Hp PROLIANT DL360 G4P, PROLIANT ML350 G5, PROLIANT DL320 G4, PROLIANT ML350 G4, PROLIANT DL360 G4 User Manual [nl]

...
Page 1

Door HP geïnstalleerde besturingssysteemsoftware voor Microsoft® Windows® Small Business Server 2003 R2 Gebruikershandleiding

Artikelnummer 371502-334 oktober 2007 (vierde editie)
Page 2
© Copyright 2004, 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Alle garanties voor HP-producten en -services
staan in de uitdrukkelijke garantiebeschrijvingen bij de desbetreffende producten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden gezien. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Vertrouwelijke computersoftware. Voor het bezit, gebruik of kopiëren hiervan is een geldige licentie van HP of een geautoriseerde licentieverlener vereist. Conform FAR 12.211 en 12.212 worden commerciële computersoftware, computersoftwaredocumentatie en technische gegevens voor commerciële artikelen onder een standaard commerciële licentie van de leverancier aan de Amerikaanse overheid in licentie gegeven.
Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten. Windows Server 2003 is een in de VS gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. Java is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Sun Microsystems, Inc.
Aanname betreffende de lezer
Dit document is bedoeld voor de persoon die verantwoordelijk is voor het installeren, beheren en oplossen van problemen met servers en opslagsystemen. HP neemt aan dat u bent gekwalificeerd voor het onderhoud van computerapparatuur en dat u bent getraind in het herkennen van gevaren met betrekking tot producten met gevaarlijke energieniveaus.
Page 3

Inhoud

Technische ondersteuning .............................................................................................................. 4
Voordat u contact opneemt met HP ................................................................................................................4
HP contactinformatie ....................................................................................................................................4
Customer Self Repair ....................................................................................................................................5
HP klantondersteuning ..................................................................................................................................5
Overzicht..................................................................................................................................... 6
Inleiding...................................................................................................................................................... 6
Kenmerken ..................................................................................................................................................6
Informatie verzamelen................................................................................................................... 8
Certificate of Authenticity (certificaat van echtheid)..........................................................................................8
Installatie ..................................................................................................................................... 9
Installatie van het besturingssysteem voltooien .................................................................................................9
Ondertekende stuurprogramma’s....................................................................................................... 10
Wizard Nieuwe hardware gevonden.................................................................................................10
Automatische configuratie .................................................................................................................11
Taken uit te voeren na de installatie .............................................................................................. 12
Aanmelden bij de server............................................................................................................................. 12
Beheerderswachtwoord wijzigen .................................................................................................................12
Landinstellingen veranderen ........................................................................................................................12
Licenties toevoegen ....................................................................................................................................13
Aanvullende software voor Microsoft Windows Small Business Server 2003 R2 installeren................................13
Schijfstations configureren........................................................................................................................... 14
Extra wisselbestand maken..........................................................................................................................15
Tapedrives installeren .................................................................................................................................15
Mediawisselaar ............................................................................................................................... 16
Stuurprogramma’s voor de clientprinter installeren .........................................................................................16
Gebeurtenislogboekfouten...........................................................................................................................16
Back-up maken van de server ......................................................................................................................17
Netwerkprotocollen configureren .................................................................................................................17
Remote Access Server (Externe toegangsserver) configureren................................................................ 17
Java Virtual Machine installeren...................................................................................................................17
Problemen oplossen .................................................................................................................... 18
Besturingssysteem opnieuw installeren ..........................................................................................................18
Acroniemen en afkortingen.......................................................................................................... 19
Inhoud 3
Page 4

Technische ondersteuning

Voordat u contact opneemt met HP

Zorg dat u tijdens het gesprek met de helpdesk van HP de volgende informatie bij de hand hebt:
Registratienummer voor technische ondersteuning (indien van toepassing)
Serienummer van het product
Modelnaam en -nummer van het product
Identificatienummer product
Relevante foutmeldingen
Insteekkaarten of toegevoegde hardware
Apparatuur of programmatuur van derden
Type- en versienummer van het besturingssysteem

