vertalen zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming is verboden,
behalve voorzover toegestaan door
de copyrightwetgeving.
De informatie in dit document kan
zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd.
De enige garanties voor producten en
diensten van HP worden beschreven
in de expliciete garantieverklaring die
bij dergelijke producten en diensten
wordt geleverd. Niets in deze
publicatie mag worden beschouwd als
aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in
dit document.
Copyright (C) 1991-2, RSA Data
Security, Inc. Productie 1991. Alle
rechten voorbehouden.
Het kopiëren en gebruik van deze
software is toegestaan op voorwaarde
dat dit is gemarkeerd met "RSA Data
Security, Inc. MD4 Message-Digest
Algorithm" in al het materiaal waarin
naar deze software of deze functie
wordt verwezen.
Het produceren en gebruiken van
afgeleide werken is eveneens
toegestaan op voorwaarde dat
dergelijke producten zijn gemarkeerd
met "derived from the RSA Data
Security, Inc. MD4 Message-Digest
Algorithm" in al het materiaal waarin
naar deze software of deze functie
wordt verwezen.
RSA Data Security, Inc. doet geen
uitspraken met betrekking tot de
verhandelbaarheid van deze software
of de geschiktheid van deze software
of een bepaald doel. Ze wordt
gegeven zoals ze is, zonder enige
vorm van impliciete of expliciete
garantie.
Deze kennisgevingen moeten in alle
kopies of in alle onderdelen van deze
documentatie en/of software
aanwezig zijn.
Kennisgeving van HewlettPackard Company
De informatie in dit document kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden.
Reproductie, aanpassing of vertaling
van dit materiaal is verboden zonder
voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard,
met uitzondering van wat is
toegestaan onder de wet op de
auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en
services is vastgelegd in de
garantieverklaringen bij de
betreffende producten. Niets in dit
document mag worden opgevat als
aanvullende garantiebepaling. HP kan
niet aansprakelijk worden gehouden
voor technische of redactionele fouten
of omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Windows en Windows XP zijn in de
V.S. gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation. Windows
Vista is een gedeponeerd
handelsmerk of handelsmerk van
Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
Adobe® en Acrobat® zijn
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
De Bluetooth-handelsmerken zijn
eigendom van hun eigenaar en
worden door Hewlett-Packard
Company onder licentie gebruikt.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard
veiligheidsvoorschriften bij het gebruik
van dit product. Op deze manier
beperkt u het risico van verwondingen
door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de
documentatie van de HP-printer hebt
gelezen en begrepen.
2. Sluit dit product uitsluitend aan op
een geaard stopcontact. Als u niet
zeker weet of een stopcontact geaard
is, kunt u advies inwinnen bij een
erkende elektricien.
3. Neem alle waarschuwingen en
instructies in acht die op het product
zijn aangegeven.
4. Trek de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact voordat u dit
apparaat gaat reinigen.
5. Plaats of gebruik dit product niet in
de buurt van water of wanneer u nat
bent.
6. Installeer het product op een stevig,
stabiel oppervlak.
7. Zet het product op een veilige
plaats waar niemand op het netsnoer
kan trappen of erover kan struikelen
en het netsnoer niet wordt beschadigd.
8. Als het product niet naar behoren
werkt, raadpleeg dan
problemen oplossen.
9. Dit product bevat geen onderdelen
die door de gebruiker kunnen worden
onderhouden. Laat
Onderhoud en
onderhoudswerkzaamheden over aan
erkende onderhoudsmonteurs.
Inhoudsopgave
1 Aan de slag
Andere bronnen over het product zoeken .................................................................................6
In deze handleiding vindt u details over het gebruik van het apparaat en het oplossen
van problemen.
•
Andere bronnen over het product zoeken
Toegankelijkheid
•
De onderdelen van het apparaat
•
Reistips
•
Andere bronnen over het product zoeken
Voor productinformatie en hulpmiddelen voor het oplossen van problemen die niet in
deze handleiding zijn opgenomen, zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar:
BronBeschrijvingLocatie
Leesmij-bestand en releaseinfo
Werkset (Microsoft
Windows®)
HP Printerhulpprogramma
(Mac OS)
Werkset-software voor PDA’s
(Pocket PC en Palm OS)
®
Deze bieden de laatste
informatie en tips voor het
oplossen van problemen.
Biedt informatie over de
status van de cartridges en
geeft toegang tot services
voor onderhoud.
Raadpleeg
(Windows) voor meer
informatie.
Bevat hulpmiddelen voor het
configureren van
afdrukinstellingen, het
kalibreren van het apparaat,
het reinigen van de
cartridges, het afdrukken van
de diagnostische
zelftestpagina, het online
bestellen van benodigdheden
en het zoeken van hulp op de
website.
Raadpleeg
Printerhulpprogramma (Mac
OS) voor meer informatie.
Geeft informatie over de
status en het onderhoud van
het apparaat. U kunt de
inktniveaus en het
oplaadniveau van de batterij
bekijken, inzicht krijgen in de
printerlampjes en de
cartridges uitlijnen. U kunt
ook instellingen voor 802.11
Werkset
HP
Staat op de Starter-cd.
Normaal samen met de
software van het apparaat
geïnstalleerd.
Normaal samen met de
software van het apparaat
geïnstalleerd.
Zie Werkset-software voor
PDA’s (Pocket PC en
Palm OS) voor meer
informatie.
6Aan de slag
(vervolg)
BronBeschrijvingLocatie
en Bluetooth configureren
voor draadloos afdrukken.
