Hp PAVILION 11-H060EF User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
© Copyright 2013 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Intel is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Windows is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. Het SD-logo is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar.
De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Eerste editie: september 2013
Artikelnummer van document: 731205-331
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de voorzieningen beschreven die op de meeste modellen beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle voorzieningen op uw computer beschikbaar.
Sommige edities van Windows 8 beschikken niet over alle functies. Voor deze computer kan een upgrade en/of apart aangeschafte hardware, drivers en/of software vereist zijn om volledig gebruik te kunnen maken van de functionaliteit van Windows 8. Raadpleeg
http://www.microsoft.com voor informatie.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden of anderszins gebruiken van een softwareproduct dat vooraf op deze computer is geïnstalleerd, bevestigt u dat u gehouden bent aan de voorwaarden van de HP EULA (End User License Agreement). Als u niet akkoord gaat met deze licentievoorwaarden, is uw enige rechtsmogelijkheid om het volledige, ongebruikte product (hardware en software) binnen 14 dagen te retourneren en te verzoeken om restitutie van het aankoopbedrag op grond van het restitutiebeleid dat op de plaats van aankoop geldt.
Neem contact op met het lokale verkooppunt (de verkoper) als u meer informatie wilt of als u een verzoek om volledige restitutie van het aankoopbedrag van de computer wilt indienen.
Kennisgeving aangaande de veiligheid
WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de
computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er ook voor dat de netvoedingsadapter tijdens het gebruik niet in contact kan komen met de huid of een voorwerp van zacht materiaal. De computer en de netvoedingsadapter voldoen aan de temperatuurlimieten voor oppervlakken die voor de gebruiker toegankelijk zijn, zoals gedefinieerd door de International Standard for Safety of Information Technology Equipment (IEC
60950).
iii
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave
1 Direct aan de slag ........................................................................................................................................... 1
Bezoek de HP Apps Store .................................................................................................................... 1
Beste praktijken .................................................................................................................................... 1
Leuke dingen om te doen ..................................................................................................................... 2
Meer hulpmiddelen van HP .................................................................................................................. 3
2 Vertrouwd raken met de computer ................................................................................................................ 5
Informatie over hardware en software zoeken ..................................................................................... 5
Hardware opzoeken ............................................................................................................. 5
Software opzoeken .............................................................................................................. 5
Onderdelen aan de rand van het tablet ................................................................................................ 6
Beeldscherm ........................................................................................................................................ 8
Toetsenbord ....................................................................................................................................... 10
Bovenkant .......................................................................................................................... 10
Touchpad ........................................................................................................................... 11
Lampjes ............................................................................................................................. 11
Toetsen .............................................................................................................................. 13
Rechterkant ....................................................................................................................... 14
Linkerkant .......................................................................................................................... 15
Het tablet van het toetsenbord ontgrendelen ..................................................................... 16
Wijzigen van de instellingen van het tablet ........................................................................................ 16
Weergave van het tablet wijzigen ...................................................................................... 16
Het uitschakelen van de autorotatievergrendeling van het tablet ..................... 16
Helderheid van het beeldscherm van het tablet aanpassen ............................. 17
Informatie over het besturingssysteem opzoeken .............................................................................. 17
3 Verbinding maken met een netwerk ............................................................................................................ 18
Verbinding maken met een draadloos netwerk .................................................................................. 18
Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken ....................................... 18
Knop voor draadloze communicatie gebruiken ................................................. 18
Bedieningselementen van het besturingssysteem gebruiken ........................... 19
Gegevens en schijfeenheden delen en software openen .................................................. 20
WLAN gebruiken ................................................................................................................ 20
Gebruikmaken van een internetprovider ........................................................... 21
Draadloos netwerk installeren ........................................................................... 22
Draadloze router configureren .......................................................................... 22
v
Draadloos netwerk beveiligen ........................................................................... 22
Verbinding maken met een WLAN .................................................................... 23
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde
modellen) ........................................................................................................................... 23
4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken ..................................................................................................... 24
Multimediavoorzieningen .................................................................................................................... 24
Webcams gebruiken ........................................................................................................................... 27
Audio gebruiken ................................................................................................................................. 28
Luidsprekers aansluiten ..................................................................................................... 28
Hoofdtelefoons/microfoons aansluiten ............................................................................... 28
Beats Audio gebruiken ....................................................................................................... 28
Beats Audio-configuratiescherm openen .......................................................... 28
Beats Audio in- en uitschakelen ........................................................................ 29
Audiofuncties testen .......................................................................................................... 29
Video gebruiken ................................................................................................................................. 30
Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel .............................................................. 30
HDMI-audio configureren .................................................................................. 31
5 Navigeren op het scherm ............................................................................................................................. 33
Touchpad gebruiken ........................................................................................................................... 33
Touchpadbewegingen gebruiken ....................................................................................... 33
Tikken ................................................................................................................ 34
Schuiven ........................................................................................................... 34
Knijpen/zoomen ................................................................................................ 35
Draaien (alleen bepaalde modellen) ................................................................. 35
Met 2 vingers klikken (alleen bepaalde modellen) ............................................ 35
Vegen (alleen bepaalde modellen) ................................................................... 36
Randveegbewegingen ...................................................................................... 36
Rechterrandveegbeweging ............................................................... 36
Bovenrandveegbeweging ................................................................. 37
Linkerrandveegbeweging ................................................................. 37
Aanraakscherm gebruiken ................................................................................................................. 38
Bewegingen op het aanraakscherm gebruiken ................................................................. 38
schuiven met één vinger ................................................................................... 38
Tikken ................................................................................................................ 39
Schuiven ........................................................................................................... 39
Knijpen/zoomen ................................................................................................ 40
Draaien (alleen bepaalde modellen) ................................................................. 40
Randveegbewegingen ...................................................................................... 41
Rechterrandveegbeweging ............................................................... 41
vi
Linkerrandveegbeweging ................................................................. 41
Bovenrandveegbeweging en onderrandveegbeweging ................... 42
Schermtoetsenbord gebruiken ........................................................................................................... 42
Toetsenbord en muis gebruiken ......................................................................................................... 43
Toetsen gebruiken ............................................................................................................. 43
Actietoetsen gebruiken ...................................................................................... 43
Microsoft Windows 8-sneltoetsen gebruiken ..................................................... 44
Hotkeys gebruiken ............................................................................................ 45
6 Energiebeheer ............................................................................................................................................... 46
Slaapstand of hibernationstand activeren .......................................................................................... 46
De slaapstand handmatig activeren of beëindigen ............................................................ 46
Slaapstand handmatig activeren en hibernationstand beëindigen (alleen bepaalde
modellen) ........................................................................................................................... 47
Wachtwoordbeveiliging instellen bij uit slaapstand komen ................................................ 47
Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken ............................................................. 48
Werkt op accuvoeding ........................................................................................................................ 48
In de fabriek verzegelde accu ............................................................................................ 48
Accuvoeding besparen ...................................................................................................... 49
Lage acculading herkennen ............................................................................................... 49
Problemen met lage acculading verhelpen ........................................................................ 49
Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron
beschikbaar is ................................................................................................... 49
Lage acculading verhelpen wanneer geen voedingsbron beschikbaar is ......... 49
Lage acculading verhelpen wanneer de computer de sluimerstand niet kan
beëindigen ......................................................................................................... 50
Uitvoeren met externe voedingsbron ................................................................................................. 50
Energieproblemen oplossen .............................................................................................. 50
Computer afsluiten (uitschakelen) ...................................................................................................... 51
7 Computer onderhouden ............................................................................................................................... 52
Prestaties verbeteren ......................................................................................................................... 52
Omgaan met schijfeenheden ............................................................................................. 52
Schijfdefragmentatie gebruiken ......................................................................................... 53
Schijfopruiming gebruiken ................................................................................................. 53
Programma's en stations bijwerken ................................................................................................... 53
Computer schoonmaken .................................................................................................................... 54
Reinigingsprocedures ........................................................................................................ 54
Scherm reinigen (All-in-Ones, notebooks of tablets) ......................................... 54
Randen of deksel reinigen ................................................................................ 54
Touchpad, toetsenbord of muis reinigen ........................................................... 54
vii
Reizen met de computer of de computer transporteren ..................................................................... 55
8 Computer en gegevens beveiligen .............................................................................................................. 57
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................................................... 57
Windows-wachtwoorden instellen ...................................................................................... 58
Setup Utility (BIOS)-wachtwoorden instellen ..................................................................... 58
TPM Embedded Security-apparaat (apparaat voor TPM geïntegreerde beveiliging - alleen
bepaalde modellen) ............................................................................................................................ 59
Internetbeveiligingssoftware gebruiken .............................................................................................. 60
Antivirussoftware gebruiken ............................................................................................... 60
Firewallsoftware gebruiken ................................................................................................ 60
Software-updates installeren .............................................................................................................. 60
Essentiële beveiligingsupdates installeren ........................................................................ 60
Software-updates van HP en derden installeren ............................................................... 61
Draadloos netwerk beveiligen ............................................................................................................ 61
Back-up maken van software-applicaties en gegevens ..................................................................... 61
9 Het gebruik van de Setup Utility (BIOS) en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) .................................. 62
Setup Utility (BIOS) starten ................................................................................................................ 62
BIOS-update uitvoeren ....................................................................................................................... 62
BIOS-versie vaststellen ..................................................................................................... 62
BIOS-update downloaden .................................................................................................. 63
Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) ...................................................................... 64
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden ..................... 64
10 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten .......................................................................... 65
Herstelmedia en back-ups maken ...................................................................................................... 65
HP Herstelmedia maken .................................................................................................... 66
Herstellen en terugzetten ................................................................................................................... 67
Windows vernieuwen gebruiken om snel en eenvoudig te herstellen ............................... 68
Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren ........................................................... 69
HP Herstelbeheer herstellen .............................................................................................. 69
Wat u moet weten ............................................................................................. 70
Het gebruik van de HP herstelpartitie (alleen bepaalde modellen) ................... 70
HP Herstelmedia gebruiken om te herstellen .................................................... 71
Opstartvolgorde van de computer wijzigen ....................................................... 71
De HP Herstelpartitie verwijderen ...................................................................................... 71
11 Specificaties ................................................................................................................................................ 72
Ingangsvermogen ............................................................................................................................... 72
viii
Omgevingsvereisten ........................................................................................................................... 72
12 Elektrostatische ontlading ......................................................................................................................... 74
Index ................................................................................................................................................................... 75
ix
x

1 Direct aan de slag

Deze computer is een krachtig hulpmiddel dat ontworpen is om uw werk en plezier met de computer te verbeteren. Lees dit hoofdstuk voor meer informatie over wat u na de configuratie van uw computer moet doen en waar u meer HP-bronnen kunt vinden. Hier leest u ook wat voor leuke dingen u allemaal met uw computer kunt doen.

Bezoek de HP Apps Store

De HP Apps Store biedt een ruime keuze aan populaire games, entertainment- en muziekapps, productiviteitsapps en exclusieve apps bij HP die u naar het scherm Start kunt downloaden. De selectie wordt regelmatig bijgewerkt en bevat regionale inhoud en landspecifieke aanbiedingen. Controleer regelmatig de HP Apps Store voor nieuwe en bijgewerkte functies.
BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de HP Apps Store verbonden zijn met internet.
Een app bekijken en downloaden:
1. Selecteer in het scherm Start de app Store.
2. Selecteer HP Picks om alle beschikbare apps weer te geven.
3. Selecteer de app die u wilt downloaden en volg de instructies op het scherm. Als de download
voltooid is, verschijnt de app in het scherm Start.

Beste praktijken

Om optimaal te profiteren van uw slimme investering, raden wij u aan na configuratie en registratie van de computer de volgende stappen uit te voeren:
Als u dat nog niet heeft gedaan, verbindt u de computer met een bekabeld of draadloos netwerk.
Raadpleeg
Neem even de tijd om de gedrukte basishandleiding voor Windows 8 door te nemen en de
nieuwe Windows®-functies te bekijken.
Leer de hardware en software van de computer kennen. Raadpleeg
computer op pagina 5 en Entertainmentvoorzieningen gebruiken op pagina 24 voor meer
informatie.
Update de antivirussoftware of koop antivirussoftware. Raadpleeg
op pagina 60 voor meer informatie.
Maak een back-up van de vasteschijfeenheid op herstelschijven of een herstel-flashdrive.
Raadpleeg
Verbinding maken met een netwerk op pagina 18 voor meer informatie.
Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten op pagina 65.
Vertrouwd raken met de
Antivirussoftware gebruiken
Bezoek de HP Apps Store 1

Leuke dingen om te doen

U weet dat u een YouTube-video op de computer kunt bekijken. Maar wist u ook dat u de
computer ook op een televisie of spelcomputer kunt aansluiten? Zie
met een HDMI-kabel op pagina 30 voor meer informatie.
U weet dat u muziek kunt luisteren op de computer. Maar wist u ook dat u live radio naar de
computer kunt streamen en naar muziek of praatprogramma's uit de hele wereld kunt luisteren?
Audio gebruiken op pagina 28.
Zie
Ervaar muziek zoals de artiest deze bedoeld heeft, met een diepe gecontroleerde bas en een
helder, puur geluid. Zie
Gebruik de TouchPad en de nieuwe aanraakbewegingen van Windows voor een soepele
bediening van afbeeldingen en pagina's met tekst. Zie
Beats Audio gebruiken op pagina 28.
Videoapparaten aansluiten
Navigeren op het scherm op pagina 33.
2 Hoofdstuk 1 Direct aan de slag

Meer hulpmiddelen van HP

U heeft de Installatieposter al gebruikt om de computer in te schakelen en deze handleiding op te zoeken. Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.
Bron Inhoud
Installatieposter
Basishandleiding voor Windows 8
Help en ondersteuning
Als u Help en ondersteuning wilt openen vanaf het startscherm, typ h en selecteer daarna Help en ondersteuning. Voor ondersteuning in de VS gaat u
http://www.hp.com/go/contactHP. Voor
naar wereldwijde ondersteuning gaat u naar
http://welcome.hp.com/country/us/en/ wwcontact_us.html.
Wereldwijde ondersteuning
Ga naar
wwcontact_us.html voor ondersteuning in uw taal.
HP SmartFriend
Raadpleeg voor meer informatie over HP SmartFriend
http://www.hpremoteservices.com.
Handleiding voor veiligheid en comfort
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
1. Typ support in het startscherm en selecteer de
http://welcome.hp.com/country/us/en/
app HP Support Assistant.
Overzicht van computerinstallatie en -functies
Overzicht van het gebruik van Windows® 8
Een breed aanbod van informatie over procedures en tips voor
het oplossen van problemen
Online chatten met een technicus van HP
Ondersteuning via e-mail
Telefoonnummers voor ondersteuning
Locaties HP Servicecentrum
Abonnementservice die speciaal opgeleide HP technici 24/7
voor het opstellen van diagnose en het snel oplossen van problemen met uw software, hardware, accessoires en netwerk.
Aanwijzingen voor een optimale werkplek
Richtlijnen voor houding en manier van werken voor meer
comfort en minder risico op lichamelijk letsel
Informatie over elektrische en mechanische veiligheid
2. Selecteer achtereenvolgens Deze computer en
Gebruikershandleidingen.
– of –
Ga naar
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
1. Typ support in het startscherm en selecteer de
2. Selecteer achtereenvolgens Deze computer en
http://www.hp.com/ergo.
app HP Support Assistant.
Gebruikershandleidingen.
Belangrijke kennisgevingen over voorschriften, waaronder
informatie over het correct afvoeren van accu's
Meer hulpmiddelen van HP 3
Bron Inhoud
Beperkte garantie*
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
1. Typ support in het startscherm en selecteer de
app HP Support Assistant.
2. Selecteer achtereenvolgens Deze computer en
Garantie en diensten.
– of –
Ga naar
*De specifiek toegekende HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, kunt u vinden in de elektronische handleidingen op de computer en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos. In sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de HP beperkte garantie meegeleverd in de doos. Voor landen/regio's waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u een gedrukt exemplaar aanvragen. Ga naar schrijf naar:
Noord-Amerika: Hewlett-Packard, MS POD, 11311 Chinden Blvd., Boise, ID 83714, Verenigde Staten
Wanneer u een gedrukt exemplaar van uw garantie aanvraagt, geef dan het productnummer, de garantieperiode (te vinden op het servicelabel) en uw naam en postadres op.
BELANGRIJK: stuur uw HP product NIET terug naar de bovenstaande adressen. Voor ondersteuning in de VS gaat u
naar
wwcontact_us.html.
http://www.hp.com/go/orderdocuments.
Europa, Midden-Oosten, Afrika: Hewlett-Packard, POD, Via G. Di Vittorio, 9, 20063, Cernusco s/Naviglio (MI), Italië
Azië en Stille Oceaan: Hewlett-Packard, POD, P.O. Box 200, Alexandra Post Office, Singapore 911507
http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/
Specifieke garantiegegevens voor deze computer
http://www.hp.com/go/orderdocuments of
4 Hoofdstuk 1 Direct aan de slag

2 Vertrouwd raken met de computer

Informatie over hardware en software zoeken

Hardware opzoeken

Ga als volgt te werk om de op uw computer geïnstalleerde hardware weer te geven:
1. Typ h op het startscherm en selecteer daarna Configuratiescherm.
2. Selecteer Systeem en Beveiliging, en klik daarna in het systeemgebied op Apparaatbeheer. U
ziet een lijst met alle apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd.

