Vermenigvuldiging, adaptatie
of vertaling is niet toegestaan
zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming,
behalve indien toegestaan
krachtens de wetten op het
auteursrecht.
Druk 1.1, 11/2003
Kennisgeving
De informatie in dit document
kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garanties voor
producten en diensten van HP
zijn beschreven in de uitdrukkelijke garantiebepalingen die
met dergelijke producten en
services worden bijgeleverd.
Niets wat hierin is vervat, mag
worden geïnterpreteerd als
een aanvullende garantie.
HP is niet aansprakelijk voor
hierin vervatte technische
fouten of weglatingen.
Aan een gebruiker van het
product van Hewlett-Packard
da bij deze handleiding behoort,
wordt de licentie verleend om
het volgende t e doen:
a) exemplaren van deze gebruikershandleiding afdrukken
voor PERSOO N LIJK gebruik,
INTERN gebruik of gebruik
binnen het BEDRIJF, op
voorwaarde dat de gedrukte
exemplaren niet worden
verkocht, worden wederverkocht of anderszins worden
verspreid en b) een elektronisch
exemplaar van deze gebruikershandleiding op een
netwerkser v er plaatsen, op
voorwaarde dat de toegang tot
het elektronische exemplaar is
beperkt tot PERSOONLIJKE,
INTERNE gebruikers van het
product van Hewlett-Packard dat
bij deze handleiding behoort.
Handelsmerken
HP ColorSmart III en
HP PhotoREt IV zijn
handelsmerken van
Hewlett-Packard Company.
Microsoft
Windows NT
®
, Windows®,
®
en MS-DOS®
zijn in de VS gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft
Corporation.
®
Pentium
is een in de VS
gedeponeerd handelsmerk
van Intel Corporation.
TrueType™ is een
handelsmerk in de VS
van Apple Computer, Inc.
®
UNIX
is een gedeponeerd
handelsmerk van de Open
Group.
Veiligheidsinformatie
Neem bij gebruik van dit
product altijd elementaire
veiligheidsvoorzorgen in acht
om het risico van letsel door
brand of elektrische schokken
te beperken.
Zorg dat u alle instructies in
1
de bij de printer behorende
documentatie heeft gelezen
en begrepen.
2Sluit dit product altijd
aan op een geaard
stopcontact. Als u niet
weet of het stopcontact
geaard is, kunt u dit laten
controleren door een
erkend elektricien.
3Neem alle op dit
product vermelde
waarschuwingen
en instructies in acht.
4Haal de stekker van
het netsnoer uit het
stopcontact voordat
u dit product reinigt.
Plaats of gebruik dit
5
product niet in de buurt
van water of als u nat bent.
6Zorg dat het product
stevig op een stabiel
oppervlak staat.
7
Zet het product op een
veilige plaats waar
niemand op het netsnoer
kan trappen of erover kan
struikelen en waar het
netsnoer niet kan worden
beschadigd.
8Zie "Prob lemen oplossen"
als het product niet naar
behoren werkt.
9Dit product bevat geen
door de gebruiker te
onderhouden onderdelen.
Laat
onderhoudswerkzaamhed
en over aan erkende
onderhoudsmonteurs.
Wij danken u voor de aanschaf van de hp deskjet 9600 series printer, die met diverse
interessante functies is uitgerust.
Speciale functies
Kleurendruk met zes inkten – Druk foto's beter af met een fotopatroon.
Afdrukken zonder rand – Gebruik het volledige paginaoppervlak wanneer u foto's
en kaarten afdrukt met de functie afdrukken zonder rand.
De automatische duplexmodule wordt standaard bij de hp deskjet 9670 meegeleverd.
De module kan in sommige landen/regio's afzonderlijk worden aangeschaft
(zie "Benodigdheden en accessoires van HP").
Inktreservemodus – Ga door met afdrukken met één inktpatroon als de andere
inktpatroon leeg is.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken – Gebruik de printersoftware om maximaal
16 pagina's op één vel papier af te drukken.
Annuleerknop – Annuleer afdruktaken met één druk op de knop.
Auto-on afdrukken – De printer schakelt automatisch in wanneer u een afdruktaak via
de USB-kabel of parallelle poort verzendt.
Energiebesparingsmodus – De printer schakelt over op een laagverbruik-,
energiezuinige modus nadat hij 30 seconden is uitgeschakeld; hij wordt weer automatisch
ingeschakeld als u een afdruktaak verzendt.
Automatische papiertypesensor – De printer selecteert automatisch de juiste
afdrukinstellingen voor het afdrukmateriaal dat in de printer ligt, vooral bij gebruik
van afdrukmateriaal van HP.
Werkset – Ontvang gegevens over de status en het onderhoud van de printer. Via de
Werkset krijgt u ook toegang tot de website myPrintMileage, tot documentatie en tot
online hulpmiddelen voor het oplossen van printerproblemen.
NLWW1-1
Gebruik van deze handleiding
Deze handleiding bestaat uit de volgende delen:
Aan de slag – Beschrijft de printeronderdelen en leert u een USB-kabel of parallelle kabel
aansluiten, de printersoftware installeren en de printer op een netwerk en een externe
printserver aansluiten.
Gebruik van inktpatronen en accessoires – Leert u de inktpatronen gebruiken en de
automatische duplexmodule installeren.
Afdrukken en afdrukmateriaal laden – Beschrijft en illustreert hoe afdrukmateriaal
in de printer wordt geladen en leert u op diverse soorten en formaten afdrukmateriaal
afdrukken. Beschrijft kleurendruk met zes inkten, wat de kwaliteit van fotoafdrukken
verbetert, en leert u afdrukken zonder rand. Beschrijft ook de functies van het
printerstuurprogramma.
