Garmin GSD 25 Installation manual [nl]

GSD™ 25 installatie-instructies
Om de beste prestaties te garanderen en om schade aan uw boot te voorkomen, moet u het toestel aan de hand van de volgende instructies installeren.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de installatie begint. Neem contact op met Garmin® Product Support als u problemen ondervindt tijdens het installeren.

Het toestel registreren

Vul de onlineregistratie nog vandaag in, zodat wij u beter kunnen helpen.
• Ga naar http://my.garmin.com.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een veilige plek.

Contact opnemen met Garmin Product Support

• Ga naar www.garmin.com/support voor supportinformatie voor uw land.
• Bel in de VS met 913-397-8200 of 1-800-800-1020.
• Bel in het VK met 0808 238 0000.
• Bel in Europa met +44 (0) 870 850 1241.

Belangrijke veiligheidsinformatie

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing van uw vaartuig. Een echolood is een hulpmiddel dat u meer informatie geeft over het water onder uw boot. Het ontheft u echter niet van uw verantwoordelijkheid om het water rond uw boot in de gaten te houden tijdens het navigeren.
LET OP
Het niet in overeenstemming met deze instructies installeren en onderhouden van dit toestel kan leiden tot schade of letsel.
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
KENNISGEVING
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de andere kant van het oppervlak bevindt.
Deze apparatuur dient te worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde nautische installateur.

De installatie voorbereiden

KENNISGEVING
Dit toestel moet worden geïnstalleerd volgens deze instructies om de best mogelijke prestaties te verkrijgen. Neem contact op met Garmin Product Support als u problemen ondervindt tijdens het installeren.
Omdat iedere boot verschillend is, moet u de installatie van het GSD 25 echolood zorgvuldig voorbereiden.
Selecteer een bevestigingslocatie.
1
Bevestig het echolood.
2
Sluit het echolood aan op het Garmin Marine Network en op
3
een voedingsbron.
Sluit het echolood aan op de transducer.
4

Benodigd gereedschap

• Boormachine en boren
• Nr. 2 kruiskopschroevendraaier
• Kabelbinders (optioneel)
• Watervaste kit (optioneel)

Het echolood bevestigen

Aandachtspunten voor de de montageplek

• Het echolood moet worden gemonteerd op een locatie waar het niet zal worden ondergedompeld.
• Het echolood moet worden gemonteerd op een locatie met voldoende ventilatie waar het niet wordt blootgesteld aan extreme temperaturen.
• Het echolood moet zo worden gemonteerd dat de lampjes zichtbaar zijn.
• Het echolood moet zo worden gemonteerd dat de voedings­en netwerkkabels gemakkelijk kunnen worden aangesloten.
• Het echolood moet zo worden gemonteerd dat de transducerkabel kan worden aangesloten. Indien nodig kunt u transducer-verlengkabels aanschaffen bij uw Garmin dealer.

Het toestel bevestigen

KENNISGEVING
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de schroeven worden aangedraaid.
Roestvrijstalen schroeven kunnen zich gaan binden wanneer ze in het glasvezel worden geschroefd en te strak worden aangedraaid. Garmin raadt het aanbrengen van zuurvrij smeermiddel op schroeven aan voordat u deze installeert.
Voordat u het toestel bevestigt, moet u een bevestigingslocatie selecteren en het montagemateriaal kiezen dat geschikt is voor het oppervlak.
OPMERKING: Het bij het toestel geleverde bevestigingsmateriaal is mogelijk niet geschikt voor het montageoppervlak.
Plaats het toestel op de gewenste montagelocatie en
1
markeer de locatie van de montagegaten. Boor het desbetreffende montagegat voor één hoek van het
2
toestel. Bevestig deze hoek van het toestel losjes aan het
3
montageoppervlak en controleer de andere drie markeringen van de montagegaten.
Markeer eventueel opnieuw de montagegaten en verwijder
4
het toestel van het montageoppervlak. Boor de montagegaten voor de andere drie markeringen.
5
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak.
6

