![](/html/5f/5f2a/5f2a2620d846dff1143de8135f72368c27e8b6857c382fb8e8f81c78d361133e/bg1.png)
GPSMAP® 10X2/12X2 SERIE
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Geen gevolg geven aan deze waarschuwingen en
aanbevelingen kan resulteren in persoonlijk letsel, schade aan
het vaartuig of toestel, of slecht functioneren van het product.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
Om mogelijk persoonlijk letsel of schade aan het toestel en het
vaartuig te voorkomen, moet u de stroomvoorziening van het
vaartuig loskoppelen voordat u het toestel gaat installeren.
Om mogelijk persoonlijk letsel of schade aan het toestel of het
vaartuig te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat het toestel
volgens de instructies in de handleiding op de juiste wijze is
geaard voordat u het op het voedingsnet aansluit.
LET OP
Voor de best mogelijke prestaties moet het toestel volgens deze
instructies worden geïnstalleerd.
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt om schade aan het
vaartuig te voorkomen.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de
installatie begint. Neem contact op met Garmin® Product Support
als u problemen ondervindt tijdens het installeren.
Contact opnemen met Garmin Support
• Ga naar support.garmin.com voor hulp en informatie, zoals
producthandleidingen, veelgestelde vragen video's en
klantondersteuning.
• Bel in de VS met 913-397-8200 of 1-800-800-1020.
• Bel in het VK met 0808 238 0000.
• Bel in Europa met +44 (0) 870 850 1241.
Software-update
U moet mogelijk de software van de kaartplotter bijwerken na de
installatie. Raadpleeg de gebruikershandleiding op
www.garmin.com/manuals/GPSMAP10x2-12x2 voor instructies
over het bijwerken van de software.
Benodigd gereedschap
• Boormachine
◦ Beugelsteun: Boortjes die geschikt zijn voor oppervlak en
bevestigingsmateriaal
◦ Verzonken montage: Boortje van 14 mm (9/16 in.), 6 mm
(1/4 in.) en 3,6 mm (9/64 in.) (met moerplaat) of 3,2 mm
(1/8 in.) (zonder moerplaat)
• Kruiskopschroevendraaier, nr. 2
• Decoupeerzaag of slijptol
• Vijl en schuurpapier
• Watervaste kit (aanbevolen)
Aandachtspunten bij de montage
LET OP
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet
wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of
omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt
vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan
temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in
opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het
toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en
gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.
Houd rekening met deze aandachtspunten wanneer u een
montagelocatie selecteert.
• De locatie moet optimaal zicht bieden tijdens het besturen
van uw boot.
• De locatie moet eenvoudig toegang bieden tot alle interfaces
van het toestel, zoals de knoppen, het aanraakscherm en de
kaartlezer, indien van toepassing.
• De locatie moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het
toestel te dragen en te beschermen tegen overmatige
trillingen of schokken.
• Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te
voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas
worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is
vermeld in de productspecificaties.
• Op de locatie moet ruimte beschikbaar zijn voor het geleiden
en aansluiten van alle kabels.
• De locatie mag geen plat, horizontaal oppervlak zijn. De
locatie moet in een verticale hoek zijn.
De locatie en zichthoek moeten worden getest voordat u het
toestel plaatst. Hoge zichthoeken van boven- en onderaf
kunnen leiden tot een slechter beeld.
Het toestel aan een beugel monteren
LET OP
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
U kunt de beugelsteun (niet meegeleverd) gebruiken om het
toestel aan een beugel op een vlak oppervlak te monteren.
GUID-BF1B0D74-52BF-4F5B-938B-9A7556F36E8C v3Oktober 2020
![](/html/5f/5f2a/5f2a2620d846dff1143de8135f72368c27e8b6857c382fb8e8f81c78d361133e/bg2.png)
Gebruik de beugelsteun als montagesjabloon en markeer
1
de boorgaten.
Boor de gaten.