Gebruik van de Werkset – Beschrijft de functies van de Werkset (zoals informatie over
inktniveau, onderhoud van inktpatronen en koppelingen naar instructies voor het oplossen
van problemen), HP Instant Support en de website myPrintMileage (waarop informatie
over uw printergebruik wordt bijgehouden). Leert u ook printerbenodigdheden
rechtstreeks via de Werkset bestellen.
Problemen oplossen – Helpt u bij het oplossen van veelvoorkomende printerproblemen,
zoals papierstoringen en de installatie van de software, en afdrukproblemen, zoals
problemen met het afdrukken zonder rand en het afdrukken van foto's.
Printerlichtjes – Beschrijft en illustreert de diverse combinaties van printerlichtjes, legt
uit wat zij betekenen en wat u eventueel moet doen.
Benodigdheden en accessoires van HP – Bevat een lijst met de onderdeelnummers
van de accessoires, het afdrukmateriaal en de inktpatronen die u kunt aanschaffen voor
gebruik met de printer.
Klantenondersteuning – Bevat een lijst met ondersteuningsmogelijkheden voor hulp bij
printerproblemen.
Printerspecificaties – Bevat informatie zoals de afdruksnelheid, de capaciteit van de
laden en de systeemeisen.
Meer informatie
Raadpleeg de volgende bronnen voor meer informatie.
Installatiegids – Bevat eenvoudige instructies en illustraties om uw printer snel op te
stellen en de printeronderdelen te identificeren.
Installatieposter – Bevat duidelijke illustraties om uw printer snel op te stellen.
Werkset – Bevat gebruiksaanwijzingen en informatie voor het oplossen van problemen
en geeft toegang tot functies voor het onderhoud van de printer en informatie van HP.
HP Instant Support – Een hulpmiddel op het internet dat productspecifieke services,
tips voor het oplossen van problemen en informatie over het gebruik van inkt en
afdrukmateriaal door de printer verschaft. Deze e-service is toegankelijk via de Werkset
Website – http://www.hp.com/support/dj9600 gaat naar de ondersteuningswebsite van
HP voor de meest recente informatie over printersoftware, producten, besturingssystemen
en ondersteuning.
Starter CD – Bevat printersoftware, een hulpprogramma voor het maken van aangepaste
installatiepakketten, een elektronisch exemplaar van deze gebruikershandleiding
en bestelinformatie.
Als de oplossingen in bovenstaande bronnen uw afdrukproblemen niet verhelpen, raadpleeg
dan "Problemen oplossen" voor een overzicht van beschikbare bronnen voor ondersteuning
en onderhoud van uw printer. U kunt ook een beroep doen op het plaatselijke
klantenondersteuningscentrum van HP.
.
1-2NLWW
Toegankelijkheid
Uw printer beschikt over een aantal functies waardoor hij kan worden gebruikt door personen
met een handicap.
Visueel
De printersoftware is via de toegankelijkheidsopties en -functies van Windows toegankelijk
voor gebruikers met een visuele handicap of voor slechtzienden. Ook worden de meeste
technologische hulpmiddelen zoals schermlezers, Braille-lezers en
spraak-naar-tekst-toepassingen ondersteund. Voor gebruikers die kleurenblind zijn, biedt de
printer eenvoudige tekst- of pictogramlabels die de juiste bewerking aanduiden.
Mobiliteit
Gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de printersoftware uitvoeren met
toetsenbordopdra chten. De softw are ond ersteun t ook to egan kelijkhe idsop ties van W indow s zoals
Plaktoetsen, Schakeltoetsen, Filtertoetsen en Muistoetsen. De printerkleppen, printerknoppen,
papierladen en pa pi e rbr ee dte ge l eiders zijn geschikt voor gebruikers met beperkte kracht en een
beperkt bereik. De papierbreedtegeleider kan bijvoorbeeld gemakkelijk worden versteld door hem
onder uitoefening van lichte kracht naar links of rechts te schuiven.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en de inzet van HP terzake vindt
u als volgt:
Ga naar de website van HP op: http://www.hp.com/accessibility
E-mail HP op: accessibility@hp.com
NLWW1-3
Aan de slag
2
Onderdelen en functies van de printer
Vooraanzicht
5
4
3
6
7
1314
12
11
2
1
1Uittrekbare invoerlade
2Uittrekbare uitvoerbak
3Handinvoer aan voorkant
4Papiergeleider voor handinvoer aan voorkant
5Printerkap
6Inktpatroonhouder
7Inktpatroonvergrendeling
8Invoerladevergrendeling – Druk op de vergrendeling om de invoerlade naar binnen
of buiten te schuiven.
9Papierbreedtegeleider
10
9
8
10 Papiergeleider voor klein afdrukmateriaal
van klein formaat in de printer te leiden. Zie
formaat afdrukken" en "Afdrukken op enveloppen" voor nadere informatie.
De printerlichtjes geven een visuele indicatie van de status van de printer. Zie "Printerlichtjes"
voor een beschrijving van de printerlichtjes en hun betekenis.
NLWW2-1
– Kan worden uitgetrokken om afdrukmateriaal
"Op kaarten en afdrukmateriaal van klein
11 Inktpatroonlichtjes links en rechts
12 Annuleerknop
13 Doorgaanknop en -lichtje
14 Aan/uit-knop en -lichtje
Achteraanzicht
2
1
3
4
5
6
8
7
1Stroomaansluiting
2Voedingsmodule
3Toegangspaneel aan achterkant
4Handinvoer aan achterkant – Voer dik papier (zoals kaarten) of dik fotopapier dat recht
door de printer moet worden gevoerd, handmatig in. Zie "Afdrukken met de handinvoer
aan de voor-of achterkant" voor nadere informatie.