Het echolood aansluiten

WAARSCHUWING
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of schade aan het product door brand of oververhitting te voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de garantie op het product.
December 2014
Gedrukt in Taiwan 190-01833-75_0A
KENNISGEVING
Forceer kabelconnectors niet in de poort. Door forceren kunnen de pennen van de kabelconnector worden beschadigd. Als de kabelconnector recht op de poort staat, is deze gemakkelijk aan te sluiten.
Voordat u het echolood kunt aansluiten op het netwerk, de voeding en de transducer, moet u het echolood bevestigen (Het
echolood bevestigen).
Leid de kabels door scheidingswanden of het dek en
1
bevestig deze met behulp van kabelbinders, bevestigingsmaterialen en kit.
Installeer de borgringen op het Marine Network en de
2
voedingskabels. Sluit het kale uiteinde van de voedingskabel aan op een
3
voedingsbron van 12 V gelijkstroom en de aarde. Breng de inkeping aan het uiteinde van de voedingskabel op
4
één lijn met de voedingspoort op het toestel en druk op de kabel op zijn plaats.
Draai de borgring aan.
5
Selecteer een optie:
6
• Als er een GMS™ 10 netwerkpoort-expander is geïnstalleerd op uw boot, sluit u de netwerkkabel aan op een beschikbare poort van de GMS 10.
• Als er geen GMS 10 netwerkpoort-expander is geïnstalleerd op uw boot, sluit u de netwerkkabel rechtstreeks aan op de netwerkpoort van uw kaartplotter.

Kabeldoorvoerringen

Bij het leggen van de kabels op uw boot, moet u mogelijk gaten boren om de kabels doorheen te leiden. U kunt kabeldoorvoerringen gebruiken om kabelgaten af te dekken. De ring biedt geen waterdichte afdichting. Breng na installatie indien noodzakelijk watervaste kit aan om de ring en de kabel waterdicht te maken. U kunt kabeldoorvoerringen kopen bij uw Garmin dealer of rechtstreeks bij Garmin op www.garmin.com.

Installatiediagram

U kunt dit diagram gebruiken om de aansluitpunten van uw echolood op het netwerk, de voeding en de transducer te identificeren.
Onderdeel Beschrijving
À Á Â Ã
Kaartplotter
GSD 25
Voedingsbron
Transducer

Knippercodes

Als het echolood is geïnstalleerd, wordt het tegelijk met de kaartplotter ingeschakeld. De twee statuslampjes (groen en rood) op het echolood geven de operationele status aan.
Kleur lampje
Groen Langzaam
Rood Langzaam
Rood/ groen
Rood Snel
Rood Constant
Staat Status
knipperen
knipperen
Langzaam knipperen
knipperen
brandend
Het echolood is aangesloten op een kaartplotter en werkt naar behoren. Er worden echoloodgegevens weergegeven op de kaartplotter.
Het echolood is ingeschakeld, maar is niet verbonden met een kaartplotter, of wacht tot er verbinding kan worden gemaakt met een kaartplotter. Als het echolood is verbonden met de kaartplotter en de status onveranderd blijft, moet u controleren of de kabels correct zijn aangesloten.
Het echolood bevindt zich in de testmodus.
Systeemfout. De kaartplotter geeft een bericht weer met het type fout. Als de fout is opgelost, moet u het echolood loskoppelen van de voedingsbron en vervolgens weer opnieuw aansluiten om de foutmelding te verwijderen.
Er is een hardwarefout opgetreden op het echolood. Neem contact op met Garmin Product Support voor hulp.

Specificaties

Specificatie Waarde
Afmetingen B x H x D: 251 x 66 x192 mm (9,9 x 2,6 x
Gewicht 771 g (1,7 lb.)
Materiaal behuizing Volledig afgedicht, polycarbonaat
Waterbestendigheid* IEC 60529 IPX7
Temperatuurbereik Van -15° tot 70°C (van 5° tot 158°F)
Ingangsspanning Van 10 tot 35 V gelijkstroom
Stroomverbruik 27 W maximum
Zekering 4,0 A
Kompasveilige afstand 30 cm (11,8 in.)
Zendvermogen (RMS)** 1 kW
Frequentie Traditioneel echolood: 50/77/83 kHz
Diepte*** Traditioneel: 1524 m (5000 ft.); DownVü:
Gegevensuitvoer Garmin Marine Network
*Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
**Afhankelijk van transducerrating en diepte ***Maximale diepte, afhankelijk van transducer, zoutgehalte,
bodemsoort en andere watercondities.
7,6 in.)
1-kanaals en 2-kanaals CHIRP: 40 kHz tot 250 kHz
SideVü/DownVü: CHIRP 455/800 kHz en 260/455 kHz
305 m (1000 ft.); SideVü: 229 m (750 ft.) links en rechts.
2
Loading...
+ 2 hidden pages