur het aantal
hiërarchieniveaus tot maximaal 8 voor een stabiele werking.
MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde
• De cijfers die naast de MP3-bestanden ( ) zijn omcirkeld geven de afspeelvolgorde en de
zoekvolgorde van de MP3-bestanden aan. Normaalgesproken speelt deze toestel MP3bestanden af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
• De cijfers in de mappen geven de afspeelvolgorde en zoekvolgorde van de mappen op de MP3CD aan. Normaalgesproken speelt deze toestel MP3-bestanden in de mappen af in de volgorde
waarin deze zijn opgenomen.
25
Page 26
BEDIENING VAN MP3
Zie tevens “GEBRUIK VAN DE CD-SPELER” op
bladzijden 20 tot 23.
Weergave van een MP3 disc
1
Open het bedieningspaneel.
NEDERLANDS
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Wanneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u
op CD/CD-CH om het apparaat aan te zetten en
het afspelen automatisch te laten beginnen.
2
Plaats een MP3 disc in de
laadopening.
Het toestel wordt
ingeschakeld, de disc in
het mechanisme
getrokken en de
weergave start
automatisch.
3
Sluit het bedieningspaneel met de
hand.
Alle bestanden worden herhaald afgespeeld
totdat u de weergave zelf stopt.
26
Het display verandert en toont het volgende:
De indicator
CD-geplaatst
Totaal aantal
mappen
Bijv.: Indien de disc 19 mappen en 144 MP3
bestanden heeft
* Met “CLOCK” op “ON” gesteld (zie bladzijde
34), wordt na de huidige aanduiding de kloktijd
weer getoond.
Opmerkingen:
• MP3 discs vereisen een langere afleestijd.
(De tijd verschilt afhankelijk van de complexiteit
van de configuratie van mappen/bestanden).
• De map- en bestandnamen (of ID3 tags)
verschijnen automatisch zodra de weegave start.
(Zie tevens bladzijde 27).
• Indien u van bron verandert of de stroom
uitschakelt, zal de discweergave stoppen (de disc
wordt niet uitgeworpen).
Indien u later weer de CD-speler als bron kiest of
de stroom inschakelt, zal de discweergave vanaf het
hiervoor gestopte punt worden voortgezet.
Totaal aantal
bestanden
De indicator MP3
Aanduiding
huidige bron*
Page 27
Stoppen van de weergave en uitwerpen
van de disc
Druk op 0.
De weergave stopt en het bedieningspaneel
schuift omlaag.
De disc wordt automatisch uit de lade geworpen.
Veranderen van de display-informatie
Bij weergave van een MP3 bestand, kunt u de op
het display getoonde informatie voor de MP3 disc
veranderen.
Elke keer wanneer u op D (DISP)
verandert het display en toont het
volgende:
• Met “TAG DISP” op “TAG ON” gesteld
(basisinstelling: zie bladzijde 35)
Albumnaam / Artiest
(mapnaam*)
(TAG licht op het display op)
Fragmenttitel (bestandnaam*)
(TAG licht op het display op)
Verstreken afspeeltijd en
huidige bestandnummer
* Indien een MP3 bestand geen ID3 tags heeft, zal
de mapnaam en bestandnaam verschijnen. In dat
geval licht TAG niet op het display op.
• Met “TAG DISP” op “TAG OFF” gesteld
Mapnaam
( licht op het display op)
Bestandnaam
( licht op het display op)
Opzoeken van een bestand of
een bepaald gedeelte op een
MP3 disc
Zie bladzijde 25 voor “MP3’s afspeelvolgorde en
zoekvolgorde”.
Versnelde weergave van een bestand in
voor- of achterwaartse richting
Houd tijdens weergave
van een MP3 disc ¢
ingedrukt om het bestand
versneld in voorwaartse
richting af te spelen.
Houd tijdens weergave
van een MP3 disc 4
ingedrukt om het
bestand versneld in
achterwaartse richting af
Opmerking:
Tijdens deze bediening hoort u uitsluitend
onderbroken geluid. (De verstreken speeltijd
verandert tevens onderbroken op het display.)
Verspringen naar volgende of voorgaande
bestanden
Druk tijdens weergave kort op 4 om naar
het begin van het huidige bestand te verspringen.
Door iedere hierna volgende druk op de toets
wordt het begin van voorgaande bestanden
opgezocht en afgespeeld.
te spelen.
Druk tijdens weergave
kort op ¢ om naar
het begin van het
volgende bestand te
verspringen.
Door iedere hierna
volgende druk op de toets
wordt het begin van het
daarop volgende bestand
opgezocht en afgespeeld.
NEDERLANDS
Verstreken afspeeltijd en
huidige bestandnummer
Opmerking:
Het display toont tegelijkertijd maximaal 8 tekens en
de tekens worden rollend getoond indien er meer dan
8 tekens zijn.
Zie tevens “De modus voor lopende tekst selecteren
—SCROLL” op bladzijde 35.
Snel naar een bepaald bestand binnen de
huidige map gaan (+10 en –10 toetsen)
1 Druk op M (MODE) om de functiemodus te
activeren tijdens weergave van een MP3 disc.
“MODE” knippert op de
bovenkant van het display.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
27
Page 28
2 Druk op +10 of –10.
10 bestanden* in
voorwaartse richting naar het
laatste bestand verspringen
10 bestanden* in
achterwaartse richting tot het
eerste bestand verspringen
* Bij de eerste druk op de +10 of –10 toets,
wordt naar het bestand met het
dichtstbijzijnde hogere of lagere tiental
versprongen (bijv. het 10de, 20
bestandnummer).
Door iedere volgende druk kunt u 10
bestanden verspringen (zie “Gebruik van de
+10 en –10 toetsen” hieronder).
• Na het laatste bestand wordt het eerste
bestand gekozen, en viceversa.
Gebruik van de +10 en -10 toetsen
• Bijv. 1:
Kiezen van bestandnummer 32 tijdens
weergave van bestandnummer 6
NEDERLANDS
(Drie keer)(Twee keer)
Bestand 6 \ 10 \ 20 \ 30\ 31 \ 32
• Bijv. 2: Kiezen van bestandnummer 8 tijdens
weergave van bestandnummer 36
(Drie keer)(Twee keer)
Bestand 36 \ 30 \ 20 \ 10\ 9 \ 8
Direct naar een bepaalde map gaan
BELANGRIJK:
Voor het direct opzoeken van mappen met
gebruik van de cijfertoets(en), moeten
mappen voor hun mapnaam een twee-cijferig
nummer hebben. (U kunt dit nummer
uitsluitend tijdens opname van CD-R’s of
CD-RW’s vastleggen).
Bijv.: Indien de mapnaam “01 ABC” is
=
Druk op 1 om naar map 01 ABC te
gaan.
Indien de mapnaam “1 ABC” is, kunt
u door een druk op 1 niet naar deze
map gaan.
Indien de mapnaam “12 ABC” is
= Houd 6 (12) ingedrukt om naar map
28
12 ABC te gaan.
Druk op de cijfertoets die met het mapnummer
overeenkomt om de weergave van het eerste
bestand in deze map af te spelen.
• Voor het kiezen van mapnummer
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
ste
ste
, 30
• Voor het kiezen van mapnummer 07 – 12:
Houd 1 (7) – 6 (12) langer dan één seconde
ingedrukt.
01 – 06:
Opmerkingen:
• Indien “MP3” op het display knippert na het kiezen
van een map, betekent dit dat deze map geen MP3
bestanden bevat.
• U kunt geen mappen met een hoger nummer dan 12
direct kiezen.
Voor het opzoeken van een bepaald bestand
in een map, drukt u na het kiezen van de map
op ¢ of 4.
Verspringen naar de volgende of
voorgaande map
Druk tijdens weergave van een
MP3 disc op 5 (hoger) om
naar de volgende map te
verspringen.
Door iedere volgende druk op
de toets wordt de volgende
map opgezocht (en het eerste
bestand, indien opgenomen
van de betreffende map wordt
afgespeeld).
Druk tijdens weergave van een MP3 disc op ∞
(lager) om naar de volgende map te
verspringen.
Door iedere volgende druk op de toets wordt de
voorgaande map opgezocht (en het eerste
bestand, indien opgenomen van de betreffende
map wordt afgespeeld).
Opmerking:
Een map wordt overgeslagen indien er geen MP3
bestanden in zijn opgenomen.
Page 29
Kiezen van MP3
weergavefuncties
Bestanden in een willekeurige volgorde
afspelen (Willekeurige weergave van een
map/disc)
Alle bestanden van de huidige map of alle
bestanden van de MP3 disc kunnen kris-kras
doorelkaar worden afgespeeld.
1 Druk tijdens weergave van een
MP3 disc op M (MODE) om de
functiemodus te activeren.
“MODE” knippert op de bovenkant
van het display.
2 Druk op RND (willekeurig) terwijl
“MODE” nog op het display
knippert zodat “FLDR RND” of
“DISC RND”op het display
verschijnt.
Elke keer wanneer u op deze toets
drukt, verandert de willekeurige
weergavefunctie als volgt:
DISC RNDFLDR RND
Uit, geen aanduiding
Bestanden herhaald afspelen
(Herhaalde weergave van bestand/map)
Het huidige bestand of alle bestanden van de
huidige map kunnen herhaald worden
afgespeeld.
1 Druk tijdens weergave van een
MP3 disc op M (MODE) om de
functiemodus te activeren.
“MODE” knippert op de bovenkant
van het display.
2 Druk op RPT (herhalen) terwijl
“MODE” nog op het display
knippert zodat “TRK RPT” of
“FLDR RPT” op het display
verschijnt.
Elke keer wanneer u op deze toets
drukt, verandert de herhaalde
weergavefunctie als volgt:
TRK RPTFLDR RPT
Uit, geen aanduiding
NEDERLANDS
(map) en RND indicators
Bijv.: Met “FLDR RND” gekozen
Functie
FLDR RND en RNDAlle bestanden van
DISC RND en RNDAlle bestanden van
ActieveWillekeurige
indicatorweergave van
indicatorsde huidige map, en
lichten op.de bestanden van
de volgende map,
enz.
indicatorsde disc.
lichten op.
RPT indicator
Bijv.: Met “TRK RPT” gekozen
Functie
TRK RPTRPT indicator Het huidige (of
FLDR RPT en RPTAlle bestanden
ActieveHerhaalde
indicatorweergave van
licht op.gespecificeerde)
bestand.
indicatorsvan de huidige (of
lichten op.gespecificeerde)
map.
29
Page 30
GELUID REGELEN
Selecteren van vastgelegde
geluidsfuncties
(C-EQ: custom equalizer)
U kunt een van de reeds vastgelegde
geluidsfuncties (C-EQ: custom equalizer) kiezen
die bij de af te spelen muziek past.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Druk tijdens weergave op M (MODE)
om de functiemodus.
“MODE” knippert op de
bovenkant van het display.
2
Druk op EQ (equalizer) terwijl
“MODE” nog op het display knippert.
De laatst gekozen
NEDERLANDS
geluidsfunctie wordt
opgeroepen en voor de
huidige bron gebruikt.
