3 Verlengstuk van de uitvoerlade (ook wel ladeverlengstuk genoemd)
4 Toegangsklep aan de voorzijde
5 Inktcartridges
6 Cartridgetoegangsgebied
7 USB-poort
8 Klep aan achterzijde
9 Aansluiting: Gebruik het product alleen met de netadapter die door HP is geleverd
Printeronderdelen5
Kennis maken met de HP Printer
Hoofdstuk 2
Kennis maken met de HP Printer
6Kennis maken met de HP Printer
3Afdrukken
Kies een afdruktaak om verder te gaan.
"Documenten afdrukken" op pagina 7
"Foto's afdrukken" op pagina 8
"Enveloppen afdrukken" op pagina 11
"Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal" op pagina 12
"Een webpagina afdrukken" op pagina 17
Verwante onderwerpen
Afdrukmateriaal laden" op pagina 25
•"
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 23
•"
Documenten afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. U hoeft
de instellingen alleen handmatig te wijzigen als u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, als
u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of transparanten of als u speciale functies wilt
gebruiken.
Afdrukken vanuit een softwaretoepassing
1. Zorg dat er papier in de papierlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Als u instellingen moet wijzigen, klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster
Eigenschappen wordt geopend.Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Opmerking Als u een foto afdrukt, moet u opties selecteren voor het juiste
fotopapier en voor de verbetering van de foto.
Afdrukken
Documenten afdrukken7
Hoofdstuk 3
5. Selecteer de gewenste opties voor de afdruktaak met de functies die beschikbaar zijn
op de tabbladen Geavanceerd, Snel afdrukopties instellen, Effecten, en Kleur.
Tip U kunt eenvoudig de gewenste opties voor uw afdruktaak selecteren door
een van de vooraf ingestelde taken op het tabblad Snel afdrukopties instellen
te kiezen. Klik op een type afdruktaak in de lijst Snel afdrukopties instellen. De
standaardinstellingen voor het type afdruktaak worden ingesteld en samengevat
op het tabblad Snel afdrukopties instellen. Indien nodig kunt u de instellingen
hier aanpassen en uw aangepaste instellingen opslaan als nieuwe snelle
afdrukoptie. Als u een aangepaste optie voor snel afdrukken wilt opslaan,
selecteert u de desbetreffende optie en klikt u op Opslaan als. Om een sneloptie
te verwijderen, selecteert u de sneloptie en klikt u op Verwijderen.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Verwante onderwerpen
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 23
•"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 25
•"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 19
•"
Aangepaste afdruksnelkoppelingen maken" op pagina 19
•"
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 21
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 49
•"
Foto's afdrukken
Een foto afdrukken op fotopapier
1. Verwijder al het papier uit de papierlade en doe het fotopapier vervolgens met de
afdrukkant naar beneden in de papierlade.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Afdrukken
5. Klik op het tabblad Functies.
6. Klik in het gedeelte Basisopties op de juiste papiersoort in de vervolgkeuzelijst
Papiersoort.
8Afdrukken
7. Klik in het gedeelte Opties formaat wijzigen op het juiste papierformaat in de lijst
Formaat.
Als het papierformaat en de papiersoort niet compatibel zijn, verschijnt er een
waarschuwingsbericht op het apparaat en kunt u een ander papierformaat of een
andere papiersoort selecteren.
8. Selecteer in het gebied Basisopties een hoge afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld
Optimaal, in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
Opmerking Voor de resolutie met het maximum aantal dpi gaat u naar het
tabblad Geavanceerd en selecteert u Ingeschakeld in het vervolgkeuzemenu
Maximum aantal dpi. Zie "
Afdrukken met maximum aantal dpi" op pagina 18
voor meer informatie.
9. Klik op OK om terug naar het dialoogvenster Eigenschappen te gaan.
10. (Optioneel) Als u de foto wilt afdrukken in zwart-wit, klikt u op het tabblad Kleur en
schakelt u het selectievakje Afdrukken in Grijsschaal in. Selecteer in de
vervolgkeuzelijst een van de volgende opties:
•Hoge kwaliteit: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te drukken in
grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
•Alleen zwarte inkt: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te drukken in grijstinten.
De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende patronen zwarte
stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
11. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster
Afdrukken.
Opmerking Laat ongebruikt fotopapier niet in de papierlade zitten. Het fotopapier
kan omkrullen, wat leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken. Fotopapier moet
vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
Een afbeelding zonder rand afdrukken
Opmerking Als u foto's zonder rand wilt afdrukken, gebruikt u 10 x 15 cm fotopapier
met een rand van 1,25 cm. De foto wordt aan drie kanten zonder rand afgedrukt, met
een kleine rand aan de onderkant die u kunt afscheuren om de foto geheel randloos
te maken.
1. Haal al het papier uit de papierlade.
2. Plaats het fotopapier met de bedrukte zijde naar onder aan de rechterkant in de
papierlade.
Foto's afdrukken9
Afdrukken
Hoofdstuk 3
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
5. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
6. Klik op het tabblad Functies.
7. Klik in de keuzelijst Formaat op het formaat van het fotopapier dat u in de papierlade
hebt geplaatst.
Als er een afbeelding zonder randen kan worden afgedrukt op het opgegeven
formaat, is het selectievakje Afdrukken zonder rand beschikbaar.
8. Klik op Meer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort en selecteer de juiste papiersoort.
Afdrukken
10Afdrukken
Opmerking U kunt geen afbeelding zonder randen afdrukken als de papiersoort
is ingesteld op Gewoon papier of op een andere papiersoort dan fotopapier.
9. Schakel het selectievakje Afdrukken zonder rand in als dit nog niet is ingeschakeld.
Als het papierformaat en de papiersoort voor afdrukken zonder rand niet compatibel
zijn, geeft de printersoftware een waarschuwingsbericht weer en kunt u een ander
papierformaat of een andere papiersoort selecteren.
10. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster
Afdrukken.
Als u wilt afdrukken op fotopapier met een afscheurrand, moet u de rand verwijderen
om het document volledig randloos te maken.
Opmerking Laat ongebruikt fotopapier niet in de papierlade zitten. Het
fotopapier kan omkrullen, wat leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken.
Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken.
Verwante onderwerpen
Afdrukmateriaal laden" op pagina 25
•"
Afdrukken met maximum aantal dpi" op pagina 18
•"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 19
•"
Aangepaste afdruksnelkoppelingen maken" op pagina 19
•"
•"Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 21
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 49
•"
Enveloppen afdrukken
U kunt een of meer enveloppen in de papierlade van de HP Printer plaatsen. Gebruik
geen glanzende of gebosseleerde enveloppen of enveloppen met vensters of
klemmetjes.
Opmerking Raadpleeg de Help-functie van uw tekstverwerkingssoftware voor
informatie over het opmaken van tekst voor afdrukken op enveloppen. Voor nog
betere resultaten kunt u ook een etiket gebruiken voor het retouradres op enveloppen.
Enveloppen afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Plaats de enveloppen tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen. De klep moet zich aan de linkerkant bevinden.
3. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen.
5. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen.
6. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•Papiersoort: Gewoon papier
•Formaat: een geschikt formaat envelop
7. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Verwante onderwerpen
Afdrukmateriaal laden" op pagina 25
•"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 19
•"
Aangepaste afdruksnelkoppelingen maken" op pagina 19
•"
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 21
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 49
•"
Enveloppen afdrukken11
Afdrukken
Hoofdstuk 3
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Transparanten afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Plaats de transparanten tegen de rechterkant van de lade. Het afdrukzijde moet
omlaag wijzen en de zelfklevende strip omhoog, in de richting van de printer.
3. Duw de transparanten voorzichtig in de printer totdat deze niet verder kunnen zodat
de zelfklevende strips niet aan elkaar kleven.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de transparanten.
5. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen.
6. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
7. Klik op Presentatie afdrukken in de lijst Snel afdrukopties instellen en geef de
volgende afdrukinstellingen op:
•Papiersoort: klik op Meer en kies een geschikte soort transparant.
•Papierformaat: een geschikt papierformaat
8. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Afdrukken
12Afdrukken
Briefkaarten afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Plaats de kaarten tegen de rechterkant van de lade. Het papier moet met de
afdrukzijde naar beneden liggen en de korte rand moet in de richting van de printer
wijzen.
3. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de kaarten.
5. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen.
6. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•Papiersoort: klik op Meer, klik op Speciaal papier en kies een geschikte
kaartsoort.
•Afdrukkwaliteit: Normaal of Beste.
•Formaat: een geschikt kaartformaat
7. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Etiketten afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Waaier de randen van de labelvellen uit om te voorkomen dat deze aan elkaar
plakken en maak er een nette stapel van.
3. Plaats de labelvellen tegen de rechterkant van de lade. De labelzijde moet naar
beneden wijzen.
4. Schuif de vellen zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de vellen.
6. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen.
7. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
8. Klik op Algemeen standaard afdrukken in de lijst Snel afdrukopties instellen en
geef de volgende afdrukinstellingen op:
•Papiersoort: Gewoon papier
•Papierformaat: een geschikt papierformaat
9. Klik op OK.
Brochures afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Plaats het papier tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt afdrukken
moet naar beneden wijzen.
3. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal13
Afdrukken
Hoofdstuk 3
5. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen.
6. Klik op het tabblad Functies.
7. Geef de volgende afdrukinstellingen op:
•Afdrukkwaliteit: Optimaal
•Papiersoort: klik op Meer en kies een geschikt HP inkjetpapier.
•Afdrukstand: Staand of Liggend
•Grootte: een geschikt papierformaat
•Dubbelzijdig afdrukken: Handmatig
8. Klik op OK om af te drukken.
Wenskaarten afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Waaier de randen van de wenskaarten uit om te voorkomen dat deze aan elkaar
plakken en maak er een nette stapel van.
3. Plaats de wenskaarten tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen.
4. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de kaarten.
Afdrukken
14Afdrukken
6. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen.
7. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•Afdrukkwaliteit: Normaal
•Papiersoort: klik op Meer en kies een geschikte kaartsoort.
•Formaat: een geschikt kaartformaat
8. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Boekjes afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Plaats het gewone papier tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen.
3. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier.
5. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen.
6. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
7. Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op Snel/besparend afdrukken.
8. Selecteer een van de volgende bindopties in de vervolgkeuzelijst Dubbelzijdig
afdrukken:
•Links binden
•Rechts binden
9. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
10. Laad op de hieronder getoonde wijze de afgedrukte pagina's opnieuw in de
papierlade wanneer daarom wordt gevraagd.
11. Klik op Doorgaan om het afdrukken van de brochure te voltooien.
Posters afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Plaats het gewone papier tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen.
3. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal15
Afdrukken
Hoofdstuk 3
5. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen.
6. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•Papiersoort: Gewoon papier
•Afdrukstand: Staand of Liggend
•Formaat: een geschikt papierformaat
7. Klik op het tabblad Geavanceerd en vervolgens op Printerfuncties.
8. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Poster afdrukken het aantal vellen voor de poster.
9. Klik op de knop Vlakken selecteren.
10. Controleer of het aantal vlakken dat is geselecteerd overeenkomt met het aantal
vellen voor de poster en klik op OK.
Afdrukken
16Afdrukken
11. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Opstrijkpatronen afdrukken
1. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links.
2. Plaats het opstrijkpatroon tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen.
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.