HP contactinformatie

Voor technische ondersteuning van een geautoriseerde HP Business Partner:
Als u zich in de Verenigde Staten bevindt, raadpleegt u de servicezoeker van HP (http://www.hp.com/service_locator
Op andere locaties raadpleegt u de webpagina Contact HP worldwide (in het Engels) (http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact.html
Technische ondersteuning van HP:
In de Verenigde Staten raadpleegt u voor contactopties de webpagina Contact HP United States (http://welcome.hp.com/country/us/en/contact_us.html
o
Bel 1-800-HP-INVENT (1-800-474-6836). Dit nummer is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar. Voor doorlopende kwaliteitsverbetering kan het zijn dat uw gesprek wordt opgenomen of dat er wordt meegeluisterd.
o
Bel 1-800-633-3600 als u een Care Pack (service upgrade) hebt gekocht. Meer informatie over Care Packs vindt u op de website van HP (http://www.hp.com
Op andere locaties raadpleegt u de webpagina Contact HP worldwide (in het Engels) (http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact.html
).
).
). Telefonisch contact opnemen met HP:
).
).
Technische ondersteuning 4
Page 5

Customer Self Repair

Wat is Customer Self Repair? Het Customer Self Repair-programma biedt de snelste service op garantie- of contractbasis. HP stuurt de
vervangende onderdelen rechtstreeks naar u toe zodat u deze zelf kunt vervangen. Zodoende kunt u de onderdelen vervangen wanneer dit u het beste uitkomt.
Een praktisch, handig programma:
Een ondersteuningsspecialist van HP stelt een diagnose en bepaalt of een vervangend onderdeel nodig is om een systeemprobleem te verhelpen. De specialist beoordeelt ook of u het onderdeel zelf kunt vervangen.
Voor meer informatie over onderdelen die door de gebruiker kunnen worden vervangen, raadpleegt u de onderhouds- en servicehandleiding op de website van HP (http://www.hp.com/support

HP klantondersteuning

HP klantondersteuning biedt Software Support, Support Plus Software Support en Integrated Hardware and Software Support services. Voor meer informatie, zie de volgende koppelingen:
).
Software Support Services (http://www.hp.com/hps/software) — Drie incidenten en 9 x 5 standaard telefoonondersteuning zijn hierin opgenomen voor het besturingssysteem en een brede reeks Microsoft®-toepassingen.
Hardware Support (http://www.hp.com/hps/hardware) — Een reeks hardware- ondersteuningsservices zijn beschikbaar voor de server.
Support Plus (http://www.hp.com/hps/premium) — U kunt gedurende een jaar gebruikmaken van de geïntegreerde hardware- en software-ondersteuningsservices voor de server.
90 dagen telefoonondersteuning voor installatie van de software — Voor ProLiant servers, technische ondersteuning, inclusief hulp bij de installatie, is beschikbaar voor door HP vooraf geïnstalleerde software van andere fabrikanten, van de HP website (http://www.hp.com 90 dagen vanaf de aanschafdatum.
BELANGRIJK: de ondersteuning is alleen van toepassing op de oorspronkelijk geleverde
hardware- en softwareconfiguratie.
) of via telefoon voor
Technische ondersteuning 5
Page 6

Overzicht

Inleiding

BELANGRIJK: als uw server een in de fabriek geïnstalleerd besturingssysteem bevat, moet
u niet vanaf de HP SmartStart-CD opstarten wanneer u de server voor het eerst opstart. De SmartStart-CD mag alleen worden gebruikt als het noodzakelijk is het besturingssysteem opnieuw te installeren.
BELANGRIJK: voltooi de installatie van het besturingssysteem voordat u aanvullende
hardwareopties installeert.
Deze gebruikershandleiding bevat instructies voor het voltooien van het in de fabriek geïnstalleerde besturingssysteem Microsoft® Windows® Small Business Server 2003 RA Standard Edition met vijf CAL’s.

