Hp OFFICEJET PRO L7400, OFFICEJET PRO L7480 User Manual [nl]

HP Officejet Pro L7400 All-in-One Serie
Gebruikershandleiding
HP Officejet Pro L7400 All-in­One Serie
Gebruikershandleiding
Copyright informatie
© 2007 Copyright Hewlett-Packard Development Company, LP.
Kennisgeving van Hewlett­Packard Company
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en services is vastgelegd in de garantieverklaringen bij de betreffende producten. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantiebepaling. HP kan niet aansprakelijk worden gehouden voor technische of redactionele fouten of omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Windows en Windows XP zijn in de V.S. geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Windows Vista een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde staten en/ of andere landen.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de bij het apparaat behorende documentatie hebt gelezen en begrepen.
2. Sluit dit product uitsluitend aan op een geaard stopcontact. Als u niet zeker weet of een stopcontact geaard is, kunt u advies inwinnen bij een erkende elektricien.
3. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het product zijn aangegeven.
4. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit apparaat gaat reinigen.
5. Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of wanneer u nat bent.
6. Installeer het product op een stevig, stabiel oppervlak.
7. Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer
kan trappen of erover kan struikelen en het netsnoer niet wordt beschadigd.
8. Als het product niet naar behoren werkt, raadpleeg dan
problemen oplossen.
9. Dit product bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Laat onderhoudswerkzaamheden over aan erkende onderhoudsmonteurs.
Onderhoud en
Toegankelijkheid
Uw apparaat beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De software van het apparaat is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of verminderd zicht dankzij de toegankelijkheidsopties en ­functies van uw besturingssysteem. Bovendien zijn er ondersteunende technieken beschikbaar voor gebruikers met een visuele beperking, zoals schermlezers, braillelezers en spraakherkenningstechnologie. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde knoppen en tabbladen in de software en op het bedieningspaneel voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangegeven.
Mobiliteit
Om gebruikers met een beperkte mobiliteit te helpen, kunnen de softwarefuncties van het apparaat worden uitgevoerd met behulp van het toetsenbord. De software ondersteunt ook Windows­toegankelijkheidsopties, zoals plaktoetsen, schakeltoetsen, filtertoetsen en muistoetsen. De deuren, knoppen, papierlades en papiergeleiders van het apparaat kunnen door gebruikers met beperkte kracht en beperkt bereik worden bediend.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
accessibility.
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS gaat u naar de website van Apple op
www.apple.com/accessibility.
www.hp.com/

