•"
Draadloze verbinding met Draadloze installatie met een knop met een WPS-
•"
router" op pagina 5
Hoe kan ik?
Hoe kan ik?3
Hoofdstuk 1
Hoe kan ik?
4Hoe kan ik?
2De installatie van de HP Printer
voltooien
•Draadloze verbinding met Draadloze installatie met een knop met een WPS-router
Traditionele draadloze verbinding
•
USB-verbinding
•
De software voor een netwerkverbinding installeren
•
Draadloze verbinding met Draadloze installatie met een
knop met een WPS-router
Om de HP Printer op een draadloos netwerk aan te sluiten met een WiFi-beveiligde
installatie (WPS), hebt u het volgende nodig:
Een draadloos 802.11-netwerk met een draadloos toegangspunt of een WPS-
draadloze router.
Een pc of laptop met ondersteuning voor draadloze netwerken of een
netwerkinterfacekaart (NIC). De computer moet zijn aangesloten op het draadloze
netwerk waarop u de HP Printer wilt installeren.
Draadloze verbinding met Draadloze installatie met een knop met een WPS-router
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
Gebruik de drukknopmethode
a. Stel een draadloze verbinding in.
Houd de knop Draadloos twee seconden ingedrukt.
Druk op de bijbehorende knop op de WPS-router of het andere
netwerktoestel.
Het pictogram Draadloos en de balk met de signaalsterkte verschijnen
ononderbroken bij de succesvolle configuratie van het draadloze netwerk.
b. Installeer de software.
Opmerking Het apparaat start een timer voor ongeveer twee minuten.
Gedurende die tijd moet de bijbehorende knop op het netwerktoestel worden
ingedrukt.
Gebruik de PIN-methode
a. Plaats papier.
Plaats de stapel papier in de invoerlade met de korte rand naar voren en de
afdrukzijde naar beneden.
Schuif de stapel papier vooruit totdat de stapel niet verder kan.
Schuif de papierbreedtegeleider naar rechts tot deze bij de hoek van het
papier stopt.
Draadloze verbinding met Draadloze installatie met een knop met een WPS-router5
De installatie van de HP Printer
voltooien
Hoofdstuk 2
b. Start de WiFi-beschermde installatie op.
Houd de knop Hervatten twee seconden ingedrukt.
De draadloze test begint.
Het draadloze testrapport en het netwerkconfiguratierapport worden
automatisch afgedrukt.
c. Stel een draadloze verbinding in.
Houd de knop Draadloos twee seconden ingedrukt.
Geef de PIN op een computer in voor de router.
Het pictogram Draadloos en de balk met de signaalsterkte verschijnen
ononderbroken bij de succesvolle configuratie van het draadloze netwerk.
d. Installeer de software.
Opmerking Het apparaat start een timer voor ongeveer twee minuten.
Gedurende die tijd moet de bijbehorende knop op het netwerktoestel worden
ingedrukt.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
De installatie van de HP Printer
Verwante onderwerpen
De software voor een netwerkverbinding installeren" op pagina 8
"
Test de draadloze installatie en druk de
netwerkconfiguratiepagina af
voltooien
De draadloze netwerktest voert een reeks diagnostische testen uit om te bepalen of de
netwerkinstallatie al dan niet geslaagd is. U kunt de draadloze netwerktest op elk moment
afdrukken.
U kunt een netwerkconfiguratiepagina afdrukken om netwerkinstellingen zoals het IPadres, de communicatiemodus en de netwerknaam (SSID) te zien.
De netwerkconfiguratiepagina afdrukken
▲ Houd de knop Hervatten ingedrukt om de draadloze test op te starten en de
Netwerkconfigruatie- en Netwerktestpagina's af te drukken.
Traditionele draadloze verbinding
Om de HP Printer aan te sluiten op een ingebouwd draadloos WLAN 802.11-netwerk,
hebt u het volgende nodig:
6De installatie van de HP Printer voltooien
Een draadloos 802.11-netwerk met een draadloze router of toegangspunt.
Wanneer u de HP Printer aansluit op een draadloos netwerk met Internet-toegang,
raadt HP u aan een draadloze router (toegangspunt of basisstation) met Dynamic
Host Configuration Protocol (DHCP) te gebruiken.
