JVC KD-LH3101 User Manual [nl]

Page 1
CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
KD-LH3101
ENGLISH
DEUTSCH
KD-LH3101
• This unit is equipped with the display demonstration. To cancel it, see page 8.
• Dieses Gerät ist mit einer Demonstrationsfunktion für das Display ausgestattet. Auf Seite 8 wird beschrieben, wie Sie diese Demonstrationsfunktion deaktivieren können.
• Cet appareil est équipé d’une fonction de démonstration des affichages. Pour l’annuler, référez­vous à la page 8.
• Dit toestel heeft een display-demonstratiefunctie. Zie bladzijde 8 voor het annuleren van deze functie.
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS

GEBRUIKSAANWIJZING

FRANÇAIS
GET0151-001A
[E/EX]
Page 2

Plaats en afbeelding van labels

Onderpaneel van het hoofdapparaat
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated . AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. ( e)
ADVARSEL: Usynlig laser ­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
LET OP:
Indien de temperatuur in de auto onder 0°C is, wordt de beweging van de animatie en het rollen van de tekst op het display gestopt om wazige aanduidingen te voorkomen. (LOW TEMP.) verschijnt op het display. De aanduidingen zullen weer normaal zijn zodra de temperatuur in de auto is gestegen en het toestel op bedrijfstemperatuur is.
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat
geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
VARNING: Osynlig laser- strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättö-
ej
mälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificaatie indien het apparaat is gestolen.

Het apparaat terugstellen

Verwijder het bedieningspaneel en druk vervolgens met een pen of dergelijk voorwerp op de terugsteltoets op de paneelhouder. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen—zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen—zullen eveneens gewist worden.
2
Page 3
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen .......................... 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN ........... 4
Bedieningspaneel ..................................... 4
Verlichting-navigatie voor
eenvoudige bediening ............................ 4
Afstandsbediening .................................... 5
De afstandsbediening voorbereiden ......... 6
BASISBEDIENING .......................... 7
De stroomtoevoer inschakelen ................. 7
Annuleren van de displaydemonstratie ..... 8
Klok instellen ............................................. 9
GEBRUIK VAN DE RADIO ................. 10
Naar de radio luisteren .............................. 10
Radiozenders in het geheugen
vastleggen .............................................. 12
Afstemmen op een voorkeuzezender ....... 14
Veranderen van het displaypatroon .......... 15
HET GEBRUIK VAN RDS................... 16
Wat u kunt doen met RDS ........................ 16
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 21
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER ........... 23
Een CD afspelen ....................................... 23
Een fragment of een bepaald punt op de
CD zoeken .............................................. 24
CD-afspeelmodi selecteren ....................... 25
Vergrendelen van een disc ....................... 27
Veranderen van het displaypatroon .......... 27
MP3 INTRODUCTIE ........................ 28
Wat is MP3? .............................................. 28
Hoe worden MP3 bestanden
opgenomen en afgespeeld? ................... 28
BEDIENING VAN MP3 ..................... 30
Weergave van een MP3 disc .................... 30
Opzoeken van een bestand of een
bepaald gedeelte op een MP3 disc ........ 31
Kiezen van een map en een bestand met
gebruik van de naamlijsten ..................... 33
Kiezen van de MP3 weergavefuncties ...... 34
Veranderen van het displaypatroon .......... 35
GELUID REGELEN .......................... 36
Geluid aanpassen ..................................... 36
Kiezen van vooringestelde geluidsfuncties
(iEQ: intelligente equalizer) .................... 37
Vastleggen van uw eigen
geluidsfuncties ........................................ 38
Activeren van de niveaumeter .................. 39
GRAFISCH DISPLAYS ...................... 40
Downloaden van beelden en animaties .... 41
Wissen van ongewenste bestanden ......... 43
Activeren van de beelden en animaties
die u heeft gedownload .......................... 45
ANDERE HOOFDFUNCTIES ............... 47
Veranderen van de algemene instellingen
(PSM) ..................................................... 47
Kiezen van de dimmerfunctie .................... 52
Veranderen van de displaykleur................ 53
Invoeren van namen voor bronnen ........... 55
Bedieningspaneel verwijderen .................. 56
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ...... 57
CD’s afspelen............................................ 57
Kiezen van een disc/map/fragment met
gebruik van de naamlijsten ..................... 60
Kiezen van de weergavefuncties .............. 61
BEDIENING VAN HET EXTERNE
APPARAATEN ............................. 64
Externe apparatuur afspelen ..................... 64
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ........ 65
Afstemmen op een ensemble en op
een van de services ............................... 65
DAB-frequenties in het geheugen
opslaan ................................................... 66
Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service ........................................... 67
Wat kunt u nog meer met DAB doen? ...... 68
Veranderen van display-informatie ........... 69
EXTRA INFORMATIE....................... 70
PROBLEMEN OPLOSSEN ................. 71
ONDERHOUD ............................... 74
Omgaan met discs .................................... 74
SPECIFICATIES ............................. 75
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3
Page 4

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel
2 3
KD-LH3101
71 5
8
p w e6r9 q
t4y
u
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De toets TP/PTY (traffic programme/
programme type)
3 De bedieningsschijf 4 Het display-venster 5 De toets FM/AM 6 De toets 5 (omhoog)
7 De toets 0 (uitwerpen) 8 De toetsen 4
9 De toets (het bedieningspaneel
vrijgeven)
p De toets SEL (selecteren) q De toets D (DISP: display) w De cijfertoetsen e De toets M (MODE) r Afstandssensor t De toets CD/CD-CH (CD-wisselaar) y De toets (omlaag) u Lijstverlichting
Verlichting-navigatie voor eenvoudige bediening
Door een druk op M (MODE) of SEL (selecteren), wordt de overeenkomende bedieningsfunctie voor het display en bepaalde regelaars (bijvoorbeeld de cijfertoetsen, 4 , 5/∞, en bedieningsschijf) geactiveerd. Vervolgens beginnen de regelaars te knipperen en leiden u min of meer naar de volgende bedieningsstappen. (Verlichting-navigatie)
Het display toont hoe deze toetsen tijdens deze periode functioneren.
Bijv.: Bij een druk op cijfertoets 1 na een druk op M (MODE) om de FM-tuner te bedienen.
Indicator voor aftellen van tijd
Om deze toetsen weer voor de oorspronkelijke functies te gebruiken, moet u zonder deze regelaars te bedienen wachten totdat de regelaars stoppen te knipperen.
Door een druk op M (MODE) worden tevens de oorspronkelijke functies weer geactiveerd. Door een druk op SEL (selecteren) wordt echter een andere functie voor het toestel geactiveerd.
4
Page 5
Afstandsbediening
1 • Hiermee wordt de toestel ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
Houd een paar seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd als u de toets heel even indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
Selecteert services terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien langer dan 1 seconde ingedrukt.
Hiermee kunt u de fragment/bestand snel vooruit en achteruit spoelen als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
Hiermee gaat u naar het begin van de volgende fragment/bestand of het volgende fragment/bestand of terug naar het begin van de huidige (of vorige) fragmenten/ bestanden als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
3 • Voor het selecteren van de voorkeurzender
bij het luisteren naar de radio (of de DAB­tuner).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender (of service) met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station (of service) afgestemd.
Verspringen naar het eerste bestand van de voorgaande map tijdens weergave van een MP3 disc. Door iedere druk op de toets wordt naar de voorgaande map versprongen en de weergave van het eerste bestand in die map gestart.
Bij weergave van een MP3 disc met een voor MP3 geschikte CD-wisselaar; – Druk kort op de toets om naar de
voorgaande disc te verspringen.
– Houd even ingedrukt om naar de
voorgaande map te verspringen.
Opmerking:
4 Voor het selecteren van de geluidsmodus
(iEQ: intelligente equalizer). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere geluidsmodus (iEQ) geselecteerd.
5 • Voor het selecteren van de golfband bij het
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner). De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
Verspringen naar het eerste bestand van de volgende map tijdens weergave van een MP3 disc. Door iedere druk op de toets wordt naar de volgende map versprongen en de weergave van het eerste bestand in die map gestart.
Bij weergave van een MP3 disc met een
voor MP3 geschikte CD-wisselaar;
Druk kort op de toets om naar de
Houd even ingedrukt om naar de
Opmerking:
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de toets.
7 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsschijf op de hoofdeenheid.
Opmerking:
Tijdens weergave van een CD met
de CD-wisselaar wordt met deze toets altijd naar de voorgaande disc gesprongen.
volgende disc te verspringen.
volgende map te verspringen.
Tijdens weergave van een CD met de
CD-wisselaar wordt met deze toets altijd naar de volgende disc gesprongen.
Deze toetsen werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen wijzigen.
5
Page 6
De afstandsbediening voorbereiden
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een “klik” hoort.
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
Gebruikkebatterijen:
WAARSCHUWING:
Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
(achterkant)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
6
LET OP:
Leg de afstandsbediening NIET op plaatsen waar het directe zonlicht langdurig op valt (zoals bijvoorbeeld op het dashboard). De afstandsbediening wordt anders beschadigd.
De KD-LH3101 heeft een functie voor het gebruik met een stuur-afstandsbediening. Indien uw auto een stuur-afstandsbediening heeft, kunt u deze toestellen met de afstandsbediening bedienen.
Zie de aanwijzingen voor Installatie/ Aansluiten (afzonderlijk boekje) voor de vereiste verbinding voor het gebruik van deze functie.
Page 7

BASISBEDIENING

1 3 2
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Bij het selecteren van de geluidsbron in stap hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
• Voor bediening van de tuner, drukt u op
FM/AM.
TUNER
Druk vervolgens herhaaldelijk op FM/AM om de golfband (FM1, FM2, FM3 of AM) te kiezen.
• Voor bediening van de CD-speler (CD), CD-wisselaar (CD-CH) of het externe component (LINE-IN) drukt u
herhaaldelijk op CD/CD-CH.
1
CD*
CD-CH*
(of LINE-IN)*
*1U kunt “CD niet als bron kiezen indien er
geen disc in de lade is geplaatst. No Disc knippert op het display.
*2U kunt “CD-CH niet als bron voor
weergave kiezen indien er geen CD­wisselaar is aangesloten.
*3Voor het kiezen van “LINE-IN als bron,
moet u Line In voor de Ext Input instelling op bladzijde 51 kiezen.
2
2
3
• Voor bediening van de DAB-tuner,
houdt u FM/AM ingedrukt.
DAB
Druk vervolgens herhaaldelijk op FM/AM om de DAB-golfband (DAB1, DAB2 of DAB3) te kiezen.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen
Het volume verlagen
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
Huidige geluidsfunctie (iEQ) (zie bladzijde 37)
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijden 36 – 39).
Opmerking:
Tijdens weergave van een bron kunt u tevens de niveaumeter op het display tonen. Zie Activeren van de niveaumeter op bladzijde 39 voor details.
OPMERKING:
De afbeeldingen van het display in deze gebruiksaanwijzing zijn voornamelijk gebaseerd op de basisinstellingen voor het toestel die bij het verlaten van de fabriek zijn ingesteld. Indien u bijvoorbeeld de displaypatronen of bepaalde PSM-onderdelen heeft veranderd, zal het display er anders uit zien dan in de afbeeldingen die in deze gebruiksaanwijzing worden gegeven.
7
Page 8
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT ” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien.
Spanning uitschakelen
Druk op de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Indien u de stroom uitschakelt tijdens het beluisteren van een CD, zal de volgende keer
bij het weer inschakelen van de stroom de weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op de disc worden voortgezet.
Annuleren van de
displaydemonstratie
Bij het verlaten van de fabriek is de displaydemonstratie geactiveerd en start deze automatisch indien u gedurende ongeveer 20 seconden geen bediening uitvoert.
Het wordt aanbevolen om de demonstratie te annuleren alvorens het toestel werkelijk in gebruik te nemen.
Voor het annuleren van de displaydemonstratie,
voert u de volgende handelingen uit:
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 48 en 49).
De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2
Druk op cijfertoets 1 om “MOVIE”— Filmcategorie van de PSM­instellingen—te kiezen.
Het Graphics instelscherm verschijnt op het display.
3
Kies “Off”.
4
Voltooi de instelling.
Voor het weer activeren van de displaydemonstratie, herhaalt u de hier
beschreven procedure maar kiest u Int Demo ofAll Demo in stap 3.
Zie Beelden op het display tonenGraphics
op bladzijde 50 voor details.
8
Page 9
Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 48 en 49).
De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2
Druk op cijfertoets 2 om “CLOCK”— Klokcategorie van de PSM­instellingen—te kiezen.
Het Clock Hr (uur) instelscherm verschijnt op het display.
4
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “Clock Min
(minuten).
2 Pas de minuten aan.
12
5
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding 24H/12H”. 2 Selecteer de vermelding 24Hours of
12Hours”.
12
3
Stel het uur in.
6
Voltooi de instelling.
Voor het controleren van de huidige tijd op de klok terwijl het toestel is uitgeschakeld, drukt
u op D (DISP).
De stroom wordt ingeschakeld en de tijd wordt ongeveer 5 seconden op de klok getoond waarna de stroom weer wordt uitgeschakeld.
9
Page 10

GEBRUIK VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Licht op bij ontvangst van een stereo FM-uitzending met een redelijk sterk signaal.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Zoek een station.
Afstemmen op een station met een hogere frequentie
Afstemmen op een station met een lagere frequentie
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
10
Page 11
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding Manual Search op de display begint te knipperen.
Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AMMG/LG steeds met 9 kHz) totdat u de toets loslaat.
Indien de geluidskwaliteit verslechtert en het stereo-effect verloren gaat tijdens het luisteren naar een FM-zender
In bepaalde gebieden kunnen zenders elkaar storen indien ze bij elkaar in de buurt liggen. Indien er sprake van een dergelijke interferentie is, reduceert dit toestel automatisch de hieruit voortkomende ruis (de basisinstelling bij het verlaten van de fabriek). In dat geval kan de geluidskwaliteit echter verslechteren en het stereo-effect verloren gaan. Zie Veranderen van de gevoeligheid van de FM-tunerIF Filterop bladzijde 51, indien u geen verslechtering van de geluidskwaliteit wenst en het stereo-effect wilt behouden in plaats van de door interferentie veroorzaakte ruis te reduceren.
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding Manual Search op de display knippert.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt
11
Page 12
Indien een stereo FM-uitzending slecht ontvangbaar is:
Stel de FM-ontvangstfunctie op Mono On”.
1 Druk op M (MODE) tijdens het luisteren naar
een stereo FM-uitzending.
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
2 Druk op cijfertoets 1 om “Mono On te kiezen
terwijl Mode nog op het display wordt getoond. Door iedere druk op de toets wordt afwisselend Mono On en Mono Off getoond.
Het display keert weer terug naar het scherm met de bronaanduiding.
De MONO indicator verschijnt.
Het geluid wordt mono weergegeven maar de ontvangst wordt verbeterd.
Na ongeveer
5 seconden
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Start het automatische vastleggen.
1 Druk op M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 5 terwijl “Mode nog op
het display wordt getoond.
12
De tekst “–SSM–” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Page 13
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegdnummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
Handmatig vasteleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vastleggen.
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Bijv.: Een FM-zender op 92,5 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-golfband.
1
Selecteer het nummer van de golfband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Stem af op een zender (in dit voorbeeld op 92,5 MHz).
Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt
Het displaypatroon verandert automatisch naar het kleine animatiedisplay (zie bladzijde
15). Het voorkeurnummer knippert ongeveer 5 seconden en vervolgens wordt het hiervoor geactiveerde displaypatroon weer getoond.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
13
Page 14
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender.Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf Radiozenders in het geheugen vastleggen op bladzijden 12 en 13, als u dat nog niet hebt gedaan.
Direct kiezen van een voorkeurzender
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
Een voorkeurzender met gebruik van de voorkeurzenderlijst kiezen
Indien u bent vergeten welke zenders onder welke voorkeurnummers zijn vastgelegd, kunt u de voorkeurzenderlijst even bekijken en dan de gewenste zender kiezen.
1
Kies de golfband (FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Houd 5 (omhoog) of (omlaag) ingedrukt totdat de voorkeurzenderlijst voor de gekozen golfband (FM1, FM2, FM3 of AM) op het display wordt getoond.
De huidige zender wordt opgelicht op het display getoond.
14
Opmerkingen:
U kunt de voorkeurzenderlijst voor een andere FM­golfband (FM1, FM2 of FM3) tonen door een druk op 5 (omhoog) of (omlaag).
Indien een voorkeurzender een FM RDS-zender is die het PS-signaal levert, wordt de PS-naam in plaats van de zenderfrequentie getoond.
3
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
Page 15
Veranderen van het displaypatroon
Door een druk op D (DISP) kunt u andere informatie op het display tonen.
Tijdens ontvangst van een AM-zender of niet-RDS FM-zender
Groot animatiedisplay
Huidige geluidsfunctie (iEQ) (zie bladzijde 37)
Klein animatiedisplay
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon als volgt:
Tijdens ontvangst van een FM RDS-zender
(zie de volgende bladzijden)
Groot animatiedisplay
Verschijnt uitsluitend wanneer u een voorkeurzender kiest.
Kloktijd
Huidige geluidsfunctie (iEQ) (zie bladzijde 37)
Klein animatiedisplay 1
PS-naam
Kloktijd
Kloktijd-display
Klein animatiedisplay 2
De PTY-code verschijnt.
Kloktijd-display
15
Page 16

