HP Deskjet 948C, Deskjet 940C, Deskjet 920C Quick Help [nl]

snelle hulp
hp deskjet 948c/940c/920c series

inhoud

leren werken met de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
kennismaking met uw hp deskjet printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
informatie zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
kennisgeving en handelsmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
termen en conventies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
papierladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
taakagent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
afdrukken op papier en ander afdrukmateriaal. . . . . . . 17
afdrukken met de hp deskjet printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
gewoon papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
enveloppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
transparanten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
etiketten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
visitekaartjes, systeemkaarten en ander klein afdrukmateriaal . . . . . 33
foto’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
wenskaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
posters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
banieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
opstrijkpatronen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
handmatig dubbelzijdig afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
speciale papierformaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
onderhoud van product . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
inktpatroonstatus-lichtje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
inktpatronen vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
inktpatronen uitlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
inktpatronen automatisch reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
inktpatronen handmatig reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
de printer reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
inktpatronen navullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
inktpatronen onderhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
artikelnummers van de inktpatronen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
de hp deskjet werkset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
printerlichtjes knipperen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
printer drukt niet af . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
printer is te langzaam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
problemen met afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
productspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
productspecificaties voor hp deskjet 948c series printers . . . . . . . . 90
productspecificaties voor hp deskjet 940c series printers . . . . . . . . 95
productspecificaties voor hp deskjet 920c series printers . . . . . . . 100
minimumafdrukmarges . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
systeemvereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
Index. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109

leren werken met de printer

• kennismaking met uw hp deskjet printer
• informatie zoeken
• kennisgeving en handelsmerken
• termen en conventies
• printerfuncties
• papierladen
• taakagent
1

kennismaking met uw hp deskjet printer

Gefeliciteerd! Uw nieuwe HP Deskjet printer biedt interessante mogelijkheden:
• Fotoafdrukken van uitstekende kwaliteit dankzij PhotoREt III, de ColorSmart III-afdruktechnologie van HP
• Afdrukken met hoge resolutie: kleurenfotomodus van 2400 x 1200 dpi en zwartetekstmodus van 600 x 600 dpi
• Afdruksnelheid van maximaal 12 pagina’s per minuut voor zwarte tekst en 10 pagina’s per minuut voor tekst en kleurenafbeeldingen
(De afdruksnelheid verschilt van model tot model)
HP Deskjet printers zijn ontworpen om u de beste resultaten te verschaffen en te voldoen aan uw afdrukwensen. Raadpleeg de volgende secties voor deze en andere mogelijkheden.
2

informatie zoeken

snelle hulp biedt instructies voor het gebruik van de HP deskjet printer. Meer informatie vindt u ook in andere bij de printer geleverde documentatie. Specifieke soorten informatie vindt u als volgt.
De van de printer en het installeren van de printersoftware.
De oplossen van installatieproblemen.
Deze gids met printerfuncties, onderhoud en specificaties plus instructies voor het afdrukken van documenten en het oplossen van problemen die kunnen optreden terwijl u afdrukt.
De hardware- en softwarecompatibiliteit van de printer. Lees de Uitgave-info door op >
uitgave-info
De hulpfunctie verschijnende opties van de printersoftware toe. Open de hulpfunctie Wat is dit? door met de cursor een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Klik op
dit?
te geven.
installatieposter bevat informatie over het opstellen
snelle
snelle naslaggids
hp deskjet uitgave-info
te klikken.
om meer informatie over de geselecteerde optie weer
bevat informatie over de garantie en het
snelle hulp
Wat is dit?
bevat informatie over
bevat informatie over de
>
Start
Programma’s
licht de op het scherm
>
hp deskjet series
Wat is
3

kennisgeving en handelsmerken

kennisgeving van hewlett-packard company
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Hewlett-Packard (HP) biedt ten aanzien van dit materiaal volstrekt geen
garantie, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de geïmpliceerde garanties van verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel.
Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor directe, indirecte, incidentele of gevolgschade die het gevolg zou zijn van het verstrekken of het gebruiken van deze informatie of daarmee verband zou houden.
Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, bewerking of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, tenzij dit is toegestaan krachtens de wetten op het auteursrecht.
handelsmerken
Microsoft, MS, MS-DOS en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
TrueType is een handelsmerk in de VS van Apple Computer, Inc. Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Copyright 2001 Hewlett-Packard Company
4

termen en conventies

De volgende termen en woordconventies zijn gebruikt in snelle hulp.
termen
De termen
HP Deskjet
of
HP printers
verwijzen naar HP Deskjet printers.
symbolen
Het symbool > leidt u door een aantal softwarestappen. Bijvoorbeeld:
Klik op
Werkset
>
Start
om de HP Deskjet Werkset te openen.
Programma’s
>
hp deskjet series
>
hp deskjet series
let op en waarschuwing
geeft aan dat het risico bestaat dat de HP Deskjet printer of andere
Let op
apparatuur beschadigd raakt. Bijvoorbeeld:
Let op!
inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen er problemen met de inkt optreden of kunnen er zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen.
Waarschuwing
anderen. Bijvoorbeeld:
Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de
geeft aan dat u moet oppassen voor gevaar voor uzelf of
Waarschuwing!
kinderen.
Houd inktpatronen buiten het bereik van
5
pictogrammen
Het pictogram
Opmerking
verschaft. Bijvoorbeeld:
De beste resultaten verkrijgt u met producten van hp.
Een
pictogram duidt erop dat de hulpfunctie
muis
biedt.
Meer informatie over de opties op elke tab vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Het dialoogvenster
is dit?
wordt dan weergegeven. Klik op
over de geselecteerde optie weer te geven.
geeft aan dat er aanvullende informatie wordt
Wat is dit?
Wat is dit?
extra informatie
om meer informatie
Wat
6

printerfuncties

knoppen en lichtjes
Met de knoppen van de HP Deskjet printer kunt u de printer aan- en uitzetten, een afdruktaak annuleren of het afdrukken hervatten. De lichtjes geven een indicatie over de status van de printer.
1. knop annuleren 2. inktpatroonstatus-lichtje en -pictogram 3. doorgaan-lichtje en
-knop 4. aan/uit-knop en -lichtje
annuleren (knop)
Als u op deze knop drukt, wordt de huidige afdruktaak geannuleerd.
7
inktpatroonstatus-pictogram en -lichtje
Het lichtje boven het Inktpatroonstatus-pictogram knippert wanneer een van de inktpatronen bijna leeg is of niet juist is geïnstalleerd.
Zie ook:
inktpatroonstatus-lichtje
doorgaan-knop en -lichtje
Het lichtje boven de Doorgaan-knop knippert als er iets moet gebeuren, zoals het laden van papier of het verhelpen van een papierstoring. Als het probleem is opgelost, drukt u op de Doorgaan-knop om verder te gaan met afdrukken.
aan/uit-knop en -lichtje
Met de Aan/uit-knop zet u de printer aan of uit. Als u de Aan/uit-knop indrukt, wordt de printer na ongeveer vijf seconden aangezet. Het groene lichtje boven de Aan/uit-knop knippert tijdens het afdrukproces.
Let op!
om de printer aan en uit te zetten. Als u de printer aan- en uitzet met behulp van een knop op een stekkerblok, stroomstootbeveiliging of wandschakelaar, kan de printer defect raken.
Gebruik altijd de Aan/uit-knop aan de voorkant van de printer
papierladen
De printer heeft een invoerlade en een uitvoerlade. Papier of ander afdrukmateriaal wordt in de invoerlade gelegd. Afgedrukte pagina’s komen in de uitvoerlade terecht.
De printer kan ook zijn voorzien van een opklaplade die de invoerlade en uitvoerlade omvat.
Zie ook:
invoerlade uitvoerlade opklaplade
8
dubbelzijdig afdrukken
De printer heeft een functie voor handmatig dubbelzijdig afdrukken waarmee u op beide zijden van een pagina kunt afdrukken.
Een optioneel accessoire voor dubbelzijdig afdrukken kan worden aangeschaft om automatisch dubbelzijdig af te drukken met 948c en 940c series printers.
Zie ook:
handmatig dubbelzijdig afdrukken
9

papierladen

invoerlade
De invoerlade bevat papier of ander afdrukmateriaal dat moet worden bedrukt.
1. uitvoerlade 2. invoerlade ingeschoven
Schuif de invoerlade uit om papier en ander afdrukmateriaal te laden. Laat de invoerlade uitgeschoven als u op papier van legal-formaat afdrukt.
1. invoerlade uitgeschoven
10
U kunt op afdrukmateriaal van diverse afmetingen afdrukken door de papierregelaars in en uit te schuiven.
1. papierbreedteregelaar 2. invoerlade uitgeschoven 3. papierlengteregelaar
uitvoerlade
De stand van de uitvoerlade kan worden aangepast om diverse printertaken te kunnen uitvoeren.
Uitvoerlade omhoog
– Klap de lade op om de invoerlade gemakkelijk met
papier te kunnen vullen. Klap de uitvoerlade op om banieren af te drukken.
1. uitvoerlade omhoog
11
Uitvoerlade omlaag
– Voor de meeste afdruktaken en voor het afdrukken van
één envelop laat u de lade omlaag staan.
Verlengstuk van uitvoerlade
(Niet verkrijgbaar voor alle printermodellen.) Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit wanneer u een groot aantal pagina's afdrukt. Trek de lade ook uit als u in de conceptmodus afdrukt om te voorkomen dat het papier uit de lade valt. Als de afdruktaak klaar is, duwt u het verlengstuk van de lade terug in de sleuf.
Gebruik het verlengstuk van de uitvoerlade niet met papier van legal­formaat. Dat kan er namelijk toe leiden dat het papier vastloopt.
1. invoer voor enkele envelop 2. uitvoerlade omlaag 3. verlengstuk van uitvoerlade
Zie ook:
afdrukken op papier en ander afdrukmateriaal
12
opklaplade
Uw printer is mogelijk voorzien van een opklaplade die de invoerlade en uitvoerlade omvat. De opklaplade moet altijd omlaag staan om af te drukken of om bij de inktpatronen te komen.
1. opklaplade omhoog 2. opklaplade omlaag
13

