• This unit is equipped with the display demonstration. To cancel it, see page 8.
• Dieses Gerät ist mit einer Demonstrationsfunktion für das Display ausgestattet. Auf Seite 8 wird
beschrieben, wie Sie diese Demonstrationsfunktion deaktivieren können.
• Cet appareil est équipé d’une fonction de démonstration des affichages. Pour l’annuler, référezvous à la page 8.
• Dit toestel heeft een display-demonstratiefunctie. Zie bladzijde 8 voor het annuleren van deze
functie.
For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0151-001A
[E/EX]
Page 2
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdapparaat
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated .
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. ( e)
ADVARSEL: Usynlig laser stråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funktion. Undgåudsættelse for stråling. (d)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent
met een hogere klasse laserstraal dan
“Klasse 1”.
NEDERLANDS
LET OP:
Indien de temperatuur in de auto onder 0°C is, wordt de beweging van de animatie en het rollen van de tekst
op het display gestopt om wazige aanduidingen te voorkomen. (LOW TEMP.) verschijnt op het display.
De aanduidingen zullen weer normaal zijn zodra de temperatuur in de auto is gestegen en het toestel op
bedrijfstemperatuur is.
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte
blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat
geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat
onderhoud en reparatie over aan erkend
onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij
het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze
schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del är
öppnad och spärren är
urkopplad. Betrakta
strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja
suojalukitus ohitettaessa
olet alttiina näkymättö-
ej
mälle lasersäteilylle.
Älä katso säteeseen. (f)
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume
van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van
het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid
daarna aan uw wensen aan.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificaatie indien het apparaat is gestolen.
Het apparaat terugstellen
Verwijder het bedieningspaneel en druk vervolgens met
een pen of dergelijk voorwerp op de terugsteltoets op
de paneelhouder.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor
teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen—zoals de voorkeurzenders en
de geluidsinstellingen—zullen eveneens gewist worden.
2
Page 3
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen ..........................2
Omgaan met discs .................................... 74
SPECIFICATIES ............................. 75
NEDERLANDS
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
*Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
Page 4
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
23
KD-LH3101
715
8
pwe6r9q
t4y
u
1 De toets (standby/aan/attenuator)
2 De toets TP/PTY (traffic programme/
programme type)
3 De bedieningsschijf
4 Het display-venster
5 De toets FM/AM
6 De toets 5 (omhoog)
NEDERLANDS
7 De toets 0 (uitwerpen)
8 De toetsen 4 /¢
9 De toets (het bedieningspaneel
vrijgeven)
p De toets SEL (selecteren)
q De toets D (DISP: display)
w De cijfertoetsen
e De toets M (MODE)
r Afstandssensor
t De toets CD/CD-CH (CD-wisselaar)
y De toets ∞ (omlaag)
u Lijstverlichting
Verlichting-navigatie voor eenvoudige bediening
Door een druk op M (MODE) of SEL (selecteren), wordt de overeenkomende bedieningsfunctie
voor het display en bepaalde regelaars (bijvoorbeeld de cijfertoetsen, 4 /¢ , 5/∞, en
bedieningsschijf) geactiveerd. Vervolgens beginnen de regelaars te knipperen en leiden u min of
meer naar de volgende bedieningsstappen. (Verlichting-navigatie)
• Het display toont hoe deze toetsen tijdens deze periode functioneren.
Bijv.: Bij een druk op cijfertoets 1 na een druk op M (MODE) om de FM-tuner te bedienen.
Indicator voor aftellen van tijd
Om deze toetsen weer voor de oorspronkelijke functies te gebruiken, moet u zonder deze
regelaars te bedienen wachten totdat de regelaars stoppen te knipperen.
• Door een druk op M (MODE) worden tevens de oorspronkelijke functies weer geactiveerd. Door
een druk op SEL (selecteren) wordt echter een andere functie voor het toestel geactiveerd.
4
Page 5
Afstandsbediening
1 • Hiermee wordt de toestel ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Houd een paar seconden ingedrukt om het
toestel uit te schakelen.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd
verminderd als u de toets heel even indrukt.
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het
oude volumeniveau weer terug.
2 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien langer dan 1
seconde ingedrukt.
• Hiermee kunt u de fragment/bestand snel
vooruit en achteruit spoelen als u de toets
tijdens het beluisteren van een disk indrukt
en ingedrukt houdt.
• Hiermee gaat u naar het begin van de
volgende fragment/bestand of het volgende
fragment/bestand of terug naar het begin
van de huidige (of vorige) fragmenten/
bestanden als u de toets tijdens het
beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt
houdt.
3 • Voor het selecteren van de voorkeurzender
bij het luisteren naar de radio (of de DABtuner).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een voorkeurzender (of service)
met een hoger nummer geselecteerd en
wordt op het geselecteerde station (of
service) afgestemd.
• Verspringen naar het eerste bestand van de
voorgaande map tijdens weergave van een
MP3 disc.
Door iedere druk op de toets wordt naar de
voorgaande map versprongen en de
weergave van het eerste bestand in die map
gestart.
• Bij weergave van een MP3 disc met een
voor MP3 geschikte CD-wisselaar;
– Druk kort op de toets om naar de
voorgaande disc te verspringen.
– Houd even ingedrukt om naar de
voorgaande map te verspringen.
Opmerking:
4 Voor het selecteren van de geluidsmodus
(iEQ: intelligente equalizer).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt
er een andere geluidsmodus (iEQ)
geselecteerd.
5 • Voor het selecteren van de golfband bij het
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner).
De golfband verandert door iedere druk op
deze toets.
• Verspringen naar het eerste bestand van de
volgende map tijdens weergave van een
MP3 disc.
Door iedere druk op de toets wordt naar de
volgende map versprongen en de weergave
van het eerste bestand in die map gestart.
• Bij weergave van een MP3 disc met een
voor MP3 geschikte CD-wisselaar;
– Druk kort op de toets om naar de
– Houd even ingedrukt om naar de
Opmerking:
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de
toets.
7 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsschijf op de hoofdeenheid.
Opmerking:
Tijdens weergave van een CD met
de CD-wisselaar wordt met deze
toets altijd naar de voorgaande disc
gesprongen.
volgende disc te verspringen.
volgende map te verspringen.
Tijdens weergave van een CD met de
CD-wisselaar wordt met deze toets
altijd naar de volgende disc
gesprongen.
Deze toetsen werkt niet voor het
aanpassen van algemene
instellingen wijzigen.
NEDERLANDS
5
Page 6
De afstandsbediening
voorbereiden
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een “klik”
hoort.
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer
dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
NEDERLANDS
Wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een
balpen of een soortgelijk voorwerp in de
richting van de pijl die in de afbeelding
staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
Gebruikkebatterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen
toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet
en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt
met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met
plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan
de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand
veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een
naald of mes open te maken.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
(achterkant)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar
boven in de houder zakken zodat deze vast
komt te liggen.
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
6
LET OP:
Leg de afstandsbediening NIET op plaatsen waar
het directe zonlicht langdurig op valt (zoals
bijvoorbeeld op het dashboard). De
afstandsbediening wordt anders beschadigd.
De KD-LH3101 heeft een functie voor het
gebruik met een stuur-afstandsbediening.
Indien uw auto een stuur-afstandsbediening
heeft, kunt u deze toestellen met de
afstandsbediening bedienen.
• Zie de aanwijzingen voor Installatie/
Aansluiten (afzonderlijk boekje) voor de
vereiste verbinding voor het gebruik van
deze functie.
Page 7
BASISBEDIENING
132
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Bij het selecteren van de geluidsbron in stap
hieronder wordt het apparaat automatisch
ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te
drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de
geluidsbron.
• Voor bediening van de tuner, drukt u op
FM/AM.
TUNER
Druk vervolgens herhaaldelijk op FM/AM
om de golfband (FM1, FM2, FM3 of AM)
te kiezen.
• Voor bediening van de CD-speler (CD),
CD-wisselaar (CD-CH) of het externe
component (LINE-IN) drukt u
herhaaldelijk op CD/CD-CH.
1
CD*
CD-CH*
(of LINE-IN)*
*1U kunt “CD” niet als bron kiezen indien er
geen disc in de lade is geplaatst. “No Disc”
knippert op het display.
*2U kunt “CD-CH” niet als bron voor
weergave kiezen indien er geen CDwisselaar is aangesloten.
*3Voor het kiezen van “LINE-IN” als bron,
moet u “Line In” voor de “Ext Input”
instelling op bladzijde 51 kiezen.
2
2
3
• Voor bediening van de DAB-tuner,
houdt u FM/AM ingedrukt.
DAB
Druk vervolgens herhaaldelijk op FM/AM
om de DAB-golfband (DAB1, DAB2 of
DAB3) te kiezen.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen
Het volume verlagen
Het door u ingestelde volumeniveau
verschijnt.
Huidige geluidsfunctie (iEQ)
(zie bladzijde 37)
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijden 36 – 39).
Opmerking:
Tijdens weergave van een bron kunt u tevens de
niveaumeter op het display tonen. Zie “Activeren van
de niveaumeter” op bladzijde 39 voor details.
OPMERKING:
De afbeeldingen van het display in deze
gebruiksaanwijzing zijn voornamelijk gebaseerd
op de basisinstellingen voor het toestel die bij het
verlaten van de fabriek zijn ingesteld. Indien u
bijvoorbeeld de displaypatronen of bepaalde
PSM-onderdelen heeft veranderd, zal het display
er anders uit zien dan in de afbeeldingen die in
deze gebruiksaanwijzing worden gegeven.
NEDERLANDS
7
Page 8
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op . Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT ” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau
terugbrengen door de bedieningsschijf linksom
te draaien.
Spanning uitschakelen
Druk op de cijfertoets langer dan 1
seconde ingedrukt.
• Indien u de stroom uitschakelt tijdens het
beluisteren van een CD, zal de volgende keer
bij het weer inschakelen van de stroom de
weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op
de disc worden voortgezet.
Annuleren van de
NEDERLANDS
displaydemonstratie
Bij het verlaten van de fabriek is de
displaydemonstratie geactiveerd en start deze
automatisch indien u gedurende ongeveer 20
seconden geen bediening uitvoert.
• Het wordt aanbevolen om de demonstratie te
annuleren alvorens het toestel werkelijk in
gebruik te nemen.
Voor het annuleren van de displaydemonstratie,
voert u de volgende handelingen uit:
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: Zie bladzijden
48 en 49).
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
2
Druk op cijfertoets 1 om “MOVIE”—
Filmcategorie van de PSMinstellingen—te kiezen.
Het “Graphics” instelscherm verschijnt op
het display.
3
Kies “Off”.
4
Voltooi de instelling.
Voor het weer activeren van de
displaydemonstratie, herhaalt u de hier
beschreven procedure maar kiest u “Int Demo” of
“All Demo” in stap 3.
• Zie “Beelden op het display tonen—Graphics”
op bladzijde 50 voor details.
8
Page 9
Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een
24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: Zie bladzijden
48 en 49).
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
2
Druk op cijfertoets 2 om “CLOCK”—
Klokcategorie van de PSMinstellingen—te kiezen.
Het “Clock Hr” (uur) instelscherm verschijnt
op het display.
4
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “Clock Min”
(minuten).
2 Pas de minuten aan.
12
5
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.
2 Selecteer de vermelding “24Hours” of
“12Hours”.
12
3
Stel het uur in.
6
Voltooi de instelling.
Voor het controleren van de huidige tijd op de
klok terwijl het toestel is uitgeschakeld, drukt
u op D (DISP).
De stroom wordt ingeschakeld en de tijd wordt
ongeveer 5 seconden op de klok getoond
waarna de stroom weer wordt uitgeschakeld.
NEDERLANDS
9
Page 10
GEBRUIK VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
NEDERLANDS
De geselecteerde
omroepband wordt weergegeven.
Licht op bij ontvangst van een stereo
FM-uitzending met een redelijk sterk signaal.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, verandert u de band als
volgt:
FM1FM2FM3AM
2
Zoek een station.
Afstemmen op een
station met een
hogere frequentie
Afstemmen op een station met een lagere
frequentie
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
10
Page 11
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, verandert u de band als
volgt:
FM1FM2FM3AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “Manual Search” op de
display begint te knipperen.
• Als u de toets loslaat, wordt de
handmatige modus na 5 seconden
automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM—MG/LG steeds met
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
Indien de geluidskwaliteit verslechtert en
het stereo-effect verloren gaat tijdens het
luisteren naar een FM-zender
In bepaalde gebieden kunnen zenders elkaar
storen indien ze bij elkaar in de buurt liggen.
Indien er sprake van een dergelijke
interferentie is, reduceert dit toestel
automatisch de hieruit voortkomende ruis (de
basisinstelling bij het verlaten van de fabriek).
In dat geval kan de geluidskwaliteit echter
verslechteren en het stereo-effect verloren
gaan.
Zie “Veranderen van de gevoeligheid van de
FM-tuner—IF Filter”op bladzijde 51, indien u
geen verslechtering van de geluidskwaliteit
wenst en het stereo-effect wilt behouden in
plaats van de door interferentie veroorzaakte
ruis te reduceren.
NEDERLANDS
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “Manual Search” op de
display knippert.
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een hogere frequentie
uitzendt
Als u wilt afstemmen op een station dat op
een lagere frequentie uitzendt
11
Page 12
Indien een stereo FM-uitzending slecht
ontvangbaar is:
Stel de FM-ontvangstfunctie op “Mono On”.
1 Druk op M (MODE) tijdens het luisteren naar
een stereo FM-uitzending.
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
(Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
2 Druk op cijfertoets 1 om “Mono On” te kiezen
terwijl “Mode” nog op het display wordt getoond.
Door iedere druk op de toets wordt afwisselend
“Mono On” en “Mono Off” getoond.
NEDERLANDS
Het display keert weer terug naar het scherm
met de bronaanduiding.
De MONO indicator verschijnt.
Het geluid wordt mono weergegeven maar de
ontvangst wordt verbeterd.
Na ongeveer
5 seconden
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, verandert u de band als
volgt:
FM1FM2FM3AM
2
Start het automatische vastleggen.
1 Druk op M (MODE).
“Mode” verschijnt op het
display.
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 5 terwijl “Mode” nog op
het display wordt getoond.
12
De tekst “–SSM–” verschijnt op het
afleesvenster en verdwijnt wanneer
het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Page 13
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd—nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
Handmatig vasteleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vastleggen.
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
Bijv.: Een FM-zender op 92,5 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-golfband.
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, verandert u de band als
volgt:
FM1FM2FM3AM
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 92,5 MHz).
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een hogere frequentie
uitzendt
Als u wilt afstemmen op een station dat op
een lagere frequentie uitzendt
Het displaypatroon verandert automatisch
naar het kleine animatiedisplay (zie bladzijde
15). Het voorkeurnummer knippert ongeveer
5 seconden en vervolgens wordt het hiervoor
geactiveerde displaypatroon weer getoond.
4
Herhaal bovenstaande procedure om
andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer
een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde
nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
NEDERLANDS
13
Page 14
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.Denk eraan dat u
de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de
paragraaf “Radiozenders in het geheugen
vastleggen” op bladzijden 12 en 13, als u dat nog
niet hebt gedaan.
Direct kiezen van een voorkeurzender
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, verandert u de band als
volgt:
FM1FM2FM3AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
NEDERLANDS
gewenste zender.
Een voorkeurzender met gebruik van
de voorkeurzenderlijst kiezen
Indien u bent vergeten welke zenders onder
welke voorkeurnummers zijn vastgelegd, kunt u
de voorkeurzenderlijst even bekijken en dan de
gewenste zender kiezen.
1
Kies de golfband (FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, verandert u de band als
volgt:
FM1FM2FM3AM
2
Houd 5 (omhoog) of ∞ (omlaag)
ingedrukt totdat de
voorkeurzenderlijst voor de gekozen
golfband (FM1, FM2, FM3 of AM) op
het display wordt getoond.
De huidige zender wordt
opgelicht op het display
getoond.
14
Opmerkingen:
• U kunt de voorkeurzenderlijst voor een andere FMgolfband (FM1, FM2 of FM3) tonen door een druk
op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag).
• Indien een voorkeurzender een FM RDS-zender is
die het PS-signaal levert, wordt de PS-naam in
plaats van de zenderfrequentie getoond.
3
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
Page 15
Veranderen van het displaypatroon
Door een druk op D (DISP) kunt u andere informatie op het display tonen.
• Tijdens ontvangst van een AM-zender of
niet-RDS FM-zender
Groot animatiedisplay
Huidige
geluidsfunctie (iEQ)
(zie bladzijde 37)
Klein animatiedisplay
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon als volgt:
• Tijdens ontvangst van een FM RDS-zender
(zie de volgende bladzijden)
Groot animatiedisplay
Verschijnt uitsluitend
wanneer u een
voorkeurzender kiest.
Kloktijd
Huidige geluidsfunctie
(iEQ) (zie bladzijde 37)
Klein animatiedisplay 1
PS-naam
NEDERLANDS
Kloktijd
Kloktijd-display
Klein animatiedisplay 2
De PTY-code verschijnt.
Kloktijd-display
15
Page 16
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een
FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station
met het programma en informatie over de aard of
het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door het
station worden verstuurd, kunt u op een andere
zender van een ander netwerk afstemmen dat uw
favoriete programma of verkeersinformatie
uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander
programma of een andere afspeelbron, zoals het
CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA—“Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre(PTY—“Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u
bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma met
de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF:De ontvangst met netwerk-volgen
wordt geactiveerd zonder
regionalisatie.
Met deze instelling schakelt het toestel
naar een andere zender van hetzelfde
netwerk wanneer de ontvangst van de
signalen van de ingestelde zender
verslechtert. (In deze modus kan het
voorkomen dat het nieuw te
ontvangen programma anders is dan
het programma dat u daarvoor
ontving).
De AF indicator licht op.
• AF Reg: De ontvangst met netwerk-volgen
wordt geactiveerd met regionalisatie.
Met deze instelling schakelt het toestel
naar een andere zender van hetzelfde
netwerk die hetzelfde programma
uitzendt, wanneer de ontvangst van de
signalen van de ingestelde zender
verslechtert.
De REG indicator licht op.
• Off:De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
De indicator AF en de indicator REG
lichten allebei niet op.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in
deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt,
maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die
manier kunt u dus naar uw favoriete programma
blijven luisteren en bent u verzekerd van de best
mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het
ontvangstgebied u rijdt. (Zie de afbeelding op
bladzijde 22).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit
kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternatieve
Frequentie) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete
programma blijven volgen. Als een of beide
signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze
voorziening niet.
16
De AF of REG indicator licht op.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (“AF”).
De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie
bladzijde 68).
Page 17
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: Zie bladzijden
48 en 49).
2
Druk op cijfertoets 4 om “TUNER”
—Tunercategorie van de PSM-instellingen—te kiezen.
Het “PTY Stnby” (standby) instelscherm
verschijnt op het display.
3
Kies “AF-Regn’l” (alternatieve
frequentie/regionalisatie ontvangst).
4
Selecteer de gewenste modus
—“AF”, “AF Reg” of “Off”.
5
Voltooi de instelling.
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar verkeersinformatie (TA)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of
een andere aangesloten afspeelbron).
• TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar
een AM-zender luistert.
Druk op TP/PTY om TA standby
ontvangst te activeren.
Door iedere druk op deze toets
wordt deze functie afwisselend
geactiveerd en uitgeschakeld.
De TP indicator verschijnt. (licht
continu op of knippert)
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht.
“Traffic Flash” verschijnt op het display zodra
een zender verkeersinformatie start uit te
zenden. Het toestel stemt nu automatisch op
deze zender af. Het volume wordt op het
reeds vastgelegde TA volumeniveau
(zie bladzijde 21) gesteld en u hoort de
verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen levert namelijk geen
signalen die voor TA standby ontvangst zijn
vereist.
Om TA standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢
of 4 om een dergelijke zender op te
zoeken.
De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. TA standby ontvangst
is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, al
de TP indicator oplichten.
“Traffic Flash” verschijnt op het display zodra
een zender verkeersinformatie start uit te
zenden. Het toestel verandert nu automatisch
van bron en stemt op deze zender af.
NEDERLANDS
17
Page 18
Het gebruik van PTY standby
ontvangst
Met PTY standby-ontvangst kunt u met het
toestel tijdelijk van iedere bron, uitgezonderd
AM-zenders, naar uw favoriete programma (PTY:
Programmatype) overschakelen.
Kiezen van uw favoriete PTY-code voor
PTY standby-ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek is PTY standbyontvangst ingesteld voor het opzoeken van
nieuwsprogramma’s “News”.
U kunt uw favoriete programma voor PTY
standby ontvangst kiezen.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: Zie bladzijden
48 en 49).
NEDERLANDS
2
Druk op cijfertoets 4 om “TUNER”
—Tunercategorie van de PSM-instellingen—te kiezen.
Het “PTY Stnby” (standby) instelscherm
wordt op het display getoond.
4
Voltooi de instelling.
Instellen van PTY standby-ontvangst
1 Druk op M (MODE) tijdens het luisteren naar
een stereo FM-uitzending.
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 3 terwijl “Mode” nog op het
display wordt getoond om PTY standbyontvangst te activeren.
Door iedere druk op de toets wordt PTY
standby-ontvangst afwisselend geactiveerd en
uitgeschakeld.
Bijv.: Indien de huidige gekozen PTY-code
voor PTY standby-ontvangst “News” is
Na ongeveer
5 seconden
18
3
Selecteer een van de
negenentwintig PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 22).
De naam van de PTYcode die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en
in het geheugen
opgeslagen.
Het display keert weer terug naar het scherm
met de bronaanduiding.
De PTY indicator verschijnt.
(licht continu op of knippert)
Page 19
De PTY indicator licht op of knippert.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd indien
de PTY indicator is opgelicht.