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is Enhanced Other Networks. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA—“Traffic
Announcement) of uw favoriete programma
Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY—“Programme Type”)
Programma zoeken
En er zijn nog enkele andere functies waarover u
bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerk­opsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren. Bij het verlaten van de fabriek is AF gekozen.
AF: De ontvangst met netwerk-volgen wordt geactiveerd zonder regionalisatie. Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. (In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving). De AF indicator licht op.
AF Reg: De ontvangst met netwerk-volgen wordt geactiveerd met regionalisatie. Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. De REG indicator licht op.
Off: De netwerkfunctie is uitgeschakeld. De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt. (Zie de afbeelding op bladzijde 22). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternatieve Frequentie) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
16
De AF of REG indicator licht op.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (AF”). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 68).
Page 17
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 48 en 49).
2
Druk op cijfertoets 4 om TUNERTunercategorie van de PSM- instellingente kiezen.
Het PTY Stnby (standby) instelscherm verschijnt op het display.
3
Kies AF-Regn’l” (alternatieve frequentie/regionalisatie ontvangst).
4
Selecteer de gewenste modus —“AF, AF Reg of Off.
5
Voltooi de instelling.
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Druk op TP/PTY om TA standby ontvangst te activeren. Door iedere druk op deze toets wordt deze functie afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
De TP indicator verschijnt. (licht continu op of knippert)
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht. Traffic Flash verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel stemt nu automatisch op deze zender af. Het volume wordt op het reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie bladzijde 21) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.
TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor TA standby ontvangst zijn vereist. Om TA standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De TP indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. TA standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, al
de TP indicator oplichten. Traffic Flash verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel verandert nu automatisch van bron en stemt op deze zender af.
17
Page 18
Het gebruik van PTY standby ontvangst
Met PTY standby-ontvangst kunt u met het toestel tijdelijk van iedere bron, uitgezonderd AM-zenders, naar uw favoriete programma (PTY: Programmatype) overschakelen.
Kiezen van uw favoriete PTY-code voor PTY standby-ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek is PTY standby­ontvangst ingesteld voor het opzoeken van nieuwsprogramma’s “News”. U kunt uw favoriete programma voor PTY standby ontvangst kiezen.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 48 en 49).
2
Druk op cijfertoets 4 om TUNERTunercategorie van de PSM- instellingente kiezen.
Het PTY Stnby (standby) instelscherm wordt op het display getoond.
4
Voltooi de instelling.
Instellen van PTY standby-ontvangst
1 Druk op M (MODE) tijdens het luisteren naar
een stereo FM-uitzending.
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 3 terwijl “Mode nog op het
display wordt getoond om PTY standby­ontvangst te activeren. Door iedere druk op de toets wordt PTY standby-ontvangst afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
Bijv.: Indien de huidige gekozen PTY-code
voor PTY standby-ontvangst “News” is
Na ongeveer
5 seconden
18
3
Selecteer een van de negenentwintig PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 22).
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
Het display keert weer terug naar het scherm met de bronaanduiding.
De PTY indicator verschijnt. (licht continu op of knippert)
Page 19
De PTY indicator licht op of knippert.
PTY standby ontvangst is geactiveerd indien de PTY indicator is opgelicht. Zodra een zender een programma van het gekozen programmatype start uit te zenden, stemt het toestel op deze zender.
PTY standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de PTY indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor PTY standby ontvangst zijn vereist. Om PTY standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De PTY indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. PTY standby ontvangst is nu geactiveerd.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken. Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen voor het later gemakkelijk opzoeken onder de cijfertoetsen vastleggen. Bij het verlaten van de fabriek, standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 tot 6) opgeslagen.
Voor het vastleggen van uw favoriete programmatypes, zie hieronder en bladzijde 20. Zie bladzijde 20 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
Pop M
45
Classics
2
Rock M Easy M
Affairs
3
6
Varied
Opmerking:
Na het activeren van PTY standby-ontvangst kunt u van bron veranderen zonder PTY standby-ontvangst te annuleren. In dat geval stopt de PTY indicator te knipperen indien deze knippert. Zodra een zender een uitzending van de gekozen PTY begint, wordt automatisch van bron verandert en op deze zender afgestemd.
Indien u echter een AM-zender als bron kiest, zal PTY standby-ontvangst tijdelijk worden geannuleerd.
U kunt PTY standby-ontvangst uitsluitend uitschakelen indien FM als bron is gekozen.
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt terwijl u naar een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
Bijv.: Indien u hiervoor Pop M heeft
gekozen
2
Selecteer een van de negenentwintig PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 22).
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
19
Page 20
3
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minste 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
Het gekozen voorkeurnummer knippert even.
4
Houd TP/PTY langer dan 2 seconden ingedrukt om deze functie te verlaten.
Een favoriet programmatype opzoeken
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt terwijl
u naar een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
Bijv.: Met Rock M gekozen
Gebruik van de 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) toets
Door herhaaldelijk op de 5 (omhoog) of (omlaag) toets te drukken, kunt u een lijst met uw vastgelegde PTY-codes en alle negenentwintig PTY-codes (zes PTY-codes tegelijkertijd) tonen. De lijst met uw vastgelegde PTY-codes verschijnt eerst en daarna op volgorde de negenentwintig PTY­codes (zes PTY-codes tegelijkertijd). Druk op de overeenkomende cijfertoets om de gewenste PTY-code te kiezen uit de lijst die op het display wordt getoond.
3
Start het PTY-zoeken naar uw favoriete programma.
20
Bijv.: Indien u hiervoor Pop M heeft
gekozen
2
Kiezen van een favoriet programmatype
of
Kiezen van een van de negenentwintig PTY-codes
of
Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
Page 21
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de toestel wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-zender is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de toestel op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken genoemd).
Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een ander station wordt afgestemd.
Als u het zoeken naar een programma wilt activeert, wordt hieronder uitgelegd.
Zie ook de paragraaf Veranderan van de algemene instellingen (PSM) op bladzijde 47.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op cijfertoets 4 om “TUNER”—
Tunercategorie van de PSM-instellingen te kiezen.
3 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
P(Programma)-Search te selecteren.
4 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer On”. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
5 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 4 de vermelding Off door de draaiknop tegen de wijzers van de klok in te draaien.
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de TA standby ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
Zie ook de paragraaf Veranderan van de algemene instellingen (PSM) op bladzijde 47.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op cijfertoets 4 om “TUNER”—
Tunercategorie van de PSM-instellingen te kiezen.
3 Druk op ¢ of 4 om de vermelding TA
Volume” te selecteren.
4 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te selecteren. U kunt het volume instellen op een waarde van Volume 0 tot “Volume 50”.
5 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze toestel is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CTClock Time) die met het RDS­signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
Zie ook de paragraaf Veranderan van de algemene instellingen (PSM) op bladzijde 47.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op cijfertoets 2 om “CLOCK Klokcategorie
van de PSM-instellingente kiezen.
3 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
Auto Adj (aanpassen) te selecteren.
4 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om Off te selecteren. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
5 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 4 On selecteren door de bedieningsschijf met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor Auto Adj de instelling On” hebt gekozen, dient u de toestel tenminste 2 minuten op hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de toestel maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
21
Page 22
PTY-codes
News: Nieuws Affairs: Actualiteiten en achtergrond
Info: Informatieve programma’s over
Sport: Sportverslagen Educate: Educatieve programma’s Drama: Radio-hoorspelen Culture: Programma’s aangaande nationale
Science: Wetenschappelijke en technische
Varied: Overige programma’s, bijvoorbeeld
Pop M: Popmuziek Rock M: Rockmuziek Easy M: Easy-listening muziek Light M: Lichte muziek Classics: Klassieke muziek Other M: Overige muziek Weather: Weerberichten Finance: Programma’s aangaande handel
Children: Amusement voor kinderen
informatie aangaande het nieuws
diverse verscillende onderwerpen
of regionale cultuur
programma’s
ceremonies en comedies
en de beurs en beursberichten, enz.
Social: Programma’s over sociale
activiteiten
Religion: Programma’s over aspecten van
geloof en religie, aangaande het bestaan en ethiek
Phone In: Programmas waarin mensen via
de telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten
Travel: Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
Leisure: Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, enz. Jazz: Jazz-muziek Country: Country-muziek Nation M: Huidige populaire muziek van een
bepaald land of gebied in de taal
van het land of gebied Oldies: Gouwe-Ouwe Folk M: Folk-muziek Document: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
22
Page 23

GEBRUIK VAN DE CD-SPELER

Zie BEDIENING VAN MP3 op bladzijden 30 t/m 35 voor bedieningen aangaande MP3 discs.
Een CD afspelen
1
Open het bedieningspaneel.
Opmerking over de “One-Touch-bediening:
Wanneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u op CD/CD-CH om het apparaat aan te zetten en het afspelen automatisch te laten beginnen.
2
Plaats een CD in de lade.
Het toestel wordt ingeschakeld, de CD in het mechanisme getrokken en de weergave automatisch gestart.
3
Sluit het bedieningspaneel met de hand.
He display verandert en toont het volgende:
Totaal aantal fragmenten en totale weergavetijd van de geplaatste disc
Huidige fragment en verstreken weergavetijd
Opmerkingen:
Indien een CD ondersteboven is geplaatst, zal de CD automatisch worden uitgeworpen (wanneer het bedieningspaneel geopend is). Indien het bedieningspaneel is gesloten, wordt weer naar de hiervoor gekozen bron geschakeld en knippert “Please Eject” op het display.
U kunt CD niet als bron kiezen indien er geen CD is geplaatst. “No Disc” knippert in dat geval op het display.
Alle fragmenten worden herhaald afgespeeld totdat u de weergave stopt.
23
Page 24
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. De CD-weergave stopt en het bedieningspaneel schuift omlaag. De CD wordt vervolgens automatisch uitgeworpen. De vorige afspeelbron wordt geselecteerd.
De CD-weergave stopt tevens (maar de CD wordt niet uitgeworpen) wanneer u van bron verandert of de stroom uitschakelt. Indien u later weer “CD” als bron kiest of de stroom inschakelt, zal de CD-weergave vanaf het punt waar u hiervoor stopte worden voortgezet.
Opmerkingen:
Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen).
U kunt de CD uit de CD-lade laten springen wanneer het toestel is uitgezet.
Een fragment of een bepaald punt op de CD zoeken
Het fragment versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ , en houd deze toets ingedrukt om het fragment versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 , en houd deze toets ingedrukt om het fragment achteruit af te spelen.
Naar het volgende of naar het vorige fragment gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin van het volgende fragment te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt het begin van het eerstvolgende fragment gezocht en afgespeeld.
24
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om naar het begin van het huidige fragment te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt het begin van het vorige fragment gezocht en afgespeeld.
Direct naar een bepaald fragment gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald fragment hoort, om het afspelen van dat fragment te laten beginnen.
• Om een fragment met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een fragment met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Page 25
Snel naar een fragment verspringen
1 Druk tijdens weergave van een CD op
M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
Zie bladzijde 41 voor deze functie.
2 Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) terwijl
Mode nog op het display wordt getoond.
Vooruit verspringen van 10 fragmenten* tot naar maximaal het laatste fragment
Terug verspringen van 10 fragmenten* tot naar maximaal het eerste fragment
* Bij de eerste druk op de 5 (omhoog) of
(omlaag) toets wordt naar het dichtstbijzijnde hogere of lagere fragment dat een tiental heeft (bijvoorbeeld het 10de, 20
ste
of 30 Door een volgende druk op de toets kunt u tegelijkertijd 10 fragmenten verspringen (zie Snel naar een gewenst fragment gaan hieronder).
Na het laatste fragment wordt weer het
Snel naar een gewenst fragment gaan
fragment) versprongen.
eerste fragment gekozen en viceversa.
Bijv. 1: Kiezen van fragmentnummer 32 tijdens
weergave van fragmentnummer 6
CD-afspeelmodi selecteren
Fragmenten in willekeurige volgorde afspelen (Willekeurige weergave van een disc)
U kunt alle fragmenten van de CD in willekeurige volgorde afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een CD op
M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 3 om “Random Disc te
kiezen terwijl “Mode” nog op het display wordt getoond. Door iedere druk op de toets wordt afwisselend Random Disc en “Random Off” getoond.
ste
De (disc willekeurig) indicator licht op wanneer u willekeurige weergave van een disc activeert. Er wordt een willekeurig fragment voor weergave gekozen.
Voor het annuleren van willekeurige weergave van een disc, kiest u Random Off
door herhaaldelijk op cijfertoets 3 te drukken of drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
(Drie keer) (Twee keer)
Fragment 6 \ 10 \ 20 \ 30 \ 31 \ 32
Bijv. 2: Kiezen van fragmentnummer 8 tijdens
weergave van fragmentnummer 36
(Drie keer) (Twee keer)
Fragment 36 \ 30 \ 20 \ 10 \ 9 \ 8
25
Page 26
Fragmenten meerdere keren afspelen (Herhaalde weergave van een fragment)
U kunt het huidige fragment meerdere keren afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een CD op
M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
Weergave van uitsluitend de intro’s (Aftasten van intros van fragmenten)
U kunt de eerste 15 seconden van alle fragmenten achterelkaar afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een CD op
M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 2 om “Repeat Track te
kiezen terwijl Mode” nog op het display wordt getoond. Door iedere druk op de toets wordt afwisselend Repeat Track en Repeat Off getoond.
De (fragment herhalen) indicator licht op wanneer u herhaalde weergave van een fragment activeert. Het spelende fragment wordt herhaald weergegeven.
Voor het annuleren van herhaalde weergave,
kiest u Repeat Off door herhaaldelijk op cijfertoets 2 te drukken of drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
2 Druk op cijfertoets 1 om “Intro Track te kiezen
terwijl Mode” nog op het display wordt getoond. Door iedere druk op de toets wordt afwisselend Intro Track en “Intro Off ” getoond.
De (fragment intro) indicator licht op wanneer u weergave van de intro’s van fragmenten activeert. De eerste 15 seconden van ieder fragment worden weergegeven.
Voor het annuleren van intro-weergave, kiest u Intro Off door herhaaldelijk op cijfertoets 1 te drukken of drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
26
Page 27
Vergrendelen van een disc
Bijv.: Tijdens weergave van een CD Tekst:
U kunt voorkomen dat een disc per ongeluk wordt uitgeworpen door de disc in de lade te vergrendelen.
Druk op CD/CD-CH, en houd tegelijkertijd
langer dan 2
seconden ingedrukt.
No Eject knippert ongeveer 5 seconden op het display en de disc is vergrendeld zodat deze niet per ongeluk kan worden verwijderd.
Voor het annuleren van de vergrendeling en verwijderen van de disc
Druk op CD/CD-CH, en houd tegelijkertijd
ingedrukt. Eject OK knippert ongeveer 5 seconden op het display en de disc is nu ontgrendeld.
nogmaal langer dan 2 seconden
Oorspronkelijke display
Kloktijd
Klok
Veranderen van het displaypatroon
Door een druk op D (DISP) kunt u andere informatie op het display tonen.
Indien de informatie niet in één keer kan worden getoond, zal de informatie rollend op het display verschijnen. Bepaalde tekens of symbolen kunnen mogelijk niet worden getoond (en er verschijnt een blanco of ander teken voor in de plaats) op het display.
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon als volgt:
Opmerkingen:
De (disc) indicator licht op wanneer de disctitel/zanger(es) wordt getoond. De (fragment) indicator licht op wanneer de fragmenttitel wordt getoond.
•“NO NAME wordt getoond indien er geen naam voor een normale CD is ingevoerd. Zie bladzijde 55 voor het invoeren van een naam voor een normale CD.
•“NO NAME wordt getoond indien er geen naam voor de disctitel/zanger(es) of geen fragmenttitel voor de CD Tekst is opgenomen.
27
Page 28

MP3 INTRODUCTIE

Wat is MP3?
MP3 is de afkorting van een lange Engelse term: Motion Picture Experts Group (of MPEG) Audio Layer 3. Kort gezegd is MP3 een indeling voor gegevensbestanden met een compressieverhouding van 1:10 (128 Kbps*). Dit houdt in dat u met de MP3-bestandsindeling 10 keer zoveel gegevens op een CD-R of CD-RW kunt zetten dan er op een gewone muziek-CD past.
Zie Gids voor MP3/WMA (apart boekje) voor details aangaande MP3 discs.
* Bit-rate is het gemiddelde aantal bits dat er
voor 1 seconde aan audio nodig is. De bit-rate wordt uitgedrukt in Kbps, ofwel kilobits per seconde (1024 bits/seconde). Hoe hoger de bit-rate, hoe beter de geluidskwaliteit. De meest gangbare bit-rate voor het coderen van audio is 128 Kbps.
Deze eenheid is uitgerust met een MP3-decoder. Dit betekent dat het mogelijk is om MP3­bestande (fragmenten) af te spelen die op CD-R,
CD-RW en CD-ROM zijn opgenomen.
Compatibel met ID3 Tag
In elk MP3-bestand kan aanvullende informatie worden opgeslagen, zoals de albumtitel, naam van de uitvoerende artiest, titel van de song, jaar van de opname, genre en een korte opmerking.
Met dit toestel kunnen zowel ID3v1 (Versie 1) als ID3v2 (Versie 2) tags of labels op het display worden getoond. (Zie bladzijde 35).
Bepaalde tekens kunnen mogelijk niet juist worden getoond.
Indien zowel ID3v1 als ID3v2 op een disc zijn opgenomen, wordt uitsluitend de ID3v2 informatie getoond.
Hoe worden MP3 bestanden opgenomen en afgespeeld?
MP3-bestanden (fragmenten) worden tijdens het opnemen mappengeplaatst, zoals deze in computertermen worden genoemd. Tijdens de opnameprocedure kunnen bestanden en mappen op dezelfde manier worden geordend als dat bij bestanden en mappen met computergegevens kan. De hoofdmap is de bovenste map in de hiërarchie met mappen en bestanden. Elk bestand en elke map vallen onder de hoofdmap en kunnen vanuit de hoofdmap worden benaderd.
In welke volgorde bestanden worden afgespeeld, doorzocht, en in welke volgorde mappen met MP3-bestanden worden doorzocht, wordt bepaald door de encoding-toepassing die de muziek in MP3-indeling omzet. De afspeelvolgorde kan dus anders zijn dan wat u in gedachte hebt als u de mappen en bestanden opneemt.
Op de volgende pagina is te zien hoe MP3­bestanden op CD-R en CD-RW worden opgenomen, afgespeeld en hoe deze met deze toestel worden opgezocht.
Opmerkingen:
Deze toestel kan CD-ROMs met MP3-bestanden lezen, maar als er op de CD-ROM ook bestanden in een andere indeling dan MP3-bestanden staan, kost het de toestel meer tijd de disk te doorzoeken. De aanwezigheid van andere bestandsindelingen kan ook een storing in de toestel veroorzaken.
De toestel kan geen MP3-bestanden lezen of schrijven als deze niet de extensie mp3 hebben.
Deze speler is niet geschikt voor data die met de Layer 1 en Layer 2 formaten zijn gecodeerd.
Deze toestel is niet compatibel met Playlist**.
Waarschuwingen met betrekking tot het maken van MP3-bestanden op CD-Rs en CD-RW’s
Deze toestel kan alleen MP3-bestanden lezen die de bestandsindeling hebben die voldoet aan deze normen: ISO 9660 Niveau 1, Niveau 2, Romeo of Joliet.
28
**Een playlist is een eenvoudig tekstbestand, zoals
deze op PCs worden gebruikt, waarmee gebruikers zelf de afspeelvolgorde van de bestanden kunnen bepalen zonder de bestanden fysiek opnieuw te ordenen.
Page 29
De configuratie van MP3-mappen en bestanden
1
Niveau
ROOT
Hiërarchie
ROOT
01
2
Niveau
3
Niveau
1 2
3 4
4
Niveau
5
Niveau
6
Niveau
: Hoofdmap
: Mappen
: MP3-bestanden
5 6
02
01
03
04
05 09
1110 2120
08
06 07
8
7
9
1312
17
15 1614
18
19
2322 24
Opmerking:
Er is geen limiet qua aantal hiërarchieniveaus (mappen dat onder). Voor een stabiele werking wordt echter maximaal 8 hiërarchieniveaus aanbevolen.
MP3s afspeelvolgorde en zoekvolgorde
De cijfers die naast de MP3-bestanden ( ) zijn omcirkeld geven de afspeelvolgorde en de zoekvolgorde van de MP3-bestanden aan. Normaalgesproken speelt deze toestel MP3­bestanden af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
De cijfers in de mappen geven de afspeelvolgorde en zoekvolgorde van de mappen op de MP3­CD aan. Normaalgesproken speelt deze eenheid MP3-bestanden in de mappen af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
29
Page 30

