GT15M-TH transducer
Installatie-instructies
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking van de kaartplotter of viszoeker voor
waarschuwingen met betrekking tot het product en andere
belangrijke informatie.
Het toestel moet worden bevestigd met ten minste een van de
meegeleverde anti-rotatiebouten. Als u dit niet doet, kan het
toestel gaan draaien terwijl de boot beweegt en het schip
mogelijk beschadigen.
U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing
van uw vaartuig. Een echolood is een hulpmiddel dat u meer
informatie geeft over het water onder uw boot. Het ontheft u
echter niet van uw verantwoordelijkheid om het water rond uw
boot in de gaten te houden tijdens het navigeren.
VOORZICHTIG
Het niet in overeenstemming met deze instructies installeren en
onderhouden van dit toestel kan leiden tot schade of letsel.
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Om de beste prestaties te garanderen en schade aan uw boot te
voorkomen, moet u het Garmin® toestel aan de hand van de
volgende instructies installeren.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de
installatie begint. Neem contact op met Garmin Product Support
als u problemen ondervindt tijdens het installeren.
Het toestel registreren
Vul de onlineregistratie vandaag nog in zodat wij u beter kunnen
helpen.
• Ga naar my.garmin.com/registration.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
Software-update
Mogelijk moet u de toestelsoftware bijwerken wanneer u het
toestel installeert of een accessoire toevoegt aan het toestel.
Dit toestel ondersteunt geheugenkaarten tot 32 GB met de
indeling FAT32.
De nieuwe software op een geheugenkaart laden
U moet de software-update naar een geheugenkaart kopiëren
via een computer met Windows® software.
OPMERKING: U kunt contact opnemen met de klantenservice
van Garmin om een vooraf geladen kaart met software-update
te bestellen als u geen computer met Windows software hebt.
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de computer.
1
Ga naar garmin.com/support/software/marine.html.
2
Selecteer Downloaden naast de softwarebundel voor uw
3
kaartplotter.
OPMERKING: De softwaredownload bevat updates voor alle
met de kaartplotter verbonden toestellen. Selecteer de juiste
bundel voor het bijwerken van de kaartplotter. U kunt Bekijk
alle toestellen in deze bundel selecteren om de in de
download opgenomen toestellen te bevestigen.
Lees en accepteer de voorwaarden.
4
Selecteer Downloaden.
5
Selecteer zo nodig Voer uit.
6
Selecteer zo nodig het station van de geheugenkaart en
7
selecteer vervolgens Volgende > Voltooi.
Pak de bestanden uit op de geheugenkaart.
8
OPMERKING: De software-update op de geheugenkaart
laden kan een paar minuten duren.
De software van het toestel bijwerken
Voordat u de software kunt bijwerken, moet u beschikken over
een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste
software zelf op een geheugenkaart laden.
Schakel de kaartplotter in.
1
Nadat het startscherm verschijnt, plaatst u de geheugenkaart
2
in de kaartsleuf.
OPMERKING: De instructies voor de software-update
verschijnen alleen als het toestel volledig is opgestart voordat
u de kaart plaatst.
Volg de instructies op het scherm.
3
Wacht enkele minuten totdat de software-update is voltooid.
4
Laat de geheugenkaart op zijn plaats zitten en start de
5
kaartplotter handmatig opnieuw op, wanneer daar om wordt
gevraagd.
Verwijder de geheugenkaart.
6
OPMERKING: Als de geheugenkaart wordt verwijderd
voordat het toestel opnieuw is opgestart, is de softwareupdate niet voltooid.
Aandachtspunten bij de montage
• Op een boot met een deadrisehoek van meer dan 5° moet
een fairingblok worden gemaakt (niet beschikbaar voor
verkoop).
• Op een boot met een 12° deadrisehoek kan de transducer
met een fairingblok worden gebruikt voor een scheepshuid
met een dikte van maximaal 29 mm (1,15 in.).
• Op een boot met een 20° deadrisehoek kan de transducer
met een fairingblok worden gebruikt voor een scheepshuid
met een dikte van maximaal 19 mm (3/4 in.).
• Op boten met een waterverplaatsende romp moet de
transducer worden bevestigd nabij de middenlijn.
• Op boten met een planerende romp moet de transducer
worden bevestigd achter, op of nabij de middenlijn, binnen de
eerste set stringers die de boot optillen.
• Op boten met een waterverplaatsende of planerende romp,
moet de transducer worden bevestigd aan de stuurboordzijde
van de romp, waar de schroefbladen omlaag bewegen.
• Op stepped hull-boten moet de transducer worden bevestigd
direct voor de eerste verspringing.
Ap ri l 201 7
19 0- 02 161 -7 5 _0 B
• Op boten met een vinkiel moet de transducer meer dan
300 mm (12 in.) en minder dan 600 mm (24 in.) vóór de kiel
en op of nabij de middenlijn worden bevestigd.