Kenmerken

Het besturingssysteem staat op de schijf van de server die u ontvangt. Ook zijn de nieuwste stuurprogramma’s op de schijf van de server gezet en geïntegreerd met het vooraf geladen besturingssysteem.
De installatie van het vooraf geladen besturingssysteem duurt korter dan de volledige installatie van het besturingssysteem. Voor deze installatie is ongeveer 25 minuten nodig, vergeleken met de normale twee uur of meer bij installatie vanaf de cd. De gebruikersinformatie, zoals de servernaam, het IP-adres en landinstellingen moeten worden ingevoerd tijdens het installatieproces.
De in de fabriek geïnstalleerde HP software voor Microsoft® Windows® Small Business Server 2003 R2:
De software is klaar om te worden gestart. Een mini-installatiewizard begeleidt u bij het installeren en vervolgens worden eventuele specifieke onderdelen van HP geïnstalleerd en wanneer mogelijk ook geconfigureerd. Nadat het besturingssysteem indien nodig opnieuw is opgestart, is de installatie van Microsoft® Windows® Small Business Server 2003 R2 voltooid en kunt u de vereiste gebruikersinstellingen configureren.
De software is vooraf geconfigureerd met het netwerkprotocol TCP/IP. Deze service is nodig voor doelmatig netwerkbeheer.
Overzicht 6
Page 7
De software is vooraf geactiveerd. HP heeft het besturingssysteem zodanig geconfigureerd dat activering door de klant niet nodig is.
Vooraf geconfigureerd met NTFS. Veel nieuwe functies in Microsoft® Windows® Small Business Server 2003 R2 vereisen NTFS, inclusief de mogelijkheid de server op te waarderen naar een domeincontroller om Microsoft® Active Directory te gebruiken. Bovendien is NTFS veiliger. Raadpleeg de documentatie bij Microsoft® Windows Server™ 2003 R2 voor meer informatie over het configureren van de server en het gebruik van NTFS met Microsoft® Windows® Small Business Server 2003 R2, terwijl vorige versies van Microsoft® Windows NT® in het netwerk worden gebruikt.
Raadpleeg voor meer informatie over Microsoft® Windows Server™ 2003 R2 de HP website (http://h18000.www1.hp.com/products/servers/software/factory-installed.html Microsoft-website (http://www.microsoft.com/windowsserver2003
).
) of de
Overzicht 7
Page 8

Informatie verzamelen

Certificate of Authenticity (certificaat van echtheid)

BELANGRIJK: noteer waar het COA-label zich bevindt op de server en de productsleutel
U heeft het COA-label nodig om:
De locatie van het COA-label is afhankelijk van het servermodel. Op servermodellen voor montage in een rack, bevindt het COA-label zich op het voorste gedeelte van het rechterpaneel of in de rechtervoorhoek van het bovenpaneel. Op towermodellen bevindt het COA-label zich in de buurt van de achterkant van het bovenpaneel.
Zie de volgende illustratie om de informatie op het COA-label te identificeren.
voor later gebruik.
uw licentie te valideren als u het in de fabriek geïnstalleerde besturingssysteem wilt upgraden via het Microsoft® Upgrade-programma;
het besturingssysteem opnieuw te installeren na een storing die het besturingssysteem permanent heeft beschadigd.
OPMERKING: bij de initiële installatie van het besturingssysteem heeft u het
productidentificatienummer niet nodig, aangezien de server wordt geleverd met het productidentificatienummer reeds in de fabriek geïnstalleerd.
Het COA-label is het best bereikbaar wanneer de server voor het eerst geïnstalleerd is. Noteer de productsleutel in de daarvoor bestemde ruimte.
Informatie verzamelen 8
Page 9

Installatie

Installatie van het besturingssysteem voltooien

BELANGRIJK: u kunt de server pas opstarten en het besturingssysteem configureren wanneer
de serverhardware is aangesloten volgens de instructies in de gebruikershandleiding. Voltooi
1.
2.
3.
4.
de installatie van de software voordat u aanvullende hardware installeert.
BELANGRIJK: Als u gevraagd wordt om het installatiepad zodat bestanden kunnen worden
gekopieerd tijdens de installatie van aanvullende hardware- of softwareonderdelen, voer het pad C:\Windows SBS 2003 R2\I386 in voor de oorspronkelijke bestanden. Als u wordt gevraagd om bestanden voor stuurprogramma’s van HP, voert u het pad C:\HPDRVRS in. De stuurprogrammabestanden bevinden zich in subdirectory’s van dit pad. Klik op Bladeren om de directory te bekijken.
BELANGRIJK: om de software-installatie te voltooien, moeten TCP/IP-services zijn geïnstalleerd
en moet de server zijn aangesloten op een actieve netwerkverbinding.
Zet de server aan. Druk in het welkomstscherm van HP op de juiste knop om verder te gaan. Het scherm voor de
softwarelicentie van de server verschijnt. Lees alle bijbehorende licentieovereenkomsten van de software van de server, en druk op de
juiste toets om de HP licentieovereenkomst te accepteren. Selecteer de optie Typical (Standaard) of Custom (Aangepast) voor de schijfruimte. Met de optie
Typical (Standaard) wordt de grootte van de partitie ingesteld op 8 GB, terwijl het met de optie Custom (Aangepast) mogelijk is om de grootte van de partitie in te stellen van 8 GB tot de maximale capaciteit van de schijf.
5.
Volg de instructies op het scherm. Tijdens de installatie van de software verschijnen verschillende statusschermen, waarin de procedure beschreven wordt.
Zie de handleiding Completing Setup for Microsoft Windows Small Business Server 2003 R2 (Installatie van Microsoft Windows Small Business Server 2003 voltooien) voor stapsgewijze installatieprocedures en nuttige tips voor het instellen van de server.
VOORZICHTIG: aan het einde van de installatie moet de server opnieuw worden opgestart.
Schakel de server niet uit tijdens de installatie. Als een stroomonderbreking optreedt tijdens de installatieprocedure, wordt de installatie mogelijk niet goed voltooid en kan het besturingssysteem in sommige gevallen niet opnieuw worden gestart.
OPMERKING: u kunt de EULA weergeven en afdrukken nadat de installatie is voltooid door
te klikken op Start en Alle Programma’s>Pre-Install Features (Pre-installatiefuncties)>EULA te selecteren.
Installatie 9
Page 10