BEDIENING VAN MP3

Zie tevens GEBRUIK VAN DE CD-SPELER” op bladzijden 23 t/m 27.
Weergave van een MP3 disc
1
Open het bedieningspaneel.
Opmerking over de “One-Touch-bediening:
Wanneer er al een discs in de CD-lade zit, drukt u op CD/CD-CH om het apparaat aan te zetten en het afspelen automatisch te laten beginnen.
2
Plaats een MP3 disc in de laadopening.
Het toestel wordt ingeschakeld, de disc in het mechanisme getrokken en de weergave automatisch gestart.
3
Sluit het bedieningspaneel met de hand.
Alle bestanden worden herhaald afgespeeld totdat u de weergave zelf stopt.
30
He display verandert en toont het volgende:
Totaal aantal mappen en bestanden
De indicator MP3
Huidige map/bestand en verstreken weergavetijd
Bijv.: Indien de disc 19 mappen en 144
MP3 bestanden heeft
Opmerkingen:
MP3 discs vereisen een langere afleestijd. (De tijd verschilt afhankelijk van de complexiteit van de configuratie van mappen/bestanden).
Indien u van bron verandert of de stroom uitschakelt, zal de discweergave stoppen (de disc wordt niet uitgeworpen). Indien u later de CD-speler weer als bron kiest of de stroom inschakelt, zal de discweergave worden voortgezet vanaf het hiervoor gestopte punt.
Stoppen van de weergave en uitwerpen van de disc
Druk kort op 0. De weergave stopt en het bedieningspaneel schuift omlaag. De disc wordt automatisch van de lade uitgeworpen.
Page 31
Wat is ImageLink?
Indien een MP3-map een beeldbestand <jml> bevat dat met Image Converter (bijgeleverd op de CD-ROM) is gemaakt, kunt u dit beeld op het display tonen tijdens weergave van de tracks van de overeenkomende map.
Er wordt geen geluid weergegeven tijdens het lezen van een beeldbestand <jml> (het reeds in de fabriek vastgelegde beeld van een koffiekopje wordt nu op het display getoond).
Album 1
(Map 1)
Album 2
(Map 2)
Indien er meer dan één <jml> bestand voor een map is, wordt het bestand met het nieuwere nummer tijdens de weergave op het display getoond (in het hierboven getoonde voorbeeld wordt “Photo2.jml” voor Album 2 gebruikt).
Volg de volgende stappen voor het activeren van ImageLink:
Zie tevens “Veranderen van de algemene instellingen (PSM) op bladzijde 47.
Music001.mp3 Music002.mp3 Music003.mp3
Photo1.jml
Music004.mp3 Music005.mp3 Music006.mp3
Photo2.jml Photo3.jml
Displayvenster
Photo1.jml
Displayvenster
Photo2.jml
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze
ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op cijfertoets 1 om “MOVIE”—
Filmcategorie van de PSM-instellingente kiezen. Het Graphics instelscherm verschijnt op het display.
3 Draai de bedieningsschijf om “ImageLink te
kiezen.
4 Druk op SEL (selecteren) om de instelling te
voltooien. ImageLink functioneert bij het starten van de volgende map.
Opmerking:
ImageLink werkt niet in de volgende gevallen:
Indien er geen <jml> bestand in een MP3 map is.
Indien Intro Scan is geactiveerd.
Indien de bron van “CD” naar een andere bron wordt veranderd.
Indien u het toestel uitschakelt wanneer het vastgelegde beeld van een koffiekopje op het display wordt getoond.
Opzoeken van een bestand of een bepaald gedeelte op een MP3 disc
Zie bladzijde 29 voor “MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde”.
Versnelde weergave van een bestand in voor- of achterwaartse richting
Houd tijdens weergave van een MP3 disc ¢ ingedrukt om het bestand versneld in voorwaartse richting af te spelen.
Houd tijdens weergave van een MP3 disc 4 ingedrukt om het bestand versneld in achterwaartse richting af te spelen.
Opmerking:
Tijdens deze bediening hoort u uitsluitend onderbroken geluid. (De verstreken speeltijd verandert tevens onderbroken op het display).
Verspringen naar volgende of voorgaande bestanden
Druk tijdens weergave kort op ¢ om naar het begin van het volgende bestand te verspringen. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt het begin van het daarop volgende bestand opgezocht en afgespeeld.
Druk tijdens weergave kort op 4 om naar het begin van het huidige bestand te verspringen. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt het begin van voorgaande bestanden opgezocht en afgespeeld.
Snel naar een bepaald bestand binnen de huidige map gaan
1 Druk tijdens weergave van een MP3 disc op
M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
31
Page 32
2 Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) terwijl
Mode nog op het display wordt getoond.
Vooruit verspringen van 10 bestanden* tot naar maximaal het laatste fragment
Druk op de cijfertoets die met het mapnummer overeenkomt om de weergave van het eerste bestand in deze map af te spelen.
Terug verspringen van 10 bestanden* tot naar maximaal het eerste fragment
* Bij de eerste druk op de 5 (omhoog) of
(omlaag) toets, wordt naar het dichtstbijzijnde hogere of lagere bestand met een bestandnummer dat een tiental heeft (bijvoorbeeld het 10de, 20
versprongen. Door een volgende druk wordt 10 bestanden versprongen (zie Snel naar een gewenst bestand gaan hieronder).
Wanneer het laatste bestand is bereikt, wordt
naar het eerste bestand versprongen en
viceversa.
Snel naar een gewenst bestand gaan
Bijv. 1: Kiezen van bestandnummer 32 tijdens
weergave van bestandnummer 6
(Drie keer) (Twee keer)
Bestand 6 \ 10 \ 20 \ 30 \ 31 \ 32
Bijv. 2: Kiezen van bestandnummer 8 tijdens weergave van bestandnummer 36
(Drie keer) (Twee keer)
Bestand 36 \ 30 \ 20 \ 10 \ 9 \ 8
ste
of 30
Direct naar een bepaalde map gaan
BELANGRIJK:
Voor het direct opzoeken van mappen met gebruik van de cijfertoets(en), moeten mappen voor hun mapnaam een twee-cijferig nummer hebben. (U kunt dit nummer uitsluitend tijdens opname van CD-R’s of CD-RW’s vastleggen). Bijv.:Indien de mapnaam “01 ABC” is
= Druk op 1 om naar map 01 ABC te
gaan. Indien de mapnaam 1 ABC” is, kunt u door een druk op 1 niet naar deze map gaan.
Indien de mapnaam 12 ABC” is = Houd 6 (12) ingedrukt om naar map
32
12 ABC te gaan.
ste
bestand)
Voor het kiezen van mapnummer 01 – 06: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Voor het kiezen van mapnummer 07 – 12: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Opmerkingen:
Indien No Music op het display wordt getoond nadat u een map heeft gekozen, betekent dit dat de map geen MP3 bestanden bevat.
U kunt geen mappen met een hoger nummer dan 12 direct kiezen.
Voor het opzoeken van een bepaald bestand in een map, drukt u na het kiezen van de map
op ¢ of 4 .
Verspringen naar de volgende of voorgaande map
Druk tijdens weergave van een MP3 disc op 5 (omhoog) om naar de volgende map te verspringen. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt de
volgende map opgezocht en start de weergave van het eerste bestand in die map.
Druk tijdens weergave van een MP3 disc op (omlaag) om naar de voorgaande map te verspringen. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt de voorgaande map opgezocht en
start de weergave van het eerste bestand in die map.
Opmerking:
Een map wordt overgeslagen indien er geen MP3 bestanden in zijn opgenomen.
Page 33
Kiezen van een map en een bestand met gebruik van de naamlijsten
U kunt de lijsten met de mapnamen en bestandnamen op het display tonen tijdens weergave van een MP3 disc. U kunt vervolgens uit deze lijsten een map of een bestand kiezen waarmee u de weergave wilt starten.
Kiezen van een map en starten van de weergave
1
Houd 5 (omhoog) of (omlaag) ingedrukt zodat de mapnaamlijst van de geplaatste disc op het display wordt getoond.
De huidige spelende map wordt opgelicht op het display getoond.
Huidige mapnummer
Kiezen van een bestand en starten van de weergave
1
Houd 5 (omhoog) of (omlaag) ingedrukt zodat de mapnaamlijst van de geplaatste disc op het display wordt getoond.
De huidige spelende map wordt opgelicht op het display getoond.
Huidige mapnummer
2
Druk op ¢ of 4 om de bestandlijst van de huidige map te tonen.
Het huidige spelende fragment licht op het display op.
Opmerkingen:
Het display kan tegelijkertijd slechts zes
namen tonen. Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) om de rest van de namen van de lijst te tonen.
De tracknaamlijst van de huidige spelende
map verschijnt wanneer u op ¢ of 4 , drukt. Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de mapnaamlijst en tracknaamlijst getoond.
Uitsluitend mappen met MP3 bestanden worden in de lijst getoond.
2
Kies het nummer (1 – 6) van de map die u wilt afspelen.
Huidige bestandnummer
Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de mapnaamlijst en bestandnaamlijst getoond.
Opmerkingen:
Het display kan tegelijkertijd slechts zes namen tonen. Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) om de rest van de namen van de lijst te tonen.
3
Kies het nummer (1 – 6) van de bestand die u wilt afspelen.
33
Page 34
Kiezen van de MP3 weergavefuncties
Bestanden in een willekeurige volgorde afspelen (Willekeurige weergave)
U kunt alle bestanden van de huidige map of alle bestanden van de MP3 disc in een willekeurige volgorde afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een MP3 disc op
M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk herhaaldelijk op cijfertoets 3 terwijl
Mode nog op het display wordt getoond.
Bijv.: Met Random Folder gekozen
Door iedere druk op de toets verandert de willekeurige weergavefunctie als volgt:
Random DiscRandom Folder
Random Off
Functie
Random Alle bestanden van Folder (willekeurig map) de huidige map en
Random Alle bestanden van Disc (willekeurig disc) de disc.
Voor het annuleren van willekeurige weergave, kiest u Random Off door
herhaaldelijk op cijfertoets 3 te drukken of drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
34
Actieve Willekeurige
indicator weergave van
indicator licht op. vervolgens de
bestanden van de volgende map, enz.
indicator licht op.
Bestanden herhaald afspelen (Herhaalde weergave)
U kunt het spelende bestand of alle bestanden van de huidige map herhaald afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een MP3 disc op
M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk herhaaldelijk op cijfertoets 2 terwijl
Mode nog op het display wordt getoond.
Bijv.: Met Repeat Track gekozen
Door iedere druk op de toets verandert de herhaalde weergavefunctie als volgt:
Repeat FolderRepeat Track
Repeat Off
Functie
Repeat Het spelende (of Track (herhalen bestand) gespecificeerde)
Repeat Alle bestanden Folder (herhalen map) van de huidige (of
Voor het annuleren van herhaalde weergave,
kiest u Repeat Off door herhaaldelijk op cijfertoets 2 te drukken of drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
Actieve Herhaalde
indicator weergave van
indicator licht op. bestand.
indicator licht op. gespecificeerde)
map van de disc.
Alleen de intro’s afspelen (Aftasten intro’s)
U kunt de eerste 15 seconden van ieder bestand op volgorde afspelen.
1 Druk tijdens weergave van een MP3 disc op
M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
Page 35
2 Druk herhaaldelijk op cijfertoets 1 terwijl
Mode nog op het display wordt getoond.
Bijv.: Tijdens weergave van een MP3 disc:
Oorspronkelijke display
Bijv.: Met Intro Track gekozen
Door iedere druk op de toets verandert de intro-aftastfunctie als volgt:
Intro FolderIntro Track
Intro Off
Functie
Intro Alle bestanden van de Track (intro bestand) disc.
Intro Het eerste bestand Folder (intro map) van iedere map van
Voor het annuleren van intro-aftastweergave,
kiest u Intro Off door herhaaldelijk op cijfertoets 1 te drukken of drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
Actieve
indicator
indicator licht op.
indicator licht de disc. op.
Weergave van de intro’s
(15 seconden) van
Veranderen van het displaypatroon
Door een druk op D (DISP) kunt u andere informatie op het display tonen.
De informatie verschijnt rollend op het display indien het niet in één keer kan worden getoond. Bepaalde tekens of symbolen kunnen niet op het display worden getoond (en er verschijnt een blanco of ander teken voor in de plaats).
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon als volgt:
Kloktijd
Huidige bestandnummer
Bestandnaam
Klok
De afbeelding hierboven toont voorbeelden van het display met “Tag ” op “Off” gesteld.
Opmerkingen:
De (map) indicator licht op wanneer de mapnaam wordt getoond. De (bestand) indicator licht op wanneer de bestandnaam wordt getoond.
Met Ta g op On gesteld (zie bladzijde 51) zal de ID3 tag-informatie op het display worden getoond indien de disc een ID3 tag heeft. De albumnaam/zanger(es) met de (disc) indicator verschijnt in plaats van de mapnaam op het display; en de fragmenttitel met de (fragment) indicator verschijnt in plaats van de bestandnaam.
35
Page 36

GELUID REGELEN

Geluid aanpassen
U kunt instellingen maken voor de luidspreker­uitgangsbalans, het subwooferuitgangsniveau en het ingangsniveau voor iedere bron.
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap 1 indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen. Door iedere druk op de toets verandert het instelbare onderdeel als volgt:
iEQ
Geannuleerd
Zie bladzijden 37 t/m 39 voor iEQ (geluidsfunctie) instellingen.
Zie bladzijde 39 voor METER (niveaumeter) instellingen.
Indicatie Doel: Bereik
Fad Evenwicht tussen R06 (Allen
voor- en achterin) achterspeakers | aanpassen. F06 (Allen
Bal Evenwicht tussen L06 (Allen
linker- en links) rechterspeaker | aanpassen. R06 (Allen
Sub Out Instellen van het 00 (min.)
subwooferuitgangs niveau en 08 (max.) drempelfrequentie.
Vol Adj Voor het instellen –12 (min.)
en vastleggen van het ingangsniveau voor iedere bron.
Fad/Bal
METER
Sub Out
Vol Adj
voorin)
rechts)
|
Low/Mid/High
| +12 (max.)
2
Maak de instellingen.
Instellen van de fader en balansFad, Bal:
Maak deze twee instellingen tegelijkertijd.
Stel het faderniveau op 00 indien u
slechts twee luidsprekers gebruikt.
Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) om de fader
in te stellen.
Druk op ¢ of 4 om de balans in
te stellen.
Instellen van de subwooferuitgangSub Out:
Deze instelling is uitsluitend effectief indien u een subwoofer heeft aangesloten.
Verhogen van het niveau.
Verlagen van het niveau.
U kunt tevens een geschikte drempelfrequentie voor de aangesloten subwoofer instellen.
• Druk op ¢ of 4 om “Low”, “Mid” of “High” te kiezen.
Low: Frequenties hoger dan 50 Hz
worden niet naar de subwoofer gestuurd.
Mid: Frequenties hoger dan 80 Hz
worden niet naar de subwoofer gestuurd.
High: Frequenties hoger dan 115 Hz
worden niet naar de subwoofer gestuurd.
36
Page 37
Instellen van het ingangsniveau voor iedere bronVol Adj:
U moet deze instelling voor iedere bron, uitgezonderd FM, maken. Kies voordat u de instelling maakt eerst de gewenste bron. Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze in het geheugen vastgelegd en hoeft u het volumeniveau niet meer iedere keer bij het veranderen van bron opnieuw in te stellen.
Stel in overeenstemming met het FM­geluidsniveau in.
U kunt geen instelling maken indien FM
als bron is gekozen. “FIX” verschijnt in dat geval.
Verhogen van het niveau.
Verlagen van het niveau
Kiezen van vooringestelde geluidsfuncties (iEQ: intelligente equalizer)
U kunt een vooringestelde geluidsfunctie (iEQ: intelligente equalizer) kiezen die voor het genre muziek geschikt is.
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap 1 indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
Beschikbare geluidsfuncties:
FLAT
(Er wordt geen geluidsfunctie gebruikt)
H.ROCK (Hard Rock) R & B (Rythm en Blues) POP (Popmuziek) JAZZ (Jazz-muziek) DANCE (Dansmuziek) Country (Country-muziek) REGGAE (Reggae-muziek) CLASSIC (Klassieke muziek) USER 1, USER 2, USER 3
1
Druk éénmaal op SEL (selecteren).
De laatst gekozen geluidsfunctie wordt opgeroepen. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
Bijv.: Indien u hiervoor “Flat” heeft gekozen
Door iedere druk op de toets veranderen de instelbare onderdelen als volgt:
iEQ
Geannuleerd
Zie bladzijden 36 t/m 37 voor SEL (basisgeluid) instellingen.
Zie bladzijde 39 voor METER (niveaumeter) instellingen.
Fad/Bal
METER
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
Sub Out
Vol Adj
37
Page 38
2
Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de gewenste geluidsfunctie.
Dit toestel heeft twee schermen voor het kiezen van geluidsfuncties. Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) om naar het andere scherm te gaan.
Druk op
5 (omhoog) of (omlaag).
Bijv.: Indien u op cijfertoets 1 drukt om
Country te kiezen
Voor het annuleren van de vooringestelde geluidsfunctie, kiest u FLAT in stap 2.
1
Druk éénmaal op SEL (selecteren).
De laatst gekozen geluidsfunctie wordt opgeroepen. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
Bijv.: Indien u hiervoor “Country” heeft
gekozen
2
Kies de in te stellen geluidsfunctie.
Dit toestel heeft twee schermen voor het kiezen van geluidsfuncties. Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) om naar het andere scherm te gaan.
3
Activeer de functie voor het instellen van het geluid.
Het volgende scherm voor het instellen van de geluidsfunctie verschijnt op het display.
Opmerking:
Zie bladzijde 70 voor details aangaande de waarden voor de reeds gemaakte instellingen voor iedere geluidsfunctie.
Voor het verlaten van de vooringestelde geluidsfunctie, drukt u herhaaldelijk op SEL
(selecteren) of wacht u ongeveer 5 seconden.
Vastleggen van uw eigen geluidsfuncties
U kunt de geluidsfuncties naar wens instellen en vervolgens uw eigen instellingen in het geheugen vastleggen (USER 1, USER 2, en USER 3).
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap 1 indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
38
4
Stel als gewenst in.
1)
Druk op ¢ of 4 om de frequentieband te kiezen—60Hz, 150Hz, 400Hz, 1kHz, 2.4kHz, 6kHz, 12kHz.
2) Druk op 5 (omhoog) of (omlaag)
om het niveau van de gekozen band binnen een bereik van –05 t/m +05 in te stellen.
3) Herhaal stappen 1) en 2) voor het
instellen van de andere frequentiebanden.
Page 39
5
Leg de gemaakte instelling vast.
Een mededeling voor het bevestigen verschijnt—of u de instelling werkelijk wilt vastleggen.
Indien u de instelling wilt annuleren,
drukt u op D (DISP).
• De door u gemaakte instelling blijft effectief totdat u een andere geluidsfunctie kiest.
6
Kies een van de gebruiker­geluidsfuncties (USER 1, USER 2 of USER 3) waaronder u de instelling wilt vastleggen.
iEQ
Geannuleerd
• Zie bladzijden 36 t/m 37 voor SEL (basisgeluid) instellingen.
• Zie bladzijden 37 t/m 39 voor iEQ (geluidsfunctie) instellingen.
2
Kies het gewenste patroon voor de
Fad/Bal
METER
Sub Out
Vol Adj
niveaumeter.
De niveaumeters veranderen in de volgende volgorde door de regelaar te draaien.
Off
3
1 2
Standard:
Er verschijnt geen niveaumeter op het display. (Bij het verlaten van de fabriek gekozen).
Meter 1:
De audioniveaumeter fluctueert in verticale richting.
Bijv.: Met “User 1” gekozen
Activeren van de niveaumeter
U kunt de niveaumeters op het display tonen tijdens weergave van een bron. Dit toestel heeft drie verschillende patronen voor de niveaumeters.
• De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap 1 indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Druk herhaaldelijk op SEL (selecteren).
De laatst gekozen niveaumeter verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende
Door iedere druk op de toets veranderen de instelbare onderdelen als volgt:
stap beginnen te knipperen.
Meter 2:
De luidspreker op het display vibreert wanneer het audio-ingangsniveau verandert.
Meter 3:
De audioniveaumeters verschijnen aan de linker­en rechterkant.
• Er kan slechts één audioniveaumeter worden getoond indien u het kleine animatiedisplay heeft gekozen.
39
Page 40