BedieningspaneelGeeft status-, fout- en
Logs en rapportenBiedt informatie over
Diagnostische zelftestpagina
HP-websitesBiedt de meest recente
Telefonische ondersteuning
van HP
Help bij de HPbeeldbewerkingssoftware
HP Solution Center (Windows) Hiermee kunt u instellingen
waarschuwingsinformatie
over de werking.
gebeurtenissen die hebben
plaatsgevonden.
Apparaatgegevens:
•
Naam van product
◦
Modelnummer
◦
Serienummer
◦
Versienummer van
◦
de firmware
Geïnstalleerde
•
accessoires (de
duplexeenheid
bijvoorbeeld)
Het aantal afgedrukte
•
pagina's uit de lades en
accessoires
Afdrukken status
•
benodigdheden
printersoftware en producten ondersteuningsinformatie.
Bevat contactinformatie van
HP. Gedurende de
garantieperiode is deze
ondersteuning vaak kosteloos.
Biedt informatie over het
gebruik van de software.
van het apparaat wijzigen,
benodigdheden bestellen,
starten en de Help op het
scherm openen. Afhankelijk
van de apparaten die werden
geïnstalleerd, geeft het HP
Solution Center extra
functies, zoals toegang tot de
beeldbewerkingssoftware
van HP en de
faxinstallatiewizard.
Raadpleeg
Solution Center (Windows)
voor meer informatie.
Gebruik het HP
Zie Lampjes op het
bedieningspaneel voor meer
informatie.
Raadpleeg Het apparaat
controleren voor meer
informatie.
Raadpleeg Informatie over de
pagina’s met
apparaatgegevens voor meer
informatie.
www.hp.com/support
www.hp.com
Raadpleeg Telefonische
ondersteuning van HP krijgen
voor meer informatie.
Normaal samen met de
software van het apparaat
geïnstalleerd.
Andere bronnen over het product zoeken
7
Hoofdstuk 1
Toegankelijkheid
Uw apparaat beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor
gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De software van het apparaat is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of
verminderd zicht dankzij de toegankelijkheidsopties en -functies van uw
besturingssysteem. Bovendien zijn er ondersteunende technieken beschikbaar voor
gebruikers met een visuele beperking, zoals schermlezers, braillelezers en
spraakherkenningstechnologie. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de
gekleurde knoppen en tabbladen in de software en op het bedieningspaneel voorzien
van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangegeven.
Mobiliteit
Om gebruikers met een beperkte mobiliteit te helpen, kunnen de softwarefuncties van
het apparaat worden uitgevoerd met behulp van het toetsenbord. De software
ondersteunt ook Windows-toegankelijkheidsopties, zoals plaktoetsen, schakeltoetsen,
filtertoetsen en muistoetsen. De deuren, knoppen, papierlades en papiergeleiders van
het apparaat kunnen door gebruikers met beperkte kracht en beperkt bereik worden
bediend.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar
optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
accessibility.
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS gaat u naar de website van Apple
op
www.apple.com/accessibility.
www.hp.com/
De onderdelen van het apparaat
•Vooraanzicht
Achteraanzicht en zijaanzicht
•
Bedieningspaneel
•
Onderaanzicht
•
8Aan de slag
Vooraanzicht
1Verlengstuk voor invoerlade (niet inbegrepen bij modellen voor bepaalde landen/
2Invoerlade – Bevat het afdrukmateriaal. Verwijder alle afdrukmateriaal en sluit deze lade
3Geleider voor breed afdrukformaat – Letter, Legal en A4 moeten goed tegen deze
4Papierbreedtegeleider – Kan worden versteld voor diverse formaten afdrukmateriaal.
5Geleider voor smal afdrukformaat – Als u de papierbreedtegeleider naar rechts
6Klemmen voor cartridges – Klap deze klemmen open om de cartridges gemakkelijk te
7Houders voor cartridges – Bevatten de cartridges.
8Voorste toegangsklep – Geeft toegang tot de cartridges en vastgelopen papier. U kunt
9Uitvoersleuf – Het afdrukmateriaal wordt via deze sleuf uit de printer gevoerd.
10Uitvoerklep – Klapt automatisch open als de printer wordt aangezet. Zorgt dat het
regio’s) – Schuift naar boven uit voor gebruik met groot afdrukmateriaal (zoals U.S.
Legal). Dit voorkomt problemen met de invoer van het afdrukmateriaal.
als de printer niet in gebruik is.
geleider worden geschoven wanneer ze in de printer worden geladen.
Schuif deze geleider naar rechts bij gebruik van smal afdrukmateriaal. Hierdoor schuift
de geleider voor smal materiaal naar links zodat het afdrukmateriaal wordt uitgelijnd voor
correcte afdrukmarges.
verschuift, schuift deze geleider automatisch naar links tegen het smalle afdrukmateriaal.
verwijderen of te plaatsen.
pas afdrukken als deze klep gesloten is.
afdrukmateriaal uit de printer wordt gevoerd.
De onderdelen van het apparaat9
Hoofdstuk 1
Achteraanzicht en zijaanzicht
1Batterijcontacten – Verschaffen contact voor voeding via de optionele batterij. Zie HP-
benodigdheden en -accessoires voor meer informatie.
2Batterijcontactklep – Sluit de batterijcontacten af als de optionele batterij niet is
geïnstalleerd.
3Batterijsleuf – Installeer de batterij hier.