taakagent

Met de Taakagent kunt u de status van de inktpatronen controleren en instellingen zoals de standaardafdrukkwaliteit wijzigen. De taakagent bevindt zich in de Windows-taakbalk.
1. Taakagent
afdrukkwaliteit wijzigen
Met de Taakagent kunt u snel de resolutie van uw afdrukken wijzigen.
Klik op het pictogram
1.
Het dialoogvenster Standaardafdrukinstellingen u de standaardafdrukkwaliteit wijzigen en de optie automatisch dubbelzijdig afdrukken inschakelen als u het optionele HP accessoire voor dubbelzijdig afdrukken heeft aangeschaft. (Dit accessoire is niet
verkrijgbaar voor alle printermodellen.)
14
Taakagent
in de Windows-taakbalk.
verschijnt. Hiermee kunt
Kies uit de volgende mogelijkheden:
2.
Afdrukkwaliteit: Concept, Normaal
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Klik buiten het dialoogvenster Standaardafdrukinstellingen.
3.
of
Beste
: Indien van toepassing
Er verschijnt een dialoogvenster met de melding dat de nieuwe instellingen zullen worden gebruikt telkens wanneer u afdrukt. (Als u dit dialoogvenster niet opnieuw wilt weergeven, selecteert u
Klik op OK om de standaardafdrukinstellingen te wijzigen.
4.
Dit bericht niet meer weergeven
.)
dialoogvenster printereigenschappen
U kunt de Taakagent ook gebruiken om toegang te krijgen tot het dialoogvenster printereigenschappen. In dit venster kunt u eigenschappen selecteren zoals papierformaat en -soort, afdrukrichting en helderheid van de kleuren. Dubbelklik op de Taakagent om het dialoogvenster printereigenschappen
te openen.
snelmenu van taakagent
Klik met de rechtermuisknop op de Taakagent om een menu met snelkoppelingen te openen dat de namen van alle geïnstalleerde HP Deskjet printers bevat. Vanuit dit menu kunt u het volgende doen:
• Een printernaam selecteren om een andere printer te kiezen. Er verschijnt een vinkje naast de geselecteerde HP Deskjet printer.
Standaardafdrukinstellingen wijzigen
selecteren om het dialoogvenster
printereigenschappen te openen.
Werkset openen
Afsluiten
selecteren om de Taakagent uit te zetten. Zet de Taakagent
opnieuw aan door op
selecteren om de HP Deskjet Werkset te openen.
Start
>
Programma’s
>
hp deskjet series
>
Taakagent
te klikken. De Taakagent verschijnt automatisch telkens wanneer u de computer opstart.
Zie ook:
hp deskjet werkset
15
inktpatroonwaarschuwingen
De kleur en het uiterlijk van de Taakagent veranderen wanneer er waarschuwingsberichten zijn. Er verschijnen waarschuwingsberichten als een van de inktpatronen bijna leeg is of onjuist is geïnstalleerd.
• Als het pictogram knippert en geel is omkaderd, zijn er ongelezen waarschuwingsberichten verschenen.
• Als het pictogram geel is omkaderd en niet meer knippert, zijn er eerder gelezen waarschuwingsberichten die nog niet zijn opgelost.
• Als het pictogram niet meer geel is omkaderd, zijn de waarschuwingskwesties opgelost.
Ga als volgt te werk om waarschuwingsberichten weer te geven:
Klik op het pictogram
1.
Taakagent
om het dialoogvenster
Standaardafdrukinstellingen te openen. Klik op de knop
2.
Waarschuwingsinformatie
.
De HP Deskjet Werkset verschijnt. Selecteer de tab
3.
Waarschuwingsinformatie
inktpatroonwaarschuwingsberichten weer te geven.
4.
Klik op
Sluiten
De knop Waarschuwingsinformatie en de tab Waarschuwingsinformatie verschijnen alleen wanneer er waarschuwingsberichten zijn.
in de rechterbovenhoek van de Werkset om af te sluiten.
Zie ook:
hp deskjet werkset inkpatroonstatus controleren inktpatronen vervangen
om de
16

afdrukken op papier en ander afdrukmateriaal

• afdrukken met de hp deskjet printer
• gewoon papier
• enveloppen
• transparanten
•etiketten
• visitekaartjes, systeemkaarten en ander klein afdrukmateriaal
•foto’s
• wenskaarten
•posters
• banieren
• opstrijkpatronen
• handmatig dubbelzijdig afdrukken
• speciale papierformaten
17

afdrukken met de hp deskjet printer

dialoogvenster printereigenschappen
De printer wordt bestuurd door software die op de computer is geïnstalleerd. De printersoftware (de printerdriver) verschaft een dialoogvenster voor communicatie met de printer. In het dialoogvenster printereigenschappen kunt u opties zoals papierformaat en -soort, afdrukrichting en kleureninstellingen selecteren.
Open het dialoogvenster printereigenschappen op een van de volgende manieren:
• Vanuit de Taakagent de Windows-taakbalk.
• Vanuit het menu Bestand in het softwareprogramma waarmee u bezig bent. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om het dialoogvenster printereigenschappen te openen:
-Klik op
– of –
-Klik op
Eigenschappen
– of –
-Klik op
Eigenschappen
Bestand
Bestand
Bestand
door te klikken op het pictogram Taakagent in
>
Afdrukken
>
Printerinstelling
>
Afdrukken
.
en selecteer vervolgens
en selecteer vervolgens
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
18
instellingen voor de printereigenschappen wijzigen
Het dialoogvenster printereigenschappen bevat de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
• Gebruik de tab
Instelling
om de afdrukkwaliteit, de papiersoort, het papierformaat en banieren afdrukken te kiezen. U kunt ook de schaal van het afgedrukte document wijzigen zodat het op het papier in de printer past.
• Gebruik de tab
Functies
om de afdrukrichting, het aantal exemplaren, meerdere pagina's per vel en posters afdrukken te kiezen. U kunt vanuit deze tab een afdrukvoorbeeld van het document bekijken, in omgekeerde volgorde afdrukken (laatste pagina eerst) en dubbelzijdig afdrukken.
• Gebruik de tab
Geavanceerd
om de kleur en het contrast aan te passen en opties te kiezen voor inktvolume, droogtijd en afdruksnelheid (Modus weinig geheugen).
wijzigingen opslaan
Als u afdrukinstellingen wijzigt klikt u achtereenvolgens op
Toepassen
om de wijzigingen op te slaan. Als u geen instellingen heeft gewijzigd, klikt u op
Annuleren
om naar uw document terug te keren.
Meer informatie over de opties in het dialoogvenster printereigenschappen vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Het dialoogvenster weergegeven. Selecteer geselecteerde optie weer te geven.
Wat is dit?
om meer informatie over de
Wat is dit?
en OK
wordt dan
19

gewoon papier

• papier van A4-/letter-formaat
• papier van legal-formaat
papier van A4-/letter-formaat
voorbereiding
Klap de uitvoerlade op en trek de invoerlade uit.
1.
Schuif beide papierregelaars uit.
2.
Leg een stapel papier in de invoerlade.
3.
Leg maximaal 100 vellen papier in de invoerlade als de printer van een
4.
opklaplade is voorzien. Leg maximaal 150 vellen papier in de invoerlade als de printer niet van een opklaplade is voorzien.
Schuif de papierbreedteregelaar goed tegen de stapel papier.
5.
Klap de uitvoerlade neer.
6.
20
afdrukken op papier van A4-/letter-formaat
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
Bestand
>
Afdrukken
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Printerinstelling
en selecteer vervolgens
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Afdrukken
.
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
Klik op de tab
2.
Afdrukkwaliteit: Concept, Normaal
Papiersoort: Gewoon papier
Papierformaat: A4
Klik op de tab
3.
Afdrukrichting
Dubbelzijdig afdrukken
Instelling
Functies
: Juiste afdrukrichting
en kies de volgende opties:
of
Beste
of
Letter
en stel de volgende opties in:
: Selecteer deze optie als u handmatig op beide zijden van het papier wilt afdrukken. Als u het optionele HP accessoire voor dubbelzijdig afdrukken heeft aangeschaft (niet verkrijgbaar voor alle printermodellen), drukt de printer automatisch dubbelzijdig af als dit vakje is geselecteerd.
Aantal
: Aantal exemplaren
Selecteer de tab
4.
Geavanceerd
als u in grijsschaal wilt afdrukken of het inktvolume, de kleur of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen.
21
afdrukrichtlijnen
De meeste soorten gewoon kopieerpapier kunnen in de printer worden gebruikt, vooral als erop vermeld staat dat het papier bestemd is voor gebruik in inkjetprinters. De beste resultaten verkrijgt u met papiersoorten van HP. Deze papiersoorten zijn speciaal ontwikkeld voor gebruik met door HP vervaardigde inkten en printers.
Zie ook:
afdrukken met uw hp deskjet printer handmatig dubbelzijdig afdrukken speciale papierformaten
papier van legal-formaat
voorbereiding
Klap de uitvoerlade op en trek de invoerlade uit.
1.
Schuif beide papierregelaars uit.
2.
Leg een stapel papier van legal-formaat in de invoerlade en schuif de
3.
stapel zo ver mogelijk in de printer. Het papier hangt over de rand van de lade.
4.
Schuif de papierbreedteregelaar goed tegen de stapel papier.
5.
Klap de uitvoerlade neer.
6.
22
afdrukken op papier van legal-formaat
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
Bestand
>
Afdrukken
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Printerinstelling
en selecteer vervolgens
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Afdrukken
.
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
Klik op de tab
2.
Afdrukkwaliteit: Concept, Normaal
Papiersoort: Gewoon papier
Papierformaat: Legal
Klik op de tab
3.
Afdrukrichting
Dubbelzijdig afdrukken
Aantal
Selecteer de tab
4.
Instelling
Functies
: Juiste afdrukrichting
: Aantal exemplaren
en kies de volgende opties:
of
en stel de volgende opties in:
: Niet ingeschakeld
Geavanceerd
als u in grijsschaal wilt afdrukken of het
Beste
inktvolume, de kleur of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen.
afdrukrichtlijnen
Laat de invoerlade uitgeschoven als u op papier van legal-formaat afdrukt. Het papier hangt over de rand van de lade.
De beste resultaten verkrijgt u met producten van hp.
23