IndicatieVoor:
USER(Neutraal0000OFF
geluid)
ROCKRock of+03+01ON
disco muziek
CLASSIC Klassieke+01–02OFF
muziek
POPSPopulaire+04+01OFF
muziek
HIP HOP Funk of+0200ON
Rap muziek
JAZZJazz muziek+02+03OFF
Opmerking:
U kunt iedere geluidsfunctie naar wens instellen.
Nadat u een instelling heeft gemaakt, wordt deze
automatisch voor de huidige gekozen geluidsfunctie
vastgelegd. Zie “Geluid aanpassen” op bladzijde 31.
Vastgestelde waarden
BASTRE LOUD
30
De geluidsfunctie-indicator knippert.
Bijv.: Indien u hiervoor “USER” had gekozen
3
Selecteer de gewenste geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert de
geluidsmodus en wel als
volgt:
USER
De geluidsfunctie-indicator knippert.
Bijv.: Met “ROCK” gekozen
ROCK
CLASSIC
POPSHIP HOPJAZZ
Page 31
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens
instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt
aanpassen.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, wordt de
aanpasbare tijd als volgt
gewijzigd:
BAS
(bas)
VOL
(volume)
IndicatieDoel:Bereik
1
BAS*
1
TRE*
2
FAD*
BALEvenwicht tussenL06 (Allen links)
LOUD*1De lage en hoge
WOOFER Instellen van het0 (min.)
TRE
(treble)
Bastonen–06 (min.)
aanpassen. |
Treble–06 (min.)
aanpassen. |
Evenwicht tussenR06 (
voor- en
achterspeakers |
aanpassen.F06 (Allen
linker- en |
rechterspeakerR06 (Allen
aanpassen. rechts)
tonen worden
versterkt voor een
goed gebalanceerd
geluid bij
weergave met
een laag volume.
subwooferuitgangs |
niveau.8 (max.)
FAD
(faden)
WOOFER
(subwoofer)
BAL
(balans)
LOUD
(loudness)
+06 (max.)
+06 (max.)
Allen
achterin
voorin)
LOUD ON
|
LOUD ON
)
*1Indien u de lage tonen, hoge tonen of
toonversterking instelt, zal die instelling worden
vastgelegd voor de huidige gekozen geluidsfunctie
(C-EQ) met inbegrip van “USER”.
*2Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u
FAD op “00” zetten.
*3Normaliter werkt de regelschijf als volumeregelaar.
U hoeft voor het instellen van het volume dus niet
“VOL” te kiezen.
2
Stel in.
Verhogen van het
niveau of activeren van
de toonversterking
Verlagen van het
niveau of uitschakelen
van de toonversterking
Het patroon op de indicator voor de
equalizer verandert wanneer u de
weergave van lage of hoge tonen aanpast.
Bijv. 1: Als u “TRE (treble)” aanpast
Bijv. 2: Wanneer u de toonversterking
activeert
3
Herhaal stappen 1 en 2 voor het
instellen van andere onderdelen.
Voor het terugstellen van iedere
geluidsfunctie naar de fabrieksinstelling,
herhaalt u dezelfde procedure maar voert u
daarbij de in de tabel op bladzijde 30 gegeven
vooringestelde waarden in.
NEDERLANDS
VOL*
3
Het volume00 (min.)
aanpassen. |
50 (max.)
31
Page 32
ANDERE HOOFDFUNCTIES
De algemene instellingen
wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items
die op de volgende bladzijde staan vermeld te
wijzigen.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2
Selecteer het PSM-item waarvan u
NEDERLANDS
de instelling wilt wijzigen. (Zie
bladzijde 33).
3
Wijzig het PSM-item dat u hebt
geselecteerd.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u de andere
PSM-items wilt aanpassen.
5
Voltooi de instelling.
32
Bijv.: Met “LEVEL” gekozen
Page 33
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
• Zie de in de tabel aangegeven bladzijden voor details aangaande ieder PSM-onderdeel.
AanduidungenKiesbare waarde/onderdelen
CLOCK HInstellen van het uur
CLOCK MInstellen van de minuten
24H/12H24/12-uur aanduiding
voor de klok
AUTO ADJAutomatische klokinstelling
CLOCKKlokdisplay
TU DISPTunerdisplay
AF-REGAlternatieve frequentie/
Regionale ontvangst
PTY STBYPTY-standby
TA VO LVolume voor
verkeersinformatie
P-SEARCH Programma zoeken
DAB AF*2Zoeken naar alternatieve
frequenties
DAB VOL*2DAB volume-instelling
LEVELNiveaudisplay
DIMMERDimmerfunctie
TELAudiodemping voor
cellulaire
telefoonsystemen
BEEPPieptoon bij toetsbediening
SCROLLModus voor lopende tekst
3
EXT IN*
Extern apparaat
TAG DISPWeegave van tags
Fabrieksin-Zie
stellingenblz.
TerugVerder
0:00
TerugVerder
12H24H
OFF
FREQ
PS NAME
ON
ON
24H
ON
ON
PS NAME
AFAF REG
1
OFF*
OFF
29 programmtypen
(zie bladzijde 19)
OFF
VOL 00 — VOL 5018VOL 20
OFF
ON
AF ON
AUDIO 1AUDIO 2
OFF
AUTOOFF
ON
MUTING 1MUTING 2
OFF
OFFON
ONCEAUTO
OFF
CHANGER
LINE IN
OFF
AF ON
AUDIO 2
AUTO
OFF
ON
ONCE
CHANGER
TAG OFFTAG ONTAG ON
8
8
18OFF
34
18
13, 14AF
15
17
NEDERLANDS
48AF OFF
48VOL–12 — VOL+12VOL00
34
34
34
34
35
35
35
*1Wordt uitsluitend getoond wanneer “DAB AF” op “AF OFF” is gesteld.
*2Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten.
*3Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM en CD.
33
Page 34
Instellen van het klokdisplay—CLOCK
U kunt een instelling maken zodat de klok op het
display wordt getoond wanneer het toestel is
ingeschakeld.
Bij het verlaten van de fabriek is de instelling
gekozen waarbij de klok op het display wordt
getoond.
• ON:De klok wordt op het display
getoond.
• OFF:De klok wordt niet getoond. Met
Met CLOCK op OFF gesteld:
Bron
TunerGolfband
NEDERLANDS
CD en“CD” of
CD-CHdiscnummer
Met CLOCK of ON gesteld:
Bron
TunerKlokDe golfband verschijnt
CD enKlok“CD” of discnummer en
CD-CHfragment/bestand-
“OFF” gekozen, verschijnt de
andere informatie (zie de tabel
hieronder) in plaats van de klok
(uitgezonderd wanneer “LINE IN”
als bron is gekozen).
HuidigeDoor een druk op
aanduidingD (DISP)
De klok verschijnt
ongeveer 5 seconden.
HuidigeDoor een druk op
aanduidingD (DISP)
ongeveer 5 seconden.
nummer worden
door iedere druk op de
toets afwisselend
getoond.
Kiezen van de niveaumeter—LEVEL
U kunt zelf bepalen welk niveau u in de display
weergegeven wilt hebben.
De standaardinstellingen van de toestel bij het
verlaten van de fabriek is “AUDIO 2”.
• AUDIO 1: Toont de audioniveau-indicator.
• AUDIO 2: Geeft de instelling van “AUDIO 1”
• OFF:Wist de audioniveau-indicator.
34
en het verlichte display weer.
De instelling voor de dimmerfunctie
selecteren—DIMMER
Bij het inschakelen van de koplampen van de
auto wordt de verlichting van de display
automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer).
Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto
Dimmer van de toestel standaard ingeschakeld.
• AUTO:De functie Auto Dimmer is
ingeschakeld.
• OFF:De functie Auto Dimmer is
• ON:De display wordt gedimd.
Opmerking:
Het kan zijn dat de dimmerfunctie van deze toestel bij
bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij
voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer.
In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op
“ON” of “OFF” instellen.
uitgeschakeld.
Audiodemping voor cellulaire
telefoongesprekken selecteren—TEL
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een
cellulair telefoonsysteem is aangesloten.
Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem
dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”.
Bij het verlaten van de fabriek is deze modus
standaard uitgeschakeld.
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u
• OFF:Hiermee wordt de audiodemping
hiermee het geluid kunt dempen.
hiermee het geluid kunt dempen.
voor cellulaire telefoonsystemen
uitgeschakeld.
Geluid bij het aanraken van de toetsen
in- en uitschakelen—BEEP
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het
aanraken van de toetsen uit te schakelen als u
deze geluiden storend vindt. Bij het verlaten van
de fabriek is de functie voor het weergeven van
geluid bij het aanraken van de toetsen echter
ingeschakeld.
• ON:
• OFF:Hiermee schakelt u het geluid bij
Hiermee schakelt u het geluid bij
het aanraken van de toetsen in
het aanraken van de toetsen uit.
.
Page 35
De modus voor lopende tekst selecteren
—SCROLL
U kunt de functie voor het laten rollen van tekens
op het display voor de discinformatie kiezen
(wanneer alle tekens niet in één keer kunnen
worden getoond).
Bij het verlaten van de fabriek staat deze functie
standaard ingesteld op “ONCE”, waardoor
informatie éénmaal als lopende tekst op de display
wordt weergegeven.
• ONCE:De lopende tekst wordt slechts
één keer weergegeven.
• AUTO:De lopende tekst wordt nóg een
keer weergegeven (met
tussenpozen van 5 seconden).
• OFF:De functie Scroll Mode staat uit.
Opmerking:
Ook wanneer de modus voor lopende tekst is
uitgeschakeld “OFF” is het mogelijk tekst lopend op
de display weer te geven door D (DISP) gedurende
ten minste 1 seconde in te drukken.
Het externe apparaat selecteren—EXT IN
Het externe apparaat kan met behulp van de
KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd)
op de ingang van de CD-wisselaar worden
aangesloten.
Als u het externe apparaat via deze toestel als
afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk
onderdeel—de CD-wisselaar of het externe
apparaat—u wilt gebruiken.
Bij het verlaten van de fabriek is de CD-wisselaar
standaard als extern apparaat geselecteerd.
• CHANGER: De CD-wisselaar gebruiken.
• LINE IN:Voor een ander apparaat dan de
CD-wisselaar.
Het weergeven van tags in- en
uitschakelen—TAG DISP
In een MP3-bestand kan bestandsinformatie
liggen opgeslagen in een zogeheten “ID3 Tag”. In
dit label kan informatie liggen opgeslagen zoals
de naam van het album, de artiest, de titel van
de track, enz.
Er zijn twee versies: ID3v1 (ID3-tag, versie 1) en
ID3v2 (ID3-tag, versie 2). Deze toestel kan alleen
informatie van het type ID3v1 verwerken.
Bij het verlaten van de fabriek is deze standaard
ingesteld op “TAG ON”.
• TAG ON:Weergave van informatie in ID3-
tags is ingeschakeld tijdens het
afspelen van MP3-bestanden.
• Als een MP3-bestand geen
ID3-tag heeft, worden de
mapnaam en bestandsnaam
weergegeven.
Opmerking:
Als u tijdens het afspelen van een
MP3-bestand de instelling wijzigt van
“TAG OFF” naar “TAG ON”, wordt
het weergeven van informatie die in
tags ligt opgeslagen vanaf het
volgende bestand geactiveerd.