Een pc of laptop met ondersteuning voor draadloze netwerken of een
netwerkinterfacekaart (NIC). De computer moet zijn aangesloten op het draadloze
netwerk waarop u de HP Printer wilt installeren.
Netwerknaam (SSID).
WEP-sleutel of WPA-toegangscode (indien nodig).
Het apparaat aansluiten
1. Plaats de software-cd van het apparaat in het cd-romstation van de computer.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Sluit het apparaat aan op uw computer met de USB-installatiekabel die werd
meegeleverd, wanneer dit wordt gevraagd. Het apparaat probeert verbinding te
maken met het netwerk. Als er geen verbinding kan worden gemaakt, volgt u de
opdrachten om het probleem te corrigeren en probeert u het opnieuw.
3. Als de installatie klaar is, zal u worden gevraagd de USB-kabel los te koppelen en de
draadloze netwerkverbinding te testen. Nadat het apparaat met succes is
aangesloten op het netwerk, installeert u de software op elke computer die het
netwerk zal gebruiken.
Verwante onderwerpen
"
De software voor een netwerkverbinding installeren" op pagina 8
USB-verbinding
De HP Printer ondersteunt een USB 2.0 HS-poort aan de achterzijde voor aansluiting op
een computer.
Als u een USB-kabel gebruikt om de HP Printer op een computer op een netwerk aan te
sluiten, kunt u printerdelen op uw computer instellen. Zo kunnen andere computers op
het netwerk naar de HP Printer afdrukken, met uw computer als host.
De host-computer (uw computer, direct aangesloten op de HP Printer met een USBkabel) heeft volledige softwarefunctionaliteit. Andere computers, die clients worden
genoemd, hebben alleen toegang tot de afdrukfuncties. HP raadt tot 5 computers aan
voor de beste prestaties. Andere functies moet u vanaf de hostcomputer of via het
bedieningspaneel op de HP Printer uitvoeren.
Het apparaat met een USB-kabel aansluiten
▲ Raadpleeg de startershandleiding die bij uw apparaat werd meegeleverd voor
informatie over het aansluiten op een computer met een USB-kabel.
Opmerking Sluit de USB-kabel niet op het apparaat aan voordat u daarom wordt
gevraagd.
USB-verbinding7
De installatie van de HP Printer
voltooien
Hoofdstuk 2
Printers delen op een Windows-computer
▲ Zie de gebruikershandleiding van uw computer of de on line Help-functie van
Windows.
De software voor een netwerkverbinding installeren
Raadpleeg dit gedeelte als u de HP Photosmart-software wilt installeren op een computer
die op een netwerk is aangesloten. Zorg dat u de HP Printer hebt aangesloten op een
netwerk voordat u de software installeert. Als de HP Printer niet is aangesloten op een
netwerk, volg dan de instructies op het scherm tijdens de software-installatie om het
apparaat op het netwerk aan te sluiten.
Opmerking Als de computer is geconfigureerd om verbinding te maken met een
aantal netwerkstations, moet u ervoor zorgen dat de computer op dit moment is
verbonden met deze stations voordat u de software installeert. De software-installatie
van de HP Photosmart kan anders proberen om een van de gereserveerde
stationsletters te gebruiken, waardoor u het betreffende netwerkstation niet op uw
computer kunt openen.
Opmerking De installatie duurt 20 tot 45 minuten. Dit is afhankelijk van het
besturingssysteem, de beschikbare ruimte en de processorsnelheid op de computer.
De Windows HP Photosmart-software installeren op een op het netwerk
aangesloten computer
1. Sluit alle actieve toepassingen op de computer af.
2. Plaats de Windows-cd-rom die bij het apparaat werd geleverd in het cd-rom-station
De installatie van de HP Printer
op de computer en volg de instructies op het scherm.
Opmerking Als de HP Printer niet op een netwerk is aangesloten, sluit het
apparaat dan op de computer aan met de USB-installatiekabel die in de doos is
meegeleverd. Sluit geen USB-installatiekabel aan op de computer totdat u dit
wordt gevraagd. Het apparaat probeert dan verbinding te maken met het netwerk.
3. Volg de instructies, als er een dialoogvenster over firewalls verschijnt. Als er vensters
voltooien
8De installatie van de HP Printer voltooien
met berichten over de firewall verschijnen, moet u deze berichten altijd accepteren
of toestaan.