Inhoudsopgave

1 Aan de slag
Andere bronnen over het product zoeken .................................................................................6
De onderdelen van het apparaat kennen .................................................................................. 7
Vooraanzicht .......................................................................................................................8
Ruimte voor printerbenodigdheden ..................................................................................... 8
Achteraanzicht ....................................................................................................................9
Knoppen en statuslampjes bedieningspaneel ....................................................................9
Informatie over verbindingen ............................................................................................10
2 De accessoires installeren
De duplexeenheid installeren .................................................................................................11
Lade 2 installeren ...................................................................................................................11
Accessoires inschakelen in de printerdriver ............................................................................12
Accessoires inschakelen op computers met Windows .....................................................13
Accessoires inschakelen op computers met Macintosh ....................................................13
3 Het apparaat gebruiken
Menu's van het bedieningspaneel gebruiken ..........................................................................14
Soorten berichten op het bedieningspaneel ...........................................................................14
Statusberichten .................................................................................................................14
Waarschuwingen ..............................................................................................................15
Foutberichten ....................................................................................................................15
Kritieke foutberichten ........................................................................................................15
De instellingen van het apparaat wijzigen ...............................................................................15
Gebruik het HP Solution Center (Windows) ............................................................................16
De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken ...........................................................................16
Originelen plaatsen .................................................................................................................17
Een origineel op de glasplaat leggen ................................................................................18
Afdrukmateriaal selecteren .....................................................................................................18
Tips voor het selecteren van afdrukmateriaal ...................................................................18
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal ...................................20
Ondersteunde formaten kennen .................................................................................20
Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten ........................................22
Minimummarges instellen .................................................................................................23
Afdrukmateriaal plaatsen ........................................................................................................24
Lades configureren .................................................................................................................26
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat ...............................................................27
Afdrukken zonder randen .......................................................................................................28
4 Afdrukken
Afdrukinstellingen ...................................................................................................................30
Instellingen voor huidige taken aanpassen vanuit een toepassing (Windows) .................30
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige taken (Windows) ......................30
Instellingen wijzigen (Mac OS) .......................................................................................... 31
1
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) .............................................................. 31
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken .............................................................................31
Dubbelzijdig afdrukken .....................................................................................................32
Een afdruktaak annuleren .......................................................................................................33
5 Kopiëren
Kopiëren vanaf het bedieningspaneel ..................................................................................... 34
De kopieerinstellingen wijzigen ...............................................................................................34
Het aantal kopieën instellen ....................................................................................................35
Het papierformaat voor kopiëren instellen ..............................................................................35
De kopieerpapiersoort instellen ..............................................................................................36
De snelheid of kwaliteit van het kopiëren wijzigen ..................................................................36
Het formaat van een origineel aanpassen zodat het op papier van Letter- of A4-formaat
past .........................................................................................................................................37
Een document van het formaat Legal kopiëren op Letter-papier ............................................38
De kopie lichter of donkerder maken ......................................................................................38
Wazige gedeelten van de kopie verbeteren ............................................................................39
Lichte gedeelten van de kopie verbeteren ..............................................................................39
Een kopieertaak annuleren .....................................................................................................40
6 Scannen
Een origineel scannen ............................................................................................................41
Een origineel naar een programma op een computer scannen (rechtstreekse
verbinding) ........................................................................................................................41
Scannen vanuit een TWAIN-compatibel of WIA-compatibel programma ................................ 42
Scannen vanaf een TWAIN-compatibel programma .........................................................42
Scannen vanaf een WIA-compatibel programma .............................................................42
Een gescand origineel bewerken ............................................................................................43
Een gescande foto of afbeelding bewerken ......................................................................43
Een gescand document bewerken met behulp van OCR-software (Optical
Character Recognition). ....................................................................................................43
Scaninstellingen wijzigen ........................................................................................................43
Een scantaak annuleren .........................................................................................................44
7 Configureren en beheren
Het apparaat beheren .............................................................................................................45
Het apparaat controleren ..................................................................................................46
Het apparaat beheren .......................................................................................................46
Beheertools voor het apparaat gebruiken ...............................................................................46
Werkset (Windows) ...........................................................................................................47
De Werkset openen ....................................................................................................47
Tabbladen in de Werkset ............................................................................................47
HP Printerhulpprogramma (Mac OS) ................................................................................48
Het HP Printerprogramma openen .............................................................................48
Deelvensters van HP Printerhulpprogramma .............................................................. 49
HP Instant Support ...........................................................................................................49
Beveiliging en privacy .................................................................................................50
Toegang krijgen tot HP Instant Support ......................................................................50
myPrintMileage .................................................................................................................50
De diagnostische zelftestpagina begrijpen .............................................................................51
2
Inhoudsopgave
Het apparaat configureren (Windows) ....................................................................................52
Rechtstreekse verbinding .................................................................................................52
De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze) . .. .. .53
Sluit het apparaat aan voordat u de software installeert. ............................................53
Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk ....................................................54
Het apparaat configureren (Mac OS) ......................................................................................54
De software voor een rechtstreekse verbinding installeren ..............................................55
Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk ..........................................................55
De software verwijderen en opnieuw installeren .....................................................................56
8 Onderhoud en problemen oplossen
Ondersteunde inktcartridges ...................................................................................................59
De inktcartridges vervangen ...................................................................................................60
De printkoppen onderhouden .................................................................................................61
De status van de printkoppen controleren ........................................................................61
De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken .......................................................61
De printkoppen uitlijnen ....................................................................................................62
De regelopschuiving kalibreren ......................................................................................... 63
De printkoppen reinigen ....................................................................................................63
De contacten van de printkoppen handmatig reinigen ......................................................63
De printkoppen vervangen ................................................................................................66
Printerbenodigdheden bewaren ..............................................................................................68
Inktcartridges bewaren .....................................................................................................68
Printkoppen bewaren ........................................................................................................68
Het toestel reinigen .................................................................................................................69
De glasplaat van de scanner reinigen ...............................................................................69
De buitenkant reinigen ......................................................................................................69
Tips en middelen voor het oplossen van problemen ............................................................... 70
Problemen met het afdrukken oplossen .................................................................................70
Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld .................................................................71
Op het bedieningspaneel verschijnt een foutmelding .......................................................71
Het apparaat reageert niet (drukt niet af) ..........................................................................71
De printer accepteert de printkop niet ...............................................................................72
Het afdrukken duurt lang ..................................................................................................72
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt ..................................................73
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten ..........................................................73
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst ...................................................................74
Het apparaat drukt een half blad en werpt het papier dan uit ...........................................75
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten .......................................................75
Slechte afdrukresultaten ...................................................................................................75
Er worden vreemde tekens afgedrukt ...............................................................................76
De inkt wordt uitgesmeerd ................................................................................................76
De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig .............................................................77
De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof ............................................................................77
Kleuren worden in zwart-wit afgedrukt ..............................................................................77
De verkeerde kleuren worden afgedrukt ...........................................................................77
De kleuren op de afdruk lopen door elkaar .......................................................................78
De kleuren zijn niet goed uitgelijnd ...................................................................................78
Lijnen of punten ontbreken in de tekst of afbeeldingen .....................................................78
3
Problemen met de papierinvoer oplossen ..............................................................................78
Optionele lade 2 kan niet worden geplaatst ......................................................................78
Er heeft zich een ander papierinvoerprobleem voorgedaan .............................................79
Problemen met het kopiëren oplossen ...................................................................................80
Er kwam geen kopie uit ....................................................................................................80
Kopieën zijn blanco ...........................................................................................................81
Documenten ontbreken of zijn vervaagd ..........................................................................81
Het formaat is verkleind ....................................................................................................81
De kopieerkwaliteit is slecht ..............................................................................................82
Er verschijnen defecten in de kopieën ..............................................................................82
Het apparaat drukt een half blad en werpt het papier dan uit ...........................................83
Scanproblemen oplossen .......................................................................................................83
Scanner reageerde niet ....................................................................................................83
Scannen duurt te lang .......................................................................................................83
Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst .....................................84
Tekst kan niet worden bewerkt .........................................................................................84
Er verschijnen foutmeldingen ...........................................................................................85
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht ............................................................85
Er verschijnen defecten in de scans .................................................................................86
Installatieproblemen oplossen ................................................................................................87
Suggesties voor hardware-installatie ................................................................................87
Suggesties voor software-installatie .................................................................................88
Storingen verhelpen ...............................................................................................................88
Verhelp een storing in het apparaat ..................................................................................89
Tips voor het vermijden van storingen ..............................................................................90
A HP-benodigdheden en -accessoires
Afdrukbenodigdheden online bestellen ...................................................................................92
Accessoires ............................................................................................................................92
Benodigdheden ......................................................................................................................92
Inktpatronen ......................................................................................................................92
Printkoppen ......................................................................................................................93
HP-afdrukmateriaal ...........................................................................................................93
B Ondersteuning en garantie
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ..................................................................95
Elektronische ondersteuning krijgen .......................................................................................96
Telefonische ondersteuning van HP krijgen ...........................................................................96
Voordat u belt ...................................................................................................................96
Wat te doen bij problemen ................................................................................................97
Telefonische ondersteuning van HP .................................................................................97
Periode voor telefonische ondersteuning ....................................................................97
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning ...................................................97
Telefonisch contact opnemen .....................................................................................99
Na de periode van telefonische ondersteuning ...........................................................99
Opties voor aanvullende garantie .....................................................................................99
HP Quick Exchange Service (Japan) ..............................................................................100
Klantenondersteuning van HP Korea bellen ...................................................................100
4
Inhoudsopgave
Het apparaat klaarmaken voor verzending ...........................................................................101
De inktcartridges en printkoppen verwijderen voor verzending ....................................... 101
Verwijder het frontje van het bedieningspaneel ..............................................................102
Het apparaat verpakken .......................................................................................................103
C Specificaties van het apparaat
Fysieke specificaties .............................................................................................................105
Productkenmerken en -mogelijkheden .................................................................................105
Specificaties processor en geheugen ...................................................................................106
Systeemvereisten .................................................................................................................106
Afdrukspecificaties ................................................................................................................107
Kopieerspecificaties ..............................................................................................................107
Scanspecificaties ..................................................................................................................107
Omgevingsspecificaties ........................................................................................................107
Elektrische specificaties ........................................................................................................108
Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus, geluidsniveaus volgens ISO
7779) ....................................................................................................................................108
D Wettelijk verplichte informatie
FCC-verklaring .....................................................................................................................110
Kennisgeving voor gebruikers in Korea ................................................................................110
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan .....................................111
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan .........................................................111
RoHS-kennisgevingen (alleen China) ...................................................................................111
LED indicator verklaring ........................................................................................................111
Wettelijk verplicht modelnummer ..........................................................................................111
Conformiteitsverklaring .........................................................................................................112
Milieubeschermingsprogramma ............................................................................................113
Papiergebruik .................................................................................................................113
Plastic .............................................................................................................................113
Veiligheidsinformatiebladen ............................................................................................113
Wettelijk gereglementeerd materiaal ..............................................................................113
Kringloopprogramma ......................................................................................................113
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen .............................................................114
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de
Europese Unie ................................................................................................................115
Energieverbruik ............................................................................................................... 115
Index...........................................................................................................................................117
5