Software opzoeken

Ga als volgt te werk om te zien welke software op uw computer is geïnstalleerd:
Modus Stappen
1. Klik vanuit het startscherm met de rechtermuisknop.
– of –
Veeg vanaf de bovenkant van het touchpad om alle apps weer te geven.
2. Selecteer het pictogram Alle apps.
1. Veeg in het startscherm zachtjes met uw vinger vanaf de bovenrand of onderkant van de facetrand op
het scherm.
2. Tik op Alle apps.
Informatie over hardware en software zoeken 5

Onderdelen aan de rand van het tablet

Onderdelen Beschrijving
(1)
Aan/uit-knop Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/
uit-knop om het tablet in te schakelen.
Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de
aan/uit-knop om de slaapstand te activeren.
Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort
op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
VOORZICHTIG: De aan/uit-knop ingedrukt houden,
resulteert in het verlies van niet-opgeslagen gegevens.
Als de computer niet meer reageert en de
afsluitprocedures van Windows® geen resultaat hebben, houdt u de aan/uit-knop minstens vijf seconden ingedrukt om het tablet uit te schakelen.
Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad
of touchscreen om de charms weer te geven, tik op Zoeken en tik vervolgens op het zoekvak. Typ energie in het zoekvak, selecteer Instellingen en selecteer daarna Energiebeheer of zie
– of –
Als u meer wilt weten over de energie-
instellingen, typt u p in het beginscherm. Typ energie in het zoekvak, selecteer Instellingen en selecteer Energiebeheer, of zie
Energiebeheer op pagina 46.
Energiebeheer op pagina 46.
(2) Uitlijning postconnectoren (2) Lijn het tablet uit en bevestig deze aan het toetsenbord.
(3) De Micro SD Card-lezer Ondersteunt Micro SD-kaarten.
6 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Onderdelen Beschrijving
(4)
(5) Dockingpoort/netvoedingsconnector Hiermee sluit u het tablet en een netvoedingsadapter op
(6)
Audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon)
Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met uitsluitend een microfoon.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat
u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset gebruikt. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u
Deze computer en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op deze
connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
OPMERKING: zorg dat de apparaatkabel een connector
met vier pinnen heeft die zowel audio-uit (hoofdtelefoon) als audio-in (microfoon) ondersteunt.
het toetsenbord aan.
(7) Knop Geluid Hiermee wordt het volume van de luidspreker op het tablet
(8) Webcam (achterkant) Met de webcam kunt u video's opnemen, foto's maken, en
*De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht houdt u de directe omgeving van de antennes vrij. Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u het gedeelte over uw land of regio in Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen.
geregeld.
Als u het volume van de luidspreker wilt verhogen,
drukt u op de +-zijde van de knop.
Als u het volume van de luidspreker wilt verlagen,
drukt u op de --zijde van de knop.
videoconferenties houden en online chatten door video's te streamen.
Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad
of touchscreen om de charms weer te geven, tik op Zoeken en tik vervolgens op het zoekvak. Typ c en selecteer CyberLink YouCam in de lijst met applicaties.
– of –
Typ c op het startscherm en selecteer
CyberLink YouCam in de lijst met applicaties.
Onderdelen aan de rand van het tablet 7

Beeldscherm

Onderdeel Beschrijving
(1) WLAN-antennes (2)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden
(2) HP TrueVision HD-webcam (voorkant) Met de webcam kunt u video opnemen, foto's maken,
(3) Webcamlicht (voorkant) Aan: De webcam is in gebruik.
(4) Omgevingslichtsensor De omgevingslichtsensor zorgt voor automatische
(5) Interne microfoon Hiermee kunt u geluid opnemen.
en ontvangen om te communiceren met draadloze LAN's (WLAN's, wireless local-area networks).
videoconferenties houden en online chatten door video te streamen.
Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad of
touchscreen om de charms weer te geven, tik op Zoeken en tik vervolgens op het zoekvak. Typ c en selecteer CyberLink YouCam in de lijst met applicaties.
– of –
Typ c op het startscherm en selecteer
CyberLink YouCam in de lijst met applicaties.
aanpassing van de helderheid van het beeldscherm op basis van de lichtomstandigheden in uw omgeving.
(6) Luidsprekers (2) Hiermee wordt het computergeluid weergegeven.
8 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Onderdeel Beschrijving
(7)
*De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht houdt u de directe omgeving van de antennes vrij. Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u het gedeelte over uw land of regio in Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen.
Windows-knoppen U keert terug naar het startscherm vanuit een willekeurige
geopende app of venster.
Beeldscherm 9

Toetsenbord

Bovenkant

Onderdeel Beschrijving
(1) Uitlijnberichten Lijn het tablet uit en bevestig deze aan het toetsenbord.
(2) Dockingconnector Sluit het tablet aan op het toetsenbord.
(3) Ontgrendeling Ontgrendelt het tablet. Schuif de ontgrendeling naar links om het
tablet te ontgrendelen.
10 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer

Touchpad

Onderdeel Beschrijving
(1) Touchpadzone Hiermee wordt uw vingerbeweging gelezen om de aanwijzer
(2) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop van een
te verplaatsen of items op het scherm te activeren.
externe muis.

Lampjes

(3) Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een
externe muis.
Toetsenbord 11
Onderdeel Beschrijving
(1) Caps Lock-lampje
(2)
Lampje voor Geluid uit
Wit: Caps Lock is ingeschakeld.
Uit: Caps Lock is ingeschakeld.
Oranje: het geluid van de computer is uitgeschakeld.
Uit: het geluid van de computer is ingeschakeld.
12 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer

Toetsen

Onderdeel Beschrijving
(1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om
(2) fn -toets Als u op deze toets drukt in combinatie met de b-toets of de esc-
(3)
(4) Actietoetsen Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit.
Windows-toets Hiermee keert u terug naar het startscherm vanuit een geopende
systeeminformatie weer te geven (alleen bepaalde modellen).
toets, kunt u veelgebruikte systeemfuncties uitvoeren (alleen bepaalde modellen).
app of het Windows-bureaublad.
OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert
u terug naar het vorige scherm.
OPMERKING: Actietoetsen worden niet weergegeven of werken
niet op het toetsenbord op het scherm van het tablet.
Toetsenbord 13

Rechterkant

Onderdeel Beschrijving
(1)
(2)
(3)
(4) Lampje van de netvoedingsadapter
(5)
Geheugenkaartlezer Verbindt optionele geheugenkaarten die informatie opslaan,
HDMI-poort Hiermee kunt u de computer aansluiten op een optioneel video- of
USB-3.0-poort Verbindt optionele USB-apparaten, zoals een toetsenbord, muis,
Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
beheren, delen of openen.
1. Voor het plaatsen van de geheugenkaart,houdt u de kaart
met de etiketzijde omhoog terwijl de aansluitingen naar de sleuf gericht zijn en duwt u de kaart naar binnen tot deze stevig vastzit.
1. Voor het verwijderen van de geheugenkaart, drukt u op de
kaart en laat u deze weer snel los zodat hij eruit komt.
audioapparaat, zoals een high-definition televisie, andere compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur, of een HDMI­apparaat met hoge snelheid.
externe schijf, printer, scanner of USB-hub.
Wit: De netvoedingsadapter is aangesloten en de accu is
opgeladen.
Oranje: De netvoedingsadapter is aangesloten en de accu
wordt opgeladen.
Uit: De computer werkt op accustroom.
14 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer

Linkerkant

Onderdeel Beschrijving
(1)
(2)
USB-2.0-poort Verbindt optionele USB-apparaten, zoals een toetsenbord,
Audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon)
muis, externe schijf, printer, scanner of USB-hub.
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met uitsluitend een microfoon.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset gebruikt. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op deze
connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
OPMERKING: Zorg dat de apparaatkabel een connector met
vier pinnen heeft die zowel audio-uit (hoofdtelefoon) als audio­in (microfoon) ondersteunt.
Toetsenbord 15

Het tablet van het toetsenbord ontgrendelen

Ga als volgt te werk om het tablet van het toetsenbord te ontgrendelen:
1. Schuif de ontgrendeling op het toetsenbord naar links (1).
2. Til het tablet op om het te verwijderen (2).

Wijzigen van de instellingen van het tablet

U kunt de weergave en de helderheid van het beeldscherm wijzigen.

Weergave van het tablet wijzigen

De weergavestand van het tablet verandert automatisch van liggend in staand of van staand in liggend.
U wijzigt de weergavestand van het tablet als volgt van liggend in staand:
Houd het tablet horizontaal en draai deze 90 graden naar rechts (met de wijzers van de klok
mee).
U wijzigt de weergavestand van het tablet als volgt van staand in liggend:
Houd het tablet omhoog en draai deze 90 graden naar links (tegen de wijzers van de klok in).
Het uitschakelen van de autorotatievergrendeling van het tablet
De autorotatie verandert automatisch stand het scherm van de tablet-pc, afhankelijk van hoe u het tablet houdt. U kunt de schermrotatie vergrendelen, zodat deze niet automatisch wijzigt.
16 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Voor het in- of uitschakelen van de autorotatievergrendeling van het tablet:
1. Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad of touchscreen om de charms weer te geven en
tik vervolgens op Instellingen.
2. Tik rechtsonder op het pictogram Scherm. Tik op het pictogram van de autorotatievergrendeling
om het huidige tabletscherm te vergrendelen en om rotatie te voorkomen. Wanneer de autorotatievergrendeling actief is, staat er een hangslotje in het pictogram. Als u de autorotatievergrendeling uit wilt schakelen, tikt u opnieuw op het pictogram van de autorotatievergrendeling.
Helderheid van het beeldscherm van het tablet aanpassen
U kunt de helderheid van het beeldscherm als volgt aanpassen:
1. Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad of touchscreen om de charms weer te geven en
tik vervolgens op Instellingen.
2. Tik rechtsonder op het pictogram Scherm. Er verschijnt een verticale schuifbalk waarmee u de
helderheid van het beeldscherm kunt aanpassen.
OPMERKING: U kunt op het Windows-bureaublad in het systeemvak aan de rechterkant van de
taakbalk ook op het energiemeterpictogram tikken. Tik op Helderheid van het beeldscherm aanpassen en verplaats de schuifbalk naast Helderheid van het beeldscherm onderaan het
scherm.

Informatie over het besturingssysteem opzoeken

Belangrijke systeeminformatie bevindt zich aan de onderkant van het tablet of op het toetsenbord. Mogelijk hebt u deze gegevens nodig wanneer u naar het buitenland reist of wanneer u contact opneemt met de ondersteuning:
Serienummer
Productnummer
Garantieperiode
Informatie over voorschriften en certificering voor draadloze communicatie
Als u Windows gebruikt, drukt u kort op de toetscombinatie fn+esc (alleen bepaalde modellen) om het scherm Systeeminformatie weer te geven. Hier vindt u de productnaam en het serienummer van de computer en informatie over het geheugen, de processor, het BIOS en het toetsenbord.
Informatie over het besturingssysteem opzoeken 17

3 Verbinding maken met een netwerk

U kunt de computer meenemen waar u ook naar toe gaat. Maar ook thuis kunt u de wereld verkennen en de informatie van miljoenen websites ontsluiten met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u met die wereld in contact komt.

Verbinding maken met een draadloos netwerk

Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven. De computer kan zijn voorzien van een of meer van de volgende apparaten voor draadloze communicatie:
WLAN-apparaat (wireless local-area network): hiermee kunt u verbinding maken met draadloze
lokale netwerken (ook wel Wi-Fi netwerk, draadloos LAN of WLAN genoemd) in bedrijfsruimtes, bij u thuis en in openbare ruimtes, zoals vliegvelden, restaurants, café's, hotels en universiteiten. In een WLAN communiceert het mobiele apparaat voor draadloze communicatie in de computer met een draadloze router of een draadloos toegangspunt.
Bluetooth-apparaat (alleen bepaalde modellen): een apparaat waarmee u een PAN (personal
area network) tot stand kunt brengen, zodat u verbinding kunt maken met andere apparaten die draadloze communicatie via Bluetooth ondersteunen, zoals computers, telefoons, printers, headsets, luidsprekers en camera's. Binnen een PAN communiceert elk apparaat direct met andere apparaten en moeten apparaten zich op relatief korte afstand (doorgaans 10 meter) van elkaar bevinden.
Zie de informatie en koppelingen naar websites in Help en Ondersteuning voor meer informatie over de technologie voor draadloze communicatie. Typ h op het startscherm en selecteer daarna Help en
ondersteuning.

Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken

U kunt de apparaten voor draadloze communicatie in de computer op een van de volgende manieren in- of uitschakelen:
Knop voor draadloze communicatie, schakelaar voor draadloze communicatie of toets voor
draadloze communicatie (in dit hoofdstuk ook wel knop voor draadloze communicatie genoemd) (alleen bepaalde modellen)
Voorzieningen van het besturingssysteem
Knop voor draadloze communicatie gebruiken
De computer is voorzien van een knop voor draadloze communicatie en een of meer draadloze apparaten, afhankelijk van het model. Alle apparaten voor draadloze communicatie op de computer worden in de fabriek ingeschakeld.
Omdat alle apparaten voor draadloze communicatie standaard zijn ingeschakeld, kunt u de knop voor draadloze communicatie gebruiken om alle apparatuur voor draadloze communicatie tegelijk in of uit te schakelen.
18 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
Bedieningselementen van het besturingssysteem gebruiken
Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een netwerk en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen.
U gebruikt de bedieningselementen van het besturingssysteem als volgt:
Modus Stappen
1. Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad of touchscreen om de charms weer te geven
en tik vervolgens op Zoeken.
2. Typ netwerk en delen in het zoekvak en selecteer vervolgens Instellingen.
3. Selecteer Netwerkcentrum.
1. Typ n in het startscherm en selecteer Instellingen.
2. Typ netwerk en delen in het zoekvak en selecteer vervolgens Netwerkcentrum.
Voor meer informatie typt u h op het startscherm en selecteert u Help en ondersteuning.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 19

Gegevens en schijfeenheden delen en software openen

Wanneer uw computer deel uitmaakt van een netwerk, bent u niet beperkt tot het gebruik van uitsluitend de op uw computer opgeslagen informatie. Netwerkcomputers kunnen software en gegevens met elkaar uitwisselen.
OPMERKING: Wanneer een schijf zoals een dvd-film of -spel beveiligd is tegen kopiëren kan deze
niet gedeeld worden.
Om mappen of bibliotheken op hetzelfde netwerk te delen:
1. Open Bestandsverkenner op het bureaublad van Windows.
2. Klik op het menu Delen in het venster Bibliotheken en klik daarna op Specifieke personen
3. Typ een naam in het vak Bestanden delen en klik op Toevoegen.
4. Klik op Delen en volg de instructies op het scherm.
Voor het delen van informatie van uw lokale schijf:
1. Open Bestandsverkenner op het bureaublad van Windows.
2. Klik op Lokale schijf (C:) in het venster Bibliotheken.
3. Klik op het tabblad Delen en klik op Geavanceerd delen.
4. In het lokale schijf (C:) Eigenschappen selecteert u Geavanceerd delen.
5. Controleer Deze map delen.
Ga als volgt te werk om schijven op het netwerk te delen:
1. Tik of klik met de rechtermuisknop op het Windows-bureaublad op het netwerkstatuspictogram
in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
2. Selecteer Netwerkcentrum openen.
3. Selecteer een actief netwerk onder Uw actieve netwerken bekijken.
4. Selecteer Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen om deelopties voor privacy,
netwerkdetectie, het delen van bestanden en printers of andere netwerkopties in te stellen.