4PictBridge/USB-hostpoort – Verschaft aansluiting voor een PictBridge-apparaat (zoals
een digitale camera), een USB-flashstation of een 802.11- of USB-apparaat.
5USB-poort – Sluit hier een USB-kabel aan.
6Draadloosprofielschakelaar – Hiermee kunt u instellingen opslaan voor maximaal drie
802.11-computers of -netwerken. U kunt het apparaat hiermee heel gemakkelijk zowel
thuis als op kantoor gebruiken, in maximaal drie willekeurige draadloze
netwerkomgevingen.
7Voedingsconnector – Sluit het netsnoer hier aan.
8Sleuf voor antidiefstalslot – Sluit hier een antidiefstalslot aan.
9SD- en MMC-sleuven – Zijn geschikt voor een SD-kaart (Secure Digital) of een MMC-
kaart (Multimedia Card) om digitale beelden af te drukken.
10 USB-sleuf – Voor aansluiting van draadloze 802.11- of Bluetooth-accessoires.
Bedieningspaneel
10Aan de slag
1(Annuleren knop) – Annuleert de huidige afdruktaak. De tijd die nodig is om te
2
3Doorgaan lampje – Brandt geel als er een afdruktaak in de wachtrij staat. Knippert
4Batterijlampje – Brandt groen als de batterij wordt opgeladen.
5Lampje voor cartridge links – Knippert als de cartridge links ontbreekt of niet juist
6Lampje voor cartridge rechts – Knippert als de cartridge rechts ontbreekt of niet
7
8Aan/uit lampje – Brandt groen als de printer aanstaat en stroom krijgt via de
Onderaanzicht
annuleren, is afhankelijk van de grootte van de afdruktaak. Druk slechts één keer op
deze knop om een afdruktaak die in de wachtrij staat te annuleren.
(Doorgaan knop) – Hervat een wachtende afdruktaak of gaat door na een
tijdelijke onderbreking (bijvoorbeeld na het bijvullen van afdrukmateriaal).
of gaat branden om de status weer te geven of als er tussenkomst nodig is.
werkt. Brandt constant als de inkt bijna of helemaal op is.
juist werkt. Brandt constant als de inkt bijna of helemaal op is.
(Aan/uit knop) – Zet de printer aan en uit.
netadapter of een batterij die voor 41-100% is opgeladen. Bij gebruik van
batterijvoeding brandt dit lampje geel als de batterij nog slechts voor 10-40% is
opgeladen en rood als de batterij voor minder dan 10% is opgeladen. Knippert als de
printer bezig is met afdrukken.
1Kaarthouder – Bevat een visitekaartje.
2Klep van verwisselbare inktservicemodule – Biedt toegang tot de inktservicemodule.
(Zie
Inktservicemodule vervangen.)
De onderdelen van het apparaat11
Hoofdstuk 1
Reistips
De volgende tips zijn nuttig wanneer u het apparaat mee op reis neemt:
•Als u een extra zwarte cartridge of fotocartridge meeneemt, kunt u zich het beste
•U kunt de printer mee op reis nemen in een draagtas. Zie
•
houden aan de volgende richtlijnen: Berg een gedeeltelijk gebruikte zwarte
cartridge of een gedeeltelijk gebruikte of volle fotocartridge op in het reisetui om
lekken te voorkomen (zie
(bijvoorbeeld in een vliegtuig) zal een pas geopende zwarte cartridge lichtjes gaan
lekken. Om dit te voorkomen kunt u beter wachten met het installeren van nieuwe
zwarte cartridges totdat u op uw bestemming bent. Laat de cartridges tot dan in de
originele, dichtgeplakte verpakking.
accessoires voor meer informatie. De draagtas heeft vakken voor uw notebook en
het apparaat. U kunt de vakken ook van elkaar losmaken als u de notebook en het
apparaat afzonderlijk wilt meenemen.
Zet het apparaat uit met behulp van de knop
keren dan terug naar de startpositie aan de linkerzijde van het apparaat en worden
vergrendeld.
Waarschuwing Om schade aan het apparaat te voorkomen, wacht u met het
verwijderen van de batterij of het netsnoer tot alle lampjes zijn uitgeschakeld.
Dit duurt ongeveer 16 seconden.
Printerbenodigdheden bewaren). Op grote hoogte
HP-benodigdheden en -
(Aan/uit knop). De cartridges
•Maak de apparaatkabel en netadapter los van het apparaat. Schuif het verlengstuk
van de invoerlade in en sluit de invoerlade.
•Als u naar een ander land of andere regio reist, moet u de vereiste adapterstekker
meenemen.
•Als u cartridges in een ander land of andere regio moet kopen terwijl u op reis
bent, raadpleegt u het online Help-onderwerp ‘Reizen met uw mobiele printer van
HP’ voor informatie over de compatibiliteit van cartridges in diverse landen/regio's.
Dit Help-onderwerp is toegankelijk via de Werkset (Windows), de HP Printer Utility
(Mac OS) of de Werkset-software voor PDA’s (Pocket PC en Palm OS).
•Gebruik alleen de netadapter die bij het apparaat is geleverd. Gebruik geen
andere spanningstransformator of -omvormer. De netadapter kan met netstroom
van 100 tot 240 volt, 50 of 60 Hz worden gebruikt.
•Neem de batterij uit het apparaat als u het apparaat langer dan één maand niet
gebruikt.