enveloppen

Druk één envelop af met gebruik van de envelopinvoer of druk meerdere enveloppen af met gebruik van de invoerlade.
• één envelop afdrukken
• meerdere enveloppen afdrukken
één envelop afdrukken
voordat u afdrukt
Plaats de envelop in de invoer voor enkele envelop en zorg ervoor dat
1.
de klep zich links bovenaan bevindt. Schuif de envelop zo ver mogelijk in de printer.
2.
de envelop afdrukken
Als uw programma een functie heeft voor het afdrukken van enveloppen, slaat u deze aanwijzingen over. Volg de aanwijzingen van het programma.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
24
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
2.
paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
Bestand
>
Afdrukken
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Printerinstelling
en selecteer vervolgens
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Afdrukken
.
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
Klik op de tab
3.
Afdrukkwaliteit: Normaal
Papiersoort: Gewoon papier
Papierformaat
Klik op de tab
4.
Afdrukrichting
Dubbelzijdig afdrukken
Aantal
Selecteer de tab
5.
Instelling
: Juiste envelopformaat
Functies
: Juiste afdrukrichting voor de envelop
: 1
en kies de volgende opties:
en stel de volgende opties in:
: Niet ingeschakeld
Geavanceerd
als u in grijsschaal wilt afdrukken of het inktvolume, de kleur of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen.
Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
6.
Printerinstelling. Klik op OK om af te drukken.
7.
afdrukrichtlijnen
• Controleer of de uitvoerlade omlaag staat.
• Gebruik geen enveloppen met klemmetjes of vensters.
• Gebruik geen glanzende enveloppen, enveloppen met reliëf, dikke,
onregelmatige of gekrulde randen of gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde enveloppen.
25
meerdere enveloppen afdrukken
voordat u afdrukt
Trek de invoerlade uit.
1.
Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade.
2.
Plaats niet meer dan 15 enveloppen in de lade en zorg ervoor dat de
3.
klep zich links bevindt en naar boven is gericht. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer.
4.
Schuif de papierregelaars goed tegen de randen van de enveloppen en
5.
schuif de lade vervolgens zo ver mogelijk in de printer.
de enveloppen afdrukken
Als uw programma een functie heeft voor het afdrukken van enveloppen, slaat u deze aanwijzingen over. Volg de aanwijzingen van het programma.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
26
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
2.
paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
Bestand
>
Afdrukken
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Printerinstelling
en selecteer vervolgens
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Afdrukken
.
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
Klik op de tab
3.
Afdrukkwaliteit: Normaal
Papiersoort: Gewoon papier
Papierformaat
Klik op de tab
4.
Afdrukrichting
Dubbelzijdig afdrukken
Aantal
Selecteer de tab
5.
Instelling
: Juiste envelopformaat
Functies
: Juiste afdrukrichting voor de envelop
: Maximaal 15
en kies de volgende opties:
en stel de volgende opties in:
: Niet ingeschakeld
Geavanceerd
als u in grijsschaal wilt afdrukken of het inktvolume, de kleur of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen.
Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
6.
Printerinstelling. Klik op OK om af te drukken.
7.
27
afdrukrichtlijnen
• Plaats nooit meer dan 15 enveloppen tegelijk in de invoerlade.
• Maak een nette stapel van de enveloppen voordat u deze in de lade
plaatst.
• Gebruik geen enveloppen met klemmetjes of vensters.
• Gebruik geen glanzende enveloppen, enveloppen met reliëf, dikke,
onregelmatige of gekrulde randen of gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde enveloppen.
U verkrijgt de beste resultaten met producten van hp.
28

transparanten

voorbereiding
Trek de invoerlade uit.
1.
Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade.
2.
Waaier de randen van de stapel transparanten uit om te voorkomen dat
3.
deze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. Leg maximaal 25 transparanten in de lade als de printer van een
4.
opklaplade is voorzien. Leg maximaal 30 transparanten in de lade als de printer niet van een opklaplade is voorzien.
Zorg dat de transparanten met de ruwe zijde omlaag liggen en dat de plakstrook naar de printer is gericht.
Schuif de transparanten zo ver mogelijk in de printer.
5.
Schuif de papierregelaars goed tegen de randen van de transparanten
6.
en schuif de invoerlade vervolgens zo ver mogelijk in de printer.
29
transparanten afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
2.
paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
Bestand
>
Afdrukken
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Printerinstelling
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Afdrukken
.
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
en selecteer vervolgens
en selecteer vervolgens
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
Klik op de tab
3.
Afdrukkwaliteit: Normaal
Papiersoort
Papierformaat
Klik op de tab
4.
Afdrukrichting
Dubbelzijdig afdrukken
Aantal
Instelling
: Juiste transparanten
: Juiste formaat
Functies
: Juiste afdrukrichting
: Maximaal 25 als de printer van een opklaplade is voorzien;
en kies de volgende opties:
of
Beste
en stel de volgende opties in:
: Niet ingeschakeld
maximaal 30 als de printer niet van een opklaplade is voorzien
Selecteer de tab
5.
Geavanceerd
als u het inktvolume, de kleur, de droogtijd
of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen. Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
6.
Printerinstelling. Klik op OK om af te drukken.
7.
De printer wacht totdat de transparanten droog zijn voordat deze in de uitvoerlade worden geplaatst.
afdrukrichtlijnen
30
For best results use De beste resultaten verkrijgt u met hp inkjet transparency films.

etiketten

voorbereiding
Trek de invoerlade uit.
1.
Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade.
2.
Waaier de randen van de stapel etiketvellen uit om te voorkomen dat de vellen
3.
aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. Leg maximaal 20 etiketvellen – etiketzijde omlaag – in de lade.
4.
Schuif de papierregelaars goed tegen de vellen en duw de lade naar binnen.
5.
etiketten afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden
2.
om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
– of –
•Klik op
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
Bestand
Bestand
Bestand
>
Afdrukken
>
Printerinstelling
>
Afdrukken
.
en selecteer vervolgens
en selecteer vervolgens
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
Eigenschappen
31
Klik op de tab Instelling en kies de volgende opties:
3.
Afdrukkwaliteit: Normaal
Papiersoort: Gewoon papier
Papierformaat: A4
of
Letter
Klik op de tab
4.
Afdrukrichting
Dubbelzijdig afdrukken
Aantal
Selecteer de tab
5.
Functies
: Maximaal 20
en stel de volgende opties in:
: Juiste afdrukrichting
: Niet ingeschakeld
Geavanceerd
als u in grijsschaal wilt afdrukken of het inktvolume, de kleur of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen.
Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
6.
Printerinstelling. Klik op OK om af te drukken.
7.
afdrukrichtlijnen
• Gebruik alleen etiketten die speciaal voor inkjetprinters zijn
ontworpen.
• Plaats nooit meer dan 20 etiketvellen tegelijk in de invoerlade.
• Gebruik alleen volledige etiketvellen.
• De vellen mogen niet plakkerig of gekreukeld zijn en de etiketten
mogen niet loszitten.
• Gebruik geen plastic of doorschijnende etiketten. De inkt droogt niet
op plastic of doorzichtige etiketten.
32
De beste resultaten verkrijgt u met producten van hp.

visitekaartjes, systeemkaarten en ander klein afdrukmateriaal

voorbereiding
Trek de invoerlade uit.
1.
Klap de uitvoerlade op.
2.
Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade.
3.
Maak een nette stapel van de kaarten of het andere kleine
4.
afdrukmateriaal. Leg maximaal 30 kaarten in de lade als de printer van een opklaplade
5.
is voorzien. Leg maximaal 45 kaarten in de lade als de printer niet van een opklaplade is voorzien.
Schuif de kaarten zo ver mogelijk naar voren in de printer.
6.
Schuif de papierlengteregelaars goed tegen de randen van de kaarten.
7.
Duw de invoerlade naar binnen.
8.
Klap de uitvoerlade neer.
9.
33
visitekaartjes, systeemkaarten en ander klein afdrukmateriaal afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
2.
paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
Bestand
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
>
Afdrukken
>
Printerinstelling
>
Afdrukken
.
en selecteer vervolgens
en selecteer vervolgens
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
Klik op de tab
3.
Afdrukkwaliteit: Normaal
Papiersoort
Papierformaat
Instelling
: Juiste papiersoort
: Juiste formaat. Zie Speciale papierformaten als het
en kies de volgende opties:
of
Beste
kaartformaat niet in de lijst voorkomt.
Klik op de tab
4.
Afdrukrichting
Dubbelzijdig afdrukken
Aantal
Functies
: Maximaal 30 als de printer van een opklaplade is voorzien;
en stel de volgende opties in:
: Juiste afdrukrichting
: Niet ingeschakeld
maximaal 45 als de printer niet van een opklaplade is voorzien
Selecteer de tab
5.
Geavanceerd
als u in grijsschaal wilt afdrukken of het inktvolume, de kleur of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen.
Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
6.
Printerinstelling. Klik op OK om af te drukken.
7.
34
afdrukrichtlijnen
• Als er een bericht verschijnt dat
het papier op is
, controleert u of de systeemkaarten of het andere kleine afdrukmateriaal juist in de invoerlade zijn geplaatst.
• Als de systeemkaarten of het andere kleine afdrukmateriaal kleiner zijn dan
100 x 148 mm
, moet u de invoerlade niet gebruiken. Gebruik de invoer voor enkele envelop van de printer om het afdrukmateriaal kaart voor kaart te laden.
De beste resultaten verkrijgt u met producten van hp.
35

