Garmin EDGE 810 User Manual [nl]

Edge® 810
Gebruikershandleiding
September 2013 190-01510-35_0C Gedrukt in Taiwan
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar
Garmin®, het Garmin logo, Auto Lap®, Auto Pause®, City Navigator®, Edge® en Virtual Partner® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. ANT+™, BaseCamp™, Garmin Connect™ en GSC™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Het merk en de logo's van Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. Mac® is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. microSD™ is een handelsmerk van SD-3C, LLC. New Leaf® is een geregistreerd handelsmerk van Angeion Corporation. Training Stress Score™ (TSS), Intensity Factor™ (IF) en Normalized Power™ (NP) zijn handelsmerken van Peaksware, LLC. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Dit product is ANT+™ gecertificeerd. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst met compatibele producten en apps.

Inhoudsopgave

Inleiding.......................................................................... 1
Aan de slag................................................................................ 1
Het toestel opladen.................................................................... 1
Over de batterij...................................................................... 1
De standaardsteun installeren................................................... 1
De voorsteun installeren............................................................ 1
De Edge losmaken................................................................ 2
Het toestel inschakelen.............................................................. 2
Toetsen................................................................................. 2
Satellietsignalen ontvangen....................................................... 3
Training........................................................................... 3
Een rit maken............................................................................. 3
Waarschuwingen....................................................................... 3
Bereikwaarschuwingen instellen........................................... 3
Een terugkerende waarschuwing instellen............................ 3
Workouts.................................................................................... 3
Een workout via internet volgen............................................ 3
Een workout maken.............................................................. 4
Workoutstappen herhalen..................................................... 4
Een workout beginnen.......................................................... 4
Een workout stoppen............................................................ 4
Een workout bewerken.......................................................... 4
Een workout verwijderen....................................................... 4
Gebruik van Virtual Partner®..................................................... 4
Koersen...................................................................................... 4
Een koers maken op uw toestel............................................ 4
Een koers via internet volgen................................................ 5
Tips voor trainen met koersen............................................... 5
Een koers op de kaart weergeven........................................ 5
De koerssnelheid wijzigen..................................................... 5
Een koers stoppen................................................................ 5
Een koers verwijderen........................................................... 5
Persoonlijke records.................................................................. 5
Uw persoonlijke records herstellen....................................... 5
Trainingszones........................................................................... 5
Uw snelheidszones instellen................................................. 5
ANT+ sensors................................................................. 5
De hartslagmeter plaatsen......................................................... 5
Uw hartslagzones instellen................................................... 6
Hartslagzones....................................................................... 6
Fitnessdoelstellingen............................................................. 6
De GSC 10 installeren............................................................... 6
Over de GSC 10.................................................................... 7
Gegevens middelen voor cadans of vermogen..................... 7
Trainen met vermogensmeters.................................................. 7
Uw vermogenszones instellen.............................................. 7
De vermogensmeter kalibreren............................................. 7
Uw ANT+ sensors koppelen...................................................... 7
Een hartslagmeter koppelen...................................................... 7
De weegschaal gebruiken.......................................................... 8
Geschiedenis..................................................................8
Uw rit weergeven....................................................................... 8
Gegevenstotalen weergeven................................................ 8
Uw rit verzenden naar Garmin Connect..................................... 8
Garmin Connect.................................................................... 8
Communicatiefuncties........................................................... 8
Geschiedenis verwijderen.......................................................... 8
Gegevensopslag........................................................................ 9
De opslaglocatie voor gegevens wijzigen............................. 9
Een geheugenkaart installeren............................................. 9
Gegevensbeheer....................................................................... 9
Het toestel aansluiten op uw computer................................. 9
Bestanden overbrengen naar uw computer.......................... 9
Bestanden verwijderen
De USB-kabel loskoppelen................................................... 9
.......................................................... 9
Navigatie....................................................................... 10
Locaties.................................................................................... 10
Een locatie bewaren............................................................ 10
Locaties opslaan vanaf de kaart......................................... 10
Naar een locatie navigeren................................................. 10
Naar bekende coördinaten navigeren................................. 10
Terug naar start gaan.......................................................... 10
Stoppen met navigeren....................................................... 10
Een locatie projecteren....................................................... 10
Locaties bewerken.............................................................. 10
Locaties verwijderen........................................................... 10
Route-instellingen.................................................................... 10
Een activiteit selecteren voor routeberekening................... 11
Extra kaarten kopen................................................................. 11
Een adres zoeken............................................................... 11
Een nuttig punt zoeken....................................................... 11
Locaties in de buurt zoeken................................................ 11
Topografische kaarten........................................................ 11
Kaartinstellingen...................................................................... 11
Geavanceerde kaartinstellingen.......................................... 11
De oriëntatie van de kaart wijzigen..................................... 11
Uw toestel aanpassen................................................. 11
Profielen................................................................................... 11
Uw fietsprofiel bijwerken..................................................... 12
Uw activiteitenprofiel bijwerken........................................... 12
Uw gebruikersprofiel instellen............................................. 12
Over ervaren sporters......................................................... 12
Bluetooth instellingen............................................................... 12
Over trainingsinstellingen......................................................... 12
De gegevenspagina's aanpassen....................................... 12
Auto Pause gebruiken......................................................... 12
Ronden op positie markeren............................................... 13
Ronden op afstand markeren.............................................. 13
Auto Scroll gebruiken.......................................................... 13
De startmelding wijzigen..................................................... 13
Systeeminstellingen................................................................. 13
GPS-instellingen................................................................. 13
Scherminstellingen.............................................................. 13
Instellingen voor gegevens vastleggen............................... 13
De maateenheden wijzigen................................................. 14
De configuratie-instellingen wijzigen................................... 14
De taal van het toestel wijzigen........................................... 14
De toestelgeluiden instellen................................................ 14
Tijdzones............................................................................. 14
Toestelinformatie......................................................... 14
Specificaties............................................................................. 14
Edge specificaties............................................................... 14
Specificaties van de hartslagmeter..................................... 14
GSC 10-specificaties........................................................... 14
Toestelonderhoud.................................................................... 14
Het toestel schoonmaken.................................................... 14
Onderhoud van de hartslagmeter onderhouden................. 14
Batterij van de hartslagmeter................................................... 14
De batterij van de hartslagmeter vervangen....................... 14
De batterij van de GSC 10 vervangen..................................... 15
Problemen oplossen....................................................15
Het toestel resetten.................................................................. 15
Gebruikersgegevens wissen.................................................... 15
Levensduur van de batterijen maximaliseren.......................... 15
De helderheid van de schermverlichting verlagen.............. 15
De verlichtingsduur instellen............................................... 15
De functie Automatisch uit gebruiken.................................. 15
Het aanraakscherm kalibreren................................................. 15
Inhoudsopgave i
Het aanraakscherm vergrendelen............................................ 15
Het aanraakscherm ontgrendelen....................................... 15
Meer informatie........................................................................ 15
Temperatuurmetingen.............................................................. 15
Toestelgegevens weergeven................................................... 16
De software bijwerken.............................................................. 16
Appendix.......................................................................16
Het toestel registreren.............................................................. 16
Gegevensvelden...................................................................... 16
Berekeningen van hartslagzones............................................. 17
Wielmaat en omvang............................................................... 17
Softwarelicentieovereenkomst................................................. 18
Index..............................................................................19
ii Inhoudsopgave