•Als u fotopapier mee op reis neemt, moet u het plat inpakken zodat het niet wordt
gekreukt of scheefgetrokken. Fotopapier moet effen zijn vóór het afdrukken. Als de
hoeken van het fotopapier meer dan 10 mm krullen, maakt u het papier effen door
het opnieuw in de afsluitbare zak te plaatsen en de zak over de rand van een tafel
te rollen totdat het papier effen is.
12Aan de slag
2
De accessoires installeren
Dit hoofdstuk bevat informatie over optionele accessoires, zoals de batterij en de
draadloze printerkaarten die bij bepaalde printermodellen zijn inbegrepen. Zie
Afdrukbenodigdheden online bestellen als u accessoires wilt bestellen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De batterij installeren en gebruiken
802.11- en Bluetooth-accessoires installeren en gebruiken
•
De batterij installeren en gebruiken
De oplaadbare lithium-ionbatterij wordt geleverd bij HP Officejet H470b- en HP
Officejet H470wbt-printers. U kunt dit onderdeel ook als extra accessoire aanschaffen.
Zie
HP-benodigdheden en -accessoires voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Veiligheid van batterijen
Informatie over de batterij
•
De batterij opladen en gebruiken
•
Veiligheid van batterijen
•Gebruik uitsluitend de batterij die specifiek voor het apparaat is bestemd. Zie HP-
benodigdheden en -accessoires en Specificaties van het apparaat voor meer
informatie.
•Neem contact op met uw plaatselijke afvalbedrijf over de plaatselijke voorschriften
voor het wegwerpen of recyclen van batterijen. Hoewel de oplaadbare lithiumionbatterij geen kwik bevat, is het toch mogelijk dat de batterij aan het einde van
de levensduur moet worden gerecycled of op geschikte wijze afgevoerd. Zie
Recycling voor meer informatie.
•Batterijen die niet op de juiste manier worden vervangen of die in vuur worden
weggeworpen, kunnen ontploffen. Veroorzaak geen kortsluiting.
•Als u een vervangingsbatterij wilt aanschaffen, neemt u contact op met uw
plaatselijke dealer of HP-verkoopkantoor. Zie
voor meer informatie.
•Om gevaar van brand, brandwonden of beschadiging van de batterij te
voorkomen, mogen de batterijcontacten niet in aanraking komen met een metalen
object.
•Haal de batterij niet uit elkaar. De batterij bevat binnenin geen onderdelen die
onderhoud of reparatie nodig hebben.
•Wees zeer voorzichtig met een beschadigde of lekkende batterij. Als u in contact
komt met de elektrolyt, wast u de blootgestelde huid met water en zeep. Bij contact
met het oog, spoelt u het oog gedurende 15 minuten met water en roept u
medische hulp in.
•Bewaar de batterij niet bij temperaturen boven 50°C (122°F) of onder -20°C (4°F).
HP-benodigdheden en -accessoires
De accessoires installeren
13
Hoofdstuk 2
Belangrijke opmerkingen
Neem het volgende in acht wanneer u de batterij oplaadt of gebruikt:
•Laad de batterij 4 uur op vóór het eerste gebruik. De volgende keren duurt het
ongeveer 2 uur om de batterij volledig op te laden.
•Het batterijlampje brandt groen wanneer de batterij wordt opgeladen. Als het
lampje rood is, is de batterij mogelijk defect en aan vervanging toe.
•Het Aan/uit lampje brandt groen als de batterij 41-100% is opgeladen, geel als de
batterij 10-40% is opgeladen en rood als de batterij voor minder dan 10% is
opgeladen. Laad de batterij op wanneer het Aan/uit lampje geel wordt. Als het
rood wordt, moet u de batterij zo snel mogelijk opladen. De batterijstatus wordt ook
weergegeven op het tabblad Printerstatus in de Werkset (Windows) en het
deelvenster Energiebeheer van de HP Printer Utility (Mac OS). Als u een
Pocket PC- of Palm OS-apparaat gebruikt, kunt u de Werkset-software voor PDA’s
gebruiken. Zie
Werkset-software voor PDA’s (Pocket PC en Palm OS) voor meer
informatie.
•Als de batterij bijna leeg is, kunt u de netadapter aansluiten om de batterij op te
laden of de batterij vervangen door een opgeladen batterij.
•Een volledig opgeladen batterij kan ongeveer 450 pagina’s afdrukken, afhankelijk
van de complexiteit van de afdruktaken.
•Als het apparaat op de batterij werkt en 15 minuten niet is gebruikt, wordt het
automatisch uitgeschakeld om de batterij te sparen. Dit is de standaardinstelling. U
kunt de Werkset (Windows), de HP Printer Utility (Mac OS) of de Werkset-software
voor PDA’s (Pocket PC en Palm OS) gebruiken om deze functie te configureren.
Zie
Werkset-software voor PDA’s (Pocket PC en Palm OS) voor meer informatie.
•Voordat u het apparaat gedurende lange tijd opbergt, moet u de batterij volledig
opladen. De batterij mag niet langer dan 6 maanden leeg (niet opgeladen) blijven.
•Neem onderstaande temperatuurrichtlijnen in acht om de levensduur en het
vermogen van de batterij te optimaliseren.
◦Bij opladen: 0° tot 40°C (32° tot 104°F)
◦Bij gebruik en opslag: -20° tot 50°C (-4° tot 122°F)
Informatie over de batterij
1Batterij – Voorziet het apparaat van stroom.
2Batterijschuifje – Zet de batterij los.