foto’s

voorbereiding
Trek de invoerlade uit.
1.
Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade.
2.
Waaier de randen van de stapel fotopapier uit om te voorkomen dat
3.
deze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. Leg maximaal 20 vellen fotopapier – afdrukzijde omlaag – in de lade.
4.
Schuif de papierregelaars goed tegen de randen van het fotopapier en
5.
duw de lade naar binnen.
foto's afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
36
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
2.
paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
Bestand
>
Afdrukken
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Printerinstelling
en selecteer vervolgens
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Afdrukken
.
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
Klik op de tab
3.
Afdrukkwaliteit: Beste
Papiersoort
Fotopapier afdrukken
-
PhotoREt
Instelling
: Juiste soort fotopapier
voor de beste afdruksnelheid en -kwaliteit
en kies de volgende opties:
:
– of –
-
2400 x 1200 dpi
voor afbeeldingen die groter zijn dan 600 dpi (vereist 400 MB of meer ruimte op de vaste schijf en het afdrukken duurt langer)
Juiste papierformaat
Papierformaat
Klik op de tab
4.
Afdrukrichting
Dubbelzijdig afdrukken
Aantal
Selecteer de tab
5.
: Maximaal 20
:
Functies
en stel de volgende opties in:
: Juiste afdrukrichting
: Niet ingeschakeld
Geavanceerd
als u de kleur, het inktvolume of de
droogtijd wilt aanpassen. Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
6.
Printerinstelling. Klik op OK om af te drukken.
7.
37
afdrukrichtlijnen
• U kunt alleen foto's in elektronisch formaat afdrukken. U kunt digitale of gescande foto's gebruiken of door een fotozaak elektronische bestanden van de af te drukken foto's laten maken.
• Gebruik de instelling te drukken.
• Als u beschikt over een parallelle kabelverbinding, kunt u wellicht uw foto's sneller afdrukken door Hardware-ECP Port) in te schakelen.
De beste resultaten verkrijgt u met hp photographic paper.
PhotoREt
om op de meeste soorten fotopapier af
(Extended Capabilities
38

wenskaarten

voorbereiding
Trek de invoerlade uit.
1.
Klap de uitvoerlade op.
2.
Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade.
3.
Waaier de randen van de wenskaarten uit om te voorkomen dat deze
4.
aan elkaar plakken. Maak een nette stapel van de kaarten en plaats niet meer dan 5 kaarten
5.
in de lade. Schuif de kaarten zo ver mogelijk naar voren in de printer.
6.
Schuif de papierregelaars goed tegen de randen van de kaarten.
7.
Duw de invoerlade naar binnen en klap de uitvoerlade vervolgens neer.
8.
wenskaarten afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
39
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
2.
paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
Bestand
>
Afdrukken
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Printerinstelling
en selecteer vervolgens
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Afdrukken
.
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
Klik op de tab
3.
Afdrukkwaliteit: Normaal
Papiersoort
Papierformaat
Instelling
: Juiste soort wenskaarten
: Juiste kaartformaat. Zie Speciale papierformaten als
en kies de volgende opties:
of
Beste
het kaartformaat niet in de lijst voorkomt.
Klik op de tab
4.
Afdrukrichting
Dubbelzijdig afdrukken
Aantal
Selecteer de tab
5.
Functies
: Maximaal 5
en stel de volgende opties in:
: Juiste afdrukrichting
: Indien van toepassing
Geavanceerd
als u het inktvolume, de kleur of de
droogtijd wilt aanpassen. Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
6.
Printerinstelling. Klik op OK om af te drukken.
7.
40
afdrukrichtlijnen
• Vouw voorgevouwen kaarten uit en plaats deze in de invoerlade.
• Als er een bericht verschijnt dat kaarten juist in de invoerlade zijn geplaatst.
• Als de kaarten kleiner zijn dan 100 x 148 mm, moet u de invoerlade niet gebruiken. Gebruik de invoer voor enkele envelop van de printer om de kaarten een voor een te laden.
De beste resultaten verkrijgt u met producten van hp.
het papier op is
, controleert u of de
41

posters

voorbereiding
Trek de invoerlade uit.
1.
Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade.
2.
Waaier de randen van de postervellen uit om te voorkomen dat deze
3.
aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. Leg de vellen in de lade.
4.
Schuif de papierregelaars goed tegen de vellen en duw de lade naar
5.
binnen.
posters afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
2.
paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
Bestand
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
>
Afdrukken
>
Printerinstelling
>
Afdrukken
.
en selecteer vervolgens
en selecteer vervolgens
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
Klik op de tab
3.
Papiersoort: Gewoon papier
Afdrukkwaliteit: Normaal
Papierformaat
42
Instelling
en kies de volgende opties:
: Juiste formaat
Klik op de tab
4.
Afdrukrichting
Posters afdrukken
2x2, 3x3
Dubbelzijdig afdrukken
Aantal
Functies
en stel de volgende opties in:
: Juiste afdrukrichting
: Selecteer deze optie en selecteer vervolgens
of
4x4
: Niet ingeschakeld
: Aantal exemplaren
Selecteer de tab
5.
Geavanceerd
als u de kleur, het inktvolume of de
afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen. Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
6.
Printerinstelling. Klik op OK om af te drukken.
7.
afdrukrichtlijnen
Snij de randen van de vellen en plak de vellen aan elkaar na het afdrukken.
De beste resultaten verkrijgt u met producten van hp.
43

banieren

voorbereiding
Trek de invoerlade uit.
1.
Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade.
2.
Klap de uitvoerlade op.
3.
Gebruik maximaal twintig vellen banierpapier. Verwijder alle
4.
geperforeerde stroken en gooi deze weg. Plaats het banierpapier in de invoerlade met de losse rand van het
5.
papier in de richting van de printer. Schuif de papierregelaars goed tegen het banierpapier.
6.
Duw de invoerlade naar binnen. Laat de uitvoerlade omhoog staan.
7.
banieren afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
44
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
2.
paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
Bestand
>
Afdrukken
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Printerinstelling
en selecteer vervolgens
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Afdrukken
.
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
Klik op de tab
3.
Banieren afdrukken
Papiersoort: hp banner paper
Afdrukkwaliteit: Normaal
Papierformaat: Banier [A4 (210 x 297 mm)]
279 mm)]
Als u op
Klik op de tab
4.
Afdrukrichting
Dubbelzijdig afdrukken
Aantal
Selecteer de tab
5.
Instelling
Banieren afdrukken
hp banner paper
Functies
: Juiste afdrukrichting
: Maximaal 20
Geavanceerd
en kies de volgende opties:
: Schakel dit selectievakje in
of
Banier [Letter (216 x
selecteert, wordt de papiersoort automatisch
ingesteld en het papierformaat op
en stel de volgende opties in:
: Niet ingeschakeld
als u het inktvolume, de kleur, de droogtijd
of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen. Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
6.
Printerinstelling. Klik op OK om af te drukken.
7.
Banier
.
45
afdrukrichtlijnen
In de Uitgave-info vindt u een beschrijving van problemen die kunnen optreden als u met bepaalde softwareprogramma's banieren afdrukt. Klik op
>
Start
Programma's
weer te geven.
De beste resultaten verkrijgt u met producten van hp.
>
hp deskjet series
>
Uitgave-info
om deze informatie
46

opstrijkpatronen

voorbereiding
Trek de invoerlade uit.
1.
Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade.
2.
Waaier de randen van de vellen opstrijkpatroonpapier uit om te
3.
voorkomen dat ze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. Leg het opstrijkpatroonpapier in de lade met de afdrukzijde omlaag.
4.
Schuif de papierregelaars goed tegen het opstrijkpatroonpapier en duw
5.
de invoerlade naar binnen.
opstrijkpatronen afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
2.
paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
Bestand
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
>
Afdrukken
>
Printerinstelling
>
Afdrukken
.
en selecteer vervolgens
en selecteer vervolgens
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
Klik op de tab
3.
Afdrukkwaliteit: Normaal
Papiersoort: hp iron-on t-shirt transfers
Papierformaat: A4 of Letter
Instelling
en kies de volgende opties:
of
Beste
47
Klik op de tab
4.
Afdrukrichting: Spiegelbeeld
Dubbelzijdig afdrukken
Aantal
Functies
: Aantal exemplaren
en stel de volgende opties in:
: Niet ingeschakeld
Selecteer de tab
5.
Geavanceerd
als u het inktvolume, de kleur, de droogtijd
of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen. Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
6.
Printerinstelling. Klik op OK om af te drukken.
7.
afdrukrichtlijnen
Als u een opstrijkpatroon in spiegelbeeld afdrukt, worden de tekst en foto's horizontaal omgekeerd vergeleken met wat op het computerscherm te zien is.
48
De beste resultaten verkrijgt u met hp iron-on t-shirt transfer paper.

handmatig dubbelzijdig afdrukken

voorbereiding
Verwijder al het papier uit de uitvoerlade.
1.
Trek de invoerlade uit en leg papier in de lade.
2.
Schuif de papierregelaars goed tegen de randen van het papier.
3.
Duw de invoerlade naar binnen.
4.
handmatig afdrukken
Open het bestand dat u wilt afdrukken. Controleer of het document dat u
1.
wilt afdrukken, ten minste twee pagina's lang is. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
2.
paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op – of –
•Klik op
Eigenschappen
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
Bestand
Bestand
Bestand
>
Afdrukken
>
Printerinstelling
>
Afdrukken
.
en selecteer vervolgens
en selecteer vervolgens
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
Klik op de tab
3.
Afdrukkwaliteit
Papiersoort
Papierformaat
* Vele papiersoorten, met inbegrip van fotopapier, transparanten, banierpapier en opstrijkpatronen, kunnen niet dubbelzijdig worden afgedrukt
Instelling
: Juiste papiersoort*
: Juiste papierformaat*
en kies de volgende opties:
: Juiste afdrukkwaliteit
49
Klik op de tab
4.
Afdrukrichting
Dubbelzijdig afdrukken
Functies
en stel de volgende opties in:
: Juiste afdrukrichting
: Schakel dit vakje in
Het dialoogvenster Marges voor dubbelzijdig afdrukken verschijnt. a. Kies de juiste optie voor de inhoud van de pagina en klik op
terug te keren naar het scherm Functies.
b. Selecteer
(binden aan zijkant) of
Boek
Schrijfblok
(binden aan
bovenzijde).
c. Maak de selectie van de optie
Automatisch
ongedaan als u het optionele HP accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (niet verkrijgbaar voor alle printermodellen) heeft geïnstalleerd.
Selecteer het aantal af te drukken exemplaren.
5.
Selecteer de tab
6.
Geavanceerd
als u in grijsschaal wilt afdrukken of het inktvolume, de kleur, de droogtijd of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen.
Klik achtereenvolgens op
7.
Toepassen
en OK om terug te keren naar het
venster Afdrukken of Printerinstelling. Klik op OK om af te drukken.
8.
Volg de aanwijzingen op het scherm als u wordt gevraagd het papier opnieuw te laden.
OK
om
50
9.
Klik op
Doorgaan
als het papier op de juiste manier opnieuw is geladen.
Boek
51
Schrijfblok
afdrukrichtlijnen
• De printer drukt automatisch oneven pagina’s eerst af. Als de oneven
pagina’s afgedrukt zijn, verschijnt er een bericht waarin u wordt gevraagd het papier opnieuw te laden, zodat de even pagina’s kunnen worden afgedrukt.
• Als u het HP accessoire voor dubbelzijdig afdrukken heeft
aangeschaft, kunt u automatisch op beide zijden van het papier afdrukken. Volg de gebruiksaanwijzing van het product. (Het HP
accessoire voor dubbelzijdig afdrukken kan niet met alle printers worden gebruikt.)
De beste resultaten verkrijgt u met producten van hp.
52