Ondertekende stuurprogramma’s

Tijdens de installatie van het besturingssysteem verschijnen mogelijk waarschuwingen voor niet­ondertekende stuurprogramma’s van software. Het bericht “Kan digitale handtekening niet vinden” verschijnt wanneer stuurprogramma’s moeten worden geïnstalleerd. Klik desgevraagd op Ja om de stuurprogramma’s te accepteren en door te gaan met de installatie. Klik op Nee wanneer u wordt gevraagd de server opnieuw te starten. Nadat de installatie van het besturingssysteem is voltooid, kunt u ondertekende stuurprogramma’s downloaden van (http://www.hp.com/support/files

Wizard Nieuwe hardware gevonden

Mogelijk verschijnt de wizard Nieuwe hardware gevonden tijdens de installatie van het besturingssysteem. Klik op Annuleren in de wizard Nieuwe hardware gevonden. Installeer de stuurprogramma’s pas nadat u zich de tweede keer heeft aangemeld, wanneer het besturingssysteem volledig is geïnstalleerd.
BELANGRIJK: Probeer geen stuurprogramma’s te installeren tijdens de installatie van het
besturingssysteem. De server start dan mogelijk automatisch opnieuw op voordat de installatie van de stuurprogramma’s is voltooid. Daardoor worden de betreffende apparaten mogelijk niet goed geïnstalleerd.
).
U installeert als volgt stuurprogramma’s nadat de installatie van het besturingssysteem is voltooid:
1.
Klik in het venster van de wizard Nieuwe hardware gevonden op Volgende.
2.
Selecteer Zoeken naar een geschikt stuurprogramma voor dit apparaat.
3.
Selecteer Een op te geven locatie en schakel de opties Diskettestation en CD-ROM uit.
4.
Klik op Volgende.
5.
Voer het volgende pad in het tekstveld in:
C:\HPDRVRS
6.
Klik op OK.
7.
Klik op Volgende in het scherm Resultaten van het zoeken naar stuurprogrammabestanden.
8.
Klik op Voltooien om de wizard Nieuwe hardware gevonden te voltooien.
De installatieprocedure wordt gestart. Zorg dat de volledige installatieprocedure is voltooid, inclusief het eventueel opnieuw opstarten van de server, voordat u deze procedure afsluit of de server uitschakelt. Nadat de initiële installatie is voltooid, kunt u de server verder aanpassen aan uw wensen.
BELANGRIJK: het systeem voltooit mogelijk de installatie van het stuurprogramma na de
eerste aanmelding. Voer geen handelingen uit in het scherm Deze server beheren. Als extra stuurprogramma’s worden geladen, voltooit het systeem de installatie van stuurprogramma’s en wordt de server automatisch opnieuw opgestart. De volgende keer dat het aanmeldingsscherm voor het systeem wordt weergegeven, moet u op de normale wijze aanmelden en kunt u het nieuwe besturingssysteem gebruiken.
Installatie 10
Page 11