• TAG OFF: Weergave van informatie in ID3tags is uitgeschakeld tijdens het
afspelen van MP3-bestanden.
(Alleen de mapnaam en de
bestandsnaam worden
weergegeven).
NEDERLANDS
Opmerking:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57
Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan
in de Handleiding voor installatie/aansluiting (aparte
publicatie).
35
Page 36
Namen aan bronnen toekennen
U kunt namen voor CD’s (zowel voor dit toestel
als de CD-wisselaar) invoeren.
De naam die u toekent, wordt vervolgens op de
display weergegeven wanneer u het desbetreffende
apparaat selecteert.
BronnenMaximaal aantal tekens
CDs*32 tekens (maximaal
40 CD’s)
* U kunt geen naam invoeren voor een CD Text en
een MP3 disc.
1
Selecteer een bron waaraan u een
naam wilt toekennen.
CDCD-CH
4
Verplaats de cursor naar de positie
voor het volgende of het vorige teken.
5
Herhaal stappen 3 en 4 totdat de
gehele naam is ingevoerd.
6
Voltooi de procedure terwijl het
laatst gekozen teken knippert.
Door het kiezen van een bron wordt de
NEDERLANDS
stroom automatisch ingeschakeld.
2
Houd D (DISP) ingedrukt en druk
langer dan 2 seconden op SEL
(selecteren).
Bijv.: Indien u een CD als bron selecteert.
3
Selecteer de tekenset.
• Zie de rechterkolom
voor beschikbare
tekens.
Wissen van ingevoerde tekens
Volg de bovenstaande procedure en voer nu in
plaats van tekens spaties in.
Beschikbare tekens
ABCDEFGHIJ
KLM NOPQRST
UVW XYZ
456789
spatie
Opmerkingen:
• Als u probeert een naam toe te kennen aan een 41e
CD, verschijnt de vermelding “NAME FULL” op de
display om aan te geven dat u geen naam kunt
toekennen. (Verwijder in dit geval namen die u niet wilt).
• Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt
u ook namen toekennen aan CD’s in de CDwisselaar. De namen kunnen ook op de display
worden weergegeven als u de CD’s in deze toestel
plaatst.
• Wanneer de stroomtoevoer naar het
geheugencircuit wordt onderbroken (bijvoorbeeld
tijdens het vervangen van de batterij), worden alle
vastgelegde instellingen gewist. U moet in dat geval
het toestel terugstellen (zie bladzijde 2). Voer
vervolgens opnieuw de namen voor de bronnen in.
0123
–
<
/
>
36
Page 37
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen,
wanneer u uit de auto stapt.
U moet het bedieningspaneel voorzichtig
verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,
zodat de connectors op de achterkant van het
bedieningspaneel en de houder van het
bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel
verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet
u er zeker van zijn dat de spanning is
uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
2
Verwijder het bedieningspaneel van
het toestel.
Hoe moet u het bedieningspaneel
weer op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de rechterkant van het
bedieningspaneel in de uitsparing
op de houder.
2
Druk op de linkerkant van het
bedieningspaneel totdat dit in de
houder vastzit.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen
de connectors op een gegeven moment minder
goed gaan functioneren.
Om deze mogelijkheid tot het minimum te
beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd
met een met alcohol bevochtigde katoenen doek
schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors
daarbij niet beschadigt.
NEDERLANDS
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het daarvoor
bestemde doosje.
Connectors
37
Page 38
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR
Gebruik bij voorkeur de JVC, MP3 compatibele
CD-wisselaar met dit toestel.
Met gebruik van deze CD-wisselaar kunt u uw
originele CD-R’s (Opneembaar) en CD-RW’s
(Herschrijfbaar) afspelen die met het audio CDformaat of het MP3-formaat zijn opgenomen.
• U kunt tevens bepaalde andere CD-wisselaars
uit de CH-X serie aansluiten (uitgezonderd de
CH-X99 en CH-X100). Deze andere wisselaars
zijn echter niet voor MP3 geschikt en u kunt
dan dus geen MP3 discs afspelen.
• U kunt CD-wisselaars uit de KD-MK serie niet
met dit toestel gebruiken.
NEDERLANDS
Alvorens uw CD-wisselaar te gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw
CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’s in de houder van de
CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de
CD’s ondersteboven in de houder zitten,
verschijnt op het afleesvenster de tekst
“NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de
houder verwijderen en de CD’s op de juiste
wijze in de houder plaatsen.
• “NO MAG” verschijnt op het display indien er
geen magazijn in de CD-wisselaar is
geplaatst. U moet in dat geval een magazijn
in de CD-wisselaar plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1”
– “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de
verbinding tussen dit apparaat en de
CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de
verbinding controleren, de verbindingskabel(s) stevig vastmaken. En dan op de
resetknop van de CD-wisselaar drukken.
• Indien u een MP3 disc heeft geplaatst:
De weergave start vanaf de eerste map van de
huidige disc nadat de bestanden zijn gecontroleerd.
Gekozen discnummer**
De indicator (map)
**
Met “CLOCK” op “ON” gesteld (zie bladzijde 34),
wordt na de huidige aanduiding de kloktijd weer
getoond.
De indicator MP3
CD’s afspelen
Selecteer de CD-wisselaar (CD-CH).
CDCD-CH*
* U kunt de CD-wisselaar niet kiezen indien u “EXT
IN” op “LINE IN” heeft gesteld (zie bladzijde 35).
38
Opmerking:
De mapnaam verschijnt in plaats van “ROOT” op het
display indien de MP3 disc een map bevat.
Page 39
• Indien u een normale CD heeft geplaatst:
De weergave start vanaf het eerste fragment
van de huidige disc.
Gekozen discnummer*
Verstreken afspeeltijd Huidige fragment
*
Met “CLOCK” op “ON” gesteld (zie bladzijde
34),
wordt na de huidige aanduiding de kloktijd
weer getoond.
Opmerkingen:
• Wanneer u op CD/CD-CH drukt, wordt automatisch
de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op
schakelen.
• De CD-wisselaar weergave stopt wanneer u van
bron verandert. Wanneer u later de CD-wisselaar
weer als bron kiest, start de weergave van de CDwisselaar vanaf het hiervoor gestopte punt.
• De discinformatie verschijnt automatisch op het
display zodra de weergave van een CD Text of MP3
disc wordt gestart. (Zie bladzijden 23 en 27).
te drukken om de spanning in te
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de nummertoets die correspondeert met
het nummer van de CD om het afspelen te laten
beginnen (tijdens weergave van de CD-wisselaar).
• Voor het kiezen van discnummer 1 – 6:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Voor het kiezen van discnummer 7 – 12:
Houd 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer
dan 1 seconde ingedrukt.
Het fragment/bestand versneld vooruit of
achteruit afspelen
Houd tijdens weergave
¢, ingedrukt om het
fragment/bestand versneld
in voorwaartse richting af
te spelen.
Houd tijdens weergave
4, ingedrukt om het
fragment/bestand versneld
in achterwaartse richting af
te spelen.
Naar het volgende of vorige fragmenten/
bestanden en gaan
Druk tijdens weergave kort
op ¢ om naar het
begin van het volgende
fragment/bestand te
verspringen.
Door iedere hierna
volgende druk op de toets
wordt het begin van het
daarop volgende
fragmenten/bestanden
opgezocht en afgespeeld.
NEDERLANDS
Druk tijdens weergave kort op 4 om naar
het begin van het huidige fragment/bestand te
verspringen.
Door iedere hierna volgende druk op de toets
wordt het begin van het voorgaande fragmenten/
bestanden opgezocht en afgespeeld
39
Page 40
Deze bediening is uitsluitend mogelijk met
gebruik van een JVC MP3-compatibele
CD-wisselaar (CH-X1500).
Snel naar een fragment/bestand
verspringen (+10 en –10 toetsen)
1 Druk op M (MODE) om de functiemodus te
activeren tijdens weergave van een disc.
“MODE” knippert op de
bovenkant van het display.
•
Bijv. 2: Kiezen van fragment-/bestandnummer
8 tijdens weergave van fragment-/
bestandnummer 36
(Drie keer)(Twee keer)
Fragment
/bestband 36
\ 30 \ 20 \ 10\ 9 \ 8
2 Druk op +10 of –10.
10 fragmenten/bestanden* in
voorwaartse richting naar het
laatste fragment/bestand
verspringen
10 fragmenten/bestanden* in
achterwaartse richting tot het
eerste fragment/bestand
verspringen
* Bij de eerste druk op de +10 of –10 toets
wordt naar het fragment/bestand met het
NEDERLANDS
dichtstbijzijnde hogere of lagere tiental
versprongen (bijv. het 10de, 20
fragment/bestand).
Door iedere volgende druk kunt u 10
fragmenten/bestanden verspringen (zie
“Gebruik van de +10 en –10 toetsen”
hieronder).
• Na het laatste fragment/bestand wordt weer
het eerste fragment/bestand gekozen, en
viceversa.
Opmerking:
Indien de huidige disc die wordt afgespeeld een
MP3 disc is, wordt naar andere bestanden in
dezelfde map versprongen.
Gebruik van de +10 en –10 toetsen
•
Bijv. 1: Kiezen van fragment-/bestandnummer
32 tijdens weergave van fragment-/
bestandnummer 6
ste
of 30
Verspringen naar de volgende of
voorgaande map (alleen voor MP3 discs)
Druk tijdens weergave van een
MP3 disc op 5 (hoger) om
naar de volgende map te gaan.
Door iedere volgende druk op
de toets wordt de volgende
map opgezocht en het eerste
bestand in deze map wordt
afgespeeld.
ste
Druk tijdens weergave van een MP3 disc op
∞ (lager) om naar de voorgaande map te gaan.
Door iedere volgende druk op de toets wordt de
voorgaande map opgezocht en het eerste
bestand in deze map wordt afgespeeld.
Tonen van disctinformatie van een CD Text
en MP3 discs
De informatie kan uitsluitend worden getoond
indien een JVC CD-wisselaar voorzien van een
functie voor het aflezen van CD Text en/of MP3
discinformatie is aangesloten.
Kies de discdisplayfunctie tijdens
weergave van een CD Text of een MP3
discs.
40
Fragment
/bestand 6
(Drie keer)(Twee keer)
\ 10 \ 20 \ 30 \ 31 \ 32
• Zie bladzijde 23 voor details aangaande
disctinformatie van een CD Text en bladzijde 27
voor details aangaande MP3 discs
disctinformatie.
Page 41
Afspeelmodus selecteren
Fragmenten/bestanden en in willekeurige
volgorde afspelen (Willekeurige weergave
van een map/ disc/magazijn)
1
Druk tijdens weergave op M (MODE)
om de functiemodus te activeren.
“MODE” knippert op de bovenkant
van het display.
2 Druk op RND (willekeurig) terwijl
“MODE” nog op het display
knippert.