GRAFISCH DISPLAYS

Met Image Converter op de bijgeleverde CD-ROM kunt u uw eigen beelden maken en bewerken. U kunt dan deze beelden gebruiken voor de schermen bij het starten en stoppen en het grafische scherm tijdens weergave van een bron.
Wat is Image Converter?
Image Converter is originele software van JVC voor het produceren van beelden die u op het display van uw JVC auto-audiotoestel kunt tonen.
We geven hier de basisprocedure voor het maken van een CD-R met stilbeelden (fotos) en animaties (film) met Image Converter.
In deze gebruiksaanwijzing wordt uitsluitend het exporteren van bestanden (stilbeelden en film) naar het geheugen van dit toestel uitgelegdde hieronder beschreven stap 5.
Zie de Gebruiksaanwijzing van Image Converter (PDF bestanden in de Manual map op de bijgeleverde CD-ROM) voor overige bewerkingen (de hieronder beschreven stappen 1 tot 4).
Im
porteren van beelden Schrijven op een CD-R
Beelden bewerken en monteren
Weergave op uw auto-audiotoestel
KD-LH3101
40
I
nstalleer/Start het programma
Installeer Image Converter op uw PC.
I
mporteer de beelden
Importeer de oorspronkelijke beelden van de Image Converter CD-ROM of andere apparatuur, bijvoorbeeld een digitale camera of digitale videocamera.
Bewerk en monteer de beelden
Bewerk de beelden, bijvoorbeeld gedeeltes uitknippen of regelen van de kleur, monteer het animatie-effect en voeg uw tekst toe.
Schrijf de beelden op een CD-R
Leg de met Image Converter gemaakte animaties of de stilbeelden met gebruik van uw software voor het schrijven op een CD-R vast. Voor het tonen van de beelden op het display van uw auto-audiotoestel moeten deze beelden op een CD-R zijn geschreven.
Zie tevens aanwijzingen van de software voor het schrijven op een CD-R voor het vastleggen van de beelden op een CD-R.
Bekijk de door u gemaakte animaties of stilbeelden op uw auto-audiotoestel.
Exporteer de beelden van de door u gemaakte CD-R naar uw JVC auto-audiotoestel.
Page 41
Downloaden van beelden en animaties
Alvorens de volgende handelingen uit te voeren, moet u een CD-ROM met stilbeelden (foto’s) en animaties (films) maken.
De bijgeleverde Image Conver ter CD-ROM bevat wat voorbeelden van beelden en animaties en u kunt deze disc gebruiken voor originele displayschermen.
BELANGRIJK:
Stilbeelden (fotos) moeten de <jml>
extensiecode achter de bestandnaam hebben en animaties (films) moeten de <jma> extensiecode hebben.
Het downloaden van een bestand is uitsluitend mogelijk wanneer “CD” als bron is gekozen; bestanden wissen is echter mogelijk met iedere bron.
Let op het volgende alvorens een bestand te downloaden of te wissen:
Download geen bestand tijdens het rijden.Draai de contactsleutel niet naar de uit-
stand tijdens het downloaden of wissen van een bestand.*
– Verwijder het bedieningspaneel niet
tijdens het downloaden of wissen van een bestand.*
* Het downloaden of wissen van een
bestand wordt niet juist uitgevoerd indien u deze handelingen wel uitvoert. U moet in dat geval de procedure opnieuw uitvoeren.
Indien u reeds een animatie voorPowerOn, “PowerOff of “Movie heeft
ingesteld, wordt een reeds vastgelegde animatie gewist wanneer u een nieuwe animatie download.
Het downloaden van een animatie kost wat tijd. – Ongeveer 6 tot 7 seconden voor een
stilbeeld (één kaderbeeld).
– Ongeveer 3 tot 4 minuten voor een
animatie van 30 kaderbeelden.
– Ongeveer 10 minuten voor een animatie
van 90 kaderbeelden.
Wanneer door een van de standby­ontvangstfuncties, bijvoorbeeld TA of PTY, op een zender (of service voor de DAB-tuner) is afgestemd, kunt u geen bestand downloaden of wissen. Tijdens het downloaden of wissen van een bestand werken de standby­ontvangstfunctie op hun beurt niet en wordt niet op een zender (of service) afgestemd. Het afstemmen start pas nadat het downloaden of wissen klaar is.
1
Open het bedieningspaneel.
2
Plaats de CD-ROM met bestanden (beelden en animaties) in de lade.
Het toestel wordt ingeschakeld en de disc wordt in het mechanisme getrokken.
De weergave start automatisch indien er tevens afspeelbare audiobestanden, bijvoorbeeld MP3-tracks, op de disc zijn opgenomen.
3
Druk nadat de disc is herkend op M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
4
Druk op cijfertoets 6 om het download-keuzescherm te tonen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
41
Page 42
5
Kies een van de onderdelen (zodat het gewenste onderdeel oplicht) waarvoor u een bestand wilt downloaden.
PowerOn : Startscherm
Downloaden van een animatie die zal worden getoond bij het inschakelen van het toestel. (U kunt slechts één animatie met maximaal 30 kaderbeelden vastleggen).
PowerOff : Stopscherm
Downloaden van een animatie die zal worden getoond bij het uitschakelen van het toestel. (U kunt slechts één animatie met maximaal 30 kaderbeelden vastleggen).
Picture : Grafische scherm*
Downloaden van een stilbeeld dat wordt getoond tijdens weergave van een bron. (U kunt 90 stilbeelden met ieder slechts
één kaderbeeld vastleggen).
Movie : Grafische scherm*
Downloaden van een animatie die wordt getoond tijdens weergave van een bron. (U kunt slechts één animatie met maximaal 90 kaderbeelden vastleggen).
* Het grafische scherm verschijnt wanneer er
gedurende ongeveer 20 seconden geen bediening wordt uitgevoerd.
Opmerkingen:
Met deze lijst worden de mappen met de gewenste bestanden<jml> bestanden voor Picture en <jma> bestanden voor de overigegetoond.
Het display kan tegelijkertijd slechts zes namen tonen. Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om de rest van de namen van de lijst te tonen.
U hoort een pieptoon en u kunt niet naar de volgende stap gaan indien een disc is geplaatst waarop geen <jml> en <jma> bestanden zijn opgenomen.
Indien u de procedure wilt annuleren, druk op
D (DISP).
7
Kies een map (zodat deze oplicht) waarin het gewenste bestand is.
8
Toon de naamlijst van de bestanden van de gekozen map.
Door iedere druk op de toets verandert de lijst op het display als volgt:
Mapnaamlijst
Bestandnaamlijst
42
Voor het annuleren van de procedure,
drukt u op cijfertoets 5 zodat het download­keuzescherm verdwijnt.
6
Toon de naamlijst van de map van de geplaatste CD-R.
File Check....” wordt even
getoond en vervolgens verschijnt de maplijst.
De huidige gekozen map wordt opgelicht op het display getoond.
Bijv.: Met “Picture” in stap 5 gekozen
Opmerking:
Het display kan tegelijkertijd slechts zes namen tonen. Druk op 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) om de rest van de namen van de lijst te tonen.
Page 43
9
Kies een bestand (zodat het oplicht) dat u wilt downloaden.
Wissen van ongewenste bestanden
U kunt door een druk op cijfertoets 5 naar het voorgaande scherm terugkeren wanneer BACK boven cijfertoets 5 op het display wordt getoond.
De bestandnaam verschijnt en Download OK? wordt op het display van het toestel getoond.
10
Druk op cijfertoets 1 om het downloaden te starten.
Het downloaden start en Downloading... verschijnt op het display. De bestandnaamlijst verschijnt weer nadat het bestand is ontvangen.
Indien u het bestand niet wilt downloaden, drukt u op cijfertoets 5. Het
bestand-keuzescherm verschijnt weer. Herhaal de handelingen vanaf stap 8.
11
Herhaal stappen 8 tot 10 if voor het downloaden van bestanden voor Picture en het vastleggen van meerdere bestanden.
12
Voltooi het downloaden.
Voor het downloaden van een bestand voor een
ander onderdeel van het download-keuzescherm, moet u de handelingen vanaf stap 3 herhalen.
Opmerkingen:
Indien u het 91 vastleggen, zal “Picture Full worden getoond en kunt u het downloaden niet starten. U moet in dat geval alvorens te downloaden eerst ongewenste bestanden wissen.
Indien het totaal aantal kaderbeelden voor een animatie de hieronder getoonde aantallen overschrijdt, zullen de beelden die deze getallen overschrijden worden genegeerd.
Voor het start- en stopscherm: 30Voor het filmscherm: 90
ste
beeld voor het beeldscherm wilt
Tegelijkertijd wissen van alle vastgelegde bestanden
1 Druk tijdens weergave van een bron op
M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 6 om het download-
keuzescherm te tonen.
3 Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) om alle
onderdelen te kiezen (zodat deze allen oplichten).
4 Druk op cijfertoets 4.
All File Delete OK? wordt op het display getoond.
5 Druk nogmaals op cijfertoets 4 indien u
werkelijk alle bestanden wilt wissen.
Now Deleting... wordt tijdens het wissen van de bestanden getoond. Het download-keuzescherm verschijnt weer nadat alle bestanden zijn gewist.
6 Druk op cijfertoets 5 om weer het scherm met
de bronaanduiding te tonen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
43
Page 44
Wissen van de vastgelegde bestanden voor PowerOn, PowerOff, Picture (alle vastgelegde beelden tegelijkertijd) en Movie
1 Druk tijdens weergave van een bron op
M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 6 om het download-
keuzescherm te tonen.
3 Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) om een van
de onderdelen te kiezen (zodat deze oplicht).
6 Druk op cijfertoets 5 om weer het scherm met
de bronaanduiding te tonen.
Wissen van de vastgelegde bestanden voor Picture (stuk voor stuk)
1 Druk tijdens weergave van een bron op
M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 6 om het download-
keuzescherm te tonen.
3 Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) om
Picture te kiezen (zodat deze oplicht).
Verschijnt wanneer “Picture” is gekozen (zodat deze oplicht).
4 Voor het wissen van de bestanden die voor
PowerOn, PowerOff en Movie zijn vastgelegd, drukt u op cijfertoets 3.
De bestandnaam van de hiervoor vastgelegde animatie verschijnt en Delete OK? wordt getoond.
Voor het tegelijkertijd wissen van alle bestanden die voor “Picture” zijn vastgelegd, drukt u op cijfertoets 4.
All Picture Delete OK? wordt op het display getoond.
5 Druk nogmaals op cijfertoets 3 indien u
werkelijk alle bestanden voor “PowerOn”, PowerOff en Movie tegelijkertijd wilt wissen.
Druk nogmaals op cijfertoets 4 indien u werkelijk alle bestanden voor “Picture” tegelijkertijd wilt wissen.
Now Deleting...” verschijnt terwijl alle vastgelegde bestanden worden gewist. Het download-keuzescherm verschijnt weer nadat de
44
betreffende bestanden zijn gewist.
4 Druk op cijfertoets 3.
De naamlijst van de vastgelegde bestanden wordt getoond.
Opmerking:
Het display kan tegelijkertijd slechts zes namen tonen. Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) om de rest van de namen van de lijst te tonen.
5 Druk op de cijfertoets om het te wissen
bestand te kiezen.
De gekozen bestandnaam verschijnt en Delete OK? wordt getoond.
6 Druk op cijfertoets 3 om het wissen te starten.
Now Deleting... wordt tijdens het wissen van het gekozen bestand getoond. De naamlijst van de vastgelegde bestanden verschijnt weer nadat het betreffende bestand is gewist.
Page 45
7 Herhaal stappen 5 en 6 indien u meer
bestanden wilt wissen.
8 Druk op D (DISP) om weer het scherm met de
bronaanduiding te tonen.
Activeren van de beelden en animaties die u heeft gedownload
Activeren van de voor het start- en stopscherm vastgelegde animaties
Bij het in- of uitschakelen van het toestel kunt u de vastgelegde animaties op het display bekijken. We noemen de schermen bij het in- en uitschakelen respectievelijk het startscherm en het stopscherm. U kunt uw eigen originele animaties voor dit start- en stopscherm gebruiken.
Het start- en stopscherm verschijnt niet indienKeyln CFM op “Short” of “Off” is gesteld. (Zie
bladzijde 50).
•“Opening en Ending kan niet als PSM- onderdeel worden gekozen indien er geen animatie voor “PowerOn” en “PowerOff” is vastgelegd.
3
Kies Opening (startscherm­instelling) of “Ending” (stopscherm­instelling).
Bijv.: Met “Opening” gekozen
4
Kies User”.
Default: De reeds in de fabriek
User: Uw eigen gemonteerde animatie
5
Voltooi de instelling.
vastgelegde animatie wordt gebruikt.
wordt gebruikt.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 48 en 49).
2
Druk op cijfertoets 1 om MOVIEFilmcategorie van de PSM- instellingente kiezen.
Het Graphics instelscherm verschijnt op het display.
Activeren van het grafische scherm met gebruik van een beeld of film
Met deze instelling kunt u de grafische displays veranderen. Deze grafische schermen verschijnen indien er gedurende ongeveer 20 seconden geen bediening wordt uitgevoerd.
•“UserPict.”, UserMovie en “UserSlide kan niet als PSM-onderdeel worden gekozen indien er geen beeld voor “Picture” of geen animatie voor Movie is vastgelegd.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 48 en 49).
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
45
Page 46
2
Druk op cijfertoets 1 om MOVIEFilmcategorie van de PSM- instellingente kiezen.
Het Graphics instelscherm verschijnt op het display.
3
Kies UserMovie, “UserSlide ofUserPict.”.
UserMovie: Uw eigen gemonteerde, voor
UserSlide: Uw eigen gemonteerde, voor
UserPict.: Een van uw eigen
Bijv. Met “UserPict.
gekozen
Movie vastgelegde animatie wordt voor het grafische scherm gebruikt.
Picture vastgelegde stilbeelden worden op volgorde voor het grafische scherm gebruikt.
gemonteerde, voor “Picture” vastgelegde stilbeelden wordt voor het grafische scherm gebruikt. Kies een van de vastgelegde beelden (zie de beschrijving hier rechts).
Kiezen van een stilbeeld voor het grafische displayUser Picture
In de volgende gevallen kunt u “UserPict.” niet als PSM-onderdeel kiezen:
Indien er geen beeld voor Picture is vastgelegd, of
•“UserPict.” is niet voor de “Graphics instelling gekozen (zie de beschrijving hier links).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 48 en 49).
2
Druk op cijfertoets 1 om MOVIEFilmcategorie van de PSM- instellingente kiezen.
Het Graphics instelscherm verschijnt op het display.
3
Kies “UserPict.”.
De bestandnaam van het huidige gekozen beeld verschijnt tevens.
4
Voltooi de instelling.
Voor het annuleren van alle grafische displays, kies
u Off in stap 3.
Opmerking:
U kunt tevens All Demo”, “Int Demo en “ImageLink” voor de “Graphics” instelling kiezen.
Zie bladzijden 8 en 50 voor All Demo en
Int Demo”.
Zie bladzijden 31 en 50 voor ImageLink”.
46
4
Kies het gewenste bestand.
5
Voltooi de instelling.
Page 47