Automatische configuratie

Sommige delen van de installatieprocedure worden automatisch geconfigureerd. De overeenkomstige schermen worden niet weergegeven. Zie de Help van het besturingssysteem voor informatie over het wijzigen van vooraf geconfigureerde gegevens. Van de schermen die automatisch worden geconfigureerd, moet u mogelijk de volgende schermen later wijzigen:
Beheerderswachtwoord — Het beheerderswachtwoord is met opzet niet opgegeven. U moet het wachtwoord onmiddellijk nadat de installatie van de software is voltooid, instellen. Wijzig het beheerderswachtwoord niet tijdens de eerste installatie bij het invoeren van de computernaam. Het wijzigen van het wachtwoord op dit moment kan de automatische installatieprocedure afbreken. Voor procedures om het beheerderswachtwoord te wijzigen nadat de installatie is voltooid, zie “Beheerderswachtwoord wijzigen (op pagina 12).”
Upgrade naar dynamische schijfeenheden — Het besturingssysteem is vooraf geïnstalleerd op een partitie van ongeveer 8 GB. Op een arraycontroller wordt de grootte van de logische schijfeenheid ingesteld op de maximale schijfgrootte. Op de logische schijfeenheid van arraycontrollers is 3 tot 7 MB beschikbaar voor een upgrade naar dynamische schijfeenheden.
OPMERKING: de upgrade naar dynamische schijfeenheden is optioneel. Raadpleeg de
documentatie van het besturingssysteem voor informatie over upgraden naar dynamische schijfeenheden. Nadat u een upgrade naar dynamische schijfeenheden heeft uitgevoerd, moet u de nooddiskette bijwerken.
Installatie 11
Page 12

Taken uit te voeren na de installatie

Aanmelden bij de server

U meldt zich als volgt bij de server aan na de initiële installatie van de software:
1.
Druk op Ctrl+Alt+Del om het aanmeldingsscherm weer te geven.
2.
Voer de gebruikersnaam Administrator (Beheerder) in.
3.
Laat het veld Wachtwoord leeg.
4.

Beheerderswachtwoord wijzigen

Klik op OK.
U kunt het beheerderswachtwoord wijzigen door op Ctrl+Alt+Delete te drukken en op Wachtwoord
wijzigen te klikken, of door de volgende stappen te voltooien:
1.
Klik op Start en selecteer Alle Programma’s>Systeembeheer>Computerbeheer.
2.
Vouw achtereenvolgens de directory’s Services en toepassingen en Lokale gebruikers en groepen uit.
3.
Selecteer de map Gebruikers.
4.
Klik met de rechtermuisknop op Administrator aan de rechterkant van het venster en kies Wachtwoord instellen. Er wordt een waarschuwing weergegeven.
5.
Klik op Doorgaan om door te gaan.
6.
Voer het nieuwe wachtwoord in het veld Nieuw wachtwoord in en voer het opnieuw in in het veld Wachtwoord bevestigen.
7.
Klik op OK.
8.
Klik op OK om de procedure te voltooien.
VOORZICHTIG: bewaar het beheerderswachtwoord zorgvuldig. U heeft dit wachtwoord
nodig om de configuratie van de server te wijzigen.
Raadpleeg de documentatie van het besturingssysteem voor meer informatie over het wijzigen van het beheerderswachtwoord.

Landinstellingen veranderen

Als u de server niet met de standaardlandinstellingen wilt gebruiken, kunt u deze wijzigen. Met deze instellingen worden de taal voor het toetsenbord en de lokale notatie voor het sorteren en weergeven van tijd, datum, getallen en valuta’s voor een specifiek land bepaald.
1.
Klik op Start en selecteer Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Landinstellingen.
3.
Klik op de tab Landinstellingen.
Taken uit te voeren na de installatie 12
Page 13
4.
Selecteer de gewenste landinstelling in de twee vervolgkeuzelijsten.
5.
Klik op de tab Talen en klik vervolgens op Details.
6.
Klik op de tab Instellingen in het venster Tekstservices en invoertalen.
7.
Schakel het selectievakje naast de gewenste taalinstelling in.
8.
Klik op Toevoegen om een extra invoertaal te selecteren.
9.
Selecteer de correcte invoertaal en toetsenbordindeling/IME in het venster Invoertaal toevoegen.
10.
Klik op OK.
11.
Selecteer de juiste standaardinvoertaal in de vervolgkeuzelijst.
12.
Klik op OK om het scherm Tekstservices en invoertalen te sluiten.
13.
Klik op OK om het venster Landinstellingen te sluiten.