14
De accessoires installeren
De batterij opladen en gebruiken
Waarschuwing Laad de batterij 4 uur op vóór het eerste gebruik. Gewoonlijk is
de batterij warm tijdens het opladen. Laad de batterij niet op in een aktetas of
andere besloten ruimte. Hierdoor kan de batterij oververhitten.
Opmerking De netadapter voelt gewoonlijk warm aan wanneer hij op een
stopcontact is aangesloten.
Opmerking Bij draadloos afdrukken wordt meer batterijvoeding gebruikt dan bij
afdrukken via een kabelverbinding. Zie
informatie over het controleren van het oplaadniveau van de batterij.
Batterij installeren
Opmerking U kunt de batterij installeren terwijl het apparaat aan- of uitstaat.
1. Schuif de batterij enigszins schuin in de batterijsleuf totdat de contacten van de
batterij zich ter hoogte van de contacten in de batterijsleuf bevinden. De
batterijcontactklep schuift open.
De batterij installeren en gebruiken voor
2. Duw de batterij in de batterijsleuf totdat hij vastklikt.
3. Sluit de netadapter op een stopcontact aan en zet het apparaat aan. Zorg dat de
batterij vier uur oplaadt vóór het eerste gebruik. Het batterijlampje is groen tijdens
het opladen en gaat uit wanneer de batterij volledig is opgeladen.
4. Nadat de batterij volledig is opgeladen, kunt u het apparaat gebruiken zonder de
netadapter.
De batterij installeren en gebruiken
15
Hoofdstuk 2
De batterij verwijderen
1. Verplaats het batterijschuifje in de richting van de pijl.
2. Verwijder de batterij.
802.11- en Bluetooth-accessoires installeren en gebruiken
Bepaalde modellen van het apparaat zijn voorzien van een draadloos 802.11- of
Bluetooth-USB-accessoire.
Ga naar
worden ondersteund.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
•
www.hp.com/support voor meer informatie over de draadloze accessoires die
Het draadloze 802.11- of Bluetooth-USB-accessoire installeren
Draadloos afdrukken via 802.11 en Bluetooth
Het draadloze 802.11- of Bluetooth-USB-accessoire installeren
Schuif het draadloze HP 802.11- of Bluetooth-USB-accessoire in de sleuf.
Het 802.11-accessoire heeft één blauw lampje. Als de dongle is geïnstalleerd, brandt
het lampje. Als er 802.11-datacommunicatie plaatsvindt, knippert het lampje.
16
De accessoires installeren
De LED op het Bluetooth-accessoire geeft informatie over de huidige status ervan.
•Continu aan - Dit is de standaardstatus, waarmee wordt aangegeven dat het
accessoire is geïnstalleerd en op de voeding is aangesloten.
•Snel knipperen - Een verzendend apparaat detecteert het Bluetooth-accessoire.
•Knipperend - Het Bluetooth-accessoire ontvangt gegevens.
Opmerking Controleer of het Bluetooth-hostapparaat en het Bluetoothbesturingssysteem door het apparaat worden ondersteund. Ga naar
support voor meer informatie.
Draadloos afdrukken via 802.11 en Bluetooth
De 802.11- en Bluetooth-functies in dit apparaat stellen u in staat draadloos af te
drukken. Via 802.11 kunt u draadloos afdrukken op een afstand van maximaal 100
meter. Via Bluetooth kunt u draadloos afdrukken op een afstand van maximaal 10
meter.
Instructies om draadloos af te drukken vanuit mobiele apparaten vindt u in
vanuit mobiele apparaten.
Opmerking Draadloze communicatie verloopt via draadloze printerkaarten die bij
bepaalde apparaatmodellen zijn inbegrepen. Ook moet in het verzendende
apparaat draadloze connectiviteit zijn ingebouwd of moet een draadloze kaart in
het apparaat zijn geïnstalleerd.
Opmerking Bij draadloos afdrukken wordt meer batterijvoeding gebruikt dan bij
afdrukken via een kabelverbinding. Zie
informatie over het controleren van het oplaadniveau van de batterij.
www.hp.com/
Afdrukken
De batterij installeren en gebruiken voor
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Informatie over 802.11
Informatie over Bluetooth
•
Informatie over 802.11
Met draadloze 802.11-technologie kunt u een draadloze verbinding met het apparaat
tot stand brengen door ‘ad-hoccommunicatie’ tussen de computer en het apparaat.
802.11 vereist geen vrijzichtverbinding tussen zender en ontvanger.
Als u ad-hoccommunicatie tot stand brengt tussen de computer en het apparaat,
maakt u in feite een netwerk van twee apparaten. Dit is de aanbevolen configuratie om
op deze mobiele printer via 802.11 af te drukken.
802.11 stelt u ook in staat het apparaat in een bestaande netwerkinfrastructuur op te
nemen. Dit betekent dat het apparaat rechtstreeks in een LAN (local area network)
wordt geplaatst via een draadloze verbinding naar een 802.11-toegangspunt (WAP).
Als het apparaat draadloos met het netwerk is verbonden, kunnen alle computers op
hetzelfde subnet gebruik maken van het apparaat.
Voordat u het apparaat installeert, is het raadzaam de computer en het apparaat eerst
tijdelijk met een USB-kabel op elkaar aan te sluiten om de draadloze verbinding te
installeren. Eens de draadloze verbinding is gerealiseerd, verwijdert u de kabel en
kunt u draadloos afdrukken. U kunt het apparaat ook installeren zonder USB-kabel.