5Papiergeleider voor handinvoer aan achterkant
6Ontgrendelingsknoppen voor toegangspaneel aan achterkant
7Universal serial bus (USB)-poort
8Parallelle poort
– Verwijder dit paneel om papierstoringen te verhelpen.
2-2NLWW
Automatische duplexmodule
De printer kan automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken als de automatische
duplexmodule aan de achterkant van de printer is bevestigd.
De automatische duplexmodule wordt standaard bij de hp deskjet 9670 meegeleverd. De
module kan in sommige landen/regio's afzonderlijk worden aangeschaft (zie "Benodigdheden
en accessoires van HP").
Zie "Gebruik van de automatische duplexmodule" en "Dubbelzijdig afdrukken (duplexen)"
voor instructies voor de installatie en het gebruik van de automatische duplexmodule.
2
3
1
1Knoppen – Druk deze knoppen in om de automatische duplexmodule uit de printer
te nemen.
2Achterklep – Verwijder deze klep om papierstoringen in de automatische duplexmodule
te verhelpen.
3Ontgrendelingsknoppen voor achterklep
NLWW2-3
Printer aansluiten
Het verdient aa nbeveling om de so ftware te installeren voordat u de printer op de computer
aansluit. Zie
eerst" installati e ui ts l ui t en d uit als de kabel al is aan ges l oten en de software is gestart.
Zie
"Een "hardware eerst" installatie uitvoeren"
Zie "Installatieproblemen oplossen" als u moeilijkheden ondervindt met de installatie
van de software.
Stel de printer eerst volledig op zoals beschreven in de Installatiegids voordat u de
printersoftware installeert en de printer aansluit.
U moet beheerdersbevoegdheden hebben om de printersoftware te installeren onder
Windows NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP.
Als uw systeem Windows 2000 (Service Pack 3 en hoger) of Windows XP niet heeft
draaien, moet u het opnieuw starten als u daarom wordt gevraagd om de installatie
van de printersoftware af te ronden.
U kunt met deze printer lokaal of via een netwerk afdrukken. Voor lokaal gebruik kunt
u de printer aansluiten via een USB-kabel of parallelle kabel.
Voor afdrukken via een netwerk kunt u de printer op onderstaande manieren samen
met and eren gebr u ik en (dele n):
U kunt een eenvoudige vorm van netwerken (netwerk lokaal delen) gebruiken als u de
printer met een USB-kabel of parallelle kabel op een Windows computer aansluit. Met
deze methode kunt u de printer samen gebruiken met andere Windows gebruikers.
Zie "Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel of parallelle kabel (Windows)" en
"Printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Windows)".
U kunt peer-to-peer netwerken via een optionele externe printserver van HP.
Zie "Aansluiten op een netwerk". Zie "Benodigdheden en accessoires van HP"
voor informatie over het bestellen van accessoires van HP.
Macintosh
U kunt een eenvoudige vorm van netwerken (netwerk lokaal delen) gebruiken als u de
printer met een USB-kabel op een Mac OS computer aansluit. Met deze methode kunt
u de printer samen gebruiken (delen) met andere gebruikers van Mac OS.
Zie "Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Mac OS)".
2-4NLWW
Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel of parallelle
kabel (Windows)
Onder Windows kunt u de printer rechtstreeks aansluiten via een US B-kabel of pa ral l elle kabel .
Sluit de USB-kabel en de parallelle kabel tijdens de installatie niet gelijktijdig aan op de printer.
USB-aansluiting
U kunt een USB-kabel gebruiken om de printer aan te sluiten op een computer met
een USB-poort onder Microsoft
®
Windows 98, Me, 2000 of XP. (Windows NT®4.0
ondersteunt USB niet.) Als uw computer niet aan deze specificaties voldoet, sluit
u de printer via een parallelle kabel aan op uw computer.
In de meeste gevallen kunt u na installatie van de printersoftware en aansluiting van
de printer op de computer extra printers installeren via USB-kabels zonder dat u de
printersoftware opnieuw hoeft te installeren.
Parallelle aansluiting
U kunt een parallelle kabel gebruiken om de printer op de computer aan te sluiten als
de computer over een parallelle poort beschikt.
NLWW2-5
Een "software eerst" installatie uitvoeren (aanbevolen)
Voer de installatie uit aan de hand van deze instructies als u nog geen USB-kabel of parallelle
kabel op de printer en de computer heeft aangesloten.
1Sluit alle open programma's.
2Plaats de Starter CD in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend.
Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, klikt u achtereenvolgens op Start en
Uitvoeren. In het opdrachtvenster typt u de beginletter van het cd-rom-station van uw
computer, gevolgd door :\setup (bijvoorbeeld, typ D:\setup).
3Klik op Printerstuurprogramma installeren in het cd-menu.
4Kies uw taal en klik vervolgens op OK.
5Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als het installatieprogramma merkt dat de printer al op de computer is aangesloten met een
parallelle kabel (vóór uitvoering van het programma), biedt het programma u de mogelijkheid
om de printer met gebruik van dezelfde poort te installeren. Als u bovendien het selectievakje
voor expresinstallatie kiest, gebruikt het installatieprogramma de standaardinstellingen.
6In het dialoogvenster voor de printeraansluiting selecteert u Rechtstreeks aangesloten
op deze computer en klikt u op Volgende.