Elke keer wanneer u op deze toets
drukt, verandert de willekeurige
weergavefunctie als volgt:
Voor MP3 discs:
DISC RNDFLDR RND
Uit, geen
aanduiding
Voor CD’s:
Uit, geen aanduiding
MAG RND
MAG RNDDISC RND
Functie
FLDR RND* en RNDAlle bestanden van
DISC RND en RNDAlle fragmenten/
MAG RNDRND indicator Alle fragmenten/
* “FLDR RND” is uitsluitend beschikbaar voor MP3
discs.
ActieveWilekeurige
indicatorweergave van
indicatorsde huidige map
lichten op.en vervolgens
alle bestanden van
de volgende map,
enz.
indicatorsbestanden van de
lichten op.huidige (of
gespecificeerde)
disc.
licht op.bestanden van de
geplaatste disc.
NEDERLANDS
De indicator RND
Bijv.: Met “MAG RND” gekozen
Opmerking:
De MP3 indicator licht tevens op indien u een MP3
disc afspeelt.
41
Page 42
Fragmenten/bestanden en meerdere keren
afspelen (Herhaalde weergave van een
fragment/map/disc)
1
Druk tijdens weergave op M (MODE)
om de functiemodus te activeren.
“MODE” knippert op de bovenkant
van het display.
2 Druk op RPT (herhalen) terwijl
“MODE” nog op het display wordt
getoond.
Elke keer wanneer u op deze toets
drukt, verandert de herhaalde
weergavefunctie als volgt:
De MP3 indicator licht tevens op indien u een MP3
disc afspeelt.
42
Page 43
BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN
2
Externe apparatuur afspelen
U kunt het extern apparaat met de CDwisselaaraansluiting op het achterpaneel
verbinden middels de KS-U57 Line Input Adapter
(niet bijgeleverd).
Voorbereiding:
• Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de
KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat
treft u aan in de Handleiding voor installatie/
aansluiting (aparte publicatie).
• Alvorens u het externe apparaat volgens de
onderstaande instructies gaat bedienen, moet u
ervoor zorgen dat u de juiste externe ingang hebt
geselecteerd. Zie de paragraaf “Het externe
apparaat selecteren—EXT IN” op bladzijde 35.
Schakel het aangesloten apparaat
aan en start het afspelen van de
afspeelbron.
3
Stel het volume.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijden 30 en 31).
NEDERLANDS
1
Selecteer het externe apparaat
(LINE IN).
CDLINE IN*
Bijv.: Met “LINE IN” als bron gekozen.
• Als de vermelding “LINE IN”* niet op de display
verschijnt, verwijzen we u naar bladzijde 34.
Selecteer in zo’n geval de externe ingang
(“LINE IN”).
* Wordt alleen weergegeven indien een van de
volgende afspeelbronnen is geselecteerd—FM, AM
en CD.
Opmerking over de “One -Touch”-bediening:
Wanneer u op CD/CD-CH drukt, wordt automatisch
de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op
te drukken om de spanning in te schakelen.
43
Page 44
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER
We raden u aan om in combinatie met deze
toestel DAB-tuner KT-DB1500 of KT-DB1000 te
gebruiken.
Neem contact op met de JVC-dealer in autoaccessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner
werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is
een van de digitale radiozendsystemen
die momenteel in gebruik zijn. Met deze
NEDERLANDS
technologie is het mogelijk CD’s af te spelen
met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en
signaalvervorming.
U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en
gegevens mee versturen.
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij
elk programma op een aparte frequentie
wordt uitgezonden, worden bij DAB
verschillende programma’s (die “services”
worden genoemd) met elkaar gecombineerd
tot een “ensemble”.
Iedere “service”—“primaire service”—kan
daarbij tevens in componenten worden
verdeeld (“secundaire service” genoemd).
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze
toestel aansluit, kunt u van deze DABservices gebruik maken.
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom
kan het weergaveniveau van het volume
onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het
geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw
ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de
zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger.
Om dit euvel te voorkomen kunt u het DAB
ingangsniveau instellen. (Zie de paragraaf “Instellen
van het DAB volumeniveau” op bladzijde 48).
44
Afstemmen op een ensemble
en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer
programma’s (services) die tegelijkertijd worden
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt
afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u
wilt luisteren.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM (DAB) als het CD, de
CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige
afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt en houdt, wordt de
DAB-tuner of de FM/AM-tuner
geselecteerd.
FM/AMDAB
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
DAB 1
(D1)
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DABbanden (DAB1, DAB2, DAB3). U kunt met elke
DAB-band op een ensemble afstemmen.
DAB 2
(D2)
DAB 3
(D3)
Page 45
3
Naam van de service
Naam van het ensemble
Kanaalnummer
Frequentie
Zoek een ensemble op.
Druk op ¢
afstemmen op een
ensemble met een
hogere frequentie.
Druk op 4
afstemmen op een
ensemble met een
lagere frequentie.
Wanneer een ensemble wordt ontvangen,
stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u
het zoeken wilt stoppen voordat op een
ensemble is afgestemd.
4
Kies een service (ofwel primaire of
secundaire) die u wilt beluisteren.
Druk op 5 (hoger) als u
de volgende service wilt
selecteren. (En een
primaire service meerdere
secundaire services heeft,
worden deze eerst
gekozen voordat de
volgende primaire wordt
gekozen).
Druk op ∞ (lager) als u de vorige service
wilt selecteren (ofwel primaire of
secundaire).
De informatie op de display wijzigen
wanneer u op een ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service op de
display weergegeven.
Druk op D (DISP) als u wilt weten wat de naam
van het ensemble of de frequentie ervan is.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verschijnt de
volgende informatie gedurende
een korte tijd in het bovenste
gedeelte van de display.
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald
ensemble
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM (DAB) als het CD, de
CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige
afspeelbron is.
1 Druk op FM/AM (DAB) en houd om de
DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op FM/AM (DAB) om de
gewenste DAB-band te selecteren (DAB1,
DAB2 of DAB3).
3 Druk op ¢ of 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot u
het ensemble van uw keuze bereikt.
•
Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie
veranderen tot u de toets weer loslaat.
5 Druk op 5 (hoger) of ∞ (lager) om een
service (ofwel primaire of secundaire) te
kiezen die u wilt beluisteren.
NEDERLANDS
Terugkeren naar de FM/AM-tuner
Druk nogmaals op FM/AM (DAB) en houd deze.
45
Page 46
DAB-frequenties in het
geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke
DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in
het geheugen worden opgeslagen.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM (DAB) als het CD, de
CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige
afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt en houdt, wordt de
DAB-tuner of de FM/AM-tuner
geselecteerd.
FM/AMDAB
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3) van uw keuze.
NEDERLANDS
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
4
S
electeer de service van het ensemble.
Druk op 5 (hoger) als u
de volgende service wilt
selecteren.
Druk op ∞ (lager) als u de
vorige service wilt
selecteren.
5
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u
de geselecteerde service wilt
opslaan en houd deze toets
gedurende minimaal 2 seconden
ingedrukt.
De gekozen golfband/voorkeurnummer en
“MEMO” (geheugen) worden afwisselend
even getoond.
46
DAB 1
(D1)
3
Stem af op het ensemble van uw keuze.
DAB 2
(D2)
DAB 3
(D3)
6
Herhaal de bovenstaande procedure
als u nog andere DAB-services
achter voorkeuzetoetsen wilt
opslaan.
Opmerkingen:
• U kunt uitsluitend primaire DAB-services
vastleggen. Indien u een secundaire service
vastlegt, wordt hiervoor in de plaats zijn primaire
service vastgelegd.
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het
geheugen wanneer u aan de desbetreffende
voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het
geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het
geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld
wanneer u de batterijen vervangt). Als dit gebeurt,
zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.
Page 47
Afstemmen op een
opgeslagen DAB-service
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde DABservice afstemmen. Zoals al eerder uitgelegd,
dient u eerst services in het geheugen vast te
leggen. Zie op bladzijde 46 “DAB-frequenties in
het geheugen opslaan” als u nog geen services
hebt opgeslagen.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM (DAB) als het CD, de
CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige
afspeelbron is.
3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 – 6)
voor de DAB-service (primaire) die u
wilt beluisteren.
Opmerking:
Indien de gekozen primaire service een of meerdere
secundaire services heeft, zal door het herhaaldelijk
drukken op dezelfde cijfertoets op de secundaire
services worden afgestemd.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt en houdt, wordt de
DAB-tuner of de FM/AM-tuner
geselecteerd.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
DAB 1
(D1)
DAB 2
(D2)
Wat u nog meer met DAB kunt
doen
Hetzelfde programma automatisch volgen
(alternatieve ontvangst)
FM/AMDAB
DAB 3
(D3)
Het is mogelijk om naar een programma te
blijven luisteren.
• Terwijl u een DAB-service ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar u een service niet
kunt ontvangen, zal deze toestel automatisch
afstemmen op een ander ensemble of een FM
RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
• Terwijl u een FM RDS-zender ontvangt:
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service
hetzelfde programma uitzendt als een FM
RDS-zender, stemt deze toestel automatisch
op de DAB-service af.
NEDERLANDS
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
47
Page 48
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle
alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene
instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 32.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de
vermelding “DAB AF” (alternatieve frequentie)
te selecteren.
3 Draai de bedieningsschijf de gewenste modus
te selecteren.
• AF ON: Het programma wordt gevolgd
• AF OFF: Alternatieve ontvangst is
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
NEDERLANDS
voltooien.
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is
ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie
ingeschakeld (zie bladzijde 13 voor RDS-zenders). De
netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
tussen het aanbod van DABservices en FM RDS-zenders
—alternatieve ontvangst. De
indicator AF op de display licht op
(zie bladzijde 13).
uitgeschakeld.
Instellen van het DAB volumeniveau
U kunt het ingangsniveau van de DAB tuner
instellen en in het geheugen vastleggen.
Wanneer het ingangsniveau eenmaal juist in
overeenstemming met het FM geluidsniveau
ingesteld is, hoeft u het volumeniveau niet iedere
keer bij het veranderen van bron opnieuw in te
stellen.
Bij het verlaten van de fabriek is het DAB
volumeniveau op “00” gesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene
instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 32.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op ¢ of 4 om de
vermelding “DAB VOL” (volume) te selecteren.
3 Draai aan de bedieningsschijf om het
gewenste volume te selecteren.
U kunt het volume instellen op een waarde
van “VOL –12” tot “VOL +12”.
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
48
Page 49
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie,
moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
• Er komt geen geluid uit
de speakers.
• Het apparaat werkt
helemaal niet.
Algemeen
•
Automatisch instellen van
zenders—SSM (Strongstation Sequential
Memory) functioneert niet.
FM/AM
• U hoort ruis terwijl u
naar de radio luister.
• De CD kan niet worden
afgespeeld.
• CD-R/CD-RW kan niet
worden afgespeeld.
•
Overslaan van fragmenten
van de CD-R/CD-RW is
niet mogelijk.
Het volume is ingesteld op het
minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De ingebouwde microprocessor
functioneert mogelijk niet juist
vanwege interferentie, enz.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
CD zit ondersteboven in het
apparaat.
De CD-R/CD-RW is niet
afgerond (“finalized”).