802.11- en Bluetooth-accessoires installeren en gebruiken
17
Hoofdstuk 2
Zie 802.11 draadloze verbinding om het apparaat te installeren en te configureren
voor draadloos afdrukken via 802.11.
Informatie over Bluetooth
Met Bluetooth-technologie kunt u een draadloze verbinding met het apparaat tot stand
brengen door gebruik te maken van radiogolven in het 2,4 GHz-spectrum. Bluetooth
wordt gewoonlijk gebruikt voor korte afstanden (maximaal 10 meter) en vereist geen
vrijzichtverbinding tussen zender en ontvanger.
Verschillende Bluetooth-profielen emuleren verschillende typen
standaardkabelaansluitingen en bieden verschillende mogelijkheden. Zie
Bluetooth-
instellingen configureren voor meer informatie over Bluetooth-profielen.
Als het apparaat rechtstreeks op uw computer wordt aangesloten (via kabel of
Bluetooth), kunt u het via het netwerk delen met behulp van de functie Printer delen.
Uw computer moet dan wel op het netwerk zijn aangesloten, anders kunnen anderen
het apparaat niet gebruiken.
Zie
Bluetooth draadloze verbinding voor meer informatie over het installeren en
configureren van het apparaat voor draadloos afdrukken via Bluetooth.
Opmerking Om Bluetooth-instellingen te configureren of de apparaatstatus
(bijvoorbeeld de inktniveaus) te volgen met behulp van de Werkset, moet u het
apparaat met een USB-kabel op de computer aansluiten.
18
De accessoires installeren
3Het apparaat gebruiken
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Afdrukmateriaal selecteren
Afdrukmateriaal laden
•
Afdrukinstellingen wijzigen
•
Gebruik het HP Solution Center (Windows)
•
Afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)
•
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
•
Afdrukken zonder randen
•
Afdrukken vanuit mobiele apparaten
•
Geheugenapparaten gebruiken
•
Een afdruktaak annuleren
•
Afdrukmateriaal selecteren
Het apparaat is geschikt voor gebruik met de meeste soorten afdrukmateriaal. Wij
raden u aan om eerst een aantal soorten afdrukmateriaal uit te proberen voordat u
grote hoeveelheden aanschaft. Gebruik HP papier voor het beste afdrukresultaat. Ga
naar de website van HP op
HP.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Tips voor het selecteren van afdrukmateriaal
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
•
Minimummarges instellen
•
www.hp.com om meer te weten over afdrukmateriaal van
Tips voor het selecteren van afdrukmateriaal
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
•Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Raadpleeg
meer informatie.
•Laad slechts één soort afdrukmateriaal tegelijk in het apparaat.
•Als de invoerlade van het apparaat een verlengstuk heeft, moet u dit volledig
uittrekken.
•Laad het afdrukmateriaal met de afdrukzijde omhoog en recht tegen de
uitlijngeleiders. Zie
afdrukmateriaal.
•Plaats niet te veel papier in de lades. Raadpleeg
van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie.
•Om vastgelopen papier, een slechte afdrukkwaliteit en andere printerproblemen te
voorkomen, kunt u het volgende afdrukmateriaal het beste vermijden:
◦Formulieren die uit meerdere delen bestaan
◦Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie over het laden van
Informatie over de specificaties
Het apparaat gebruiken19
Hoofdstuk 3
◦Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
◦Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
◦Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
•Laat het afdrukmateriaal ’s nachts niet in de invoerlade zitten. Hierdoor kan het
kromtrekken.
•Neem elk afgedrukt vel uit het apparaat en leg het opzij om het laten drogen. Als
nat afdrukmateriaal wordt opgestapeld, kunnen vlekken ontstaan.
Kleuren kalibreren voor instructies over het kalibreren van de kleuren.
•Zie
Kaarten en enveloppen
•Gebruik geen enveloppen met een hele gladde afwerking, zelfklevende randen,
sluitingen of vensters. Gebruik ook geen kaarten en enveloppen met dikke,
onregelmatige of gekrulde randen of enveloppen die gekreukt, gescheurd of
anderszins beschadigd zijn.
•Gebruik platte, strak gevouwen enveloppen.
•Laad enveloppen altijd in de printer met de flap naar de achterzijde van de printer
gekeerd en zorg dat de plaats voor de postzegel overeenstemt met het
enveloppictogram.
Afdrukmateriaal voor foto's
•Gebruik de modus Beste voor het afdrukken van foto’s. In deze modus neemt het
afdrukken meer tijd in beslag omdat meer computergeheugen vereist is.
•Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat
afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
•Fotopapier moet effen zijn vóór het afdrukken. Als de hoeken van het fotopapier
meer dan 10 mm opkrullen, maakt u het papier effen door het opnieuw in de
afsluitbare zak te plaatsen en deze tot een buis te rollen. Rol de vellen op tegen de
oorspronkelijke krulrichting in. Rol het papier op tot een buis met een diameter van
niet minder dan 4 cm.
20Het apparaat gebruiken
Transparanten
•Plaats transparanten met de ruwe zijde omhoog en de plakstrip naar beneden.
•Gebruik de modus Normaal om af te drukken op transparanten. De droogtijd in
deze modus is langer. Daarom wordt de volgende pagina pas in de uitvoerlade
uitgevoerd wanneer de inkt helemaal droog is.
•Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat
afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Speciaal papierformaat
•Gebruik alleen speciaal papierformaat dat wordt ondersteund door het apparaat.