4. Selecteer een geschikte optie op het scherm Type aansluiting en klik vervolgens op
Volgende.
Het scherm Zoeken wordt weergegeven terwijl het installatieprogramma zoekt naar
het apparaat in het netwerk
5. Controleer in het scherm Gevonden printer of de printerbeschrijving juist is.
Als er meerdere printers op het netwerk worden gevonden, wordt het scherm Printers
gevonden weergegeven. Selecteer het apparaat dat u wilt aansluiten.
6. Volg de aanwijzingen om de software te installeren.
Wanneer u de software hebt geïnstalleerd, kunt u het apparaat gebruiken.
7. Als u de netwerkverbinding wilt testen, gaat u naar de computer en drukt u een
testpagina af op het apparaat.
3Kennis maken met de HP Printer
•Printeronderdelen
Kenmerken van het bedieningspaneel
•
Printeronderdelen
1Bedieningspaneel
2Uitvoerlade
3Invoerlade
4Invoerlade uittrekken
5Toegangsklep aan de voorzijde
6Inktcartridges
7Toegangsgebied cartridges
8USB-poort
9Klep aan achterzijde
10 Netsnoer: Gebruik het product alleen met de netadapter die door HP is geleverd
Printeronderdelen9
Kennis maken met de HP Printer
Hoofdstuk 3
Kenmerken van het bedieningspaneel
Wireless
1 Aan: schakelt het apparaat in of uit. Als het apparaat uit is, gebruikt het toch nog een minimale
hoeveelheid stroom. Om de stroom helemaal te onderbreken schakelt u het apparaat uit en
haalt u de stekker uit het stopcontact.
2 Draadloos: schakelt de draadloze radio in of uit.
3 Draadloos signaal en inktniveau LC: toont de draadloze signaalsterkte en het huidige
inktniveau.
4 Hervatten: hiermee geeft u de HP Printer de opdracht om door te gaan zodra het probleem
is opgelost. Als deze twee seconden wordt ingedrukt, drukt de HP Printer de
Netwerkconfiguratie- en Netwerktestpagina's af.
5 Annuleren: annuleert de huidige actieve print- of uitlijntaak, of het WPS-proces in het systeem.
6 Foutlampje: knippert als de HP Printer een fout heeft.
6
Kennis maken met de HP Printer
10Kennis maken met de HP Printer
4Afdrukken
Kies een afdruktaak om verder te gaan.
"Documenten afdrukken" op pagina 11
"Foto's afdrukken" op pagina 12
"Enveloppen afdrukken" op pagina 15
"Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal" op pagina 16
"Een webpagina afdrukken" op pagina 22
Verwante onderwerpen
Afdrukmateriaal laden" op pagina 29
•"
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 27
•"
Documenten afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. U hoeft
de instellingen alleen handmatig te wijzigen als u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, als
u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of transparanten of als u speciale functies wilt
gebruiken.
Afdrukken vanuit een softwaretoepassing
1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Als u instellingen moet wijzigen, klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster
Eigenschappen wordt geopend.Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Afdrukken
Opmerking Als u een foto afdrukt, moet u opties selecteren voor het juiste
fotopapier en voor de verbetering van de foto.
Documenten afdrukken11
Hoofdstuk 4
Afdrukken
5. Selecteer de gewenste opties voor de afdruktaak met de functies die beschikbaar zijn
op de tabbladen Geavanceerd, Snel afdrukopties instellen, Effecten, en Kleur.
Tip U kunt eenvoudig de gewenste opties voor uw afdruktaak selecteren door
een van de vooraf ingestelde taken op het tabblad Snel afdrukopties instellen
te kiezen. Klik op een type afdruktaak in de lijst Snel afdrukopties instellen. De
standaardinstellingen voor het type afdruktaak worden ingesteld en samengevat
op het tabblad Snel afdrukopties instellen. Indien nodig kunt u de instellingen
hier aanpassen en uw aangepaste instellingen opslaan als nieuwe snelle
afdrukoptie. Als u een aangepaste optie voor snel afdrukken wilt opslaan,
selecteert u de desbetreffende optie en klikt u op Opslaan als. Om een sneloptie
te verwijderen, selecteert u de sneloptie en klikt u op Verwijderen.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Verwante onderwerpen
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 27
•"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 29
•"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 24
•"
Aangepaste afdruksnelkoppelingen maken" op pagina 24
•"
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 25
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 57
•"
Foto's afdrukken
Een foto afdrukken op fotopapier
1. Haal al het papier uit de invoerlade en laad vervolgens het fotopapier met de zijde
waarop moet worden afgedrukt, omlaag.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
12Afdrukken
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Functies.