Zodra een zender een programma van het
gekozen programmatype start uit te zenden,
stemt het toestel op deze zender.
• PTY standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de PTY indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen levert namelijk geen
signalen die voor PTY standby ontvangst zijn
vereist.
Om PTY standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of
4 om een dergelijke zender op te
zoeken.
De PTY indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. PTY standby ontvangst
is nu geactiveerd.
Uw favoriete programmagenre
opzoeken
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken.
Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen
voor het later gemakkelijk opzoeken onder de
cijfertoetsen vastleggen.
Bij het verlaten van de fabriek, standaard liggen
de volgende zes programmagenres achter de
cijfertoetsen (1 tot 6) opgeslagen.
Voor het vastleggen van uw favoriete
programmatypes, zie hieronder en bladzijde 20.Zie bladzijde 20 voor een uitleg over het
zoeken van uw favoriete programma.
1
Pop M
45
Classics
2
Rock MEasy M
Affairs
3
6
Varied
Opmerking:
Na het activeren van PTY standby-ontvangst kunt u
van bron veranderen zonder PTY standby-ontvangst te
annuleren. In dat geval stopt de PTY indicator te
knipperen indien deze knippert. Zodra een zender een
uitzending van de gekozen PTY begint, wordt
automatisch van bron verandert en op deze zender
afgestemd.
• Indien u echter een AM-zender als bron kiest, zal
PTY standby-ontvangst tijdelijk worden
geannuleerd.
• U kunt PTY standby-ontvangst uitsluitend
uitschakelen indien FM als bron is gekozen.
Uw favoriete programmagenres in het
geheugen opslaan
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt terwijl
u naar een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste
werd geselecteerd,
verschijnt op de display.
Bijv.: Indien u hiervoor “Pop M” heeft
gekozen
2
Selecteer een van de
negenentwintig PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 22).
De naam van de PTYcode die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven.
NEDERLANDS
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
19
Page 20
3
Druk de gewenste cijfertoets in en
houd deze minste 2 seconden vast om
de geselecteerde PTY-code op te
slaan onder de cijfertoets van uw
keuze.
Het gekozen voorkeurnummer knippert even.
4
Houd TP/PTY langer dan 2 seconden
ingedrukt om deze functie te
verlaten.
Een favoriet programmatype opzoeken
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt terwijl
NEDERLANDS
u naar een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste
werd geselecteerd,
verschijnt op de display.
Bijv.: Met “Rock M” gekozen
Gebruik van de 5 (omhoog) of ∞ (omlaag)
toets
Door herhaaldelijk op de 5 (omhoog) of ∞
(omlaag) toets te drukken, kunt u een lijst
met uw vastgelegde PTY-codes en alle
negenentwintig PTY-codes (zes PTY-codes
tegelijkertijd) tonen. De lijst met uw
vastgelegde PTY-codes verschijnt eerst en
daarna op volgorde de negenentwintig PTYcodes (zes PTY-codes tegelijkertijd).
Druk op de overeenkomende cijfertoets om
de gewenste PTY-code te kiezen uit de lijst
die op het display wordt getoond.
3
Start het PTY-zoeken naar uw
favoriete programma.
20
Bijv.: Indien u hiervoor “Pop M” heeft
gekozen
2
Kiezen van een favoriet
programmatype
of
Kiezen van een van de
negenentwintig PTY-codes
of
• Als er een station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, stemt de eenheid automatisch
op dat station af.
• Als er geen station is dat een programma
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt
geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op
het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes
niet goed.
Page 21
Andere nuttige RDS-functies
en het maken van
aanpassingen
Automatische selectie van een station
bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de toestel wanneer u op een van de
cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de
vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-zender is, gebeurt er
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet
sterk genoeg is, gaat de toestel op basis van de
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar
een andere, sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt als de voorkeurzender die u
hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken
genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht enige
tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een
ander station wordt afgestemd.
Als u het zoeken naar een programma wilt
activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “Veranderan van de
algemene instellingen (PSM)” op bladzijde 47.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op cijfertoets 4 om “TUNER”—
Tunercategorie van de PSM-instellingen
—te kiezen.
3 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“P(Programma)-Search” te selecteren.
4 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “On”.
De voorziening Programma zoeken is nu
ingeschakeld.
5 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt
beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 4 de
vermelding “Off” door de draaiknop tegen de
wijzers van de klok in te draaien.
Het volumeniveau voor
verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de TA standby ontvangst
van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat
geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie
wordt ontvangen, worden aangepast aan het
volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “Veranderan van de
algemene instellingen (PSM)” op bladzijde 47.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op cijfertoets 4 om “TUNER”—
Tunercategorie van de PSM-instellingen
—te kiezen.
3 Druk op ¢ of 4 om de vermelding “TA
Volume” te selecteren.
4 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te selecteren.
U kunt het volume instellen op een waarde van
“Volume 0” tot “Volume 50”.
5 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze toestel is
ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de
tijdgegevens (CT—Clock Time) die met het RDSsignaal van een zender worden meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt
aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf “Veranderan van de
algemene instellingen (PSM)” op bladzijde 47.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op cijfertoets 2 om “CLOCK” Klokcategorie
van de PSM-instellingen—te kiezen.
3 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“Auto Adj” (aanpassen) te selecteren.
4 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “Off” te selecteren.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok
nu uitgeschakeld.
5 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt
activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 4 “On” selecteren door de bedieningsschijf
met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “Auto Adj” de instelling “On” hebt
gekozen, dient u de toestel tenminste 2 minuten op
hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de
klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de toestel
maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in
het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
NEDERLANDS
21
Page 22
PTY-codes
News:Nieuws
Affairs:Actualiteiten en achtergrond
Info:Informatieve programma’s over
Sport:Sportverslagen
Educate:Educatieve programma’s
Drama:Radio-hoorspelen
Culture:Programma’s aangaande nationale
Science:Wetenschappelijke en technische
Varied:Overige programma’s, bijvoorbeeld
Pop M:Popmuziek
Rock M:Rockmuziek
Easy M:Easy-listening muziek
Light M:Lichte muziek
Classics: Klassieke muziek
Other M:Overige muziek
Weather: Weerberichten
Finance:Programma’s aangaande handel
NEDERLANDS
Children: Amusement voor kinderen
informatie aangaande het nieuws
diverse verscillende onderwerpen
of regionale cultuur
programma’s
ceremonies en comedies
en de beurs en beursberichten,
enz.
Social:Programma’s over sociale
activiteiten
Religion:Programma’s over aspecten van
geloof en religie, aangaande het
bestaan en ethiek
Phone In: Programma’s waarin mensen via
de telefoon of een publiek forum
hun meningen kunnen uiten
Travel:Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde
reizen en ideeën en
mogelijkheden voor vacanties
Leisure:Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, enz.
Jazz:Jazz-muziek
Country:Country-muziek
Nation M: Huidige populaire muziek van een
bepaald land of gebied in de taal
van het land of gebied
Oldies:Gouwe-Ouwe
Folk M:Folk-muziek
Document: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden
ontvangen.
Programma 1
op frequentie A
Programma 1
op frequentie E
Programma 1
op frequentie B
Programma 1
op frequentie C
Programma 1
op frequentie D
22
Page 23
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
Zie “BEDIENING VAN MP3” op bladzijden 30 t/m
35 voor bedieningen aangaande MP3 discs.
Een CD afspelen
1
Open het bedieningspaneel.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Wanneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u
op CD/CD-CH om het apparaat aan te zetten en
het afspelen automatisch te laten beginnen.
2
Plaats een CD in de lade.
Het toestel wordt
ingeschakeld, de CD in
het mechanisme
getrokken en de
weergave automatisch
gestart.
3
Sluit het bedieningspaneel met de
hand.
He display verandert en toont het volgende:
Totaal aantal fragmenten en
totale weergavetijd van de
geplaatste disc
NEDERLANDS
Huidige fragment en verstreken weergavetijd
Opmerkingen:
• Indien een CD ondersteboven is geplaatst, zal de
CD automatisch worden uitgeworpen (wanneer het
bedieningspaneel geopend is).
Indien het bedieningspaneel is gesloten, wordt weer
naar de hiervoor gekozen bron geschakeld en
knippert “Please Eject” op het display.
• U kunt CD niet als bron kiezen indien er geen CD is
geplaatst. “No Disc” knippert in dat geval op het
display.
Alle fragmenten worden herhaald
afgespeeld totdat u de weergave stopt.
23
Page 24
Stoppen met afspelen en de CD terug
laten springen
Druk op 0.
De CD-weergave stopt en het bedieningspaneel
schuift omlaag. De CD wordt vervolgens
automatisch uitgeworpen. De vorige afspeelbron
wordt geselecteerd.
• De CD-weergave stopt tevens (maar de CD
wordt niet uitgeworpen) wanneer u van bron
verandert of de stroom uitschakelt.
Indien u later weer “CD” als bron kiest of de
stroom inschakelt, zal de CD-weergave vanaf
het punt waar u hiervoor stopte worden
voortgezet.
Opmerkingen:
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer
15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd,
wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade
geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer
wordt niet automatisch met afspelen begonnen).
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen
wanneer het toestel is uitgezet.
NEDERLANDS
Een fragment of een bepaald
punt op de CD zoeken
Het fragment versneld vooruit afspelen of
achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen
van een CD op ¢ ,
en houd deze toets
ingedrukt om het fragment
versneld vooruit af te
spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op
4, en houd deze toets ingedrukt om het
fragment achteruit af te spelen.
Naar het volgende of naar het vorige
fragment gaan
Druk tijdens het afspelen
van een CD kort op
¢ om naar het begin
van het volgende fragment
te gaan.
Telkens wanneer u
meerdere malen op de
toets drukt, wordt het
begin van het
eerstvolgende fragment
gezocht en afgespeeld.
24
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op
4 om naar het begin van het huidige
fragment te gaan.
Telkens wanneer u meerdere malen op de toets
drukt, wordt het begin van het vorige fragment
gezocht en afgespeeld.
Direct naar een bepaald fragment gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald
fragment hoort, om het afspelen van dat
fragment te laten beginnen.
• Om een fragment met nummer 1 – 6
te selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een fragment met nummer 7 – 12
te selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
Page 25
Snel naar een fragment verspringen
1 Druk tijdens weergave van een CD op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
Zie bladzijde 41 voor deze functie.
2 Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond.
Vooruit verspringen van 10
fragmenten* tot naar maximaal
het laatste fragment
Terug verspringen van 10
fragmenten* tot naar maximaal
het eerste fragment
* Bij de eerste druk op de 5 (omhoog) of
∞ (omlaag) toets wordt naar het
dichtstbijzijnde hogere of lagere fragment dat
een tiental heeft (bijvoorbeeld het 10de, 20
ste
of 30
Door een volgende druk op de toets kunt u
tegelijkertijd 10 fragmenten verspringen (zie
“Snel naar een gewenst fragment gaan”
hieronder).
• Na het laatste fragment wordt weer het
Snel naar een gewenst fragment gaan
•
fragment) versprongen.
eerste fragment gekozen en viceversa.
Bijv. 1: Kiezen van fragmentnummer 32 tijdens
weergave van fragmentnummer 6
CD-afspeelmodi selecteren
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen (Willekeurige weergave van een
disc)
U kunt alle fragmenten van de CD in willekeurige
volgorde afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een CD op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 3 om “Random Disc” te
kiezen terwijl “Mode” nog op het display wordt
getoond.
Door iedere druk op de toets wordt
afwisselend “Random Disc” en “Random Off”
getoond.
NEDERLANDS
ste
De (disc willekeurig) indicator licht op
wanneer u willekeurige weergave van een disc
activeert. Er wordt een willekeurig fragment voor
weergave gekozen.
Voor het annuleren van willekeurige
weergave van een disc, kiest u “Random Off”
door herhaaldelijk op cijfertoets 3 te drukken of
drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
(Drie keer)(Twee keer)
Fragment 6 \ 10 \ 20 \ 30\ 31 \ 32
• Bijv. 2: Kiezen van fragmentnummer 8 tijdens
weergave van fragmentnummer 36
(Drie keer)(Twee keer)
Fragment 36 \ 30 \ 20 \ 10 \ 9 \ 8
25
Page 26
Fragmenten meerdere keren afspelen
(Herhaalde weergave van een fragment)
U kunt het huidige fragment meerdere keren
afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een CD op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
Weergave van uitsluitend de intro’s
(Aftasten van intro’s van fragmenten)
U kunt de eerste 15 seconden van alle
fragmenten achterelkaar afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een CD op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 2 om “Repeat Track” te
kiezen terwijl “Mode” nog op het display wordt
getoond.
Door iedere druk op de toets wordt
afwisselend “Repeat Track” en “Repeat Off”
getoond.
NEDERLANDS
De (fragment herhalen) indicator licht
op wanneer u herhaalde weergave van een
fragment activeert. Het spelende fragment wordt
herhaald weergegeven.
Voor het annuleren van herhaalde weergave,
kiest u “Repeat Off” door herhaaldelijk op
cijfertoets 2 te drukken of drukt u op cijfertoets 4
in stap 2.
2 Druk op cijfertoets 1 om “Intro Track” te kiezen
terwijl “Mode” nog op het display wordt getoond.
Door iedere druk op de toets wordt
afwisselend “Intro Track” en “Intro Off ”
getoond.
De (fragment intro) indicator licht op
wanneer u weergave van de intro’s van
fragmenten activeert. De eerste 15 seconden
van ieder fragment worden weergegeven.
Voor het annuleren van intro-weergave, kiest u
“Intro Off” door herhaaldelijk op cijfertoets 1 te
drukken of drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
26
Page 27
Vergrendelen van een disc
Bijv.: Tijdens weergave van een CD Tekst:
U kunt voorkomen dat een disc per ongeluk
wordt uitgeworpen door de disc in de lade te
vergrendelen.
Druk op CD/CD-CH, en houd
tegelijkertijd
langer dan 2
seconden ingedrukt.
“No Eject” knippert ongeveer 5 seconden op het
display en de disc is vergrendeld zodat deze niet
per ongeluk kan worden verwijderd.
Voor het annuleren van de vergrendeling en
verwijderen van de disc
Druk op CD/CD-CH, en houd tegelijkertijd
ingedrukt.
“Eject OK” knippert ongeveer 5 seconden op het
display en de disc is nu ontgrendeld.
nogmaal langer dan 2 seconden
Oorspronkelijke display
Kloktijd
NEDERLANDS
Klok
Veranderen van het
displaypatroon
Door een druk op D (DISP) kunt u andere
informatie op het display tonen.
• Indien de informatie niet in één keer kan
worden getoond, zal de informatie rollend op
het display verschijnen.
Bepaalde tekens of symbolen kunnen mogelijk
niet worden getoond (en er verschijnt een
blanco of ander teken voor in de plaats) op het
display.
Door iedere druk op de toets
verandert het displaypatroon als
volgt:
Opmerkingen:
• De (disc) indicator licht op wanneer de
disctitel/zanger(es) wordt getoond. De
(fragment) indicator licht op wanneer de
fragmenttitel wordt getoond.
•“NO NAME” wordt getoond indien er geen naam
voor een normale CD is ingevoerd. Zie bladzijde 55
voor het invoeren van een naam voor een normale
CD.
•“NO NAME” wordt getoond indien er geen naam
voor de disctitel/zanger(es) of geen fragmenttitel
voor de CD Tekst is opgenomen.
27
Page 28
MP3 INTRODUCTIE
Wat is MP3?
MP3 is de afkorting van een lange Engelse term:
Motion Picture Experts Group (of MPEG) Audio
Layer 3. Kort gezegd is MP3 een indeling voor
gegevensbestanden met een
compressieverhouding van 1:10 (128 Kbps*). Dit
houdt in dat u met de MP3-bestandsindeling 10
keer zoveel gegevens op een CD-R of CD-RW
kunt zetten dan er op een gewone muziek-CD
past.
• Zie “Gids voor MP3/WMA (apart boekje) voor
details aangaande MP3 discs.
* Bit-rate is het gemiddelde aantal bits dat er
voor 1 seconde aan audio nodig is. De bit-rate
wordt uitgedrukt in Kbps, ofwel kilobits per
seconde (1024 bits/seconde). Hoe hoger de
bit-rate, hoe beter de geluidskwaliteit. De
meest gangbare bit-rate voor het coderen van
audio is 128 Kbps.
Deze eenheid is uitgerust met een MP3-decoder.
Dit betekent dat het mogelijk is om MP3bestande (fragmenten) af te spelen die op CD-R,
NEDERLANDS
CD-RW en CD-ROM zijn opgenomen.
Compatibel met ID3 Tag
In elk MP3-bestand kan aanvullende informatie
worden opgeslagen, zoals de albumtitel, naam
van de uitvoerende artiest, titel van de song, jaar
van de opname, genre en een korte opmerking.
Met dit toestel kunnen zowel ID3v1 (Versie 1) als
ID3v2 (Versie 2) tags of labels op het display
worden getoond. (Zie bladzijde 35).
• Bepaalde tekens kunnen mogelijk niet juist
worden getoond.
• Indien zowel ID3v1 als ID3v2 op een disc zijn
opgenomen, wordt uitsluitend de ID3v2
informatie getoond.
Hoe worden MP3 bestanden
opgenomen en afgespeeld?
MP3-“bestanden (fragmenten)” worden tijdens
het opnemen “mappen” geplaatst, zoals deze in
computertermen worden genoemd.
Tijdens de opnameprocedure kunnen bestanden
en mappen op dezelfde manier worden
geordend als dat bij bestanden en mappen met
computergegevens kan.
De “hoofdmap” is de bovenste map in de
hiërarchie met mappen en bestanden. Elk
bestand en elke map vallen onder de hoofdmap
en kunnen vanuit de hoofdmap worden
benaderd.
In welke volgorde bestanden worden afgespeeld,
doorzocht, en in welke volgorde mappen met
MP3-bestanden worden doorzocht, wordt
bepaald door de encoding-toepassing die de
muziek in MP3-indeling omzet. De
afspeelvolgorde kan dus anders zijn dan wat u in
gedachte hebt als u de mappen en bestanden
opneemt.
Op de volgende pagina is te zien hoe MP3bestanden op CD-R en CD-RW worden
opgenomen, afgespeeld en hoe deze met deze
toestel worden opgezocht.
Opmerkingen:
• Deze toestel kan CD-ROM’s met MP3-bestanden
lezen, maar als er op de CD-ROM ook bestanden in
een andere indeling dan MP3-bestanden staan, kost
het de toestel meer tijd de disk te doorzoeken. De
aanwezigheid van andere bestandsindelingen kan
ook een storing in de toestel veroorzaken.
• De toestel kan geen MP3-bestanden lezen of
schrijven als deze niet de extensie mp3 hebben.
• Deze speler is niet geschikt voor data die met de
Layer 1 en Layer 2 formaten zijn gecodeerd.
• Deze toestel is niet compatibel met Playlist**.
Waarschuwingen met betrekking tot
het maken van MP3-bestanden op
CD-R’s en CD-RW’s
Deze toestel kan alleen MP3-bestanden lezen
die de bestandsindeling hebben die voldoet aan
deze normen: ISO 9660 Niveau 1, Niveau 2,
Romeo of Joliet.
28
**Een playlist is een eenvoudig tekstbestand, zoals
deze op PC’s worden gebruikt, waarmee gebruikers
zelf de afspeelvolgorde van de bestanden kunnen
bepalen zonder de bestanden fysiek opnieuw te
ordenen.
Page 29
De configuratie van MP3-mappen en bestanden
1
Niveau
ROOT
Hiërarchie
ROOT
01
2
Niveau
3
Niveau
1 2
3 4
4
Niveau
5
Niveau
6
Niveau
: Hoofdmap
: Mappen
: MP3-bestanden
5 6
02
01
03
04
0509
11102120
08
0607
8
7
9
1312
17
151614
18
19
232224
NEDERLANDS
Opmerking:
Er is geen limiet qua aantal hiërarchieniveaus (mappen dat onder). Voor een stabiele werking wordt echter
maximaal 8 hiërarchieniveaus aanbevolen.
MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde
• De cijfers die naast de MP3-bestanden ( ) zijn omcirkeld geven de afspeelvolgorde en de
zoekvolgorde van de MP3-bestanden aan. Normaalgesproken speelt deze toestel MP3bestanden af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
• De cijfers in de mappen geven de afspeelvolgorde en zoekvolgorde van de mappen op de MP3CD aan. Normaalgesproken speelt deze eenheid MP3-bestanden in de mappen af in de
volgorde waarin deze zijn opgenomen.
29
Page 30
BEDIENING VAN MP3
Zie tevens “GEBRUIK VAN DE CD-SPELER” op
bladzijden 23 t/m 27.
Weergave van een MP3 disc
1
Open het bedieningspaneel.
NEDERLANDS
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Wanneer er al een discs in de CD-lade zit, drukt
u op CD/CD-CH om het apparaat aan te zetten
en het afspelen automatisch te laten beginnen.
2
Plaats een MP3 disc in de
laadopening.
Het toestel wordt
ingeschakeld, de disc in
het mechanisme
getrokken en de
weergave automatisch
gestart.
3
Sluit het bedieningspaneel met de
hand.
Alle bestanden worden herhaald afgespeeld
totdat u de weergave zelf stopt.
30
He display verandert en toont het volgende:
Totaal aantal mappen en bestanden
De indicator MP3
Huidige map/bestand en verstreken weergavetijd
Bijv.: Indien de disc 19 mappen en 144
MP3 bestanden heeft
Opmerkingen:
• MP3 discs vereisen een langere afleestijd.
(De tijd verschilt afhankelijk van de complexiteit
van de configuratie van mappen/bestanden).
• Indien u van bron verandert of de stroom
uitschakelt, zal de discweergave stoppen (de disc
wordt niet uitgeworpen).