Inleiding

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma begint of wijzigt.

Aan de slag

Als u het toestel voor de eerste keer gebruikt, voert u de volgende taken uit om het toestel in te stellen en vertrouwd te raken met de basisfuncties.
Laad het toestel op (pagina 1).
1
Installeer uw toestel met de standaardsteun (pagina 1) of
2
de voorsteun (pagina 1).
Schakel het toestel in (pagina 2).
3
Zoek naar satellieten (pagina 3).
4
Maak een rit (pagina 3).
5
Registreer het toestel (pagina 16).
6
Upload uw rit naar Garmin Connect™ (pagina 8).
7

De standaardsteun installeren

Voor optimale GPS-ontvangst plaatst u de fietssteun zodanig dat de voorzijde van de Edge op de lucht is gericht. U kunt de fietssteun op de stuurpen of op de stuurstang plaatsen.
Selecteer een geschikte en veilige plek om de Edge te
1
plaatsen zonder dat deze uw veiligheid in gevaar brengt. Plaats de rubberen schijf À op de achterzijde van de
2
fietssteun. De rubberen lipjes zijn in lijn met de achterzijde van de
fietssteun, zodat deze op zijn plaats blijft.

Het toestel opladen

KENNISGEVING
U voorkomt corrosie door de mini-USB-poort, de beschermkap en de omringende delen grondig af te drogen voordat u het toestel oplaadt of aansluit op een computer.
Het toestel wordt van stroom voorzien met een ingebouwde lithium-ionbatterij die u kunt opladen via een standaard stopcontact of een USB-poort op uw computer.
OPMERKING: Het opladen is alleen mogelijk binnen een temperatuurbereik van 0°C tot 45°C (32°F tot 113°F).
Duw de beschermkap À van de mini-USB-poort Á omhoog.
1
Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de mini-
2
USB-poort.
Steek het USB-uiteinde van de kabel in de netadapter of in
3
de USB-poort van een computer.
Steek de netadapter in een stopcontact.
4
Als u het toestel op een voedingsbron aansluit, wordt het
toestel ingeschakeld.
Laad het toestel volledig op.
5
Een volledig opgeladen batterij kan maximaal 15 uur stroom leveren. Daarna moet u de batterij weer opladen.