Licenties toevoegen

1.
Klik in de serverbeheerconsole op Licensing (Licentieverlening).
2.
Klik aan de rechterkant van het venster op Add Licenses (Licenties toevoegen).
3.
Volg de instructies op het scherm op om de installatie van extra licenties te voltooien. Dit proces kan online of telefonisch worden voltooid. Als u de telefoonmethode selecteert, moet u zorgen dat u uw licentiesleutel bij de hand heeft. Deze is vereist voor het toevoegen van licenties.

Aanvullende software voor Microsoft Windows Small Business Server 2003 R2 installeren

1.
Als u de installatie van het besturingssysteem voltooid heeft en u zich voor de eerste keer heeft aangemeld bij de server, start u de server opnieuw op en meldt u zich opnieuw aan bij de server.
2.
Dubbelklik op het bureaublad op Windows SBS 2003 R2.
3.
Klik in het welkomstscherm op Service Pack 2 voor Exchange Server 2003 installeren.
4.
Klik op Volgende.
5.
Lees de licentieovereenkomst door. Als u akkoord gaat met alle voorwaarden in de licentieovereenkomt, selecteert u Ik ga akkoord, en klikt u op Volgende om door te gaan.
6.
Klik op Volgende.
7.
Klik op Voltooien.
8.
Dubbelklik op het bureaublad op Windows SBS 2003 R2.
9.
Klik in het welkomstscherm op Service Pack 2 voor Windows Sharepoint Services 2.0 installeren.
10.
Klik op Ja.
11.
Lees de licentieovereenkomst door. Als u akkoord gaat met de voorwaarden in de licentieovereenkomt, klikt u op Ja om door te gaan.
12.
Klik op OK.
13.
Klik in het welkomstscherm op Windows Small Business Server 2003 R2 installeren.
Taken uit te voeren na de installatie 13
Page 14
14.
Klik op Volgende.
15.
Lees de licentieovereenkomst door. Als u akkoord gaat met alle voorwaarden in de licentieovereenkomt, selecteert u Ik ga akkoord en klikt u op Volgende om door te gaan.
16.
Klik op Volgende>Volgende>Voltooien.

Schijfstations configureren

De primaire logische schijfeenheid, die het besturingssysteem bevat, is de enige schijfeenheid van de server die tijdens de installatie van het besturingssysteem wordt geconfigureerd. De primaire schijfeenheid bevat extra ruimte die niet is gepartitioneerd. Deze niet-gepartitioneerde ruimte en eventuele extra schijven van de server moeten worden gepartitioneerd en geformatteerd met behulp van Schijfbeheer voordat ze kunnen worden gebruikt.
1.
Klik op Start en selecteer Alle Programma’s>Systeembeheer>Computerbeheer.
2.
Vouw de directory Opslag uit en klik op Schijfbeheer. Aan de rechterkant van het venster verschijnt informatie over de schijfeenheden en de logische schijfeenheden.
3.
Klik op Actie. Klik op Schijven opnieuw controleren als de nieuwe logische schijfeenheid niet als niet­toegewezen ruimte wordt weergegeven in de rechterbenedenhoek van het scherm Computerbeheer.
4.
Klik met de rechter muisknop op Schijf 1 in de rechterbenedenhoek (er staat een kleine rode cirkel op het pictogram van de schijf) en klik op Schijf initialiseren.
5.
Selecteer Schijf 1 en klik vervolgens op OK in het scherm Schijf initialiseren. De kleine rode cirkel is verdwenen en de schijfeenheid wordt als Standaardschijf geïdentificeerd.
6.
Klik met de rechtermuisknop in het vakje dat de grootte van de schijf aangeeft, met de naam “Niet-toegewezen” en selecteer vervolgens Nieuwe partitie.
7.
Klik in het scherm van de wizard Nieuwe partitie op Volgende.
8.
Selecteer Primaire of Uitgebreide partitie en klik op Volgende in het scherm Type partitie selecteren.
9.
Klik op Volgende als u de maximale schijfruimte wilt gebruiken, of voer in het scherm Partitiegrootte opgeven de gewenste grootte in.
10.
Klik op Volgende in het scherm Stationsletter of pad toewijzen om de standaard toegewezen schijfaanduiding te accepteren. Het scherm Partitie formatteren verschijnt.
11.
Als u de schijf wilt formatteren, selecteert u de juiste bestandssysteemindeling (standaard is NTFS geselecteerd) en de clustergrootte. Vervolgens voert u een volumenaam in of accepteert u de standaardnaam.
12.
(Optioneel) Selecteer Snelle formattering uitvoeren en Bestanden en mappen comprimeren.
13.
Als de schijf niet wordt geformatteerd, selecteert u Deze partitie niet formatteren.
14.
Klik op Volgende.
15.
Klik op Voltooien in het scherm Bezig met het voltooien van de wizard Nieuwe partitie. De partitie wordt geformatteerd conform het bestandssysteem dat u heeft geselecteerd, en krijgt de markering “In orde” nadat het formatteren is voltooid.
Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem voor meer informatie over het configureren van nieuwe schijven en het upgraden naar dynamische schijfeenheden.
Taken uit te voeren na de installatie 14
Page 15