Indien u later de CD-speler weer als bron kiest of
de stroom inschakelt, zal de discweergave worden
voortgezet vanaf het hiervoor gestopte punt.
Stoppen van de weergave en uitwerpen
van de disc
Druk kort op 0.
De weergave stopt en het bedieningspaneel
schuift omlaag. De disc wordt automatisch van
de lade uitgeworpen.
Page 31
Wat is ImageLink?
Indien een MP3-map een beeldbestand <jml>
bevat dat met Image Converter (bijgeleverd op
de CD-ROM) is gemaakt, kunt u dit beeld op
het display tonen tijdens weergave van de
tracks van de overeenkomende map.
• Er wordt geen geluid weergegeven tijdens het
lezen van een beeldbestand <jml> (het reeds
in de fabriek vastgelegde beeld van een
koffiekopje wordt nu op het display getoond).
Album 1
(Map 1)
Album 2
(Map 2)
Indien er meer dan één <jml> bestand voor een
map is, wordt het bestand met het nieuwere
nummer tijdens de weergave op het display
getoond (in het hierboven getoonde voorbeeld
wordt “Photo2.jml” voor Album 2 gebruikt).
Volg de volgende stappen voor hetactiverenvan ImageLink:
• Zie tevens “Veranderen van de algemene
instellingen (PSM)” op bladzijde 47.
Music001.mp3
Music002.mp3
Music003.mp3
Photo1.jml
Music004.mp3
Music005.mp3
Music006.mp3
Photo2.jml
Photo3.jml
Displayvenster
Photo1.jml
Displayvenster
Photo2.jml
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze
ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een
van de PSM-vermeldingen op de display
wordt weergegeven.
2 Druk op cijfertoets 1 om “MOVIE”—
Filmcategorie van de PSM-instellingen—te
kiezen.
Het “Graphics” instelscherm verschijnt op het
display.
3 Draai de bedieningsschijf om “ImageLink” te
kiezen.
4 Druk op SEL (selecteren) om de instelling te
voltooien. ImageLink functioneert bij het
starten van de volgende map.
Opmerking:
ImageLink werkt niet in de volgende gevallen:
•
Indien er geen <jml> bestand in een MP3 map is.
•
Indien Intro Scan is geactiveerd.
•
Indien de bron van “CD” naar een andere bron
wordt veranderd.
•
Indien u het toestel uitschakelt wanneer het
vastgelegde beeld van een koffiekopje op het
display wordt getoond.
Opzoeken van een bestand of
een bepaald gedeelte op een
MP3 disc
Zie bladzijde 29 voor “MP3’s afspeelvolgorde en
zoekvolgorde”.
Versnelde weergave van een bestand in
voor- of achterwaartse richting
Houd tijdens weergave
van een MP3 disc
¢ ingedrukt om het
bestand versneld in
voorwaartse richting af te
spelen.
Houd tijdens weergave van een MP3 disc
4 ingedrukt om het bestand versneld in
achterwaartse richting af te spelen.
Opmerking:
Tijdens deze bediening hoort u uitsluitend
onderbroken geluid. (De verstreken speeltijd
verandert tevens onderbroken op het display).
Verspringen naar volgende of voorgaande
bestanden
Druk tijdens weergave kort
op ¢ om naar het
begin van het volgende
bestand te verspringen.
Telkens wanneer u
meerdere malen op de
toets drukt, wordt het
begin van het daarop
volgende bestand
opgezocht en afgespeeld.
Druk tijdens weergave kort op 4 om naar
het begin van het huidige bestand te
verspringen.
Telkens wanneer u meerdere malen op de toets
drukt, wordt het begin van voorgaande
bestanden opgezocht en afgespeeld.
Snel naar een bepaald bestand binnen de
huidige map gaan
1 Druk tijdens weergave van een MP3 disc op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het
display.
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
NEDERLANDS
31
Page 32
2 Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond.
Vooruit verspringen van 10
bestanden* tot naar maximaal
het laatste fragment
Druk op de cijfertoets die met het mapnummer
overeenkomt om de weergave van het eerste
bestand in deze map af te spelen.
Terug verspringen van 10
bestanden* tot naar maximaal
het eerste fragment
* Bij de eerste druk op de 5 (omhoog) of
∞ (omlaag) toets, wordt naar het
dichtstbijzijnde hogere of lagere bestand met
een bestandnummer dat een tiental heeft
(bijvoorbeeld het 10de, 20
versprongen.
Door een volgende druk wordt 10 bestanden
versprongen (zie “Snel naar een gewenst
bestand gaan” hieronder).
• Wanneer het laatste bestand is bereikt, wordt
naar het eerste bestand versprongen en
viceversa.
Snel naar een gewenst bestand gaan
• Bijv. 1: Kiezen van bestandnummer 32 tijdens
NEDERLANDS
weergave van bestandnummer 6
(Drie keer)(Twee keer)
Bestand 6 \ 10 \ 20 \ 30\ 31 \ 32
• Bijv. 2: Kiezen van bestandnummer 8 tijdens
weergave van bestandnummer 36
(Drie keer)(Twee keer)
Bestand 36 \ 30 \ 20 \ 10\ 9 \ 8
ste
of 30
Direct naar een bepaalde map gaan
BELANGRIJK:
Voor het direct opzoeken van mappen met
gebruik van de cijfertoets(en), moeten mappen
voor hun mapnaam een twee-cijferig nummer
hebben. (U kunt dit nummer uitsluitend tijdens
opname van CD-R’s of CD-RW’s vastleggen).
Bijv.:Indien de mapnaam “01 ABC” is
= Druk op 1 om naar map 01 ABC te
gaan. Indien de mapnaam “1 ABC” is,
kunt u door een druk op 1 niet naar
deze map gaan.
Indien de mapnaam “12 ABC” is= Houd 6 (12) ingedrukt om naar map
32
12 ABC te gaan.
ste
bestand)
• Voor het kiezen van mapnummer 01 – 06:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Voor het kiezen van mapnummer 07 – 12:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
Opmerkingen:
• Indien “No Music” op het display wordt getoond
nadat u een map heeft gekozen, betekent dit dat de
map geen MP3 bestanden bevat.
• U kunt geen mappen met een hoger nummer dan 12
direct kiezen.
Voor het opzoeken van een bepaald bestand
in een map, drukt u na het kiezen van de map
op ¢ of 4.
Verspringen naar de volgende of
voorgaande map
Druk tijdens weergave van een
MP3 disc op 5 (omhoog) om naar
de volgende map te verspringen.
Telkens wanneer u meerdere
malen op de toets drukt, wordt de
volgende map opgezocht en start
de weergave van het eerste
bestand in die map.
Druk tijdens weergave van een MP3 disc op ∞
(omlaag) om naar de voorgaande map te
verspringen.
Telkens wanneer u meerdere malen op de toets
drukt, wordt de voorgaande map opgezocht en
start de weergave van het eerste bestand in die
map.
Opmerking:
Een map wordt overgeslagen indien er geen MP3
bestanden in zijn opgenomen.
Page 33
Kiezen van een map en een
bestand met gebruik van de
naamlijsten
U kunt de lijsten met de mapnamen en
bestandnamen op het display tonen tijdens
weergave van een MP3 disc.
U kunt vervolgens uit deze lijsten een map of
een bestand kiezen waarmee u de weergave wilt
starten.
Kiezen van een map en starten van de
weergave
1
Houd 5 (omhoog) of ∞ (omlaag)
ingedrukt zodat de mapnaamlijst
van de geplaatste disc op het
display wordt getoond.
De huidige spelende map
wordt opgelicht op het display
getoond.
Huidige mapnummer
Kiezen van een bestand en starten van
de weergave
1
Houd 5 (omhoog) of ∞ (omlaag)
ingedrukt zodat de mapnaamlijst
van de geplaatste disc op het
display wordt getoond.
De huidige spelende map
wordt opgelicht op het display
getoond.
Huidige mapnummer
2
Druk op ¢ of 4 om de
bestandlijst van de huidige map te
tonen.
Het huidige spelende
fragment licht op het
display op.
NEDERLANDS
Opmerkingen:
• Het display kan tegelijkertijd slechts zes
namen tonen. Druk op 5 (omhoog) of
∞ (omlaag) om de rest van de namen van de
lijst te tonen.
• De tracknaamlijst van de huidige spelende
map verschijnt wanneer u op ¢ of4, drukt. Door iedere druk op de toets
wordt afwisselend de mapnaamlijst en
tracknaamlijst getoond.
• Uitsluitend mappen met MP3 bestanden
worden in de lijst getoond.
2
Kies het nummer (1 – 6) van de map
die u wilt afspelen.
Huidige bestandnummer
Door iedere druk op de toets wordt
afwisselend de mapnaamlijst en
bestandnaamlijst getoond.
Opmerkingen:
Het display kan tegelijkertijd slechts zes namen
tonen. Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om
de rest van de namen van de lijst te tonen.
3
Kies het nummer (1 – 6) van de
bestand die u wilt afspelen.
33
Page 34
Kiezen van de MP3
weergavefuncties
Bestanden in een willekeurige volgorde
afspelen (Willekeurige weergave)
U kunt alle bestanden van de huidige map of alle
bestanden van de MP3 disc in een willekeurige
volgorde afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een MP3 disc op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
2 Druk herhaaldelijk op cijfertoets 3 terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond.
NEDERLANDS
Bijv.: Met “Random Folder” gekozen
Door iedere druk op de toets verandert de
willekeurige weergavefunctie als volgt:
Random DiscRandom Folder
Random Off
Functie
RandomAlle bestanden van
Folder(willekeurig map)de huidige map en
RandomAlle bestanden van
Disc(willekeurig disc)de disc.
Voor het annuleren van willekeurige
weergave, kiest u “Random Off” door
herhaaldelijk op cijfertoets 3 te drukken of drukt
u op cijfertoets 4 in stap 2.
34
ActieveWillekeurige
indicatorweergave van
indicator licht op.vervolgens de
bestanden van de
volgende map, enz.
indicator licht op.
Bestanden herhaald afspelen (Herhaalde
weergave)
U kunt het spelende bestand of alle bestanden
van de huidige map herhaald afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een MP3 disc op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
2 Druk herhaaldelijk op cijfertoets 2 terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond.
Bijv.: Met “Repeat Track” gekozen
Door iedere druk op de toets verandert de
herhaalde weergavefunctie als volgt:
RepeatAlle bestanden
Folder(herhalen map)van de huidige (of
Voor het annuleren van herhaalde weergave,
kiest u “Repeat Off” door herhaaldelijk op
cijfertoets 2 te drukken of drukt u op cijfertoets 4
in stap 2.
ActieveHerhaalde
indicatorweergave van
indicator licht op.bestand.
indicator licht op.gespecificeerde)
map van de disc.
Alleen de intro’s afspelen (Aftasten intro’s)
U kunt de eerste 15 seconden van ieder bestand
op volgorde afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een MP3 disc op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
Page 35
2 Druk herhaaldelijk op cijfertoets 1 terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond.
Bijv.: Tijdens weergave van een MP3 disc:
Oorspronkelijke display
Bijv.: Met “Intro Track” gekozen
Door iedere druk op de toets verandert de
intro-aftastfunctie als volgt:
Intro FolderIntro Track
Intro Off
Functie
IntroAlle bestanden van de
Track(intro bestand) disc.
IntroHet eerste bestand
Folder(intro map)van iedere map van
Voor het annuleren van intro-aftastweergave,
kiest u “Intro Off” door herhaaldelijk op cijfertoets
1 te drukken of drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
Actieve
indicator
indicator licht
op.
indicator lichtde disc.
op.
Weergave van de intro’s
(15 seconden) van
Veranderen van het
displaypatroon
Door een druk op D (DISP) kunt u andere
informatie op het display tonen.
• De informatie verschijnt rollend op het display
indien het niet in één keer kan worden
getoond.
Bepaalde tekens of symbolen kunnen niet op
het display worden getoond (en er verschijnt
een blanco of ander teken voor in de plaats).
Door iedere druk op de toets
verandert het displaypatroon als
volgt:
Kloktijd
Huidige
bestandnummer
Bestandnaam
Klok
De afbeelding hierboven toont voorbeelden van
het display met “Tag ” op “Off” gesteld.
Opmerkingen:
• De (map) indicator licht op wanneer de
mapnaam wordt getoond. De (bestand)
indicator licht op wanneer de bestandnaam wordt
getoond.
• Met “Ta g” op “On” gesteld (zie bladzijde 51) zal
de ID3 tag-informatie op het display worden
getoond indien de disc een ID3 tag heeft.
De albumnaam/zanger(es) met de (disc)
indicator verschijnt in plaats van de mapnaam op
het display; en de fragmenttitel met de
(fragment) indicator verschijnt in plaats van de
bestandnaam.
NEDERLANDS
35
Page 36
GELUID REGELEN
Geluid aanpassen
U kunt instellingen maken voor de luidsprekeruitgangsbalans, het subwooferuitgangsniveau en
het ingangsniveau voor iedere bron.
• De volgende stappen moeten binnen een
bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw
vanaf stap 1 indien de instelling wordt
geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Selecteer de functie die u wilt
aanpassen.
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
Door iedere druk op de toets
verandert het instelbare
onderdeel als volgt:
iEQ
Geannuleerd
NEDERLANDS
• Zie bladzijden 37 t/m 39 voor iEQ
(geluidsfunctie) instellingen.
• Zie bladzijde 39 voor METER
(niveaumeter) instellingen.
IndicatieDoel:Bereik
FadEvenwicht tussen R06 (Allen
voor- en achterin)
achterspeakers |
aanpassen.F06 (Allen
BalEvenwicht tussen L06 (Allen
linker- en links)
rechterspeaker |
aanpassen.R06 (Allen
Sub OutInstellen van het00 (min.)
subwooferuitgangs
niveau en08 (max.)
drempelfrequentie.
Vol AdjVoor het instellen –12 (min.)
en vastleggen van
het ingangsniveau
voor iedere bron.
Fad/Bal
METER
Sub Out
Vol Adj
voorin)
rechts)
|
Low/Mid/High
|
+12 (max.)
2
Maak de instellingen.
• Instellen van de fader en balans—Fad,
Bal:
Maak deze twee instellingen tegelijkertijd.
• Stel het faderniveau op “00” indien u
slechts twee luidsprekers gebruikt.
• Druk op 5 (omhoog) of
∞ (omlaag) om de fader
in te stellen.
• Druk op ¢ of
4 om de balans in
te stellen.
• Instellen van de subwooferuitgang
—Sub Out:
Deze instelling is uitsluitend effectief
indien u een subwoofer heeft
aangesloten.
Verhogen van het
niveau.
Verlagen van het
niveau.
U kunt tevens een geschikte
drempelfrequentie voor de aangesloten
subwoofer instellen.
• Druk op ¢ of 4 om “Low”,
“Mid” of “High” te kiezen.
Low: Frequenties hoger dan 50 Hz
worden niet naar de subwoofer
gestuurd.
Mid:Frequenties hoger dan 80 Hz
worden niet naar de subwoofer
gestuurd.
High: Frequenties hoger dan 115 Hz
worden niet naar de subwoofer
gestuurd.
36
Page 37
• Instellen van het ingangsniveau voor
iedere bron—Vol Adj:
U moet deze instelling voor iedere bron,
uitgezonderd FM, maken. Kies voordat u
de instelling maakt eerst de gewenste
bron.
Nadat u de instelling eenmaal heeft
gemaakt, wordt deze in het geheugen
vastgelegd en hoeft u het volumeniveau
niet meer iedere keer bij het veranderen
van bron opnieuw in te stellen.
Stel in overeenstemming met het FMgeluidsniveau in.
• U kunt geen instelling maken indien FM
als bron is gekozen. “FIX” verschijnt in
dat geval.
Verhogen van het
niveau.
Verlagen van het
niveau
Kiezen van vooringestelde
geluidsfuncties (iEQ:
intelligente equalizer)
U kunt een vooringestelde geluidsfunctie (iEQ:
intelligente equalizer) kiezen die voor het genre
muziek geschikt is.
• De volgende stappen moeten binnen een
bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw
vanaf stap 1 indien de instelling wordt
geannuleerd voordat u klaar bent.
Beschikbare geluidsfuncties:
FLAT
(Er wordt geen geluidsfunctie gebruikt)
H.ROCK (Hard Rock)
R & B (Rythm en Blues)
POP (Popmuziek)
JAZZ (Jazz-muziek)
DANCE (Dansmuziek)
Country (Country-muziek)
REGGAE (Reggae-muziek)
CLASSIC (Klassieke muziek)
USER 1, USER 2, USER 3
1
Druk éénmaal op SEL (selecteren).
De laatst gekozen geluidsfunctie
wordt opgeroepen.
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
NEDERLANDS
Bijv.: Indien u hiervoor “Flat” heeft gekozen
Door iedere druk op de toets veranderen de
instelbare onderdelen als volgt:
iEQ
Geannuleerd
• Zie bladzijden 36 t/m 37 voor SEL
(basisgeluid) instellingen.
• Zie bladzijde 39 voor METER
(niveaumeter) instellingen.
Fad/Bal
METER
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
Sub Out
Vol Adj
37
Page 38
2
Druk op de cijfertoets die
overeenkomt met de gewenste
geluidsfunctie.
• Dit toestel heeft twee schermen voor het
kiezen van geluidsfuncties. Druk op
5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om naar het
andere scherm te gaan.
Druk op
5 (omhoog) of
∞ (omlaag).
NEDERLANDS
Bijv.: Indien u op cijfertoets 1 drukt om
“Country” te kiezen
Voor het annuleren van de vooringestelde
geluidsfunctie, kiest u “FLAT” in stap 2.
1
Druk éénmaal op SEL (selecteren).
De laatst gekozen geluidsfunctie
wordt opgeroepen.
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
Bijv.: Indien u hiervoor “Country” heeft
gekozen
2
Kies de in te stellen geluidsfunctie.
• Dit toestel heeft twee schermen voor het
kiezen van geluidsfuncties. Druk op
5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om naar het
andere scherm te gaan.
3
Activeer de functie voor het instellen
van het geluid.
Het volgende scherm
voor het instellen van
de geluidsfunctie
verschijnt op het
display.
Opmerking:
Zie bladzijde 70 voor details aangaande de waarden
voor de reeds gemaakte instellingen voor iedere
geluidsfunctie.
Voor het verlaten van de vooringestelde
geluidsfunctie, drukt u herhaaldelijk op SEL
(selecteren) of wacht u ongeveer 5 seconden.
Vastleggen van uw eigen
geluidsfuncties
U kunt de geluidsfuncties naar wens instellen en
vervolgens uw eigen instellingen in het geheugen
vastleggen (USER 1, USER 2, en USER 3).
• De volgende stappen moeten binnen een
bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw
vanaf stap 1 indien de instelling wordt
geannuleerd voordat u klaar bent.
38
4
Stel als gewenst in.
1)
Druk op ¢ of 4 om de
frequentieband te kiezen—60Hz,
150Hz, 400Hz, 1kHz, 2.4kHz, 6kHz,
12kHz.
2) Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag)
om het niveau van de gekozen band
binnen een bereik van –05 t/m +05 in
te stellen.
3) Herhaal stappen 1) en 2) voor het
instellen van de andere
frequentiebanden.
Page 39
5
Leg de gemaakte instelling vast.
Een mededeling voor het
bevestigen verschijnt—of u de
instelling werkelijk wilt
vastleggen.
Indien u de instelling wilt annuleren,
drukt u op D (DISP).
• De door u gemaakte instelling blijft effectief
totdat u een andere geluidsfunctie kiest.
6
Kies een van de gebruikergeluidsfuncties (USER 1, USER 2 of
USER 3) waaronder u de instelling
wilt vastleggen.
iEQ
Geannuleerd
• Zie bladzijden 36 t/m 37 voor SEL
(basisgeluid) instellingen.
• Zie bladzijden 37 t/m 39 voor iEQ
(geluidsfunctie) instellingen.
2
Kies het gewenste patroon voor de
Fad/Bal
METER
Sub Out
Vol Adj
niveaumeter.
De niveaumeters
veranderen in de
volgende volgorde door
de regelaar te draaien.
Off
3
1
2
Standard:
Er verschijnt geen niveaumeter op het display.
(Bij het verlaten van de fabriek gekozen).
Meter 1:
De audioniveaumeter fluctueert in verticale
richting.
NEDERLANDS
Bijv.: Met “User 1” gekozen
Activeren van de niveaumeter
U kunt de niveaumeters op het display tonen
tijdens weergave van een bron. Dit toestel heeft
drie verschillende patronen voor de
niveaumeters.
• De volgende stappen moeten binnen een
bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw
vanaf stap 1 indien de instelling wordt
geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Druk herhaaldelijk op SEL
(selecteren).
De laatst gekozen niveaumeter
verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende
Door iedere druk op de toets veranderen de
instelbare onderdelen als volgt:
stap beginnen te knipperen.
Meter 2:
De luidspreker op het display vibreert wanneer
het audio-ingangsniveau verandert.
Meter 3:
De audioniveaumeters verschijnen aan de linkeren rechterkant.
• Er kan slechts één audioniveaumeter worden
getoond indien u het kleine animatiedisplay
heeft gekozen.
39
Page 40
GRAFISCH DISPLAYS
Met Image Converter op de bijgeleverde CD-ROM
kunt u uw eigen beelden maken en bewerken. U
kunt dan deze beelden gebruiken voor de
schermen bij het starten en stoppen en het
grafische scherm tijdens weergave van een bron.
Wat is Image Converter?
Image Converter is originele software van JVC voor het produceren van beelden die u op het
display van uw JVC auto-audiotoestel kunt tonen.
We geven hier de basisprocedure voor het maken van een CD-R met stilbeelden (foto’s) en
animaties (film) met Image Converter.