1 Aan de slag

In deze handleiding vindt u details over het gebruik van het apparaat en het oplossen van problemen.
Andere bronnen over het product zoeken De onderdelen van het apparaat kennen

Andere bronnen over het product zoeken

Voor productinformatie en hulpmiddelen voor het oplossen van problemen die niet in deze handleiding zijn opgenomen, zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar:
Bron Beschrijving Locatie
Installatieposter
Leesmij-bestand en release­info
Werkset (Microsoft Windows®)
HP Printerhulpprogramma (Mac OS)
HP Instant Support Helpt u afdrukproblemen snel
Bedieningspaneel Geeft status-, fout- en
®
Bevat geïllustreerde installatieaanwijzingen.
Deze bieden de laatste informatie en tips voor het oplossen van problemen.
Biedt informatie over de status van printkoppen en geeft toegang tot services voor onderhoud.
Raadpleeg Werkset
(Windows) voor meer
informatie.
Bevat hulpmiddelen voor het configureren van afdrukinstellingen, het kalibreren van het apparaat, het reinigen van de printkoppen, het afdrukken van de configuratiepagina, het online bestellen van benodigdheden en het zoeken van hulp op de website.
Raadpleeg
Printerhulpprogramma (Mac OS) voor meer informatie.
te identificeren, te analyseren en op te lossen.
Raadpleeg
Support voor meer informatie.
waarschuwingsinformatie over de werking.
HP
HP Instant
Een gedrukte versie van het document is bij het apparaat meegeleverd.
Staat op de Starter-cd.
De Werkset wordt normaal als optie samen met de software van het apparaat geïnstalleerd.
Het HP Printerhulpprogramma wordt normaal samen met de software van het apparaat geïnstalleerd.
Beschikbaar via elke standaardwebbrowser of via de Werkset (Windows).
Raadpleeg Knoppen en
statuslampjes bedieningspaneel voor meer
informatie.
6 Aan de slag
(vervolg)
Bron Beschrijving Locatie
Logs en rapporten Biedt informatie over
Diagnostische zelftestpagina
Pagina diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken
HP-websites Biedt de meest recente
Telefonische ondersteuning van HP
Help bij de HP­beeldbewerkingssoftware
gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden.
Apparaatgegevens:
Naam van product
Modelnummer
Serienummer
Versienummer van
de firmware
Het aantal afgedrukte
pagina's uit de lades en accessoires
Inktniveaus
Status van de printkop
Hiermee kunt u nagaan of er problemen zijn die invloed hebben op de afdrukkwaliteit en kunt u beter beslissen of het nodig is om een onderhoudsprogramma uit te voeren om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren.
printersoftware en product­en ondersteuningsinformatie.
Bevat contactinformatie van HP. Gedurende de garantieperiode is deze ondersteuning vaak kosteloos.
Biedt informatie over het gebruik van de software.
Raadpleeg Het apparaat
controleren voor meer
informatie.
Raadpleeg De diagnostische
zelftestpagina begrijpen voor
meer informatie.
Raadpleeg De pagina
Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken
voor meer informatie.
www.hp.com/support
www.hp.com
Ga voor meer informatie naar
Telefonische ondersteuning van HP krijgen.
Raadpleeg De HP-
beeldbewerkingssoftware gebruiken voor meer
informatie.