speciale papierformaten

voorbereiding
Klap de uitvoerlade op.
1.
Leg het papier of het andere afdrukmateriaal waarop u wilt afdrukken, in
2.
de invoerlade, met de afdrukzijde omlaag. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
3.
Schuif de papierregelaars goed tegen de randen van het
4.
afdrukmateriaal en duw de invoerlade naar binnen. Klap de uitvoerlade neer.
5.
een speciaal papierformaat definiëren
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1.
53
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
2.
paden om uw afdrukopties te selecteren:
•Klik op
Bestand
>
Afdrukken
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Printerinstelling
en selecteer vervolgens
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
>
Afdrukken
.
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd.
Klik op de tab
3.
Instelling
en selecteer
Aangepast papierformaat
onder
Papierformaat. Het dialoogvenster Aangepst papierformaat verschijnt.
Selecteer de breedte- en lengte-instellingen voor uw speciale
4.
papierformaat. De papierbreedte moet tussen 77 en 215 mm liggen. De papierlengte
moet tussen 127 en 356 mm liggen. Klik op OK om terug te keren naar het venster Instelling.
5.
6.
Klik op
Toepassen
en klik vervolgens op OK om de nieuwe instellingen te
accepteren. Klik op OK om af te drukken.
7.
afdrukrichtlijnen
• Als het papier kleiner is dan 100 x 148 mm, moet u de invoerlade
niet gebruiken. Gebruik de invoer voor enkele envelop van de printer om het papier of andere afdrukmateriaal vel voor vel te laden.
• Als u banieren of posters afdrukt, kunt u geen speciale
papierformaten gebruiken.
Zie ook:
posters afdrukken banieren afdrukken
54

onderhoud van product

• inktpatroonstatus-lichtje
• inktpatronen vervangen
• inktpatronen uitlijnen
• inktpatronen automatisch reinigen
• inktpatronen handmatig reinigen
• de printer reinigen
• inktpatronen navullen
• inktpatronen onderhouden
• artikelnummers van de inktpatronen
• de hp deskjet werkset
55

inktpatroonstatus-lichtje

werking van het inktpatroonstatus-lichtje
Het Inktpatroonstatus-lichtje knippert als een inktpatroon of beide inktpatronen bijna leeg zijn, niet goed zijn geïnstalleerd of slecht werken. Dit lichtje knippert ook als het verkeerde type inktpatroon wordt gebruikt.
1. inktpatroonstatus-lichtje
Als er nog maar weinig inkt in een van de inktpatronen zit, stopt het Inktpatroonstatus-lichtje met knipperen als de printerkap wordt geopend. Als het probleem niet te maken heeft met weinig inkt, blijft het lichtje knipperen nadat de kap is geopend.
56
de inktpatroonstatus controleren
Open de printerkap als het Inktpatroonstatus-lichtje knippert. De gele pijl op de inktpatroonhouder wijst naar een van de vijf Inktpatroonstatus­pictogrammen die precies aangeven wat het probleem is.
1. pictogram 'probleem met driekleurenpatroon' 2. pictogram 'probleem met zwarte inktpatroon' 3. pictogram 'weinig inkt in driekleurenpatroon' 4. pictogram 'weinig inkt in zwarte inktpatroon' 5. pictogram 'inktpatronen in orde' 6. gele pijl
57
problemen met de driekleuren- of zwarte inktpatroon oplossen
Als de gele pijl naar een pictogram wijst dat een probleem met de inktpatroon aangeeft, ontbreekt de inktpatroon, is deze niet goed geïnstalleerd of defect of wordt de verkeerde inktpatroon voor de printer gebruikt. Verhelp het probleem als volgt:
• Installeer de juiste inktpatroon als er een ontbreekt. De printer heeft
een zwarte inktpatroon en een driekleurenpatroon nodig om te kunnen werken.
• Als beide inktpatronen zijn geïnstalleerd, verwijdert u de inktpatroon
en installeert u deze opnieuw.
• Controleer of u de juiste inktpatronen heeft geïnstalleerd als het
probleem aanhoudt.
• Vervang de patronen als het probleem blijft bestaan.
problemen oplossen met weinig inkt
Als de pijl naar een van de pictogrammen wijst die aangeven dat er nog maar weinig inkt in de driekleuren- of zwarte inktpatroon zit, vervangt u de betreffende patroon.
controleren of het probleem is opgelost
Als de pijl naar het pictogram wijst dat aangeeft dat de inktpatroon in orde is, kunnen beide inktpatronen worden gebruikt en is het probleem opgelost.
Zie ook:
inktpatronen vervangen artikelnummers van de inktpatronen
58

inktpatronen vervangen

Controleer de artikelnummers voordat u nieuwe patronen koopt. Als een inktpatroon leeg is, laat u de lege inktpatroon in de
inktpatroonhouder totdat deze wordt vervangen. De printer heeft beide inktpatronen nodig om te kunnen werken.
Waarschuwing!
buiten het bereik van kinderen.
Ga als volgt te werk om een inktpatroon te vervangen:
Controleer of de uitvoerlade omlaag staat.
1.
Als de printer van een opklaplade is voorzien, controleert u of deze lade omlaag staat.
Druk op de
2.
Open de kap.
3.
De houder verplaatst zich naar het midden van de printer. Zet de houderklem omhoog.
4.
Neem de inktpatroon uit de inktpatroonhouder en gooi hem weg.
5.
Aan/uit
Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen
-knop om de printer aan te zetten.
59
1. uitvoerlade (omlaag) 2. druk op Aan/uit-knop 3.open kap 4. klap houderklem op
5. neem inktpatroon uit houder
60
Haal de reservepatroon uit de verpakking en verwijder voorzichtig de
6.
beschermende tape.
Let op!
niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen er problemen met de inkt optreden of kunnen er zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen. Verwijder de koperen strips niet. Dit zijn vereiste elektrische contactpunten.
1. zwarte inktpatroon 2. kleurenpatroon 3. inktsproeiers 4. koperen contactpunten – raak de koperen contactpunten niet aan of verwijder ze niet 5. beschermende tape – verwijder alleen de beschermende tape
Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de inktpatroon
Plaats de inktpatroon stevig in de houder. Zet de houderklem vast.
7.
U hoort een klik als de klem volledig vastzit. Sluit de kap.
8.
Als het Inktpatroonstatus-lichtje blijft knipperen nadat u een nieuwe inktpatroon heeft geïnstalleerd, controleert u het artikelnummer van de inktpatroon om na te gaan of het juiste type inktpatroon is geïnstalleerd.
Lijn de inktpatronen uit voor optimale afdrukkwaliteit.
9.
Zie ook:
inktpatronen uitlijnen artikelnummers van de inktpatronen
61

inktpatronen uitlijnen

Om afdrukken te maken van optimale kwaliteit dient u na vervanging van een inktpatroon de inktpatronen uit te lijnen. U kunt de inktpatronen uitlijnen vanuit de HP Deskjet Werkset.
Open de HP Deskjet Werkset op een van de volgende manieren:
1.
•Klik op
Werkset
– of –
• Klik met de rechtermuisknop op Taakagent
openen
Start
.
>
Programma's
>
hp deskjet series
>
hp deskjet series
en selecteer
Werkset
Klik op
2.
Gedurende het uitlijnproces worden twee pagina’s afgedrukt. U wordt gevraagd om de uitlijning van de patronen op beide pagina's te inspecteren.
Zie ook:
inktpatronen vervangen
Inktpatronen uitlijnen
en volg de aanwijzingen op het scherm.
62

inktpatronen automatisch reinigen

Als er op de afgedrukte pagina´s lijnen of stippen ontbreken of als deze inktstrepen bevatten, moet de inktpatroon worden gereinigd.
Inktpatronen worden automatisch gereinigd met de volgende procedure:
Open de HP Deskjet Werkset.
1.
Selecteer de tab
2.
Selecteer
3.
Printerservice
Inktpatronen reinigen
Als u vragen heeft over de reinigingsfunctie, wijst u de optie Inktpatronen reinigen aan en klikt u met de rechtermuisknop om het dialoogvenster informatie.
Wat is dit?
.
en volg de aanwijzingen op het scherm.
te openen. Klik op
Wat is dit?
voor meer
Als er na het reinigen nog steeds lijnen of stippen in uw afdrukken ontbreken, is het mogelijk dat de inkt in een van de inktpatronen bijna op is. Als dat het geval is, dient u wellicht een van de inktpatronen of beide inktpatronen te vervangen.
Als na het reinigen nog steeds inktstrepen op uw afdrukken voorkomen, moeten de inktpatronen en de inktpatroonhouder wellicht handmatig worden gereinigd.
Reinig de inktpatronen alleen als het nodig is. Onnodig reinigen verspilt inkt en verkort de levensduur van de patroon.
Zie ook:
inktpatronen handmatig reinigen inktpatronen vervangen
63