In deze gebruiksaanwijzing wordt uitsluitend het exporteren van bestanden (stilbeelden en film)
naar het geheugen van dit toestel uitgelegd—de hieronder beschreven stap 5.
• Zie de Gebruiksaanwijzing van Image Converter (PDF bestanden in de “Manual” map op de
bijgeleverde CD-ROM) voor overige bewerkingen (de hieronder beschreven stappen 1 tot 4).
Im
porteren van beeldenSchrijven op een CD-R
NEDERLANDS
Beelden bewerken en monteren
Weergave op uw auto-audiotoestel
KD-LH3101
40
I
nstalleer/Start het programma
Installeer Image Converter op uw PC.
I
mporteer de beelden
Importeer de oorspronkelijke beelden van de Image Converter CD-ROM of andere
apparatuur, bijvoorbeeld een digitale camera of digitale videocamera.
Bewerk en monteer de beelden
Bewerk de beelden, bijvoorbeeld gedeeltes uitknippen of regelen van de kleur, monteer het
animatie-effect en voeg uw tekst toe.
Schrijf de beelden op een CD-R
Leg de met Image Converter gemaakte animaties of de stilbeelden met gebruik van uw
software voor het schrijven op een CD-R vast.
Voor het tonen van de beelden op het display van uw auto-audiotoestel moeten deze
beelden op een CD-R zijn geschreven.
• Zie tevens aanwijzingen van de software voor het schrijven op een CD-R voor het
vastleggen van de beelden op een CD-R.
Bekijk de door u gemaakte animaties of stilbeelden op uw auto-audiotoestel.
Exporteer de beelden van de door u gemaakte CD-R naar uw JVC auto-audiotoestel.
Page 41
Downloaden van beelden en
animaties
Alvorens de volgende handelingen uit te voeren,
moet u een CD-ROM met stilbeelden (foto’s) en
animaties (films) maken.
• De bijgeleverde Image Conver ter CD-ROM
bevat wat voorbeelden van beelden en
animaties en u kunt deze disc gebruiken voor
originele displayschermen.
BELANGRIJK:
• Stilbeelden (foto’s) moeten de <jml>
extensiecode achter de bestandnaam
hebben en animaties (films) moeten de
<jma> extensiecode hebben.
• Het downloaden van een bestand is
uitsluitend mogelijk wanneer “CD” als bron
is gekozen; bestanden wissen is echter
mogelijk met iedere bron.
• Let op het volgende alvorens een bestand
te downloaden of te wissen:
– Download geen bestand tijdens het rijden.
– Draai de contactsleutel niet naar de “uit-
stand” tijdens het downloaden of wissen
van een bestand.*
– Verwijder het bedieningspaneel niet
tijdens het downloaden of wissen van een
bestand.*
* Het downloaden of wissen van een
bestand wordt niet juist uitgevoerd indien
u deze handelingen wel uitvoert. U moet
in dat geval de procedure opnieuw
uitvoeren.
• Indien u reeds een animatie voor
“PowerOn”, “PowerOff” of “Movie” heeft
ingesteld, wordt een reeds vastgelegde
animatie gewist wanneer u een nieuwe
animatie download.
• Het downloaden van een animatie kost wat
tijd.
– Ongeveer 6 tot 7 seconden voor een
stilbeeld (één kaderbeeld).
– Ongeveer 3 tot 4 minuten voor een
animatie van 30 kaderbeelden.
– Ongeveer 10 minuten voor een animatie
van 90 kaderbeelden.
• Wanneer door een van de standbyontvangstfuncties, bijvoorbeeld TA of PTY, op
een zender (of service voor de DAB-tuner) is
afgestemd, kunt u geen bestand downloaden
of wissen. Tijdens het downloaden of wissen
van een bestand werken de standbyontvangstfunctie op hun beurt niet en wordt
niet op een zender (of service) afgestemd.
Het afstemmen start pas nadat het
downloaden of wissen klaar is.
1
Open het bedieningspaneel.
2
Plaats de CD-ROM met bestanden
(beelden en animaties) in de lade.
Het toestel wordt
ingeschakeld en de disc
wordt in het mechanisme
getrokken.
• De weergave start automatisch indien er
tevens afspeelbare audiobestanden,
bijvoorbeeld MP3-tracks, op de disc zijn
opgenomen.
3
Druk nadat de disc is herkend op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
4
Druk op cijfertoets 6 om het
download-keuzescherm te tonen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
NEDERLANDS
41
Page 42
5
Kies een van de onderdelen (zodat
het gewenste onderdeel oplicht)
waarvoor u een bestand wilt
downloaden.
• PowerOn : Startscherm
Downloaden van een animatie die zal
worden getoond bij het inschakelen van
het toestel. (U kunt slechts één animatie
met maximaal 30 kaderbeelden vastleggen).
• PowerOff : Stopscherm
Downloaden van een animatie die zal
worden getoond bij het uitschakelen van
het toestel. (U kunt slechts één animatie
met maximaal 30 kaderbeelden vastleggen).
• Picture : Grafische scherm*
NEDERLANDS
Downloaden van een stilbeeld dat wordt
getoond tijdens weergave van een bron.
(U kunt 90 stilbeelden met ieder slechts
één kaderbeeld vastleggen).
• Movie : Grafische scherm*
Downloaden van een animatie die wordt
getoond tijdens weergave van een bron.
(U kunt slechts één animatie met
maximaal 90 kaderbeelden vastleggen).
* Het grafische scherm verschijnt wanneer er
gedurende ongeveer 20 seconden geen
bediening wordt uitgevoerd.
Opmerkingen:
• Met deze lijst worden de mappen met de
gewenste bestanden—<jml> bestanden voor
“Picture” en <jma> bestanden voor de
overige—getoond.
• Het display kan tegelijkertijd slechts zes namen
tonen. Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om
de rest van de namen van de lijst te tonen.
• U hoort een pieptoon en u kunt niet naar de
volgende stap gaan indien een disc is geplaatst
waarop geen <jml> en <jma> bestanden zijn
opgenomen.
Indien u de procedurewilt annuleren,
druk op
D (DISP).
7
Kies een map (zodat deze oplicht)
waarin het gewenste bestand is.
8
Toon de naamlijst van de bestanden
van de gekozen map.
Door iedere druk op de
toets verandert de lijst
op het display als volgt:
Mapnaamlijst
Bestandnaamlijst
42
Voor het annuleren van de procedure,
drukt u op cijfertoets 5 zodat het downloadkeuzescherm verdwijnt.
6
Toon de naamlijst van de map van de
geplaatste CD-R.
“File Check....” wordt even
getoond en vervolgens
verschijnt de maplijst.
De huidige gekozen map wordt opgelicht op
het display getoond.
Bijv.: Met “Picture” in stap 5 gekozen
Opmerking:
Het display kan tegelijkertijd slechts zes namen
tonen. Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om
de rest van de namen van de lijst te tonen.
Page 43
9
Kies een bestand (zodat het oplicht)
dat u wilt downloaden.
Wissen van ongewenste
bestanden
• U kunt door een druk op cijfertoets 5 naar het
voorgaande scherm terugkeren wanneer
“BACK” boven cijfertoets 5 op het display wordt
getoond.
De bestandnaam verschijnt en
“Download OK?” wordt op het display
van het toestel getoond.
10
Druk op cijfertoets 1 om het
downloaden te starten.
Het downloaden start en
“Downloading...” verschijnt op
het display.
De bestandnaamlijst verschijnt
weer nadat het bestand is
ontvangen.
Indien u het bestand niet wilt
downloaden, drukt u op cijfertoets 5. Het
bestand-keuzescherm verschijnt weer.
Herhaal de handelingen vanaf stap 8.
11
Herhaal stappen 8 tot 10 if voor het
downloaden van bestanden voor
“Picture” en het vastleggen van
meerdere bestanden.
12
Voltooi het downloaden.
Voor het downloaden van een bestand voor een
ander onderdeel van het download-keuzescherm,
moet u de handelingen vanaf stap 3 herhalen.
Opmerkingen:
• Indien u het 91
vastleggen, zal “Picture Full” worden getoond en
kunt u het downloaden niet starten. U moet in dat
geval alvorens te downloaden eerst ongewenste
bestanden wissen.
• Indien het totaal aantal kaderbeelden voor een
animatie de hieronder getoonde aantallen
overschrijdt, zullen de beelden die deze getallen
overschrijden worden genegeerd.
– Voor het start- en stopscherm: 30
– Voor het filmscherm: 90
ste
beeld voor het beeldscherm wilt
Tegelijkertijd wissen van alle vastgelegde
bestanden
1 Druk tijdens weergave van een bron op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 6 om het download-
keuzescherm te tonen.
3 Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om alle
onderdelen te kiezen (zodat deze allen
oplichten).
4 Druk op cijfertoets 4.
“All File Delete OK?” wordt op het
display getoond.
5 Druk nogmaals op cijfertoets 4 indien u
werkelijk alle bestanden wilt wissen.
“Now Deleting...” wordt tijdens het
wissen van de bestanden getoond.
Het download-keuzescherm
verschijnt weer nadat alle
bestanden zijn gewist.
6 Druk op cijfertoets 5 om weer het scherm met
de bronaanduiding te tonen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
NEDERLANDS
43
Page 44
Wissen van de vastgelegde bestanden
voor “PowerOn”, “PowerOff”, “Picture
(alle vastgelegde beelden tegelijkertijd)”
en “Movie”
1 Druk tijdens weergave van een bron op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 6 om het download-
keuzescherm te tonen.
3 Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om een van
de onderdelen te kiezen (zodat deze oplicht).
6 Druk op cijfertoets 5 om weer het scherm met
de bronaanduiding te tonen.
Wissen van de vastgelegde bestanden
voor “Picture” (stuk voor stuk)
1 Druk tijdens weergave van een bron op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 6 om het download-
keuzescherm te tonen.
3 Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om
“Picture” te kiezen (zodat deze oplicht).
NEDERLANDS
Verschijnt wanneer “Picture” is
gekozen (zodat deze oplicht).
4 Voor het wissen van de bestanden die voor
“PowerOn”, “PowerOff” en “Movie” zijn
vastgelegd, drukt u op cijfertoets 3.
De bestandnaam van de hiervoor
vastgelegde animatie verschijnt en
“Delete OK?” wordt getoond.
Voor het tegelijkertijd wissen van alle
bestanden die voor “Picture” zijn
vastgelegd, drukt u op cijfertoets 4.
“All Picture Delete OK?” wordt op
het display getoond.
5 Druk nogmaals op cijfertoets 3 indien u
werkelijk alle bestanden voor “PowerOn”,“PowerOff” en “Movie” tegelijkertijd wilt
wissen.
Druk nogmaals op cijfertoets 4 indien u
werkelijk alle bestanden voor “Picture”
tegelijkertijd wilt wissen.
“Now Deleting...” verschijnt terwijl
alle vastgelegde bestanden worden
gewist. Het download-keuzescherm
verschijnt weer nadat de
44
betreffende bestanden zijn gewist.
4 Druk op cijfertoets 3.
De naamlijst van de vastgelegde
bestanden wordt getoond.
Opmerking:
Het display kan tegelijkertijd slechts zes namen
tonen. Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om de
rest van de namen van de lijst te tonen.
5 Druk op de cijfertoets om het te wissen
bestand te kiezen.
De gekozen bestandnaam verschijnt en
“Delete OK?” wordt getoond.
6 Druk op cijfertoets 3 om het wissen te starten.
“Now Deleting...” wordt tijdens het
wissen van het gekozen bestand
getoond. De naamlijst van de
vastgelegde bestanden verschijnt
weer nadat het betreffende bestand
is gewist.
Page 45
7 Herhaal stappen 5 en 6 indien u meer
bestanden wilt wissen.
8 Druk op D (DISP) om weer het scherm met de
bronaanduiding te tonen.
Activeren van de beelden en
animaties die u heeft
gedownload
Activeren van de voor het start- en
stopscherm vastgelegde animaties
Bij het in- of uitschakelen van het toestel kunt u de
vastgelegde animaties op het display bekijken.
We noemen de schermen bij het in- en
uitschakelen respectievelijk het startscherm en het
stopscherm. U kunt uw eigen originele animaties
voor dit start- en stopscherm gebruiken.
• Het start- en stopscherm verschijnt niet indien
“Keyln CFM” op “Short” of “Off” is gesteld. (Zie
bladzijde 50).
•“Opening” en “Ending” kan niet als PSM-
onderdeel worden gekozen indien er geen
animatie voor “PowerOn” en “PowerOff” is
vastgelegd.
3
Kies “Opening” (startscherminstelling) of “Ending” (stopscherminstelling).
Bijv.: Met “Opening” gekozen
4
Kies “User”.
• Default: De reeds in de fabriek
• User:Uw eigen gemonteerde animatie
5
Voltooi de instelling.
vastgelegde animatie wordt
gebruikt.
wordt gebruikt.
NEDERLANDS
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: Zie bladzijden
48 en 49).
2
Druk op cijfertoets 1 om “MOVIE”
—Filmcategorie van de PSM-instellingen—te kiezen.
Het “Graphics” instelscherm verschijnt op
het display.
Activeren van het grafische scherm
met gebruik van een beeld of film
Met deze instelling kunt u de grafische displays
veranderen. Deze grafische schermen
verschijnen indien er gedurende ongeveer 20
seconden geen bediening wordt uitgevoerd.
•“UserPict.”, “UserMovie” en “UserSlide” kan niet
als PSM-onderdeel worden gekozen indien er
geen beeld voor “Picture” of geen animatie voor
“Movie” is vastgelegd.
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: Zie bladzijden
48 en 49).
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
45
Page 46
2
Druk op cijfertoets 1 om “MOVIE”
—Filmcategorie van de PSM-instellingen—te kiezen.
Het “Graphics” instelscherm verschijnt op
het display.
3
Kies “UserMovie”, “UserSlide” of
“UserPict.”.
NEDERLANDS
• UserMovie: Uw eigen gemonteerde, voor
• UserSlide: Uw eigen gemonteerde, voor
• UserPict.:Een van uw eigen
Bijv. Met “UserPict.”
gekozen
“Movie” vastgelegde animatie
wordt voor het grafische
scherm gebruikt.
“Picture” vastgelegde
stilbeelden worden op
volgorde voor het grafische
scherm gebruikt.
gemonteerde, voor “Picture”
vastgelegde stilbeelden wordt
voor het grafische scherm
gebruikt.
Kies een van de vastgelegde
beelden (zie de beschrijving
hier rechts).
Kiezen van een stilbeeld voor het
grafische display—User Picture
In de volgende gevallen kunt u “UserPict.” niet als
PSM-onderdeel kiezen:
• Indien er geen beeld voor “Picture” is
vastgelegd, of
•“UserPict.” is niet voor de “Graphics” instelling
gekozen (zie de beschrijving hier links).
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: Zie bladzijden
48 en 49).
2
Druk op cijfertoets 1 om “MOVIE”
—Filmcategorie van de PSM-instellingen—te kiezen.
Het “Graphics” instelscherm verschijnt op
het display.
3
Kies “UserPict.”.
De bestandnaam van
het huidige gekozen
beeld verschijnt
tevens.
4
Voltooi de instelling.
Voor het annuleren van alle grafische displays, kies
u “Off” in stap 3.
Opmerking:
U kunt tevens “All Demo”, “Int Demo” en “ImageLink”
voor de “Graphics” instelling kiezen.
– Zie bladzijden 8 en 50 voor “All Demo” en
“Int Demo”.
– Zie bladzijden 31 en 50 voor “ImageLink”.
46
4
Kies het gewenste bestand.
5
Voltooi de instelling.
Page 47
ANDERE HOOFDFUNCTIES
Veranderen van de algemene
instellingen (PSM)
U kunt de in de tabel op bladzijden 48 en 49
beschreven onderdelen veranderen met gebruik
van de PSM (Preferred Setting Mode) regelaar.
• De PSM-onderdelen zijn in zes categorieën
gegroepeerd—MOVIE, CLOCK, DISP
(display), TUNER, AUDIO en COLOR.
Basisprocedure
Bijv.: Veranderen van “Contrast”.
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (Zie bladzijden 48 en
49).
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
Bijv.: Met hiervoor “Graphics” gekozen
2
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld toets 3) om een van de
PSM-categorieën te kiezen.
Het eerste onderdeel van de gekozen
categorie verschijnt.
3
Kies het PSM-onderdeel dat u wilt
instellen. (Zie bladzijden 48 en 49).
• Door herhaaldelijk op ¢ of 4
te drukken, kunt u naar een andere
categorie gaan.
4
Stel het gekozen PSM-onderdeel in.
5
Herhaal indien nodig stappen 2 tot
voor het instellen van andere PSMonderdelen.
6
Voltooi de instelling.
NEDERLANDS
4
47
Page 48
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
De PSM- onderdelen zijn in zes categorieën gegroepeerd—MOVIE, CLOCK, DISP (display), TUNER,
AUDIO en COLOR.
GraphicsFilmdemonstratie
KeyIn CFMBevestiging met
Opening*
MOVIE
Ending*
1
UserPict.*2Gebruiker-beeld
Clock HrInstellen uur
Clock MinInstellen minuut
NEDERLANDS
24H/12H24-uur of 12-uur
CLOCK
Auto AdjAutomatische
ScrollFunctie voor rollen
DimmerDimmerfunctie
Indicaties
pieptoon
1
Animatie bij starten
Animatie bij stoppen
klokinstelling
Kiesbare waarden/onderdelen
Zie bladzijde 50 voor details.
Long
Short
Off
Default
User
DefaultUser
Fabrieksin-Zie
stellingenblz.
Int Demo8, 31, 50
Long50
Default
Eerste vastgelegde
beeld
0 – 23 (1 – 12)
00 – 59
12Hours24Hours
0 (0:00)9
00 (0:00)9
24Hours9
OffOnOn21
Once
Off
Auto
Once50
AutoOff
Auto52
Time Set
On
45Default
45
46Uit de vastgelegde beelden
From– To*3Tijd voor dimmer
ContrastContrast
DISP (display)
LCD TypeDisplaytype
Font TypeLettertype
TagLabeldisplay
Gewenste tijd – Gewenste tijd
1 – 10
Auto
Positive
Negative
1
Off
2
On
18 – 7
5
Auto50
150
On
*1Wordt uitsluitend getoond nadat een geschikt bestand in het geheugen is vastgelegd.
*2Wordt uitsluitend getoond nadat een geschikt bestand in het geheugen is vastgelegd en “UserPict.” voor
“Graphics” is gekozen.
*3Wordt uitsluitend getoond indien “Dimmer” op “Time Set” is gesteld.
48
52
50
51
Page 49
Indicaties
PTY StnbyPTY standby-
ontvangst
Kiesbare waarden/onderdelen
29 programmatypen
(zie bladzijde 22)
Fabrieksin-Zie
stellingenblz.
News18
AF-Regn’l
Alternatieve frequentie/
Regionalisatie
ontvangst
TA VolumeVolume
verkeersinformatie
TUNER
P-SearchProgramma zoeken
IF FilterIntermediare
frequentiefilter
DAB AF*
5
Alternatieve
frequentie zoeken
BeepPieptoon bij toetsdruk
Ext Input*
AUDIO
TelephoneTelefoon demping
6
Etern component
All SRCGekozen bron
UserDoor gebruiker
gekozen kleur
RRood
AFAF Reg
4
Off*
Volume 0 – Volume 50
Off
On
WideAuto
OffOn
Off
Changer
Off
On
Line InChanger51
Muting1
Muting2
AF16, 17
Volume 2021
Off
21
Auto51
On68
On51
Off51
Zie bladzijde 53 voor detailsEvery53
DayNight
00 – 11
Day
Day: 07/Night: 05
54
54
NEDERLANDS
COLOR
GGroen
BBlauw
TrimIllumTrimIllum
Lijstverlichting
On
00 – 11
00 – 11
Off
Audio
Day: 07/Night: 05
Day: 07/Night: 05
On
*4Wordt uitsluitend getoond indien “DAB AF” op “Off” is gesteld.
*5Wordt uitsluitend getoond indien DAB-tuner is aangesloten.
*6Wordt uitsluitend getoond indien een van de volgende bronnen is gekozen—FM, AM en CD.
54
54
51
49
Page 50
Beelden op het display tonen—Graphics
U kunt de grafische schermen die op het display
worden getoond veranderen. Deze grafische
schermen verschijnen indien er gedurende
ongeveer 20 seconden geen bediening wordt
uitgevoerd (uitgezonderd voor “ImageLink”).
• Int Demo:Displaydemonstratie (animatie)
• All Demo:Displaydemonstratie (animatie)
• UserMovie: Uw eigen gemonteerde animatie
• UserSlide:Uw eigen gemonteerde
• UserPict.:Een van uw eigen gemonteerde
• ImageLink: Tonen van een stilbeeld tijdens
NEDERLANDS
• Off:Er worden geen grafische
Opmerking:
U kunt “UserMovie”, “UserSlide” en “UserPict.”
uitsluitend kiezen nadat geschikte bestanden in het
geheugen zijn vastgelegd. (Zie bladzijde 41 en 42).
en de aanduiding van de
weergavebron verschijnen
afwisselend (zie bladzijde 8).
verschijnt (zie bladzijde 8).
verschijnt (zie bladzijden 45 en
46).
stilbeelden verschijnen
achtereenvolgend (zie bladzijden
45 en 46).
stilbeelden verschijnt (zie
bladzijde 45 en 46).
weergave van MP3 bestand (zie
bladzijde 31).
schermen getoond.
Kiezen van de bronanimatie voor het
display—KeyIn CFM
Bij het veranderen van bron toont het display de
bronanimatie. U kunt de gewenste bronanimatie
voor het display kiezen.
• Long:Een lange bronanimatie wordt
• Short:Een korte bronanimatie wordt
• Off:De bronanimatie is geannuleerd.
getoond.
getoond.