De onderdelen van het apparaat kennen

Vooraanzicht Ruimte voor printerbenodigdheden
• Achteraanzicht
• Knoppen en statuslampjes bedieningspaneel
• Informatie over verbindingen
De onderdelen van het apparaat kennen 7
Hoofdstuk 1

Vooraanzicht

1 Scannerklep
2 Scannerglasplaat
3 Bedieningspaneel
4 Display
5 Lengte-/breedtegeleiders
6 Invoerlade
7 Verlengstuk van uitvoerlade
8 Uitvoerlade

Ruimte voor printerbenodigdheden

1 Inktcartridgeklep
2 Inktcartridges
3 Toegangsklep wagen
8 Aan de slag
(vervolg)
4 Printkoppen
5 Printkopvergrendeling

Achteraanzicht

1 Stroomaansluiting
2 USB (Universal Serial Bus)-poort achteraan
3 Toegangspaneel aan achterkant

Knoppen en statuslampjes bedieningspaneel

In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het bedieningspaneel.
Label Naam en beschrijving
1
2 Scherm: hierop worden menu's en berichten weergegeven.
3
4
5
6 Licht./Donkerder: hiermee kunt u een kopie lichter of donkerder maken.
Toetsenblok: hiermee voert u waarden in.
Verkleinen/Vergroten: hiermee wijzigt u het afdrukformaat van een kopie.
Het menu Kopiëren: hiermee wordt het menu Kopiëren geopend.
Aantal kopieën: selecteer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken.
De onderdelen van het apparaat kennen 9
Hoofdstuk 1 (vervolg)
Label Naam en beschrijving
7 Scannen naar: hiermee wordt het menu Scannen naar geopend. Hiermee kunt u een
8 Aan/uit: hiermee schakelt u het apparaat in of uit. Het lampje van de knop Aan brandt als het
9 START SCANNEN: hiermee start u een scantaak en verzendt u deze naar de bestemming
10
11
12
13
14
15
16
17 Installatie: hiermee wordt het menu Instellingen weergegeven. Met dit menu kunt u
bestemming voor de scan selecteren.
apparaat aanstaat. Het lampje knippert wanneer een taak wordt uitgevoerd.
Als het apparaat is uitgeschakeld, ontvangt het toch nog een minimale hoeveelheid stroom. Als u de stroomtoevoer naar het apparaat volledig wilt afsluiten, schakelt u het apparaat uit en haalt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
die u hebt geselecteerd met de knop Scannen naar.
Kwaliteit: hiermee selecteert de kopieerkwaliteit Beste, Normaal of Snel.
START KOPIËREN, Kleur: hiermee start u een kopieertaak in kleur.
START KOPIËREN, zwart: hiermee start u een kopieertaak in zwart-wit.
Annuleren: hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of verlaat u de instellingen.
Pijl naar rechts: hiermee worden de waarden op het display verhoogd.
OK: hiermee selecteert u een menu of instelling op het display.
Pijl naar links: hiermee worden de waarden op het display verlaagd.
rapporten genereren en andere onderhoudsinstellingen wijzigen, en het menu Help openen. Het onderwerp dat u in het menu Help selecteert, wordt geopend in een Help-venster op het scherm van de computer.

Informatie over verbindingen

Beschrijving Aanbevolen aantal
USB-aansluiting
Printers delen
10 Aan de slag
aangesloten computers voor de beste prestaties
Eén computer die via een USB-kabel is aangesloten op de snelle USB 2.0-poort aan de achterzijde van het apparaat.
Maximaal vijf computers.
De hostcomputer moet altijd aanstaan, anders kunnen de andere computers niet op het apparaat afdrukken.
Ondersteunde softwarefuncties
Alle functies worden ondersteund.
Alle functies die op de hostcomputer aanwezig zijn, worden ondersteund. Alleen afdrukken wordt vanaf de andere computers ondersteund.
Instructies bij de installatie
Zie de installatieposter voor uitgebreide instructies.
Volg de instructies in het gedeelte Het apparaat
delen op een lokaal gedeeld netwerk.
2

De accessoires installeren

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De duplexeenheid installeren Lade 2 installeren
• Accessoires inschakelen in de printerdriver

De duplexeenheid installeren

Opmerking Deze functie is beschikbaar voor sommige modellen van het apparaat.
Als het optionele accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) is geïnstalleerd, kunt u automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken. Zie
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor informatie over het gebruik
van de duplexeenheid.
Zo installeert u de duplexeenheid.
1. Druk op de knoppen op het toegangspaneel aan de achterzijde en verwijder het
paneel van het apparaat.
2. Schuif de duplexeenheid in het apparaat totdat deze vastklikt. Druk bij de installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid, maar gebruik de knoppen alleen om de eenheid uit de printer te verwijderen.

Lade 2 installeren

Opmerking Deze functie is optioneel voor sommige modellen van het apparaat.
De accessoires installeren
11
Hoofdstuk 2
Lade 2 kan maximaal 350 vellen normaal papier bevatten. Zie voor bestelinformatie
HP-benodigdheden en -accessoires.
Lade 2 installeren als volgt.
1. Pak de lade uit, verwijder verpakkingstape en -materiaal en breng de lade naar de
voorbereide locatie. Het oppervlak moet stevig en vlak zijn.
2. Schakel het apparaat uit en koppel het netsnoer los.
3. Plaats het apparaat boven op de lade.
Let op Plaats uw vingers en handen niet aan de onderzijde van het apparaat.
4. Sluit het netsnoer aan en zet het apparaat aan.
5. Lade 2 activeren in de printerdriver. Raadpleeg
printerdriver voor meer informatie.
Accessoires inschakelen in de

Accessoires inschakelen in de printerdriver

Accessoires inschakelen op computers met Windows Accessoires inschakelen op computers met Macintosh
12 De accessoires installeren

Accessoires inschakelen op computers met Windows

Als de software van het apparaat geïnstalleerd is op een computer met Windows, moet lade 2 in de printerdriver worden ingeschakeld om deze met het apparaat te kunnen laten werken. (De duplexeenheid moet niet worden ingeschakeld.)
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
-of­Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op Eigenschappen, Standaardinstellingen voor document of Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3. Kies een van de volgende tabbladen: Configuratie, instellingen apparaat, of Apparaatopties. (De naam van het tabblad hangt af van de printerdriver en het
besturingssysteem.) Klik op het geselecteerde tabblad het accessoire dat u wilt inschakelen, klik Geïnstalleerd uit het vervolgmenu en klik vervolgens op OK.