WLAN gebruiken

Met een WLAN-apparaat kunt u toegang krijgen tot een draadloos netwerk (WLAN), dat bestaat uit andere computers en accessoires die met elkaar zijn verbonden door een draadloze router of een draadloos toegangspunt.
OPMERKING: de begrippen draadloze router en draadloos toegangspunt worden vaak door elkaar
gebruikt.
Grote draadloze netwerken, zoals draadloze bedrijfsnetwerken en openbare draadloze
netwerken, werken meestal met draadloze toegangspunten, die een groot aantal computers en accessoires ondersteunen en kritieke netwerkfuncties kunnen afschermen.
Een draadloos thuisnetwerk of een klein draadloos kantoornetwerk werkt meestal met een
draadloze router, die ervoor zorgt dat meerdere draadloze en bekabelde computers een internetverbinding, een printer en bestanden kunnen delen zonder dat daar extra hardware of software aan te pas komt.
20 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
Als u het WLAN-apparaat in de computer wilt gebruiken, moet u verbinding maken met een WLAN­infrastructuur (aangeboden door een aanbieder van netwerkdiensten of een openbaar netwerk of bedrijfsnetwerk).
Gebruikmaken van een internetprovider
Als u thuis internet wilt gebruiken, moet u een account bij een internetprovider openen. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de draadloze router aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
OPMERKING: van uw internetprovider ontvangt u een gebruikersnaam en wachtwoord voor
toegang tot internet. Noteer deze gegevens en bewaar ze op een veilige plek.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 21
Draadloos netwerk installeren
Als u een draadloos netwerk wilt installeren en verbinding wilt maken met internet, heeft u de volgende apparatuur nodig:
een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een internetservice met hoge snelheid via
een abonnement bij een internetprovider;
een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2);
een computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3).
OPMERKING: sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router. Vraag bij uw
internetprovider na wat voor type modem u heeft.
De volgende afbeelding laat een voorbeeld zien van een geïnstalleerd draadloos netwerk dat is verbonden met internet.
Naarmate uw netwerk groter wordt, kunnen extra draadloze en bekabelde computers op het netwerk worden aangesloten voor toegang tot internet.
Als u hulp nodig heeft bij het installeren van een draadloos netwerk, raadpleegt u de informatie die de routerfabrikant of uw internetprovider heeft verstrekt.
Draadloze router configureren
Als u hulp nodig heeft bij het installeren van een draadloos netwerk, raadpleegt u de informatie die de routerfabrikant of uw internetprovider heeft verstrekt.
OPMERKING: u wordt geadviseerd de nieuwe computer met voorzieningen voor draadloze
communicatie eerst aan te sluiten op de router, met behulp van de netwerkkabel die is geleverd bij de router. Als de computer eenmaal verbinding heeft gemaakt met internet, koppelt u de kabel los en krijgt u toegang tot internet via uw draadloze netwerk.
Draadloos netwerk beveiligen
Schakel bij het instellen van een WLAN of het gebruiken van een bestaand WLAN altijd beveiligingsvoorzieningen in om uw netwerk te beschermen tegen ongeoorloofde toegang. WLAN's in openbare gelegenheden (hotspots), zoals cafés en luchthavens bieden mogelijk geen extra beveiliging. Als u bezorgd bent om de beveiliging van uw computer in een hotspot, beperkt u uw netwerkactiviteiten tot niet-vertrouwelijke e-mail en eenvoudig surfen op internet.
Draadloze radiosignalen hebben bereik tot buiten het netwerk, zodat andere WLAN-apparaten onbeveiligde signalen kunnen ontvangen. Tref de volgende voorzorgsmaatregelen om uw draadloze netwerk hiertegen te beschermen:
Gebruik een firewall.
Een firewall controleert zowel gegevens als verzoeken die naar uw netwerk zijn verzonden en verwijdert eventuele verdachte onderdelen. Er zijn zowel software- als hardwarematige firewalls beschikbaar. Sommige netwerken gebruiken een combinatie van beide typen.
Gebruik codering voor draadloze communicatie.
22 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
Codering voor draadloze communicatie maakt gebruik van beveiligingsinstellingen om gegevens die via het netwerk worden verzonden, te versleutelen en ontsleutelen. Voor meer informatie typt u h op het startscherm en selecteert u Help en ondersteuning.
Verbinding maken met een WLAN
U maakt als volgt verbinding met het WLAN:
1. Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld.
2. Tik of klik op het Windows-bureaublad op het netwerkstatuspictogram in het systeemvak aan de
rechterkant van de taakbalk.
3. Selecteer uw WLAN in de lijst.
4. Klik op Verbinding maken.
Als het netwerk een beveiligd WLAN is, wordt u gevraagd een beveiligingscode in te voeren. Typ de code en klik daarna op OK om de verbinding tot stand te brengen.
OPMERKING: als er geen WLAN's worden weergegeven, betekent dit mogelijk dat u zich
buiten het bereik van een draadloze router of toegangspunt bevindt.
OPMERKING: Als u het WLAN waarmee u verbinding wilt maken niet ziet, klikt u op het
Windows-bureaublad met de rechtermuisknop op het netwerkstatuspictogram en selecteert u Netwerkcentrum openen. Klik op Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen. Er verschijnt een lijst met opties om handmatig te zoeken naar een netwerk en hier verbinding mee te maken, of om een nieuwe netwerkverbinding te maken.
5. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, plaatst u de aanwijzer op het pictogram voor de netwerkstatus in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk om de naam en status van de verbinding te controleren.
OPMERKING: het effectieve bereik (de reikwijdte van de draadloze signalen) varieert al naargelang
de WLAN-implementatie, het merk router en interferentie van andere elektronische apparatuur of vaste obstakels zoals wanden en vloeren.

Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde modellen)

Een Bluetooth-apparaat maakt draadloze communicatie over korte afstanden mogelijk, ter vervanging van communicatie via de gebruikelijke fysieke kabels tussen elektronische apparaten zoals de volgende:
computers (desktopcomputer, notebookcomputer, pda)
telefoons (mobiele telefoons, draadloze telefoons, gecombineerde gsm/pda's (smartphones))
imagingapparaten (printers, camera's)
geluidsapparatuur (hoofdtelefoons, luidsprekers)
muis
Bluetooth-apparaten maken peer-to-peer-communicatie mogelijk, waardoor u een PAN van Bluetooth-apparaten kunt instellen. Raadpleeg de helpfunctie van de Bluetooth-software voor informatie over de configuratie en het gebruik van Bluetooth-apparaten.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 23

4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken

Gebruik uw computer van HP als entertainment-hub om via de webcam uw sociale contacten te onderhouden, geniet van en beheer uw muziek en download en bekijk films. Of sluit externe apparaten zoals een monitor, projector, tv, luidsprekers of een hoofdtelefoon aan om van de computer een nog krachtiger entertainmentcentrum te maken.

Multimediavoorzieningen

Hieronder vindt u enkele entertainmentvoorzieningen die op uw computer aanwezig zijn.
24 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken
Onderdeel Beschrijving
(1)
(2) Knop Geluid Regelt het volume van de luidsprekers.
Audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen
voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met uitsluitend een microfoon.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag
voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset gebruikt. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op
deze connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
OPMERKING: zorg dat de apparaatkabel een
connector met vier pinnen heeft die zowel audio-uit (hoofdtelefoon) als audio-in (microfoon) ondersteunt.
Als u het volume van de luidspreker wilt
verhogen, drukt u op de +-zijde van de knop.
Als u het volume van de luidspreker wilt
verlagen, drukt u op de --zijde van de knop.
(3) Webcam (achterkant) Met de webcam kunt u video's opnemen, foto's
maken, en videoconferenties houden en online chatten door video's te streamen.
Veeg vanaf de rechterhoek van het
TouchPad of touchscreen om de charms weer te geven, tik op Zoeken en tik vervolgens op het zoekvak. Typ c en selecteer CyberLink YouCam in de lijst met applicaties.
– of –
Typ c op het startscherm en selecteer
CyberLink YouCam in de lijst met applicaties.
Multimediavoorzieningen 25
Onderdeel Beschrijving
(1) HP TrueVision HD-webcam (voorkant) Met de webcam kunt u video's opnemen, foto's
(2) Webcamlampje Aan: De webcam is in gebruik.
(3) Omgevingslichtsensor De omgevingslichtsensor zorgt voor automatische
(4) Interne microfoon Hiermee kunt u geluid opnemen.
(5) Luidsprekers (2) Hiermee wordt het computergeluid weergegeven.
(6)
USB-3.0-poort Verbindt een optioneel USB-apparaat, zoals een
maken, en videoconferenties houden en online chatten door video's te streamen.
Veeg vanaf de rechterhoek van het
TouchPad of touchscreen om de charms weer te geven, tik op Zoeken en tik vervolgens op het zoekvak. Typ c en selecteer CyberLink YouCam in de lijst met applicaties.
– of –
Typ c op het startscherm en selecteer
CyberLink YouCam in de lijst met applicaties.
aanpassing van de helderheid van het beeldscherm op basis van de lichtomstandigheden in uw omgeving.
toetsenbord, muis, externe schijf, printer, scanner of USB-hub.
(7)
HDMI-poort Hiermee kunt u de computer aansluiten op een
26 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken
optioneel video- of audioapparaat, zoals een high­definition televisie, andere compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur, of een HDMI­apparaat met hoge snelheid.
Onderdeel Beschrijving
(8)
(9)
Geheugenkaartlezer Verbindt optionele geheugenkaarten die informatie
opslaan, beheren, delen of openen.
1. Voor het plaatsen van de geheugenkaart,houdt
u de kaart met de etiketzijde omhoog terwijl de aansluitingen naar de sleuf gericht zijn en duwt u de kaart naar binnen tot deze stevig vastzit.
1. Voor het verwijderen van de geheugenkaart,
drukt u op de kaart en laat u deze weer snel los zodat hij eruit komt.
Audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen
voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met uitsluitend een microfoon.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag
voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset gebruikt. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op
deze connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
OPMERKING: zorg dat de apparaatkabel een
connector met vier pinnen heeft die zowel audio-uit (hoofdtelefoon) als audio-in (microfoon) ondersteunt.
(10)
USB-2.0-poort Verbindt een optioneel USB-apparaat, zoals een

Webcams gebruiken

Uw computer heeft twee geïntegreerde webcams, een krachtig sociaal netwerkhulpmiddel, waarmee u met vrienden en collega´s bij u in de buurt of aan de andere kant van de wereld kunt communiceren. Met de webcams kunt u video streamen met uw chatsoftware, video opnemen en delen en foto's maken.
U start de webcams als volgt:
toetsenbord, muis, externe schijf, printer, scanner of USB-hub.
Webcams gebruiken 27
Modus Stappen
1. Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad of touchscreen om de charms weer te geven en tik
vervolgens op Zoeken.
2. Typ c en selecteer CyberLink YouCam in de lijst met applicaties.
Typ c op het startscherm en selecteer CyberLink YouCam in de lijst met applicaties.
Raadpleeg de Help bij de software voor de app voor meer informatie over het gebruik van de webcams.

Audio gebruiken

Op uw computer kunt u muziek-cd’s afspelen (met een optionele externe optischeschijfeenheid), muziek downloaden en beluisteren, audio-inhoud van internet (inclusief radio) streamen, audio opnemen, of audio en video samenvoegen om multimedia te maken. Om uw luisterervaring te verbeteren sluit u externe audioapparaten, zoals luidsprekers of hoofdtelefoons, aan.

Luidsprekers aansluiten

U kunt bekabelde luidsprekers op de computer aansluiten door deze op een USB-poort of op de audio-uitgang (van een hoofdtelefoon) op de computer of een dockingstation aan te sluiten.
Volg de apparaatinstructies van de fabrikant om draadloze luidsprekers aan te sluiten op de computer. Zie definition luidsprekers op de computer. Zet het geluid zachter voordat u de luidsprekers aansluit.
HDMI-audio configureren op pagina 31 voor informatie over het aansluiten van high-

Hoofdtelefoons/microfoons aansluiten

U kunt bekabelde hoofdtelefoons of headsets op de audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-ingang (microfooningang) op de computer aansluiten. Er zijn veel headsets met geïntegreerde microfoons in de handel verkrijgbaar.
Volg de apparaatinstructies van de fabrikant om draadloze hoofdtelefoons of headsets aan te sluiten op de computer.
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet.
Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen.

Beats Audio gebruiken

Beats Audio is een verbeterde audiovoorziening die zorgt voor diepe, gecontroleerde bastonen met behoud van een helder geluid. U kunt Beats Audio ervaren via de interne luidsprekers van de computer, via externe luidsprekers die op een USB-poort zijn aangesloten, of via een Beats Audio­hoofdtelefoon die aangesloten is op de hoofdtelefoonaansluiting.
Beats Audio-configuratiescherm openen
Met het Beats Audio-configuratiescherm kunt u audio- en basinstellingen bekijken en handmatig regelen.
28 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken
Ga als volgt te werk om Beats Audio-configuratiescherm te openen:
Modus Stappen
1. Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad of touchscreen om de charms weer te geven en tik
vervolgens op Zoeken.
2. Typ c en selecteer Configuratiescherm, selecteer Hardware en geluiden, en selecteer daarna
Beats Audio-configuratiescherm.
Typ c op het startscherm en selecteer Configuratiescherm, selecteer Hardware en geluiden, en selecteer daarna Beats Audio-configuratiescherm.
Beats Audio in- en uitschakelen
Voor het in- of uitschakelen van Beats Audio, volgt u deze stappen:
Modus Stappen
1. Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad of touchscreen om de charms weer te geven en tik
vervolgens op Zoeken.
2. Typ c en selecteer Configuratiescherm, selecteer Hardware en geluiden, en selecteer daarna
Beats Audio-configuratiescherm.
3. Volg de instructies op het scherm
1. Typ c op het startscherm en selecteer Configuratiescherm, selecteer Hardware en geluiden,
2. Volg de instructies op het scherm

Audiofuncties testen

U controleert de audiofunctie van de computer als volgt:
Modus Stappen
en selecteer daarna Beats Audio-configuratiescherm.
1. Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad of touchscreen om de charms weer te geven
en tik vervolgens op Zoeken.
2. Typ c, tik op Configuratiescherm, Hardware en geluiden en Geluid.
3. Wanneer het venster Geluid opent, tikt u op het tabblad Geluiden. Tik onder
Programmagebeurtenissen de gewenste vorm van geluid, zoals een pieptoon of een alarmsignaal, en selecteer daarna Testen.
1. Typ op het startscherm c en selecteer Configuratiescherm in de lijst met applicaties.
2. Selecteer Hardware en geluiden en selecteer Geluid.
3. Wanneer het venster Geluid verschijnt, selecteert u het tabblad Geluiden. Selecteer onder
Programmagebeurtenissen de gewenste vorm van geluid, zoals een pieptoon of een
alarmsignaal, en selecteer daarna Testen.
Als het goed is, hoort u het geluid door de luidsprekers of de aangesloten hoofdtelefoon.
U controleert de opnamefuncties van de computer als volgt:
Audio gebruiken 29
Modus Stappen
1. Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad of touchscreen om de charms weer te geven
en tik vervolgens op Zoeken.
2. Typ s en selecteer Geluidsrecorder.
3. Klik op Begin met opnemen en spreek in de microfoon. Sla het bestand op het bureaublad
op.
4. Open een multimediaprogramma en speel het opgenomen geluid af.
1. Typ s in het startscherm en selecteer Geluidsrecorder.
2. Klik op Begin met opnemen en spreek in de microfoon. Sla het bestand op het bureaublad
op.
3. Open een multimediaprogramma en speel het opgenomen geluid af.
U bevestigt of wijzigt de audio-instellingen als volgt op de computer:
Modus Stappen
1. Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad of touchscreen om de charms weer te geven
en tik vervolgens op Zoeken.
2. Typ c en selecteer Configuratiescherm in de lijst met applicaties.
3. Selecteer Hardware en geluiden en daarna Geluid
1. Typ c in het startscherm en selecteer Configuratiescherm in de lijst met apps.
2. Selecteer Hardware en geluiden en selecteer Geluid.

Video gebruiken

Uw computer is een krachtig videoapparaat waarmee u streaming video van uw favoriete websites kunt bekijken en video en films kunt downloaden om deze op uw computer te bekijken als u geen verbinding hebt met een netwerk.
Als u uw kijkgenot wilt optimaliseren, sluit u op een van de videopoorten van de computer een externe monitor, een projector of een tv aan. De meeste computers beschikken over een VGA-poort (VGA = Video Graphics Array), waarop een analoog videoapparaat kan worden aangesloten. Sommige computers beschikken ook over een HDMI-poort (HDMI = High-Definition Multimedia Interface), waarop een high-definition monitor of tv kan worden aangesloten.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het externe apparaat met de juiste kabel is aangesloten op de juiste
poort van de computer. Raadpleeg hiertoe de instructies van de fabrikant van het apparaat.

Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel

OPMERKING: Om een HDMI-apparaat op de computer aan te sluiten, hebt u een apart aan te
schaffen HDMI-kabel nodig.
30 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken
Als u het schermbeeld op een high-definition tv of een monitor wilt weergeven, sluit u het high­definition apparaat aan de hand van de volgende instructies aan.
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de high-definition tv of de monitor.
3. Druk op f4 om het schermbeeld tussen 4 weergavestatussen te schakelen:
Alleen computerscherm: Hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het
beeldscherm van de computer.
Dupliceren: Hiermee wordt het beeld gelijktijdig weergegeven op zowel de computer als
het externe apparaat.
Uitspreiden: Hiermee wordt het beeld uitgespreid weergeven op zowel de computer als
het externe apparaat.
Alleen tweede scherm: Hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het externe
apparaat.
Telkens wanneer u op f4 drukt, wordt de beeldschermstatus gewijzigd.
OPMERKING: Als u de optie 'Verlengen' kiest, zorg dan dat u de schermresolutie van het
externe apparaat als volgt aanpast. Typ c op het startscherm en selecteer Configuratiescherm in de lijst met apps. Selecteer Vormgeving en persoonlijke instellingen. Selecteer onder
Weergave Schermresolutie aanpassen.
HDMI-audio configureren
HDMI is de enige video-interface die high-definition video en audio ondersteunt. Ga als volgt te werk om HDMI-audio in te schakelen nadat u een HDMI-tv op de computer heeft aangesloten:
1. Klik op het Windows-bureaublad met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het
systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Selecteer daarna Afspeelapparaten.
2. Selecteer op het tabblad Afspelen de naam van het digitale uitvoerapparaat.
3. Klik op Als standaard instellen en vervolgens op OK.
Video gebruiken 31
Ga als volgt te werk om de audiostream weer via de luidsprekers van de computer weer te geven:
1. Klik op het Windows-bureaublad met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het
systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Klik vervolgens op Afspeelapparaten.
2. Klik op Luidsprekers/HP op het tabblad Afspelen.
3. Klik op Als standaard instellen en vervolgens op OK.
32 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken

5 Navigeren op het scherm

U kunt op verschillende manieren op het computerscherm navigeren:
Aanraakbewegingen
Toetsenbord en muis
U kunt aanraakbewegingen gebruiken op het touchpad van uw computer of op een aanraakscherm.
OPMERKING: Een externe USB-muis (afzonderlijk aan te schaffen) kan worden aangesloten op
een van de USB-poorten van de computer.
Controleer de Basishandleiding voor Windows 8 van uw computer. De handleiding biedt informatie over algemene taken met de touchpad, het touchscreen of het toetsenbord.
Uw computer heeft speciale actietoetsen en hotkeyfuncties op het toetsenbord, waarmee u gemakkelijk veelvoorkomende taken uitvoert.

Touchpad gebruiken

Het touchpad stelt u in staat op het computerscherm te navigeren met eenvoudige vingerbewegingen.
U kunt de aanraakbewegingen aanpassen door de instellingen, de configuratie van de knoppen, de kliksnelheid en de opties voor de aanwijzer te wijzigen. Typ c in het startscherm en selecteer achtereenvolgens Configuratiescherm en Hardware en geluiden. Klik onder Apparaten en
printers op Muis.