ANDERE HOOFDFUNCTIES

Veranderen van de algemene instellingen (PSM)
U kunt de in de tabel op bladzijden 48 en 49 beschreven onderdelen veranderen met gebruik van de PSM (Preferred Setting Mode) regelaar.
De PSM-onderdelen zijn in zes categorieën gegroepeerd—MOVIE, CLOCK, DISP (display), TUNER, AUDIO en COLOR.
Basisprocedure
Bijv.: Veranderen van “Contrast”.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijden 48 en
49).
De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
Bijv.: Met hiervoor “Graphics” gekozen
2
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld toets 3) om een van de PSM-categorieën te kiezen.
Het eerste onderdeel van de gekozen categorie verschijnt.
3
Kies het PSM-onderdeel dat u wilt instellen. (Zie bladzijden 48 en 49).
Door herhaaldelijk op ¢ of 4
te drukken, kunt u naar een andere categorie gaan.
4
Stel het gekozen PSM-onderdeel in.
5
Herhaal indien nodig stappen 2 tot voor het instellen van andere PSM­onderdelen.
6
Voltooi de instelling.
4
47
Page 48
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
De PSM- onderdelen zijn in zes categorieën gegroepeerdMOVIE, CLOCK, DISP (display), TUNER, AUDIO en COLOR.
Graphics Filmdemonstratie
KeyIn CFM Bevestiging met
Opening*
MOVIE
Ending*
1
UserPict.*2Gebruiker-beeld
Clock Hr Instellen uur
Clock Min Instellen minuut
24H/12H 24-uur of 12-uur
CLOCK
Auto Adj Automatische
Scroll Functie voor rollen
Dimmer Dimmerfunctie
Indicaties
pieptoon
1
Animatie bij starten
Animatie bij stoppen
klokinstelling
Kiesbare waarden/onderdelen
Zie bladzijde 50 voor details.
Long
Short
Off
Default
User
Default User
Fabrieksin- Zie
stellingen blz.
Int Demo 8, 31, 50
Long 50
Default
Eerste vastgelegde
beeld
0 – 23 (1 – 12)
00 – 59
12Hours 24Hours
0 (0:00) 9
00 (0:00) 9
24Hours 9
Off On On 21
Once
Off
Auto
Once 50
Auto Off
Auto 52
Time Set
On
45Default
45
46Uit de vastgelegde beelden
From– To*3Tijd voor dimmer
Contrast Contrast
DISP (display)
LCD Type Displaytype
Font Type Lettertype
Tag Labeldisplay
Gewenste tijd – Gewenste tijd
1 – 10
Auto
Positive
Negative
1
Off
2
On
18 – 7
5
Auto 50
150
On
*1Wordt uitsluitend getoond nadat een geschikt bestand in het geheugen is vastgelegd. *2Wordt uitsluitend getoond nadat een geschikt bestand in het geheugen is vastgelegd en UserPict. voor
Graphics is gekozen.
*3Wordt uitsluitend getoond indien Dimmer op Time Set is gesteld.
48
52
50
51
Page 49
Indicaties
PTY Stnby PTY standby-
ontvangst
Kiesbare waarden/onderdelen
29 programmatypen
(zie bladzijde 22)
Fabrieksin- Zie
stellingen blz.
News 18
AF-Regn’l
Alternatieve frequentie/ Regionalisatie ontvangst
TA Volume Volume
verkeersinformatie
TUNER
P-Search Programma zoeken
IF Filter Intermediare
frequentiefilter
DAB AF*
5
Alternatieve frequentie zoeken
Beep Pieptoon bij toetsdruk
Ext Input*
AUDIO
Telephone Telefoon demping
6
Etern component
All SRC Gekozen bron
User Door gebruiker
gekozen kleur
R Rood
AF AF Reg
4
Off*
Volume 0 – Volume 50
Off
On
Wide Auto
Off On
Off
Changer
Off
On
Line In Changer 51
Muting1
Muting2
AF 16, 17
Volume 20 21
Off
21
Auto 51
On 68
On 51
Off 51
Zie bladzijde 53 voor details Every 53
Day Night
00 – 11
Day
Day: 07/Night: 05
54
54
COLOR
G Groen
B Blauw
TrimIllum TrimIllum
Lijstverlichting
On
00 – 11
00 – 11
Off
Audio
Day: 07/Night: 05
Day: 07/Night: 05
On
*4Wordt uitsluitend getoond indien DAB AF op Off is gesteld. *5Wordt uitsluitend getoond indien DAB-tuner is aangesloten. *6Wordt uitsluitend getoond indien een van de volgende bronnen is gekozenFM, AM en CD.
54
54
51
49
Page 50
Beelden op het display tonen—Graphics
U kunt de grafische schermen die op het display worden getoond veranderen. Deze grafische schermen verschijnen indien er gedurende ongeveer 20 seconden geen bediening wordt uitgevoerd (uitgezonderd voor “ImageLink”).
Int Demo: Displaydemonstratie (animatie)
All Demo: Displaydemonstratie (animatie)
UserMovie: Uw eigen gemonteerde animatie
UserSlide: Uw eigen gemonteerde
UserPict.: Een van uw eigen gemonteerde
ImageLink: Tonen van een stilbeeld tijdens
Off: Er worden geen grafische
Opmerking:
U kunt UserMovie, UserSlide en UserPict. uitsluitend kiezen nadat geschikte bestanden in het geheugen zijn vastgelegd. (Zie bladzijde 41 en 42).
en de aanduiding van de weergavebron verschijnen afwisselend (zie bladzijde 8).
verschijnt (zie bladzijde 8).
verschijnt (zie bladzijden 45 en
46).
stilbeelden verschijnen achtereenvolgend (zie bladzijden 45 en 46).
stilbeelden verschijnt (zie bladzijde 45 en 46).
weergave van MP3 bestand (zie bladzijde 31).
schermen getoond.
Kiezen van de bronanimatie voor het displayKeyIn CFM
Bij het veranderen van bron toont het display de bronanimatie. U kunt de gewenste bronanimatie voor het display kiezen.
Long: Een lange bronanimatie wordt
Short: Een korte bronanimatie wordt
Off: De bronanimatie is geannuleerd.
getoond.
getoond.
Kiezen van de functie voor het rollen van discinformatie en DAB-tekst—Scroll
U kunt de functie voor het rollen van discinformatie en DAB-radiotekst (DLS: Dynamic Label Segment) kiezen.
Once: Tijdens het tonen van de discinformatie; wordt deze informatie slechts éénmaal rollend getoond. Tijdens het tonen van de DAB-tekst; wordt de gedetailleerde DAB-tekst slechts éénmaal rollend getoond.
Auto: Tijdens het tonen van de discinformatie; wordt het rollen herhaald (met intervallen van 5­seconden). Tijdens het tonen van de DAB-tekst; wordt de gedetailleerde DAB-tekst rollend getoond.
Off: Tijdens het tonen van de discinformatie; de functie voor het rollen is geannuleerd. Tijdens het tonen van de DAB-tekst; worden uitsluitend de koppen van de tekst, indien aanwezig, getoond.
Opmerking:
Ook met de functie voor het rollen op “Off” gesteld, kunt u de informatie rollend op het display tonen door D (DISP) langer dan een seconde ingedrukt te houden.
Instellen van het contrastniveau voor het displayContrast
U kunt het contrast voor het display vanaf 1 tot 10 instellen. Stel het contrast zodanig in dat de aanduidingen goed op het display te zien zijn.
Kiezen van het verlichtingspatroon voor het displayLCD Type
U kunt het gewenste verlichtingspatroon voor het display kiezen.
Auto: Een positief patroon wordt overdag gebruikt (afhankelijk van de Dimmer instelling); s nachts wordt een negatief patroon gebruikt (tevens afhankelijk van de
Dimmer instelling).
Positive: Positief (normaal) patroon van het
display.
Negative: Negatief (tegengesteld) patroon van het display.
Kiezen van het lettertype voor het display Font Type
U kunt het lettertype voor de aanduidingen op het display kiezen. Kies als gewenst “1” of “2”.
50
Page 51
Activeren of uitschakelen van het labeldisplayTag
Een MP3 bestand kan bestandinformatie bevattten die we ID3 Tag noemen. Hierin is onder andere de naam van het album, zanger(es), fragmenttitels, etc. in opgenomen. Er zijn twee verschillende versiesID3v1 (ID3 Tag Versie 1) en ID3v2 (ID3 Tag versie 2). Indien zowel ID3v1 als ID3v2 op een disc zijn opgenomen, wordt uitsluitend de ID3v2 informatie getoond.
On: Weergave van informatie in ID3-tags is ingeschakeld tijdens het afspelen van MP3-bestanden.
Als een MP3-bestand geen ID3-
tag heeft, worden de mapnaam en bestandsnaam weergegeven.
Opmerking:
Als u tijdens het afspelen van een MP3­bestand de instelling wijzigt van “Off” naar On, wordt het weergeven van informatie die in tags ligt opgeslagen vanaf het volgende bestand geactiveerd.
Off: Weergave van informatie in ID3-tags is uitgeschakeld tijdens het afspelen van MP3-bestanden. (Alleen de mapnaam en de bestandsnaam worden weergegeven).
Veranderen van de gevoeligheid van de FM-tunerIF Filter
In bepaalde gebieden kunnen dicht bij elkaar liggende zenders elkaar storen, wat we interferentie noemen. In dat geval worden uitzendingen mogelijk door ruis gestoord.
Auto: In geval van dergelijke interferentie verhoogt het toestel automatisch de gevoeligheid van de tuner zodat de door interferentie veroorzaakte ruis wordt verminderd. (Het stereo-effect gaat hierdoor tevens verloren).
Wide: Interferentie van in de buurt liggende zenders wordt niet geminimaliseerd maar de geluidskwaliteit wordt niet slechter en het stereo-effect blijft behouden.
Geluid bij het aanraken van de toetsen in- en uitschakelen—Beep
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het aanraken van de toetsen uit te schakelen als u deze geluiden storend vindt.
On: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen in.
Off: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen uit.
Het externe apparaat selecteren Ext Input
Het externe apparaat kan met behulp van de KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op de ingang van de CD-wisselaar worden aangesloten. Als u het externe apparaat via deze eenheid als afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk onderdeelde CD-wisselaar of het externe apparaatu wilt gebruiken.
Changer: De CD-wisselaar gebruiken.
Line In: Voor een ander apparaat dan de
CD-wisselaar.
Opmerking:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan in de Handleiding voor installatie/aansluiting (aparte publicatie).
Audiodemping voor cellulaire telefoongesprekken selecteren Telephone
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “Muting1” of “Muting2”.
Muting1: Kies als u met deze instelling het geluid kan dempen bij gebruik van een mobiel telefoonsysteem.
Muting2: Kies als u met deze instelling het geluid kan dempen bij gebruik van een mobiel telefoonsysteem.
Off: Hiermee wordt de audiodemping voor cellulaire telefoonsystemen uitgeschakeld.
Activeren of uitschakelen van de lijstverlichtingTrimIllum
U kunt de sierplaat naar wens wel of niet verlichten.
On: Kies voor het verlichten van de sierplaat.
Audio: De verlichting verandert al naar gelang de verandering van het geluidsniveau.
Off: De sierplaat wordt niet verlicht.
51
Page 52
Kiezen van de dimmerfunctie
U kunt het display s nacht of bij gebruik van de timer automatisch dimmen.
Opmerking:
De automatische dimmerfunctie van dit toestel werkt mogelijk niet in bepaalde autos, vooral niet in auto’s die een speciale regelaar voor het dimmen hebben. Kies in dat geval een andere stand dan “Auto”.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijden 48 en
49).
De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2
Druk op cijfertoets 3 om DISP Displaycategorie van de PSM­instellingente kiezen.
4
Stel de dimmerfunctie als gewenst in.
Auto: Voor het activeren van de
Off: De automatische dimmer wordt
On: Het display wordt altijd gedimd.
Time Set: Gebruik voor het instellen van
Opmerking:
Door Auto of Time Set te kiezen, wordt het displaypatroon mogelijk naar Negative of
Positive” veranderd indien“LCD Type” opAuto is gesteld.
Ga nar de volgende stappen voor het instellen van de timer indien u Time Set heeft gekozen.
Ga naar stap 7 om de instelling te voltooien indien u een andere instelling dan Time Set heeft gekozen.
automatische dimmer. Het display wordt automatisch gedimd wanneer u de koplampen van de auto aanzet.
geannuleerd.
de timer voor de dimmerfunctie.
52
3
Druk op ¢ of 4 om Dimmer te kiezen.
5
Kies From– To om de timer voor de dimmerfunctie in te stellen.
6
Stel de timer in.
1 Verdraai de bedieningsschijf om de
starttijd in te stellen.
2 Druk éénmaal op ¢ . 3 Verdraai de regelschijf om de stoptijd in
te stellen.
7
Voltooi de instelling.
Page 53
Veranderen van de displaykleur
U kunt de displaykleur met de PSM-regelaar instellen. U kunt tevens uw favoriete kleur voor iedere bron afzonderlijk (of voor alle bronnen) kiezen. Het is ook mogelijk om uw eigen kleuren te maken en deze voor de displaykleur in te stellen.
Instellen van de gewenste kleur voor iedere bron
Nadat u eenmaal de kleur voor iedere bron afzonderlijk (of voor alle bronnen) heeft ingesteld, wordt het display in de door u gekozen kleur verlicht wanneer u de bron kiest.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijden 48 en
49).
De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2
Druk op cijfertoets 6 om COLORKleurcategorie van de PSM- instellingente kiezen.
Het All SRC instelscherm verschijnt op het display.
3
Kies de gewenste bronALL SRC, CD, Changer (Line), FM of AM waarvoor u de displaykleur wilt instellen.
All SRC*
1
CD
Changer
(Line)*
AM
*1Indien u All SRC kiest, wordt dezelfde kleur
voor alle bronnen gebruikt.
*2Kan worden gekozen indien Ext Input op
Line In is gesteld (zie bladzijde 51).
4
Kies de displaykleur.
De kleur verandert als volgt door de bedieningsschijf te verdraaien:
FM
Every*1 O Aqua O Sky O Sea O Leaves O Grass O Red O Rose O Amber O Honey O Violet O Cotton O Snow O User
2
*
O (terug naar het
begin)
2
*1 Met Every gekozen, verandert de kleur
iedere 2 seconden (alle hierboven genoemde kleuren worden gebruikt, uitgzonderd User).
*2 Met User gekozen, worden de door de
gebruiker gemaakte kleuren—“Day enNight voor het display gebruikt.
(Zie bladzijde 54).
5
Herhaal stappen 3 en 4 voor het kiezen van de kleur voor iedere bron (uitgezonderd indien u All SRC in
3
heeft gekozen).
stap
6
Voltooi de instelling.
53
Page 54
Zelf uw kleuren makenUser
U kunt uw eigen kleuren maken—“Day enNight en deze voor iedere gewenste bron als
displaykleur gebruiken.
Day: Kan worden gebruikt als uw
Night: Kan worden gebruikt als uw
1
2
gebruikerskleur overdag (wanneer de koplampen uit zijn geschakeld), of als ingesteld met de timer (“From– To”).
gebruikerskleur s nachts (wanneer de koplampen zijn aangezet), of als ingesteld met de timer (“From– To”).
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijden 48 en
49).
De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
Druk op cijfertoets 6 om COLORKleurcategorie van de PSM- instellingente kiezen.
Het All SRC instelscherm verschijnt op het display.
4
Kies het scherm voor het instellen van de kleur.
Een van de schermen voor het instellen van gebruikerskleuren verschijnt. User Day of User Night wordt links op het display getoond.
5
Kies Day of Night al naar gelang de instelling die u wilt maken.
6
Stel de gekozen gebruikerskleur in.
1) Druk op ¢
een van de drie primaire kleuren te kiezen—“R (rood), “G” (groen) of “B” (blauw).
of 4 to om
54
3
Kies User als kleur.
De kleur wordt voor de huidige ingestelde bron gebruikt (de bron die boven op het display wordt getoond, in dit voorbeeld All SRC).
Indien u een afzonderlijke bron voor de kleur wilt, moet u voordat u “User” in deze stap kiest, eerst de betreffende bron kiezen door een druk op 5 (omhoog) of (omlaag).
2) Druk op 5 (omhoog) of (omlaag)
om de gekozen primaire kleur in te stellen.
U kunt de kleur vanaf 00 tot 11 veranderen.
3) Herhaal stappen 1) en 2) om de andere primaire kleuren in te stellen.
7
Herhaal stappen 5 en 6 voor het instellen van de andere gebruikerskleuren—“Day of Night”.
8
Voltooi de instelling.
Page 55
Invoeren van namen voor bronnen
U kunt namen invoeren voor CD’s (zowel in dit toestel als in de CD-wisselaar) en voor het externe component. De naam die u toekent, wordt vervolgens op de display weergegeven wanneer u het desbetreffende apparaat selecteert.
Bron
Maximaal aantal tekens
(A – Z:
Hoofdletters
(Kleine letters met
accent)
(Hoofdletters met
accent)
4
Selecteer het gewenste teken.
)
(a – z:
Zie bladzijde 70 voor beschikbare tekens.
Kleine letters
(0 – 9: Cijfers
en symbolen)
)
CDs* Maximaal 32 tekens (voor
Extern component Maximaal 8 tekens
* U kunt geen naam voor een CD Tekst of een MP3
disc invoeren.
1
Selecteer een bron waaraan u een naam wilt toekennen.
De stroom wordt automatisch ingeschakeld zodra u een bron kiest.
2
Houd D (DISP) ingedrukt en druk tegelijkertijd langer dan 2 seconden op SEL (selecteren).
De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
Bijv.: Indien u een CD als bron selecteert
3
Kies het in te stellen teken wanneer de eerste positie voor het invoeren van een teken knippert.
maximaal 40 discs)
CD CD-CH
(of LINE-IN)
Door iedere druk op de toets verandert het stel tekens als volgt:
5
Verplaats de cursor naar de positie voor het volgende of het vorige teken.
6
Herhaal stappen 3 tot 5 totdat de hele naam is ingevoerd.
7
Voltooi de procedure terwijl het laatst gekozen teken knippert.
Wissen van ingevoerde tekens
Voeg spaties op dezelfde, hierboven beschreven wijze, in.
Opmerkingen:
•“Name Full verschijnt en de functie voor het invoeren van tekst kan niet worden geactiveerd indien u probeert een naam voor de 41 voeren. U moet in dat geval eerst ongewenste namen wissen.
Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt u ook namen toekennen aan CDs in de CD­wisselaar. De namen kunnen ook op de display worden weergegeven als u de CD’s in deze toestel plaatst.
ste
disc in te
55
Page 56
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet u er zeker van zijn dat de spanning is uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
2
Druk het bedieningspaneel miets omhoog en trek tegelijkertijd naar u toe van het apparaat.
3
Stop het losgemaakte bedieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer op zijn plaats bevestigen?
1
Steek de rechterkant van het bedieningspaneel in de groef van de paneelhouder.
2
Druk op de linkerkant van het bedieningspaneel om het paneel in de paneelhouder te vergrendelen.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegeven moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
56
Connectors
Page 57

GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR

Gebruik bij voorkeur de JVC, MP3 compatibele CD-wisselaar met dit toestel.
Met gebruik van deze CD-wisselaar kunt u uw originele CD-Rs (Opneembaar) en CD-RW’s (Herschrijfbaar) afspelen die met het audio CD­formaat of het MP3-formaat zijn opgenomen.
U kunt tevens bepaalde andere CD-wisselaars uit de CH-X serie aansluiten (uitgezonderd de CH-X99 en CH-X100). Deze andere wisselaars zijn echter niet voor MP3 geschikt en u kunt dan dus geen MP3 discs afspelen.
U kunt CD-wisselaars uit de KD-MK serie niet met dit toestel gebruiken.
Alvorens uw CD-wisselaar te gebruiken:
Lees de instructies door die bij uw CD-wisselaar zijn geleverd.
Als er geen CDs in de houder van de CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de CDs ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesvenster de tekst No Disc. Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CDs op de juiste wijze in de houder plaatsen.
•“No Magazine knippert op het display indien er geen magazijn in de CD-wisselaar is geplaatst. U moet in dat geval een magazijn in de CD-wisselaar plaatsen.
Indien Reset 01Reset 08 op het display knippert, is de verbinding tussen dit toestel en de CD-wisselaar waarschijnlijk verkeerd. Als dit gebeurt, moet u de verbinding controleren, de verbindings­kabel(s) stevig vastmaken. En dan op de resetknop van de CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
Selecteer de CD-wisselaar (CD-CH).
CD
* U kunt de CD-wisselaar niet kiezen indien u “Ext
Input op Line In heeft gesteld (zie bladzijde 51).
Indien u een MP3 disc heeft geplaatst:
De weergave start vanaf de eerste map van de huidige disc nadat de bestanden zijn gecontroleerd.
Gekozen discnummer
Huidige map/bestand en verstreken weergavetijd
CD-CH*
(of LINE-IN)
De indicator MP3
57
Page 58
Indien u een normale CD heeft geplaatst:
De weergave start vanaf het eerste fragment van de huidige disc.
Gekozen discnummer
Huidige fragment en verstreken weergavetijd
Opmerkingen:
Wanneer u op CD/CD-CH drukt, wordt automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te drukken om de spanning in te schakelen.
De CD-wisselaar weergave stopt wanneer u van bron verandert. Wanneer u later weer de “CD-CH” wisselaar als bron kiest, wordt de weergave voortgezet vanaf het hiervoor gestopte punt.
Veranderen van het displaypatroon
Door een druk op D (DISP) kunt u andere informatie op het display tonen.
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon.
Zie bladzijden 27 en 35 voor details.
58
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de nummertoets die correspondeert met het nummer van de CD om het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD­wisselaar).
Nummer van de CD 01 – 06 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer van de CD 07 – 12 selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Het fragment/bestand versneld vooruit of achteruit afspelen
Houd tijdens weergave ¢
, ingedrukt om het fragment/bestand versneld in voorwaartse richting af te spelen.
Houd tijdens weergave fragment/bestand versneld in achterwaartse richting af te spelen.
Opmerking:
Tijdens deze bediening met een MP3 disc kunt u uitsluitend het geluid met onderbrekingen horen. (De verstreken weergavetijd verandert tevens met
onderbrekingen op het display).
4
ingedrukt om het
Naar het volgende of vorige fragmenten/ bestanden en gaan
Druk tijdens weergave kort op ¢ om naar het begin van het volgende fragment/bestand te verspringen. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt het begin van volgende fragmenten/bestanden opgezocht en de weergave vanaf daar gestart.
Druk tijdens weergave kort op 4 om naar het begin van het huidige fragment/bestand te verspringen. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt het begin van vorige fragmenten/ bestanden opgezocht en de weergave vanaf daar gestart.
Page 59
Deze bediening is uitsluitend mogelijk met gebruik van een JVC MP3-compatibele CD-wisselaar (CH-X1500).
Snel naar een fragment/bestand verspringen
1 Druk tijdens weergave van een CD op
M (MODE).
“Mode” verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
Zie bladzijde 41 voor deze functie.
Bijv.: Indien de huidige disc een MP3 disc is.
2 Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond.
Vooruit verspringen van 10 fragmenten/bestanden* tot naar maximaal het laatste fragment/ bestand Terug verspringen van 10 fragmenten/bestanden* tot naar maximaal het eerste fragment/ bestand
* Bij de eerste druk op de 5 (omhoog) of
(omlaag) toets wordt naar het dichtstbijzijnde hogere of lagere fragment/bestand dat een tiental heeft (bijvoorbeeld het 10de, 20
ste
30
fragment/bestand) versprongen. Door een volgende druk op de toets kunt u tegelijkertijd 10 fragmenten/bestanden verspringen (Zie “Snel naar een gewenst bestand/fragment gaan” hier rechts).
• Na het laatste fragment/bestand wordt weer
het eerste fragment/bestand gekozen en viceversa.
ste
of
Snel naar een gewenst bestand/fragment gaan
• Bijv. 1: Kiezen van fragment-/ bestandnummer 32 tijdens weergave van fragment-/ bestandnummer 6
(Drie keer) (Twee keer)
Fragment/ bestand 6 \ 10 \ 20 \ 30 \ 31 \ 32
• Bijv. 2: Kiezen van fragment-/
bestand 36 \ 30 \ 20 \ 10 \ 9 \ 8
bestandnummer 8 tijdens weergave van fragment-/bestandnummer 36
(Drie keer) (Twee keer)
Fragment/
Verspringen naar de volgende of voorgaande map (alleen voor MP3 discs)
Druk tijdens weergave van een MP3 disc op 5 (omhoog) om naar de volgende map te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt de volgende map opgezocht en start de weergave van het eerste bestand in die map.
Druk tijdens weergave van een MP3 disc op
(omlaag) om naar de voorgaande map te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op de toets drukt, wordt de voorgaande map opgezocht en start de weergave van het eerste bestand in die map.
Opmerking:
Indien de huidige disc die wordt afgespeeld een MP3 disc is, wordt naar andere bestanden in dezelfde map versprongen.
59
Page 60
Kiezen van een disc/map/ fragment met gebruik van de naamlijsten
Indien u bent vergeten welke discs in de CD­wisselaar zijn geplaatst, kunt u de disctitellijst oproepen en dan de gewenste disc uit de op het display getoonde lijst kiezen.
Het display kan tegelijkertijd slechts zes disctitels tonen.
1
Houd tijdens weergave van een disc de 5 (omhoog) of (omlaag) toets ingedrukt totdat een disctitellijst op het display verschijnt.
Bij weergave van een MP3 disc, kunt u tevens
de maplijst(en) en bestandlijst(en) op het display tonen en daaruit de gewenste map of het bestand kiezen.
1 Houd tijdens weergave van een MP3 disc de
5 (omhoog) of (omlaag) toets ingedrukt totdat een disctitellijst op het display verschijnt.
2 Druk op ¢ of 4 om de maplijst
van de huidige disc of de bestandlijst van de huidige map te tonen. Door iedere druk op de toets verandert de op het display getoonde lijst als volgt:
Discnaamlijst Mapnaamlijst
Bestand (fragment) naamlijst
Huidige mapnummer
Gekozen discnummer
Opmerking:
Indien een disc een disctitel heeft (CD Tekst) of u een naam heeft ingevoerd, wordt de titel/naam op het display getoond. Het discnummer verschijnt echter indien de CD nog nooit met het toestel is afgespeeld.
2
Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) om indien nodig de andere disctitellijst te tonen.
3
Kies het nummer (1 – 6) van de disc die u wilt beluisteren.
Bijv.: Met mapnaamlijst gekozen
Huidige bestandnummer
Bijv.: Met bestandnaamlijst gekozen
Opmerking:
Het display kan tegelijkertijd slechts zes disctitels tonen. Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) om andere onderdelen van de volgende of voorgaande lijsten te tonen.
3 Druk op de cijfertoets voor de af te spelen
disc, de map of het bestand.
60
Page 61
Kiezen van de weergavefuncties
Afspelen van fragmenten/bestanden in een willekeurige volgorde (Willekeurige weergave)
1 Druk tijdens weergave op M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk herhaaldelijk op cijfertoets 3 terwijl
Mode nog op het display wordt getoond.
Bijv.: Indien u tijdens weergave van een
MP3 disc Random Disc kiest
Door iedere druk op de toets verandert de willekeurige weergavefunctie in de volgende volgorde:
Functie
Random Alle bestanden van Folder* (willekeurig de huidige map en
Random Alle fragmenten/ Disc (willekeurig bestanden van de
Random Alle fragmenten/ All (willekeurig bestanden van alle
* Random Folder kan uitsluitend voor een MP3
disc worden gebruikt.
Opmerking:
De MP3 indicator licht tevens op indien een MP3 disc wordt afgespeeld.
Voor het annuleren van willekeurige weergave, kiest u Random Off door
herhaaldelijk op cijfertoets 3 te drukken of drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
Actieve Willekeurige
indicator weergave van
map) indicator vervolgens de licht op. bestanden van de
volgende map, enz.
disc) indicator huidige (of licht op.
alles) indicator in het magazijn licht op. geplaatste discs.
gespecificeerde) disc.
Voor MP3 discs:
Random Off
Voor CD’s:
Random DiscRandom Folder
Random All
Random AllRandom Disc
Random Off
61
Page 62
Herhaald afspelen van fragmenten/ bestanden (Herhaalde weergave)
1 Druk tijdens weergave op M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk herhaaldelijk op cijfertoets 2 terwijl
Mode nog op het display wordt getoond.
Functie
Repeat (herhalen Het huidige (of Track fragment/bestand) gespecificeede)
Repeat (herhalen Folder* map) indicator de huidige (of
Repeat (herhalen Alle fragmenten/ Disc disc) indicator bestanden van de
* Repeat Folder kan uitsluitend voor een MP3 disc
worden gebruikt.
Actieve Herhaalde
indicator weergave van
indicator licht op. fragment/bestand.
Alle bestanden van
licht op. gespecificeerde)
map van de huidige disc.
licht op. huidige (of
gespecificeerde) disc.
Bijv.: Indien u tijdens weergave van een MP3
disc Repeat Track kiest
Door iedere druk op de toets verandert de herhaalde weergavefunctie in de volgende volgorde:
Voor MP3 discs:
Repeat FolderRepeat Track
Repeat Off
Voor CD’s:
Repeat Disc
Repeat DiscRepeat Track
Repeat Off
Opmerking:
De MP3 indicator licht tevens op indien een MP3 disc wordt afgespeeld.
Voor het annuleren van herhaalde weergave,
kiest u Repeat Off door herhaaldelijk op cijfertoets 2 te drukken of drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
62
Page 63
Afspelen van intros (Intro-aftastweergave)
1 Druk tijdens weergave op M (MODE).
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk herhaaldelijk op cijfertoets 1 terwijl
Mode nog op het display wordt getoond.
Bijv.: Indien u tijdens weergave van een
MP3 disc Intro Track” kiest
Door iedere druk op de toets verandert de intro-aftastweergavefunctie in de volgende volgorde:
Functie
Intro Alle fragmenten/ Track (intro fragment bestanden van de
Intro Het eerste bestand Folder* (intro map) van iedere map van
Intro Disc disc) indicator bestanden van de
* Intro Folder kan uitsluitend voor een MP3 disc
worden gebruikt.
Opmerking:
De MP3 indicator licht tevens op indien een MP3 disc wordt afgespeeld.
Actieve
indicator
/bestand) huidige disc. indicator licht op.
indicator de huidige disc. licht op.
(intro
licht op. geplaatste discs.
Weergave van
de intro’s
(15 seconden) van
De eerste fragmenten/
Voor MP3 discs:
Intro Off
Voor CD’s:
Intro Off
Intro FolderIntro Track
Intro Disc
Intro DiscIntro Track
Voor het annuleren van intro-aftastweergave,
kiest u Intro Off door herhaaldelijk op cijfertoets 1 te drukken of drukt u op cijfertoets 4 in stap 2.
63
Page 64

BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN

Externe apparatuur afspelen
U kunt een extern component met de CD­wisselaaraansluiting op het achterpaneel aansluiten middels de KS-U57 Line Input Adapter (niet bijgeleverd).
Voorbereiding:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan in de Handleiding voor installatie/ aansluiting (aparte publicatie).
Alvorens het externe component te bedienen, moet u de juiste externe ingang kiezen. Volg
de hieronder beschreven stappen.
Zie ook de paragraaf Veranderan van de algemene instellingen (PSM) op bladzijde 47.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op cijfertoets 5 om “AUDIO
Audiocategorie van de PSM-instellingente kiezen.
3 Druk op ¢ of 4 om Ext Input* te
kiezen.
4 Draai de bedieningsschijf naar rechts om
Line In te kiezen.
5 Druk op SEL (selecteren) om de instelling te
voltooien.
Kies het externe component op de juiste manier, zoals hieronder wordt beschreven.
1
Selecteer het externe apparaat (LINE-IN).
CD CD-CH
(of LINE-IN)
Zie bladzijde 51 en kies de externe ingang (Line In) voor de Ext Input instelling indien Line In* niet op het display verschijnt.
* Wordt uitsluitend getoond indien een van de
volgende bronnen is gekozenFM, AM en CD.
Opmerking over de “One-Touch-bediening:
Wanneer u op CD/CD-CH drukt, wordt automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te drukken om de spanning in te schakelen.
2
Schakel het aangesloten apparaat aan en start het afspelen van de afspeelbron.
3
Stel het volume.
Zie Het externe apparaat selecterenExt Input op bladzijde 51 voor details.
* Wordt uitsluitend getoond indien een van de
volgende bronnen is gekozenFM, AM en CD.
64
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijden 36 t/m 39).
Opmerking:
U kunt tevens het displaypatroon veranderen door herhaaldelijk op D (DISP) te drukken.
Page 65

BEDIENING VAN DE DAB-TUNER

TUNERDAB
We raden u aan om in combinatie met deze eenheid DAB-tuner KT-DB1500 of KT-DB1000 te gebruiken. Neem contact op met de JVC-dealer in auto­accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen die momenteel in gebruik zijn. Met deze technologie is het mogelijk CDs af te spelen met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en gegevens mee versturen. In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk programma op een aparte frequentie wordt uitgezonden, worden bij DAB verschillende programma’s (die “services” worden genoemd) met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”. Iedere service”—“primaire service”—kan daarbij tevens in componenten worden verdeeld (secundaire service genoemd).
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze eenheid aansluit, kunt u van deze DAB­services gebruik maken.
Afstemmen op een ensemble en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer programmas (services) die tegelijkertijd worden uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u wilt luisteren.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM als het CD, de CD­wisselaar of een extern apparaat de huidige afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
DAB1 DAB2 DAB3
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DAB­banden (DAB1, DAB2, DAB3). U kunt met elke DAB-band op een ensemble afstemmen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
65
Page 66
3
TUNERDAB
Zoek een ensemble op.
Zoeken naar ensembles met hogere frequenties.
Zoeken naar ensembles met lagere frequenties.
Wanneer een ensemble wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Terugkeren naar de FM/AM-tuner
Druk nogmaals op FM/AM en houd deze.
DAB-frequenties in het geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in het geheugen worden opgeslagen.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een
ensemble is afgestemd.
4
Kies een service (ofwel primaire of secundaire) die u wilt beluisteren.
Kiezen van de volgende service. (Indien een primaire service ook secundaire services heeft, worden deze
Kiezen van de voorgaande service (ofwel een primaire of secundaire).
gekozen voordat de volgende primaire service wordt gekozen).
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald ensemble
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM als het CD, de CD­wisselaar of een extern apparaat de huidige afspeelbron is.
1 Druk op FM/AM en houd om de DAB-tuner
als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op FM/AM om de
gewenste DAB-band te selecteren (DAB1, DAB2 of DAB3).
3 Druk op ¢ of 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot u
het ensemble van uw keuze bereikt.
Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen tot u de toets weer loslaat.
5 Druk op 5 (omhoog) of (omlaag) om een
service (ofwel primaire of secundaire) te kiezen die u wilt beluisteren.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM als het CD, de CD­wisselaar of een extern apparaat de huidige afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
DAB1 DAB2 DAB3
3
Stem af op het ensemble van uw keuze.
4
Selecteer de service van het ensemble.
Kiezen van de volgende service.
Kiezen van de voorgaande service.
66
Page 67
5
TUNERDAB
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u de geselecteerde service wilt opslaan en houd deze toets gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt.
Het displaypatroon verandert automatisch naar het niet-animatie display en het voorkeurnummer knippert (daarna wordt weer het voorgaande displaypatroon getoond).
6
Herhaal de bovenstaande procedure als u nog andere DAB-services achter voorkeuzetoetsen wilt opslaan.
Opmerkingen:
U kunt uitsluitend primaire DAB-services vastleggen. Indien u een secundaire service vastlegt, wordt hiervoor in de plaats zijn primaire service vastgelegd.
Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het geheugen wanneer u aan de desbetreffende voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
Afstemmen op een opgeslagen DAB-service
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
DAB1 DAB2 DAB3
3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 – 6) voor de DAB-service (primaire) die u wilt beluisteren.
Opmerking:
Indien de gekozen primaire service een of meerdere secundaire services heeft, zal door het herhaaldelijk drukken op dezelfde cijfertoets op de secundaire services worden afgestemd.
Een voorkeurservice met gebruik van de voorkeurservicelijst kiezen
Indien u bent vergeten welke services onder welke voorkeurnummers zijn vastgelegd, kunt u de voorkeurservicelijst even bekijken en dan de gewenste service daaruit kiezen.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM als het CD, de CD­wisselaar of een extern apparaat de huidige afspeelbron is.
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde DAB­service afstemmen. Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services in het geheugen vast te leggen. Zie op bladzijden 66 en 67 DAB-frequenties in het geheugen opslaan als u nog geen services hebt opgeslagen.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM als het CD, de CD­wisselaar of een extern apparaat de huidige afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
TUNERDAB
1
Kies de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
2
Kies de gewenste DAB-golfband (DAB1, DAB2 of DAB3).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
DAB1 DAB2 DAB3
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
67
Page 68
3
Houd 5 (omhoog) of (omlaag) ingedrukt totdat de voorkeurensemblelijst (primaire service) voor de gekozen golfband (DAB 1, DAB 2 of DAB 3) op het display wordt getoond.
Opmerking:
U kunt de voorkeurensemblelijst (primaire service) voor een andere DAB-golfband (DAB1, DAB2 of DAB3) tonen door een druk op
5 (omhoog) of (omlaag).
4
Kies het nummer (1 – 6) voor de gewenste service.
Wat kunt u nog meer met DAB doen?
Met de DAB-tuner aangesloten kunt u hetzelfde programma (service) tijdens het rijden opsporen wanneer hetzelfde DAB-ensemble niet wordt ontvangen.
Hetzelfde programma automatisch volgen (alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te blijven luisteren.
Terwijl u een DAB-service ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar u een service niet kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch afstemmen op een ander ensemble of een FM RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
Terwijl u een FM RDS-zender ontvangt:
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service hetzelfde programma uitzendt als een FM RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch op de DAB-service af.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld.
Zie ook de paragraaf Veranderan van de algemene instellingen (PSM) op bladzijde 47.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op cijfertoets 4 om “TUNER
Tunercategorie van de PSM-instellingente kiezen.
3 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
DAB AF (alternatieve frequentie) te selecteren.
4 Draai de bedieningsschijf de gewenste modus
te selecteren.
On: Het programma wordt gevolgd tussen het aanbod van DAB-services en FM RDS-zenders—alternatieve ontvangst. De indicator AF op de display licht op (zie bladzijde 16).
Off:
5 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
Alternatieve ontvangst is uitgeschakeld.
voltooien.
68
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (zie bladzijde 16 voor RDS-zenders). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
Page 69
Veranderen van display-informatie
Door een druk op D (DISP) kunt u andere informatie op het display tonen.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert het displaypatroon als volgt:
Groot animatiedisplay
1
Ensemblelabel (naam) display
Ensemble-label en
Kloktijd
KanaalnummerTekstindicator*
frequentie
Servicelabel (naam) display
3
*
2
4
Kloktijd-display
Service-label
PTY-code*
Dynamisch label segment (DLS) display*
*1TEXT indicator: toont dat de huidige ontvangen service DLS (Dynamic Label SegmentDAB-radio
tekstinformatie) levert.
*2Iedere service kan meerdere PTY-codes hebben. Indien een service meerdere PTY-codes heeft, worden deze
achtereenvolgend getoond.
*3Ensemblelabel (primaire service) indicator: Een andere indicator ( ) wordt getoond indien de secundaire
service is gekozen.
*4Dynamic Label Segment (DLS) wordt getoond. Zie Kiezen van de functie voor het rollen van discinformatie
en DAB-tekst—Scroll op bladzijde 50.
69
Page 70

EXTRA INFORMATIE

Geluidsfuncties (vooringestelde frequentieniveaus)
De volgende lijst toont de waarden van de vooringestelde frequentieniveaus voor iedere geluidsfunctie.
U kunt de vooringestelde geluidsfuncties tijdelijk veranderen. De door u gemaakte instellingen worden echter naar de fabrieksinstellingen teruggesteld wanneer u vervolgens een andere geluidsfunctie kiest.
Geluidsfunctie
Flat 00 00 00 00 00 00 00
Hard Rock +03 +03 +01 00 00 +02 +01
R & B +03 +02 +02 00 +01 +01 +03
Pop 00 +02 00 00 +01 +01 +02
Jazz +03 +02 +01 +01 +01 +03 +02
Dance Music +04 +02 00 –02 –01 +01 +01
Country +02 +01 00 00 00 +01 +02
Reggae +03 00 00 +01 +02 +02 +03
Classic +02 +03 +01 00 00 +02 00
User 1 00 00 00 00 00 00 00
User 2 00 00 00 00 00 00 00
User 3 00 00 00 00 00 00 00
60 Hz 150 Hz 400 Hz 1 kHz 2,4 kHz 6 kHz 12 kHz
Vooringestelde equalizer-waardes
Beschikbare tekens
Behalve de letters van het alfabet (A – Z, a – z) kunt u tevens de volgende tekens voor namen voor CD’s en een extern component invoeren. (Zie bladzijde 55).
Deze tekens kunnen tevens worden gebruikt voor het tonen van andere informatie, bijvoorbeeld disctitels/namen van zangers, RDS en DAB, op het display.
Cijfers en symbolen
70
Hoofdletters
spatie
Letters met accenten
Kleine letters
spatie
spatie
Page 71

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
Er komt geen geluid uit de speakers.
Het toestel werkt helemaal niet.
Algemeen
•“Panel Connect Error verschijnt op het display.
Automatisch instellen van zendersSSM (Strong-station Sequential Memory) functioneert niet.
FM/AM
U hoort ruis terwijl u naar de radio luister.
•Disc kan niet worden
afgespeeld.
CD-R/CD-RW kan niet worden afgespeeld.
Overslaan van fragmenten van de CD-R/CD-RW is niet mogelijk.
Disc kan niet worden uitgeworpen.
Disc kan niet worden herkend. (“No Disc”, Loading Error of Eject Error knippert).
CD-weergave
Geluid van de disc wordt soms onderbroken.
Oorzaken
Het volume is ingesteld op het minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De ingebouwde microprocessor functioneert mogelijk niet juist vanwege interferentie, enz.
Het bedieningspaneel is niet goed bevestigd.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
CD zit ondersteboven in het apparaat.
De CD-R/CD-RW is niet afgerond (“finalized”).
De disc is vergrendeld.
De CD-speler functioneert mogelijk onjuist.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
Oplossingen
Pas het geluid aan totdat het optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de verbindingen.
Druk op de terugsteltoets van de paneelhouder nadat u het bedieningspaneel heeft verwijderd. (De instelling voor de klok en de voorkeurzenders worden uit het geheugen gewist). (Zie bladzijde 2).
Verwijder het bedieningspaneel, veeg de aansluitpunten schoon en bevestig opnieuw. (Zie bladzijde 56).
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
Plaats de CD op de juiste manier in CD-lade.
Plaats een afgeronde CD-R/CD-RW.
Rond de CD-R/CD-RW met de voor opname gebruikte apparatuur af.
Ontgrendel de disc. (Zie bladzijde 27).
Houd CD/CD-CH, ingedrukt en druk tegelijkertijd langer dan 2 seconden op SEL (selecteren) om de disc uit te werpen.
Stop met afspelen op hobbelige wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabelsen aansluitingen.
•“No Disc verschijnt op het display.
Er is geen disc geplaatst.
De disc is verkeerd geplaatst.
Plaats een disc in de lade.
Plaats de disc juist.
71
Page 72
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
De CD kan niet worden afgespeeld.
•“Unplayable File verschijnt en de bestanden worden overgeslagen.
Er is ongewenst geluid hoorbaar.
De leestijd duurt lang (de vermelding (File Check knippert op de display).
De bestanden worden in
MP3s Afspelen
een andere volgorde afgespeeld dan ik wilde.
Er zijn geen MP3 bestanden op deze disc.
De MP3-bestanden hebben niet de mp3 extensie in de bestandsnaam.
De MP3-bestanden zijn niet opgenomen in een indeling die voldoet aan de ISO 9660 Niveau 1-, Niveau 2-, Romeo of Joliet-norm.
De bestanden zijn niet met een juist formaat gecodeerd.
Het bestand dat wordt afgespeeld is geen MP3­bestand (ook al heeft het bestand de extensie mp3).
De duur van de leestijd hangt af van de complexiteit van de hiërarchie van de mappen en bestanden.
De afspeelvolgorde wordt bepaald bij het maken van de opname.
Plaats een andere CD.
Voeg de extensie mp3 aan de bestandsnamen toe.
Plaats een andere CD. (Neem de MP3-bestanden op met een toepassing die aan deze normen voldoet).
Plaats een disc met bestanden die met een juist formaat zijn gecodeerd.
Sla het bestand over of plaats een andere CD. (Voeg nooit de extensie mp3 toe aan bestanden die geen MP3-bestanden zijn).
Maak de hiërarchie niet te ingewikkeld en gebruik niet teveel mappen. Plaats ook geen bestanden op de MP3-CD die geen MP3-bestanden zijn.
Plaats een disc met fragmenten die met een juist formaat zijn gecodeerd.
72
De verstreken speeltijd is onjuist.
•“No Files verschijnt op het display.
•“No Music verschijnt op het display.
Er worden verkeerde tekens weergegeven. (Weergave van tags, b.v. de naam van het album).
Dit kan gebeuren en is afhankelijk van het aantal bestanden dat op de CD staat.
Er zijn geen MP3 bestanden in de huidige map.
De huidige map heeft geen MP3 bestand.
Uitsluitend <jml> en <jma> bestanden zijn op de disc opgenomen.
Het toestel kan uitsluitend letters (hoofdletters: A-Z, kleine letters: a-z), cijfers en een beperkt aantal symbolen en bepaalde letters met accenten tonen (zie bladzijde
70).
Kies een andere map.
Kies een andere map die MP3 bestanden bevat.
Plaats een disc die MP3 bestanden heeft.
Page 73
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
Het downloaden duurt lang.
De animatie beweegt niet.
•“Movie” categorie—
instellingen van PSM hebben geen effect.
•“No Disc knippert op het display.
•“No Magazine knippert op het display.
•“Reset 08 knippert op het display.
•“Reset 01” – Reset 07 knippert op het display.
De CD-wisselaar werkt niet.
U probeert een animatie met veel beelden te downloaden.
De temperatuur in de auto is zeer laag—de (LOW TEMP.) indicator wordt getoond.
Er bevindt zich geen CD in de CD-ladden.
Discs zijn omgekeerd geplaatst.
Er is geen CD-houder in de CD-wisselaar geladen.
Het apparaat is niet op de juiste manier met de CD-wisselaar verbonden.
De ingebouwde microprocessor functioneert mogelijk niet juist vanwege interferentie, enz.
Dit is normaal (zie bladzijde
33).
Wacht totdat de temperatuur weer op peil istotdat de
(LOW TEMP.) indicator
is gedoofd.
Plaats discs in het magazijn.
Plaats de discs juist.
Plaats het magazijn.
Verbind het apparaat en de CD-wisselaar op de juiste manier met elkaar en druk op de resetknop van de CD­wisselaar.
Druk op de resetknop van de CD-wisselaar.
Druk op de terugsteltoets van de paneelhouder nadat u het bedieningspaneel heeft verwijderd. (De instelling voor de klok en de voorkeurzenders worden uit het geheugen gewist). (Zie bladzijde 2).
Grafische
aanduidingen
CD wisselaar
Haperingen:
De disc kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de disc worden hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend. Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
73
Page 74