Kiezen van de functie voor het rollen van
discinformatie en DAB-tekst—Scroll
U kunt de functie voor het rollen van
discinformatie en DAB-radiotekst (DLS: Dynamic
Label Segment) kiezen.
• Once:Tijdens het tonen van de
discinformatie; wordt deze
informatie slechts éénmaal rollend
getoond.
Tijdens het tonen van de DAB-tekst;
wordt de gedetailleerde DAB-tekst
slechts éénmaal rollend getoond.
• Auto:Tijdens het tonen van de
discinformatie; wordt het rollen
herhaald (met intervallen van 5seconden).
Tijdens het tonen van de DAB-tekst;
wordt de gedetailleerde DAB-tekst
rollend getoond.
• Off:Tijdens het tonen van de
discinformatie; de functie voor het
rollen is geannuleerd.
Tijdens het tonen van de DAB-tekst;
worden uitsluitend de koppen van
de tekst, indien aanwezig, getoond.
Opmerking:
Ook met de functie voor het rollen op “Off” gesteld,
kunt u de informatie rollend op het display tonen door
D (DISP) langer dan een seconde ingedrukt te houden.
Instellen van het contrastniveau voor het
display—Contrast
U kunt het contrast voor het display vanaf 1 tot
10 instellen.
Stel het contrast zodanig in dat de aanduidingen
goed op het display te zien zijn.
Kiezen van het verlichtingspatroon voor
het display—LCD Type
U kunt het gewenste verlichtingspatroon voor het
display kiezen.
• Auto:Een positief patroon wordt overdag
gebruikt (afhankelijk van de
“Dimmer” instelling); ’s nachts wordt
een negatief patroon gebruikt
(tevens afhankelijk van de
“Dimmer” instelling).
• Positive: Positief (normaal) patroon van het
display.
• Negative: Negatief (tegengesteld) patroon van
het display.
Kiezen van het lettertype voor het display
—Font Type
U kunt het lettertype voor de aanduidingen op
het display kiezen. Kies als gewenst “1” of “2”.
50
Page 51
Activeren of uitschakelen van het
labeldisplay—Tag
Een MP3 bestand kan bestandinformatie bevattten
die we “ID3 Tag” noemen. Hierin is onder andere
de naam van het album, zanger(es), fragmenttitels,
etc. in opgenomen.
Er zijn twee verschillende versies—ID3v1 (ID3 Tag
Versie 1) en ID3v2 (ID3 Tag versie 2). Indien zowel
ID3v1 als ID3v2 op een disc zijn opgenomen, wordt
uitsluitend de ID3v2 informatie getoond.
• On:Weergave van informatie in ID3-tags
is ingeschakeld tijdens het afspelen
van MP3-bestanden.
• Als een MP3-bestand geen ID3-
tag heeft, worden de mapnaam en
bestandsnaam weergegeven.
Opmerking:
Als u tijdens het afspelen van een MP3bestand de instelling wijzigt van “Off”
naar “On”, wordt het weergeven van
informatie die in tags ligt opgeslagen
vanaf het volgende bestand geactiveerd.
• Off:Weergave van informatie in ID3-tags
is uitgeschakeld tijdens het afspelen
van MP3-bestanden. (Alleen de
mapnaam en de bestandsnaam
worden weergegeven).
Veranderen van de gevoeligheid van de
FM-tuner—IF Filter
In bepaalde gebieden kunnen dicht bij elkaar
liggende zenders elkaar storen, wat we
interferentie noemen. In dat geval worden
uitzendingen mogelijk door ruis gestoord.
• Auto:In geval van dergelijke interferentie
verhoogt het toestel automatisch de
gevoeligheid van de tuner zodat de
door interferentie veroorzaakte ruis
wordt verminderd. (Het stereo-effect
gaat hierdoor tevens verloren).
• Wide:Interferentie van in de buurt
liggende zenders wordt niet
geminimaliseerd maar de
geluidskwaliteit wordt niet slechter
en het stereo-effect blijft behouden.
Geluid bij het aanraken van de toetsen
in- en uitschakelen—Beep
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het
aanraken van de toetsen uit te schakelen als u
deze geluiden storend vindt.
• On:Hiermee schakelt u het geluid bij het
aanraken van de toetsen in.
• Off:Hiermee schakelt u het geluid bij het
aanraken van de toetsen uit.
Het externe apparaat selecteren
—Ext Input
Het externe apparaat kan met behulp van de
KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd)
op de ingang van de CD-wisselaar worden
aangesloten.
Als u het externe apparaat via deze eenheid als
afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk
onderdeel—de CD-wisselaar of het externe
apparaat—u wilt gebruiken.
• Changer: De CD-wisselaar gebruiken.
• Line In:Voor een ander apparaat dan de
CD-wisselaar.
Opmerking:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57
Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan
in de Handleiding voor installatie/aansluiting (aparte
publicatie).
Audiodemping voor cellulaire
telefoongesprekken selecteren
—Telephone
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een
cellulair telefoonsysteem is aangesloten.
Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem
dat u gebruikt “Muting1” of “Muting2”.
• Muting1: Kies als u met deze instelling het
geluid kan dempen bij gebruik van
een mobiel telefoonsysteem.
• Muting2: Kies als u met deze instelling het
geluid kan dempen bij gebruik van
een mobiel telefoonsysteem.
• Off:Hiermee wordt de audiodemping
voor cellulaire telefoonsystemen
uitgeschakeld.
Activeren of uitschakelen van de
lijstverlichting—TrimIllum
U kunt de sierplaat naar wens wel of niet
verlichten.
• On:Kies voor het verlichten van de
sierplaat.
• Audio:De verlichting verandert al naar
gelang de verandering van het
geluidsniveau.
• Off:De sierplaat wordt niet verlicht.
NEDERLANDS
51
Page 52
Kiezen van de dimmerfunctie
U kunt het display ’s nacht of bij gebruik van de
timer automatisch dimmen.
Opmerking:
De automatische dimmerfunctie van dit toestel werkt
mogelijk niet in bepaalde auto’s, vooral niet in auto’s
die een speciale regelaar voor het dimmen hebben.
Kies in dat geval een andere stand dan “Auto”.
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (Zie bladzijden 48 en
49).
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
2
NEDERLANDS
Druk op cijfertoets 3 om “DISP”—Displaycategorie van de PSMinstellingen—te kiezen.
4
Stel de dimmerfunctie als gewenst in.
• Auto:Voor het activeren van de
• Off:De automatische dimmer wordt
• On:Het display wordt altijd gedimd.
• Time Set: Gebruik voor het instellen van
Opmerking:
Door “Auto” of “Time Set” te kiezen, wordt het
displaypatroon mogelijk naar “Negative” of
“Positive” veranderd indien“LCD Type” op
“Auto” is gesteld.
• Ga nar de volgende stappen voor het
instellen van de timer indien u “Time Set”
heeft gekozen.
• Ga naar stap 7 om de instelling te
voltooien indien u een andere instelling
dan “Time Set” heeft gekozen.
automatische dimmer.
Het display wordt automatisch
gedimd wanneer u de
koplampen van de auto aanzet.
geannuleerd.
de timer voor de dimmerfunctie.
52
3
Druk op ¢ of 4 om“Dimmer” te kiezen.
5
Kies “From– To” om de timer voor de
dimmerfunctie in te stellen.
6
Stel de timer in.
1 Verdraai de bedieningsschijf om de
starttijd in te stellen.
2 Druk éénmaal op ¢.
3 Verdraai de regelschijf om de stoptijd in
te stellen.
7
Voltooi de instelling.
Page 53
Veranderen van de displaykleur
U kunt de displaykleur met de PSM-regelaar
instellen. U kunt tevens uw favoriete kleur voor
iedere bron afzonderlijk (of voor alle bronnen)
kiezen.
Het is ook mogelijk om uw eigen kleuren te
maken en deze voor de displaykleur in te stellen.
Instellen van de gewenste kleur voor
iedere bron
Nadat u eenmaal de kleur voor iedere bron
afzonderlijk (of voor alle bronnen) heeft
ingesteld, wordt het display in de door u gekozen
kleur verlicht wanneer u de bron kiest.
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (Zie bladzijden 48 en
49).
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
2
Druk op cijfertoets 6 om “COLOR”
—Kleurcategorie van de PSM-instellingen—te kiezen.
Het “All SRC” instelscherm verschijnt op het
display.
3
Kies de gewenste bron—ALL SRC,
CD, Changer (Line), FM of AM
—waarvoor u de displaykleur wilt
instellen.
All SRC*
1
CD
Changer
(Line)*
AM
*1Indien u “All SRC” kiest, wordt dezelfde kleur
voor alle bronnen gebruikt.
*2Kan worden gekozen indien “Ext Input” op
“Line In” is gesteld (zie bladzijde 51).
4
Kies de displaykleur.
De kleur verandert als
volgt door de
bedieningsschijf te
verdraaien:
FM
Every*1 O Aqua O Sky O Sea O
Leaves O Grass O Red O Rose O
Amber O Honey O Violet O Cotton
O Snow O User
gebruiker gemaakte kleuren—“Day” en
“Night” voor het display gebruikt.
(Zie bladzijde 54).
5
Herhaal stappen 3 en 4 voor het
kiezen van de kleur voor iedere bron
(uitgezonderd indien u “All SRC” in
3
heeft gekozen).
stap
6
Voltooi de instelling.
53
Page 54
Zelf uw kleuren maken—User
U kunt uw eigen kleuren maken—“Day” en
“Night” en deze voor iedere gewenste bron als
displaykleur gebruiken.
• Day:Kan worden gebruikt als uw
• Night: Kan worden gebruikt als uw
1
2
NEDERLANDS
gebruikerskleur overdag (wanneer de
koplampen uit zijn geschakeld), of als
ingesteld met de timer (“From– To”).
gebruikerskleur ’s nachts (wanneer de
koplampen zijn aangezet), of als
ingesteld met de timer (“From– To”).
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (Zie bladzijden 48 en
49).
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
Druk op cijfertoets 6 om “COLOR”
—Kleurcategorie van de PSM-instellingen—te kiezen.
Het “All SRC” instelscherm verschijnt op het
display.
4
Kies het scherm voor het instellen
van de kleur.
Een van de schermen
voor het instellen van
gebruikerskleuren
verschijnt.
“User Day” of “User
Night” wordt links op
het display getoond.
5
Kies “Day” of “Night” al naar gelang
de instelling die u wilt maken.
6
Stel de gekozen gebruikerskleur in.
1) Druk op ¢
een van de drie primaire kleuren
te kiezen—“R” (rood), “G” (groen)
of “B” (blauw).
of 4 to om
54
3
Kies “User” als kleur.
De kleur wordt voor de
huidige ingestelde bron
gebruikt (de bron die
boven op het display
wordt getoond, in dit
voorbeeld “All SRC”).
Indien u een afzonderlijke bron voor de
kleur wilt, moet u voordat u “User” in deze
stap kiest, eerst de betreffende bron kiezen
door een druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag).
2) Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag)
om de gekozen primaire kleur in te
stellen.
U kunt de kleur vanaf 00 tot 11 veranderen.
3) Herhaal stappen 1) en 2) om de
andere primaire kleuren in te
stellen.
7
Herhaal stappen 5 en 6 voor het
instellen van de andere
gebruikerskleuren—“Day” of “Night”.
8
Voltooi de instelling.
Page 55
Invoeren van namen voor
bronnen
U kunt namen invoeren voor CD’s (zowel in dit
toestel als in de CD-wisselaar) en voor het
externe component.
De naam die u toekent, wordt vervolgens op de
display weergegeven wanneer u het
desbetreffende apparaat selecteert.
Bron
Maximaal aantal tekens
(A – Z:
Hoofdletters
(Kleine letters met
accent)
(Hoofdletters met
accent)
4
Selecteer het gewenste teken.
)
(a – z:
• Zie bladzijde 70 voor
beschikbare tekens.
Kleine letters
(0 – 9: Cijfers
en symbolen)
)
CDs*Maximaal 32 tekens (voor
Extern componentMaximaal 8 tekens
* U kunt geen naam voor een CD Tekst of een MP3
disc invoeren.
1
Selecteer een bron waaraan u een
naam wilt toekennen.
De stroom wordt automatisch ingeschakeld
zodra u een bron kiest.
2
Houd D (DISP) ingedrukt en druk
tegelijkertijd langer dan 2 seconden
op SEL (selecteren).
De toetsen voor de volgende stap beginnen
te knipperen.
Bijv.: Indien u een CD als bron selecteert
3
Kies het in te stellen teken wanneer
de eerste positie voor het invoeren
van een teken knippert.
maximaal 40 discs)
CDCD-CH
(of LINE-IN)
Door iedere druk op de toets
verandert het stel tekens als
volgt:
5
Verplaats de cursor naar de positie
voor het volgende of het vorige
teken.
6
Herhaal stappen 3 tot 5 totdat de
hele naam is ingevoerd.
7
Voltooi de procedure terwijl het
laatst gekozen teken knippert.
Wissen van ingevoerde tekens
Voeg spaties op dezelfde, hierboven beschreven
wijze, in.
Opmerkingen:
•“Name Full” verschijnt en de functie voor het
invoeren van tekst kan niet worden geactiveerd
indien u probeert een naam voor de 41
voeren. U moet in dat geval eerst ongewenste
namen wissen.
• Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt
u ook namen toekennen aan CD’s in de CDwisselaar. De namen kunnen ook op de display
worden weergegeven als u de CD’s in deze toestel
plaatst.
ste
disc in te
NEDERLANDS
55
Page 56
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen,
wanneer u uit de auto stapt.
U moet het bedieningspaneel voorzichtig
verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,
zodat de connectors op de achterkant van het
bedieningspaneel en de houder van het
bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel
verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet
u er zeker van zijn dat de spanning is
uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
NEDERLANDS
2
Druk het bedieningspaneel miets
omhoog en trek tegelijkertijd naar u
toe van het apparaat.
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het daarvoor
bestemde doosje.
Hoe moet u het bedieningspaneel
weer op zijn plaats bevestigen?
1
Steek de rechterkant van het
bedieningspaneel in de groef van de
paneelhouder.
2
Druk op de linkerkant van het
bedieningspaneel om het paneel in
de paneelhouder te vergrendelen.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen
de connectors op een gegeven moment minder
goed gaan functioneren.
Om deze mogelijkheid tot het minimum te
beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd
met een met alcohol bevochtigde katoenen doek
schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors
daarbij niet beschadigt.
56
Connectors
Page 57
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR
Gebruik bij voorkeur de JVC, MP3 compatibele
CD-wisselaar met dit toestel.
Met gebruik van deze CD-wisselaar kunt u uw
originele CD-R’s (Opneembaar) en CD-RW’s
(Herschrijfbaar) afspelen die met het audio CDformaat of het MP3-formaat zijn opgenomen.
• U kunt tevens bepaalde andere CD-wisselaars
uit de CH-X serie aansluiten (uitgezonderd de
CH-X99 en CH-X100).
Deze andere wisselaars zijn echter niet voor
MP3 geschikt en u kunt dan dus geen MP3
discs afspelen.
• U kunt CD-wisselaars uit de KD-MK serie niet
met dit toestel gebruiken.
Alvorens uw CD-wisselaar te gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw
CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’s in de houder van de
CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de
CD’s ondersteboven in de houder zitten,
verschijnt op het afleesvenster de tekst
“No Disc”. Als dit gebeurt, moet u de houder
verwijderen en de CD’s op de juiste wijze in
de houder plaatsen.
•“No Magazine” knippert op het display indien
er geen magazijn in de CD-wisselaar is
geplaatst. U moet in dat geval een magazijn
in de CD-wisselaar plaatsen.
• Indien “Reset 01” – “Reset 08” op het display
knippert, is de verbinding tussen dit toestel
en de CD-wisselaar waarschijnlijk verkeerd.
Als dit gebeurt, moet u de verbinding
controleren, de verbindingskabel(s) stevig vastmaken. En dan op de
resetknop van de CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
Selecteer de CD-wisselaar (CD-CH).
CD
* U kunt de CD-wisselaar niet kiezen indien u “Ext
Input” op “Line In” heeft gesteld (zie bladzijde 51).
• Indien u een MP3 disc heeft geplaatst:
De weergave start vanaf de eerste map van de
huidige disc nadat de bestanden zijn
gecontroleerd.
Gekozen discnummer
Huidige map/bestand en
verstreken weergavetijd
CD-CH*
(of LINE-IN)
De indicator
MP3
NEDERLANDS
57
Page 58
• Indien u een normale CD heeft geplaatst:
De weergave start vanaf het eerste fragment
van de huidige disc.
Gekozen discnummer
Huidige fragment en verstreken weergavetijd
Opmerkingen:
• Wanneer u op CD/CD-CH drukt, wordt automatisch
de spanning ingeschakeld. U hoeft niet
op te drukken om de spanning in te
schakelen.
NEDERLANDS
• De CD-wisselaar weergave stopt wanneer u van
bron verandert. Wanneer u later weer de “CD-CH”
wisselaar als bron kiest, wordt de weergave
voortgezet vanaf het hiervoor gestopte punt.
Veranderen van het displaypatroon
Door een druk op D (DISP) kunt u andere
informatie op het display tonen.
Door iedere druk op de toets
verandert het displaypatroon.
• Zie bladzijden 27 en 35 voor
details.
58
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de nummertoets die correspondeert met
het nummer van de CD om het afspelen te laten
beginnen (tijdens weergave van de CDwisselaar).
• Nummer van de CD 01 – 06 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer van de CD 07 – 12 selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets
langer dan 1 seconde ingedrukt.
Het fragment/bestand versneld vooruit of
achteruit afspelen
Houd tijdens weergave
¢
, ingedrukt om het
fragment/bestand versneld in
voorwaartse richting af te
spelen.
Houd tijdens weergave
fragment/bestand versneld in achterwaartse richting
af te spelen.
Opmerking:
Tijdens deze bediening met een MP3 disc kunt u
uitsluitend het geluid met onderbrekingen horen.
(De verstreken weergavetijd verandert tevens met
onderbrekingen op het display).
4
ingedrukt om het
Naar het volgende of vorige fragmenten/
bestanden en gaan
Druk tijdens weergave kort
op ¢ om naar het
begin van het volgende
fragment/bestand te
verspringen.
Telkens wanneer u
meerdere malen op de
toets drukt, wordt het
begin van volgende
fragmenten/bestanden
opgezocht en de weergave
vanaf daar gestart.
Druk tijdens weergave kort op 4 om naar
het begin van het huidige fragment/bestand te
verspringen.
Telkens wanneer u meerdere malen op de toets
drukt, wordt het begin van vorige fragmenten/
bestanden opgezocht en de weergave vanaf
daar gestart.
Page 59
Deze bediening is uitsluitend mogelijk met
gebruik van een JVC MP3-compatibele
CD-wisselaar (CH-X1500).
Snel naar een fragment/bestand
verspringen
1 Druk tijdens weergave van een CD op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende
stap beginnen te knipperen.
Zie bladzijde 41 voor deze functie.
Bijv.: Indien de huidige disc een MP3 disc is.
2 Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond.
Vooruit verspringen van 10
fragmenten/bestanden* tot naar
maximaal het laatste fragment/
bestand
Terug verspringen van 10
fragmenten/bestanden* tot naar
maximaal het eerste fragment/
bestand
* Bij de eerste druk op de 5 (omhoog) of ∞
(omlaag) toets wordt naar het dichtstbijzijnde
hogere of lagere fragment/bestand dat een
tiental heeft (bijvoorbeeld het 10de, 20
ste
30
fragment/bestand) versprongen.
Door een volgende druk op de toets kunt u
tegelijkertijd 10 fragmenten/bestanden
verspringen (Zie “Snel naar een gewenst
bestand/fragment gaan” hier rechts).
• Na het laatste fragment/bestand wordt weer
het eerste fragment/bestand gekozen en
viceversa.
ste
of
Snel naar een gewenst bestand/fragment
gaan
• Bijv. 1: Kiezen van fragment-/
bestandnummer 32 tijdens
weergave van fragment-/
bestandnummer 6
(Drie keer)(Twee keer)
Fragment/
bestand 6\ 10 \ 20 \ 30 \ 31 \ 32
• Bijv. 2: Kiezen van fragment-/
bestand 36\ 30 \ 20 \ 10 \ 9 \ 8
bestandnummer 8 tijdens weergave
van fragment-/bestandnummer 36
(Drie keer)(Twee keer)
Fragment/
Verspringen naar de volgende of
voorgaande map (alleen voor MP3 discs)
Druk tijdens weergave van een MP3
disc op 5 (omhoog) om naar de
volgende map te gaan.
Telkens wanneer u meerdere malen
op de toets drukt, wordt de volgende
map opgezocht en start de weergave
van het eerste bestand in die map.
Druk tijdens weergave van een MP3 disc op
∞
(omlaag) om naar de voorgaande map te gaan.
Telkens wanneer u meerdere malen op de toets
drukt, wordt de voorgaande map opgezocht en start
de weergave van het eerste bestand in die map.
NEDERLANDS
Opmerking:
Indien de huidige disc die wordt afgespeeld een MP3
disc is, wordt naar andere bestanden in dezelfde map
versprongen.
59
Page 60
Kiezen van een disc/map/
fragment met gebruik van de
naamlijsten
Indien u bent vergeten welke discs in de CDwisselaar zijn geplaatst, kunt u de disctitellijst
oproepen en dan de gewenste disc uit de op het
display getoonde lijst kiezen.
• Het display kan tegelijkertijd slechts zes
disctitels tonen.
1
Houd tijdens weergave van een disc
de 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) toets
ingedrukt totdat een disctitellijst op
het display verschijnt.
Bij weergave van een MP3 disc, kunt u tevens
de maplijst(en) en bestandlijst(en) op het display
tonen en daaruit de gewenste map of het
bestand kiezen.
1 Houd tijdens weergave van een MP3 disc de
5 (omhoog) of ∞ (omlaag) toets ingedrukt
totdat een disctitellijst op het display verschijnt.