Touchpadbewegingen gebruiken

Op een touchpad kunt u met uw vingers de plaats van de aanwijzer op het scherm bepalen.
TIP: Gebruik de linker- en rechterknop van het touchpad zoals u de corresponderende knoppen van
een externe muis zou gebruiken.
OPMERKING: Touchpadbewegingen worden niet in alle apps ondersteund.
U bekijkt als volgt een demonstratie van een beweging:
1. Typ c in het startscherm en selecteer achtereenvolgens Configuratiescherm en Hardware en
geluiden.
2. Selecteer Synaptics touchpad.
3. Klik op een beweging om de demonstratie te activeren.
U schakelt de bewegingen als volgt uit of in:
1. Selecteer of wis in het scherm Synaptics TouchPad het selectievak naast de beweging die u
wilt in- of uitschakelen.
2. Klik op Toepassen en daarna op OK.
Touchpad gebruiken 33
Tikken
Als u een selectie wilt maken op het scherm, gebruikt u de tikfunctie op de touchpad.
Wijs een item op het scherm aan, en tik met een vinger op het touchpad-gebied om een selectie
te maken. Dubbeltik op een item om het te openen.
Schuiven
Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen.
Plaats twee vingers iets uit elkaar op de touchpadzone en sleep ze daarna omhoog, omlaag,
naar links of rechts.
34 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
Knijpen/zoomen
Door te knijpen en te zoomen kunt u in- of uitzoomen op afbeeldingen of tekst.
Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op de touchpad en ze daarna van elkaar af te
bewegen.
Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden op de touchpad en ze daarna naar elkaar toe te
bewegen.
Draaien (alleen bepaalde modellen)
Met de draaifunctie kunt u items zoals foto's draaien.
Wijs een object aan en fixeer daarna uw linkerwijsvinger in het touchpad-gebied. Schuif uw
rechterwijsvinger met een slepende beweging van 12 uur naar 3 uur. Voor een omgekeerde draaiing beweegt u uw rechterwijsvinger van drie uur naar twaalf uur.
OPMERKING: Het draaien is bedoeld voor specifieke apps waar u een object of afbeelding kunt
manipuleren of wijzigen. U kunt dit mogelijk niet voor alle apps gebruiken.
Met 2 vingers klikken (alleen bepaalde modellen)
Door met 2 vingers te klikken kunt u menuselecties maken voor een object op het scherm.
Plaats twee vingers op de TouchPad en druk naar beneden om het optiemenu te openen voor
het geselecteerde object.
Touchpad gebruiken 35
Vegen (alleen bepaalde modellen)
Met een snelle veegbeweging kunt u door schermen navigeren of snel door documenten bladeren.
Plaats twee vingers op het touchpad-gebied en veeg met een lichte, snelle beweging omhoog,
omlaag, naar links of rechts.
Randveegbewegingen
Met randveegbewegingen kunt u taken zoals de instellingen wijzigen en het zoeken of gebruiken van apps uitvoeren.
Rechterrandveegbeweging
Met de rechterrandveegbeweging krijgt u toegang tot de charms, waarmee u kunt zoeken en delen, apps kunt starten, toegang kunt krijgen tot apparaten of instellingen kunt wijzigen.
Veeg uw vinger zachtjes vanaf de rechterrand om de charms weer te geven.
36 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
Bovenrandveegbeweging
Met de bovenrandveegbeweging krijgt u toegang tot Alle apps op het startscherm.
BELANGRIJK: Wanneer een app actief is, verschilt de veegbeweging vanaf de bovenrand per app.
Veeg uw vinger zachtjes vanaf de bovenrand om de charms weer te geven.
Linkerrandveegbeweging
Met de linkerrandveegbeweging krijgt u toegang tot uw recent geopende apps, zodat u er snel tussen kunt schakelen.
Veeg uw vingers langzaam vanaf de linkerrand van het Touchpad om er snel tussen te
schakelen.
Touchpad gebruiken 37

Aanraakscherm gebruiken

Met een touchscreencomputer kunt u items op het scherm direct met uw vingers bedienen.
TIP: Op computers met een aanraakscherm kunt u de bewegingen uitvoeren op het scherm op het
touchpad. U kunt ook acties op het scherm uitvoeren met het toetsenbord en de muis.

Bewegingen op het aanraakscherm gebruiken

schuiven met één vinger
Schuiven met één vinger wordt vooral gebruikt om door lijsten en pagina's te pannen of te schuiven, maar u kunt het ook gebruiken voor andere interacties, zoals het verplaatsen van een object.
Om over het scherm te schuiven, schuift u één vinger langzaam over het scherm in de richting
waarin u wilt bewegen.
OPMERKING: Als er vele apps worden weergegeven op het startscherm, kunt u met uw
vinger schuiven om het scherm naar links of rechts te verplaatsen.
Als u een object wilt verslepen, houdt u het object ingedrukt en sleept u het naar de gewenste
locatie.
38 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
Tikken
Als u een selectie wilt maken op het scherm, gebruikt u de tikfunctie.
Gebruik één vinger om een object op het scherm aan te tikken om een selectie te maken.
Dubbeltik op een item om het te openen.
Schuiven
Schuiven kan worden gebruikt om de aanwijzer op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen.
Plaats twee vingers op het scherm en sleep ze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts.
Aanraakscherm gebruiken 39
Knijpen/zoomen
Door te knijpen en te zoomen kunt u in- of uitzoomen op afbeeldingen of tekst.
Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op het scherm en de vingers daarna van elkaar
af te bewegen.
Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden op het scherm en ze daarna naar elkaar toe te
bewegen.
Draaien (alleen bepaalde modellen)
Met de draaifunctie kunt u items zoals foto's draaien.
Plaats uw linkerwijsvinger op het object dat u wilt draaien. Gebruik vervolgens de wijsvinger van
uw rechterhand om een draaiende beweging te maken van twaalf uur naar drie uur. Voor een omgekeerde draaiing beweegt u uw rechterwijsvinger van drie uur naar twaalf uur.
40 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
OPMERKING: Het draaien is bedoeld voor specifieke apps waar u een object of afbeelding kunt
manipuleren of wijzigen. U kunt dit mogelijk niet voor alle apps gebruiken.
Randveegbewegingen
Met randveegbewegingen kunt u taken uitvoeren, zoals het wijzigen van instellingen en het vinden of gebruiken van apps.
Rechterrandveegbeweging
Met de rechterrandveegbeweging krijgt u toegang tot de charms, waarmee u kunt zoeken en delen, apps kunt starten, toegang kunt krijgen tot apparaten of instellingen kunt wijzigen.
Veeg met uw vinger vanaf de rechterrand van het scherm naar het midden om de charms weer
te geven.
Linkerrandveegbeweging
Door vanaf de linkerrand te vegen krijgt u toegang tot uw geopende apps zodat u eenvoudig kunt schakelen.
Veeg met uw vinger vanaf de linkerrand van het scherm naar het midden om te schakelen
tussen apps. Veeg met uw vinger, zonder deze op te tillen, terug naar de linkerrand om alle geopende apps weer te geven.
Aanraakscherm gebruiken 41
Bovenrandveegbeweging en onderrandveegbeweging
Met de bovenrand- of onderrandveegbeweging opent u een lijst met op de computer beschikbare apps.
1. Veeg in het Windows-startscherm met uw vinger vanaf de boven- of onderrand van het scherm.
2. Tik op Alle apps om beschikbare apps weer te geven.

Schermtoetsenbord gebruiken

Het kan zijn dat u gegevens in wilt voeren in een gegevensveld. Dit kan nodig zijn wanneer u een configuratie voor een draadloos netwerk of een weerberichtlocatie instelt, of wanneer u toegang wilt tot gebruikersaccounts op websites. De computer heeft een toetsenbord op het scherm dat wordt weergegeven wanneer u dergelijke informatie in de gegevensvelden in moet voeren.
42 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
1. Als u het toetsenbord weer wilt geven, tikt u in het eerste gegevensveld. Tik op het kleine
toetsenbordpictogram dat wordt weergegeven.
– of –
Tik in het Windows-bureaublad op het toetsenbordpictogram rechts in het systeemvak.
2. Tik elk teken tot u de gewenste informatie volledig heeft ingevoerd in het gegevensveld.
OPMERKING: Actietoetsen worden niet weergegeven of werken niet op het toetsenbord op
het scherm.
OPMERKING: Boven aan het toetsenbord kunnen suggesties voor woorden verschijnen. Als
het gewenste woord verschijnt, tikt u erop om het te selecteren.
3. Tik op enter op het toetsenbord.

Toetsenbord en muis gebruiken

Het toetsenbord en de muis stellen u in staat te typen, items te selecteren, te schuiven en dezelfde functies uit te voeren als bij gebruik van aanraakbewegingen. Met de actietoetsen en hotkeys op het toetsenbord kunt u specifieke functies uitvoeren.
TIP: Met de Windows-toets op het toetsenbord en het tablet kunt u snel terugkeren naar het
startscherm vanuit een geopende app of het bureaublad van Windows. Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
OPMERKING: Afhankelijk van het land of de regio waarin u woont, is het mogelijk dat uw
toetsenbord andere toetsen en toetsenbordfuncties heeft dan de toetsen en functies die in dit gedeelte worden beschreven.

Toetsen gebruiken

Er zijn verschillende manieren om snel toegang te krijgen tot informatie of functies uit te voeren op uw computer met bepaalde toetsen en toetscombinaties.
Actietoetsen gebruiken
Met een actietoets op het toetsenbord kunt u een toegewezen functie uitvoeren. Het pictogram op elk van de toetsen f1 tot en met f4 en f6 tot en met f12 geeft de toegewezen functie voor die toets aan.
BELANGRIJK: Actietoetsen functioneren alleen op het toetsenbord. Op het toetsenbord op het
scherm van het tablet worden ze niet weergeven of functioneren ze niet.
Om de functie van een actietoets uit te voeren, houdt u de toets ingedrukt.
De actietoetsvoorziening van het toetsenbord is standaard ingeschakeld. U kunt deze voorziening uitschakelen in Setup Utility (BIOS). Zie
Diagnostics (UEFI) op pagina 62 voor instructies voor het openen van Setup Utility (BIOS), en volg
daarna de instructies onder aan het scherm.
Om de toegewezen functie na het uitschakelen van de actietoetsvoorziening op het toetsenbord te activeren, moet de fn-toets in combinatie met de juiste actietoets worden ingedrukt.
Het gebruik van de Setup Utility (BIOS) en HP PC Hardware
VOORZICHTIG: Wees uiterst voorzichtig wanneer u wijzigingen aanbrengt in Setup Utility. Fouten
kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.
Toetsenbord en muis gebruiken 43
Pictogram Toets Beschrijving
f1 Hiermee opent u Help en ondersteuning, dat zelfstudieprogramma's, informatie over
het besturingssysteem Windows en de computer, antwoorden op vragen en updates voor de computer bevat.
Help en ondersteuning voorziet ook in hulpmiddelen voor geautomatiseerde probleemoplossing en toegang tot de ondersteuning.
f2 Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds
f3 Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds
f4 Hiermee schakelt u tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn
f6 Hiermee speelt u het vorige muziekstuk van een audio-cd of het vorige gedeelte van
f7 Hiermee kunt u een audio-cd, dvd of bd afspelen of het afspelen onderbreken of
f8 Hiermee speelt u het volgende muziekstuk van een audio-cd of het volgende gedeelte
f9 Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd.
f10 Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder
f11 Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in).
verder verlaagd.
verder verhoogd.
aangesloten. Als bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, wordt iedere keer dat u op deze toets drukt, geschakeld tussen weergave op het scherm van de computer, weergave op de monitor en gelijktijdige weergave op het computerscherm en de monitor.
een dvd of bd af.
hervatten.
van een dvd of bd af.
verhoogd.
f12 Hiermee schakelt u de voorziening voor draadloze communicatie in of uit.
OPMERKING: Er moet een draadloos netwerk zijn ingesteld voordat een draadloze
verbinding mogelijk is.
Microsoft Windows 8-sneltoetsen gebruiken
Microsoft Windows 8 biedt snelkoppelingen om acties snel uit te voeren. Druk tegelijkertijd op de
Windows-toets
Sneltoets Toets Beschrijving
Hiermee keert u terug naar het startscherm vanuit een geopende app of het
+ c Hiermee worden de charms weergegeven.
44 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
en op een aangewezen toets uit de lijst om de actie uit te voeren.
Windows-bureaublad.
OPMERKING: Als u opnieuw op de toets drukt keert u terug naar het vorige
scherm.
Sneltoets Toets Beschrijving
alt + f4 Sluit een actieve app.
Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer informatie over de sneltoetsen voor Windows 8. Typ h op het startscherm en selecteer daarna Help en ondersteuning.
Hotkeys gebruiken
Een hotkey is een combinatie van de fn-toets en de esc-toets of de b-toets.
+ d Hiermee opent u het Windows-bureaublad.
+ o Hiermee kunt u Automatisch draaien in- of uitschakelen.
+ q Hiermee opent u het scherm Alle apps.
+ tabblad Schakelt tussen geopende apps.
OPMERKING: Blijf deze toetscombinaties indrukken totdat de gewenste app
wordt weergegeven.
U gebruikt een hotkey als volgt:
Druk kort op de fn-toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de combinatie.
Functie Hotkey Beschrijving
Hiermee wordt de systeeminformatie weergegeven.
Hiermee regelt u de instellingen voor bastonen.
fn+esc Hiermee geeft u informatie weer over de hardwareonderdelen van
het systeem en het versienummer van het systeem-BIOS.
fn+b Hiermee schakelt u de basinstellingen van Beats Audio in of uit.
Beats Audio is een verbeterde audiovoorziening die zorgt voor diepe, gecontroleerde bastonen met behoud van een helder geluid. Beats Audio is standaard ingeschakeld.
U kunt de basinstellingen ook weergeven en regelen via het besturingssysteem Windows. Als u de eigenschappen van de bas wilt weergeven en regelen, typt u c op het startscherm en selecteert u Configuratiescherm. Selecteer Hardware en geluiden en selecteer daarna Beats Audio-configuratiescherm.
Toetsenbord en muis gebruiken 45

6 Energiebeheer

Uw computer werkt op accuvoeding of maakt gebruik van een externe voedingsbron. Wanneer de computer alleen op accuvoeding werkt en er geen netvoedingsbron is om de accu op te laden, is het van belang om de acculading te bewaken en op peil te houden. De computer ondersteunt een optimaal energiebeheerschema waarmee ingesteld kan worden hoeveel stroom de computer mag gebruiken en moet besparen. Op deze manier worden de computerprestaties ingesteld op het besparen van energie.

Slaapstand of hibernationstand activeren

Microsoft® Windows® kent twee energiebesparende standen, de slaapstand en de sluimerstand.
Slaapstand: de slaapstand wordt automatisch ingeschakeld na een periode van inactiviteit
wanneer de computer op accuvoeding of netvoeding werkt. Uw werk wordt opgeslagen, zodat u uw werk zeer snel kunt hervatten. U kunt de slaapstand ook handmatig activeren. Zie
slaapstand handmatig activeren of beëindigen op pagina 46 voor meer informatie.
Hibernationstand—De hibernationstand wordt automatisch geactiveerd wanneer de accu een
kritiek laag ladingsniveau bereikt. In de sluimerstand wordt uw werk opgeslagen in een sluimerstandbestand op de vaste schijf en wordt de computer uitgeschakeld.
De
OPMERKING: U kunt de hibernationstand ook handmatig activeren. Raadpleeg De slaapstand
handmatig activeren of beëindigen op pagina 46 en Slaapstand handmatig activeren en hibernationstand beëindigen (alleen bepaalde modellen) op pagina 47.
VOORZICHTIG: Activeer de slaapstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een
schijf of een externe mediakaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van de audio- of videokwaliteit, verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens.
OPMERKING: Wanneer de computer in de slaapstand of de hibernationstand staat, is het niet
mogelijk om netwerkverbindingen te maken of de computer te gebruiken.

De slaapstand handmatig activeren of beëindigen

Als de computer ingeschakeld is, kunt u als volgt de slaapstand activeren:
Druk kort op de aan/uit-knop.
Veeg vanaf de rechterhoek van het TouchPad of touchscreen om de charms weer te
geven, tik op Instellingen, tik op het pictogram Energie en tik op Slaapstand.
– of –
Wijs vanuit het startscherm naar de rechterboven- of onderhoek van het scherm.
Wanneer de lijst met charms wordt geopend, klikt u achtereenvolgens op Instellingen, het pictogram Energie en Slaapstand.
46 Hoofdstuk 6 Energiebeheer
U beëindigt de slaapstand als volgt:
Druk op de Windows-knop.
Druk kort op de aan/uit-knop.
Als het beeldscherm is gesloten en het tablet aangesloten is op het toetsenbord, opent u het
beeldscherm.
Druk op een toets op het toetsenbord.
Tik op of veeg over het touchpad.
Wanneer de slaapstand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en wordt het scherm weergegeven zoals dit was toen u stopte met werken en de slaapstand werd geactiveerd.
OPMERKING: Als u op de computer een wachtwoord hebt ingesteld voor het beëindigen van de
slaap- of sluimerstand, dan moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat uw werk opnieuw wordt weergegeven.