Accessoires inschakelen op computers met Macintosh

Het Mac OS schakelt in de driver automatisch alle accessoires in bij het installeren van de software van het apparaat. Doe het volgende als u later een nieuw accessoire toevoegt:
1. Klik in het Dock op het pictogram Printerinstallatieprogramma.
2. Klik in de Lijst met printers op het apparaat dat u wilt installeren.
3. Kies Toon info in het menu Printers.
4. Klik in het vervolgmenu Namen en locaties op Installeerbare opties.
5. Vink het accessoire aan dat u wilt activeren.
6. Klik op Toepassen.
Accessoires inschakelen in de printerdriver
13

3 Het apparaat gebruiken

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Menu's van het bedieningspaneel gebruiken Soorten berichten op het bedieningspaneel
• De instellingen van het apparaat wijzigen
• Gebruik het HP Solution Center (Windows)
• De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken
• Originelen plaatsen
• Afdrukmateriaal selecteren
• Afdrukmateriaal plaatsen
• Lades configureren
• Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
• Afdrukken zonder randen

Menu's van het bedieningspaneel gebruiken

In de volgende gedeelten wordt een kort overzicht gegeven van de hoofdmenu's die op het scherm van het bedieningspaneel verschijnen. Om een menu weer te geven, drukt u op de menuknop voor de gewenste functie.
Het menu Scannen: hiermee wordt een lijst met bestemmingen weergegven. Voor sommige bestemmingen moet de HP Photosmart-software worden geladen.
Het menu Kopiëren: menuopties zijn:
Het aantal kopieën selecteren
Verkleinen of vergroten
Materiaalsoort- en formaat selecteren

Soorten berichten op het bedieningspaneel

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Statusberichten Waarschuwingen
• Foutberichten
• Kritieke foutberichten

Statusberichten

Statusberichten geven de actuele status van het apparaat weer. Ze stellen u op de hoogte van de normale werking en vereisen geen handeling om te worden opgelost. Ze veranderen naargelang de status van het apparaat verandert. Wanneer het apparaat klaar is en geen taken uitvoert en er nog geen af te handelen waarschuwingsberichten zijn, verschijnt het statusbericht KLAAR als de printer aanstaat.
14 Het apparaat gebruiken

Waarschuwingen

Waarschuwingen stellen u op de hoogte van gebeurtenissen waar u aandacht aan dient te besteden, maar die de werking van het apparaat niet belemmeren. Een voorbeeld van een waarschuwing is CYAAN BIJNA OP. Deze berichten verschijnen totdat de situatie is opgelost.

Foutberichten

Foutberichten melden u dat er een handeling moet worden verricht, zoals afdrukmateriaal toevoegen of een storing verhelpen. Deze berichten gaan gewoonlijk samen met een rood, knipperend waarschuwingslampje. Voer de nodige handelingen uit om verder af te drukken.
Als in het foutbericht een foutcode wordt weergegeven, drukt u op de knop Aan/uit om het apparaat uit te schakelen en schakelt u het ervolgens weer in. In de meeste gevallen lost deze handeling het probleem op. Wanneer het bericht blijft verschijnen, moet uw apparaat misschien hersteld worden. Noteer de foutcode en ga vervolgens naar HP Instant Support om meer te weten over de mogelijke oorzaken voor het bericht. Raadpleeg

Kritieke foutberichten

Kritieke foutberichten wijzen u op een defect in het apparaat. Sommige van deze berichten kunnen worden opgelost door op de knop Aan/uit te drukken, het apparaat uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen. Als een kritieke fout aanhoudt, is reparatie noodzakelijk. Raadpleeg
HP Instant Support voor meer informatie.
Ondersteuning en garantie voor meer informatie.

De instellingen van het apparaat wijzigen

U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen op deze plaatsen:
Vanaf het bedieningspaneel.
Vanaf het HP Solution Center (Windows) of HP Apparaatbeheer (Mac OS). Ga voor meer informatie naar
Opmerking Als u de instellingen configureert in het HP Solution Center of in HP
Apparaatbeheer, kunt u de instellingen die vanaf het bedieningspaneel zijn geconfigureerd (zoals de scaninstellingen) niet zien.
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op het bedieningspaneel op de menuknop voor de functie die u gebruikt
(bijvoorbeeld het menu Kopiëren).
2. Om bij de optie te komen die u wilt wijzigen, gebruikt u een van de volgende methoden:
Druk op een knop op het bedieningspaneel en gebruik vervolgens de pijl naar
rechts of naar links om de waarde aan te passen.
Selecteer de optie uit het menu op het afleesvenster van het bedieningspaneel.
3. Selecteer de gewenste waarde en druk vervolgens op OK.
De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken.
De instellingen van het apparaat wijzigen
15
Hoofdstuk 3
Instellingen wijzigen vanuit het HP Solution Center (Windows)
De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken.
Zie
Instellingen van de HP-beeldbewerkingssoftware (Mac OS) wijzigen
1. Klik in het Dock op het pictogram Apparaatbeheer.
2. Selecteer het apparaat in het vervolgmenu Apparaten.
3. In het menu Informatie en instellingen, klikt u op een item dat u wilt veranderen.