ONDERHOUD

Omgaan met discs
Dit toestel is ontworpen voor weergave van CD’s, CD-Rs (Opneembaar), CD-RW’s (Herschrijfbaar) en CD Text.
Dit toestel is tevens geschikt voor MP3 discs.
De manier waarop u met discs moet omgaan
Wanneer u een disc uit het opbergdoosje haalt,
moet u het rondje in het midden van de doos naar beneden duwen en de disc uit het doosje halen terwijl u de disc aan de rand vasthoudt.
Houd de disc altijd aan de randen vast. Raak de opnamekant niet aan.
Wanneer u de disc wilt opbergen, leg deze dan voorzichtig om het rondje in het midden (met de bedrukte kant boven).
Berg de discs na gebruik altijd op in het doosje.
Discs schoonhouden
Het geluid wordt niet goed
weergegeven indien de disc vuil is. Als een disc vuil is, moet u deze reinigen met een zachte doek. Veeg in een rechte lijn van het midden naar de rand de disc schoon.
Nieuwe discs afspelen
Sommige nieuwe discs hebben oneffenheden langs de binnen- of buitenrand. Dergelijke discs worden mogelijk door het apparaat geweigerd. U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint enz.
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de discspeler:
Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de discspeler hierdoor niet meer juist werken. In dat geval moet u de disc uit de disclade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Rondje in het midden
Voor het afspelen van een CD-R of CD-RW
Alvorens een CD-R of CD-RW af te spelen, moet u de bij de disc geleverde aanwijzingen goed doorlezen.
Gebruik uitsluitend afgeronde CD-Rs of CD-RWs.
Bepaalde CD-Rs of CD-RWs kunnen vanwege de disckarakteristieken en de volgende redenen mogelijk niet worden afgespeeld:
Indien de disc vuil is of krassen heeft. Indien er condens op de lens in het toestel is
gevormd.
Indien de aftastlens in het toestel vuil is.
CD-RWs hebben mogelijk een langere
afleestijd omdat de reflectie van CD-RW’s lager dan van normale CDs is.
CD-Rs of CD-RWs worden mogelijk beschadigd door hoge temperaturen of een hoge vochtigheidsgraad. Laat ze derhalve niet in de auto liggen.
Gebruik niet de volgende CD-Rs of CD-RW’s:Discs met stickers, labels of beschermvellen
die op de disc zijn geplakt.
– Discs waarop labels direct met een ink jet
printer kunnen worden gedrukt. Het gebruik van dergelijke discs bij hoge temperaturen of een hoge vochtigheidsgraad kan een onjuiste werking veroorzaken of zelfs de discs beschadigen. Bijvoorbeeld: – Stickers of labels kunnen krimpen waardoor
de disc krom trekt. – Stickers of labels kunnen half los raken
waardoor de disc niet meer kan worden
uitgeworpen. – De afdruk op disc kan plakkering worden. Lees de aanwijzingen en waarschuwingen over labels en te bedrukken discs beslist goed.
LET OP!
Plaats geen 8-cm discs (single CDs) in de disclade. (Deze discs kunnen niet worden uitgeworpen).
Plaats geen discs met afwijkende vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de disclade; dergelijke discs veroorzaken problemen.
Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het zeer warm of vochtig is. Laat ze derhalve niet in de auto liggen.
Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om discs te reinigen.
74
Kromgetrokken disc
Sticker
Resterend plakmiddel
Disc
Opplakbaar label
Page 75

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 50 W per kanaal Achterin: 50 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin: 19 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 Ω) Bereik equalizer:
Frequenties: 60 Hz, 150 Hz, 400 Hz,
1 kHz, 2,4 kHz, 6 kHz, 12 kHz
Niveau: ±10 dB Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Uitgangsvermogen/Impedantie:
2,0 V/20 k belasting (maximaal vermogen) Uitgangsimpedantie: 1 k
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz AM: (MG) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LG) 144 kHz tot 279 kHz
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω) Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz): 65 dB Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
CD-SPELER
Type: CD-speler Signaaldetectiesysteem: Pickup-lens
(halfgeleider-laser) Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo) Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz Dynamisch vermogen: 96 dB Signaal/ruisverhouding: 98 dB Zweving: Minder dan de
meetbare limiet MP3-Decodierformat:
MPEG1/2 Audio Layer 3 Max. Bit-rate: 320 Kbps
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
(speling11 V tot 16 V) Aardingssysteem: Negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van installatie) (bij benadering):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel (bij benadering):
188 mm × 58 mm × 12 mm
Gewicht (bij benadering):
1,4 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
75
Page 76
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
© 2003 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
0303KKSMDTJEIN
JVC
Page 77
KD-LH3101/KD-LH1101
Installation/Connection Manual Einbau/Anschlußanleitung Manuel d’installation/raccordement Handleiding voor installatie/aansluiting
GET0151-004A
[E/EX]
0303KKSMDTJEIN
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
• This unit is designed to operate on 12 V DC, NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION (IN-DASH MOUNTING)
• The following illustration sho ws a typical installation. However, you should make adjustments corresponding to your specific car. If you have any questions or require information regarding installation kits, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer or a company supplying kits.
1
Before mounting: Press (control panel release button) to detach the control panel if already attached.
* When shipped from the factory, the control
panel is packed in the hard case.
2
Remove the trim plate.
3
Remove the sleeve after disengaging the sleeve locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful not to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit and
the sleeve, as illustrated, to disengage the sleeve locks .
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for future use after installing the unit.
4
Install the sleeve into the dashboard. * After the sleeve is correctly installed into the
dashboard, bend the appropriate tabs to hold the sleeve firmly in place, as illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s body and place the rubber cushion over the end of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is locked.
8
Attach the trim plate.
9
Attach the control panel.
DEUTSCH
• Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung ausgelegt.
EINBAU (IM ARMATURENBRETT)
• Die folgende Abbildung zeigt einen typischen Einbau. Dennoch müssen Sie entsprechend Ihrem jeweiligen Auto Anpassungen vornehmen. Bei irgendwelchen Fragen oder wenn Sie Informationen hinsichtlich des Einbausatzes brauchen, wenden Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler oder ein Unternehmen das diese Einbausätze vertreibt.
1
Vor dem Einbau: Drücken Sie (Freigabe der Schalttafel), um die Arretierung der Schalttafel zu lösen, sofern diese bereits angebracht ist.
* Bei der Auslieferung ab Werk ist die Schalttafel
im Etui verpackt.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die Halterung nach dem Entriegeln der Halterungensperren abnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts darauf achten, daß die Sicherung auf der Rückseite nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und die Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung entfernen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für künftigen Gebrauch nach dem Einbau des Geräts aufbewahrt werden.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen. * Nach dem korrekten Einbau der Halterung im
Armaturenbrett, die entsprechenden Riegel umknicken, um die Halterung an ihrem Platz zu sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite des Gerätekörpers befestigen und das Ende der Schraube mit einem Gummipuffer abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen Anschlüsse vor.
7
Das Gerät in die Halterung schieben, bis es einrastet.
8
Befestigen Sie den Frontrahmen.
9
Die Schalttafel anbringen.
FRANÇAIS
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources de courant continu de 12 V à masse NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE DANS LE TABLEAU DE BORD)
L’illustration suivante est un exemple dinstallation typique. Cependant, vous devez faire les ajustements correspondant à votre voiture particulière. Si vous avez des questions ou avez besoin dinformation sur des kits dinstallation, consulter votre revendeur dautoradios JVC ou une compagnie d’approvisionnement.
1
Avant le montage:
du panneau de commande) pour éventeullement détacher le panneau de commande.
* Lorsque ce panneau de commande sort d’usine,
il est rangé dans un étui de transport.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Libérer les verrous du manchon et retirer le manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
verticale, faire attention de ne pas endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre lappareil et le manchon comme indiqué pour désengagé les verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
pour une utilisation ultérieur, après l’installation de l’appareil.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord. * Après installation correcte du manchon dans le
tableau de bord, plier les bonnes pattes pour maintenir fermement le manchon en place, comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du corps de lappareil puis passer lamortisseur en caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser lappareil dans le manchon jusqu’à ce quil soit verrouillé.
8
Attachez la plaque d’assemblage.
9
Remonter le panneau de commande.
Appuyer sur (déblocage
Lorsque vous mettez l’appareil à la
S’assurer de garder les poignées
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie, normaal gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij de installatie rekening houden met de bijzonderheden van uw eigen auto. Neem bij vragen of voor meer bijzonderheden over inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio dealer of een dealer of een bedrijf dat inbouwpakketten levert.
1
Voordat u aan de montage van het apparaat begint: Druk op
vrijgeven) als u het bedieningspaneel wilt loskoppelen indien dit aan de eenheid is vastgekoppeld.
* Standaard wordt het bedieningspaneel bij het
verlaten van de fabriek los verpackt meegeleverd.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Verwijder het huis nadat u de klemmen hebt losgemaakt.
1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: Wanneer u het apparaat rechtop zet, moet u erop letten dat u de zekering aan de achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de toekomst kunt gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard. * Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard
is geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld, stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het apparaat vast en plaats de rubberdop over het uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld is.
8
Bevestig een sierplaat.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
(het bedieningspaneel
Control panel
1
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
3
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
Vergrendelingsplaat
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Trim plate
2
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
9
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
8
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
7
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
4
4
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
1
8
4
m
m
5
3
m
m
5
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
*
6
See ELECTRICAL CONNECTIONS.
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous RACCORDEMENTS ELECTRIQUES .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
TROUBLESHOOTING
The fuse blows.
* Are the red and black leads connected correctly?
Power cannot be turned on.
* Is the yellow lead connected?
No sound from the speakers.
* Is the speaker output lead short-circuited?
Sound is distorted.
* Is the speaker output lead grounded? * Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
Unit becomes hot.
* Is the speaker output lead grounded? * Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
*
Ist die Lautsprecherausgangsleitung kurzgeschlossen?
• Ton verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet? * Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet? * Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und
rechten Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
* Les fils rouge et noir sont-ils racordés
correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
* Le fil de sortie denceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
* Le fil de sortie denceinte est-il à la masse? * Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont-
elles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
* Le fil de sortie denceinte est-il à la masse? * Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont-
elles mises ensemble à la masse?
1

PROBLEMEN OPLOSSEN

De zekering slaat door. * Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
De stroom kan niet worden ingeschakeld. * Is de gele draad aangesloten?
Er komt geen geluid uit de speakers. * Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de “–” polen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de “–” polen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Page 78
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Less than 30˚
Weniger als 30˚
Moins de 30˚
Kleiner dan 30˚
Fire wall
Feuerwand
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Install the unit at an angle of less than 30˚.
Stellen Sie das Gerät mit einem Winkel von weniger als 30˚ auf.
Installez l’appareil avec un angle de moins de 30˚.
Installeer het toestel met een hoek kleiner dan 30˚.
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Pocket
Taschen
Poche
Zak
Note : When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are Hinweis : Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden. Remarque : Opmerking : Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruiken. Als u langere
used, they could damage the unit.
Werden längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de 6 mm. Si des vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
* Not included with this unit. * Nicht Teil dieses Geräts. *
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear section.
1
Remove the control panel.
2
Remove the trim plate.
3
Insert the 2 handles into the slots, as shown. Then, while gently pulling the handles away from each other, slide out the unit. (Be sure to keep
the handles after installing it.)
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Parts list for installation and connection
The following parts are provided with this unit. After checking them, please set them correctly.
Hard case/Control panel
Etui/Schalttafel
Etui de transport/Panneau de commande
Behuizing/Bedieningspaneel
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil freigeben.
1
Den Schalttafel abnehmen.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken. Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach
dem Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Teileliste für den Einbau und Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem Gerät geliefert. Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Retrait de l’appareil
Avant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer le panneau de commande.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Introduire les 2 poignées dans les fentes, comme montré. Puis, tout en tirant doucement les poignées écartées, faire glisser l’appareil pour le sortir.
(S’assurer de conserver les poignées
après l’installation de l’appareil.)
Liste des pièces pour l’installation et raccordement
Les pièces suivantes sont fournies avec cet appareil. Après vérification, veuillez les placer correctement.
Pow er cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
Verwijderen van het apparaat
Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat naar buiten schuiven. (Bewaar de
hendels nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd!)
321
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Lijst van onderdelen die u bij installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd. Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Only for KD-LH3101 / Nur für KD-LH3101 / Seulement pour le KD-LH3101 / Uitsluitend voor de KD-LH3101
CD-ROM (Image Converter)
CD-ROM (Image Converter)
CD-ROM (Image Converter)
CD-ROM (Image Converter)
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you disconnect the battery’s negative terminal and make all electrical connections before installing the unit. If you are not sure how to install this unit correctly, have it installed by a qualified technician.
Note: This unit is designed to operate on 12 V DC, NEGATIVE ground electrical systems. If your vehicle
does not have this system, a voltage inverter is required, which can be purchased at JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating. If the fuse blows frequently, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem... This unit incorporates a noise filter in the power circuit. However, with some vehicles, clicking or other unwanted noise may occur. If this happens, connect the unit’s rear ground terminal (see connection diagram) to the car’s chassis using shorter and thicker cords, such as copper braiding or gauge wire. If noise still persists, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be more than 50 W at the rear and 50 W at the front, with an impedance of 4 to 8 Ω.
Be sure to ground this unit to the car’s chassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be careful not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Abstrahlblech
Dissipateur de chaleur
Warmte-opnemer
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir, daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis: Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese
Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung häufig durch, wenden Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem... Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis. Bei manchen Fahrzeugen kann jedoch ein Klicken oder andere unerwünschte Störgeräusche auftreten. Sollte das der Fall sein, die hintere Erdungscanschlußklemme (siehe Schaltplan) des Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs anschließen, dabei kürzere und dickere Kabel wie beispielsweise Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht verwenden. Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
• Die maximale Eingangsleistung der Lautsprecher sollte mehr als 50 W hinten und 50 W vorn bei einer Impedanz von 4 bis 8 betragen.
Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das Abstrahlblech nicht zu berühren.
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
Battery
Batterie
Pile
Batterij
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous recommandons de débrancher la borne négative de la batterie et d’effectuer tous les raccordements électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est pas sûr de pouvoir installer correctement cet appareil, le faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources de courant continu de
NEGATIVE
d’alimentation, il vous faut un convertisseur de tension, que vous pouvez acheter chez un revendeur d’autoradios JVC.
Remplacer le fusible par un de la valeur précisée. Si le fusible saute souvent, consulter votre revendeur d’autoradios JVC.
Si le bruit est un problème... Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le circuit d’alimentation. Cependant, avec certains véhicules, quelques claquements ou autres bruits non désirés risquent de se produire. Si cela arrive, raccorder la au châssis de la voiture (voir le diagramme de raccordement) en utiliscant des cordons les plus gros et les plus courts possibles telle qu’une barre de cuivre ou une tresse. Si le bruit persiste, consulter votre rev endeur d’autoradios JVC.
La puisscance admissible des enceintes devrait supérieure à 50 W à l’arrière et à 50 W l’avant, avec une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de cet appareil au châssis de la voiture.
Le dissipateur de chaleur devient très chaud après usage. Faire attention de ne pas le toucher en retirant cet appareil.
2
. Si votre véhicule n’offre pas ce type
borne arrière de masse
4 à 8
12 V à masse
de l’appareil
.
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
Remote controller
Fernbedienung
CR2025
Télécommande
Afstandsbediening