Slaapstand handmatig activeren en hibernationstand beëindigen (alleen bepaalde modellen)

U kunt gebruikers als volgt de hibernationstand handmatig laten activeren en energiebeheerinstellingen en time-outs laten wijzigen via het onderdeel Energiebeheer.
1. Typ energie op het startscherm, selecteer Instellingen en selecteer daarna Energiebeheer
uit de lijst van applicaties.
2. Klik in het linkerdeelvenster op Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Selecteer bij Actie als ik op de aan/uit-knop druk de optie Sluimerstand.
5. Klik op Wijzigingen opslaan.
Wanneer de hibernationstand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en wordt het scherm weer weergegeven.
OPMERKING: Als u een wachtwoord hebt ingesteld voor het uit de slaapstand komen, dan moet u
uw Windows-wachtwoord invoeren voordat de computer uw werk opnieuw weergeeft.

Wachtwoordbeveiliging instellen bij uit slaapstand komen

Ga als volgt te werk om in te stellen dat een wachtwoord moet worden opgegeven bij het beëindigen van de slaapstand of de hibernationstand:
1. Typ energie in het startscherm en selecteer Instellingen en vervolgens Energiebeheer.
2. Klik in het linkerdeelvenster op Een wachtwoord vereisen bij uit slaapstand komen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Klik op Een wachtwoord vereisen (aanbevolen).
OPMERKING: Als u een wachtwoord voor een gebruikersaccount moet instellen of het huidige
wachtwoord voor uw gebruikersaccount wilt wijzigen, klikt u op Het wachtwoord voor uw gebruikersaccount instellen of wijzigen en volgt u de instructies op het scherm. Als u geen
gebruikerswachtwoord hoeft te maken of te wijzigen, gaat u naar stap 5.
5. Klik op Wijzigingen opslaan.
Slaapstand of hibernationstand activeren 47

Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken

De energiemeter bevindt zich op het bureaublad van Windows. Met behulp van de energiemeter krijgt u snel toegang tot de instellingen van Energiebeheer en kunt u de resterende acculading bekijken.
Wijs op het Windows-bureaublad op het pictogram van de energiemeter om de acculading en
het huidige energiebeheerschema weer te geven.
Klik op het pictogram van de energiemeter en selecteer een item in de lijst om toegang te krijgen
tot Energiebeheer. U kunt ook energie intypen, Instellingen selecteren, en daarna Energiebeheer selecteren.
Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt. Als de accu een laag of kritiek laag ladingsniveau heeft bereikt, geeft het pictogram ook een bericht weer.

Werkt op accuvoeding

Wanneer zich een opgeladen accu in het tablet bevindt en het tablet niet is aangesloten op een externe voedingsbron, werkt het tablet op accuvoeding. Wanneer een opgeladen accu op het tablet geïnstalleerd is en de netvoedingsadapter losgekoppeld wordt van het tablet, schakelt het tablet automatisch over naar accuvoeding en wordt de helderheid van het beeldscherm automatisch verlaagd om accuvoeding te besparen. Een accu in het tablet wordt langzaam ontladen wanneer het tablet is uitgeschakeld en niet is aangesloten op een externe voedingsbron. Op bepaalde computermodellen bevindt zich een tweede accu in het toetsenbord. Wanneer het tablet aangesloten is op het toetsenbord wordt het systeem gevoed door de accu van het toetsenbord tot de accu van het toetsenbord een kritiek niveau bereikt. Daarna schakelt het systeem over op de accu van het tablet.
De accuwerktijd van de accu van een computer kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer, geopende programma's, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die op het tablet is aangesloten, en andere factoren.
OPMERKING: Op bepaalde computermodellen bevindt zich een secundaire accu in het
toetsenbord. Wanneer het tablet bevestigd is op het toetsenbord, wordt het systeem gevoed door de accu van het toetsenbord.

In de fabriek verzegelde accu

De computer heeft een of twee interne oplaadbare accu's die alleen mogen worden vervangen door een geautoriseerde serviceaanbieder. Zie uw accu in goede staat te houden. Als u de status van de accu wilt bekijken, of als de accu leeg is, voert u Accucontrole uit in Help en ondersteuning. Voor informatie over de accu typt u support in het startscherm, selecteert u de app HP Support Assistant en selecteert u vervolgens Accu en prestaties. Als in Accucontrole wordt aangegeven dat de accu moet worden vervangen, neemt u contact op met de ondersteuning.
Probeer de in de fabriek verzegelde accu niet te verwijderen of te vervangen. Als u de accu verwijdert of vervangt, kan dit invloed hebben op uw garantie. Als de accu leeg is, neemt u contact op met Ondersteuning.
Wanneer een accu het einde van de levensduur heeft bereikt, mag de accu niet bij het normale huishoudelijke afval worden gedeponeerd. U dient zich te houden aan de regels over het inleveren van klein chemisch afval.
Accuvoeding besparen op pagina 49 voor informatie om
48 Hoofdstuk 6 Energiebeheer

Accuvoeding besparen

Gebruik de volgende tips om acculading te besparen en de levensduur van de accu te maximaliseren:
Verlaag de helderheid van het scherm.
Selecteer de instelling Energiespaarstand in Energiebeheer.
Schakel draadloze apparaten uit wanneer u deze niet gebruikt.
Ontkoppel ongebruikte externe apparatuur die niet is aangesloten op een externe voedingsbron,
zoals een externe vaste schijf die op een USB-poort aangesloten is.
Zet alle optionele, ongebruikte externe mediakaarten stop, schakel ze uit of verwijder ze.
Activeer de slaapstand of sluit de computer af zodra u stopt met werken.

Lage acculading herkennen

Als een accu die de enige voedingsbron van de computer is, een laag of kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende:
Het acculampje (alleen bepaalde modellen) geeft een laag of kritiek laag niveau van de
acculading aan.
– of –
Het energiemeterpictogram in het systeemvak geeft een lage of kritiek lage acculading aan.
OPMERKING: zie Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken op pagina 48
voor meer informatie over de energiemeter.
Wanneer de acculading een kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende:
Als de sluimerstandvoorziening is uitgeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand
staat, blijft de computer nog even in de slaapstand staan. Vervolgens wordt de computer uitgeschakeld, waarbij niet-opgeslagen werk verloren gaat.
Als de sluimerstandvoorziening is ingeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand
staat, wordt de sluimerstand geactiveerd.

Problemen met lage acculading verhelpen

Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is
Sluit een netvoedingsadapter aan.
Sluit het toetsenbord aan op het tablet.
Sluit een optionele netvoedingsadapter die als accessoire bij HP is aangeschaft aan.
Lage acculading verhelpen wanneer geen voedingsbron beschikbaar is
Sla uw werk op en sluit de computer af.
Werkt op accuvoeding 49
Lage acculading verhelpen wanneer de computer de sluimerstand niet kan beëindigen
Als de computer niet voldoende acculading heeft om de sluimerstand te beëindigen, gaat u als volgt te werk:
1. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en op een externe voedingsbron.
2. Beëindig de sluimerstand door op de aan/uit-knop te drukken.

Uitvoeren met externe voedingsbron

Raadpleeg de poster Installatie-instructies, die u vindt in de doos van de computer, voor informatie over het aansluiten van de computer op netvoeding.
De computer gebruikt geen accuvoeding wanneer de computer is aangesloten op een externe voedingsbron via een goedgekeurde netvoedingsadapter of een optioneel docking- of uitbreidingsapparaat.
WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde
netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter.
Sluit de computer aan op een externe netvoedingsbron in de volgende situaties:
WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig.
Wanneer u een accu oplaadt of kalibreert.
Wanneer u systeemsoftware installeert of aanpast.
Wanneer u informatie schrijft naar een schijf (alleen bepaalde modellen).
Wanneer u Schijfdefragmentatie uitvoert op computers met interne vaste schijven
Wanneer u een back-up of hersteltaak uitvoert.
Wanneer u de computer op een externe voedingsbron aansluit:
De accu wordt opgeladen.
De helderheid van het beeldscherm wordt verhoogd.
Het pictogram van de energiemeter op het Windows-bureaublad verandert van vorm.
Als u de computer loskoppelt van externe netvoeding, gebeurt het volgende:
De computer schakelt over naar accuvoeding.
De helderheid van het beeldscherm wordt automatisch verlaagd om accuvoeding te besparen.
Het pictogram van de energiemeter op het Windows-bureaublad verandert van vorm.

Energieproblemen oplossen

Test de netvoedingsadapter als de computer een van de volgende symptomen vertoont nadat deze is aangesloten op de netvoeding:
De computer wordt niet ingeschakeld.
Het display wordt niet ingeschakeld.
De aan/uit-lampjes zijn uit.
50 Hoofdstuk 6 Energiebeheer
Ga als volgt te werk om de netvoedingsadapter te testen:
1. Schakel de computer uit.
2. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en steek de stekker van de adapter in het
stopcontact.
3. Schakel de computer in.
Als de aan/uit-lampjes aan gaan, werkt de netvoedingsadapter naar behoren.
Als de aan/uit-lampjes uit blijven, controleert u of de netvoedingsadapter op de juiste wijze
is aangesloten op de computer en op het stopcontact.
Als de netvoedingsadapter op de juiste wijze is aangesloten maar de aan/uit-lampjes toch
uit blijven, werkt de netvoedingsadapter niet en moet deze worden vervangen.
Neem contact op met de ondersteuning voor informatie over het verkrijgen van een vervangende netvoedingsadapter.

Computer afsluiten (uitschakelen)

VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt
opgeslagen. Zorg ervoor dat uw werk is opgeslagen voordat u de computer afsluit.
Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Sluit de computer af in de volgende gevallen:
Wanneer u externe hardware aansluit die niet op een USB- of videopoort kan worden
aangesloten
Wanneer de computer lange tijd niet wordt gebruikt en de externe voedingsbron wordt
losgekoppeld
Hoewel u de computer kunt uitschakelen met de aan/uit-knop, is het aan te raden om de opdracht Afsluiten van Windows te gebruiken:
OPMERKING: Als de computer in de slaap- of sluimerstand staat, moet u eerst de slaap- of
sluimerstand beëindigen voordat u de computer kunt uitschakelen.
1. Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's af.
2. Wijs de rechterbovenhoek of -benedenhoek van het startscherm aan om de charms weer te
geven.
3. Klik op Instellingen, klik op het pictogram Energie en klik daarna op Afsluiten.
Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de hiervoor beschreven afsluitprocedures te gebruiken, probeert u de volgende noodprocedures in de beschreven volgorde:
Als het tablet niet reageert kunt u het als volgt afsluiten:
Druk gelijktijdig op de Windows-toets en de aan/uit-knop.
Wanneer het tablet niet reageert terwijl het op het toetsenbord aangesloten is, kunt u dit als volgt afsluiten:
Druk op ctrl+alt+delete, klik op het pictogram Energie en selecteer daarna Afsluiten.
Houd de aan/uit-knop minimaal vijf seconden ingedrukt.
Koppel de computer los van de externe voedingsbron.
Computer afsluiten (uitschakelen) 51

7 Computer onderhouden

Het is zeer belangrijk om de computer regelmatig te onderhouden, zodat deze optimaal blijft functioneren. Dit hoofdstuk bevat informatie over het verbeteren van de prestaties van de computer door de uitvoering van hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentie en Schijfopruiming. Het biedt ook informatie over het updaten van programma's en stations, instructies voor het reinigen van de computer en tips voor het reizen met de computer.

Prestaties verbeteren

Iedereen wil een snelle computer. Door de computer regelmatig te onderhouden met hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming, kunt u de prestaties van de computer drastisch verbeteren. Naarmate de computer ouder wordt, kunt u ook overwegen grotere vaste schijven te installeren of meer geheugen toe te voegen.

Omgaan met schijfeenheden

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het hanteren van schijfeenheden:
Schakel de computer uit voordat u een schijfeenheid installeert of verwijdert. Als u niet zeker
weet of de computer is afgesloten of in de slaap- of sluimerstand staat, schakelt u de computer in en vervolgens via het besturingssysteem weer uit.
Raak, voordat u de schijfeenheid aanraakt, eerst het ongeverfde metalen oppervlak van de
schijfeenheid aan, zodat u niet statisch geladen bent.
Raak de connectorpinnen op een verwisselbare schijf of op de computer niet aan.
Gebruik niet te veel kracht wanneer u een schijfeenheid in een schijfruimte plaatst.
Zorg ervoor dat de accu voldoende is opgeladen alvorens naar een medium te schrijven
wanneer de accu de enige voedingsbron is.
Verzend een schijfeenheid in goed beschermend verpakkingsmateriaal, zoals noppenfolie.
Vermeld op de verpakking dat het om breekbare apparatuur gaat.
Stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van beveiligingsapparatuur
met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven. In beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt gescand, worden röntgenstralen gebruikt in plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan schijfeenheden.
Verwijder het medium uit een schijfeenheid alvorens de schijfeenheid uit de schijfruimte te
verwijderen, of voordat u een schijfeenheid meeneemt op reis, verzendt of opbergt.
Gebruik het toetsenbord niet en verplaats de computer niet terwijl een optischeschijfeenheid
naar een schijf schrijft. Het schrijfproces is gevoelig voor trillingen.
Activeer de slaapstand en wacht tot het scherm leeg is, of ontkoppel de externe vaste schijf op
de correcte wijze, voordat u een computer verplaatst waarop een externe vaste schijf is aangesloten.
52 Hoofdstuk 7 Computer onderhouden

Schijfdefragmentatie gebruiken

Bij het gebruik van de raken de bestanden op de vaste schijf in de loop der tijd gefragmenteerd. Als de vaste schijf gefragmenteerd is, betekent dit dat de gegevens op de vaste schijf niet aaneengesloten (opeenvolgend) zijn. Hierdoor moet de vaste schijf harder werken om de bestanden te vinden, waardoor de computer trager wordt. Met Schijfdefragmentatie worden de gefragmenteerde bestanden en mappen samengevoegd (of fysiek gereorganiseerd) op de vaste schijf, zodat het systeem efficiënter werkt.
OPMERKING: Schijfdefragmentatie hoeft niet te worden uitgevoerd voor SSD's (solid-state drives).
Nadat u Schijfdefragmentatie heeft gestart, werkt deze toepassing zelfstandig verder. Al naar gelang de grootte van de vaste schijf en het aantal gefragmenteerde bestanden kan de defragmentatie meer dan een uur in beslag nemen.
HP adviseert u om de vaste schijf minstens één keer per maand te defragmenteren. U kunt instellen dat Schijfdefragmentatie maandelijks wordt uitgevoerd, maar u kunt ook op elk gewenst moment Schijfdefragmentatie handmatig starten.
U gebruikt Schijfdefragmentatie als volgt:
1. Sluit de computer aan op een netvoedingsbron.
2. Typ d op het startscherm en typ daarna schijf in het zoekvak. Selecteer Instellingen en
selecteer daarna De stations defragmenteren en optimaliseren.
3. Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg voor meer informatie de helpfunctie van Schijfdefragmentatie.

Schijfopruiming gebruiken

Met Schijfopruiming wordt op de vaste schijf gezocht naar overbodige bestanden die u veilig kunt verwijderen om schijfruimte vrij te maken, zodat de computer efficiënter werkt.
U gebruikt Schijfopruiming als volgt:
1. Typ d op het startscherm en typ daarna schijf in het zoekvak. Selecteer Instellingen en
selecteer daarna Schijfruimte vrijmaken door onnodige bestanden te verwijderen
2. Volg de instructies op het scherm.

Programma's en stations bijwerken

U wordt aangeraden regelmatig een update uit te voeren van uw programma's en stuurprogramma's, zodat u steeds over de recentste versie beschikt. Met updates kunnen problemen worden opgelost, en updates voegen nieuwe voorzieningen en opties toe aan de computer. De technologie verandert continu. Door programma's en stuurprogramma's te updaten, maakt de computer gebruik van de nieuwste technologie. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat oudere onderdelen van het videosysteem niet meer goed samenwerken met de meest recente spelsoftware. Zonder het nieuwste stuurprogramma zou u niet het beste uit de apparatuur halen.
Ga naar stuurprogramma's van HP te downloaden. U kunt u ook aanmelden voor het ontvangen van automatische updateberichten wanneer nieuwe updates beschikbaar komen.
http://www.hp.com/support om de meest recente versie van programma's en
Programma's en stations bijwerken 53

Computer schoonmaken

Gebruik de volgende producten voor het veilig reinigen van uw computer:
Dimethylbenzylammoniumchloride met een maximale concentratie van 0,3 procent
(bijvoorbeeld: wegwerpdoekjes; deze zijn onder veel merknamen in de handel verkrijgbaar.)
Glasreinigingsmiddel zonder alcohol
Water met milde zeepoplossing
Droge microvezel-reinigingsdoek of een zeemlap (antistatische doek zonder olie)
Antistatische veegdoekjes
VOORZICHTIG: Gebruik geen schoonmaakmiddelen die permanente schade aan uw computer
kunnen veroorzaken. U kunt een bepaald schoonmaakmiddel pas gebruiken als u zeker weet dat het geen alcohol, aceton, ammoniumchloride, methyleenchloride of koolwaterstoffen bevat.
Materiaal met vezels, zoals papieren doekjes, kunnen de computer bekrassen. In de loop van de tijd kunnen er vuildeeltjes en reinigingsmiddelen in de krassen achterblijven.