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Houd SEL (selecteren)
ingedrukt en druk tegelijkertijd
langer dan 2 seconden op
(standby/aan/
attenuator). (De instelling voor
de klok en de voorkeurzenders
worden uit het geheugen
gewist). (Zie bladzijde 2).
Leg de zenders handmatig vast.
NEDERLANDS
Zorg dat de antenne stevig vast
zit.
Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
• Plaats een afgeronde
CD-R/CD-RW.
• Rond de CD-R/CD-RW met
de voor opname gebruikte
apparatuur af.
• Disc kan niet worden
uitgeworpen.
• Geluid van de disc wordt
soms onderbroken.
Disc-weergave
• “NO DISC” verschijnt op
het display.
De disc is vergrendeld.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
Er is geen disc geplaatst.
De disc is verkeerd geplaatst.
Ontgrendel de disc.
(Zie bladzijde 23).
Stop met afspelen op hobbelige
wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabelsen
aansluitingen.
Plaats een disc in de lade.
Plaats de disc juist.
49
Page 50
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
• De CD kan niet worden
afgespeeld.
• Er is ongewenst geluid
hoorbaar.
• De leestijd duurt lang (de
vermelding “CHECK”
NEDERLANDS
knippert op de display).
MP3-weergave
• De bestanden worden in
een andere volgorde
afgespeeld dan ik wilde.
• De verstreken speeltijd is
onjuist.
Er zijn geen MP3 bestanden
op deze disc.
De MP3-bestanden hebben
niet de mp3 extensie in de
bestandsnaam.
De MP3-bestanden zijn niet
opgenomen in een indeling
die voldoet aan de ISO 9660
Niveau 1-, Niveau 2- of Jolietnorm.
Het bestand dat wordt
afgespeeld is geen MP3bestand (ook al heeft het
bestand de extensie mp3).
De duur van de leestijd hangt
af van de complexiteit van de
hiërarchie van de mappen en
bestanden.
De afspeelvolgorde wordt
bepaald bij het maken van de
opname.
Dit kan gebeuren en is
afhankelijk van het aantal
bestanden dat op de CD
staat.
Plaats een andere CD.
Voeg de extensie mp3 aan de
bestandsnamen toe.
Plaats een andere CD.
(Neem de MP3-bestanden op
met een toepassing die aan
deze normen voldoet).
Sla het bestand over of plaats
een andere CD. (Voeg nooit de
extensie mp3 toe aan
bestanden die geen MP3bestanden zijn).
Maak de hiërarchie niet te
ingewikkeld en gebruik niet
teveel mappen. Plaats ook geen
bestanden op de MP3-CD die
geen MP3-bestanden zijn.
50
• “MP3” verschijnt op het
display.
• “NO FILES” verschijnt op
het display.
• Er worden verkeerde
tekens weergegeven.
(Weergave van tags, b.v. de
naam van het album).
Er zijn geen MP3 bestanden
in de huidige mappen.
Er zijn geen MP3 bestanden
op deze disc.
Dit toestel kan uitsluitend
letters van het alfabet
(hoofdletters: A–Z), cijfers en
een bepaald aantal symbolen
tonen.
Kies een andere mappen.
Plaats een disc waarop MP3
bestanden zijn.
Page 51
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
•“NO DISC” verschijnt op het
display.
•“NO MAG” verschijnt op het
display.
•“RESET 8” verschijnt op het
display.
•“RESET 1” – “RESET 7”
verschijnt op het display.
• De CD-wisselaar werkt niet.
Er bevindt zich geen CD in
de CD-ladden.
Discs zijn omgekeerd geplaatst.
Er is geen CD-houder in de
CD-wisselaar geladen.
Het apparaat is niet op de juiste
manier met de CD-wisselaar
verbonden.
De ingebouwde microprocessor
functioneert mogelijk niet juist
vanwege interferentie, enz.
Plaats discs in het magazijn.
Plaats de discs juist.
Plaats het CD-houder.
Verbind het apparaat en de
CD-wisselaar op de juiste
manier met elkaar en druk op
de resetknop van de CDwisselaar.
Druk op de terugsteltoets van
de CD-wisselaar.
Houd SEL (selecteren)
ingedrukt en druk tegelijkertijd
langer dan 2 seconden
op (standby/aan/
attenuator). (De instelling
voor de klok en de
voorkeurzenders worden uit
het geheugen gewist).
(Zie bladzijde 2).
CD wisselaar
NEDERLANDS
Haperingen:
De disc kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de disc worden hierdoor niet
beschadigd, maar het is wel storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
51
Page 52
ONDERHOUD
Omgaan met discs
Dit toestel is ontworpen voor weergave van CD’s,
CD-R’s (Opneembaar), CD-RW’s (Herschrijfbaar)
en CD Text.
• Dit toestel is tevens geschikt voor MP3 discs.
De manier waarop u met discs moet omgaan
Wanneer u een disc
uit het opbergdoosje
haalt, moet u het rondje in het
midden van de doos naar
beneden duwen en de disc uit het
doosje halen terwijl u de disc aan de
rand vasthoudt.
• Houd de disc altijd aan de randen vast. Raak
de opnamekant niet aan.
Wanneer u de disc wilt opbergen, leg deze
dan voorzichtig om het rondje in het midden (met
de bedrukte kant boven).
•
Berg de discs na gebruik altijd op in het doosje.
Discs schoonhouden
NEDERLANDS
Het geluid wordt niet goed
weergegeven indien de disc vuil is.
Als een disc vuil is, moet u deze
reinigen met een zachte doek.
Veeg in een rechte lijn van het
midden naar de rand de disc schoon.
Nieuwe discs afspelen
Sommige nieuwe discs hebben
oneffenheden langs de binnenof buitenrand. Dergelijke discs
worden mogelijk door het apparaat
geweigerd.
U kunt deze oneffenheden verwijderen door de
randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint
enz.
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens
vormen op de lens in de discspeler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de discspeler hierdoor niet meer juist
werken. In dat geval moet u de disc uit de
disclade halen en moet u het apparaat een paar
uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Rondje in het midden
Voor het afspelen van een CD-R of CD-RW
Alvorens een CD-R of CD-RW af te spelen, moet
u de bij de disc geleverde aanwijzingen goed
doorlezen.
• Gebruik uitsluitend “afgeronde” CD-R’s of
CD-RW’s.
• B
epaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen vanwege
de disckarakteristieken en de volgende
redenen mogelijk niet worden afgespeeld:
– Indien de disc vuil is of krassen heeft.
– Indien er condens op de lens in het toestel is
gevormd.
– Indien de aftastlens in het toestel vuil is.
• CD-RW’s hebben mogelijk een langere
afleestijd omdat de reflectie van CD-RW’s lager
dan van normale CD’s is.
• CD-R’s of CD-RW’s worden mogelijk
beschadigd door hoge temperaturen of een
hoge vochtigheidsgraad. Laat ze derhalve niet
in de auto liggen.
•
Gebruik niet de volgende CD-R’s of CD-RW’s:
– Discs met stickers, labels of beschermvellen
die op de disc zijn geplakt.
– Discs waarop labels direct met een ink jet
printer kunnen worden gedrukt.
Het gebruik van dergelijke discs bij hoge
temperaturen of een hoge vochtigheidsgraad
kan een onjuiste werking veroorzaken of zelfs
de discs beschadigen. Bijvoorbeeld:
– Stickers of labels kunnen krimpen waardoor
de disc krom trekt.
– Stickers of labels kunnen half los raken
waardoor de disc niet meer kan worden
uitgeworpen.
– De afdruk op disc kan plakkering worden.
Lees de aanwijzingen en waarschuwingen over
labels en te bedrukken discs beslist goed.
LET OP!
• Plaats geen 8-cm discs (single CD’s) in de
disclade. (Deze discs kunnen niet worden
uitgeworpen).
• Plaats geen discs met afwijkende vorm
(bijvoorbeeld hartvormig) in de disclade;
dergelijke discs veroorzaken problemen.
• Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of een
andere warmtebron en leg ze niet neer op
plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals
reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray,
verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om
discs te reinigen.
Kromgetrokken
disc
52
Sticker
Resterend
plakmiddel
Disc
Opplakbaar
label
Page 53
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 50 W per kanaal
Achterin:50 W per kanaal
Cnonderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin:19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: 4 Ω (speling 4 Ω tot 8 Ω )
Regelbereik tonen:
Bas:±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Uitgangsvermogen/Impedantie:
Aantal kanalen:2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz
Dynamisch vermogen: 96 dB
Signaal/ruisverhouding: 98 dB
Zweving: Minder dan de meetbare limiet
MP3-Decodierformat:
MPEG1/2 Audio Layer 3
Max. Bit-rate: 320 Kbps
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom DC 14,4 V
(speling 11 V tot 16 V)
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat
(ten behoeve van installatie)
(bij benadering):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel (bij benadering):
188 mm × 58 mm × 12 mm
Gewicht (bij benadering):
1,4 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
NEDERLANDS
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
53
Page 54
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
Installation/Connection Manual
Einbau/Anschlußanleitung
Manuel d’installation/raccordement
Handleiding voor installatie/aansluiting
GET0129-004A
[E/EX]
0103KKSMDTJEIN
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
• This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION
(IN-DASH MOUNTING)
• The following illustration shows a typical installation.
However, you should make adjustments
corresponding to your specific car. If you have any
questions or require information regarding
installation kits, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer or a company supplying
kits.
1
Before mounting: Press (control panel
release button) to detach the control panel if
already attached.
* When shipped from the factory, the control
panel is packed in the hard case.
2
Remove the trim plate.
3
Remove the sleeve after disengaging the sleeve
locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful
not to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit and
the sleeve, as illustrated, to disengage the
sleeve locks.
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for future
use after installing the unit.
4
Install the sleeve into the dashboard.
* After the sleeve is correctly installed into the
dashboard, bend the appropriate tabs to hold
the sleeve firmly in place, as illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s
body and place the rubber cushion over the end
of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is locked.
8
Attach the trim plate.
Note: Ensure the recessed part is at the bottom.
If not, the control panel will not open completely.
9
Attach the control panel.
DEUTSCH
• Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt.
EINBAU
(IM ARMATURENBRETT)
• Die folgende Abbildung zeigt einen typischen
Einbau. Dennoch müssen Sie entsprechend Ihrem
jeweiligen Auto Anpassungen vornehmen. Bei
irgendwelchen Fragen oder wenn Sie Informationen
hinsichtlich des Einbausatzes brauchen, wenden
Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler oder ein
Unternehmen das diese Einbausätze vertreibt.
1
Vor dem Einbau: Drücken Sie (Freigabe der
Schalttafel), um die Arretierung der Schalttafel zu
lösen, sofern diese bereits angebracht ist.
* Bei der Auslieferung ab Werk ist die Schalttafel
im Etui verpackt.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die Halterung nach dem Entriegeln der
Halterungensperren abnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts darauf
achten, daß die Sicherung auf der Rückseite
nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und die
Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung entfernen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für
künftigen Gebrauch nach dem Einbau des
Geräts aufbewahrt werden.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen.
* Nach dem korrekten Einbau der Halterung im
Armaturenbrett, die entsprechenden Riegel
umknicken, um die Halterung an ihrem Platz zu
sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite des
Gerätekörpers befestigen und das Ende der
Schraube mit einem Gummipuffer abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen
Anschlüsse vor.