Extra wisselbestand maken

Wanneer u extra geheugen of applicaties op de server installeert, kunnen in het gebeurtenislogboek foutberichten worden gegenereerd die aangeven dat schijfeenheid C bijna vol is. U lost dit probleem op door toepassingen van schijfeenheid C: naar een andere partitie te verplaatsen of door een wisselbestand te maken. Het maken van een wisselbestand op een afzonderlijke partitie ter ondersteuning van de hoeveelheid geheugen in de server, is de meest efficiënte oplossing.
Nadat een extra wisselbestand is aangemaakt, stelt u het bestand op de opstartpartitie in op de hoeveelheid geheugen van de server. Raadpleeg de Help voor meer informatie over het maken van wisselbestanden. U kunt de Help openen door op Start te klikken en Help en ondersteuning te selecteren.

Tapedrives installeren

Als u een tapedrive voor de server heeft aangeschaft, kan het nodig zijn de ondersteuning voor de tapedrive handmatig te installeren.
1.
Klik op Start en selecteer Alle programma’s>Systeembeheer>Computerbeheer>Apparaatbeheer. In Apparaatbeheer worden alle apparaten rechts in het scherm weergegeven.
2.
Selecteer het tapeapparaat. De tapedrive wordt in de categorie Overige apparaten weergegeven onder het vraagtekensymbool (?). Hiermee wordt aangegeven dat het apparaat niet is herkend, totdat het juiste stuurprogramma is geïnstalleerd.
3.
Klik met de rechtermuisknop op het tapeapparaat en kies Eigenschappen.
4.
Klik op de tab Stuurprogramma en vervolgens op Stuurprogramma bijwerken. De wizard Apparaatstuurprogramma bijwerken wordt gestart.
5.
Klik op Volgende.
6.
Selecteer Zoeken naar een geschikt stuurprogramma voor dit apparaat.
7.
Klik op Volgende.
8.
Selecteer Een op te geven locatie en hef de selectie van alle overige opties op.
9.
Klik op Volgende.
10.
Voer het volgende pad in het veld Apparaatstuurprogramma’s in:
C:\HPDRVRS
11.
Klik op OK. In het venster met de resultaten van het zoeken naar stuurprogramma’s moet het juiste apparaat worden weergegeven.
12.
Wanneer niet het juiste apparaat wordt weergegeven, klikt u op Vorige en selecteert u alsnog het juiste apparaat.
13.
Klik op Volgende om het stuurprogramma te installeren.
14.
Klik op Voltooien>Sluiten om terug te keren naar het scherm Computerbeheer.
De installatie van het tapestuurprogramma is hiermee voltooid. Het tapeapparaat wordt nu in het scherm Computerbeheer weergegeven in de categorie Tapestation.
Taken uit te voeren na de installatie 15
Page 16

Mediawisselaar

Als de tapedrive een mediawisselaar bevat, wordt deze vermeld in het scherm Computerbeheer als een Onbekende mediawisselaar totdat het juiste stuurprogramma is geïnstalleerd. Het stuurprogramma voor de mediawisselaar installeren:
1.
Selecteer Onbekende mediawisselaar in de categorie Mediawisselaars in de apparatenlijst van het scherm Computerbeheer.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het apparaat en kies Eigenschappen.
3.
Klik op de tab Stuurprogramma en vervolgens op Stuurprogramma bijwerken. De wizard Apparaatstuurprogramma bijwerken wordt gestart.
4.
Klik op Volgende.
5.
Selecteer Zoeken naar een geschikt stuurprogramma voor dit apparaat.
6.
Klik op Volgende.
7.
Selecteer Een op te geven locatie en hef de selectie van alle overige opties op.
8.
Klik op Volgende.
9.
Voer het volgende pad in het veld Apparaatstuurprogramma’s in:
C:\HPDRVRS
10.
Klik op OK. In het venster met de resultaten van het zoeken naar stuurprogramma’s moet het juiste apparaat worden weergegeven.
11.
Wanneer niet het juiste apparaat wordt weergegeven, klikt u op Vorige en selecteert u alsnog het juiste apparaat.
12.
Klik op Volgende om het stuurprogramma te installeren.
13.
Klik op Voltooien>Sluiten om terug te keren naar het scherm Computerbeheer.