Reinigingsprocedures

Volg de in dit gedeelte beschreven procedures voor het veilig reinigen en desinfecteren van uw computer.
WAARSCHUWING! Probeer de computer niet schoon te maken terwijl deze is ingeschakeld, om
het risico van elektrische schokken of schade aan onderdelen te beperken.
Schakel de computer uit.
Koppel de externe voedingsbron los.
Koppel alle externe apparaten los.
VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, mag u geen
schoonmaakmiddelen of vloeistoffen direct op het oppervlak van de computer spuiten. Als er vloeistoffen op het oppervlak terecht komen, kunnen er interne onderdelen beschadigd raken.
Scherm reinigen (All-in-Ones, notebooks of tablets)
Veeg het display met een zacht, pluisvrij en met een alcoholvrij glasreinigingsmiddel bevochtigd doekje schoon. Controleer of het display droog is voordat u de computer sluit.
Randen of deksel reinigen
Gebruik voor het reinigen van de randen of het deksel een zachte microvezel-doek of een zeemlap die bevochtigd is met een van de eerder genoemde reinigingsmiddelen, of gebruik een aanvaardbaar wegwerpdoekje.
OPMERKING: Verwijder wanneer u het deksel van de computer reinigt, het vuil door ronddraaiende
bewegingen te maken.
Touchpad, toetsenbord of muis reinigen
WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuiger om het toetsenbord te reinigen, om het risico van een
elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken. Een stofzuiger kan stofdeeltjes op het oppervlak van het toetsenbord achterlaten.
54 Hoofdstuk 7 Computer onderhouden
VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat er
geen vloeistof tussen de toetsen komt.
Gebruik voor het reinigen van het touchpad, het toetsenbord of de muis een zachte microvezel-
doek of een zeemlap die bevochtigd is met een van de eerder genoemde reinigingsmiddelen, of gebruik een wegwerpdoekje.
Om te voorkomen dat de toetsen vast komen te zitten en om vuil, pluizen en vuildeeltjes te
verwijderen, gebruikt u een spuitbus met perslucht en een rietje.

Reizen met de computer of de computer transporteren

Als u de computer wilt meenemen op reis of de computer wilt transporteren, neem dan de volgende tips in acht om de apparatuur te beschermen.
Ga als volgt te werk om de computer gereed te maken voor transport:
Sluit het tablet op het toetsenbord aan om het scherm van het tablet te beschermen.
Maak een back-up van uw gegevens op een externe schijfeenheid.
Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals geheugenkaarten, uit de
computer.
Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los.
Schakel de computer uit.
Neem een back-up van uw gegevens mee. Bewaar de back-up niet bij de computer.
Als u moet vliegen, neem de computer dan mee als handbagage; geef de computer niet af met
uw overige bagage.
VOORZICHTIG: stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van
beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven. In beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt gescand, worden röntgenstralen gebruikt in plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan schijfeenheden.
Als u de computer tijdens een vlucht wilt gebruiken, luister dan naar dan naar mededelingen
tijdens de vlucht waarin wordt aangegeven wanneer u de computer mag gebruiken. Elke maatschappij heeft eigen regels voor het gebruik van computers tijdens vluchten.
Verzend een computer of schijfeenheid in goed beschermend verpakkingsmateriaal. Vermeld op
de verpakking dat het om breekbare apparatuur gaat.
Als op de computer een apparaat voor draadloze communicatie is geïnstalleerd, is het mogelijk
dat het gebruik van dit apparaat in sommige omgevingen aan voorwaarden gebonden is. Dit kan het geval zijn aan boord van een vliegtuig, in ziekenhuizen, in de buurt van explosieven en op gevaarlijke locaties. Als u niet zeker weet wat het beleid is voor het gebruik van een bepaald apparaat, kunt u het beste vooraf toestemming vragen voordat u de computer gebruikt.
Neem de volgende suggesties in acht als u de computer in het buitenland wilt gebruiken:
Informeer naar de douanebepalingen voor computers in de landen of regio's die u gaat
bezoeken.
Controleer de netsnoer- en adaptervereisten voor elke locatie waar u de computer wilt
gebruiken. De netspanning, frequentie en stekkers kunnen per land of regio verschillen.
Reizen met de computer of de computer transporteren 55
WAARSCHUWING! Gebruik voor de computer geen adaptersets die voor andere
apparaten zijn bedoeld, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken.
56 Hoofdstuk 7 Computer onderhouden

8 Computer en gegevens beveiligen

Tabletbeveiliging is essentieel om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van uw gegevens te waarborgen. Standaardbeveiligingsoplossingen die worden geboden door het besturingssysteem Windows, applicaties van HP, Setup Utility (BIOS), dat geen deel uitmaakt van Windows, en andere software van derden kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens beschermen tegen uiteenlopende risico's, zoals virussen, wormen en andere types schadelijke code.
BELANGRIJK: Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk genoemde beveiligingsvoorzieningen
beschikbaar op uw computer.
Risiso's voor het tablet Beveiligingsvoorziening
Gebruik van de computer door onbevoegden Opstartwachtwoord
Computervirussen Antivirussoftware
Ongeoorloofde toegang tot gegevens Firewallsoftware
Ongeoorloofde toegang tot de instellingen van Setup Utility (BIOS) en overige systeemidentificatiegegevens
Huidige of toekomstige bedreigingen van de computer Software-updates
Ongeoorloofde toegang tot Windows-gebruikersaccounts Gebruikerswachtwoord
Ongeoorloofd meenemen van de computer Beveiligingskabelslot

Wachtwoorden gebruiken

Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens te beveiligen en online transacties te beveiligen. Er kunnen verschillende types wachtwoorden worden ingesteld. Toen u bijvoorbeeld de computer voor de eerste keer gebruikte, werd u verzocht een gebruikerswachtwoord te maken ter beveiliging van de computer. Aanvullende wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in Setup Utility (BIOS) van HP, dat geen deel uitmaakt van Windows en dat vooraf is geïnstalleerd op de computer.
Wellicht vindt u het handig om hetzelfde wachtwoord te gebruiken voor een voorziening van Setup Utility (BIOS) en een beveiligingsvoorziening van Windows.
Maak gebruik van de volgende tips voor het maken en opslaan van wachtwoorden:
Om het risico te beperken dat u geen toegang meer heeft tot bepaalde voorzieningen van de
computer, moet elk wachtwoord worden vastgelegd en op een veilige plaats worden bewaard. Bewaar de wachtwoorden niet in een bestand op de computer.
Beheerderswachtwoord
Volg, bij het maken van wachtwoorden, de voorschriften die worden gesteld door het
programma.
Wijzig uw wachtwoorden minstens één keer per drie maanden.
Een ideaal wachtwoord is lang en bestaat uit letters, leestekens, symbolen en cijfers.
Voordat u de computer verzendt voor reparatie, maakt u een back-up van uw bestanden.
Verwijder daarna vertrouwelijke bestanden en alle wachtwoordinstellingen.
Wachtwoorden gebruiken 57
Als u meer informatie wilt over Windows-wachtwoorden, zoals een wachtwoord voor schermbeveiliging, typt u support in het startscherm en selecteert u de app HP Support Assistant.

Windows-wachtwoorden instellen

Wachtwoord Functie
Gebruikerswachtwoord Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount.
Beheerderswachtwoord Beveiligt de toegang tot de inhoud van de computer op
beheerdersniveau.
OPMERKING: met dit wachtwoord krijgt u geen toegang
tot de inhoud van Setup Utility (BIOS).

Setup Utility (BIOS)-wachtwoorden instellen

Wachtwoord Functie
Beheerderswachtwoord
OPMERKING: het beheerderswachtwoord kan worden
gebruikt in plaats van het opstartwachtwoord.
OPMERKING: Uw beheerderswachtwoord is niet
uitwisselbaar met een beheerderswachtwoord dat is ingesteld in Windows en wordt niet getoond wanneer het wordt ingesteld, ingevoerd, gewijzigd of verwijderd.
OPMERKING: Als u het opstartwachtwoord bij de eerste
wachtwoordcontrole invoert, moet u het beheerderswachtwoord invoeren om Setup Utility (BIOS) te openen.
Dit wachtwoord moet worden opgegeven om toegang te krijgen tot Setup Utility (BIOS).
Als u het beheerderswachtwoord vergeten bent, kunt u Setup Utility (BIOS) niet openen.
Opstartwachtwoord Dit wachtwoord moet telkens worden ingevoerd
Ga als volgt te werk om een beheerderswachtwoord of een opstartwachtwoord in te stellen, te wijzigen of te verwijderen in Setup Utility (BIOS):
1. Om Setup Utility (BIOS) te openen schakelt u de computer in of start deze opnieuw op, drukt
snel op esc en daarna op f10.
2. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) en volg de instructies op het scherm.
De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
58 Hoofdstuk 8 Computer en gegevens beveiligen
wanneer u de computer inschakelt of opnieuw opstart.
Als u het opstartwachtwoord vergeet, kunt u de
computer niet meer inschakelen of opnieuw opstarten.
OPMERKING: het beheerderswachtwoord kan worden
gebruikt in plaats van het opstartwachtwoord.
OPMERKING: Een opstartwachtwoord wordt niet getoond
als het wordt ingesteld, ingevoerd, gewijzigd of verwijderd.
TPM Embedded Security-apparaat (apparaat voor TPM geïntegreerde beveiliging - alleen bepaalde modellen)
TPM (Trusted Platform Module) voorziet in extra beveiliging voor de computer. U kunt de TPM­instellingen wijzigen in Setup Utility. Zie
Diagnostics (UEFI) op pagina 62 voor informatie over het wijzigen van Setup Utility-instellingen.
In de volgende tabel worden de TPM-instellingen in Setup Utility beschreven.
Instellingen Functie
TPM Embedded Security Device Available/Hidden
TPM Status Enabled/Disabled
Het gebruik van de Setup Utility (BIOS) en HP PC Hardware
Als het beheerderswachtwoord is ingesteld, kunt u Available
(Beschikbaar) selecteren.
Als u Hidden (Verborgen) selecteert, is het TPM-apparaat niet zichtbaar
in het besturingssysteem.
Als het beheerderswachtwoord niet is ingesteld of als TPM Embedded
Security Device is ingesteld op Hidden (Verborgen), is deze optie verborgen.
Deze waarde geeft de huidige fysieke toestand van de TPM aan. De
toestand is "ingeschakeld" of "uitgeschakeld" en wordt bepaald door de instelling van Embedded Security State (Toestand van geïntegreerde beveiliging).
Embedded Security State No Operation/Disabled/ Enabled
Als het beheerderswachtwoord niet is ingesteld of als TPM Embedded
Security Device is ingesteld op Hidden (Verborgen), is deze optie verborgen.
U kunt de TPM-functie in- of uitschakelen.
De volgende keer dat de computer wordt opgestart nadat de TPM-functie
is ingesteld, wordt deze waarde ingesteld op No Operation (Geen bedrijf).
TPM Set to Factory Defaults No/Yes
Als het beheerderswachtwoord niet is ingesteld of als TPM Embedded
Security Device is ingesteld op Hidden (Verborgen), is deze optie verborgen.
Als Embedded Security State is ingesteld op Enabled, selecteert u Yes
om de fabrieksinstellingen van de TPM te herstellen. Druk daarna op f10 om de instellingen op te slaan en het programma af te sluiten. Het bevestigingsbericht Clear the TPM (TPM wissen) verschijnt. Druk op f1 om de TPM te resetten of druk op f2 om de actie te annuleren.
TPM Embedded Security-apparaat (apparaat voor TPM geïntegreerde beveiliging - alleen
bepaalde modellen)
59

Internetbeveiligingssoftware gebruiken

Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, wordt de computer blootgesteld aan computervirussen, spyware en andere online bedreigingen. Om de computer te beschermen, kan op de computer vooraf internetbeveiligingssoftware zijn geïnstalleerd met antivirus­en firewallvoorzieningen. Deze software wordt dan aangeboden als proefversie. Het is noodzakelijk om beveiligingssoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen pas ontdekte virussen en andere veiligheidsrisico's. Wij raden u dringend aan de proefaanbieding te upgraden of de door u gewenste software aan te schaffen om de computer volledig te beveiligen.

Antivirussoftware gebruiken

Computervirussen kunnen programma's, hulpprogramma's of het besturingssysteem buiten werking stellen of de werking ervan verstoren. Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en vernietigd. In de meeste gevallen kan ook schade die door virussen is aangericht, worden hersteld.
Het is noodzakelijk om antivirussoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen pas ontdekte virussen.
Er is op uw computer mogelijk een antivirusprogramma vooraf geïnstalleerd. Wij raden u aan de door u gewenste antivirussoftware te gebruiken om uw computer volledig te beveiligen.
Voor meer informatie over computervirussen typt u in het startscherm support en selecteert u de app HP Support Assistant.

Firewallsoftware gebruiken

Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een firewall kan software zijn die u op de computer en/of het netwerk installeert, of een combinatie van hardware en software.
Er zijn twee soorten firewalls waaruit u kunt kiezen:
hostgebaseerde firewallsoftware die alleen de computer beschermt waarop deze is
geïnstalleerd;
netwerkgebaseerde firewalls die tussen het ADSL- of kabelmodem en uw thuisnetwerk worden
geïnstalleerd om alle computers in het netwerk te beschermen.
Wanneer een firewall is geïnstalleerd op een systeem, worden alle gegevens die vanaf en naar het systeem worden verzonden, gecontroleerd en vergeleken met een reeks door de gebruiker gedefinieerde beveiligingscriteria. Gegevens die niet aan deze criteria voldoen, worden geblokkeerd.

Software-updates installeren

Software van HP, Microsoft Windows en derden die op de computer is geïnstalleerd, moet periodiek worden bijgewerkt om veiligheidsproblemen op te lossen en de prestaties van de software te verbeteren. Raadpleeg

Essentiële beveiligingsupdates installeren

Programma's en stations bijwerken op pagina 53 voor meer informatie.
Het verdient aanbeveling periodiek een update uit te voeren van de software en stations die oorspronkelijk op de computer waren geïnstalleerd. Ga naar recentste versies te downloaden. Hier kunt u zich ook aanmelden voor het ontvangen van automatische updateberichten wanneer nieuwe updates beschikbaar komen.
60 Hoofdstuk 8 Computer en gegevens beveiligen
http://www.hp.com/go/contactHP om de
Als u na de aanschaf van de computer software van derden geïnstalleerd hebt, update deze software dan regelmatig. Softwarefabrikanten bieden software-updates van hun producten om beveiligingsproblemen te corrigeren en de functionaliteit van de software te verbeteren.

Software-updates van HP en derden installeren

Het verdient aanbeveling periodiek een update uit te voeren van de software en stations die oorspronkelijk op de computer waren geïnstalleerd. Ga naar recentste versies te downloaden. Hier kunt u zich ook aanmelden voor het ontvangen van automatische updateberichten wanneer nieuwe updates beschikbaar komen.
Als u software van derden heeft geïnstalleerd na de aanschaf van de computer, voert u periodiek een update van die software uit. Softwarebedrijven voorzien in software-updates van hun producten om veiligheidsproblemen op te lossen en de functionaliteit van de software te verbeteren.
http://www.hp.com/go/contactHP om de

Draadloos netwerk beveiligen

Schakel bij het installeren van een draadloos netwerk altijd de veiligheidsvoorzieningen in. Raadpleeg
Draadloos netwerk beveiligen op pagina 22 voor meer informatie.

Back-up maken van software-applicaties en gegevens

Maak regelmatig een back-up van uw software-applicaties en gegevens om deze te beveiligen tegen permanent verlies of schade door een virusaanval of een software- of hardwarestoring. Zie
maken, herstellen en bestanden terugzetten op pagina 65 voor meer informatie.
Back-ups
Draadloos netwerk beveiligen 61
9 Het gebruik van de Setup Utility (BIOS)
en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
Setup Utility ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals de schijfeenheden, het scherm, het toetsenbord, de muis en de printer). Setup Utility (BIOS) bevat ook instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.

Setup Utility (BIOS) starten

Om Setup Utility (BIOS) te openen schakelt u de computer in of start deze opnieuw op, drukt snel op
esc en daarna op f10.
Informatie over navigeren in Setup Utility (BIOS) wordt onder op het scherm weergegeven.
OPMERKING: wees uiterst voorzichtig met het aanbrengen van wijzigingen in Setup Utility (BIOS).
Fouten kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.

BIOS-update uitvoeren

Mogelijk zijn op de website van HP bijgewerkte versies van het BIOS beschikbaar.
De meeste BIOS-updates op de website van HP zijn ingepakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaqs worden genoemd.
Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie over de installatie en het oplossen van problemen.