7
Das Gerät in die Halterung schieben, bis es einrastet.
8
Befestigen Sie den Frontrahmen.
Hinweis: Vergewissern Sie sich, dass sich die
Aussparung an der Unterseite befindet. Ist dies
nicht der Fall, lässt sich die Bedienungsblende
nicht vollständig öffnen.
9
Die Schalttafel anbringen.
FRANÇAIS
• Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de 12 V à masse
NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE
DANS LE TABLEAU DE BORD)
• L’illustration suivante est un exemple d’installation
typique. Cependant, vous devez faire les
ajustements correspondant à votre voiture
particulière. Si vous avez des questions ou avez
besoin d’information sur des kits d’installation,
consulter votre revendeur d’autoradios JVC ou une
compagnie d’approvisionnement.
1
Avant le montage:
du panneau de commande) pour éventeullement
détacher le panneau de commande.
* Lorsque ce panneau de commande sort d’usine,
il est rangé dans un étui de transport.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Libérer les verrous du manchon et retirer le manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
verticale, faire attention de ne pas
endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre l’appareil et le
manchon comme indiqué pour désengagé les
verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
pour une utilisation ultérieur, après l’installation
de l’appareil.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord.
* Après installation correcte du manchon dans le
tableau de bord, plier les bonnes pattes pour
maintenir fermement le manchon en place,
comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du corps
de l’appareil puis passer l’amortisseur en
caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser l’appareil dans le manchon jusqu’à ce
qu’il soit verrouillé.
8
Attachez la plaque d’assemblage.
Remarque:
est en bas. Sinon, le panneau de commande ne
pourra pas être ouvert complètement.
9
Remonter le panneau de commande.
Appuyer sur (déblocage
Lorsque vous mettez l’appareil à la
S’assurer de garder les poignées
Assurez-vous que la partie encastrée
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische
systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve
aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN
HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie,
normaal gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij
de installatie rekening houden met de bijzonderheden
van uw eigen auto. Neem bij vragen of voor meer
bijzonderheden over inbouwpakketten contact op met uw
JVC car audio dealer of een dealer of een bedrijf dat
inbouwpakketten levert.
1
Voordat u aan de montage van het apparaat
begint: Druk op
vrijgeven) als u het bedieningspaneel wilt
loskoppelen indien dit aan de eenheid is
vastgekoppeld.
* Standaard wordt het bedieningspaneel bij het
verlaten van de fabriek los verpackt meegeleverd.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt
losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: Wanneer u het apparaat rechtop
zet, moet u erop letten dat u de zekering aan de
achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te
maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het
apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de
toekomst kunt gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard.
* Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard
is geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld,
stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het
apparaat vast en plaats de rubberdop over het uiteinde
van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld is.
8
Bevestig een sierplaat.
Opmerking: Zorg dat het ingedeukte gedeelte onder
is. Het bedieningspaneel kan anders namelijk niet
geheel worden geopend.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
(het bedieningspaneel
Control panel
1
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
3
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
Vergrendelingsplaat
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Trim plate
2
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
9
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
8
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en
caoutchouc
Rubberdop
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
7
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
4
4
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
184 mm
53 mm
5
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
*
6
See “ELECTRICAL CONNECTIONS.”
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous “RACCORDEMENTS
ELECTRIQUES” .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
TROUBLESHOOTING
• The fuse blows.
* Are the red and black leads connected correctly?
• Power cannot be turned on.
* Is the yellow lead connected?
• No sound from the speakers.
* Is the speaker output lead short-circuited?
• Sound is distorted.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
• Unit becomes hot.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet
werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
*
Ist die Lautsprecherausgangsleitung kurzgeschlossen?
• Ton verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
* Les fils rouge et noir sont-ils racordés
correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
* Le fil de sortie d’enceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
* Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
* Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont-
elles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
* Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
* Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont-
elles mises ensemble à la masse?
1
PROBLEMEN OPLOSSEN
• De zekering slaat door.* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
• De stroom kan niet worden ingeschakeld.* Is de gele draad aangesloten?
• Er komt geen geluid uit de speakers.* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
• Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de “–” polen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de “–” polen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Page 56
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Fire wall
Feuerwand
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Pocket
Taschen
Poche
Zak
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
* Not included with this unit.
* Nicht Teil dieses Geräts.
*
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Less than 30˚
Weniger als 30˚
Moins de 30˚
Kleiner dan 30˚
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear section.
1
Remove the control panel.
2
Remove the trim plate.
3
Insert the 2 handles into the slots, as shown.
Then, while gently pulling the handles away from
each other, slide out the unit. (Be sure to keep
the handles after installing it.)
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Install the unit at an angle of less
than 30˚.
Stellen Sie das Gerät mit einem
Winkel von weniger als 30˚ auf.
Installez l’appareil avec un angle
de moins de 30˚.
Installeer het toestel met een hoek
kleiner dan 30˚.
Note: When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are used,
Hinweis: Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden. Werden
Remarque :
Opmerking : Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruiken. Als u langere schroeven
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil
freigeben.
1
Den Schalttafel abnehmen.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken.
Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen
und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach
dem Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
they could damage the unit.
längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de 6 mm. Si des
vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
Retrait de l’appareil
•
Avant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer le panneau de commande.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Introduire les 2 poignées dans les fentes, comme
montré. Puis, tout en tirant doucement les
poignées écartées, faire glisser l’appareil pour le
sortir.
(S’assurer de conserver les poignées
après l’installation de l’appareil.)
Verwijderen van het apparaat
• Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven.
Daarna duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u
het apparaat naar buiten schuiven. (Bewaar de
hendels nadat u het apparaat hebt
geïnstalleerd!)
321
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Parts list for installation and
connection
The following parts are provided with this unit.
After checking them, please set them correctly.
Hard case/Control panel
Etui/Schalttafel
Etui de transport/Panneau
de commande
Behuizing/Bedieningspaneel
Washer (ø5)
Unterlegscheibe (ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you
disconnect the battery’s negative terminal and make all
electrical connections before installing the unit. If you
are not sure how to install this unit correctly, have it
installed by a qualified technician.
Note:
This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems. If your vehicle
does not have this system, a voltage inverter is
required, which can be purchased at JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating. If
the fuse blows frequently, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem...
This unit incorporates a noise filter in the power
circuit. However, with some vehicles, clicking or other
unwanted noise may occur. If this happens, connect
the unit’s rear ground terminal (see connection
diagram) to the car’s chassis using shorter and
thicker cords, such as copper braiding or gauge wire.
If noise still persists, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be more than
50 W at the rear and 50 W at the front, with an
impedance of 4 Ω to 8 Ω.
• Be sure to ground this unit to the car’s chassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be careful
not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Abstrahlblech
Dissipateur de chaleur
Warmte-opnemer
Teileliste für den Einbau und
Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem
Gerät geliefert.
Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir,
daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen
und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor
das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den
richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie
es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis:
Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese
Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der
bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden
Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung
häufig durch, wenden Sie sich an ihren JVC
Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem...
Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis. Bei
manchen Fahrzeugen kann jedoch ein Klicken
oder andere unerwünschte Störgeräusche
auftreten. Sollte das der Fall sein, die hintereErdungscanschlußklemme (siehe Schaltplan) des
Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs anschließen,
dabei kürzere und dickere Kabel wie
beispielsweise Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht
verwenden. Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden
Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
• Die maximale Eingangsleistung der Lautsprecher
sollte mehr als 50 W hinten und 50 W vorn bei einer
Impedanz von 4 Ω bis 8 Ω betragen.
• Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr
heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das
Abstrahlblech nicht zu berühren.
Liste des pièces pour l’installation et
raccordement
Les pièces suivantes sont fournies avec cet appareil.
Après vérification, veuillez les placer correctement.
Power cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous
recommandons de débrancher la borne négative de
la batterie et d’effectuer tous les raccordements
électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est pas
sûr de pouvoir installer correctement cet appareil, le
faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de
NEGATIVE
d’alimentation, il vous faut un convertisseur de
tension, que vous pouvez acheter chez un revendeur
d’autoradios JVC.
•
Remplacer le fusible par un de la valeur précisée. Si
le fusible saute souvent, consulter votre revendeur
d’autoradios JVC.
•
Si le bruit est un problème...
Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le
circuit d’alimentation. Cependant, avec certains
véhicules, quelques claquements ou autres bruits
non désirés risquent de se produire. Si cela arrive,
raccorder la
au châssis de la voiture (voir le diagramme de
raccordement) en utiliscant des cordons les plus
gros et les plus courts possibles telle qu’une barre
de cuivre ou une tresse. Si le bruit persiste,
consulter votre revendeur d’autoradios JVC.
•
La puisscance admissible des enceintes devrait
supérieure à 50 W à l’arrière et à 50 W l’avant, avec
une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de
cet appareil au châssis de la voiture.
•
Le dissipateur de chaleur devient très chaud après
usage. Faire attention de ne pas le toucher en
retirant cet appareil.
2
. Si votre véhicule n’offre pas ce type
borne arrière de masse
4 Ω à 8 Ω
12 V à masse
de l’appareil
.
Lijst van onderdelen die u bij
installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd.
Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt
gecontroleerd.
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Battery
Batterie
Pile
Batterij
CR2025
Remote controller
Fernbedienung
Télécommande
Afstandsbediening
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de
minpool van de accu los te maken en alle elektrische
verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in
de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit apparaat
moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe
gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen
die werken op 12 V gelijkstroom met negatieveaarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk
systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument
kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het
aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat,
moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt…
De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd
geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of
andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt,
moet u de massaklem aan de achterkant (zie
aansluitingsschema) aan het chassis van de auto
vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel,
zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet
verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio
dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet
achterin meer dan 50 W zijn en voorin 50 W, met een
impedantie van 4 Ω tot 8 Ω.
• Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van een
aardkabel is verbonden met het chassis van de
auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden.
Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat
van zijn plaats haalt.
Before connecting: Check the wiring in the vehicle
carefully. Incorrect connection may cause serious
damage to this unit.
The leads of the power cord and those of the
connector from the car body may be different in
color.
1
Connect the colored leads of the power cord to
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug
sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können
ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen.
Die Leiter des Stromkabels und die Leiter des Anschlusses
im Fahrzeug können sich farblich unterscheiden.
1
the car battery, speakers and power aerial (if any)
in the following sequence.
1 Black: ground
2 Yellow: to car battery (constant 12 V)
3 Red: to an accessory terminal
4 Blue with white stripe: to remote lead of other
equipment or power aerial if any (200 mA max.)
5 Orange with white stripe: to car light control
switch
6 Brown: to cellular phone system (For details,
refer to the instructions of the cellular phone.)
7 Others: to speakers
2
Connect the aerial cord.
3
Finally connect the wiring harness to the unit.
Note: If your vehicle does not have any accessory
terminal, move the fuse from the fuse position 1
(initial position) to fuse position 2, and connect the
red lead (A7) to the positive (+) battery terminal.
• The yellow lead (A4) is not used in this case.