7Kies één van de volgende opties:
• USB-aansluiting: Selecteer USB-kabel en klik op Volgende.
• Parallelle aansluiting: Selecteer Parallelle kabel en selecteer de parallelle poort
waarop de printer is aangesloten (gewoonlijk LPT1), in de keuzelijst.
Het verdient aanbeveling om de Werkset te installeren, wat u doet door Standaardinstallatie (aanbevolen) te selecteren. Als u Aangepaste installatie, selecteert, kunt u de Werkset alsnog in de lijst met te installeren opties kiezen. De Werkset verstrekt informatie over de status
en het onderhoud van de printer. Via de Werkset krijgt u ook toegang tot documentatie en
online hulpmiddelen voor het oplossen van printerproblemen. Als u de Werkset niet installeert,
verschijnen er geen printerfoutberichten op uw computerscherm en heeft u geen toegang tot
de website myPrintMileag e. Zie "Gebruik van de Werkset" voor nadere informatie.
8Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
9Sluit de USB-kabel of parallelle kabel aan op de computer en de printer als u daarom
wordt gevraagd.
De wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt op het computerscherm en het
printerpictogram wordt aan de printerm ap toeg ev oegd .
Zie
"Printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Windows)"
voor samengebruik (delen) aan de hand van het setupprogramma, maar u dat later alsnog wilt doen.
als u de printer niet heeft ingesteld
2-6NLWW
Een "hardware eerst" installatie uitvoeren
Voer de installatie uit met deze instructies als u al een USB-kabel of parallelle kabel op de printer
en de computer heeft aangesloten en de wizard
Als u de USB-kabel of parallelle kabel op de printer heeft aangesloten en u de printer heeft
aangezet, mag u tijdens het draaien van het set upprogramma de pr inter niet uitz etten of de kabel
niet van de printer losmaken. Als u dat toch doet, wordt het setupprogramma niet afgemaakt.
1Op het scherm waarop u een methode kunt selecteren om het stuurprogramma te vinden,
selecteert u de geavanceerde optie en klikt u op Volgende.
Laat de hardware-wizard het stuurprogramma niet automatisch vinden.
2Selecteer het selectievakje waarmee u de locatie van het stuurprogramma kunt opgeven
en zorg dat de andere selectievakjes niet zijn geselecteerd.
3Plaats de Starter CD in het cd-rom-station.
Als het cd-menu verschijnt, klikt u tweemaal op Afsluiten om het cd-menu te sluiten.
4Blader naar de hoofdmap van de Starter CD (bijvoorbeeld D:) en klik vervolgens op OK.
5Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm.
6Klik op Voltooien om de wizard Nieuwe Hardware gevonden te sluiten.
Nieuwe hardware gevonden
verschijnt.
Na voltooiing van de installatie start de hardware-wizard automatisch het setupprogramma
voor de printer. Dit kan langer dan een minuut duren. Voor Windows 98 en Me moet u het
setupprogramma nu uitvoeren als u een niet-Engelstalig stuurprogramma wilt installeren.
Het setupprogramma laat u componenten installeren die niet tot het stuurprogramma
behoren, zoals de Werkset, waarvan de installatie wordt aanbevolen. Zie "Een "software
eerst" installatie uitvoeren (aanbevolen)" voor instructies voor het uitvoeren van het
setupprogramma.
Zie "Printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Windows)" als u de printer niet heeft
ingesteld voor samengebruik (delen) aan de hand van het setupprogramma, maar u
dat l ate r alsno g wilt doen .
NLWW2-7
Printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Windows)
In een lokaal gedeeld netwerk is de printer rechtstreeks op de USB-kabel of parallelle poort
van een geselecteerde computer (de server) aangesloten en wordt hij door andere computers
(de clients) gedeeld. Gebruik deze configuratie alleen in kleine groepen of wanneer de printer
niet veel wordt gebruikt. De server werkt langzamer wanneer vele gebruikers op de gedeelde
printer afdrukken.
U kunt de printer op een lokaal gedeeld netwerk installeren in de volgende gevallen:
De op de printer aangesloten computer draait onder Windows.
De printer zal met andere Windows geb ruik ers wor den gedeel d.
Een printer delen die op uw computer (de server) is aangesloten
1Klik op Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens op Printers (Windows NT 4.0,
98, Me en 2000) of Printers en faxapparaten (Windows XP).
(Als "Printers en faxapparaten" niet in het menu Start in Windows XP voorkomt, klikt
u achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm en Printers en faxapparaten.)
2Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram in de map Printers en klik
vervolgens op Eigenschappen.
3Op het tabblad Delen selecteert u de optie voor het delen van de printer en geeft u een
share-naam op.
4
Optioneel
stuurprogramma's
behoeve van deze gebruikers. Voor deze stap moet de Starter CD in het cd-rom-station
worden geplaatst.
Bij gebruik van een lokaal aangesloten printer, gebruikt u het recentste besturingssysteem
als de server gebruiken. Het verdient aanbeveling om Windows 2000 of Windows XP als
de server te gebruiken.
Als Windows NT 4.0 de server is, moeten beheerders het gebruikersmodusstuurpro-
gramma van Windows 2000 en Windows XP op de server installeren. Dit komt omdat
onder Windows 2000 en Windows XP niet kan worden afgedrukt met gebruik van het kernelmodusstuurprogr am ma Wi ndo ws NT 4.0.