2 Druk op ¢ of 4 om de maplijst
van de huidige disc of de bestandlijst van de
huidige map te tonen.
Door iedere druk op de toets verandert de op
het display getoonde lijst als volgt:
DiscnaamlijstMapnaamlijst
Bestand (fragment) naamlijst
Huidige mapnummer
NEDERLANDS
Gekozen discnummer
Opmerking:
Indien een disc een disctitel heeft (CD Tekst) of u
een naam heeft ingevoerd, wordt de titel/naam
op het display getoond.
Het discnummer verschijnt echter indien de CD
nog nooit met het toestel is afgespeeld.
2
Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag)
om indien nodig de andere
disctitellijst te tonen.
3
Kies het nummer (1 – 6) van de disc
die u wilt beluisteren.
Bijv.: Met mapnaamlijst gekozen
Huidige bestandnummer
Bijv.: Met bestandnaamlijst gekozen
Opmerking:
Het display kan tegelijkertijd slechts zes disctitels
tonen. Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om
andere onderdelen van de volgende of voorgaande
lijsten te tonen.
3 Druk op de cijfertoets voor de af te spelen
disc, de map of het bestand.
60
Page 61
Kiezen van de
weergavefuncties
Afspelen van fragmenten/bestanden in
een willekeurige volgorde (Willekeurige
weergave)
1 Druk tijdens weergave op M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
2 Druk herhaaldelijk op cijfertoets 3 terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond.
Bijv.: Indien u tijdens weergave van een
MP3 disc “Random Disc” kiest
Door iedere druk op de toets verandert de
willekeurige weergavefunctie in de volgende
volgorde:
Functie
RandomAlle bestanden van
Folder*(willekeurigde huidige map en
RandomAlle fragmenten/
Disc(willekeurigbestanden van de
RandomAlle fragmenten/
All(willekeurigbestanden van alle
* “Random Folder” kan uitsluitend voor een MP3
disc worden gebruikt.
Opmerking:
De MP3 indicator licht tevens op indien een MP3 disc
wordt afgespeeld.
Voor het annuleren van willekeurige
weergave, kiest u “Random Off” door
herhaaldelijk op cijfertoets 3 te drukken of drukt u
op cijfertoets 4 in stap 2.
ActieveWillekeurige
indicatorweergave van
map) indicator vervolgens de
licht op.bestanden van de
volgende map, enz.
disc) indicator huidige (of
licht op.
alles) indicator in het magazijn
licht op.geplaatste discs.
gespecificeerde) disc.
NEDERLANDS
Voor MP3 discs:
Random Off
Voor CD’s:
Random DiscRandom Folder
Random All
Random AllRandom Disc
Random Off
61
Page 62
Herhaald afspelen van fragmenten/
bestanden (Herhaalde weergave)
1 Druk tijdens weergave op M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
2 Druk herhaaldelijk op cijfertoets 2 terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond.
Functie
Repeat (herhalen Het huidige (of
Trackfragment/bestand) gespecificeede)
Repeat (herhalen
Folder*map) indicatorde huidige (of
Repeat (herhalen Alle fragmenten/
Discdisc) indicatorbestanden van de
* “Repeat Folder” kan uitsluitend voor een MP3 disc
worden gebruikt.
ActieveHerhaalde
indicatorweergave van
indicator licht op.fragment/bestand.
Alle bestanden van
licht op.gespecificeerde)
map van de
huidige disc.
licht op.huidige (of
gespecificeerde)
disc.
Bijv.: Indien u tijdens weergave van een MP3
disc “Repeat Track” kiest
NEDERLANDS
Door iedere druk op de toets verandert de
herhaalde weergavefunctie in de volgende
volgorde:
Voor MP3 discs:
Repeat FolderRepeat Track
Repeat Off
Voor CD’s:
Repeat Disc
Repeat DiscRepeat Track
Repeat Off
Opmerking:
De MP3 indicator licht tevens op indien een MP3 disc
wordt afgespeeld.
Voor het annuleren van herhaalde weergave,
kiest u “Repeat Off” door herhaaldelijk op
cijfertoets 2 te drukken of drukt u op cijfertoets 4
in stap 2.
62
Page 63
Afspelen van intro’s (Intro-aftastweergave)
1 Druk tijdens weergave op M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap
beginnen te knipperen.
2 Druk herhaaldelijk op cijfertoets 1 terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond.
Bijv.: Indien u tijdens weergave van een
MP3 disc “Intro Track” kiest
Door iedere druk op de toets verandert de
intro-aftastweergavefunctie in de volgende
volgorde:
Functie
IntroAlle fragmenten/
Track(intro fragment bestanden van de
IntroHet eerste bestand
Folder*(intro map)van iedere map van
Intro
Discdisc) indicator bestanden van de
* “Intro Folder” kan uitsluitend voor een MP3 disc
worden gebruikt.
Opmerking:
De MP3 indicator licht tevens op indien een MP3 disc
wordt afgespeeld.
Actieve
indicator
/bestand)huidige disc.
indicator
licht op.
indicatorde huidige disc.
licht op.
(intro
licht op.geplaatste discs.
Weergave van
de intro’s
(15 seconden) van
De eerste fragmenten/
NEDERLANDS
Voor MP3 discs:
Intro Off
Voor CD’s:
Intro Off
Intro FolderIntro Track
Intro Disc
Intro DiscIntro Track
Voor het annuleren van intro-aftastweergave,
kiest u “Intro Off” door herhaaldelijk op cijfertoets
1 te drukken of drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
63
Page 64
BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN
Externe apparatuur afspelen
U kunt een extern component met de CDwisselaaraansluiting op het achterpaneel
aansluiten middels de KS-U57 Line Input
Adapter (niet bijgeleverd).
Voorbereiding:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de
KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat
treft u aan in de Handleiding voor installatie/
aansluiting (aparte publicatie).
NEDERLANDS
Alvorens het externe component te bedienen,
moet u de juiste externe ingang kiezen. Volg
de hieronder beschreven stappen.
• Zie ook de paragraaf “Veranderan van de
algemene instellingen (PSM)” op bladzijde 47.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de
PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op cijfertoets 5 om “AUDIO”
—Audiocategorie van de PSM-instellingen
—te kiezen.
3 Druk op ¢ of 4 om “Ext Input”* te
kiezen.
4 Draai de bedieningsschijf naar rechts om
“Line In” te kiezen.
5 Druk op SEL (selecteren) om de instelling te
voltooien.
Kies het externe component op de juiste
manier, zoals hieronder wordt beschreven.
1
Selecteer het externe apparaat
(LINE-IN).
CDCD-CH
(of LINE-IN)
• Zie bladzijde 51 en kies de externe ingang
(“Line In”) voor de “Ext Input” instelling
indien “Line In”* niet op het display
verschijnt.
* Wordt uitsluitend getoond indien een van de
volgende bronnen is gekozen—FM, AM en CD.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Wanneer u op CD/CD-CH drukt, wordt automatisch
de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op
te drukken om de spanning in te schakelen.
2
Schakel het aangesloten apparaat
aan en start het afspelen van de
afspeelbron.
3
Stel het volume.
• Zie “Het externe apparaat selecteren
—Ext Input” op bladzijde 51 voor details.
* Wordt uitsluitend getoond indien een van de
volgende bronnen is gekozen—FM, AM en CD.
64
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijden 36 t/m 39).
Opmerking:
U kunt tevens het displaypatroon veranderen door
herhaaldelijk op D (DISP) te drukken.
Page 65
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER
TUNERDAB
We raden u aan om in combinatie met deze
eenheid DAB-tuner KT-DB1500 of KT-DB1000 te
gebruiken.
Neem contact op met de JVC-dealer in autoaccessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner
werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen
die momenteel in gebruik zijn. Met deze
technologie is het mogelijk CD’s af te spelen
met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en
signaalvervorming.
U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en
gegevens mee versturen.
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij
elk programma op een aparte frequentie
wordt uitgezonden, worden bij DAB
verschillende programma’s (die “services”
worden genoemd) met elkaar gecombineerd
tot een “ensemble”.
Iedere “service”—“primaire service”—kan
daarbij tevens in componenten worden
verdeeld (“secundaire service” genoemd).
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze
eenheid aansluit, kunt u van deze DABservices gebruik maken.
Afstemmen op een ensemble
en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer
programma’s (services) die tegelijkertijd worden
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt
afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u
wilt luisteren.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM als het CD, de CDwisselaar of een extern apparaat de huidige
afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt en houdt, wordt de
DAB-tuner of de FM/AM-tuner
geselecteerd.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1,
DAB2 of DAB3).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
DAB1DAB2DAB3
NEDERLANDS
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DABbanden (DAB1, DAB2, DAB3). U kunt met elke
DAB-band op een ensemble afstemmen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
65
Page 66
3
TUNERDAB
Zoek een ensemble op.
Zoeken naar
ensembles met
hogere frequenties.
Zoeken naar ensembles met lagere
frequenties.
Wanneer een ensemble wordt ontvangen,
stopt het zoeken.
Terugkeren naar de FM/AM-tuner
Druk nogmaals op FM/AM en houd deze.
DAB-frequenties in het
geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke
DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in
het geheugen worden opgeslagen.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u
het zoeken wilt stoppen voordat op een
ensemble is afgestemd.
4
Kies een service (ofwel primaire of
secundaire) die u wilt beluisteren.
Kiezen van de volgende
service. (Indien een primaire
service ook secundaire
services heeft, worden deze
NEDERLANDS
Kiezen van de voorgaande service (ofwel
een primaire of secundaire).
gekozen voordat de volgende
primaire service wordt
gekozen).
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald
ensemble
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM als het CD, de CDwisselaar of een extern apparaat de huidige
afspeelbron is.
1 Druk op FM/AM en houd om de DAB-tuner
als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op FM/AM om de
gewenste DAB-band te selecteren (DAB1,
DAB2 of DAB3).
3 Druk op ¢ of 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot u
het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen tot u de toets weer
loslaat.
5 Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om een
service (ofwel primaire of secundaire) te
kiezen die u wilt beluisteren.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM als het CD, de CDwisselaar of een extern apparaat de huidige
afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt en houdt, wordt de
DAB-tuner of de FM/AM-tuner
geselecteerd.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2
of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
DAB1DAB2DAB3
3
Stem af op het ensemble van uw
keuze.
4
Selecteer de service van het
ensemble.
Kiezen van de volgende
service.
Kiezen van de voorgaande
service.
66
Page 67
5
TUNERDAB
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld
cijfertoets 1) waaronder u de
geselecteerde service wilt opslaan en
houd deze toets gedurende minimaal 2
seconden ingedrukt.
Het displaypatroon verandert automatisch
naar het niet-animatie display en het
voorkeurnummer knippert (daarna wordt
weer het voorgaande displaypatroon
getoond).
6
Herhaal de bovenstaande procedure
als u nog andere DAB-services achter
voorkeuzetoetsen wilt opslaan.
Opmerkingen:
• U kunt uitsluitend primaire DAB-services vastleggen.
Indien u een secundaire service vastlegt, wordt
hiervoor in de plaats zijn primaire service vastgelegd.
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het
geheugen wanneer u aan de desbetreffende
voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
Afstemmen op een
opgeslagen DAB-service
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2
of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
DAB1DAB2DAB3
3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 – 6)
voor de DAB-service (primaire) die u
wilt beluisteren.
Opmerking:
Indien de gekozen primaire service een of meerdere
secundaire services heeft, zal door het herhaaldelijk
drukken op dezelfde cijfertoets op de secundaire services
worden afgestemd.
Een voorkeurservice met gebruik van
de voorkeurservicelijst kiezen
Indien u bent vergeten welke services onder
welke voorkeurnummers zijn vastgelegd, kunt u
de voorkeurservicelijst even bekijken en dan de
gewenste service daaruit kiezen.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM als het CD, de CDwisselaar of een extern apparaat de huidige
afspeelbron is.
NEDERLANDS
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde DABservice afstemmen.
Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services
in het geheugen vast te leggen. Zie op bladzijden
66 en 67 “DAB-frequenties in het geheugen
opslaan” als u nog geen services hebt opgeslagen.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM als het CD, de CDwisselaar of een extern apparaat de huidige
afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt en houdt, wordt de
DAB-tuner of de FM/AM-tuner
geselecteerd.
TUNERDAB
1
Kies de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt en houdt, wordt de
DAB-tuner of de FM/AM-tuner
geselecteerd.
2
Kies de gewenste DAB-golfband
(DAB1, DAB2 of DAB3).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
DAB-band als volgt:
DAB1DAB2DAB3
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
67
Page 68
3
Houd 5 (omhoog) of ∞ (omlaag)
ingedrukt totdat de
voorkeurensemblelijst (primaire
service) voor de gekozen golfband
(DAB 1, DAB 2 of DAB 3) op het
display wordt getoond.
Opmerking:
U kunt de voorkeurensemblelijst (primaire
service) voor een andere DAB-golfband (DAB1,
DAB2 of DAB3) tonen door een druk op
NEDERLANDS
5 (omhoog) of ∞ (omlaag).
4
Kies het nummer (1 – 6) voor de
gewenste service.
Wat kunt u nog meer met DAB
doen?
Met de DAB-tuner aangesloten kunt u hetzelfde
programma (service) tijdens het rijden opsporen
wanneer hetzelfde DAB-ensemble niet wordt
ontvangen.
Hetzelfde programma automatisch
volgen (alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te
blijven luisteren.
• Terwijl u een DAB-service ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar u een service niet
kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch
afstemmen op een ander ensemble of een FM
RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
• Terwijl u een FM RDS-zender ontvangt:
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service
hetzelfde programma uitzendt als een FM
RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch
op de DAB-service af.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle
alternatieve-ontvangstmogelijkheden
ingeschakeld.
• Zie ook de paragraaf “Veranderan van de
algemene instellingen (PSM)” op bladzijde 47.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van
de PSM-vermeldingen op de display wordt
weergegeven.
2 Druk op cijfertoets 4 om “TUNER”
—Tunercategorie van de PSM-instellingen
—te kiezen.
3 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“DAB AF” (alternatieve frequentie) te selecteren.
4 Draai de bedieningsschijf de gewenste modus
te selecteren.
• On: Het programma wordt gevolgd
tussen het aanbod van DAB-services
en FM RDS-zenders—alternatieve
ontvangst. De indicator AF op de
display licht op (zie bladzijde 16).
• Off:
5 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
Alternatieve ontvangst is uitgeschakeld.
voltooien.
68
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is
ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie
ingeschakeld (zie bladzijde 16 voor RDS-zenders).
De netwerkfunctie kan echter niet worden
uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te
schakelen.
Page 69
Veranderen van display-informatie
Door een druk op D (DISP) kunt u andere informatie op het display tonen.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert het displaypatroon als volgt:
Groot animatiedisplay
1
Ensemblelabel (naam) display
Ensemble-label en
Kloktijd
KanaalnummerTekstindicator*
frequentie
Servicelabel (naam) display
3
*
2
4
Kloktijd-display
Service-label
PTY-code*
Dynamisch label segment (DLS) display*
*1TEXT indicator: toont dat de huidige ontvangen service DLS (Dynamic Label Segment—DAB-radio
tekstinformatie) levert.
*2Iedere service kan meerdere PTY-codes hebben. Indien een service meerdere PTY-codes heeft, worden deze
achtereenvolgend getoond.
*3Ensemblelabel (primaire service) indicator: Een andere indicator () wordt getoond indien de secundaire
service is gekozen.
*4Dynamic Label Segment (DLS) wordt getoond. Zie “Kiezen van de functie voor het rollen van discinformatie
De volgende lijst toont de waarden van de vooringestelde frequentieniveaus voor iedere
geluidsfunctie.
• U kunt de vooringestelde geluidsfuncties tijdelijk veranderen. De door u gemaakte instellingen
worden echter naar de fabrieksinstellingen teruggesteld wanneer u vervolgens een andere
geluidsfunctie kiest.
Geluidsfunctie
Flat00000000000000
Hard Rock+03+03+010000+02+01
R & B+03+02+0200+01+01+03
Pop00+020000+01+01+02
Jazz+03+02+01+01+01+03+02
Dance Music+04+0200–02–01+01+01
Country+02+01000000+01+02
Reggae+030000+01+02+02+03
Classic+02+03+010000+0200
User 100000000000000
NEDERLANDS
User 200000000000000
User 300000000000000
60 Hz150 Hz 400 Hz 1 kHz2,4 kHz6 kHz12 kHz
Vooringestelde equalizer-waardes
Beschikbare tekens
Behalve de letters van het alfabet (A – Z, a – z) kunt u tevens de volgende tekens voor namen voor
CD’s en een extern component invoeren. (Zie bladzijde 55).
• Deze tekens kunnen tevens worden gebruikt voor het tonen van andere informatie, bijvoorbeeld
disctitels/namen van zangers, RDS en DAB, op het display.
Cijfers en symbolen
70
Hoofdletters
spatie
Letters met accenten
Kleine letters
spatie
spatie
Page 71
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende
instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
• Er komt geen geluid uit
de speakers.
• Het toestel werkt
helemaal niet.
Algemeen
•“Panel Connect Error”
verschijnt op het display.
• Automatisch instellen
van zenders—SSM
(Strong-station
Sequential Memory)
functioneert niet.
FM/AM
• U hoort ruis terwijl u
naar de radio luister.
•Disc kan niet worden
afgespeeld.
• CD-R/CD-RW kan niet
worden afgespeeld.
• Overslaan van
fragmenten van de
CD-R/CD-RW is niet
mogelijk.
• Disc kan niet worden
uitgeworpen.
•
Disc kan niet worden
herkend. (“No Disc”,“Loading Error” of “Eject
Error” knippert).
CD-weergave
• Geluid van de disc wordt
soms onderbroken.
Oorzaken
Het volume is ingesteld op het
minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De ingebouwde microprocessor
functioneert mogelijk niet juist
vanwege interferentie, enz.
Het bedieningspaneel is niet
goed bevestigd.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
CD zit ondersteboven in het
apparaat.
De CD-R/CD-RW is niet
afgerond (“finalized”).
De disc is vergrendeld.
De CD-speler functioneert
mogelijk onjuist.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
Oplossingen
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Druk op de terugsteltoets van
de paneelhouder nadat u het
bedieningspaneel heeft
verwijderd. (De instelling voor de
klok en de voorkeurzenders
worden uit het geheugen
gewist). (Zie bladzijde 2).
Verwijder het bedieningspaneel,
veeg de aansluitpunten schoon
en bevestig opnieuw. (Zie
bladzijde 56).
Leg de zenders handmatig vast.
NEDERLANDS
Zorg dat de antenne stevig vast
zit.
Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
• Plaats een afgeronde
CD-R/CD-RW.
• Rond de CD-R/CD-RW met
de voor opname gebruikte
apparatuur af.
Ontgrendel de disc.
(Zie bladzijde 27).
Houd CD/CD-CH, ingedrukt en
druk tegelijkertijd langer dan 2
seconden op SEL (selecteren)
om de disc uit te werpen.
Stop met afspelen op hobbelige
wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabelsen
aansluitingen.
•“No Disc” verschijnt op
het display.
Er is geen disc geplaatst.
De disc is verkeerd geplaatst.
Plaats een disc in de lade.
Plaats de disc juist.
71
Page 72
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
• De CD kan niet worden
afgespeeld.
•“Unplayable File” verschijnt
en de bestanden worden
overgeslagen.
• Er is ongewenst geluid
hoorbaar.
NEDERLANDS
• De leestijd duurt lang (de
vermelding (“File Check”
knippert op de display).
• De bestanden worden in
MP3’s Afspelen
een andere volgorde
afgespeeld dan ik wilde.
Er zijn geen MP3 bestanden
op deze disc.
De MP3-bestanden hebben
niet de mp3 extensie in de
bestandsnaam.
De MP3-bestanden zijn niet
opgenomen in een indeling
die voldoet aan de ISO 9660
Niveau 1-, Niveau 2-, Romeo
of Joliet-norm.
De bestanden zijn niet met
een juist formaat gecodeerd.
Het bestand dat wordt
afgespeeld is geen MP3bestand (ook al heeft het
bestand de extensie mp3).
De duur van de leestijd hangt
af van de complexiteit van de
hiërarchie van de mappen en
bestanden.
De afspeelvolgorde wordt
bepaald bij het maken van de
opname.
Plaats een andere CD.
Voeg de extensie mp3 aan de
bestandsnamen toe.
Plaats een andere CD.
(Neem de MP3-bestanden op
met een toepassing die aan
deze normen voldoet).
Plaats een disc met bestanden
die met een juist formaat zijn
gecodeerd.
Sla het bestand over of plaats
een andere CD. (Voeg nooit de
extensie mp3 toe aan
bestanden die geen
MP3-bestanden zijn).
Maak de hiërarchie niet te
ingewikkeld en gebruik niet
teveel mappen. Plaats ook geen
bestanden op de MP3-CD die
geen MP3-bestanden zijn.
Plaats een disc met fragmenten
die met een juist formaat zijn
gecodeerd.
72
• De verstreken speeltijd is
onjuist.
•“No Files” verschijnt op het
display.
•“No Music” verschijnt op het
display.
• Er worden verkeerde
tekens weergegeven.
(Weergave van tags, b.v. de
naam van het album).
Dit kan gebeuren en is
afhankelijk van het aantal
bestanden dat op de CD staat.
Er zijn geen MP3 bestanden
in de huidige map.
De huidige map heeft geen
MP3 bestand.
Uitsluitend <jml> en <jma>
bestanden zijn op de disc
opgenomen.
Het toestel kan uitsluitend
letters (hoofdletters: A-Z,
kleine letters: a-z), cijfers en
een beperkt aantal symbolen
en bepaalde letters met
accenten tonen (zie bladzijde
70).
Kies een andere map.