inktpatronen handmatig reinigen

Als de printer in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan er zich wat vuil vastzetten in de behuizing van de printer. Deze verontreinigingen kunnen stof-, haar-, tapijt- of kledingvezels bevatten. Wanneer het vuil op de inktpatronen en de houder terecht komt, kan het inktstrepen en vlekken op de afgedrukte pagina´s veroorzaken. Inktstrepen zijn gemakkelijk te verhelpen door de patronen en de houder handmatig te reinigen.
reinigingsbenodigdheden
U heeft het volgende nodig als u de inktpatronen en de houder wilt reinigen:
• Gedestilleerd of gebotteld water. Leidingwater bevat verontreinigende
stoffen die de inktpatronen kunnen beschadigen.
• Wattenstaafjes of ander zacht, pluisvrij materiaal dat niet aan de
patronen blijft kleven.
Let op dat u geen inkt op uw handen of kleding krijgt tijdens het schoonmaken.
voorbereiding
Verwijder de inktpatronen uit de printer voordat u met reinigen begint.
Controleer of de uitvoerlade en de opklaplade (als de printer van deze
1.
lade is voorzien) omlaag staan. Druk op de
2.
De inktpatronen verplaatsen zich naar het midden van de printer. Haal het netsnoer uit de achterzijde van de printer.
3.
Verwijder de inktpatronen en leg ze op een vel papier met de sproeikop
4.
naar boven. Laat de patronen niet langer dan een half uur buiten de printer.
Let op!
inktpatroon niet aan. Verwijder de koperen strips niet.
64
Aan/uit
Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de
-knop om de printer aan te zetten en open de kap.
de inktpatronen en de inktpatroonhouder reinigen
Dompel het uiteinde van een wattenstaafje in gedestilleerd water en en
1.
knijp het overtollige water eruit. Reinig het oppervlak en de randen van de eerste inktpatroon met het
2.
wattenstaafje, zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven. Veeg
1. sproeikop 2. reinig deze oppervlakken
Controleer of er zich geen vezels op het oppervlak of de randen
3.
bevinden. Herhaal bovenstaande stap 1 en 2 en controleer of er nog vezels
aanwezig zijn.
over de sproeikop.
NIET
Herhaal stap 1 t/m 3 voor de andere inkpatroon.
4.
65
Veeg de onderkant van de behuizing van de inktpatroonhouder af met
5.
schone, met water bevochtigde wattenstaafjes. Herhaal dit proces totdat er geen inkt meer op een schoon wattenstaafje
verschijnt.
1. inktpatroonhouder 2. houderwand
Plaats de inktpatronen terug en sluit de printerkap.
6.
Sluit het netsnoer weer op de achterzijde van de printer aan.
7.
Druk een testpagina af vanuit de HP Deskjet Werkset door de tab
8.
Printerservice te selecteren en op Herhaal de reinigingsprocedure als er nog steeds inktstrepen op de
9.
Testpagina afdrukken
te klikken.
afdrukken zichtbaar zijn.
66

de printer reinigen

de printerbehuizing
De printer spuit inkt in een fijne nevel op papier, waardoor er na verloop van tijd kleine hoeveelheden inkt op de behuizing van de printer komen. Gebruik een zachte, bevochtigde doek om stof, vegen, vlekken en gemorste inkt van de behuizing van de printer te verwijderen. Gebruik alleen water. Gebruik geen huishoudelijke schoonmaakmiddelen of wasmiddelen.
de binnenzijde van de printer
Volg deze richtlijnen voor het onderhoud van de binnenzijde van de printer:
• Reinig alleen de inktpatronen en de inktpatroonhouder. Reinig niets
anders binnen in de printer.
• Smeer de stang waarover de inktpatroonhouders heen en weer
schuiven niet in. Het is normaal dat u de houders heen en weer hoort schuiven over de stang als de printer nieuw is. Het geluid wordt minder naarmate de printer meer wordt gebruikt.
• Zorg dat er geen vloeistof binnen in de printer komt.
Voor optimale prestaties en betrouwbaarheid moet de printer rechtop en in horizontale positie worden verplaatst en opgeslagen.
Zie ook:
inktpatronen handmatig reinigen
67

inktpatronen navullen

Vul HP inktpatronen niet na. De elektronische en mechanische componenten van nagevulde inktpatronen overschrijden hun normale levensduur. Bovendien kan er een groot aantal problemen optreden, zoals:
Slechte afdrukkwaliteit.
bestanddelen bevatten die de inktsproeiers verstoppen en een inconsistente afdrukkwaliteit veroorzaken. Niet door HP vervaardigde inktsoorten kunnen bovendien de elektrische componenten van de inktpatronen aantasten, met als gevolg slechte afdrukken.
Mogelijke schade.
elektrische componenten in de printer lekken. Hierdoor kan er ernstige schade aan de printer ontstaan, met als gevolg tijdverlies en reparatiekosten.
Let op!
HP inktpatronen valt uitdrukkelijk buiten de garantie van de HP printer.
Voor optimale prestaties gebruikt u uitsluitend originele, in de fabriek gevulde inktpatronen van HP.
Zie ook:
artikelnummers van de inktpatronen
Schade veroorzaakt door het wijzigen of navullen van
Niet door HP vervaardigde inktsoorten kunnen
Inkt van een nagevulde patroon kan op de
68

inktpatronen onderhouden

De volgende tips helpen u bij het onderhoud van de HP inktpatronen en zorgen voor een consistente afdrukkwaliteit:
• Bewaar alle inktpatronen in de verzegelde verpakking totdat u deze
nodig heeft. Bewaar inktpatronen bij kamertemperatuur (15,6 - 26,6 graden C).
• Als inktpatronen uit de verzegelde verpakkingen zijn gehaald en niet
worden gebruikt, bewaart u de patronen in een luchtdichte doos van kunststof. Bewaar de inktpatronen met de sproeier naar boven gericht. Zorg ervoor dat niets de sproeiers aanraakt.
• Als de beschermende tape van de inktpatroon is verwijderd, moet u
deze niet meer terugplaatsen. De inktpatroon wordt dan beschadigd.
• Als de inktpatronen in de printer zijn geïnstalleerd, laat u deze in de
inktpatroonhouder tenzij u de inktpatronen handmatig reinigt. Zo voorkomt u dat de inkt verdampt of dat de inktpatronen verstopt raken.
Let op!
afdrukken en uitstaat. Als de printer klaar is met afdrukken, keert de inktpatroonhouder automatisch terug naar de startpositie aan de rechterzijde van de printer. Inktpatronen drogen uit als deze niet in de startpositie worden bewaard.
Haal het snoer pas uit het stopcontact als de printer klaar is met
69
artikelnummers
Als u nieuwe inktpatronen voor de HP Deskjet printer nodig heeft, koopt u patronen met de volgende artikelnummers:
van de inktpatronen
Zwart
Driekleuren
: HP 6615A Series of HP nr. 15
: HP C6578 Series of HP nr. 78
70

de hp deskjet werkset

De HP Deskjet Werkset bevat een aantal handige hulpmiddelen waarmee u een testpagina kunt afdrukken, de inktpatronen kunt reinigen en uitlijnen en het geschatte inktniveau in de patronen kunt controleren.
Als u het HP accessoire voor dubbelzijdig afdrukken heeft aangeschaft (niet verkrijgbaar voor alle printers), kunt u het accessoire inschakelen vanuit de Werkset.
Open de HP Deskjet Werkset op een van de volgende manieren:
•Klik op
Werkset
Start
>
Programma's
>
hp deskjet series > hp deskjet series
– of –
• Klik met de rechtermuisknop op Taakagent
openen
.
Meer informatie over HP Deskjet Werkset hulpprogramma's vindt u door de Werkset te openen, een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken om het dialoogvenster Klik op
Wat is dit?
voor informatie over het geselecteerde hulpmiddel.
en selecteer
Wat is dit?
Werkset
te openen.
71
72

problemen oplossen

• printerlichtjes knipperen
• printer drukt niet af
• printer is te langzaam
• problemen met afdrukken
73

printerlichtjes knipperen

• betekenis van knipperende lichtjes
• het inktpatroonstatus-lichtje knippert
• het doorgaan-lichtje knippert
• het aan/uit-lichtje knippert
• alle lichtjes knipperen
betekenis van knipperende lichtjes
Knipperende lichtjes geven de printerstatus aan.
1. inktpatroonstatus-lichtje en -pictogram 2. doorgaan-lichtje en -knop
3. aan/uit-lichtje en -knop
74
het inktpatroonstatus-lichtje knippert
de kap is open
Sluit de kap.
er is wellicht een probleem met een van de inktpatronen
• Controleer of de juiste inktpatronen zijn geïnstalleerd.
• Controleer of een van de inktpatronen nog maar weinig inkt bevat of
onjuist is geïnstalleerd.
Zie ook:
artikelnummers van de inktpatronen status van de inktpatronen controleren
het doorgaan-lichtje knippert
het papier in de printer is wellicht op
Plaats papier in de invoerlade.
1.
Druk op de
2.
er is wellicht een papierstoring
Volg deze aanwijzingen om het probleem op te lossen.
de printer is wellicht klaar om de tweede zijde van een dubbelzijdig document af te drukken
Volg de aanwijzingen op het scherm om de tweede zijde af te drukken.
1.
Deze aanwijzingen verschijnen als u een dubbelzijdig document handmatig afdrukt.
Druk op de
2.
Zie ook:
handmatig dubbelzijdig afdrukken
Doorgaan
Doorgaan
-knop aan de voorkant van de printer.
-knop.
75
het aan/uit-lichtje knippert
de printer maakt zich klaar om af te drukken
Het lichtje stopt met knipperen als de printer alle gegevens heeft ontvangen.
alle lichtjes knipperen
de printer moet wellicht opnieuw worden opgestart
Druk op de
1.
de
Aan/uit
Aan/uit
-knop om de printer opnieuw op te starten.
-knop om de printer uit te zetten en druk nogmaals op
Ga naar stap 2 als de lichtjes blijven knipperen. Druk op de
2.
Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
3.
Sluit de printer weer aan op het stopcontact.
4.
Druk op de
Aan/uit
Aan/uit
Neem contact op met de Klantenondersteuning van HP als u nog steeds problemen heeft.
-knop om de printer uit te zetten.
-knop om de printer aan te zetten.
76