. Als u de printer deelt met gebruikers van andere Windows versies, klikt u op
om de stuurprogramma's van de betreffende versies te installeren ten
Extra
Ga als volgt te werk om het gebruikersmodusstuurprogramma van Windows 2000
en Windows XP op de Windows NT 4.0 server te installeren:
iIn het eigenschappendialoogvenster van het stuurprogramma op de server klikt u
achtereenvolgens op het tabblad Algemeen en de knop Nieuw stuurprogramma.
iiAls u om bestanden wordt gevraagd, bladert u naar de map Windows 2000 en Windows XP
op de Starter CD van de printer en selecteert u het gebruikersmodusstuurprogramma.
2-8NLWW
Een printer gebruiken die op een andere computer is aangesloten (clients)
Clients kunnen op drie verschillende manieren op de printer worden aangesloten:
Installeer de printers oftware vanaf de Starter CD. Als u daarom wordt gevraagd, selec teert
u achtereenvolgens
client-server
Blader op het netwerk naar de printer en sleep de printer naar uw map Printers.
Voeg de printer toe en installeer de software vanaf het INF-bestand dat op een locatie
in uw netwerk is opgeslagen. Vraag aan de netwerkbeheerder waar het INF-bestand
zich bevindt.
Op de Starter CD bevinden de INF-bestanden zich op onderstaande locatie:
<cd>:\Setup\Drivers\PCL3\<besturingssysteem>\<taal>.
Stel dat de stationsaanduiding van uw cd-rom-station D: is, dan bevat
D:\Setup\Drivers\PCL3\Win2k_XP\English het Engelse Windows 2000/XP PCL 3-INF-bestand.
Via het netwerk aangesloten
.
en
Client-setup voor afdrukken via
NLWW2-9
Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Mac OS)
Installeer eerst de software en sluit vervolge ns de printer aan op de computer . Als u klaar bent,
kunt u de printer delen met andere gebruikers van Mac OS.
1Plaats de Starter CD in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend.
Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u achtereenvolgens op het
cd-symbool op het bureaublad en het setupsymbool.
2Klik op het symbool voor de installatie van het stuurprogramma.
3Volg de aanwijzingen op het scherm.
4Sluit de USB-kabel aan op de computer en de printer.
5Maak de installatie op een van beide onderstaande manieren af.
Mac OS 9.1.x en 9.2.x
iStart de computer opnieuw op als u daarom wordt gevraagd.
iiSelecteer Kiezer in het Apple-menu.
iii Klik op hp inkjet xx in het venster links boven in de Kiezer, waarbij xx het
versienummer van het huidige printerstuurprogramma is.
iv Selecteer deskjet 9600 in het rechtervenster van de Kiezer.
v Sluit de Kiezer.
vi Zie "Printer op een peer-to-peer-netwerk delen (Mac OS)" hieronder om de printer
in te stellen voor samengebruik (delen).
Mac OS X (10.1 en hoger)
iOpen Afdrukbeheer in de map Programma's\Hulpprogramma's.
iiKlik op Voe g toe.
iii Selecteer USB in het menu.
iv Selecteer deskjet 9600 in de printerlijst en klik vervolgens op Voeg toe.
Er verschijnt een stip naast de naam van de printer om aan te duiden dat deze printer
nu de standaardprinter is.
v Sluit Afdrukbeheer.
Printer op een peer-to-peer-netwerk delen (Mac OS)
1Op de computer die op de printer is aangesloten, opent u Samengebruik USB-printers
vanaf Regelpanelen en stelt u de printer in voor samengebruik. Vervolgens vermeldt
u de printer in een netwerkomgeving. Zie Mac Help voor nadere informatie.
2Voor andere gebruikers die willen afdrukken, selecteert u de printer in het regelpaneel
Samengebruik USB-printers. Vervolgens kiest u de omgeving waar de printer wordt
gedeeld, en kiest u de printer.
2-10NLWW
Aansluiten op een netwerk
De printer kan in een netwerkomgeving worden gedeeld door hem rechtstreeks aan te sluiten
op een netwerk via een optionele externe HP Jetdirect externe printserver. Deze configuratie
levert betere prestaties dan wanneer u afdrukt via een computer, flexibiliteit bij de keuze van
een standplaats voor de printer en de mogelijkheid om een printer te delen met gebruikers van
Windows zowel als Mac OS.
Informatie over de installatie van HP Jetdirect externe printserver s vindt u in de
installatiehandleidingen bij uw HP Jetdirect hardware en software. Zie "Benodig dhe den en
accessoires van HP" voor informatie over de aanschaf van HP Jetdirect externe printservers.
Het printerstuurprogramma op de pc of server installeren (Windows)
Installeer eerst de externe HP Jetdirec t-printserver, sluit dan pas de printer aan op het netwerk
en installeer vervolgens de printersoftware op de computer die de afdruktaken rechtstreeks naar
de netwerkprinter zal sturen.
1Na installatie van de HP Jetdirect externe printserver start u Windows. Zorg daarbij dat er
geen Windows toepassingen open zijn.
2Plaats de Starter CD in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend.
Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, klikt u achtereenvolgens op Start en
Uitvoeren. In het opdrachtvenster typt u de beginletter van het cd-rom-station van uw
computer, gevolgd door :\setup (bijvoorbeeld, typ D:\setup).
3Klik op Printerstuurprogramma installeren in het cd-menu.
4Kies uw taal en klik vervolgens op OK.
5Volg de aanwijzingen op het scherm.
6In het dialoogvenster voor de printeraansluiting selecteert u Aangesloten via netwerk
en klikt u op Volgende. Klik op Elementaire netwerkinstallatie voor een pc of server
(aanbevolen) en klik vervolgens op Volgende.
7Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
8Ga als volgt te werk als u de computer als een server wilt installeren:
iSelecteer de optie voor het samengebruik (delen) van de printer en vervolgens
de optie voor de installatie van de printerstuurprogramma's voor Windows clients.
Het installatieprogramma installeert het printerstuurprogramma voor de server en
kopieert de client-stuurprogramma's naar een locatie op de server bestemd voor
de clients.
iiVolg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
NLWW2-11
Het printerstuurprogramma op een client installeren
Na aansluiting van de printer op een netwerk en installatie van het printerstuurprogramma op
de netwerkcomputer die als server dienst doet, kunt u de printer delen. Individuele Windows
gebruikers (clients) kunnen de printer op onderstaande manieren aansluiten:
Dubbelklik in de map Printers op het pictogram Printer toevoegen en volg de
aanwijzingen voor een netwerkp rinte rins tal lat ie. Zie "Het printerstuurprogramma
installeren met Prin ter toevoegen".
Installeer de printersoftware vana f de Star ter CD . Al s u d aaro m wor dt gevraagd, selecteert
u achtereenvolgens
client-server
Blader op het netwerk naar de printer en sleep de printer naar uw map Printers.
Voeg de printer toe en installeer de software vanaf het INF-bestand dat op een locatie
Via het netwerk aangesloten
.
en
Client-setup voor afdrukken via
in uw netwerk is opgeslagen. Vraag aan de netwerkbeheerder waar het INF-bestand
zich bevindt.
Op de Starter CD bevinden de INF-bestanden zich op onderstaande locatie:
<cd>:\Setup\Drivers\PCL3\<besturingssysteem>\<taal>.
Stel dat de stationsaanduiding van uw cd-rom-station D: is, dan bevat
D:\Setup\Drivers\PCL3\Win2k_XP\English het Engelse Windows 2000/XP PCL 3-INF-bestand.
Het printerstuurprogramma installeren met Printer toevoegen
1Klik op Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens op Printers (Windows NT 4.0, 98,
Me en 2000) of Printers en faxapparaten (Windows XP).
(Als "Printers en faxapparaten" niet in het menu Start in Windows XP voorkomt, klikt
u achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm en Printers en faxapparaten.)
2Dubbelklik op Printer toevoegen en klik vervolgens op Volge n de .
3Voor Windows 98, Me, 2000 of XP selecteert u Netwerkprinter.
– of –
Voor Windows NT 4.0 selecteert u Netwerkprintserver.
4Klik op Volgende.
5Kies één van de volgende opties:
• Voer het netwerkpad of de wachtrijnaam van de gedeelde printer in en klik op
Klik op
Diskette
wanneer het programma dit vr aagt om het printermodel te selecteren.
Volgende
•Klik op Volge nde en zoek de printe r in de lijst met Gedeelde printers.
6Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Een netwerkpoort aan de printer toevoegen
Ga als volgt te werk als de printersoftware al met het setupprogramma is geïnstalleerd en
u een poort wilt maken om over het netwerk via een HP Jetdirect externe printserver op de
printer aan te sluiten:
1Na installatie van de printserversoftware klikt u met de rechtermuisknop op hp deskjet
9600 series in de map Printers en selecteert u Eigenschappen.
.
2Windows NT 4.0, 2000 en XP: Klik op het tabblad Poorten en klik vervolgens op
Poort toevoegen.
– of –
Windows 98 en Me: Klik op het tabblad Details en klik vervolgens op Poort toevoegen.
3Selecteer een nieuwe HP standaardpoort en wijs de poort toe aan de printer.
4Klik op OK.
2-12NLWW
Aansluiten op een netwerk (Mac OS)
Installeer eerst de HP Jetdirect externe printserver, sluit dan pas de printer aan op het netwerk
en installeer vervolgens de printersoftware op de computer.
1Na configuratie van de HP Jetdirect externe printserver en een netwerkpoort op uw
computer, start u de computer op. Zorg daarbij dat er geen toepassingen open zijn.
2Plaats de Starter CD in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend.
Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u achtereenvolgens op het
cd-symbool op het bureaublad en het setupsymbool.
3Klik op het symbool voor de installatie van het stuurprogramma.
4Volg de aanwijzingen op het scherm.
5Mac OS 9.1.x en 9.2.x
iStart de computer opnieuw op als u daarom wordt gevraagd.
iiSelecteer Kiezer in het Apple-menu.
iii Klik op hp inkjet xx in het venster links boven in de Kiezer, waarbij xx het
versienummer van het huidige printerstuurprogramma is.
iv Selecteer deskjet 9600 in het rechtervenster van de Kiezer.
v Sluit de Kiezer.
Mac OS X (10.1 en hoger)
iOpen Afdrukbeheer in de map Programma's\Hulpprogramma's.
iiKlik op Voe g toe.
iii Kies één van de volgende opties:
•Selecteer AppleTalk in het popupmenu als u een AppleTalk-netwerk gebruikt.
•Selecteer IP-printer in het popupmenu als u een IP-netwerk gebruikt en typ
vervolgens het IP-adres voor de printer.
iv Selecte er de Zone ind ien nodig .
v Selecteer deskjet 9600 in de printerlijst en klik vervolgens op Voeg toe. Er verschijnt
een stip naast de naam van de printer om aan te duiden dat deze printer nu de
standaardprinter is.
vi Sluit Afdrukbeheer.
NLWW2-13
De printersoftware verwijderen
Windows
De stappen om de printersoftware te verwijderen zijn afhankelijk van het besturingssysteem
op de compu ter. Over het algemeen voert u deze stappen uit om de software te verwijderen:
1Zorg dat er geen Windows toepassingen open zijn.