6. Klik in het gedeelte Basisopties op de juiste papiersoort in de vervolgkeuzelijst
Papiersoort.
7. Klik in het gedeelte Opties formaat wijzigen op het juiste papierformaat in de lijst
Formaat.
Als het papierformaat en de papiersoort niet compatibel zijn, verschijnt er een
waarschuwingsbericht op het apparaat en kunt u een ander papierformaat of een
andere papiersoort selecteren.
8. Selecteer in het gebied Basisopties een hoge afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld
Optimaal, in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
Opmerking Voor de resolutie met het maximum aantal dpi gaat u naar het
tabblad Geavanceerd en selecteert u Ingeschakeld in het vervolgkeuzemenu
Maximum aantal dpi. Zie "
Afdrukken met maximum aantal dpi" op pagina 23
voor meer informatie.
9. Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Eigenschappen.
10. (Optioneel) Als u de foto wilt afdrukken in zwart-wit, klikt u op het tabblad Kleur en
schakelt u het selectievakje Afdrukken in Grijsschaal in. Selecteer in de
vervolgkeuzelijst een van de volgende opties:
•Hoge kwaliteit: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te drukken in
grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
•Alleen zwarte inkt: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te drukken in grijstinten.
De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende patronen zwarte
stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
11. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster
Afdrukken.
Afdrukken
Opmerking Laat ongebruikte vellen fotopapier niet in de invoerlade liggen. Het
fotopapier kan omkrullen wat leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken.
Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
Een afbeelding zonder rand afdrukken
1. Verwijder alle papier uit de invoerlade.
2. Plaats het fotopapier met de bedrukte zijde naar onder aan de rechterkant in de
invoerlade.
Foto's afdrukken13
Hoofdstuk 4
Afdrukken
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
5. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
6. Klik op het tabblad Functies.
7. Klik in de keuzelijst Formaat op het formaat van het fotopapier dat u in de invoerlade
hebt geplaatst.
Als er een afbeelding zonder randen kan worden afgedrukt op het opgegeven
formaat, is het selectievakje Afdrukken zonder rand beschikbaar.
8. Klik op Meer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort en selecteer de juiste papiersoort.
9. Schakel het selectievakje Afdrukken zonder rand in als dit nog niet is ingeschakeld.
10. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster
Verwante onderwerpen
•"
•"
•"
•"
14Afdrukken
Opmerking U kunt geen afbeelding zonder randen afdrukken als de papiersoort
is ingesteld op Gewoon papier of op een andere papiersoort dan fotopapier.
Als het papierformaat en de papiersoort voor afdrukken zonder rand niet compatibel
zijn, geeft de printersoftware een waarschuwingsbericht weer en kunt u een ander
papierformaat of een andere papiersoort selecteren.
Afdrukken.
Opmerking Laat ongebruikte vellen fotopapier niet in de invoerlade liggen. Het
fotopapier kan omkrullen wat leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken.
Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
Afdrukmateriaal laden" op pagina 29
Afdrukken met maximum aantal dpi" op pagina 23
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 24
Aangepaste afdruksnelkoppelingen maken" op pagina 24
•"Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 25
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 57
•"
Enveloppen afdrukken
U kunt een of meer enveloppen in de invoerlade van de HP Printer plaatsen. Gebruik
geen glanzende of gebosseleerde enveloppen of enveloppen met vensters of
klemmetjes.
Opmerking Raadpleeg de Help-functie van uw tekstverwerkingssoftware voor
informatie over het opmaken van tekst voor afdrukken op enveloppen. Voor nog
betere resultaten kunt u ook een etiket gebruiken voor het retouradres op enveloppen.
Enveloppen afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Plaats de enveloppen tegen de rechterkant van de invoerlade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen. De klep moet zich aan de linkerkant bevinden.
3. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papierbreedtegeleider stevig tegen de rand van de enveloppen.