printer drukt niet af

• er komt geen papier uit de printer
• er verschijnen foutberichten bij gebruik van een USB-verbinding
• er zijn papierstoringen
• printer gaat niet aan
er komt geen papier uit de printer
Volg de onderstaande aanwijzingen om het probleem op te lossen.
de printer controleren
Controleer het volgende:
Is de printer aangesloten op een stopcontact?
1.
Zitten de kabels goed vast?
2.
Staat de printer aan?
3.
Is de printerkap gesloten?
4.
Staat de opklaplade omlaag (als de printer van deze lade is voorzien)?
5.
Is de achterklep aanwezig?
6.
Ligt het papier of het andere afdrukmateriaal juist in de invoerlade?
7.
77
de printerlichtjes controleren
•Als het
Inktpatroonstatus
te gaan of de inktpatronen juist zijn geïnstalleerd.
•Als het
•Als het
Doorgaan Aan/uit
-lichtje knippert, drukt u op de
-lichtje knippert, is de printer bezig met afdrukken.
-lichtje knippert, opent u de printerkap om na
Doorgaan
-knop.
1. inktpatroonstatus-lichtje en -pictogram 2. doorgaan-lichtje en -knop
3. aan/uit-lichtje en -knop
de printersoftware opnieuw installeren
Zie de snelle installatieposter voor meer informatie.
78
er verschijnen foutberichten bij gebruik van een USB-verbinding
het foutbericht “fout bij schrijven naar <naam van usb-poort>” wordt weergegeven
Als de printer is aangesloten op een USB-hub samen met verscheidene andere USB-apparaten, is het mogelijk dat hij geen juiste gegevens ontvangt. Sluit de printer rechtstreeks op de USB-poort van de computer aan.
er zijn papierstoringen
Verwijder het papier uit de invoerlade en de uitvoerlade.
1.
Druk op de
2.
Als u etiketten afdrukt, controleert u of er geen etiket is losgeraakt van het
3.
etiketvel terwijl het vel door de printer werd gevoerd.
Ga als volgt te werk als de papierstoring niet is verholpen:
Draai de vergrendeling van de achterklep van de printer naar links en
1.
verwijder de klep.
Doorgaan
-knop aan de voorkant van de printer.
79
Verwijder het papier en plaats de achterklep terug.
2.
Leg opnieuw papier in de invoerlade.
3.
Druk op de
4.
Druk het document af.
5.
Doorgaan
-knop.
printer gaat niet aan
De printer heeft mogelijk te veel stroom gekregen.
Maak het netsnoer van de printer los.
1.
Wacht ongeveer 10 seconden.
2.
Sluit het netsnoer weer aan op de printer.
3.
Druk op de
Neem contact op met de Klantenondersteuning van HP als u nog steeds problemen heeft.
Aan/uit
-knop om de printer aan te zetten.
80
printer
De afdruksnelheid en algemene prestaties van de printer zijn van diverse factoren afhankelijk:
• de computer voldoet niet aan de systeemvereisten
• de printersoftware is verouderd
• er zijn conflicterende USB-kabelverbindingen
• er worden complexe documenten, afbeeldingen of foto's afgedrukt
is te langzaam
computer voldoet niet aan de systeemvereisten
Controleer het RAM-geheugen en de processorsnelheid van de computer.
1.
Zie systeemvereisten Sluit alle overbodige programma's.
2.
Er draaien mogelijk te veel programma's tegelijk. Maak meer ruimte op de vaste schijf vrij.
3.
Als er minder dan 100 MB beschikbaar is op de vaste schijf, heeft de printer meer verwerkingstijd nodig. Zie uw Windows handleiding voor informatie over het beheer van de ruimte op de vaste schijf van de computer.
voor meer informatie.
printersoftware is verouderd
Controleer het versienummer van het gebruikte printerstuurprogramma.
1.
Ga naar de website van HP om de laatste software-updates voor de
2.
printer te downloaden. Zie de snelle naslaggids voor informatie over de website.
81
er zijn conflicterende USB-kabelverbindingen
Er kan een printerconflict optreden wanneer de printer en verscheidene andere USB-apparaten op een hub zijn aangesloten. Er zijn twee methoden om het conflict op te lossen:
• Sluit de USB-kabel van de printer rechtstreeks op de computer en niet
op een hub aan – of –
• Laat de printer aangesloten op een hub, maar gebruik de andere
USB-apparaten niet terwijl u afdrukt.
er worden complexe documenten, afbeeldingen of foto's afgedrukt
De printer drukt langzamer af in de modus Beste en/of als documenten afbeeldingen of foto's bevatten.
U kunt sneller afdrukken door het volgende te doen:
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
1.
paden om het dialoogvenster printereigenschappen te openen:
•Klik op
– of –
•Klik op
Eigenschappen
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
Bestand
Bestand
>
Afdrukken
>
Printerinstelling
>
Afdrukken
.
en selecteer vervolgens
en selecteer vervolgens
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
Selecteer de tab
2.
geheugen
Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
3.
.
Geavanceerd
en selecteer de optie
Printerinstelling. Klik op OK om uw document af te drukken.
4.
82
Modus weinig
Als u beschikt over een parallelle kabelverbinding, kunt u wellicht uw foto's sneller afdrukken door Harware-ECP (Extended Capabilities Port) in te schakelen. U doet dat als volgt:
Open de HP Deskjet Werkset op een van de volgende manieren:
1.
•Klik op
Werkset
Start
>
Programma's
>
hp deskjet series > hp deskjet series
– of –
• Klik met de rechtermuisknop op Taakagent
openen
.
en selecteer
Werkset
Klik op de tab
2.
Klik op
3.
Druk de foto af.
4.
Toepassen
Zie ook:
foto's afdrukken
Neem contact op met de Klantenondersteuning van HP als u nog steeds problemen heeft.
Configuratie
.
en selecteer
Hardware-ECP gebruiken
.
83
pro
blemen met afdrukken
• er worden lege pagina’s afgedrukt
• de afdruk staat niet helemaal in het midden of staat scheef
• delen van het document ontbreken of staan op de verkeerde plaats
• nieuwe afdrukinstellingen worden niet toegepast
• foto's worden niet juist afgedrukt
• banieren worden niet juist afgedrukt
er worden lege pagina’s afgedrukt
De printer kan in de volgende gevallen pagina's zonder tekst of afbeeldingen produceren:
• Als een inktpatroon leeg is of beide inktpatronen leeg zijn
• Als de beschermende tape niet van de inktpatroon is verwijderd
• Er wordt een binnenkomende fax afgedrukt
de inktpatronen controleren
Zet de printerkap omhoog om de inktpatroonstatus-pictogrammen te
1.
zien. Vervang de inktpatroon als deze leeg is.
2.
Verwijder de beschermende tape als deze nog niet verwijderd is.
3.
Zie ook:
status van de inktpatronen controleren inktpatronen vervangen
een fax als beeldbestand opslaan
Sla de fax op als een beeldbestand in TIFF-formaat.
1.
Plak het beeld in een tekstverwerkingsdocument.
2.
Sla het document op.
3.
Druk het document met het tekstverwerkingsprogramma af.
4.
84
de afdruk staat niet helemaal in het midden of staat scheef
Controleer of het papier goed in de invoerlade is geplaatst.
1.
Controleer of de papierregelaars goed tegen het papier geschoven zijn.
2.
Druk het document opnieuw af.
3.
delen van het document ontbreken of staan op de verkeerde plaats
Volg de onderstaande aanwijzingen om de afdrukrichting, het papierformaat, de afdrukmarges en andere opties opnieuw in te stellen:
Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om
1.
het dialoogvenster printereigenschappen te openen:
•Klik op
– of –
•Klik op
– of –
•Klik op
Bestand
Bestand
Bestand
>
Afdrukken
>
Printerinstelling
>
Afdrukken
en selecteer vervolgens
en selecteer vervolgens
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
Eigenschappen
Eigenschappen
.
Selecteer de tab
2.
Instelling
en controleer of het juiste papierformaat voor uw
document is geselecteerd. Als het papierformaat niet vermeld staat, dient u een speciaal papierformaat
te
definiëren. Controleer of de marges zijn ingesteld binnen het afdrukgebied. Selecteer
3.
Aanpassen
op de tab Instelling als de schaal van de tekst en de afbeeldingen aan
het papier moet worden aangepast. Controleer de volgende opties op de tab
4.
5.
Afdrukrichting
Posters afdrukken
Klik op
Toepassen
: Juiste afdrukrichting
: Schakel
Posters afdrukken
> OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
Functies
:
indien nodig uit
Printerinstelling.
6.
Klik op
om uw document opnieuw af te drukken.
OK
nieuwe afdrukinstellingen worden niet toegepast
De standaardinstellingen van de printer kunnen afwijken van de afdrukinstellingen van de softwaretoepassing. Selecteer de juiste afdrukinstellingen in de toepassing.
85
foto's worden niet juist afgedrukt
Controleer of het fotopapier met de afdrukzijde omlaag in de invoerlade is
1.
geplaatst. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
2.
Schuif de papierregelaars goed tegen het papier en duw de invoerlade naar
3.
binnen. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
4.
paden om het dialoogvenster printereigenschappen te openen:
•Klik op
Bestand
– of –
•Klik op
Bestand
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Controleer de volgende opties in de tab Instelling:
5.
Afdrukkwaliteit: Beste
Papiersoort
Fotopapier afdrukken: PhotoREt
Bestand
MB of meer ruimte op de vaste schijf nodig en duurt het afdrukken langer.
>
Afdrukken
>
Printerinstelling
>
Afdrukken
.
Juiste fotopapier
:
en selecteer vervolgens
en selecteer vervolgens
>
Instelling
Bij gebruik van
.
en selecteer vervolgens
2400 x 1200 dpi
Eigenschappen
Eigenschappen
is er 400
Controleer de volgende opties op de tab
6.
Niet ingeschakeld
Dubbelzijdig afdrukken
Niet meer dan 20
Aantal
Stel de kleur, het inktvolume of de droogtijd naar wens in met de opties op
7.
de tab Klik op
8.
:
Geavanceerd
Toepassen
> OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
:
.
Functies
:
Printerinstelling. Klik op OK om de foto opnieuw af te drukken.
9.
A
ls uw foto's zeer langzaam worden afgedrukt, kunt u de fotoafdruksnelheid wellicht verhogen door Capabilities Port) in de HP Deskjet Werkset in te schakelen. Deze oplossing is alleen van toepassing op printers met een parallelle kabelverbinding.
86
Hardware-ECP
(Extended
banieren worden niet juist afgedrukt
Controleer of de uitvoerlade omhoog staat.
1.
De uitvoerlade moet omhoog blijven staan terwijl u banieren afdrukt. Leg het banierpapier zo in de invoerlade dat de losse rand boven aan
2.
de stapel ligt.
Schuif de voorste rand van het banierpapier zo ver mogelijk in de
3.
invoerlade. Zorg dat de invoerlade volledig in de printer is geschoven. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze
4.
paden om het dialoogvenster printereigenschappen te openen:
•Klik op
Bestand
of –
•Klik op
Eigenschappen
– of –
•Klik op
Eigenschappen
Bestand
Bestand
>
Afdrukken
>
Printerinstelling
>
Afdrukken
.
en selecteer vervolgens
en selecteer vervolgens
>
Instelling
en selecteer vervolgens
Eigenschappen
Selecteer de tab
5.
• Controleer of
• Controleer of 297 mm) is geselecteerd als het papierformaat.
Instelling Banieren afdrukken Banier (A4 210 x 297 mm)
:
is geselecteerd.
of Banier (letter 216 x
87
6.
Klik op
Toepassen
> OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of
Printerinstelling. Klik op OK om de banier af te drukken.
7.
Controleer of de printersoftware juist functioneert als er bij het afdrukken
8.
openingen zichtbaar zijn aan het einde van de vellen. In de Uitgave-info vindt u een beschrijving van problemen die kunnen
optreden als u met bepaalde softwareprogramma's banieren afdrukt. Klik op
Start
>
Programma's
>
hp deskjet series
>
Uitgave-info
om deze
informatie weer te geven.
Neem contact op met de Klantenondersteuning van HP als u nog steeds problemen heeft.
88