BIOS-versie vaststellen

Als u wilt vaststellen of er een recentere BIOS-versie beschikbaar is voor de computer, moet u weten welke versie van het systeem-BIOS momenteel is geïnstalleerd.
Informatie over de BIOS-versie (ook wel ROM-datum of systeem-BIOS) genoemd) kunt u weergeven door te drukken op fn+esc (als Microsoft Windows al is gestart) of door Setup Utility (BIOS) te gebruiken.
1. Start Setup Utility (BIOS) (zie
2. Gebruik de pijltoetsen voor het selecteren van Main (Hoofdmenu) en noteer dan het BIOS-
versienummer.
3. Als u Setup Utility (BIOS) wilt afsluiten zonder uw wijzigingen op te slaan, gebruikt u de
pijltoetsen om Exit (Afsluiten) te selecteren, selecteer Exit Discarding Changes (Afsluiten en wijzigingen niet opslaan), en druk daarna op enter.
4. Klik op Ja.
Setup Utility (BIOS) starten op pagina 62).
62 Hoofdstuk 9 Het gebruik van de Setup Utility (BIOS) en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)

BIOS-update downloaden

VOORZICHTIG: om het risico van schade aan de computer of een mislukte installatie te beperken,
downloadt en installeert u een BIOS-update alleen terwijl de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet wanneer de computer op accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een optionele voedingsbron. Volg de onderstaande instructies tijdens het downloaden en installeren:
Schakel de stroomvoorziening van de computer niet uit door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen.
Sluit de computer niet af en activeer de slaapstand niet.
Zorg dat u geen apparaten, kabels of snoeren plaatst, verwijdert, aansluit of loskoppelt.
1. Typ support in het startscherm en selecteer de app HP Support Assistant.
2. Klik op Updates and tune-ups (Updates en verbeteringen) en klik vervolgens op Check for HP
updates now (Nu controleren op HP-updates).
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Voer in de downloadsectie de volgende stappen uit:
a. Zoek de BIOS-update die recenter is dan de BIOS-versie die momenteel op de computer is
geïnstalleerd en vergelijk ze. Als de update recenter is dan het BIOS, noteert u de datum, naam of een ander typerend kenmerk van de update. Aan de hand van deze gegevens kunt u de update terugvinden nadat deze naar de vaste schijf is gedownload.
b. Volg de instructies op het scherm om uw selectie te downloaden naar de vaste schijf.
Als de update recenter is dan uw BIOS, noteer het pad naar de locatie op uw vaste schijf waar de BIOS update gedownload is. U heeft dit pad nodig wanneer u klaar bent om de update te installeren.
OPMERKING: als de computer is aangesloten op een netwerk, raadpleegt u de
netwerkbeheerder voordat u software-updates installeert, vooral als het gaat om updates van het systeem-BIOS.
De procedures voor de installatie van BIOS-updates kunnen verschillen. Volg de instructies die op het scherm verschijnen nadat het downloaden is voltooid. Als er geen instructies verschijnen, gaat u als volgt te werk:
1. Typ h op het startscherm en selecteer Bestandsverkenner.
2. Klik op Computer en klik daarna op uw aanduiding vaste schijf. De vasteschijfaanduiding is
gewoonlijk lokale schijf (C:).
3. Maak gebruik van het eerder genoteerde pad en open de map op de vaste schijf die de update
bevat.
4. Dubbelklik op het bestand met de extensie .exe (bijvoorbeeld bestandsnaam.exe).
De installatie van het BIOS begint.
5. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
OPMERKING: nadat op het scherm is aangegeven dat de installatie is geslaagd, kunt u het
gedownloade bestand van de vaste schijf verwijderen.
BIOS-update uitvoeren 63

Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)

HP PC Hardware Diagnostics is een Unified Extensible Firmware Interface (UEFI) waarmee u diagnostische tests kunt uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt buiten het besturingssysteem uitgevoerd om hardwareproblemen te kunnen isoleren van problemen die worden veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten.
U kunt HP PC Hardware Diagnostics UEFI als volgt starten:
1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc, en druk daarna op f2.
Het BIOS zoekt op drie plaatsen naar de hulpprogramma's van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) in de volgende volgorde:
a. Aangesloten USB-station
OPMERKING: Zie HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat
downloaden op pagina 64 om het hulpprogramma van HP PC Hardware Diagnostics
(UEFI) naar een USB-station te downloaden.
b. Vaste schijf
c. BIOS
2. Klik op het type diagnosetest die u wilt uitvoeren en volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt stoppen, drukt u op esc.

HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden

OPMERKING: De instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) zijn
alleen beschikbaar in het Engels.
1. Ga naar http://www.hp.com.
2. Klik op Ondersteuning en drivers en klik vervolgens op Drivers en downloads.
3. Voer de productnaam in het tekstvak in en klik op Start.
4. Selecteer achtereenvolgens uw computermodel en uw besturingssysteem.
5. Klik in het gedeelte Diagnostic op HP UEFI Support Environment (Omgeving voor HP UEFI-
ondersteuning).
– of –
Klik op Downloaden en selecteer Uitvoeren.
64 Hoofdstuk 9 Het gebruik van de Setup Utility (BIOS) en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
10 Back-ups maken, herstellen en
bestanden terugzetten
Uw computer is uitgerust met door HP en Windows geleverde hulpprogramma's om uw gegevens te beschermen en zo nodig op te halen. Deze hulpmiddelen helpen u om de computer terug te brengen naar een goede werkende toestand of zelfs naar de oorspronkelijke fabriekstoestand. Dit alles met eenvoudige stappen.
De volgende onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan bod:

Herstelmedia en back-ups maken

Uw systeem herstellen en bestanden terugzetten
OPMERKING: Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de opties voor het maken, herstellen en
terugzetten van back-ups. Voor meer informatie over de geboden hulpmiddelen, zie Help en ondersteuning. Typ h op het startscherm en selecteer daarna Help en ondersteuning.
Herstelmedia en back-ups maken
In het geval van een systeemfout kunt u het systeem herstellen in de staat van de recentste back-up.
1. Nadat u de computer succesvol ingesteld heeft, maakt u HP Herstelmedia aan. Met deze stap
wordt een back-up gemaakt van de HP Herstelpartitie op de computer. De back-up kan gebruikt worden om het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw te installeren wanneer de vaste schijf beschadigd of vervangen is.
Door u gemaakte HP Herstelmedia bieden de volgende herstelopties:
Systeemherstel: installeert het oorspronkelijke besturingssysteem en de standaard
ingeschakelde programma's opnieuw.
Herstellen met geminimaliseerde installatiekopie: installeert het besturingssysteem en alle
hardwaregerelateerde stuurprogramma's en software opnieuw, maar geen andere softwaretoepassingen.
Herstel naar de fabrieksinstellingen: hiermee herstelt u de computer naar de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen door alle gegevens van de vaste schijf te verwijderen en deze opnieuw te partitioneren. Daarna installeert het het besturingssysteem en de software die standaard geïnstalleerd was opnieuw.
Herstelmedia en back-ups maken 65
Zie HP Herstelmedia maken op pagina 66.
2. Maak systeemherstelpunten wanneer u hardware en softwareapplicaties toevoegt. Een
systeemherstelpunt is een 'momentopname' van de vaste schijf dat op een bepaald tijdstip door Windows Systeemherstel wordt opgeslagen. Een systeemherstelpunt bevat informatie die Windows gebruikt, zoals registerinstellingen. Windows 8 maakt automatisch een herstelpunt tijdens Windows-updates en andere systeemonderhoudswerkzaamheden (zoals software­updates, beveiligingsscans of systeemdiagnoses). U kunt op elk gewenst moment handmatig een herstelpunt maken. Voor meer informatie en stappen om specifieke systeemherstelpunten te maken, zie Help en Ondersteuning. Typ h op het startscherm en selecteer daarna Help en
ondersteuning.
3. Maak een back-up van de systeembestanden en uw persoonlijke bestanden wanneer u foto's,
video's, muziek en andere persoonlijke bestanden toevoegt. Windows Bestandsgeschiedenis kan ingesteld worden om regelmatig en automatisch bestanden uit bibliotheken, het bureaublad, contacten en favorieten op te slaan. Als bestanden per ongeluk van de vaste schijf worden verwijderd en niet meer via de Prullenbak kunnen worden hersteld, of als bestanden beschadigd raken, kunt u de opgeslagen bestanden herkennen met Bestandsgeschiedenis. Het herstellen van specifieke bestanden is ook zinvol wanneer u de computer opnieuw wilt instellen door Windows 8 opnieuw te installeren of als u wilt herstellen met HP Herstelbeheer
OPMERKING: Bestandsgeschiedenis is standaard uitgeschakeld, dus moet de voorziening
worden ingeschakeld.
Zie Help en ondersteuning voor meer informatie over en de procedure voor het inschakelen van Windows Bestandsgeschiedenis. Typ h op het startscherm en selecteer daarna Help en
ondersteuning.

HP Herstelmedia maken

HP Herstelbeheer is een softwareprogramma dat een nieuwe manier biedt om herstelmedia te maken nadat u de computer succesvol heeft ingesteld. Met HP herstelmedia kunt u een systeemherstelprocedure uitvoeren als de vaste schijf beschadigd raakt. Het systeemherstel installeert het oorspronkelijke besturingssysteem en de programma's die standaard geïnstalleerd zijn, en configureert de instellingen van de programma's. HP herstelmedia kan ook gebruikt worden om het systeem aan te passen of voor het herstellen van de fabrieksimage wanneer u een vaste schijf vervangt.
U kunt slechts één set HP Herstelmedia maken. Wees voorzichtig met deze herstelmiddelen en
bewaar ze op een veilige plaats.
HP Herstelbeheer onderzoekt de computer en bepaalt de benodigde opslagcapaciteit voor de
lege USB-flashstation of het benodigde aantal lege dvd-schijven.
Om herstelschijven te maken, moet uw computer beschikken over een vaste schijf met de
mogelijkheid dvd's te schrijven, en dient u uitsluitend lege dvd-r, dvd+r, dvd-r dl of dvd+r dl­schijven te gebruiken. Gebruik geen lees/schrijf-schijven zoals cd±rw, dvd±rw, dubbellaags dvd ±rw en bd-re (herschrijfbare Blu-ray-schijven); deze zijn niet compatibel met de HP Herstelbeheer-software. U kunt ook een leeg USB-flashstation van hoge kwaliteit gebruiken.
Als uw computer geen geïntegreerde optische-schijfeenheid heeft met de mogelijkheid dvd's te
schrijven, maar u wilt dvd-herstelmedia maken, kunt u een (afzonderlijk aan te schaffen) optionele externe optische-schijfeenheid gebruiken om herstelschijven te maken of kunt u herstelschijven voor de computer aanvragen via de website van HP. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar
http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html. Als u een externe optische-
schijfeenheid gebruikt, moet deze direct aangesloten worden op een USB-poort op de computer;
http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar
66 Hoofdstuk 10 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten
de schijf kan niet verbonden worden met een USB-poort op een extern apparaat, zoals een USB
-hub.
Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u de herstelmedia
maakt.
Dit proces kan een uur of langer duren. Onderbreek het proces niet.
U kunt het programma eventueel afsluiten voordat u klaar bent met het maken van hersteldvd's.
HP Herstelbeheer voltooit dan het branden van de huidige dvd. De volgende keer dat u HP Herstelbeheer opent, wordt u verzocht door te gaan en worden de resterende schijven gebrand.
BELANGRIJK: Sluit tablet-pc's eerst aan op het toetsenbord voordat u met deze stappen begint
(alleen bepaalde modellen).
Om HP Herstelmedia te maken:
1. Typ h op het startscherm en selecteer HP Herstelbeheer.
2. Selecteer Herstelmedia maken en volg daarna de instructies op het scherm.
Als u het systeem wilt herstellen, zie

Herstellen en terugzetten

Er zijn verschillende opties om uw systeem te herstellen. Kies de methode die het best past bij uw situatie en expertiseniveau:
Als u uw persoonlijke documenten en gegevens op moet slaan, kunt u Windows
Bestandsgeschiedenis gebruiken om informatie uit de gemaakte back-ups te herstellen. Zie Help en ondersteuning voor meer informatie en de stappen voor het gebruik van Bestandsgeschiedenis. Typ h op het startscherm en selecteer daarna Help en ondersteuning.
Als u een probleem met een vooraf geïnstalleerde toepassing of station wilt oplossen, gebruikt u
de optie Stations en toepassingen opnieuw installeren van HP Herstelbeheer om de individuele toepassing of driver opnieuw te installeren.
Typ recovery op het startscherm, selecteer HP Recovery Manager en selecteer daarna Stations en toepassingen opnieuw installeren en volg de instructies op het scherm.
Als u het systeem naar een vorige toestand wilt herstellen zonder persoonlijke informatie te
verliezen, is Windows Systeemherstel een optie. Met systeemherstel kunt u herstellen zonder de vereisten van Windows vernieuwen of opnieuw installeren. Windows maakt automatisch een systeemherstelpunt tijdens een Windows update en andere systeemonderhoudswerkzaamheden. Zelfs als u niet handmatig een herstelpunt maakt, kunt u kiezen om te herstellen naar een automatisch gemaakt punt. Zie Help en ondersteuning voor meer informatie en de stappen voor het gebruik van Windows Systeemherstel. Typ h op het startscherm en selecteer daarna Help en ondersteuning.
HP Herstelbeheer herstellen op pagina 69.
Als u het systeem op een snelle en eenvoudige manier wilt herstellen zonder persoonlijke
informatie, instellingen of apps te verliezen die vooraf op uw computer geïnstalleerd zijn of bij de Windows Store aangeschaft zijn, overweeg het gebruik van Windows vernieuwen. Bij deze optie hoeven geen gegeves op een andere schijf opgeslagen te worden. Zie
gebruiken om snel en eenvoudig te herstellen op pagina 68.
Als u de oorspronkelijke toestand van de computer wilt herstellen biedt Windows een
eenvoudige manier om alle persoonlijke gegevens, apps en instellingen te verwijderen en Windows opnieuw te installeren.
Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren op pagina 69 voor meer informatie.
Zie
Windows vernieuwen
Herstellen en terugzetten 67
Als u uw computer opnieuw wilt instellen met een geminimaliseerde installatiekopie, kunt u
kiezen voor de HP-optie Herstellen met geminimaliseerde installatiekopie van de HP Herstelpartitie (alleen bepaalde modellen) of de HP Herstelmedia. Herstellen met geminimaliseerde installatiekopie installeert uitsluitend stations en hardware-ingeschakelde toepassingen. Andere toepassingen die horen bij de installatiekopie blijven beschikbaar voor installatie via de optie Stations en toepassingen opnieuw installeren in HP Herstelbeheer.
HP Herstelbeheer herstellen op pagina 69 voor meer informatie.
Zie
Als de originele partitionering en inhoud van de computer wilt herstellen, kunt u kiezen voor de
optie Systeemherstel van de HP herstelpartitie (alleen bepaalde modellen) of de eerder gemaakte HP herstelmedia gebruiken. Zie meer informatie. Als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt, zie
op pagina 66.
Als u de vaste schijf hebt vervangen, kunt u de optie Fabrieksinstellingen van HP Herstelmedia
gebruiken om de fabrieksinstallatiekopie naar de vervangende schijf te herstellen. Zie
Herstelbeheer herstellen op pagina 69 voor meer informatie.
Als u de herstelpartitie wilt verwijderen om ruimte op de vaste schijf terug te winnen, biedt HP
Herstelbeheer de optie Herstelpartitie verwijderen.
Zie
De HP Herstelpartitie verwijderen op pagina 71 voor meer informatie.
HP Herstelbeheer herstellen op pagina 69 voor
HP Herstelmedia maken

Windows vernieuwen gebruiken om snel en eenvoudig te herstellen

Wanneer uw computer niet correct werkt en u de systeemstabiliteit moet herstellen, kunt u met de optie Windows herstellen opnieuw beginnen maar behouden wat voor u van belang is.
HP
BELANGRIJK: Met Vernieuwen verwijdert u detraditionele toepassingen die oorspronkelijk niet
standaard op het systeem geïnstalleerd waren. Alle op de computer vooraf geïnstalleerde Windows 8-toepassingen en alle toepassingen die in de Windows Store zijn aangeschaft, worden bewaard.
OPMERKING: Tijdens Vernieuwen wordt een lijst van de verwijderde traditionele toepassingen
opgeslagen zodat u snel ziet wat u mogelijk opnieuw moet installeren. Zie Help en ondersteuning voor instructies aangaande het opnieuw installeren van traditionele toepassingen. Typ h op het startscherm en selecteer daarna Help en ondersteuning.
OPMERKING: Mogelijk wordt bij gebruik van Vernieuwen om uw toestemming of wachtwoord
gevraagd. Zie Help en ondersteuning voor meer informatie. Typ h op het startscherm en selecteer daarna Help en ondersteuning.
BELANGRIJK: Sluit tablet-pc's eerst aan op het toetsenbord voordat u met deze stappen begint
(alleen bepaalde modellen).
U start Vernieuwen als volgt:
1. Wijs de rechterbovenhoek of -benedenhoek van het startscherm aan om de charms weer te
geven.
2. Klik op Instellingen.
3. Klik op PC-instellingen wijzigen in de rechterbovenhoek van het scherm en selecteer
Standaard voor het scherm PC-instellingen.
4. Schuif de opties aan de rechterkant naar beneden om Vernieuw de pc zonder dat dit van
invloed is op bestanden weer te geven.
5. Selecteer onder Vernieuw de pc zonder dat dit van invloed is op bestanden de optie Aan de
slag en volg de instructies op het scherm.
68 Hoofdstuk 10 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten

Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren

Soms wilt u een gedetailleerde herformattering van de computer uitvoeren of wilt u persoonlijke informatie verwijderen voordat de computer wegdoet of recyclet. Het proces dat in dit gedeelte wordt beschreven biedt een snelle en eenvoudige manier om de oorspronkelijke toestand van de computer te herstellen. Deze optie verwijdert alle persoonlijke gegevens, apps en instellingen van de computer en installeert Windows opnieuw.
BELANGRIJK: Bij deze optie worden geen back-ups van uw informatie gemaakt. Maak een back-
up van alle persoonlijke informatie die u wilt behouden, voordat u deze optie gebruikt.
BELANGRIJK: Sluit tablet-pc's eerst aan op het toetsenbord voordat u met deze stappen begint
(alleen bepaalde modellen).
U kunt deze optie activeren door de f11-toets op het startscherm te gebruiken.
U gebruikt de f11-toets als volgt:
1. Druk op f11 terwijl de computer opstart.
– of –
Houd f11 ingedrukt terwijl u de aan/uit-knop indrukt.
2. Kies de toetsenbordindeling.
3. Selecteer Problemen oplossen in het menu opstartopties.
4. Selecteer Fabrieksherstel uitvoeren en volg de instructies op het scherm.
Om het startscherm te gebruiken:
1. Wijs de rechterbovenhoek of -benedenhoek van het startscherm aan om de charms weer te
geven.
2. Klik op Instellingen.
3. Klik op PC-instellingen wijzigen in de rechterbovenhoek van het scherm en selecteer
Standaard voor het scherm PC-instellingen.
4. Schuif de opties aan de rechterkant naar beneden om Alles verwijderen en Windows
opnieuw installeren.
5. Onder Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren, selecteer Aan de slag, en volg de
instructies op het scherm.