Stuurprogramma’s voor de clientprinter installeren

De stuurprogramma’s voor de clientprinter zijn vooraf geïnstalleerd in de directory Printers op het schijfstation. Geef bij het installeren van printerondersteuning voor clientbesturingssystemen het pad C:\PRINTERS op. Raadpleeg voor meer informatie over het installeren van stuurprogramma’s voor gedeelde netwerkprinters het gedeelte “Printers en faxapparaten” in de Help. U opent de Help door op Start te klikken en Help en ondersteuning te selecteren.

Gebeurtenislogboekfouten

Nadat het ProLiant installatieprogramma is voltooid, kunnen foutberichten voor bepaalde controllerstuurprogramma’s in het gebeurtenislogboek verschijnen. Deze berichten worden op dit moment verwacht en verminderen de prestaties van de server of het besturingssysteem niet. U kunt onder andere de volgende berichten zien:
Kan I/O-besturingsinformatie van een NBT-apparaat niet lezen. Raadpleeg artikel #Q257760 op de Microsoft®-website (http://www.microsoft.com
).
Taken uit te voeren na de installatie 16
Page 17

Back-up maken van de server

Wanneer u de installatie van de software heeft voltooid en de server operationeel is, maakt u een back-up van de server. Hiervoor gebruikt u een tapeback-upsysteem in combinatie met geautoriseerde tapeback-upsoftware.

Netwerkprotocollen configureren

TCP/IP-services worden automatisch geïnstalleerd. Als u Microsoft® Windows® Small Business

Remote Access Server (Externe toegangsserver) configureren

Server 2003 R2 gebruikt, moet TCP/IP zijn ingeschakeld.
De RAS-service met een geïnstalleerd modem gebruiken:
1.
Klik op Start en selecteer Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Netwerkverbindingen.
3.
Dubbelklik op Netwerk- en inbelverbindingen>Een nieuwe verbinding maken.
4.
Selecteer een type netwerkverbinding en voer de overige instructies van het configuratieprogramma uit.
Raadpleeg de documentatie van het besturingssysteem voor meer informatie over de vereiste netwerkparameters.

Java Virtual Machine installeren

Het hulpprogramma Java™ Virtual Machine (http://www.java.com) moet mogelijk worden gedownload en geïnstalleerd op uw server om sommige webpagina’s volledig en goed te kunnen weergeven in Internet Explorer 6.0. Wanneer u bijvoorbeeld de Web Agent Help bekijkt vanuit de homepage van Systeembeheer, wordt tekst die in de linkerkolom van het Help-scherm zou moeten staan, niet goed weergegeven als Java™ Virtual Machine niet is geïnstalleerd.
Taken uit te voeren na de installatie 17
Page 18

Problemen oplossen

Besturingssysteem opnieuw installeren

Als het besturingssysteem van de server beschadigd raakt, moet u dit opnieuw installeren door de server op te starten van de HP-versie van de cd van het Windows® besturingssysteem.
Problemen oplossen 18
Page 19

Acroniemen en afkortingen

ACU
Array Configuration Utility (Hulpprogramma voor arrayconfiguratie)
CAL
client access license
COA
Certificate of Authenticity (certificaat van echtheid)
CPQTEAM
Network Teaming and Configuration
EULA
end user license agreement (licentieovereenkomst met de eindgebruiker)
iLO
Integrated Lights-Out (geïntegreerde Lights-Out)
IP
Internet Protocol (internetprotocol)
NIC
Network Interface Controller (uitbreidingskaart voor werken op netwerken)
NTFS
NT-bestandssysteem
PCI
Peripheral component interface (interface voor randapparatuuronderdeel)
PSP
ProLiant Support Pack
RAS
Remote Access Service
Acroniemen en afkortingen 19
Page 20
RILOE
Remote Insight Lights-Out Edition
SNMP
Simple Network Management Protocol (Eenvoudig protocol voor netwerkbeheer)
TCP/IP
Transmission Control Protocol/Internet Protocol
Acroniemen en afkortingen 20
Loading...