Gebruik het HP Solution Center (Windows)

Op een computer met Windows is het HP Solution Center de plaats waar u toegang krijgt tot de HP Photosmart-software. Met het HP Solution Center kunt u de afdrukinstellingen wijzigen, benodigdheden bestellen en de help op het scherm raadplegen.
Welke functies beschikbaar zijn in het HP Solution Center hangt af van de apparaten die u hebt geïnstalleerd. In het HP Solution Center worden alleen pictogrammen getoond die zijn gekoppeld aan het geselecteerde apparaat. Als het geselecteerde apparaat niet is uitgerust met een bepaalde functie, verschijnt het pictogram voor deze functie niet in het HP Solution Center.
Als het HP Solution Center op de computer geen pictogrammen bevat, is er mogelijk een probleem opgetreden tijdens de installatie van de software. U kunt dit probleem oplossen door de HP Photosmart-software via het Configuratiescherm van Windows volledig te verwijderen en de software vervolgens opnieuw te installeren. Zie de bij het apparaat geleverde Help op het scherm voor meer informatie.
Zie
De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken voor meer informatie over het
HP Solution Center.

De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken

Met de HP-beeldbewerkingssoftware krijgt u toegang tot veel functies die niet beschikbaar zijn vanaf het bedieningspaneel.
De software is tijdens de installatie op uw computer geïnstalleerd. Zie de bij het apparaat geleverde installatiedocumentatie voor meer informatie.
Toegang tot de HP beeldbewerkingssoftware verschilt per besturingssysteem (OS). Als u bijvoorbeeld op een pc met Windows werkt, start u de HP­beeldbewerkingssoftware in het venster HP Photosmart-software. Als u op een pc met Macintosh werkt, start u de HP-beeldbewerkingssoftware in het venster
16 Het apparaat gebruiken
HP Photosmart Studio. In alle gevallen gebruikt u dit punt als startpunt voor de HP­beeldbewerkingssoftware en -services.
De HP Photosmart-software openen op een computer met Windows
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
Dubbelklik op het Windows-bureaublad op het pictogram HP Photosmart-
software.
Dubbelklik op het pictogram van de HP Digital Imaging Monitor in het
systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk van Windows.
Klik op de knop Start op de taakbalk, wijs Programma's of Alle programma's
aan, selecteer HP en klik op HP Photosmart-software.
2. Als u meer dan één HP-apparaat hebt geïnstalleerd, selecteert u het tabblad met de naam van uw product.
Opmerking Op een Windows-computer zijn de beschikbare functies in het
HP Photosmart-software afhankelijk van de apparaten die zijn geïnstalleerd. In de software worden alleen pictogrammen getoond die zijn gekoppeld aan het geselecteerde apparaat. Als het geselecteerde apparaat niet is uitgerust met een bepaalde functie, verschijnt het pictogram voor deze functie niet in de software.
Tip Als het HP Photosmart-software op de computer geen pictogrammen
bevat, is er mogelijk een probleem opgetreden tijdens de installatie van de software. U kunt dit probleem oplossen door de HP Photosmart-software via het Configuratiescherm van Windows volledig te verwijderen en de software vervolgens opnieuw te installeren. Zie de bij het apparaat geleverde installatieposter voor meer informatie.
De HP Photosmart Studio-software openen op een computer met Macintosh
1. Klik op het pictogram HP Photosmart Studio in het Dock.
Het venster HP Photosmart Studio verschijnt.
2. Klik op Apparaten op de HP Photosmart Studio-taakbalk. Het venster HP Apparaatbeheer wordt weergegeven.
3. Selecteer uw apparaat in het vervolgkeuzemenu Apparaat. Hiermee kunt u scannen, documenten importeren en onderhoud uitvoeren, zoals het controleren van het inktniveau in de inktcartridges.
Opmerking Welke functies beschikbaar zijn in de HP Photosmart Studio-
software op een computer met Macintosh, hangt af van het geselecteerde apparaat.
Tip Wanneer de HP Photosmart Studio-software is geopend, kunt u de
snelkoppelingen in het Dock-menu openen als u de muisknop ingedrukt houdt op het pictogram van HP Photosmart Studio in het Dock.

Originelen plaatsen

U kunt een te kopiëren of te scannen origineel in de automatische documentinvoer of op de glasplaat van de scanner plaatsen.
Originelen plaatsen 17
Hoofdstuk 3

Een origineel op de glasplaat leggen

U kunt originelen van maximaal A4- of Letter-formaat kopiëren of scannen door ze op de glasplaat te leggen.
Opmerking Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en
klep niet schoon zijn. Raadpleeg
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
1. Til de scannerklep op.
2. Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat.
Tip Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp
bij het plaatsen van originelen.
Het toestel reinigen voor meer informatie.
3. Sluit de klep.

Afdrukmateriaal selecteren

Het apparaat is geschikt voor gebruik met de meeste soorten afdrukmateriaal. Wij raden u aan om eerst een aantal soorten afdrukmateriaal uit te proberen voordat u grote hoeveelheden aanschaft. Gebruik HP papier voor het beste afdrukresultaat. Ga naar de website van HP op HP.