•Wanneer de toepassing speciaal papierformaat ondersteunt, stelt u het
papierformaat eerst in de toepassing in voordat u het document gaat afdrukken.
Anders stelt u het formaat in met de printerdriver. Mogelijk moet u de opmaak van
bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op
speciaal papierformaat.
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
Met de tabellen Ondersteunde formaten en Informatie over ondersteunde
papiersoorten en -gewichten kunt u bepalen welke media goed zijn voor uw apparaat
en welke functies bij uw papier zullen functioneren.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Ondersteunde formaten
Informatie over ondersteunde papiersoorten en -gewichten
•
Ondersteunde formaten
Papierformaat
Standaardformaten afdrukmateriaal
U.S. Letter (216 x 279 mm; 8,5 x 11 inch)*
U.S. Legal (216 x 356 mm; 8,5 x 14 inch)*
A4 (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inch)*
U.S. Executive (184 x 267 mm; 7,25 x 10,5 inch)*
U.S. Statement (140 x 216 mm; 5,5 x 8,5 inch)*
JIS B5 (182 x 257 mm; 7,2 x 10,1 inch)*
A5 (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3 inch)*
8,5 x 13 inch (216 x 330 mm)
Enveloppen
Envelop U.S. #10 (105 x 241 mm; 4,12 x 9,5 inch)
Monarch-envelop (98 x 191 mm; 3,88 x 7,5 inch)
Envelop A2 (111 x 146 mm; 4,37 x 5,75 inch)
Afdrukmateriaal selecteren
21
Hoofdstuk 3
(vervolg)
Papierformaat
Envelop DL (110 x 220 mm; 4,3 x 8,7 inch)
Envelop C5 (162 x 229 mm; 6,4 x 9 inch)
Envelop C6 (114 x 162 mm; 4,5 x 6,4 inch)
Kaarten
Steekkaart (76,2 x 127 mm; 3 x 5 inch)*
Steekkaart (102 x 152 mm; 4 x 6 inch)*
Steekkaart (127 x 203 mm; 5 x 8 inch)*
A6-kaart (105 x 148,5 mm; 4,13 x 5,83 inch)*
Fotoafdrukmateriaal
Foto (76 x 127 mm; 3 x 5 inch)
Foto (88,9 x 127 mm; 3,5 x 5 inch)
Foto (101,6 x 152,4 mm; 4 x 6 inch)
Foto met lipje (101,6 x 152,4 mm; 4 x 6 inch)
Foto (127 x 177,8 mm; 5 x 7 inch)
Foto (203,2 x 254 mm; 8 x 10 inch)
Foto 10 x 15 cm (100 x 150 mm; 4 x 6 inch)
Foto 10 x 15 cm met lipje (100 x 150 mm; 4 x 6 inch)
Foto zonder rand (101,6 x 152,4 mm; 4 x 6 inch)
Foto zonder rand met lipje (101,6 x 152,4 mm; 4 x 6 inch)
Foto zonder rand 10 x 15 cm (100 x 150 mm; 3,93 x 5,9 inch)
Foto zonder rand 10 x 15 cm met lipje (100 x 150 mm; 3,93 x 5,9 inch)
Foto L (89 x 127 mm; 3,5 x 5 inch)
Foto 2L (178 x 127 mm; 7 x 5 inch)
Foto L zonder rand (89 x 127 mm; 3,5 x 5 inch)
Foto L (met afscheurlipje) zonder rand (89 x 127 mm; 3,5 x 5 inch)
Fotoformaten tussen 89 x 127 mm (3,5 x 5 inch) en 216 x 279 mm (8,5 x 11 inch)
Ander afdrukmateriaal
L (89 x 127 mm; 3,5 x 5 inch)
2L met lipje (178 x 127 mm; 5 x 7 inch)
Speciaal formaat afdrukmateriaal van 76,2 tot 216 mm breed en 102 tot 356 mm lang (3 tot
8,5 inch breed en 4 tot 14 inch lang)*
22Het apparaat gebruiken
* Deze afdrukmateriaalformaten kunnen worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken.
Zie
Afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie over
dubbelzijdig afdrukken.
Informatie over ondersteunde papiersoorten en -gewichten
SoortGewichtCapaciteit
Papier
Fotopapier5 tot 12 milMaximaal 10 vellen
TransparantenMaximaal 20 vellen
EtikettenMaximaal 20 vellen
Kaarten
Enveloppen
Minimummarges instellen
De documentmarges moeten overeenkomen met (of groter zijn dan) deze ingestelde
marges in de oriëntatie Staand.
64 tot 90 g/m2)
(16 tot 24 lb bankpost)
Maximaal 162 g/m
(steekkaart 90 lb)
75 tot 200 g/m2)
(20 tot 53 lb bankpost)
2
Maximaal 50 vellen gewoon
papier
(5 mm of 0,2 inch gestapeld)
Maximaal 5 vellen
Maximaal 5 enveloppen
Afdrukmateriaal(1)
A4
U.S. Executive
U.S. Statement
B5
A5
U.S. Letter6,35 mm
Linkermarge
3,3 mm (0,13
inch)
(0,25 inch)
(2)
Rechtermarg
e
3,3 mm (0,13
inch)
6,35 mm
(0,25 inch)
(3)
Bovenmarge
3,3 mm (0,13
inch)
2 mm
(0,08 inch)
Afdrukmateriaal selecteren
(4)
Ondermarge
*
3,3 mm (0,13
inch)
3 mm
(0,12 inch)
23
Hoofdstuk 3
(vervolg)
Afdrukmateriaal(1)
U.S. Legal
Speciaal papierformaat
8,5 x 13 inch
Kaarten
Afdrukmateriaal voor foto's
Enveloppen3,3 mm (0,13
* Om deze marge-instelling op een computer met Windows te verkrijgen, klikt u op het
tabblad Geavanceerd in de printerdriver en selecteert u Minimaliseren van marges.