productspecificaties

• productspecificaties voor hp deskjet 948c series printers
• productspecificaties voor hp deskjet 940c series printers
• productspecificaties voor hp deskjet 920c series printers
• minimumafdrukmarges
•systeemvereisten
89

productspecificaties voor hp deskjet 948c series printers

hp deskjet 948c model nr. C6431D
afdruksnelheid zwarte tekst
Concept: 12 pagina’s per minuut
afdruksnelheid tekst met kleurenafbeeldingen
Concept: 10 pagina’s per minuut
resolutie van tekst in zwart truetype (afhankelijk van papiersoort)
Concept: 300 x 300 dpi Normaal: 600 x 600 dpi Beste: 600 x 600 dpi
kleurresolutie (afhankelijk van papiersoort)
Concept: 300 x 300 dpi + PhotoREt Normaal: 600 x 600 dpi + PhotoREt Beste: 600 x 600 dpi + PhotoREt
afdrukresolutie voor fotopapier
PhotoREt 2400 x 1200 dpi
afdruktechnologie
Afdrukken met druppelsgewijze thermische inktstraal
softwarecompatibiliteit
compatibel met MS Windows (95, 98, Me, 2000 en NT 4.0) MS-DOS-programma's
levensduur
2.000 pagina's per maand
90
geheugen
2 MB ingebouwd RAM
knoppen/lichtjes
Knop Annuleren Inktpatroonstatus-lichtje Doorgaan-knop en -lichtje Aan/uit-knop en -lichtje
i/o-interface
Centronics Parallel, IEEE 1284-compatibel met 1284-B aansluiting Compatibel met Universal Serial Bus 1.1
afmetingen
440 mm breed x 196 mm hoog x 400 mm diep (opklaplade omlaag met papier) of 250 mm diep (opklaplade omhoog)
gewicht
5,72 kg zonder inktpatronen
besturingsomgeving
Maximale bedrijfsomstandigheden:
Temperatuur: 5 tot 40 °C Vochtigheid: 15 tot 80% RV, niet condenserend
Aanbevolen bedrijfsomstandigheden voor de beste afdrukkwaliteit:
Temperatuur: 15 tot 35 °C Vochtigheid: 20 tot 80% RV, niet condenserend
Opslagomstandigheden:
Temperatuur: -40 tot 60 °C
91
stroomverbruik
Uitgeschakeld maximaal 2 watt In rust gemiddeld 4 watt Tijdens afdrukken gemiddeld 40 watt
voeding
Ingangsspanning: 100 tot 240 V AC (±10%) Ingangsfrequentie: 50/60 Hz (+3 Hz) Past zich overal ter wereld aan de netspanning en frequentie aan.
geluidsniveaus in overeenstemming met ISO 9296
Geluidssterkte, LWAd (1B=10 dB):
5,9 dB in modus normaal
Geluidsdruk, LpAm (afstand van omstanders tot geluidsbron):
46 dB in modus normaal
uitlijning
Verticaal:
+/- 0,058 mm/mm in modus normaal
Scheef:
+/- 0,152 mm/mm op gewoon papier +/- 0,254 mm/mm op hp transparency films
gewicht van afdrukmateriaal
Papier:
Letter 60 tot 90 g/m Legal 75 tot 90 g/m
Enveloppen: 75 tot 90 g/m Kaarten: Maximaal 200 g/m Banierpapier: 60 tot 90 g/m
92
2 2
2
2
2
transport van afdrukmateriaal
Capaciteit invoerlade:
Vellen gewoon papier: Maximaal 100 Banieren: Maximaal 20 vellen Enveloppen: Maximaal 15 Wenskaarten: Maximaal 5 kaarten Etiketten: Maximaal 20 etiketvellen (gebruik uitsluitend vellen van letter- of A4-formaat) Fotopapier: Maximaal 20 vellen Systeemkaarten: Maximaal 30 kaarten Transparanten: Maximaal 25
Capaciteit uitvoerlade:
Concept: Maximaal 35 vellen Normaal: Maximaal 50 vellen Beste: Maximaal 50 vellen
formaat van afdrukmateriaal
Papier:
Letter 216 x 279 mm Legal 216 x 356 mm Executive 184 x 279 mm A4 210 x 297 mm A5 148 x 210 mm B5-JIS 182 x 257 mm
Aangepast:
Breedte 77 tot 216 mm Lengte 127 tot 356 mm
93
Banier:
Letter 216 x 279 mm A4 210 x 297 mm
Enveloppen:
U.S. nr. 10 103 x 241 mm Invitation A2 111 x 146 mm DL 220 x 110 mm C6.114 x 162 mm
Systeemkaarten/wenskaarten:
76 x 127 mm 102 x 152 mm
127 x 203 mm A6-kaart: 105 x 148,5 mm Hagaki: 100 x 148 mm Etiketten:
Letter 216 x 279 mm
A4 210 x 297 mm Transparanten:
Letter 216 x 279 mm
A4 210 x 297 mm Foto (met afscheurrand): 102 x 152 mm
inktpatronen
Zwart: HP 66 Driekleuren: HP C65
94
A Series of HP nr. 15
15
Series of HP nr. 78
78

productspecificaties voor hp deskjet 940c series printers

hp deskjet 940cxi model nr. C6431A hp deskjet 940cse model nr. C6431B hp deskjet 940cvr model nr. C6431E
afdruksnelheid zwarte tekst
Concept: 12 pagina’s per minuut
afdruksnelheid tekst met kleurenafbeeldingen
Concept: 10 pagina’s per minuut
resolutie van tekst in zwart truetype (afhankelijk van papiersoort)
Concept: 300 x 300 dpi Normaal: 600 x 600 dpi Beste: 600 x 600 dpi
kleurresolutie (afhankelijk van papiersoort)
Concept: 300 x 300 dpi + PhotoREt Normaal: 600 x 600 dpi + PhotoREt Beste: 600 x 600 dpi + PhotoREt
afdrukresolutie voor fotopapier
PhotoREt 2400 x 1200 dpi
afdruktechnologie
Afdrukken met druppelsgewijze thermische inktstraal
softwarecompatibiliteit
Compatibel met MS Windows (95, 98, Me, 2000 en NT 4.0) MS-DOS-programma's
95
levensduur
2.000 pagina’s per maand
geheugen
2 MB ingebouwd RAM
knoppen/lichtjes
Knop Annuleren Inktpatroonstatus-lichtje Doorgaan-knop en -lichtje Aan/uit-knop en -lichtje
i/o-interface
Centronics Parallel, IEEE 1284-compatibel met 1284-B aansluiting Compatibel met Universal Serial Bus 1.1
afmetingen
440 mm breed x 196 mm hoog x 370 mm diep
gewicht
5,9 kg zonder inktpatronen
besturingsomgeving
Maximale bedrijfsomstandigheden:
Temperatuur: 5 tot 40 °C
Vochtigheid: 15 tot 80% RV, niet condenserend Aanbevolen bedrijfsomstandigheden voor de beste afdrukkwaliteit:
Temperatuur: 15 tot 35 °C
Vochtigheid: 20 tot 80% RV, niet condenserend Opslagomstandigheden:
Temperatuur: -40 tot 60 °C
96
stroomverbruik
Uitgeschakeld maximaal 2 watt In rust gemiddeld 4 watt Tijdens afdrukken gemiddeld 40 watt
voeding
Ingangsspanning: 100 tot 240 V AC (±10%) Ingangsfrequentie: 50/60 Hz (+3 Hz) Past zich overal ter wereld aan de netspanning en frequentie aan.
geluidsniveaus in overeenstemming met ISO 9296
Geluidssterkte, LWAd (1B=10 dB):
5,9 dB in modus normaal Geluidsdruk, LpAm (afstand van omstanders tot geluidsbron):
46 dB in modus normaal
uitlijning
Verticaal:
+/- 0,058 mm/mm in modus normaal Scheef:
+/- 0,152 mm/mm op gewoon papier
+/- 0,254 mm/mm op hp transparency films
gewicht van afdrukmateriaal
Papier:
Letter 60 tot 90 g/m
Legal 75 tot 90 g/m Enveloppen: 75 tot 90 g/m
Kaarten: Maximaal 200 g/m Banierpapier: 60 tot 90 g/m
2 2
2
2
2
97
transport van afdrukmateriaal
Capaciteit invoerlade:
Vellen gewoon papier: Maximaal 150
Banieren: Maximaal 20 vellen
Enveloppen: Maximaal 15
Wenskaarten: Maximaal 5 kaarten
Etiketten: Maximaal 20 etiketvellen (gebruik uitsluitend vellen van
letter- of A4-formaat)
Fotopapier: Maximaal 20 vellen
Systeemkaarten: Maximaal 45 kaarten
Transparanten: Maximaal 30 Capaciteit uitvoerlade:
Concept: Maximaal 35 vellen
Normaal: Maximaal 50 vellen
Beste: Maximaal 50 vellen
formaat van afdrukmateriaal
Papier:
Letter 216 x 279 mm
Legal 216 x 356 mm
Executive 184 x 279 mm
A4 210 x 297 mm
A5 148 x 210 mm
B5-JIS 182 x 257 mm Aangepast:
Breedte 77 tot 216 mm
Lengte 127 tot 356 mm Banier:
Letter 216 x 279 mm
A4 210 x 297 mm
98
Loading...