2
3
Hinweis: Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über eine
Zubehöranschlußklemme, die Sicherung von der 1.
Sicherungsposition (Erstposition) in die 2.
Sicherungsposition versetzen, die rote Leitung (A7) an
der (+) Batterieanschlußklemme anschließen.
•
JVC CD changer/DAB tuner
or another external
component
CD-Wechsler von JVC/DABTuner oder eine andere
To steering wheel remote controller
(see diagram )
An Lenkradfernbedienung
(siehe Schaltplan )
Pour la télécommande de volant
externe Komponente
Changeur CD JVC/Tuner
DAB ou autre appareil
extérieur
JVC CD-wisselaar/DAB-tuner
of een ander extern apparaat
(voir le diagramme )
Naar stuurwiel-afstandsbediening
(zie schema )
SUBWOOFER
(see diagram )
(siehe Schaltplan )
(voir le diagramme )
(zie schema )
Rear ground terminal
Hintere
Erdungscanschlußklemme
Borne arrière de masse
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
Massaklem aan de
achterkant
Line out
(see diagram )
Schutz kappen
Signalausgang
(siehe Schaltplan )
2
To aerial
Zur Antenne
A l’antenne
Naar de antenne
3
Sortie de ligne
(voir le diagramme )
Uitgang (zie schema )
*1 : Before checking the operation of this unit prior to
installation, this lead must be connected, otherwise
power cannot be turned on.
*1 : Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts
vor dem Einbau, muß diese Leitung angeschlossen
werden, da sonst die Stromversorgung nicht
eingeschaltet werden kann.
*1 : Pour vérifier le fonctionnement de cet appareil avant
installation, ce fil doit être raccordé, sinon l’appareil ne
peut pas être mis sous tension.
*1 : Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te
installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het
geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
Die farbigen Leitungen des Spannunsgversorgungskabels
an der Autobatterie, ontstekingsschakelaarden
Lautsprechern und dem Motorantenne (sofern vorhanden)
in folgender Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung
2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V)
3 Rot: zur einer Zubehöranschlußklemme
4 Blau mit weißem Streifen: zum Zusatzkabel des
anderen Geräts oder der Motorantenne, sofern
vorhanden (max. 200 mA)
5 Orange mit weißem Streifen: zum Autolichtschalter
6 Braun: an Mobiltelefon (Weitere informationen
entnehmen Sie bitte der Bedienungscanleitung
des Mobiltelefons.)
7 Andere: zur Lautsprecher
Das Antennenkabel anschließen.
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
Die gelbe Leitung (A4) wird in diesem Fall nicht verwendet.
We recommend you to connect the
JVC MP3-compatible CD changer.
You can also connect other CH-X
series CD changers (except
CH-X99 and CH-X100).
• You cannot use the KD-MK series
CD changers with this unit.
You can also use an external
component such as a portable MD
player by connecting the Line Input
Adapter KS-U57 (not supplied).
(See diagram .)
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A2 A4
A5 A7
A6
15
A8
15 A fuse / 15 A Sicherung /
Fusible 15 A /
Black
Schwarz
Noir
Zwart
Zekering 15 A
A8
1
1
Yellow*
1
Gelb*
1
Jaune*
1
Geel *
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Orange with white stripe
Orange mit weißem Streifen
Orange avec bande blanche
Oranje met witte streep
Brown / Braun /
A4
Marron
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion
incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil.
Le fil du cordon d’alimentation et ceux des
connecteurs du châssis de la voiture peuvent être
différents en couleur.
1
Connectez les fils de couleur du cordon d’alimentation
à la batterie de la voiture, aux enceintes et à l’antenneautomatique (s’il y en a une) dans l’ordre suivant.
1
Noir: à la masse
2
Jaune: à la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à une borne accessoire
4
Bleu avec bande blanche: au fil de télécommande
de l’autre appareil ou à l’antenne automatique s’il
y en a une (200 mA max.)
5
Orange avec bande blanche: à l’interrupteur
d’éclairage de la voiture
6
Marron: à un système de téléphone cellulaire
(Pour les détails, se référer aux instructions du
téléphone cellulaire.)
7
Autres: aux enceintes
2
Connectez le cordon d’antenne.
3
Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
Remarque:
Si votre véhicule ne possède pas de borne
accessoire, déplacez le fusible de la position de fusible
1 (position originale) à la position de fusible 2 et connectez
le fil rouge (A7) à la borne positive (+) de la batterie.
• Le fil jaune (A4) n’est pas utilisé dans ce cas.
Wir empfehlen Ihnen, den MP3kompatiblen CD-Wechsler von
JVC anzuschließen. Sie können
auch andere CD-Wechsler der
Serie CH-X anschließen (außer
CH-X99 und CH-X100).
• CD-Wechsler der Serie KD-MK
können mit diesem Gerät nicht
verwendet werden.
Sie können auch eine externe
Komponente, z.B. einen tragbaren
MD-Spieler, verwenden, wenn Sie den
(nicht zum Lieferumfang gehörenden)
Line-Eingangsadapter KS-U57
anschließen (siehe Schaltplan ).
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A8
A2 A4
A6
To metallic body or chassis of the car
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
Vers corps métallique ou châssis de la voiture
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery
(bypassing the ignition switch)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock
zum Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des
Zündschalters)
2
A une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie
de la voiture (en dérivant l’interrupteur d’allumage)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is
aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
A7
To an accessory terminal in the fuse block
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
Vers borne accessoire du porte-fusible
3
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
To remote lead of other equipment or power aerial if any
A5
Zum Zusatzkabel des anderen Geräts oder der Motorantenne, sofern vorhanden
Au fil de télécommande de l’autre appareil ou à l’antenne automatique s’il y en a une
4
Naar afstandsdraad van andere apparatuur of antenne met circuit indien aanwezig
(ILLUMINATION)
/ Bruin
7
Vérifiez
Nous vous recommandons de
connecter le changeur de CD
compatible MP3 JVC. Vous pouvez
aussi connecter d’autres
changeurs de CD de la série CH-X
(sauf le CH-X99 et le CH-X100).
• Vous ne pouvez pas utiliser les
changeurs de CD de la série
KD-MK avec cet appareil.
Vous pouvez aussi utiliser un
appareil extérieur tel qu’un lecteur
de MD en connectant l’adaptateur
d’entrée de ligne KS-U57 (non
fourni). (Voir le diagramme ).
Fuse position 1 / 1. Sicherungsposition /
Position de fusible 1 /
Zekering, stand 1
Not included with this unit.
*
1
Wird nicht mit Gerät mitgeliefert.
Non fourni avec cet appareil.
Niet bij het apparaat inbegrepen.
To car light control switch
A6
Zum Autolichtschalter
A l’interrupteur d’éclairage de la voiture
Naar de schakelaar voor de autoverlichting
5
NEDERLANDS
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen:
Moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat
kan door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen.
De draden van het stroomsnoer verschillen mogelijk van
kleur metde aansluitingen op het chassis van de auto.
1
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in
de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de
auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde
2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V)
3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire
4 Blauw met witte streep: naar afstandsdraad van
andere apparatuur of antenne met circuit indien
aanwezig (200 mA max.)
5 Oranje met witte streep: naar de schakelaar voor de
autoverlichting
6 Bruin: naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees
voor meer informatie de instructies die bij de
mobiele telefoon worden geleverd.)
7 Andere: naar de speakers
2
Sluit de antenne aan.
3
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Opmerking: Als uw voertuig niet beschikt over een
aansluitklem, moet u de zekering verplaatsen van stand 1
(beginstand) naar stand 2 en moet u de rode draad (A7)
met de pluspool (+) van de accu verbinden.
• In dit geval wordt de gele draad (A4) niet gebruikt.
Sluit bij voorkeur de JVC, MP3
compatibele CD-wisselaar aan. U kunt
tevens bepaalde andere CD-wisselaars uit
de CH-X serie aansluiten (uitgezonderd
de CH-X99 en CH-X100).
• U kunt CD-wisselaars uit de KD-MK
serie niet met dit toestel gebruiken.
Het is ook mogelijk een extern
apparaat zoals een draagbare MDspeler aan te sluiten met behulp van de
Line Input Adapter KS-U57 (niet
meegeleverd). (Zie schema .)
Fuse position 2 / 2. Sicherungsposition /
Position de fusible 2
*
*
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
A2
6
/ Zekering, stand 2
Ignition switch
Zündschalter
Interrupteur d’allumage
Ontstekingsschakelaar
To cellular phone system
Zur Moblitelephon
A un système de téléphone
cellulaire
Naar het mobiele-telefoonsysteem
White with black stripe
Weiß mit schwarzem
Streifen
Blanc avec bande noire
White
B5B6
Weiß
Blanc
Wit
Wit met zwarte streep
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
PRECAUTIONS on power supply and
speaker connections:
• DO NOT connect the speaker leads of the power
cord to the car battery; otherwise, the unit will
be seriously damaged.
• Connect the black lead (ground), yellow lead (to car
battery, constant 12 V), and red lead (to an
accessory terminal) correctly.
• BEFORE connecting the speaker leads of the
power cord to the speakers, check the speaker
wiring in your car.
– If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 1 and Fig. 2 below, DO NOT
connect the unit using that original speaker wiring.
If you do, the unit will be seriously damaged.
Redo the speaker wiring so that you can connect
the unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
– If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 3, you can connect the unit
using the original speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your
car, consult your car dealer.
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 2Fig. 3Fig. 1
Gray with black stripe
Grau mit schwarzem
Streifen
Gris avec bande noire
B4
Gray
B3B8B7B2B1
Grau
Gris
Grijs
Grijs met zwarte streep
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
VORSICHTSMASSREGELN beim
Anschließen der Stromversorgung und
Lautsprecher:
• Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels
NICHT an der Autobatterie anschließen, da
sonst das Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung
(zur Autobatterie, konstant 12 V) und die rote Leitung
(zur Zubehöranschlußklemme) richtig anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen
des Spannunsgversorgungskabels an die
Lautsprecher, die Lautsprecherverdrahtung in
Ihrem Auto überprüfen.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
„Fig. 1“ und „Fig. 2“ abgebildet, das Gerät
NICHT mit der Originalverdrahtung der
Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät
schwer beschädigt wird.
Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß
Sie das Gerät an den Lautsprechern wie in
„Fig. 3“ abgebildet anschließen können.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
wie in „Fig. 3“ abgebildet, können Sie das Gerät
mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in
Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung
in Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an
Ihren Autohändler.
Green with black stripe
Grün mit schwarzem
Streifen
Vert avec bande noire
Groen met zwarte streep
PRECAUTIONS sur l’alimentation et la
connexion des enceintes:
• NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du
cordon d’alimentation à la batterie; sinon,
l’appareil serait sérieusement endommagé.
•
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil
jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le
fil rouge (à la prise accessoire).
•
AVANT de connecter les fils d’enceintes du cordon
d’alimentation aux enceintes, vérifiez le câblage
des enceintes de votre voiture.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture
est comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2
ci-dessous,
utiliscant ce câblage original des enceintes. Si
vous le faites, l’appareil sera sérieusement
endommagé.