Kies een andere map die MP3
bestanden bevat.
Plaats een disc die MP3
bestanden heeft.
Page 73
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
• Het downloaden duurt lang.
• De animatie beweegt niet.
•“Movie” categorie—
instellingen van PSM
hebben geen effect.
•“No Disc” knippert op het
display.
•“No Magazine” knippert op
het display.
•“Reset 08” knippert op het
display.
•“Reset 01” – “Reset 07”
knippert op het display.
• De CD-wisselaar werkt niet.
U probeert een animatie met
veel beelden te downloaden.
De temperatuur in de auto is
zeer laag—de (LOW
TEMP.) indicator wordt getoond.
Er bevindt zich geen CD in
de CD-ladden.
Discs zijn omgekeerd geplaatst.
Er is geen CD-houder in de
CD-wisselaar geladen.
Het apparaat is niet op de juiste
manier met de CD-wisselaar
verbonden.
De ingebouwde microprocessor
functioneert mogelijk niet juist
vanwege interferentie, enz.
Dit is normaal (zie bladzijde
33).
Wacht totdat de temperatuur
weer op peil is—totdat de
(LOW TEMP.) indicator
is gedoofd.
Plaats discs in het magazijn.
Plaats de discs juist.
Plaats het magazijn.
Verbind het apparaat en de
CD-wisselaar op de juiste
manier met elkaar en druk op
de resetknop van de CDwisselaar.
Druk op de resetknop van de
CD-wisselaar.
Druk op de terugsteltoets van
de paneelhouder nadat u het
bedieningspaneel heeft
verwijderd. (De instelling voor
de klok en de voorkeurzenders
worden uit het geheugen
gewist). (Zie bladzijde 2).
Grafische
aanduidingen
NEDERLANDS
CD wisselaar
Haperingen:
De disc kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de disc worden hierdoor niet
beschadigd, maar het is wel storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
73
Page 74
ONDERHOUD
Omgaan met discs
Dit toestel is ontworpen voor weergave van CD’s,
CD-R’s (Opneembaar), CD-RW’s (Herschrijfbaar)
en CD Text.
• Dit toestel is tevens geschikt voor MP3
discs.
De manier waarop u met discs moet omgaan
Wanneer u een disc uit
het opbergdoosje haalt,
moet u het rondje in het midden
van de doos naar beneden
duwen en de disc uit het doosje
halen terwijl u de disc aan de rand vasthoudt.
• Houd de disc altijd aan de randen vast. Raak
de opnamekant niet aan.
Wanneer u de disc wilt opbergen, leg deze
dan voorzichtig om het rondje in het midden (met
de bedrukte kant boven).
• Berg de discs na gebruik altijd op in het doosje.
Discs schoonhouden
Het geluid wordt niet goed
NEDERLANDS
weergegeven indien de disc vuil is.
Als een disc vuil is, moet u deze
reinigen met een zachte doek.
Veeg in een rechte lijn van het
midden naar de rand de disc schoon.
Nieuwe discs afspelen
Sommige nieuwe discs hebben
oneffenheden langs de binnen- of
buitenrand. Dergelijke discs
worden mogelijk door het apparaat
geweigerd.
U kunt deze oneffenheden verwijderen door de
randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint
enz.
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens
vormen op de lens in de discspeler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de discspeler hierdoor niet meer juist
werken. In dat geval moet u de disc uit de
disclade halen en moet u het apparaat een paar
uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Rondje in het midden
Voor het afspelen van een CD-R of CD-RW
Alvorens een CD-R of CD-RW af te spelen, moet
u de bij de disc geleverde aanwijzingen goed
doorlezen.
• Gebruik uitsluitend “afgeronde” CD-R’s of
CD-RW’s.
• Bepaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen vanwege
de disckarakteristieken en de volgende redenen
mogelijk niet worden afgespeeld:
– Indien de disc vuil is of krassen heeft.
– Indien er condens op de lens in het toestel is
gevormd.
– Indien de aftastlens in het toestel vuil is.
• CD-RW’s hebben mogelijk een langere
afleestijd omdat de reflectie van CD-RW’s
lager dan van normale CD’s is.
• CD-R’s of CD-RW’s worden mogelijk
beschadigd door hoge temperaturen of een
hoge vochtigheidsgraad. Laat ze derhalve niet
in de auto liggen.
• Gebruik niet de volgende CD-R’s of CD-RW’s:
– Discs met stickers, labels of beschermvellen
die op de disc zijn geplakt.
– Discs waarop labels direct met een ink jet
printer kunnen worden gedrukt.
Het gebruik van dergelijke discs bij hoge
temperaturen of een hoge vochtigheidsgraad
kan een onjuiste werking veroorzaken of zelfs
de discs beschadigen. Bijvoorbeeld:
– Stickers of labels kunnen krimpen waardoor
de disc krom trekt.
– Stickers of labels kunnen half los raken
waardoor de disc niet meer kan worden
uitgeworpen.
– De afdruk op disc kan plakkering worden.
Lees de aanwijzingen en waarschuwingen
over labels en te bedrukken discs beslist goed.
LET OP!
• Plaats geen 8-cm discs (single CD’s) in de
disclade. (Deze discs kunnen niet worden
uitgeworpen).
• Plaats geen discs met afwijkende vorm
(bijvoorbeeld hartvormig) in de disclade;
dergelijke discs veroorzaken problemen.
• Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of een
andere warmtebron en leg ze niet neer op
plaatsen waar het zeer warm of vochtig is. Laat
ze derhalve niet in de auto liggen.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals
reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray,
verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om
discs te reinigen.
74
Kromgetrokken
disc
Sticker
Resterend
plakmiddel
Disc
Opplakbaar
label
Page 75
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 50 W per kanaal
Achterin: 50 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin: 19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan
0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: 4 Ω (speling 4 Ω tot 8 Ω)
Bereik equalizer:
Frequenties: 60 Hz, 150 Hz, 400 Hz,
1 kHz, 2,4 kHz, 6 kHz, 12 kHz
Niveau:±10 dB
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Uitgangsvermogen/Impedantie:
(halfgeleider-laser)
Aantal kanalen:2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz
Dynamisch vermogen: 96 dB
Signaal/ruisverhouding: 98 dB
Zweving:Minder dan de
meetbare limiet
MP3-Decodierformat:
MPEG1/2 Audio Layer 3
Max. Bit-rate: 320 Kbps
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling11 V tot 16 V)
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C
Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat
(ten behoeve van installatie)
(bij benadering):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel (bij benadering):
188 mm × 58 mm × 12 mm
Gewicht (bij benadering):
1,4 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
NEDERLANDS
75
Page 76
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
Installation/Connection Manual
Einbau/Anschlußanleitung
Manuel d’installation/raccordement
Handleiding voor installatie/aansluiting
GET0151-004A
[E/EX]
0303KKSMDTJEIN
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
• This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION
(IN-DASH MOUNTING)
• The following illustration sho ws a typical installation.
However, you should make adjustments
corresponding to your specific car. If you have any
questions or require information regarding
installation kits, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer or a company supplying
kits.
1
Before mounting: Press (control panel
release button) to detach the control panel if
already attached.
* When shipped from the factory, the control
panel is packed in the hard case.
2
Remove the trim plate.
3
Remove the sleeve after disengaging the sleeve
locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful
not to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit and
the sleeve, as illustrated, to disengage the
sleeve locks .
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for future
use after installing the unit.
4
Install the sleeve into the dashboard.
* After the sleeve is correctly installed into the
dashboard, bend the appropriate tabs to hold
the sleeve firmly in place, as illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s
body and place the rubber cushion over the end
of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is locked.
8
Attach the trim plate.
9
Attach the control panel.
DEUTSCH
• Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt.
EINBAU
(IM ARMATURENBRETT)
• Die folgende Abbildung zeigt einen typischen
Einbau. Dennoch müssen Sie entsprechend Ihrem
jeweiligen Auto Anpassungen vornehmen. Bei
irgendwelchen Fragen oder wenn Sie Informationen
hinsichtlich des Einbausatzes brauchen, wenden
Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler oder ein
Unternehmen das diese Einbausätze vertreibt.
1
Vor dem Einbau: Drücken Sie (Freigabe der
Schalttafel), um die Arretierung der Schalttafel zu
lösen, sofern diese bereits angebracht ist.
* Bei der Auslieferung ab Werk ist die Schalttafel
im Etui verpackt.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die Halterung nach dem Entriegeln der
Halterungensperren abnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts darauf
achten, daß die Sicherung auf der Rückseite
nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und die
Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung entfernen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für
künftigen Gebrauch nach dem Einbau des
Geräts aufbewahrt werden.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen.
* Nach dem korrekten Einbau der Halterung im
Armaturenbrett, die entsprechenden Riegel
umknicken, um die Halterung an ihrem Platz zu
sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite des
Gerätekörpers befestigen und das Ende der
Schraube mit einem Gummipuffer abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen
Anschlüsse vor.
7
Das Gerät in die Halterung schieben, bis es einrastet.
8
Befestigen Sie den Frontrahmen.
9
Die Schalttafel anbringen.
FRANÇAIS
• Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de 12 V à masse
NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE
DANS LE TABLEAU DE BORD)
• L’illustration suivante est un exemple d’installation
typique. Cependant, vous devez faire les
ajustements correspondant à votre voiture
particulière. Si vous avez des questions ou avez
besoin d’information sur des kits d’installation,
consulter votre revendeur d’autoradios JVC ou une
compagnie d’approvisionnement.
1
Avant le montage:
du panneau de commande) pour éventeullement
détacher le panneau de commande.
* Lorsque ce panneau de commande sort d’usine,
il est rangé dans un étui de transport.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Libérer les verrous du manchon et retirer le manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
verticale, faire attention de ne pas
endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre l’appareil et le
manchon comme indiqué pour désengagé les
verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
pour une utilisation ultérieur, après l’installation
de l’appareil.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord.
* Après installation correcte du manchon dans le
tableau de bord, plier les bonnes pattes pour
maintenir fermement le manchon en place,
comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du corps
de l’appareil puis passer l’amortisseur en
caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser l’appareil dans le manchon jusqu’à ce
qu’il soit verrouillé.
8
Attachez la plaque d’assemblage.
9
Remonter le panneau de commande.
Appuyer sur (déblocage
Lorsque vous mettez l’appareil à la
S’assurer de garder les poignées
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische
systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve
aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN
HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie,
normaal gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij
de installatie rekening houden met de bijzonderheden
van uw eigen auto. Neem bij vragen of voor meer
bijzonderheden over inbouwpakketten contact op met uw
JVC car audio dealer of een dealer of een bedrijf dat
inbouwpakketten levert.
1
Voordat u aan de montage van het apparaat
begint: Druk op
vrijgeven) als u het bedieningspaneel wilt
loskoppelen indien dit aan de eenheid is
vastgekoppeld.
* Standaard wordt het bedieningspaneel bij het
verlaten van de fabriek los verpackt meegeleverd.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt
losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: Wanneer u het apparaat rechtop
zet, moet u erop letten dat u de zekering aan de
achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te
maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het
apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de
toekomst kunt gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard.
* Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard
is geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld,
stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het
apparaat vast en plaats de rubberdop over het uiteinde
van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld is.
8
Bevestig een sierplaat.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
(het bedieningspaneel
Control panel
1
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
3
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
Vergrendelingsplaat
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Trim plate
2
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
9
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
8
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en
caoutchouc
Rubberdop
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
7
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
4
4
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
1
8
4
m
m
5
3
m
m
5
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
*
6
See “ELECTRICAL CONNECTIONS.”
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous “RACCORDEMENTS
ELECTRIQUES” .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
TROUBLESHOOTING
• The fuse blows.
* Are the red and black leads connected correctly?
• Power cannot be turned on.
* Is the yellow lead connected?
• No sound from the speakers.
* Is the speaker output lead short-circuited?
• Sound is distorted.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
• Unit becomes hot.
* Is the speaker output lead grounded?
* Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet
werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
*
Ist die Lautsprecherausgangsleitung kurzgeschlossen?
• Ton verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet?
* Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
* Les fils rouge et noir sont-ils racordés
correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
* Le fil de sortie d’enceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
* Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
* Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont-
elles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
* Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
* Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont-
elles mises ensemble à la masse?
1
PROBLEMEN OPLOSSEN
• De zekering slaat door.* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
• De stroom kan niet worden ingeschakeld.* Is de gele draad aangesloten?
• Er komt geen geluid uit de speakers.* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
• Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de “–” polen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard?
* Zijn de “–” polen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Page 78
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Less than 30˚
Weniger als 30˚
Moins de 30˚
Kleiner dan 30˚
Fire wall
Feuerwand
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Install the unit at an angle of less than 30˚.
Stellen Sie das Gerät mit einem Winkel von
weniger als 30˚ auf.
Installez l’appareil avec un angle de moins de
30˚.
Installeer het toestel met een hoek kleiner dan 30˚.
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Pocket
Taschen
Poche
Zak
Note: When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are
Hinweis: Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden.
Remarque :
Opmerking : Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruiken. Als u langere
used, they could damage the unit.
Werden längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de 6 mm.
Si des vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
* Not included with this unit.
* Nicht Teil dieses Geräts.
*
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear section.
1
Remove the control panel.
2
Remove the trim plate.
3
Insert the 2 handles into the slots, as shown.
Then, while gently pulling the handles away from
each other, slide out the unit. (Be sure to keep
the handles after installing it.)
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Parts list for installation and
connection
The following parts are provided with this unit.
After checking them, please set them correctly.
Hard case/Control panel
Etui/Schalttafel
Etui de transport/Panneau de
commande
Behuizing/Bedieningspaneel
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil
freigeben.
1
Den Schalttafel abnehmen.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken.
Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen
und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach
dem Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Teileliste für den Einbau und
Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem
Gerät geliefert.
Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Retrait de l’appareil
•
Avant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer le panneau de commande.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Introduire les 2 poignées dans les fentes, comme
montré. Puis, tout en tirant doucement les
poignées écartées, faire glisser l’appareil pour le
sortir.
(S’assurer de conserver les poignées
après l’installation de l’appareil.)
Liste des pièces pour l’installation et
raccordement
Les pièces suivantes sont fournies avec cet appareil.
Après vérification, veuillez les placer correctement.
Pow er cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
Verwijderen van het apparaat
• Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven.
Daarna duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u
het apparaat naar buiten schuiven. (Bewaar de
hendels nadat u het apparaat hebt
geïnstalleerd!)
321
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Lijst van onderdelen die u bij
installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd.
Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt
gecontroleerd.
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Only for KD-LH3101 /
Nur für KD-LH3101 /
Seulement pour le KD-LH3101 /
Uitsluitend voor de KD-LH3101
CD-ROM (Image Converter)
CD-ROM (Image Converter)
CD-ROM (Image Converter)
CD-ROM (Image Converter)
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you
disconnect the battery’s negative terminal and make all
electrical connections before installing the unit. If you
are not sure how to install this unit correctly, have it
installed by a qualified technician.
Note:
This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems. If your vehicle
does not have this system, a voltage inverter is
required, which can be purchased at JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating. If
the fuse blows frequently, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem...
This unit incorporates a noise filter in the power
circuit. However, with some vehicles, clicking or other
unwanted noise may occur. If this happens, connect
the unit’s rear ground terminal (see connection
diagram) to the car’s chassis using shorter and
thicker cords, such as copper braiding or gauge wire.
If noise still persists, consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be more than
50 W at the rear and 50 W at the front, with an
impedance of 4 Ω to 8 Ω.
• Be sure to ground this unit to the car’s chassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be careful
not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Abstrahlblech
Dissipateur de chaleur
Warmte-opnemer
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir,
daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen
und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor
das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den
richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie
es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis:
Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese
Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der
bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden
Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung
häufig durch, wenden Sie sich an ihren JVC
Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem...
Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis. Bei
manchen Fahrzeugen kann jedoch ein Klicken
oder andere unerwünschte Störgeräusche
auftreten. Sollte das der Fall sein, die hintereErdungscanschlußklemme (siehe Schaltplan) des
Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs anschließen,
dabei kürzere und dickere Kabel wie
beispielsweise Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht
verwenden. Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden
Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
• Die maximale Eingangsleistung der Lautsprecher
sollte mehr als 50 W hinten und 50 W vorn bei einer
Impedanz von 4 Ω bis 8 Ω betragen.
• Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr
heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das
Abstrahlblech nicht zu berühren.
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
Battery
Batterie
Pile
Batterij
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous
recommandons de débrancher la borne négative de
la batterie et d’effectuer tous les raccordements
électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est pas
sûr de pouvoir installer correctement cet appareil, le
faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des
sources de courant continu de
NEGATIVE
d’alimentation, il vous faut un convertisseur de
tension, que vous pouvez acheter chez un revendeur
d’autoradios JVC.
•
Remplacer le fusible par un de la valeur précisée. Si
le fusible saute souvent, consulter votre revendeur
d’autoradios JVC.
•
Si le bruit est un problème...
Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le
circuit d’alimentation. Cependant, avec certains
véhicules, quelques claquements ou autres bruits
non désirés risquent de se produire. Si cela arrive,
raccorder la
au châssis de la voiture (voir le diagramme de
raccordement) en utiliscant des cordons les plus
gros et les plus courts possibles telle qu’une barre
de cuivre ou une tresse. Si le bruit persiste,
consulter votre rev endeur d’autoradios JVC.
•
La puisscance admissible des enceintes devrait
supérieure à 50 W à l’arrière et à 50 W l’avant, avec
une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de
cet appareil au châssis de la voiture.
•
Le dissipateur de chaleur devient très chaud après
usage. Faire attention de ne pas le toucher en
retirant cet appareil.
2
. Si votre véhicule n’offre pas ce type
borne arrière de masse
4 Ω à 8 Ω
12 V à masse
de l’appareil
.
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
Remote controller
Fernbedienung
CR2025
Télécommande
Afstandsbediening
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de
minpool van de accu los te maken en alle elektrische
verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in
de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit apparaat
moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe
gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen
die werken op 12 V gelijkstroom met negatieveaarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk
systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument
kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het
aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat,
moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt…
De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd
geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of
andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt,
moet u de massaklem aan de achterkant (zie
aansluitingsschema) aan het chassis van de auto
vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel,
zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet
verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio
dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet
achterin meer dan 50 W zijn en voorin 50 W, met een
impedantie van 4 Ω tot 8 Ω.
• Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van een
aardkabel is verbonden met het chassis van de
auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden.
Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat
van zijn plaats haalt.
Before connecting: Check the wiring in the vehicle
carefully. Incorrect connection may cause serious
damage to this unit.
The leads of the power cord and those of the
connector from the car body may be different in
color.
1
Connect the colored leads of the power cord to
the car battery, speakers and power aerial (if any)
in the following sequence.
1 Black: ground
2 Yellow: to car battery (constant 12 V)
3 Red: to an accessory terminal
4 Blue with white stripe: to remote lead of other
equipment or power aerial if any (200 mA max.)
5 Orange with white stripe: to car light control
switch
6 Brown: to cellular phone system (For details,
refer to the instructions of the cellular phone.)
7 Others: to speakers
2
Connect the aerial cord.
3
Finally connect the wiring harness to the unit.
Note: If your vehicle does not have any accessory
terminal, move the fuse from the fuse position 1
(initial position) to fuse position 2, and connect the
red lead (A7) to the positive (+) battery terminal.
• The yellow lead (A4) is not used in this case.
JVC CD changer/DAB tuner
or another external
component
CD-Wechsler von JVC/DABTuner oder eine andere
To steering wheel remote controller
(see diagram )
An Lenkradfernbedienung
(siehe Schaltplan )
Pour la télécommande de volant
externe Komponente
Changeur CD JVC/Tuner
DAB ou autre appareil
extérieur
JVC CD-wisselaar/DAB-tuner
of een ander extern apparaat
(voir le diagramme )
Naar stuurwiel-afstandsbediening
(zie schema )
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug
sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können
ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen.
Die Leiter des Stromkabels und die Leiter des Anschlusses
im Fahrzeug können sich farblich unterscheiden.
1
Die farbigen Leitungen des Spannunsgversorgungskabels
an der Autobatterie, ontstekingsschakelaarden
Lautsprechern und dem Motorantenne (sofern vorhanden)
in folgender Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung
2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V)
3 Rot: zur einer Zubehöranschlußklemme
4 Blau mit weißem Streifen: zum Zusatzkabel des
anderen Geräts oder der Motorantenne, sofern
vorhanden (max. 200 mA)
5 Orange mit weißem Streifen: zum Autolichtschalter
6 Braun: an Mobiltelefon (Weitere informationen
entnehmen Sie bitte der Bedienungscanleitung
des Mobiltelefons.)
7 Andere: zur Lautsprecher
2
Das Antennenkabel anschließen.
3
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
Hinweis: Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über eine
Zubehöranschlußklemme, die Sicherung von der 1.
Sicherungsposition (Erstposition) in die 2.
Sicherungsposition versetzen, die rote Leitung (A7) an
der (+) Batterieanschlußklemme anschließen.
•
Die gelbe Leitung (A4) wird in diesem Fall nicht verwendet.
We recommend you to connect the
JVC MP3-compatible CD changer.
You can also connect other CH-X
series CD changers (except
CH-X99 and CH-X100).
• You cannot use the KD-MK
series CD changers with this
unit.
You can also use an external
component such as a portable MD
player by connecting the Line Input
Adapter KS-U57 (not supplied).
(See diagram .)
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion
incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil.
Le fil du cordon d’alimentation et ceux des connecteurs
du châssis de la voiture peuvent être différents en
couleur.
1
Connectez les fils de couleur du cordon d’alimentation
à la batterie de la voiture, aux enceintes et à l’antenneautomatique (s’il y en a une) dans l’ordre suivant.
