fēnix™ 2 snelstartgids
Aan de slag
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Het toestel opladen
KENNISGEVING
Om roestvorming te voorkomen, dient u alle contactpunten en
de directe omgeving ervan af te drogen voordat u het toestel
oplaadt of aansluit op een computer.
Het toestel wordt van stroom voorzien met een ingebouwde
lithium-ionbatterij die u kunt opladen via een standaard
stopcontact of een USB-poort op uw computer.
Steek de USB-connector van de kabel in de netadapter of in
1
de USB-poort van een computer.
Steek de netadapter in een stopcontact.
2
Breng de uitsparing aan de linkerzijde van het toestel op één
3
lijn met de linkerzijde van de batterijlader À.
BACK
Â
LAP
DOWN Selecteer om door de gegevenspagina's, opties, berichten
Ã
UP
Ä
MENU
Gegevenspagina's bekijken
Door het aanpassen van gegevenspagina's hebt u snel toegang
tot real-time gegevens van interne en gekoppelde sensors.
Wanneer u een activiteit start, worden extra gegevenspagina's
weergegeven.
Selecteer UP of DOWN op de tijdpagina of een andere
gegevenspagina om door de gegevenspagina's te bladeren.
De knoppen vergrendelen
U kunt de knoppen vergrendelen om te voorkomen dat iemand
per ongeluk de knoppen indrukt.
Selecteer de gegevenspagina die u wilt weergeven terwijl de
1
knoppen zijn vergrendeld.
Houd LIGHT gedurende twee seconden ingedrukt en
2
selecteer Vergrendel om de knoppen te vergrendelen.
Houd LIGHT gedurende twee seconden ingedrukt om de
3
knoppen te ontgrendelen.
Selecteer om terug te keren naar de vorige pagina.
Selecteer om een ronde of een rustpauze vast te leggen
tijdens een activiteit.
en instellingen te bladeren.
Selecteer om een lang bericht of een lange melding te
lezen.
Houd ingedrukt om een via-punt te markeren
Selecteer om door de gegevenspagina's, opties, berichten
en instellingen te bladeren.
Selecteer om een kort bericht of een korte melding te
verwijderen.
Houd ingedrukt om het hoofdmenu weer te geven.
Breng de contactpunten aan de achterzijde van het toestel
4
op één lijn met de scharnierkant van de lader Á.
Als u het toestel op een voedingsbron aansluit, wordt het
toestel ingeschakeld.
Laad het toestel volledig op.
5
Knoppen
LIGHT Selecteer om de schermverlichting in of uit te schakelen.
À
Á
START
STOP
Houd ingedrukt om het toestel in of uit te schakelen, of de
knoppen te vergrendelen.
Selecteer om een activiteit te starten of te stoppen.
Selecteer om een optie te kiezen in een menu.
Activiteiten
Uw toestel kan worden gebruikt voor een groot aantal
verschillende buiten-, sport- en fitnessactiviteiten. Wanneer u
een activiteit start, worden de sensorgegevens van uw activiteit
weergegeven en vastgelegd op uw toestel. U kunt activiteiten
opslaan en delen met de Garmin Connect™ community.
Afhankelijk van uw activiteit, functioneert het toestel anders.
Gegevenspagina's, opgeslagen gegevens en menuopties
kunnen bijvoorbeeld anders worden weergegeven op basis van
uw activiteit.
Een activiteit starten
Wanneer u een activiteit start waarvoor GPS is vereist, wordt
GPS automatisch ingeschakeld. Wanneer u de activiteit stopt,
wordt GPS automatisch uitgeschakeld en de
energiebesparende modus weer ingeschakeld.
Selecteer START.
1
Selecteer een activiteit.
2
Volg indien nodig de instructies op het scherm om meer
3
informatie in te voeren.
Wacht indien nodig totdat het toestel een verbinding heeft
4
gemaakt met uw ANT+™ sensors.
Indien voor de activiteit GPS is vereist, gaat u naar buiten en
5
wacht u totdat het toestel satellieten heeft gevonden.
Selecteer START om de timer te starten.
6
OPMERKING: Het toestel begint pas met het vastleggen van
uw activiteitsgegevens nadat de timer is gestart.
Een activiteit stoppen
OPMERKING: Sommige opties zijn niet beschikbaar voor een
aantal activiteiten.
Selecteer STOP.
1
Selecteer een optie:
2
• Als u uw activiteit wilt herstellen, selecteert u Herstel.
Februari 2014
190-01730-55_0A Gedrukt in Taiwan
Hiermee wordt de timer hersteld en worden alle
vastgelegde gegevens gewist vanaf het moment dat de
activiteit is gestart.
• Als u een ronde wilt vastleggen, selecteert u Ronde.
• Als u uw route terug naar het startpunt van uw activiteit
wilt volgen, selecteert u TracBack.
• Als u de activiteit weer wilt hervatten, selecteert u Hervat.
• Als u de activiteit wilt opslaan en terugkeren naar de
energiebesparende modus, selecteert u Sla op.