Recommencez le câblage des enceintes de façon
que vous puissiez connecter l’appareil aux
enceintes comme montré sur la Fig. 3.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture
est comme montré sur la Fig. 3,
connecter l’appareil en utiliscant ce câblage
original d’enceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage d’enceintes de
votre voiture, consulter le concessionnaire de
votre voiture.
3
Green
Grün
Vert
Groen
Purple with black stripe
Lila mit schwarzem
Streifen
Violet avec bande noire
Paars met zwarte streep
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
NE CONNECTEZ PAS l’appareil en
vous pouvez
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher (hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
VOORZORGSMAATREGELEN bij het
verbinden van de stroomkabeldraad
met de speakers:
• Verbind de speakerdraden van de stroomkabel
NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet,
zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu
van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de
aansluitklem van de accessoire) op de juiste wijze aan.
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel
met de speakers verbindt, moet u de bedrading van de
speakers in uw auto controleren.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en
Fig. 2, mag het apparaat NIET worden aangesloten
met behulp van deze oorspronkelijke
speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het
apparaat ernstige schade oplopen.
Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het
apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat
afgebeeld in Fig. 3.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het
apparaat aansluiten met behulp van de
oorspronkelijke speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw
auto, moet u contact opnemen met uw autodealer.
Page 58
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen
wanneer u ze wilt aansluiten.
Solder the core wires to connect them
securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest
anzuschließen.
Souder les âmes des fils pour les raccorder
entre eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast
zitten.
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• To prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT VERWENDETEN Leitungen
mit Isolierklebeband umwickeln.
• Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils
qui ne sont PAS UTILISÉS avec de la bande isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de
aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE
gekleurde draden met isolatieband bedekken.
Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils /
Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
You can connect an amplifier and other equipment to
upgrade your car stereo system.
• Connect the remote lead (blue with white stripe) to
the remote lead of the other equipment so that it
can be controlled through this unit.
• For amplifier only:
– Connect this unit’s line-out terminals to the
amplifier’s line-in terminals.
– Disconnect the speakers from this unit,
connect them to the amplifier. Leave the
speaker leads of this unit unused. (Cover the
terminals of these unused leads with
insulating tape, as illustrated above.)
Sie können einen Verstärker oder ein anderes Gerät
anschließen, um Ihre Autostereoanlage zu erweitern.
• Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit
weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel des
anderen Geräts an, so daß es über dieses Gerät
gesteuert werden kann.
• Nur für den Verstärker:
– Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses Gerät
an den Anschlußklemmen des Eingangs des
Verstärkers anschließen.
– Die Lautsprecher von diesem Gerät abtrennen
und am Verstärker anschließen. Die
Lautsprecherleitungen dieses Geräts unbenutzt
lassen. (Die Anschlußklemmen dieser nicht
verwendeten Leitungen mit Isolierklebeband
umwickeln, siehe Abbidung oben.)
Vous pouvez connecter un amplificateur ou autre
appareil pour améliorer votre système autoradio.
• Connectez le fil de commande à distance (bleu
avec bande blanche) au fil de commande à
distance de l’autre appareil de façon qu’il puisse
être commandé via cet appareil.
• Pour l’amplificateur seulement:
– Raccorder les bornes de sortie ligne de cet appareil
aux bornes d’entrée ligne de l’amplificateur.
–
Déconnectez les enceintes de cet appareil et
connectez-les à l’amplificateur. Laissez les fils
d’enceintes de cet appareil inutilisés.
(Recouvrir les extrémités de ces fils inutilisés
avec de la bande isolante comme montré cidessus.)
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden
met een versterker of andere apparatuur.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met
de externe kabel van het andere apparatuur zodat deze
op afstand vanaf deze apparaat kan worden bediend.
• Alleen voor een versterker:
– Verbind de uitgang van het apparaat met de ingang
van de versterker.
– Koppel de speakers van dit apparaat los en
verbind ze aan de versterker. Gebruik de
speakerdraden van dit apparaat niet. (Plak
de aansluitklemmen van deze
speakerdraden met isolatieband af zoals
hierboven is afgebeeld.)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
LRL
R
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Versterker
OUT
LINE
L
L
R
R
FRONT
REAR
2
*
KD-LH70R
Remote lead
Fernbedienungsleitung
Fil d’alimentation à distance
Externe kabel
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
To power aerial if any
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Zur Motorantenne, sofern
vorhanden
Vers l’antenne automatique, s’il y
en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
INPUT
L
R
L
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC Versterker
2
*
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
You can connect another power amplifier for front speakers.
Sie können einen anderen Leistungsverstärker für die vorderen Lautsprecher anschließen.
Vous pouvez connecter un autre amplificateur de puissance pour les enceintes avant.
U kunt nog een eindversterker voor de voorspeakers aansluiten.
*2 :
Firmly attach the ground wire to the metallic
body or to the chasis of the car—to the place
not coated with paint (if coated with paint,
remove the paint before attaching the wire).
Failure to do so may cause damage to the unit.
*2 : Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der
Karosserie oder dem Rahmen des Fahrzeugs.
Die Kntaktstelle darf nicht lackiert sein (sollte
die Kontaktstelle lackiert sein, entfernen Sie
den Lack der Kontaktstelle, bevor Sie den
Leiter befestigen). Wenn der Erdungsleiter
nicht ordnungsgemäß angeschlossen wird,
kann dieses Gerät beschädigt werden.
*2 : Attachez solidement le fil de mise à la masse
au châssis métallique de la voiture—à un
endroit qui n’est pas recouvert de peinture
(s’il est recouvert de peinture, enlevez
d’abord la peinture avant d’attacher le fil).
L’appareil peut être endommagé si cela n’est
pas fait correctement.
*2 : Bevestig de aardedraad goed met een metalen
onderdeel of het chassis van de auto—bevestig
op een niet-gelakt gedeelte (indien gelakt,
schuur dan af alvorens de draad te bevestigen).
Het toestel kan worden beschadigd indien de
aardedraad niet goed is aangesloten.
CD changer and DAB tuner / CD-Wechsler und DAB-Tuner / Changeur CD et tuner DAB / CD-wisselaar en DAB-tuner
You can connect a JVC CD changer and/or a JVC
DAB (Digital Audio Broadcasting) tuner.
• For their connections, refer to the instructions
supplied with them.
Connecting cord supplied with your DAB tuner
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DABTuners gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB
Verbindingskabel die met de DAB-tuner wordt
meegeleverd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
KD-LH70R
JVC DAB-tuner
• You can connect both components in series as illustrated above.
• Es ist möglich, beide Komponenten in einer Serienschaltung entsprechend der obigen Darstellung
anzuschließen.
• Vous pouvez connecter les deux appareils en série comme montré ci-dessus.
• Beide apparaten zijn volgens bovenstaande illustratie in serie aan te sluiten.
Line Input Adapter KS-U57 (not supplied with this unit)
Line-Eingangsadapter KS-U57 (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Adaptateur d’entrée de ligne KS-U57 (non fourni avec cet appareil)
Line Input Adapter KS-U57 (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
KD-LH70R
CD changer jack
Buchse für CD-Wechsler
Prise du changeur CD
Aansluiting voor CD-wisselaar
Sie können einen CD-Wechsler und/oder einen
DAB-Tuner (Tuner für digitalen Rundfunk) von JVC
anschließen.
• Weitere Informationen über den Anschluß können
Sie der Bedienungscanleitung entnehmen, die dem
jeweiligen Gerät beiliegt.
Connecting cord supplied with your CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des
CD-Wechsler gehört
Cordon de connexion fourni avec votre changeur CD
Verbindingskabel die met de CD-wisselaar wordt
meegeleverd
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
L
R
L
R
L
R
L
R
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
Vous pouvez connecter un changeur CD JVC et/ou
un tuner DAB (Digital Audio Broadcasting) JVC.
•
Pour leurs connexions, référez-vous aux modes
d’emploi qui les accompagnent.
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• Before connecting the CD changer and/or the DAB tuner, make sure that the unit is turned off.
• Bevor Sie den CD-Wechsler und/oder den DAB-Tuner anschließen, vergewissern Sie sich, daß das
Gerät ausgeschaltet ist.
• Avant de connecter le changeur CD et/ou le tuner DAB, s’assurer que l’unité est éteinte.
• Zorg ervoor dat de apparaat is uitgeschakeld alvorens u de en/of DAB-tuner CD-wisselaar aansluit.
External component
Externe Komponente
Appareil extérieur
Extern apparaat
Connecting cord supplied with your DAB tuner or CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners oder CD-Wechslers gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB ou changeur CD
Verbindingskabel die met de DAB-tuner of CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
KD-LH70R
JVC DAB-tuner
Subwoofer / Subwoofer / Caisson de grave / Subwoofer
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
KD-LH70R
SUBWOOFER
L
RLR
Het is mogelijk een JVC CD-wisselaar en/of JVC
DAB-tuner (Digital Audio Broadcasting) aan te sluiten.
• Zie de instructies van deze apparaten voor meer
informatie over het tot stand brengen van deze
aansluiting.
or
oder
ou
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
of
Subwoofer
Subwoofer
Caisson de
grave
Subwoofer
JVC Amplifier
L
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
R
JVC Versterker
Connecting to the steering wheel remote controller / Anschluß an die Lenkradfernbedienung / Connexion de la télécommande de volant /
Verbinden met de stuurwiel-afstandsbediening
OE remote adapter (not supplied)
If your car is equipped with the steering wheel remote controller, you can operate this receiver using the
controller. To do it, a JVC’s OE remote adapter (not supplied) which matches with your car is required.
Consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer for details.
Wenn Ihr Fahrzeug mit einer Lenkradferndienung ausgestattet ist, können Sie damit diesen Receiver
steuern. Hierfür ist ein für Ihr Fahrzeug passender Radio-Lenkrad-Fernbedienungsadaption von JVC (nicht
im Lieferumfang enthalten) erforderlich. Für weitere Einzelheiten wenden Sie sich an Ihren JVC
Autoradiohändler.
Si votre voiture est munie d’une télécommande de volant, vous pouvez commander cet autoradio en utilisant
la télécommande. Pour le faire, un adaptateur pour télécommande au volant (non fourni) correspondant à
votre voiture est nécessaire. Consultez votre revendeur d’autoradio JVC pour les détails.
Indien uw auto een stuurwiel-afstandsbediening (niet bijgeleverd) heeft, kunt u deze receiver met die afstandsbediening
bedienen. Hiervoor heeft u echter een JVC adapter nodig die geschikt is voor de stuurwiel-afstandsbediening in uw auto.
Raadpleeg uw JVC car audio dealer voor details.
Steering wheel remote input
Eingang für Lenkradfernbedienung
Entrée de la télécommande de volant
Ingang stuurwiel-afstandsbediening
Steering wheel remote controller (equipped in the car)
KD-LH70R
Lenkradfernbedienung (im Fahrzeug installiert)
Télécommande de volant (installée dans la voiture)
Stuurwiel-afstandsbediening (in de auto)
4
Radio-Lenkrad-Fernbedienungsadaption
(nicht im Lieferumfang enthalten)
Adaptateur pour télécommande au volant
(non fourni)
Adapter voor stuurwiel-afstandsbediening
(niet bijgeleverd)
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.