ELEKTRISCHE VERBINDINGEN

Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de minpool van de accu los te maken en alle elektrische verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit apparaat moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding. Als uw auto niet is uitgerust met een dergelijk systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat, moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt… De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt, moet u de massaklem aan de achterkant (zie aansluitingsschema) aan het chassis van de auto vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel, zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet achterin meer dan 50 W zijn en voorin 50 W, met een impedantie van 4 tot 8 Ω.
Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van een
aardkabel is verbonden met het chassis van de auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden. Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat van zijn plaats haalt.
Page 79
DEUTSCH
FRANÇAIS
Typical Connections / Typische Anschlüsse / Raccordements typiques / Normale verbindingen
Before connecting: Check the wiring in the vehicle carefully. Incorrect connection may cause serious damage to this unit. The leads of the power cord and those of the connector from the car body may be different in color.
1
Connect the colored leads of the power cord to the car battery, speakers and power aerial (if any) in the following sequence.
1 Black: ground 2 Yellow: to car battery (constant 12 V) 3 Red: to an accessory terminal 4 Blue with white stripe: to remote lead of other
equipment or power aerial if any (200 mA max.)
5 Orange with white stripe: to car light control
switch
6 Brown: to cellular phone system (For details,
refer to the instructions of the cellular phone.)
7 Others: to speakers
2
Connect the aerial cord.
3
Finally connect the wiring harness to the unit.
Note: If your vehicle does not have any accessory terminal, move the fuse from the fuse position 1 (initial position) to fuse position 2, and connect the red lead (A7) to the positive (+) battery terminal.
• The yellow lead (A4) is not used in this case.
JVC CD changer/DAB tuner or another external component
CD-Wechsler von JVC/DAB­Tuner oder eine andere
To steering wheel remote controller (see diagram )
An Lenkradfernbedienung (siehe Schaltplan )
Pour la télécommande de volant
externe Komponente
Changeur CD JVC/Tuner DAB ou autre appareil extérieur
JVC CD-wisselaar/DAB-tuner of een ander extern apparaat
(voir le diagramme )
Naar stuurwiel-afstandsbediening (zie schema )
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen. Die Leiter des Stromkabels und die Leiter des Anschlusses im Fahrzeug können sich farblich unterscheiden.
1
Die farbigen Leitungen des Spannunsgversorgungskabels an der Autobatterie, ontstekingsschakelaarden Lautsprechern und dem Motorantenne (sofern vorhanden) in folgender Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung 2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V) 3 Rot: zur einer Zubehöranschlußklemme 4 Blau mit weißem Streifen: zum Zusatzkabel des
anderen Geräts oder der Motorantenne, sofern vorhanden (max. 200 mA)
5 Orange mit weißem Streifen: zum Autolichtschalter 6 Braun: an Mobiltelefon (Weitere informationen
entnehmen Sie bitte der Bedienungscanleitung des Mobiltelefons.)
7 Andere: zur Lautsprecher
2
Das Antennenkabel anschließen.
3
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
Hinweis: Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über eine Zubehöranschlußklemme, die Sicherung von der 1. Sicherungsposition (Erstposition) in die 2. Sicherungsposition versetzen, die rote Leitung (A7) an der (+) Batterieanschlußklemme anschließen.
Die gelbe Leitung (A4) wird in diesem Fall nicht verwendet.
We recommend you to connect the JVC MP3-compatible CD changer. You can also connect other CH-X series CD changers (except CH-X99 and CH-X100).
You cannot use the KD-MK series CD changers with this unit.
You can also use an external component such as a portable MD player by connecting the Line Input Adapter KS-U57 (not supplied). (See diagram .)
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil. Le fil du cordon dalimentation et ceux des connecteurs du châssis de la voiture peuvent être différents en couleur.
1
Connectez les fils de couleur du cordon dalimentation à la batterie de la voiture, aux enceintes et à lantenne automatique (sil y en a une) dans lordre suivant.
1
Noir: à la masse
2
Jaune: à la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à une borne accessoire
4
Bleu avec bande blanche: au fil de télécommande de lautre appareil ou à l’antenne automatique s’il y en a une (200 mA max.)
5
Orange avec bande blanche: à l’interrupteur d’éclairage de la voiture
6
Marron: à un système de téléphone cellulaire (Pour les détails, se référer aux instructions du téléphone cellulaire.)
7
Autres: aux enceintes
2
Connectez le cordon d’antenne.
3
Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
Remarque:
Si votre véhicule ne possède pas de borne accessoire, déplacez le fusible de la position de fusible 1 (position originale) à la position de fusible 2 et connectez le fil rouge (A7) à la borne positive (+) de la batterie.
Le fil jaune (A4) nest pas utilisé dans ce cas.
Wir empfehlen Ihnen, den MP3­kompatiblen CD-Wechsler von JVC anzuschließen. Sie können auch andere CD-Wechsler der Serie CH-X anschließen (außer CH-X99 und CH-X100).
• CD-Wechsler der Serie KD-MK können mit diesem Gerät nicht verwendet werden.
Sie können auch eine externe Komponente, z.B. einen tragbaren MD-Spieler, verwenden, wenn Sie den (nicht zum Lieferumfang gehörenden) Line-Eingangsadapter KS-U57 anschließen (siehe Schaltplan ).
NEDERLANDSENGLISH
Vérifiez
Nous vous recommandons de connecter le changeur de CD compatible MP3 JVC. Vous pouvez aussi connecter d’autres changeurs de CD de la série CH-X (sauf le CH-X99 et le CH-X100).
Vous ne pouvez pas utiliser les changeurs de CD de la série KD-MK avec cet appareil.
Vous pouvez aussi utiliser un appareil extérieur tel quun lecteur de MD en connectant l’adaptateur dentrée de ligne KS-U57 (non fourni). (Voir le diagramme ).
Alvorens te verbinden: Controleer de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat kan door verkeerde verbinding ernstige schade oplopen. De draden van het stroomsnoer verschillen mogelijk van kleur met de aansluitingen op het chassis van de auto.
1
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde 2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V) 3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire 4 Blauw met witte streep: naar
afstandsbedieningsdraad van andere apparatuur of antenne met circuit indien aanwezig (200 mA max.)
5 Oranje met witte streep: naar de schakelaar voor de
autoverlichting
6 Bruin: naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees voor
meer informatie de instructies die bij de mobiele telefoon worden geleverd.)
7 Andere: naar de speakers
2
Sluit de antenne aan.
3
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Opmerking: Als uw voertuig niet beschikt over een aansluitklem, moet u de zekering verplaatsen van stand 1 (beginstand) naar stand 2 en moet u de rode draad (A7) met de pluspool (+) van de accu verbinden.
• In dit geval wordt de gele draad (A4) niet gebruikt.
Sluit bij voorkeur de JVC, MP3 compatibele CD-wisselaar aan. U kunt tevens bepaalde andere CD-wisselaars uit de CH-X serie aansluiten (uitgezonderd de CH-X99 en CH-X100).
• U kunt CD-wisselaars uit de KD-MK serie niet met dit toestel gebruiken.
Het is ook mogelijk een extern apparaat zoals een draagbare MD­speler aan te sluiten met behulp van de Line Input Adapter KS-U57 (niet meegeleverd). (Zie schema .)
SUBWOOFER only for KD-LH3101 (see diagram )
SUBWOOFER—nur für KD-LH3101 (siehe Schaltplan )
Sortie de caisson de grave—seulement pour le KD-LH3101 (voir le diagramme )
SUBWOOFER— uitsluitend voor de
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
KD-LH3101 (zie schema )
Rear ground terminal
Hintere Erdungscanschlußklemme
Borne arrière de masse
Massaklem aan de achterkant
Line out (see diagram )
2
To aerial
Zur Antenne
A l’antenne
Naar de antenne
3
Schutz kappen Signalausgang (siehe Schaltplan )
Sortie de ligne (voir le diagramme )
Uitgang (zie schema )
*1 : Before checking the operation of this unit prior to
installation, this lead must be connected, otherwise power cannot be turned on.
*1 : Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts
vor dem Einbau, muß diese Leitung angeschlossen werden, da sonst die Stromversorgung nicht eingeschaltet werden kann.
*1 : Pour vérifier le fonctionnement de cet appareil avant
installation, ce fil doit être raccordé, sinon lappareil ne peut pas être mis sous tension.
*1 : Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te
installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
7
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4
A6
15
A8
15 A fuse / 15 A Sicherung /
Fusible 15 A /
Black
Schwarz
Noir
Zwart
1
Yellow*
1
Gelb*
1
Jaune*
1
Geel *
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Orange with white stripe
Orange mit weißem Streifen
Orange avec bande blanche
Oranje met witte streep
Brown / Braun /
Zekering 15 A
A8
1
A4
2
Marron
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4
A6
Fuse position 1 / 1. Sicherungsposition /
A8
Position de fusible 1 /
Zekering, stand 1
Not included with this unit.
Wird nicht mit Gerät mitgeliefert.
1
To metallic body or chassis of the car
*
Non fourni avec cet appareil.
Niet bij het apparaat inbegrepen.
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
Vers corps métallique ou châssis de la voiture
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery (bypassing the ignition switch)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
A une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie de la voiture (en dérivant linterrupteur d’allumage)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
To an accessory terminal in the fuse block
A7
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
Vers borne accessoire du porte-fusible
3
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
To remote lead of other equipment or power aerial if any
A5
Zum Zusatzkabel des anderen Geräts oder der Motorantenne, sofern vorhanden
Au fil de télécommande de lautre appareil ou à l’antenne automatique sil y en a une
4
Naar afstandsbedieningsdraad van andere apparatuur of antenne met circuit indien aanwezig
To car light control switch
(ILLUMINATION)
A6
Zum Autolichtschalter
A linterrupteur d’éclairage de la voiture
Naar de schakelaar voor de autoverlichting
5
/ Bruin
Fuse position 2 / 2. Sicherungsposition /
Position de fusible 2
/ Zekering, stand 2
Ignition switch
Zündschalter
*
*
Interrupteur dallumage
Contactschakelaar
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
To cellular phone system
A2
Zur Moblitelephon
A un système de téléphone cellulaire
6
Naar het mobiele-telefoonsysteem
White with black stripe
Weiß mit schwarzem Streifen
Blanc avec bande noire
White
B5B6
Weiß
Blanc
Wit
Wit met zwarte streep
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
PRECAUTIONS on power supply and speaker connections:
DO NOT connect the speaker leads of the power cord to the car battery; otherwise, the unit will be seriously damaged.
Connect the black lead (ground), yellow lead (to car battery, constant 12 V), and red lead (to an accessory terminal) correctly.
BEFORE connecting the speaker leads of the power cord to the speakers, check the speaker wiring in your car.
– If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 1 and Fig. 2 below, DO NOT
connect the unit using that original speaker wiring. If you do, the unit will be seriously damaged. Redo the speaker wiring so that you can connect the unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
– If the speaker wiring in your car is as
illustrated in Fig. 3, you can connect the unit
using the original speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your
car, consult your car dealer.
+
+
L
-
+
R
-
Fig. 1
+
-
+
-
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 2
+
L
-
+
R
-
Fig. 3
+
-
+
-
Gray with black stripe
Grau mit schwarzem Streifen
Gris avec bande noire
B4
Gray
B3 B8 B7 B2 B1
Grau
Gris
Grijs
Grijs met zwarte streep
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
VORSICHTSMASSREGELN beim Anschließen der Stromversorgung und Lautsprecher:
Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels
NICHT an der Autobatterie anschließen, da sonst das Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung (zur Autobatterie, konstant 12 V) und die rote Leitung (zur Zubehöranschlußklemme) richtig anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen des Spannunsgversorgungskabels an die Lautsprecher, die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto überprüfen. – Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
„Fig. 1“ und „Fig. 2“ abgebildet, das Gerät NICHT mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät schwer beschädigt wird. Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß Sie das Gerät an den Lautsprechern wie in „Fig. 3“ abgebildet anschließen können.
Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
wie in „Fig. 3“ abgebildet, können Sie das Gerät mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung
in Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an Ihren Autohändler.
Green with black stripe
Grün mit schwarzem Streifen
Vert avec bande noire
Groen met zwarte streep
PRECAUTIONS sur l’alimentation et la connexion des enceintes:
NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du cordon d’alimentation à la batterie; sinon, l’appareil serait sérieusement endommagé.
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le fil rouge (à la prise accessoire).
AVANT de connecter les fils denceintes du cordon dalimentation aux enceintes, vérifiez le câblage des enceintes de votre voiture.
Si le câblage des enceintes de votre voiture est comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2 ci-dessous,
utiliscant ce câblage original des enceintes. Si vous le faites, lappareil sera sérieusement endommagé. Recommencez le câblage des enceintes de façon que vous puissiez connecter lappareil aux enceintes comme montré sur la Fig. 3.
Si le câblage des enceintes de votre voiture est comme montré sur la Fig. 3,
connecter lappareil en utiliscant ce câblage original denceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage denceintes de
votre voiture, consulter le concessionnaire de votre voiture.
3
Green
Grün
Vert
Groen
Purple with black stripe
Lila mit schwarzem Streifen
Violet avec bande noire
Paars met zwarte streep
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
NE CONNECTEZ PAS lappareil en
vous pouvez
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher (hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
VOORZORGSMAATREGELEN bij het verbinden van de stroomkabeldraad met de speakers:
Verbind de speakerdraden van de stroomkabel NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de aansluitklem van de accessoire) op de juiste wijze aan.
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met de speakers verbindt, moet u de bedrading van de speakers in uw auto controleren. – Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag het apparaat NIET worden aangesloten
met behulp van deze oorspronkelijke speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen. Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat afgebeeld in Fig. 3.
Als de bedrading van de speakers eruitziet
zoals staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat aansluiten met behulp van de oorspronkelijke speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw
auto, moet u contact opnemen met uw autodealer.
Page 80
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen wanneer u ze wilt aansluiten.
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest anzuschließen.
Souder les âmes des fils pour les raccorder entre eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
To prevent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT VERWENDETEN Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln.
Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils qui ne sont PAS UTILISÉS avec de la bande isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE gekleurde draden met isolatieband bedekken.
Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils / Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
You can connect an amplifier and other equipment to upgrade your car stereo system.
• Connect the remote lead (blue with white stripe) to the remote lead of the other equipment so that it can be controlled through this unit.
• For amplifier only: – Connect this unit’s line-out terminals to the
amplifier’s line-in terminals.
Disconnect the speakers from this unit,
connect them to the amplifier. Leave the speaker leads of this unit unused. (Cover the terminals of these unused leads with insulating tape, as illustrated above.)
Sie können einen Verstärker oder ein anderes Gerät anschließen, um Ihre Autostereoanlage zu erweitern.
• Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel des anderen Geräts an, so daß es über dieses Gerät gesteuert werden kann.
• Nur für den Verstärker: – Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses Gerät
an den Anschlußklemmen des Eingangs des Verstärkers anschließen.
Die Lautsprecher von diesem Gerät abtrennen
und am Verstärker anschließen. Die Lautsprecherleitungen dieses Geräts unbenutzt lassen. (Die Anschlußklemmen dieser nicht verwendeten Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln, siehe Abbidung oben.)
Vous pouvez connecter un amplificateur ou autre appareil pour améliorer votre système autoradio.
Connectez le fil de commande à distance (bleu avec bande blanche) au fil de commande à distance de lautre appareil de façon quil puisse
être commandé via cet appareil.
Pour lamplificateur seulement:Raccorder les bornes de sortie ligne de cet appareil
aux bornes dentrée ligne de lamplificateur.
Déconnectez les enceintes de cet appareil et connectez-les à l’amplificateur. Laissez les fils d’enceintes de cet appareil inutilisés. (Recouvrir les extrémités de ces fils inutilisés avec de la bande isolante comme montré ci­dessus.)
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden met een versterker of andere apparatuur.
• Verbind de afstandsbedieningsdraad (blauw met witte streep) met de afstandsbedieningsdraad van andere apparatuur zodat deze op afstand via dit apparaat kan worden bediend.
• Alleen voor een versterker: – Verbind de uitgang van het apparaat met de ingang
van de versterker.
Koppel de speakers van dit apparaat los en
verbind ze aan de versterker. Gebruik de speakerdraden van dit apparaat niet. (Plak de aansluitklemmen van deze speakerdraden met isolatieband af zoals hierboven is afgebeeld.)
Amplifier / Verstärker / Amplificateur / Versterker
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
INPUT
L
R
L
R
JVC Amplificateur
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
LINE
LRL
R
L
R
REAR
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Versterker
OUT
L
R
FRONT
2
*
KD-LH3101/
KD-LH1101
Remote lead
Fernbedienungsleitung
Fil d’alimentation à distance
Afstandsbedieningsdraad
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
To power aerial if any
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
Vers lantenne automatique, sil y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
INPUT
L
R
L
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC Versterker
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes avant
Voorspeakers
You can connect another power amplifier for front speakers.
Sie können einen anderen Leistungsverstärker für die vorderen Lautsprecher anschließen.
Vous pouvez connecter un autre amplificateur de puissance pour les enceintes avant.
U kunt nog een eindversterker voor de voorspeakers aansluiten.
*2 : Firmly attach the ground wire to the metallic
body or to the chassis of the carto the place not coated with paint (if coated with paint, remove the paint before attaching the wire). Failure to do so may cause damage to the unit.
*2 : Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der
Karosserie oder dem Rahmen des Fahrzeugs. Die Kntaktstelle darf nicht lackiert sein (sollte die Kontaktstelle lackiert sein, entfernen Sie den Lack der Kontaktstelle, bevor Sie den Leiter befestigen). Wenn der Erdungsleiter nicht ordnungsgemäß angeschlossen wird, kann dieses Gerät beschädigt werden.
*2 : Attachez solidement le fil de mise à la masse
au châssis métallique de la voiture—à un endroit qui nest pas recouvert de peinture (sil est recouvert de peinture, enlevez
2
*
dabord la peinture avant dattacher le fil). L’appareil peut être endommagé si cela n’est pas fait correctement.
*2 : Bevestig de aardedraad goed met een metalen
onderdeel of het chassis van de auto—bevestig op een niet-gelakt gedeelte (indien gelakt, schuur dan af alvorens de draad te bevestigen). Het toestel kan worden beschadigd indien de aardedraad niet goed is aangesloten.
CD changer and DAB tuner / CD-Wechsler und DAB-Tuner / Changeur CD et tuner DAB / CD-wisselaar en DAB-tuner
You can connect a JVC CD changer and/or a JVC DAB (Digital Audio Broadcasting) tuner.
For their connections, refer to the instructions supplied with them.
Connecting cord supplied with your DAB tuner
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB­Tuners gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB
Verbindingskabel die met de DAB-tuner wordt meegeleverd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
KD-LH3101/
JVC DAB-tuner
KD-LH1101
You can connect both components in series as illustrated above.
• Es ist möglich, beide Komponenten in einer Serienschaltung entsprechend der obigen Darstellung anzuschließen.
Vous pouvez connecter les deux appareils en série comme montré ci-dessus.
• Beide apparaten zijn volgens bovenstaande illustratie in serie aan te sluiten.
Sie können einen CD-Wechsler und/oder einen DAB-Tuner (Tuner für digitalen Rundfunk) von JVC anschließen.
• Weitere Informationen über den Anschluß können Sie der Bedienungscanleitung entnehmen, die dem jeweiligen Gerät beiliegt.
Connecting cord supplied with your CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des CD-Wechsler gehört
Cordon de connexion fourni avec votre changeur CD
Verbindingskabel die met de CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
Vous pouvez connecter un changeur CD JVC et/ou un tuner DAB (Digital Audio Broadcasting) JVC.
Pour leurs connexions, référez-vous aux modes demploi qui les accompagnent.
Het is mogelijk een JVC CD-wisselaar en/of JVC DAB-tuner (Digital Audio Broadcasting) aan te sluiten.
• Zie de instructies van deze apparaten voor meer informatie over het tot stand brengen van deze aansluiting.
Connecting cord supplied with your DAB tuner or CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners oder CD-Wechslers gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB ou changeur CD
Verbindingskabel die met de DAB-tuner of CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
JVC DAB-tuner
or
oder
ou
of
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
KD-LH3101/
KD-LH1101
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
Before connecting the CD changer and/or the DAB tuner, make sure that the unit is turned off.
• Bevor Sie den CD-Wechsler und/oder den DAB-Tuner anschließen, vergewissern Sie sich, daß das Gerät ausgeschaltet ist.
Avant de connecter le changeur CD et/ou le tuner DAB, s’assurer que l’unité est éteinte.
• Zorg ervoor dat de apparaat is uitgeschakeld alvorens u de en/of DAB-tuner CD-wisselaar aansluit.
Subwoofer / Subwoofer / Caisson de grave / Subwoofer
Only for KD-LH3101 / Nur für KD-LH3101 / Sortie de caisson de grave KD-LH3101 / Uitsluitend voor de KD-LH3101
You can connect an subwoofer through an amplifier to reinforce the bass.
For their connections, refer to the instructions supplied with your subwoofer.
Sie können einen Subwoofer über einen Verstärker anschließen, um den Bass zu verstärken.
• Sehen Sie die mit Ihrem Subwoofer mitgelieferten Anweisungen bzgl. der Anschlüsse.
KD-LH3101
L
RLR
SUBWOOFER OUT
SUBWOOFER OUT
Caisson de grave (Sortie de caisson de grave)
SUBWOOFER OUT
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
Vous pouvez connecter un caisson de grave par un amplificateur pour renforcer les graves.
Pour la connexion, référez-vous aux instructions fournies avec le caisson de grave.
L
R
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC Versterker
Subwoofer
Subwoofer
Caisson de grave
Subwoofer
U kunt een subwoofer via een versterker aansluiten om de weergave van de lage tonen te versterken.
• Zie de bij de subwoofer geleverde aanwijzingen voor het verbinden.
External Component / Externe Komponente / Appareil extérieur / Extern apparaat
External component
Line Input Adapter KS-U57 (not supplied with this unit)
Line-Eingangsadapter KS-U57 (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Adaptateur dentrée de ligne KS-U57 (non fourni avec cet appareil)
Line Input Adapter KS-U57 (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
KD-LH3101/
KD-LH1101
CD changer jack
Buchse für CD-Wechsler
Prise du changeur CD
Aansluiting voor CD-wisselaar
L
L
R
R
L
R
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (wordt niet bij dit apparaat geleverd)
L
Externe Komponente
R
Appareil extérieur
Extern apparaat
Connecting to the steering wheel remote controller / Anschluß an die Lenkradfernbedienung / Connexion de la télécommande de volant / Verbinden met de stuurwiel-afstandsbediening
If your car is equipped with the steering wheel remote controller, you can operate this receiver using the controller. To do it, a JVC’s OE remote adapter (not supplied) which matches with your car is required. Consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer for details.
Wenn Ihr Fahrzeug mit einer Lenkradferndienung ausgestattet ist, können Sie damit diesen Receiver steuern. Hierfür ist ein für Ihr Fahrzeug passender Radio-Lenkrad-Fernbedienungsadaption von JVC (nicht im Lieferumfang enthalten) erforderlich. Für weitere Einzelheiten wenden Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
Si votre voiture est munie dune télécommande de volant, vous pouvez commander cet autoradio en utilisant la télécommande. Pour le faire, un adaptateur pour télécommande au volant (non fourni) correspondant à votre voiture est nécessaire. Consultez votre revendeur dautoradio JVC pour les détails.
Indien uw auto een stuurwiel-afstandsbediening (niet bijgeleverd) heeft, kunt u deze receiver met die afstandsbediening bedienen. Hiervoor heeft u echter een JVC adapter nodig die geschikt is voor de stuurwiel-afstandsbediening in uw auto. Raadpleeg uw JVC car audio dealer voor details.
4
Steering wheel remote input
Eingang für Lenkradfernbedienung
Entrée de la télécommande de volant
Ingang stuurwiel-afstandsbediening
KD-LH3101/
KD-LH1101
See the INSTRUCTIONS (separate volume) for how to use the external component with this unit.
Informationen zur Verwendung der externen Komponente mit diesem Gerät finden Sie in den BEDIENUNGSANLEITUNG (separates Dokument).
Référez-vous aux MANUEL DINSTRUCTIONS (manuel séparé) pour savoir comment utiliser lappareil extérieur avec cet appareil.
Zie de GEBRUIKSAANWIJZING (apart boekje) voor details aangaande het gebruik van het externe component met dit toestel.
OE remote adapter (not supplied)
Radio-Lenkrad-Fernbedienungsadaption (nicht im Lieferumfang enthalten)
Adaptateur pour télécommande au volant (non fourni)
Adapter voor stuurwiel-afstandsbediening (niet bijgeleverd)
Steering wheel remote controller (equipped in the car)
Lenkradfernbedienung (im Fahrzeug installiert)
Télécommande de volant (installée dans la voiture)
Stuurwiel-afstandsbediening (in de auto)
Loading...