HP Herstelbeheer herstellen

Met de software HP Recovery Manager kunt u de computer terugzetten in de oorspronkelijke staat, door gebruik te maken van de eerder gemaakte HP herstelmedia of de HP herstelpartitie (alleen bepaalde modellen). Als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt, zie
op pagina 66.
HP Herstelmedia maken
Herstellen en terugzetten 69
Met de HP herstelmedia kunt uit de volgende herstelopties kiezen:
Systeemherstel: Installeert het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw en configureert de
programma's die standaard geïnstalleerd waren.
Herstellen met geminimaliseerde installatiekopie (alleen bepaalde modellen): Installeert het
besturingssysteem en alle hardware-gerelateerde stuurprogramma's en software opnieuw, maar geen andere softwaretoepassingen.
Herstel naar de fabrieksinstellingen: hiermee herstelt u de computer naar de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen door alle gegevens van de vaste schijf te verwijderen en deze opnieuw te partitioneren. Daarna installeert het het besturingssysteem en de software die standaard geïnstalleerd was opnieuw.
Met de HP Herstelpartitie (alleen bepaalde modellen) kunt u Systeemherstel en Herstellen met geminimaliseerde installatiekopie gebruiken.
Wat u moet weten
HP Herstelbeheer herstelt alleen software die standaard geïnstalleerd is. Voor software die niet
bij deze computer is meegeleverd, moet de software worden gedownload van de website van de fabrikant of moet de software opnieuw worden geïnstalleerd vanaf de media die door de fabrikant is geleverd.
Herstel met HP Herstelbeheer moet worden gebruikt als laatste redmiddel om
computerproblemen op te lossen.
HP Herstelmedia moet gebruikt worden als de vaste schijf van de computer vastloopt. Als u nog
geen herstelmedia hebt gemaakt, zie
Voor de optie Fabrieksinstellingen herstellen, moet u HP herstelmedia gebruiken. Als u nog
geen herstelmedia hebt gemaakt, zie
Als de HP herstelmedia niet werkt, kunt u herstelmedia voor uw systeem aanvragen op de
website van HP. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar
wwcontact_us.html.
BELANGRIJK: HP Herstelbeheer maakt niet automatisch back-ups van uw persoonlijke gegevens.
Maak een back-up van alle persoonlijke informatie die u wilt behouden, voordat u het herstel begint.
HP Herstelmedia maken op pagina 66.
HP Herstelmedia maken op pagina 66.
http://www.hp.com/go/contactHP.
http://welcome.hp.com/country/us/en/
Het gebruik van de HP herstelpartitie (alleen bepaalde modellen)
Met de HP herstelpartitie (alleen bepaalde modellen) kunt u het systeem of een geminimaliseerde installatiekopie herstellen zonder dat u herstelschijven of een USB-flashdrive nodig heeft. Dit type herstelactie kan alleen worden gebruikt als de vaste schijf nog werkt.
BELANGRIJK: Sluit tablet-pc's eerst aan op het toetsenbord voordat u met deze stappen begint
(alleen bepaalde modellen).
Om HP Herstelbeheer te starten vanuit de HP Herstelpartitie:
1. Druk op f11 terwijl de computer opstart.
– of –
Houd f11 ingedrukt terwijl u de aan/uit-knop indrukt.
2. Kies de toetsenbordindeling.
70 Hoofdstuk 10 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten
3. Selecteer Problemen oplossen in het menu opstartopties.
4. Selecteer HP Recovery Manager en volg de instructies op het scherm.
HP Herstelmedia gebruiken om te herstellen
U kunt HP Herstelmedia gebruiken om het oorspronkelijke systeem te herstellen. Deze methode kan worden gebruikt als uw systeem geen HP Herstelpartitie heeft of de vast schijf niet correct werkt.
1. Maak indien mogelijk een back-up van al uw persoonlijke bestanden.
2. Plaats de eerste HP Herstelschijf in de optische-schijfeenheid van de computer of in een
optionele externe optische-schijfeenheid en start de computer opnieuw op.
– of –
Plaats de HP Herstel USB-flashdrive in een USB-poort van de computer en start de computer opnieuw op.
OPMERKING: Als de computer niet automatisch opnieuw opstart in HP Herstelbeheer, wijzigt
u de opstartvolgorde van de computer. Zie
op pagina 71.
3. Volg de instructies op het scherm.
Opstartvolgorde van de computer wijzigen
Als de computer niet opnieuw opstart in HP Herstelbeheer, kunt u de opstartvolgorde van de computer wijzigen, de genoemde apparatenvolgorde in BIOS, waar de computer naar opstartinformatie zoekt. U kunt de selectie voor een optische schijf of een USB/flashdrive wijzigen.
Opstartvolgorde van de computer wijzigen
Om de opstartvolgorde te wijzigen:
1. Plaats de door u gemaakte HP Herstelmedia.
2. Start de computer opnieuw op, druk snel op esc en druk op f9 om de opstartopties weer te
geven.
3. Selecteer de optische schijf of de USB/flashdrive van waaruit u wilt opstarten.
4. Volg de instructies op het scherm.

De HP Herstelpartitie verwijderen

Met HP Herstelbeheer-software kunt u de HP Herstelpartitie verwijderen om schijfruimte vrij te maken.
BELANGRIJK: Nadat u de HP herstelpartitie hebt verwijderd, kunt u geen gebruik meer maken van
de optie Vernieuwen en de optie om alles te verwijderen en opnieuw te installeren van Windows of de optie HP Recovery Manager. Maak daarom voordat u de herstelpartitie verwijdert HP herstelmedia;
HP Herstelmedia maken op pagina 66.
Zie
Ga als volgt te werk om de HP Herstelpartitie te verwijderen:
1. Typ h op het startscherm en selecteer HP Herstelbeheer.
2. Selecteer Herstelpartitie verwijderen en volg daarna de instructies op het scherm.
Herstellen en terugzetten 71

11 Specificaties

Ingangsvermogen

De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer.
De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben. Hoewel de computer kan worden gevoed via een aparte gelijkstroomvoedingsbron, wordt u dringend aangeraden de computer alleen aan te sluiten via een netvoedingsadapter of een gelijkstroombron die door HP is geleverd en goedgekeurd voor gebruik met deze computer.
De computer is geschikt voor gelijkstroom binnen de volgende specificaties. Netspanning in bedrijf en werkstroom verschillen per platform.
Ingangsvermogen Capaciteit
Netspanning in bedrijf en werkstroom 19,5 V gelijkstroom bij 2,31 A - 45 W
Gelijkstroomstekker van externe HP voeding
19,5 V gelijkstroom bij 3,33 A - 65 W
OPMERKING: dit product is ontworpen voor IT-elektriciteitsnetten in Noorwegen met een fase-
fasespanning van maximaal 240 V wisselspanning.
OPMERKING: de bedrijfsspanning en werkstroom van de computer vindt u op het label met
kennisgevingen.

Omgevingsvereisten

Factor Metrisch VS
Temperatuur
In bedrijf 5°C tot 35°C 41°F tot 95°F
Buiten bedrijf -20°C tot 60°C -4°F tot 140°F
Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)
In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90%
Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95%
Maximale hoogte (zonder drukcabine)
72 Hoofdstuk 11 Specificaties
In bedrijf -15 m tot 3.048 m -50 ft tot 10.000 ft
Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.000 ft
Omgevingsvereisten 73

12 Elektrostatische ontlading

Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt.
Elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken door een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere elektrostatische geleiders. Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken:
Als u de computer voor het verwijderen of installeren van onderdelen moet loskoppelen, zorg
dan eerst voor een goede aarding en verwijder pas daarna de behuizing.
Bewaar onderdelen in de antistatische verpakking totdat u klaar bent om ze te installeren.
Raak pinnen, aansluitingen en circuits niet aan. Zorg dat u elektronische onderdelen zo min
mogelijk hoeft aan te raken.
Gebruik niet-magnetisch gereedschap.
Raak, voordat u onderdelen aanraakt, een ongeverfd metalen oppervlak van het onderdeel aan,
zodat u niet statisch geladen bent.
Als u een onderdeel verwijdert, doet u het in een antistatische verpakking.
Neem contact op met de ondersteuning als u meer wilt weten over statische elektriciteit of hulp nodig heeft bij het verwijderen of installeren van onderdelen.
74 Hoofdstuk 12 Elektrostatische ontlading

Index

A
aan/uit-knop herkennen 6 Aanraakscherm, gebruiken 38 accu
besparen 49
lage acculading 49 accu-informatie, zoeken 48 accuvoeding 48 actietoetsen
afspelen, pauzeren,
hervatten 44 draadloze communicatie 44 geluid harder 44 geluid uit 44 geluid zachter 44 helderheid van beeldscherm
verhogen 44 helderheid van beeldscherm
verlagen 44 Help en ondersteuning 44 herkennen 13 schakelen tussen
beeldschermen 44 volgende muziekstuk of
gedeelte 44 vorige muziekstuk of
gedeelte 44
afsluiten 51 alles verwijderen en Windows
opnieuw installeren 69 Antivirussoftware, gebruiken 60 audiofuncties, controleren 29 audiofuncties controleren 29 audio-ingang
(microfooningangen) 7, 15, 25,
27 Audio-uitgang (hoofdtelefoon) 7,
15, 25, 27 audio voor HDMI configureren 31 autorotatievergrendeling 16
B
Back-up maken
persoonlijke bestanden 66 software en gegevens 61
Back-ups 65 basinstellingen, hotkey 45 Beats Audio 28, 45 Beats Audio, hotkey 29 Beats Audio-configuratiescherm
openen 28
bedieningselementen voor
draadloze communicatie
besturingssysteem 18 knop 18 Wireless Assistant (Assistent
voor draadloze communicatie)
software 18 Bedrijfs-WLAN, verbinding 23 Beveiliging, draadloze
communicatie 22
bewegingen op het
aanraakscherm 41
draaien 40 randveegbewegingen 41
Bewegingen op het
aanraakscherm 42
knijpen 40 schuiven 39 schuiven met één vinger 38 tikken 39
BIOS
update downloaden 63 update uitvoeren 62 versie vaststellen 62
Bluetooth-apparaat 18, 23
C
Caps Lock, lampje herkennen 12 Computer, opnieuw instellen 69 computer reageert niet 51 Computer schoonmaken 54 connectors
audio-ingang
(microfooningang) 7, 15, 25,
27
audio-uitgang (hoofdtelefoon)
7, 15, 25, 27
D
de computer uitschakelen 51 de tablet ontgrendelen 16 dockingconnector, herkennen 10 Dockingpoort/
netvoedingsconnector,
herkennen 7 Draadloos netwerk, beveiligen 61 Draadloos netwerk (WLAN)
benodigde apparatuur 22 beveiliging 22 effectief bereik 23 gebruiken 20 verbinding maken 23 verbinding met bedrijfs-
WLAN 23
verbinding met openbaar
WLAN 23
Draadloze communicatie, knop
18 Draaien, touchpadbeweging 35
E
Elektrostatische ontlading 74 energiemeter 48 Esc-toets, herkennen 13 Essentiële beveiligingsupdates,
installeren 60 externe netvoeding, gebruiken
50 externe netvoeding gebruiken 50
F
Firewallsoftware 60 fn-toets, herkennen 13, 45
G
Garantieperiode 17 geheugenkaartlezer, herkennen
14, 27 geluid uit, lampje, herkennen 12 geminimaliseerde image maken
69 geminimaliseerde image
terugzetten 70
Index 75
H
HDMI, audio configureren 31 HDMI-poort
herkennen 14, 26
HDMI-poort, verbinding maken
met 30
helderheid van beeldscherm van
het tablet 17
herstellen
HP Herstelbeheer 69 HP Herstelmedia gebruiken
67 media 71 Ondersteunde schijven 66 opties 65 schijven 66, 71 starten 70 systeem 69 USB-flashdrive 71 vernieuwen 68
herstelmedia
HP Herstelbeheer maken
gebruiken 67 maken 66
herstelpartitie, verwijderen 71 Hibernationstand
activeren 47 beëindigen 47 geactiveerd bij kritiek lage
acculading 49
high-definitionapparatuur,
aansluiten 30 hoofdtelefoon aansluiten 28 hotkeys
basinstellingen 45 beschrijving 45 gebruiken 45 systeeminformatie
weergeven 45
hotkeys toetsenbord, herkennen
45 HP Herstelbeheer
opstartproblemen corrigeren
71
starten 70
HP Herstelmedia
herstellen 71 maken 66
HP Herstelpartitie
herstellen 70 verwijderen 71
HP PC Hardware Diagnostics
(UEFI)
downloaden 64
I
In-/uitzoomen,
touchpadbeweging 35
informatie over certificering voor
draadloze communicatie 17 Ingangsvermogen 72 Installatie, WLAN 22 installeren, essentiële
beveiligingsupdates 60 instellingen van het tablet,
wijzigen 16 Interne microfoon, herkennen 26 interne microfoons, herkennen 8 Internetbeveiligingssoftware,
gebruiken 60 Internetverbinding instellen 22
K
Kennisgevingen 17 knijpbeweging op het
aanraakscherm 40 Knijpen, touchpadbeweging 35 knop geluid, herkennen 7, 25 knoppen
linkerknop van touchpad 11 rechterknop van touchpad 11
Knoppen
aan/uit 6 Windows 9
kritiek lage acculading 49
L
labels, serienummer 17 lage acculading 49 Lampjes
Caps Lock 12 geluid uit 12 netvoedingsadapter 14
webcam 8, 26 leuke dingen om te doen 2 linkerrandveegbeweging 41 Luchthavenbeveiligingsapparatuu
r52
Luidsprekers
herkennen 8, 26 verbinding maken 28
M
microfoon aansluiten 28 Micro SD Card-lezer, herkennen
6
muis, externe
voorkeuren instellen 33
N
Netvoedingsadapter, testen 50 Netvoedingsadapterlampje,
herkennen 14 netvoedingsadapter testen 50 netvoedingsconnector
herkennen 7, 14
O
Omgevingslichtsensor,
herkennen 8, 26 Omgevingsvereisten 72 onderdelen
linkerkant 15
Onderdelen
beeldscherm 8 bovenkant 10 rechterkant 14
Onderhoud
Schijfdefragmentatie 53
Schijfopruiming 53 Onderhoud van computer 54 ondersteunde schijven, herstel
66
ontgrendeling van het tablet,
herkennen 10
Oorspronkelijk systeem,
herstellen 69 Openbaar WLAN, verbinding 23 opnieuw instellen
computer 67, 69 stappen 69
opstartvolgorde, wijzigen in HP
Recovery Manager 71
P
poorten
HDMI 14, 26, 30 USB 2.0 15, 27 USB 3.0 14, 26
76 Index
Productnaam en productnummer,
van computer 17
R
randveegbewegingen 41
bovenrandveegbeweging 42 rechterrandveegbeweging 41 recyclen
computer 69 recyclen, computer 67 Reizen, met computer 55
S
Scherm, toetsenbord op 42 Schijfdefragmentatie, software 53 Schijfopruiming, software 53 Schuiven, touchpadbeweging 34 Serienummer 17 Serienummer, van computer 17 Setup Utility (BIOS), gebruiken
62
Setup Utility (BIOS),
wachtwoorden 58
Slaapstand
activeren 46
beëindigen 46 sleuven, geheugenkaartlezer
geheugenkaartlezer 14 Sneltoetsen in Windows 8 44 Software
Schijfdefragmentatie 53
Schijfopruiming 53 Software-updates, installeren 60 Software-updates van HP en
derden, installeren 61 systeemherstel 70 systeemherstelpunt
maken 66 terugzetten 67
systeeminformatie, hotkey 45
T
tabletweergave, wijzigen 16 terugzetten, Windows
Bestandsgeschiedenis
Windows
Bestandsgeschiedenis 67
toetsen
actie 13 fn 13 Windows-toets 13
Toetsen
esc 13
Touchpad
herkennen 11 knoppen 11
Touchpadbewegingen
draaien 35 in-/uitzoomen 35 knijpen 35
schuiven 34 Touchpadzone herkennen 11 TPM geïntegreerde beveiliging
59
Transport van computer 55
U
uitlijnberichten, herkennen 10 uitlijning postconnectoren,
herkennen 6
update, programma's en
stuurprogramma's 53 USB 2,0-poort, herkennen 15, 27 USB 3,0-poort, herkennen 14, 26
V
Verbinding maken met WLAN 23 vernieuwen
computer 67 herstellen 67 Windows 68
verwijderde bestanden
terugzetten 67 Video 30 voeding, accu 48
W
wachtwoordbeveiliging instellen bij
uit slaapstand komen 47 Wachtwoorden
Setup Utility (BIOS) 58
Windows 58 Wachtwoorden gebruiken 57 webcam 27 Webcam, herkennen 7, 8, 25, 26 webcamlampje, herkennen 8, 26 Windows
back-up 66
bestanden terugzetten 67
Bestandsgeschiedenis 66, 67
opnieuw installeren 67, 69
opnieuw instellen 69
optie alles verwijderen en
opnieuw installeren 69 systeemherstelpunt 66, 67 Vernieuwen 67, 68
Windows-knop, herkennen 9 Windows-toets, herkennen 13 Windows-wachtwoorden 58 Wireless Assistant (Assistent voor
draadloze communicatie)
software 18 WLAN-antennes, herkennen 8 WLAN-apparaat 20
Z
zoombeweging op het
aanraakscherm 40
Index 77
Loading...