Benodigd gereedschap
• Boormachine en 3 mm (1/8 in.) boortje
• Gatenzaag van 25 mm (1 in.) (glasvezelromp)
• Gatenzaag van 32 mm (1 1/4 in.) (metalen romp)
• Schuurpapier
• Afdekband
• Watervaste kit
• Waterpomptang (metalen romp)
• Metaalvijl (metalen romp)
• Epoxyhars of kit op blootliggende kern (glasvezelromp met
kern)
• Glasvezeldoek en hars (optie voor afdichten van een
glasvezelromp met kern)
• Kabelbinders
• Op boten met een volledige kiel moet de transducer in het
midden van de boot worden bevestigd, weg van de kiel en op
het punt van minimale deadrise.
• Op boten met één schroef moet de transducer niet worden
gemonteerd in het pad van de schroef.
• Op boten met twee schroeven moet de transducer zo
mogelijk worden gemonteerd tussen de beide schroeven.
• De transducer moet worden gemonteerd op een vlakke
locatie met een deadrisehoek van minder dan 6°.
• De transducer moet worden gemonteerd op ruime afstand
vóór de schroeven en schroefassen.
• De transducer moet worden gemonteerd op een locatie waar
de transducer verticaal is wanneer de boot onderweg is. Als
de transducer naar voren overhelt, kan het lijken of de bodem
van het water omhoog loopt. Als de transducer naar achteren
overhelt, kan er enige oppervlakteruis verschijnen.
• De transducer moet worden gemonteerd op een afstand van
minimaal 600 mm (24 in.) van andere transducers.
• De transducer moet worden gemonteerd op een locatie waar
de kiel of schroefassen niet in de weg zitten.
• De transducer moet worden gemonteerd op een locatie waar
deze zich voortdurend onder water bevindt.
• De transducer moet worden bevestigd op een plaats die
toegang tot de transducer biedt vanaf de binnenzijde van de
boot.
• Plaats de transducer niet achter planken, stijlen, beslag, de
waterinlaat of uitlaatpoort, of op plaatsen waar luchtbellen of
waterturbulenties ontstaan.
• De transducer moet niet worden gemonteerd op een plaats
waar deze beschadigd kan raken bij het te water laten of
binnenhalen van de boot.
• De transducer kan cavitatie veroorzaken, wat een negatieve
invloed kan hebben op de prestaties van de boot en de
schroef kan beschadigen.
• De transducer moet zich in schoon (niet-turbulent) water
bevinden voor optimale prestaties.
• Als u vragen hebt over de juiste locatie van de door-de-huid
transducer, neem dan voor advies contact op met de bouwer
van uw boot of met eigenaren van soortgelijke boten.
Installatie-instructies voor glasvezelromp
met kern
Een gat boren in een glasvezelromp met kern
Boor vanaf de binnenkant van de boot een voorboorgat van
1
3 mm (1/8 in.) volledig door de romp heen.
Bekijk het voorboorgat aan de buitenzijde van de boot en
2
kies een optie:
• Als het voorboorgat niet op de juiste plaats zit, vul het gat
dan met epoxyhars en herhaal stap 1.
• Als het voorboorgat op de juiste plaats zit, gebruikt u een
gatenzaag van 25 mm (1 in.) om vanaf de buitenkant van
de boot een gat te zagen door alleen de buitenste
glasvezelhuid. Zaag NIET helemaal door de romp.
Maak aan de binnenkant van de boot op de plaats van het
3
voorboorgat met een gatenzaag een gat dat 9 tot 12 mm (3/
tot 1/2 in.) groter is dan het gat dat u aan de buitenkant van
de boot hebt gemaakt in stap 2.
Zaag door de binnenste glasvezelhuid en het grootste deel
van de kern, zonder door de buitenste huid te zagen.
OPMERKING: Pas bij het zagen door de binnenste
glasvezelhuid op dat u niet door de buitenste glasvezelhuid
zaagt, anders kunt u de romp niet goed afdichten.
Verwijder de binnenste glasvezelhuid en de kern die u in stap
4
3 hebt uitgezaagd.
U moet de binnenzijde van de buitenste glasvezelhuid nu
kunnen zien.
Schuur de binnenkant van het gat en de omgeving rond het
5
gat in de binnenste en buitenste glasvezelhuid.
Maak het gebied schoon met een zacht schoonmaakmiddel
6
of oplosmiddel, zoals isopropylalcohol, om stof en vuil te
verwijderen.
Een glasvezelromp met kern voorbereiden
LET OP
Als de kern van een glasvezelromp met kern niet goed is
afgedicht, kan water binnendringen in de kern en ernstige
schade aan de boot veroorzaken.
Glasvezel of epoxyhars (niet meegeleverd)
À
Cilindervormige afstandhouder (bussen inbegrepen)
Á
Binnenste glasvezelhuid
Â
8
2