1
Noir: à la masse
2
Jaune: à la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à une borne accessoire
4
Bleu avec bande blanche: au fil de télécommande
de l’autre appareil ou à l’antenne automatique s’il
y en a une (200 mA max.)
5
Orange avec bande blanche: à l’interrupteur
d’éclairage de la voiture
6
Marron: à un système de téléphone cellulaire
(Pour les détails, se référer aux instructions du
téléphone cellulaire.)
7
Autres: aux enceintes
2
Connectez le cordon d’antenne.
3
Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
Remarque:
Si votre véhicule ne possède pas de borne
accessoire, déplacez le fusible de la position de fusible
1 (position originale) à la position de fusible 2 et connectez
le fil rouge (A7) à la borne positive (+) de la batterie.
• Le fil jaune (A4) n’est pas utilisé dans ce cas.
Wir empfehlen Ihnen, den MP3kompatiblen CD-Wechsler von
JVC anzuschließen. Sie können
auch andere CD-Wechsler der
Serie CH-X anschließen (außer
CH-X99 und CH-X100).
• CD-Wechsler der Serie KD-MK
können mit diesem Gerät nicht
verwendet werden.
Sie können auch eine externe
Komponente, z.B. einen tragbaren
MD-Spieler, verwenden, wenn Sie den
(nicht zum Lieferumfang gehörenden)
Line-Eingangsadapter KS-U57
anschließen (siehe Schaltplan ).
NEDERLANDSENGLISH
Vérifiez
Nous vous recommandons de
connecter le changeur de CD
compatible MP3 JVC. Vous pouvez
aussi connecter d’autres
changeurs de CD de la série CH-X
(sauf le CH-X99 et le CH-X100).
• Vous ne pouvez pas utiliser les
changeurs de CD de la série
KD-MK avec cet appareil.
Vous pouvez aussi utiliser un
appareil extérieur tel qu’un lecteur
de MD en connectant l’adaptateur
d’entrée de ligne KS-U57 (non
fourni). (Voir le diagramme ).
Alvorens te verbinden: Controleer de bedrading in de
auto zorgvuldig. Het apparaat kan door verkeerde
verbinding ernstige schade oplopen. De draden van het
stroomsnoer verschillen mogelijk van kleur met de
aansluitingen op het chassis van de auto.
1
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in
de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de
auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde
2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V)
3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire
4 Blauw met witte streep: naar
afstandsbedieningsdraad van andere apparatuur of
antenne met circuit indien aanwezig (200 mA max.)
5 Oranje met witte streep: naar de schakelaar voor de
autoverlichting
6 Bruin: naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees voor
meer informatie de instructies die bij de mobiele
telefoon worden geleverd.)
7 Andere: naar de speakers
2
Sluit de antenne aan.
3
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Opmerking: Als uw voertuig niet beschikt over een
aansluitklem, moet u de zekering verplaatsen van stand 1
(beginstand) naar stand 2 en moet u de rode draad (A7) met
de pluspool (+) van de accu verbinden.
• In dit geval wordt de gele draad (A4) niet gebruikt.
Sluit bij voorkeur de JVC, MP3
compatibele CD-wisselaar aan. U kunt
tevens bepaalde andere CD-wisselaars uit
de CH-X serie aansluiten (uitgezonderd
de CH-X99 en CH-X100).
• U kunt CD-wisselaars uit de KD-MK
serie niet met dit toestel gebruiken.
Het is ook mogelijk een extern
apparaat zoals een draagbare MDspeler aan te sluiten met behulp van de
Line Input Adapter KS-U57 (niet
meegeleverd). (Zie schema .)
SUBWOOFER
—only for KD-LH3101
(see diagram )
SUBWOOFER—nur für
KD-LH3101 (siehe
Schaltplan )
Sortie de caisson de
grave—seulement pour
le KD-LH3101 (voir le
diagramme )
SUBWOOFER—
uitsluitend voor de
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
KD-LH3101 (zie
schema )
Rear ground terminal
Hintere
Erdungscanschlußklemme
Borne arrière de masse
Massaklem aan de
achterkant
Line out (see diagram )
2
To aerial
Zur Antenne
A l’antenne
Naar de antenne
3
Schutz kappen Signalausgang
(siehe Schaltplan )
Sortie de ligne (voir le diagramme )
Uitgang (zie schema )
*1 : Before checking the operation of this unit prior to
installation, this lead must be connected, otherwise
power cannot be turned on.
*1 : Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts
vor dem Einbau, muß diese Leitung angeschlossen
werden, da sonst die Stromversorgung nicht
eingeschaltet werden kann.
*1 : Pour vérifier le fonctionnement de cet appareil avant
installation, ce fil doit être raccordé, sinon l’appareil ne
peut pas être mis sous tension.
*1 : Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te
installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het
geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
7
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4
A6
15
A8
15 A fuse / 15 A Sicherung /
Fusible 15 A /
Black
Schwarz
Noir
Zwart
1
Yellow*
1
Gelb*
1
Jaune*
1
Geel *
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Orange with white stripe
Orange mit weißem Streifen
Orange avec bande blanche
Oranje met witte streep
Brown / Braun /
Zekering 15 A
A8
1
A4
2
Marron
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4
A6
Fuse position 1 / 1. Sicherungsposition /
A8
Position de fusible 1 /
Zekering, stand 1
Not included with this unit.
Wird nicht mit Gerät mitgeliefert.
1
To metallic body or chassis of the car
*
Non fourni avec cet appareil.
Niet bij het apparaat inbegrepen.
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
Vers corps métallique ou châssis de la voiture
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery
(bypassing the ignition switch)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum
Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
A une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie de
la voiture (en dérivant l’interrupteur d’allumage)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is
aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
To an accessory terminal in the fuse block
A7
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
Vers borne accessoire du porte-fusible
3
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
To remote lead of other equipment or power aerial if any
A5
Zum Zusatzkabel des anderen Geräts oder der Motorantenne, sofern vorhanden
Au fil de télécommande de l’autre appareil ou à l’antenne automatique s’il y en a une
4
Naar afstandsbedieningsdraad van andere apparatuur of antenne met circuit indien aanwezig
To car light control switch
(ILLUMINATION)
A6
Zum Autolichtschalter
A l’interrupteur d’éclairage de la voiture
Naar de schakelaar voor de autoverlichting
5
/ Bruin
Fuse position 2 / 2. Sicherungsposition /
Position de fusible 2
/ Zekering, stand 2
Ignition switch
Zündschalter
*
*
Interrupteur d’allumage
Contactschakelaar
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
To cellular phone system
A2
Zur Moblitelephon
A un système de téléphone cellulaire
6
Naar het mobiele-telefoonsysteem
White with black stripe
Weiß mit schwarzem
Streifen
Blanc avec bande noire
White
B5B6
Weiß
Blanc
Wit
Wit met zwarte streep
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
PRECAUTIONS on power supply and
speaker connections:
• DO NOT connect the speaker leads of the power
cord to the car battery; otherwise, the unit will
be seriously damaged.
• Connect the black lead (ground), yellow lead (to car
battery, constant 12 V), and red lead (to an
accessory terminal) correctly.
• BEFORE connecting the speaker leads of the
power cord to the speakers, check the speaker
wiring in your car.
– If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 1 and Fig. 2 below, DO NOT
connect the unit using that original speaker wiring.
If you do, the unit will be seriously damaged.
Redo the speaker wiring so that you can connect
the unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
– If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 3, you can connect the unit
using the original speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your
car, consult your car dealer.
+
+
L
-
+
R
-
Fig. 1
+
-
+
-
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 2
+
L
-
+
R
-
Fig. 3
+
-
+
-
Gray with black stripe
Grau mit schwarzem
Streifen
Gris avec bande noire
B4
Gray
B3B8B7B2B1
Grau
Gris
Grijs
Grijs met zwarte streep
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
VORSICHTSMASSREGELN beim
Anschließen der Stromversorgung und
Lautsprecher:
• Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels
NICHT an der Autobatterie anschließen, da
sonst das Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung
(zur Autobatterie, konstant 12 V) und die rote Leitung
(zur Zubehöranschlußklemme) richtig anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen
des Spannunsgversorgungskabels an die
Lautsprecher, die Lautsprecherverdrahtung in
Ihrem Auto überprüfen.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
„Fig. 1“ und „Fig. 2“ abgebildet, das Gerät
NICHT mit der Originalverdrahtung der
Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät
schwer beschädigt wird.
Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß
Sie das Gerät an den Lautsprechern wie in
„Fig. 3“ abgebildet anschließen können.
– Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
wie in „Fig. 3“ abgebildet, können Sie das Gerät
mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in
Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung
in Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an
Ihren Autohändler.
Green with black stripe
Grün mit schwarzem
Streifen
Vert avec bande noire
Groen met zwarte streep
PRECAUTIONS sur l’alimentation et la
connexion des enceintes:
• NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du
cordon d’alimentation à la batterie; sinon,
l’appareil serait sérieusement endommagé.
•
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil
jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le
fil rouge (à la prise accessoire).
•
AVANT de connecter les fils d’enceintes du cordon
d’alimentation aux enceintes, vérifiez le câblage
des enceintes de votre voiture.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture
est comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2
ci-dessous,
utiliscant ce câblage original des enceintes. Si
vous le faites, l’appareil sera sérieusement
endommagé.
Recommencez le câblage des enceintes de façon
que vous puissiez connecter l’appareil aux
enceintes comme montré sur la Fig. 3.
–
Si le câblage des enceintes de votre voiture
est comme montré sur la Fig. 3,
connecter l’appareil en utiliscant ce câblage
original d’enceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage d’enceintes de
votre voiture, consulter le concessionnaire de
votre voiture.
3
Green
Grün
Vert
Groen
Purple with black stripe
Lila mit schwarzem
Streifen
Violet avec bande noire
Paars met zwarte streep
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
NE CONNECTEZ PAS l’appareil en
vous pouvez
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher (hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
VOORZORGSMAATREGELEN bij het
verbinden van de stroomkabeldraad
met de speakers:
• Verbind de speakerdraden van de stroomkabel
NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet,
zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu
van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de
aansluitklem van de accessoire) op de juiste wijze aan.
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met
de speakers verbindt, moet u de bedrading van de
speakers in uw auto controleren.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en
Fig. 2, mag het apparaat NIET worden aangesloten
met behulp van deze oorspronkelijke
speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het apparaat
ernstige schade oplopen.
Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het
apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat
afgebeeld in Fig. 3.
– Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het
apparaat aansluiten met behulp van de oorspronkelijke
speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw
auto, moet u contact opnemen met uw autodealer.
Page 80
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen
wanneer u ze wilt aansluiten.
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest anzuschließen.
Souder les âmes des fils pour les raccorder entre
eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• To prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT VERWENDETEN
Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln.
• Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils
qui ne sont PAS UTILISÉS avec de la bande isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de
aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE gekleurde
draden met isolatieband bedekken.
Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils /
Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
You can connect an amplifier and other equipment to
upgrade your car stereo system.
• Connect the remote lead (blue with white stripe) to
the remote lead of the other equipment so that it
can be controlled through this unit.
• For amplifier only:
– Connect this unit’s line-out terminals to the
amplifier’s line-in terminals.
– Disconnect the speakers from this unit,
connect them to the amplifier. Leave the
speaker leads of this unit unused. (Cover the
terminals of these unused leads with
insulating tape, as illustrated above.)
Sie können einen Verstärker oder ein anderes Gerät
anschließen, um Ihre Autostereoanlage zu erweitern.
• Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit
weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel des
anderen Geräts an, so daß es über dieses Gerät
gesteuert werden kann.
• Nur für den Verstärker:
– Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses Gerät
an den Anschlußklemmen des Eingangs des
Verstärkers anschließen.
– Die Lautsprecher von diesem Gerät abtrennen
und am Verstärker anschließen. Die
Lautsprecherleitungen dieses Geräts unbenutzt
lassen. (Die Anschlußklemmen dieser nicht
verwendeten Leitungen mit Isolierklebeband
umwickeln, siehe Abbidung oben.)
Vous pouvez connecter un amplificateur ou autre
appareil pour améliorer votre système autoradio.
• Connectez le fil de commande à distance (bleu
avec bande blanche) au fil de commande à
distance de l’autre appareil de façon qu’il puisse
être commandé via cet appareil.
• Pour l’amplificateur seulement:
– Raccorder les bornes de sortie ligne de cet appareil
aux bornes d’entrée ligne de l’amplificateur.
–
Déconnectez les enceintes de cet appareil et
connectez-les à l’amplificateur. Laissez les fils
d’enceintes de cet appareil inutilisés.
(Recouvrir les extrémités de ces fils inutilisés
avec de la bande isolante comme montré cidessus.)
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden
met een versterker of andere apparatuur.
• Verbind de afstandsbedieningsdraad (blauw met witte
streep) met de afstandsbedieningsdraad van andere
apparatuur zodat deze op afstand via dit apparaat kan
worden bediend.
• Alleen voor een versterker:
– Verbind de uitgang van het apparaat met de ingang
van de versterker.
– Koppel de speakers van dit apparaat los en
verbind ze aan de versterker. Gebruik de
speakerdraden van dit apparaat niet. (Plak
de aansluitklemmen van deze
speakerdraden met isolatieband af zoals
hierboven is afgebeeld.)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
LINE
LRL
R
L
R
REAR
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Versterker
OUT
L
R
FRONT
2
*
KD-LH3101/
KD-LH1101
Remote lead
Fernbedienungsleitung
Fil d’alimentation à distance
Afstandsbedieningsdraad
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
To power aerial if any
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Zur Motorantenne, sofern
vorhanden
Vers l’antenne automatique, s’il y
en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
INPUT
L
R
L
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC Versterker
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
You can connect another power amplifier for front speakers.
Sie können einen anderen Leistungsverstärker für die vorderen Lautsprecher
anschließen.
Vous pouvez connecter un autre amplificateur de puissance pour les enceintes avant.
U kunt nog een eindversterker voor de voorspeakers aansluiten.
*2 : Firmly attach the ground wire to the metallic
body or to the chassis of the car—to the place
not coated with paint (if coated with paint,
remove the paint before attaching the wire).
Failure to do so may cause damage to the unit.
*2 : Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der
Karosserie oder dem Rahmen des
Fahrzeugs. Die Kntaktstelle darf nicht lackiert
sein (sollte die Kontaktstelle lackiert sein,
entfernen Sie den Lack der Kontaktstelle,
bevor Sie den Leiter befestigen). Wenn der
Erdungsleiter nicht ordnungsgemäß
angeschlossen wird, kann dieses Gerät
beschädigt werden.
*2 : Attachez solidement le fil de mise à la masse
au châssis métallique de la voiture—à un
endroit qui n’est pas recouvert de peinture
(s’il est recouvert de peinture, enlevez
2
*
d’abord la peinture avant d’attacher le fil).
L’appareil peut être endommagé si cela n’est
pas fait correctement.
*2 : Bevestig de aardedraad goed met een metalen
onderdeel of het chassis van de auto—bevestig op
een niet-gelakt gedeelte (indien gelakt, schuur dan
af alvorens de draad te bevestigen). Het toestel kan
worden beschadigd indien de aardedraad niet goed
is aangesloten.
CD changer and DAB tuner / CD-Wechsler und DAB-Tuner / Changeur CD et tuner DAB / CD-wisselaar en DAB-tuner
You can connect a JVC CD changer and/or a JVC
DAB (Digital Audio Broadcasting) tuner.
• For their connections, refer to the instructions
supplied with them.
Connecting cord supplied with your DAB tuner
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DABTuners gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB
Verbindingskabel die met de DAB-tuner wordt meegeleverd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
KD-LH3101/
JVC DAB-tuner
KD-LH1101
• You can connect both components in series as illustrated above.
• Es ist möglich, beide Komponenten in einer Serienschaltung entsprechend der obigen Darstellung
anzuschließen.
• Vous pouvez connecter les deux appareils en série comme montré ci-dessus.
• Beide apparaten zijn volgens bovenstaande illustratie in serie aan te sluiten.
Sie können einen CD-Wechsler und/oder einen
DAB-Tuner (Tuner für digitalen Rundfunk) von JVC
anschließen.
• Weitere Informationen über den Anschluß können
Sie der Bedienungscanleitung entnehmen, die dem
jeweiligen Gerät beiliegt.
Connecting cord supplied with your CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des
CD-Wechsler gehört
Cordon de connexion fourni avec votre changeur CD
Verbindingskabel die met de CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
Vous pouvez connecter un changeur CD JVC et/ou
un tuner DAB (Digital Audio Broadcasting) JVC.
• Pour leurs connexions, référez-vous aux modes
d’emploi qui les accompagnent.
Het is mogelijk een JVC CD-wisselaar en/of JVC
DAB-tuner (Digital Audio Broadcasting) aan te sluiten.
• Zie de instructies van deze apparaten voor meer informatie
over het tot stand brengen van deze aansluiting.
Connecting cord supplied with your DAB tuner or CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners oder CD-Wechslers gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB ou changeur CD
Verbindingskabel die met de DAB-tuner of CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
or
oder
ou
of
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
KD-LH3101/
KD-LH1101
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• Before connecting the CD changer and/or the DAB tuner, make sure that the unit is turned off.
• Bevor Sie den CD-Wechsler und/oder den DAB-Tuner anschließen, vergewissern Sie sich, daß das
Gerät ausgeschaltet ist.
• Avant de connecter le changeur CD et/ou le tuner DAB, s’assurer que l’unité est éteinte.
• Zorg ervoor dat de apparaat is uitgeschakeld alvorens u de en/of DAB-tuner CD-wisselaar aansluit.
Subwoofer / Subwoofer / Caisson de grave / Subwoofer
Only for KD-LH3101 / Nur für KD-LH3101 / Sortie de caisson de grave KD-LH3101 / Uitsluitend voor de KD-LH3101
You can connect an subwoofer through an amplifier
to reinforce the bass.
• For their connections, refer to the instructions
supplied with your subwoofer.
Sie können einen Subwoofer über einen Verstärker
anschließen, um den Bass zu verstärken.
• Sehen Sie die mit Ihrem Subwoofer mitgelieferten
Anweisungen bzgl. der Anschlüsse.
KD-LH3101
L
RLR
SUBWOOFER OUT
SUBWOOFER OUT
Caisson de grave (Sortie de
caisson de grave)
SUBWOOFER OUT
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
Vous pouvez connecter un caisson de grave par un
amplificateur pour renforcer les graves.
• Pour la connexion, référez-vous aux instructions
fournies avec le caisson de grave.
L
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC Versterker
Subwoofer
Subwoofer
Caisson de grave
Subwoofer
U kunt een subwoofer via een versterker aansluiten om de
weergave van de lage tonen te versterken.
• Zie de bij de subwoofer geleverde aanwijzingen voor
het verbinden.
Line Input Adapter KS-U57 (not supplied
with this unit)
Line-Eingangsadapter KS-U57 (nicht
mit diesem Gerät mitgeliefert)
Adaptateur d’entrée de ligne KS-U57
(non fourni avec cet appareil)
Line Input Adapter KS-U57 (wordt niet bij
dit apparaat geleverd)
KD-LH3101/
KD-LH1101
CD changer jack
Buchse für CD-Wechsler
Prise du changeur CD
Aansluiting voor CD-wisselaar
L
L
R
R
L
R
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
L
Externe Komponente
R
Appareil extérieur
Extern apparaat
Connecting to the steering wheel remote controller / Anschluß an die Lenkradfernbedienung / Connexion de la télécommande de volant /
Verbinden met de stuurwiel-afstandsbediening
If your car is equipped with the steering wheel remote controller, you can operate this receiver using the controller.
To do it, a JVC’s OE remote adapter (not supplied) which matches with your car is required. Consult your JVC IN-CAR
ENTERTAINMENT dealer for details.
Wenn Ihr Fahrzeug mit einer Lenkradferndienung ausgestattet ist, können Sie damit diesen Receiver steuern. Hierfür
ist ein für Ihr Fahrzeug passender Radio-Lenkrad-Fernbedienungsadaption von JVC (nicht im Lieferumfang enthalten)
erforderlich. Für weitere Einzelheiten wenden Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
Si votre voiture est munie d’une télécommande de volant, vous pouvez commander cet autoradio en utilisant la
télécommande. Pour le faire, un adaptateur pour télécommande au volant (non fourni) correspondant à votre voiture est
nécessaire. Consultez votre revendeur d’autoradio JVC pour les détails.
Indien uw auto een stuurwiel-afstandsbediening (niet bijgeleverd) heeft, kunt u deze receiver met die afstandsbediening bedienen.
Hiervoor heeft u echter een JVC adapter nodig die geschikt is voor de stuurwiel-afstandsbediening in uw auto. Raadpleeg uw JVC
car audio dealer voor details.
4
Steering wheel remote input
Eingang für Lenkradfernbedienung
Entrée de la télécommande de volant
Ingang stuurwiel-afstandsbediening
KD-LH3101/
KD-LH1101
See the INSTRUCTIONS (separate volume) for how to use
the external component with this unit.
Informationen zur Verwendung der externen Komponente
mit diesem Gerät finden Sie in den
BEDIENUNGSANLEITUNG (separates Dokument).
Référez-vous aux “MANUEL D’INSTRUCTIONS” (manuel
séparé) pour savoir comment utiliser l’appareil extérieur
avec cet appareil.
Zie de GEBRUIKSAANWIJZING (apart boekje) voor details
aangaande het gebruik van het externe component met dit toestel.
OE remote adapter (not supplied)
Radio-Lenkrad-Fernbedienungsadaption (nicht im
Lieferumfang enthalten)
Adaptateur pour télécommande au volant (non fourni)
Adapter voor stuurwiel-afstandsbediening (niet bijgeleverd)
Steering wheel remote controller (equipped in the car)
Lenkradfernbedienung (im Fahrzeug installiert)
Télécommande de volant (installée dans la voiture)
Stuurwiel-afstandsbediening (in de auto)
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.