Tips voor het selecteren van afdrukmateriaal

Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties van het apparaat. Raadpleeg meer informatie.
Plaats slechts één papiersoort tegelijkertijd in een lade.
Plaats afdrukmateriaal in lade 1 en lade 2 met de afdrukzijde naar beneden en tegen de rechter- en achterkant van de lade. Lade 2 is beschikbaar bij sommige modellen Raadpleeg
Lade 2 is uitsluitend geschikt voor normaal papier.
18 Het apparaat gebruiken
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor
www.hp.com om meer te weten over afdrukmateriaal van
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Plaats niet te veel papier. Ga voor meer informatie naar Informatie over de
specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
Om vastgelopen papier, een slechte afdrukkwaliteit en andere printerproblemen te voorkomen, kunt u het volgende afdrukmateriaal het beste vermijden:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan
Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
Kaarten en enveloppen
Gebruik geen enveloppen met een hele gladde afwerking, zelfklevende randen, sluitingen of vensters. Gebruik ook geen kaarten en enveloppen met dikke, onregelmatige of gekrulde randen of enveloppen die gekreukt, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
Gebruik platte, strak gevouwen enveloppen.
Laad enveloppen met de flappen naar boven.
Afdrukmateriaal voor foto's
Gebruik de modus Beste voor het afdrukken van foto’s. In deze modus neemt het afdrukken meer tijd in beslag omdat meer computergeheugen vereist is.
Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Transparanten
Plaats transparanten met de ruwe kant naar beneden en de plakstrip wijzend naar de achterzijde van het apparaat.
Gebruik de modus Normaal om af te drukken op transparanten. De droogtijd in deze modus is langer. Daarom wordt de volgende pagina pas in de uitvoerlade uitgevoerd wanneer de inkt helemaal droog is.
Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Speciaal papierformaat
Gebruik alleen speciaal papierformaat dat wordt ondersteund door het apparaat.
Wanneer de toepassing speciaal papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de toepassing in voordat u het document gaat afdrukken. Anders stelt u het formaat in met de printerdriver. Mogelijk moet u de opmaak van bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op speciaal papierformaat.
Afdrukmateriaal selecteren
19
Hoofdstuk 3

Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal

Met de tabellen Ondersteunde formaten kennen en Informatie over ondersteunde
papiersoorten en gewichten kunt u bepalen welke media goed zijn voor uw apparaat
en welke functies bij uw papier zullen functioneren.
Ondersteunde formaten kennen Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten
Ondersteunde formaten kennen
Opmerking Lade 2 en de duplexeenheid zijn beschikbaar bij sommige modellen.
Papierformaat Lade 1 Lade 2
Standaardformaten afdrukmateriaal
U.S. Letter (216 x 279 mm; 8,5 x 11 inches)
216 x 330 mm (8,5 x 13 inches)
U.S. Legal (216 x 356 mm; 8,5 x 14 inches)
A4 (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inches)
U.S. Executive (184 x 267 mm; 7,25 x 10,5 inches)
U.S. Statement (140 x 216 mm; 5,5 x 8,5 inches)
B5 (182 x 257 mm; 7,17 x 10,12 inches)
A5 (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3 inches)
6 x 8 inches
A4 zonder rand (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inches)
A5 zonder rand (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3 inches)
B5 zonder rand (182 x 257 mm; 7,17 x 10,12 inches)
Enveloppen
Envelop U.S. #10 (105 x 241 mm; 4,12 x 9,5 inches)
Monarch-envelop (98 x 191 mm; 3,88 x 7,5 inches)
HP-wenskaartenvelop (111 x 152 mm; 4,38 x 6 inches)
Envelop A2 (111 x 146 mm; 4,37 x 5,75 inches)
Duplexeenheid
20 Het apparaat gebruiken
(vervolg)
Papierformaat Lade 1 Lade 2
Envelop DL (110 x 220 mm; 4,3 x 8,7 inches)
Envelop C5 (162 x 229 mm; 6,4 x 9 inches)
Duplexeenheid
Envelop C6 (114 x 162 mm; 4,5 x 6,4 inches)
Japanse envelop Chou #3 (120 x 235 mm; 4,7 x 9,3 inches)
Japanse envelop Chou #4 (90 x 205 mm; 3,5 x 8,1 inches)
Kaarten
Systeemkaart (76,2 x 127 mm; 3 x 5 inches)
Systeemkaart (102 x 152 mm; 4 x 6 inches)
Systeemkaart (127 x 203 mm; 5 x 8 inches)
Kaart A6 (105 x 148,5 mm; 4,13 x 5,83 inches)
Kaart A6 zonder rand (105 x 148,5 mm; 4,13 x 5,83 inches)
Hagaki** (100 x 148 mm; 3,9 x 5,8 inches)
Fotoafdrukmateriaal
Fotopapier (76,2 x 127 mm; 3 x 5 inches)
Fotopapier (102 x 152 mm; 4 x 6 inches)
Fotopapier (5 x 7 inches)
Fotopapier (8 x 10 inches)
Fotopapier (10 x 15 cm)
Foto L (89 x 127 mm; 3,5 x 5 inches)
Fotopapier zonder rand (102 x 152 mm; 4 x 6 inches)
Fotopapier zonder rand (5 x 7 inches)
Fotopapier zonder rand (8 x 10 inches)
Fotopapier zonder rand (8,5 x 11 inches)
Fotopapier zonder rand (10 x 15 cm)
Afdrukmateriaal selecteren
21
Hoofdstuk 3
(vervolg)
Papierformaat Lade 1 Lade 2
Foto L zonder rand (89 x 127 mm; 3,5 x 5
Duplexeenheid
inches)
Ander afdrukmateriaal
Speciaal papierformaat van 76,2 tot 216 mm breed en 127 tot 356 mm lang (3 tot 8,5 inches breed en 5 tot 14 inches lang)
Speciaal formaat afdrukmateriaal (ADF) van 127 tot 216 mm breed en 241 tot 305 mm lang (5 tot 8,5 inches breed en 9,5 tot 12 inches lang)
Panorama (4 x 10 inches, 4 x 11 inches en 4 x 12 inches)
Panorama zonder rand (4 x 10 inches, 4 x 11 inches en 4 x 12 inches)
** Het apparaat is alleen compatibel met gewoon en inkjet-hagaki van Japan Post. Het is niet compatibel met foto-hagaki van Japan Post.
Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten
Opmerking Lade 2 en de duplexeenheid zijn beschikbaar bij sommige modellen.
Lade Soort Gewicht Capaciteit
Lade 1 Papier
60 tot 105 g/m
(16 tot 28 lb bankpost)
2
Maximaal 250 vellen gewoon papier
(25 mm of 1 inch gestapeld)
Transparanten Maximaal 70 vellen
(17 mm of 0,67 inch gestapeld)
Afdrukmateriaal voor foto's
2
280 g/m
(75 lb bankpost)
Maximaal 100 vellen
(17 mm of 0,67 inch gestapeld)
Etiketten Maximaal 100 vellen
(17 mm of 0,67 inch gestapeld)
Enveloppen
Kaarten
75 tot 90 g/m
(envelop met 20 to 24 lb bankpost)
Maximaal 200 g/m
2
Maximaal 30 vellen
(17 mm of 0,67 inch gestapeld)
2
Maximaal 80 kaarten
(steekkaart 110 lb)
Lade 2 Alleen gewoon papier
60 tot 105 g/m
2
Maximaal 350 vellen gewoon papier
22 Het apparaat gebruiken
(vervolg)
Lade Soort Gewicht Capaciteit
Duplexeen heid
Uitvoerlade
Papier
Alle ondersteunde afdrukmaterialen