2Klik op Start, ga naar Programma's, hp deskjet 9600 series en klik vervolgens
op Installatie van hp deskjet 9600 series ongedaan maken.
3Volg de aanwijzingen op het scherm om de printersoftware te verwijderen.
U kunt de software ook verwijderen via Software:
1Zorg dat er geen Windows toepassingen open zijn.
2Open het Configuratiescherm.
3Dubbelklik op Software.
4Selecteer hp deskjet 9600 series.
5Volg de aanwijzingen op het scherm om de printersoftware te verwijderen.
U moet beheerdersbevoegdheden hebben om de printersoftware te verwijderen onder
Windows NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP.
Als de software niet kan worden verwijderd of als het programma voor het ongedaan maken
van de installatie niet kan worden gevond en, start u het systeem opnieuw op en voert
u het hulpprogramma voor het verwijderen van software (scrubber) op de Starter CD uit.
Voor Wi ndows 98 en Windows Me gebruikt u he t bestand scrub9x.exe in de map
Utils\Scrubber\Win9x_Me. Voor Windows 2000 en Windows XP gebruik t u het bestand
scrub2k.exe in de map Ut ils\Scrubber\Win2K_XP. Componenten die nie t tot het
stuurprogramma behoren, zoals de Werkset, worden niet door dit hulpprogramma
verwijderd. Herhaal hierna de volledige installatieprocedure.
Macintosh
1Als u de computer niet heeft opgestart sinds de installatie van de software, start u de
computer opnieuw op.
Als u de computer niet opnieuw opstart voordat u de software verwijdert, worden sommige
bestanden mogelijk niet van de computer verwijderd bij het ongedaan maken van de
installatie.
2
Plaats de Starter CD in het cd-rom-station en dubbelklik op het cd-symbool op het bureaublad.
3Dubbelklik op het symbool voor de installer en volg de aanwijzingen op het scherm.
4Wanneer het installatiedialoogvenster verschijnt, selecteert u de optie voor installatie
ongedaan maken in de keuzelijst links boven in het dialoogvenster.
5Volg de aanwijzingen op het scherm om de printersoftware te verwijderen.
2-14NLWW
Het setupprogramma voor de printersoftware aanpassen
De Starter CD bevat een hulpprogramma waarmee systeembeheerders aangepaste
installatiepakketten kunnen maken die "stil" kunnen worden gestart. Systeembeheerders
kunnen dan een aangepast installatiepakket verspreiden door het via een lokale schijf of
netwerkschijf te delen.
Selecteer Aanpassingshulpprogramma in het cd-menu om dit hulpprogramma te openen.
Overige software installeren
HP software voor foto-imaging – Hiermee kunt u foto's en beeldbestanden in Windows
bekijken. Installeer de software als volgt: plaats de Starter CD in het cd-rom-station, klik
op HP software voor foto-imaging in het cd-browsermenu en selecteer de software in
de lijst die verschijnt. Zie ook "HP software voor foto-imaging".
HP Deskjet configuratiescherm voor DOS
afdrukinstellingen instellen. Ga naar
downloaden. Zie ook
Linux stuurprogramma – Ga naar http://www.linuxprinting.org om de software te
downloaden. Informatie over het gebruik van Linux met HP printers vindt u op
http://hp.sourceforge.net
IBM PostScript 3-emulatieprinterstuurprogramma voor IBM OS/2 –
Ga naar http://www7.software.ibm.com/2bcprod.nsf
en voor informatie over het gebruik van het stuurprogramma.
"Afdrukken vanuit een MS-DOS programma"
.
http://www.hp.com/support/dj9600
– Hiermee kunt u in een MS-DOS®-omgeving
om de software te
.
om de software te downloaden
U moet beheerdersbevoegdheden hebben om de printersoftware te installeren onder Windows
NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP.
NLWW2-15
Gebruik van inktpatronen
3
en accessoires
Gebruik van de automatische duplexmodule
U kunt automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken als de automatische
duplexmodule aan de printer is bevestigd.
De automatische duplexmodule wordt standaard bij de hp deskjet 9670 meegeleverd. De
module kan in sommige landen/regio's afzonderlijk worden aangeschaft (zie "Benodigdheden
en accessoires van HP").
Zie "Dubbelzijdig afdrukken (duplexen)" voor instructies om met de automatische
duplexmodule af te drukken.
Automatische duplexmodule installeren
1Verwijder het toegangspaneel aan de achterkant van de printer door de ontgrendeling-
sknoppen naar elkaar toe te duwen en het toegangspaneel uit de printer te trekken.
2Plaats de automatische duplexmodule recht in de achterkant van de printer totdat beide
zijden op hun plaats vastklikken.
Druk niet op de knoppen aan weerszijden van de automatische duplexmodule terwijl u de
module installeert. Gebruik deze knoppen uitsluitend om de automatische duplexmodule
uit de printe r te verwijde re n.
3
NLWW3-1
Gebruik van de inktpatronen
Inktpatronen installeren of vervangen
Gebruik uitsluitend de aanbevolen inktpatronen. Zie "Benodigdheden en accessoires van HP"
voor onderdeelnummers en bestelinformatie.
Installeer de zwarte inktpatroon en de kleurenpatroon voor kleurendruk met vier inkten.
Installeer de fotopatroon en de kleurenpatroon voor kleurendruk met zes inkten. Dit levert
fotoafdrukken van betere kwaliteit. Zie "Kleurendruk met zes inkten".