2
Gebruik de juiste montageschroeven (niet meegeleverd) om
3
de beugelsteun aan het montage-oppervlak te bevestigen.
Installeer de beugelsteunknoppen aan de zijkanten van
4
het toestel.
Plaats het toestel in de beugelsteun en draai de
5
beugelsteunknoppen aan.
Het toestel verzonken monteren
Plaats vanaf één hoek van de sjabloon een moerplaat
11
over het grotere gat dat u in de vorige stap hebt geboord.
Als u een moerplaat gebruikt, moet het kleinere gat op de
moerplaat worden uitgelijnd met het kleinere gat op de
sjabloon.
Markeer de nieuwe locatie van het gat als het kleinere gat op
12
de moerplaat niet is uitgelijnd met het kleinere gat op de
sjabloon.
Als u een moerplaat gebruikt, boort u een gat van 3,6 mm
13
(9/64 in.) in de locatie van het kleinere gat.
Herhaal de stappen om de plaatsing van de resterende
14
moerplaten en gaten op de sjabloon te controleren.
Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
15
Plaats vanaf één hoek van de montagelocatie een moerplaat
16
op de achterzijde van het montageoppervlak, waarbij u de
grote en kleine gaten uitlijnt.
Het hogere gedeelte van de moerplaat moet passen in het
grotere gat.
LET OP
Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel
verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de
behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan
het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
De meegeleverde sjabloon en het meegeleverde
bevestigingsmateriaal kunnen worden gebruikt om het toestel
verzonken te monteren op uw dashboard.
Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op
1
de locatie waar u het toestel wilt monteren.
Bevestig de sjabloon op de montageplek.
2
Maak met een boor van 14 mm (9/16 in.) een of meer gaten in
3
de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon om het
montageoppervlak voor te bereiden voor zagen.
Zaag met een decoupeerzaag of slijptol het
4
montageoppervlak uit langs de binnenkant van de
streepjeslijn op de sjabloon.
Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past.
5
Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening
6
heel precies op maat te krijgen.
Wrik voorzichtig de hoeken van de trimkapjes met een plat
7
stukje plastic of een schroevendraaier, schuif het
gereedschap naar het midden en verwijder de trimkapjes.
LET OP
Gebruik indien mogelijk plastic gereedschap. Als u metaal
gereedschap gebruikt zoals een schroevendraaier, kunt u de
trimkapjes of het toestel beschadigen.
Als het toestel goed in de opening past, dient u te controleren
8
of de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd met de
grotere gaten van 6 mm (1/4 in.) op de sjabloon.
Markeer de nieuwe locaties van de montagegaten als deze
9
niet zijn uitgelijnd met het toestel.
Selecteer een optie:
10
• Als u een moerplaat gebruikt, boort u een gat van 6 mm
(1/4 in.) in de locatie van het grotere gat.
• Als u geen moerplaat gebruikt, boort u gaten van 3,2 mm
(1/8 in.) in de locaties van de grotere gaten.
Bevestig de moerplaten stevig aan het montageoppervlak
17
door de meegeleverde M3-schroeven vast te draaien door
de kleinere gaten van 3,6 mm (9/64 inch).
Installeer de schuimrubberen pakking aan de achterzijde
18
van het toestel.
De delen van de schuimrubberen pakking hebben een
zelfklevende strip aan de achterzijde. Verwijder de
beschermfolie voordat u deze delen bevestigt aan het toestel.
Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel
19
nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde
kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst.
LET OP
Bedek ongebruikte aansluitingen met de bevestigde
weerkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten
roesten.
Breng watervaste kit aan tussen het montageoppervlak en
20
het toestel om deze ruimte op te vullen. Dit voorkomt
waterschade achter het dashboard.
Als u toegang hebt tot de achterzijde van het toestel, kunt u
21
watervaste kit aanbrengen rond de opening.
Plaats het toestel in de opening.
22
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de
23
meegeleverde M4-schroeven .
2