Minimummarges instellen

De documentmarges moeten overeenkomen met (of groter zijn dan) deze ingestelde marges in de oriëntatie Staand.
(16 tot 28 lb bankpost) (35 mm of 1,38 inch
60 tot 105 g/m
(16 tot 28 lb bankpost)
Maximaal 150 vellen
2
gestapeld)
Niet van toepassing
gewoon papier (tekst afdrukken)
Afdrukmateriaal (1)
U.S. Letter
U.S. Legal
A4
U.S. Executive
U.S. Statement
8,5 x 13 inch
B5
A5
Kaarten
Speciaal papierformaat
Afdrukmateriaal voor foto's
Enveloppen 3,3 mm (0,13
Linkermarge
3,3 mm (0,13 inch)
inch)
(2) Rechtermarg e
3,3 mm (0,13 inch)
3,3 mm (0,13 inch)
(3) Bovenmarge
3,3 mm (0,13 inch)
16,5 mm (0,65 inch)
(4) Ondermarge *
3,3 mm (0,13 inch)
16,5 mm (0,65 inch)
* Om deze marge-instelling op een computer met Windows te verkrijgen, klikt u op het tabblad Geavanceerd in de printerdriver en selecteert u Minimaliseren van marges.
Afdrukmateriaal selecteren
23
Hoofdstuk 3

Afdrukmateriaal plaatsen

Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in het apparaat.
Opmerking Lade 2 is optioneel voor sommige modellen van het apparaat.
Lade 1 vullen (hoofdlade)
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterkant
van de lade. Controleer of de stapel goed tegen de rechter- en achterkant van de lade ligt en niet over de lijnmarkering in de lade hangt.
Opmerking Vul nooit papier bij als het apparaat nog aan het afdrukken is.
3. Stel de papiergeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst
en laat de uitvoerlade vervolgens zakken.
24 Het apparaat gebruiken
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Lade 2 vullen
1. Pak de lade onder aan de voorkant vast en trek de lade uit het apparaat.
2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterkant
van de lade. Controleer of de stapel papier goed tegen de rechter- en achterkant van de lade ligt en niet buiten de lijnmarkering in de lade uitsteekt.
Opmerking In lade 2 kan uitsluitend normaal papier worden geladen.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst.
Afdrukmateriaal plaatsen
25
Hoofdstuk 3
4. Plaats de lade voorzichtig terug.
5. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.

Lades configureren

Opmerking Lade 2 is optioneel voor sommige modellen. Zie
Afdrukbenodigdheden online bestellen voor bestelinformatie.
Het afdrukmateriaal wordt standaard uit lade 1 ingevoerd. Als lade 1 leeg is, wordt het afdrukmateriaal uit lade 2 gehaald (indien geïnstalleerd en gevuld met afdrukmateriaal). Met de volgende functies kunt u deze standaardwerking wijzigen:
Ladevergrendeling: hiermee kunt u voorkomen dat speciaal afdrukmateriaal,
zoals afdrukmateriaal met een briefhoofd en voorbedrukt papier, per ongeluk wordt gebruikt. Als het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken opraakt, wordt geen materiaal uit een vergrendelde lade gebruikt om de afdruktaak te voltooien.
Standaardlade: met deze functie kunt u bepalen welke lade eerst wordt gebruikt
om afdrukmateriaal te laden.
Opmerking Als u de ladevergrendeling en standaard lade-instellingen wilt
gebruiken, moet u de optie voor automatische ladeselectie selecteren in de software van het apparaat. Als het apparaat is aangesloten op een netwerk en u een standaardlade instelt, geldt deze instelling voor alle gebruikers van het apparaat.
Lade 2 is uitsluitend geschikt voor normaal papier.
De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende manieren waarop u de papierlades kunt gebruiken.
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
In beide lades hetzelfde afdrukmateriaal plaatsen en de printer afdrukmateriaal van een lade laten namen als de andere leeg is.
Zowel speciaal afdrukmateriaal (zoals transparanten of briefpapier) als gewoon papier in de lades plaatsen.
26 Het apparaat gebruiken
Plaats het afdrukmateriaal in lade 1 en
lade 2. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Controleer of de ladevergrendeling is
uitgeschakeld.
Plaats speciaal afdrukmateriaal in lade 1
en gewoon papier in lade 2. Controleer of de ladevergrendeling is
ingesteld voor lade 1.
Loading...
+ 98 hidden pages