Een inktpatroon installeren of vervangen
1Zet de printer aan en open de printerkap.
De inktpatroonwagen schuift naar het midden van de printer.
Verwijder of installeer de inktpatronen pas nadat de inktpatroonwagen is gestopt.
2Klap de inktpatroonvergrendeling op.
3-2NLWW
3Als u een inktpatroon wilt vervangen
, pakt u de geïnstalleerde inktpatroon aan de
bovenzijde vast e n schuift u h em uit de h ouder. Ve rgelijk he t nummer op de verg rendel ing met
het nummer op de nieuwe inktpatroon om zeker te zijn dat u de juiste inktpatroon verwijdert.
Bij installatie van een nieuwe inktpatroon lijnt de printer de inktpatronen automatisch uit en wordt
één vel papier gebruikt voor het afdrukken van een uitlijnpagina. Als er fotomateriaal van hoge
kwaliteit in de invoerlade ligt, is het een goed idee om een vel gewoo n papier in de lade te
leggen voordat u de nieuwe inktpatroon installeert.
Als u een nieuwe inktpatroon wilt installeren, moet u de inktpatroon uit de verpakking
nemen en de kunststoftape van de inktpatroon verwijderen met behulp van het roze lipje.
Om verstoppingen, inktstoringen of slechte elektrische verbindingen te voorkomen, mag u de
inktsproeiers of koperen contacten van de inktpatronen niet aanraken en de koperen strips
niet verwijderen.
NLWW3-3
4Houd de inktpatroon met de koperen contacten naar de printer gericht en schuif de
inktpatroon vervolgens in de houder.
5Duw de inktpatroonvergrendeling omlaag totdat deze vastklikt. Zorg dat de vergrendeling
niet openspringt.
6Sluit de printerkap.
Als u een nieuwe inktpatroon heeft geïnstalleerd, lijnt de printer de inktpatronen automatisch
uit en wordt een uitlijnpagina afgedrukt. Als de printer geen uitlijnpagina afdrukt, controleert
u of er papier in de invoerlade ligt.
Maak de printerkap niet open als de printer bezig is met het uitlijnen van de inktpatronen.
3-4NLWW
Inktpatronen uitlijnen
De printer lijnt de inktpatronen automatisch uit telkens nadat als er een nieuwe inktpatroon is
geïnstalleerd. Als uw afdruk korrelig is, losse stippen of gekartelde randen vertoont, of als de
inktkleuren in elkaar overlopen, lijnt u de inktpatronen opnieuw uit.
Windows
U kunt de inktpatronen uitlijnen vanuit de Werkset of het printerstuurprogramma.
1Plaats gewoon papier in de invoerlade (zie "Afdrukmateriaal in invoerlade laden").
2Open de Werkset: Klik op Start , ga naar Programma's, hp deskjet 9600 series en
klik vervolgens op hp deskjet 9600 series Werkset.
– of –
Open het printerstuurprogramma (zie "Standaardafdrukinstellingen wijzigen").
3Klik op het tabblad Printerservice (Werkset) of op het tabblad Services
(printerstuurprogramma).
4Klik op Inktpatronen reinigen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Macintosh
1Plaats gewoon papier in de invoerlade (zie "Afdrukmateriaal in invoerlade laden").
2Open het HP Inkjet Werkset
3Open het tabblad Kalibreer.
4Klik op Lijn uit.
NLWW3-5
Inktpatronen reinigen
Inktpatronen automatisch reinigen
De inktpatronen zijn uitgerust met microscopische sproeiers die verstopt kunnen raken als zij
te lang aan lucht worden blootgesteld. Bovendien kan een inktpatroon die lange tijd niet wordt
gebruikt, verstopt raken waardoor de afdrukkwaliteit merkbaar afneemt. Verstoppingen van de
sproeiers worden verholpen door de inktpatronen te reinigen.
Reinig de inktpatronen als tekens onvol ledig wor den afgedrukt of als punten of lij nen ontbreken
in afgedrukte tekst of afbeeldingen.
Het onnodig reinigen van inktpatronen verspilt inkt en verkort de levensduur van de inktpatronen.
Windows
U kunt de inktpatronen reinigen vanuit de Werkset of het printerstuurprogramma.
1Plaats gewoon papier in de invoerlade (zie "Afdrukmateriaal in invoerlade laden").
2Open de Werkset: Klik op Start, ga naar Programma's, hp deskjet 9600 series en
klik vervolgens op hp deskjet 9600 series Werkset.
– of –
Open het printerstuurprogramma (zie "Standaardafdrukinstellingen wijzigen").
3Klik op het tabblad Printerservice (Werkset) of op het tabblad Services
(printerstuurprogramma).
4Klik op Inktpatronen reinigen en volg de aanwijzingen op het scherm.
5Herhaal de reinigingsprocedure als de afdrukken nog steeds problemen vertonen.
6Als het probleem nog steeds niet is verholpen, kan het zijn dat de houdbaarheid
van de inktpatroon is verstreken. In dat geval vervangt u de inktpatroon.
Macintosh
1Plaats gewoon papier in de invoerlade (zie "Afdrukmateriaal in invoerlade laden").
2Open het HP Inkjet Werkset
3Open het tabblad Reinig.
4Klik op Reinig.
5Herhaal de reinigingsprocedure als de afdrukken nog steeds problemen vertonen.
6Als het probleem nog steeds niet is verholpen, kan het zijn dat de houdbaarheid
van de inktpatroon is verstreken. In dat geval vervangt u de inktpatroon.
3-6NLWW
Loading...
+ 98 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.