• Als u de activiteit wilt verwijderen en terugkeren naar de
energiebesparende modus, selecteert u Gooi weg.
• Als u de activiteit wilt onderbreken en later wilt hervatten,
selecteert u Hervat later.
Navigeren naar een bestemming
U kunt naar via-punten, sporen, routes, geocaches, nuttige
punten en GPS-coördinaten navigeren. U kunt ook navigeren
met behulp van TracBack® of Peil en ga.
Selecteer START > Navigeren.
1
Selecteer een type bestemming.
2
Volg de instructies op het scherm om een bestemming te
3
selecteren.
Het toestel geeft informatie over uw volgende via-punt weer.
Selecteer UP of DOWN om extra gegevenspagina's voor
4
navigatie weer te geven (Gegevenspagina's bekijken).
Hardlopen
Voordat u gaat hardlopen, moet u ervoor zorgen dat het toestel
volledig is opgeladen (Het toestel opladen). Voordat u een
ANT+ sensor kunt gebruiken voor een hardloopsessie, moet de
sensor zijn gekoppeld aan uw toestel ( ANT+ sensors
koppelen).
Bevestig uw ANT+ sensors, zoals een voetsensor of
1
hartslagmeter (optioneel).
Selecteer START > Hardlopen.
2
Selecteer een optie:
3
• Als u gekoppelde ANT+ sensors wilt gebruiken, wacht u
totdat het toestel en de sensors zijn verbonden.
• Als u het zoeken naar ANT+ sensors wilt overslaan,
selecteert u Sla over.
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
4
gevonden.
Het timerscherm wordt weergegeven.
Selecteer START om de timer te starten.
5
Ga hardlopen.
6
Selecteer LAP om ronden vast te leggen (optioneel).
7
Selecteer UP en DOWN om extra gegevenspagina's weer te
8
geven (optioneel).
Nadat u klaar bent met hardlopen, selecteert u STOP > Sla
9
op om de hardloopsessie op te slaan.
Er verschijnt een overzicht.
Sporen
Een spoor is een registratie van uw route. Het spoorlog bevat
informatie over de punten langs de vastgelegde route, inclusief
de tijd, de locatie en de hoogtegegevens voor ieder punt.
Het toestel legt automatisch een spoor vast tijdens activiteiten
die gebruikmaken van GPS. Wanneer u een activiteit opslaat
die GPS gebruikt, wordt als onderdeel van de activiteit ook het
spoor vastgelegd. U kunt een spoorbestand van de activiteit
maken om hier later mee te navigeren. U kunt sporen
weergeven met behulp van BaseCamp™ en BaseCamp Mobile.
Een trektocht maken
Voordat u een trektocht gaat maken, moet u ervoor zorgen dat
het toestel volledig is opgeladen (Het toestel opladen).
Selecteer START > Hiken.
1
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
2
Start uw trektocht.
3
Het toestel legt een spoor vast terwijl u een trektocht maakt.
Selecteer STOP > Hervat later als u wilt gaan rusten of het
4
toestel wilt pauzeren.
Het apparaat slaat de status van uw trektocht op en activeert
de lage energieverbruiksmodus.
Selecteer START > Hervatom de trektocht te hervatten.
5
Nadat u de trektocht hebt voltooid, selecteert u STOP > Sla
6
op om uw trektochtgegevens op te slaan.
Via-punten
Via-punten zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat.
Een via-punt maken
U kunt uw huidige locatie als via-punt opslaan.
Houd DOWN ingedrukt.
1
Selecteer een optie:
2
• Als u het via-punt ongewijzigd wilt opslaan, selecteer dan
Sla op.
• Als u wijzigingen in het via-punt wilt aanbrengen,
selecteer dan Wijzig, breng de gewenste wijzigingen aan
en selecteer Sla op.
Bluetooth® communicatiefuncties
Het fēnix 2 toestel beschikt over een aantal Bluetooth
communicatiefuncties voor uw compatibele smartphone. Voor
sommige functies moet Garmin Connect Mobile of BaseCamp
Mobile op uw smartphone zijn geïnstalleerd. Ga naar
www.garmin.com/apps voor meer informatie.
Telefoonmeldingen: Hiermee worden telefoonmeldingen en
berichten weergegeven op uw fēnix 2 toestel.
LiveTrack: Geef uw vrienden en familie de gelegenheid om uw
races en trainingsactiviteiten in real-time te volgen. U kunt
volgers uitnodigen via e-mail of social media, waardoor zij
uw live-gegevens op een Garmin Connect volgpagina
kunnen zien.
Activiteiten uploaden naar Garmin Connect: Uw activiteit
wordt automatisch naar Garmin Connect verstuurd, zodra u
klaar bent met het vastleggen van de activiteit.
Activiteiten bekijken in BaseCamp Mobile: Hiermee kunt u
activiteiten verzenden naar de smartphone waarop uw
BaseCamp Mobile app wordt uitgevoerd. U kunt de
2