Afdrukken
5. Open het dialoogvenster Printereigenschappen.
6. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•Papiersoort: Gewoon papier
•Formaat: een geschikt formaat envelop
7. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Verwante onderwerpen
Afdrukmateriaal laden" op pagina 29
•"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 24
•"
Aangepaste afdruksnelkoppelingen maken" op pagina 24
•"
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 25
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 57
•"
Enveloppen afdrukken15
Hoofdstuk 4
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Transparanten afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Plaats de transparanten tegen de rechterkant van de invoerlade. Het afdrukzijde moet
omlaag wijzen en de zelfklevende strip omhoog, in de richting van de printer.
3. Duw de transparanten voorzichtig in de printer totdat deze niet verder kunnen zodat
Afdrukken
de zelfklevende strips niet aan elkaar kleven.
4. Schuif de papierbreedtegeleider stevig tegen de rand van de transparanten.
5. Open het dialoogvenster Printereigenschappen.
6. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
7. Klik op Presentatie afdrukken in de lijst Snel afdrukopties instellen en geef de
volgende afdrukinstellingen op:
•Papiersoort: klik op Meer en kies een geschikte soort transparant.
•Papierformaat: een geschikt papierformaat
8. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Briefkaarten afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Plaats de kaarten tegen de rechterkant van de invoerlade. Het papier moet met de
3. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papierbreedtegeleider stevig tegen de rand van de kaarten.
16Afdrukken
afdrukzijde omlaag liggen en de korte rand moet in de richting van de printer wijzen.
5. Open het dialoogvenster Printereigenschappen.
6. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•Papiersoort: klik op Meer, klik op Speciaal papier en kies een geschikte
kaartsoort.
•Afdrukkwaliteit: Normaal of Beste.
•Formaat: een geschikt kaartformaat
7. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Etiketten afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Waaier de randen van de labelvellen uit om te voorkomen dat deze aan elkaar
plakken en maak er een nette stapel van.
3. Plaats de labelvellen tegen de rechterkant van de invoerlade. De labelzijde moet naar
beneden wijzen.
4. Schuif de vellen zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papierbreedtegeleider stevig tegen de rand van de vellen.
Afdrukken
6. Open het dialoogvenster Printereigenschappen.
7. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal17
Hoofdstuk 4
Afdrukken
8. Klik op Algemeen standaard afdrukken in de lijst Snel afdrukopties instellen en
geef de volgende afdrukinstellingen op:
•Papiersoort: Standaardpapier
•Papierformaat: een geschikt papierformaat
9. Klik op OK.
Brochures afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Plaats het papier tegen de rechterkant van de invoerlade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen.
3. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier.
5. Open het dialoogvenster Printereigenschappen.
6. Klik op het tabblad Functies.
7. Geef de volgende afdrukinstellingen op:
•Afdrukkwaliteit: Optimaal
•Papiersoort: klik op Meer en kies een geschikt HP inkjetpapier.
•Afdrukstand: Staand of Liggend
•Grootte: een geschikt papierformaat
•Dubbelzijdig afdrukken: Handmatig
8. Klik op OK om af te drukken.
Wenskaarten afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Waaier de randen van de wenskaarten uit om te voorkomen dat deze aan elkaar
plakken en maak er een nette stapel van.
3. Plaats de wenskaarten tegen de rechterkant van de invoerlade. De zijde waarop u
wilt afdrukken moet naar beneden wijzen.
4. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papierbreedtegeleider stevig tegen de rand van de kaarten.
18Afdrukken
6. Open het dialoogvenster Printereigenschappen.
7. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•Afdrukkwaliteit: Normaal
•Papiersoort: klik op Meer en kies een geschikte kaartsoort.
•Formaat: een geschikt kaartformaat
8. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Boekjes afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Plaats het gewone papier tegen de rechterkant van de invoerlade. De zijde waarop
u wilt afdrukken moet naar beneden wijzen.
3. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier.
Afdrukken
5. Open het dialoogvenster Printereigenschappen.
6. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
7. Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op Boekjes afdrukken.
8. Selecteer een van de volgende bindopties in de vervolgkeuzelijst Dubbelzijdig
afdrukken:
•Links binden
•Rechts binden
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal19
Loading...
+ 51 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.