Afdrukmateriaal laden
Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in het apparaat.
Afdrukmateriaal laden
1. Neem al het afdrukmateriaal uit de invoerlade.
2. Laad het afdrukmateriaal met de afdrukzijde omhoog en recht tegen de
uitlijngeleider. Schuif de papierbreedtegeleider goed tegen de zijden van het
afdrukmateriaal.
Linkermarge
2 mm
(0,08 inch)
inch)
(2)
Rechtermarg
e
2 mm
(0,08 inch)
3,3 mm (0,13
inch)
(3)
Bovenmarge
2 mm
(0,08 inch)
14,2 mm
(0,56 inch)
(4)
Ondermarge
*
0,5 mm
(0,02 inch)
14,2 mm
(0,56 inch)
24Het apparaat gebruiken
3. Als u op U.S. Legal afdrukt en de invoerlade van uw printer een verlengstuk heeft,
moet u dit volledig uittrekken.
4. Wijzig zo nodig andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK om af te
drukken.
Afdrukinstellingen wijzigen
U kunt de afdrukinstellingen (zoals papierformaat of -soort) wijzigen vanuit een
toepassing of de driver van de printer. Wijzigingen in een toepassing hebben voorrang
op wijzigingen in de driver van de printer. Als u toepassing hebt afgesloten, worden de
standaardinstellingen van de driver echter hersteld.
Opmerking Afdrukinstellingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten
worden geselecteerd in de driver van de printer.
Raadpleeg de online Help bij de printerdriver van Windows voor meer informatie
over de functies van de driver. Voor meer informatie over het afdrukken vanuit een
specifieke toepassing kunt u de documentatie van de betreffende toepassing
raadplegen.
•Instellingen voor huidige taken aanpassen vanuit een toepassing (Windows)
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige taken (Windows)
•
Instellingen wijzigen (Mac OS)
•
Instellingen voor huidige taken aanpassen vanuit een toepassing (Windows)
1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Klik in het menu Bestand op Afdrukken en klik vervolgens op Instellingen,
Eigenschappen of Voorkeuren. (Specifieke opties kunnen afwijken, afhankelijk
van de software die u gebruikt.)
3. Wijzig de gewenste instellingen en klik op OK, Afdrukken of een gelijkaardige taak.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige taken (Windows)
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
-ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op
Eigenschappen, Standaardinstellingen voor document of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3. Wijzig de gewenste instellingen en klik vervolgens op OK.
Instellingen wijzigen (Mac OS)
1. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand.
2. Wijzig de gewenste instellingen (zoals papierformaat) en klik vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand op Afdrukken om de printerdriver te openen.
4. Wijzig de gewenste instellingen (zoals het type afdrukmateriaal) en klik vervolgens
op OK of Afdrukken.
Afdrukinstellingen wijzigen
25
Hoofdstuk 3
Gebruik het HP Solution Center (Windows)
Met het HP Solution Center kunt u de afdrukinstellingen wijzigen, benodigdheden
bestellen en de help op het scherm raadplegen.
Welke functies beschikbaar zijn in het HP Solution Center hangt af van de apparaten
die u hebt geïnstalleerd. In het HP Solution Center worden alleen pictogrammen
getoond die zijn gekoppeld aan het geselecteerde apparaat. Als het geselecteerde
apparaat niet is uitgerust met een bepaalde functie, verschijnt het pictogram voor deze
functie niet in het HP Solution Center.
Als het HP Solution Center op de computer geen pictogrammen bevat, is er mogelijk
een probleem opgetreden tijdens de installatie van de software. U kunt dit probleem
oplossen door de software via het Configuratiescherm van Windows volledig te
verwijderen en vervolgens opnieuw te installeren.
Afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)
U kunt handmatig op beide zijden van een vel papier afdrukken met behulp van de
printersoftware onder Windows.
In Mac OS kunt u op beide zijden van een vel afdrukken door eerst de oneven
genummerde pagina’s af te drukken, de pagina’s om te draaien en vervolgens de
even genummerde pagina’s af te drukken.
•
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows)
•
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS)
•
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
•Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Raadpleeg
meer informatie.
•Geef opties voor dubbelzijdig afdrukken op in uw toepassing of de driver van de
printer.
•Dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk op transparanten, enveloppen, fotopapier,
glanspapier of papier dat lichter is dan 75 g/m
materiaaltypen kunnen papierstoringen optreden.
•Bij sommige soorten van afdrukmateriaal moet voor dubbelzijdig afdrukken een
specifieke oriëntatie worden opgegeven, zoals papier met een briefhoofd,
voorbedrukt papier en papier met een watermerk of perforaties. Wanneer u afdrukt
vanuit Windows, wordt de voorkant van het afdrukmateriaal eerst afgedrukt.
Wanneer u afdrukt vanuit Mac OS, wordt eerst de achterkant afgedrukt. Plaats het
afdrukmateriaal met de voorkant naar beneden.
26Het apparaat gebruiken
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor
2
(18 lb bankpostpapier). Bij deze
Loading...
+ 112 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.