Over de batterij

WAARSCHUWING
Dit toestel bevat een lithium-ionbatterij. Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor
productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
Plaats de fietssteun op de stuurpen.
3
Bevestig de fietssteun stevig met de twee meegeleverde
4
banden Á. Breng de lipjes aan de achterzijde van de Edge in lijn met de
5
inkepingen op de fietssteun Â. Duw deze iets omlaag en draai de Edge met de klok mee
6
totdat deze vastklikt.

De voorsteun installeren

Selecteer een geschikte en veilige plek om de Edge te
1
plaatsen zonder dat deze uw veiligheid in gevaar brengt. Gebruik de inbussleutel om de schroef À te verwijderen uit
2
de stuurverbinding Á.
Als u de richting van de steun wilt wijzigen, verwijdert u de
3
twee schroeven aan de achterzijde van de steun Â, draait u de aansluiting à en plaatst u de schroeven terug.
Als de diameter van het stuur 26 mm is, plaatst u het
4
rubberen kussentje rond het stuur. Plaats de stuurverbinding rond het rubberen kussentje of het
5
stuur (31,8 mm in diameter). Plaats de schroef terug.
6
Inleiding 1
OPMERKING: Garmin® raadt een moment van 0,8 Nm (7
lbf-inch) aan. Controleer regelmatig of schroef goed vast zit.
Breng de lipjes aan de achterzijde van de Edge in lijn met de
7
inkepingen op de fietssteun Ä.
Duw deze iets omlaag en draai de Edge met de klok mee
8
totdat deze vastklikt.

De Edge losmaken

Draai de Edge rechtsom om het toestel te ontgrendelen.
1
Til de Edge van de steun.
2

Het toestel inschakelen

De eerste keer dat u het toestel inschakelt, wordt u gevraagd de systeeminstellingen en profielen te configureren (pagina 11).
Houd ingedrukt.
1
Volg de instructies op het scherm.
2
Als uw toestel over een hartslagmeter en een GSC™ 10
3
beschikt, activeert u de ANT+™ sensors tijdens de
configuratie.
Voor meer informatie over ANT+ sensors raadpleegt u
pagina 5.

Toetsen

Selecteer om uw geschiedenis, koersen, workouts en persoonlijke records te beheren.
Selecteer om de kaart weer te geven.
Selecteer om het menu Instellen weer te geven.
Het aanraakscherm gebruiken
• Tik op het scherm wanneer de timer loopt om de timer­overlay weer te geven.
Met de timer-overlay kunt u de instellingen en zoekfuncties gebruiken tijdens een rit.
• Selecteer om uw wijzigingen op te slaan en de pagina te sluiten.
• Selecteer om de pagina te sluiten en terug te keren naar de vorige pagina.
• Selecteer om terug te keren naar de vorige pagina.
• Selecteer om terug te keren naar het startscherm.
• Selecteer en om te bladeren.
• Selecteer om de verbindingenpagina weer te geven.
• Selecteer om een locatie te zoeken.
• Selecteer om nabij een locatie te zoeken.
• Selecteer om op naam te zoeken.
• Selecteer om een item te verwijderen.
De verbindingenpagina weergeven
De verbindingenpagina geeft de status van de satellietsignalen, ANT+ sensors en uw smartphone weer.
Selecteer in het startscherm de statusbalk boven aan de pagina.
De verbindingenpagina wordt weergegeven. Een knipperend pictogram betekent dat het toestel aan het zoeken is. U kunt elk pictogram selecteren om de instellingen te wijzigen.
De schermverlichting gebruiken
• Tik op elk gewenst moment willekeurig op het aanraakscherm om de schermverlichting in te schakelen.
• Selecteer om de helderheid en verlichtingsduur van de
À
Á
Â
Overzicht startscherm
Vanuit het startscherm hebt u snel toegang tot alle functies van de Edge.
RIT Selecteer om een rit te maken.
Weg Selecteer om uw activiteitenprofiel te wijzigen.
2 Inleiding
Selecteer om de schermverlichting in of uit te schakelen. Houd deze toets ingedrukt om het toestel in of uit te
schakelen.
Selecteer dit als u een nieuwe ronde wilt markeren.
Selecteer om de timer te starten of te stoppen.
Fiets 1 Selecteer om uw fietsprofiel te wijzigen.
schermverlichting aan te passen.

Satellietsignalen ontvangen

Voordat u de GPS-volgfuncties en GPS-navigatiefuncties kunt gebruiken, moet u satellietsignalen ontvangen.
Het toestel dient mogelijk vrij zicht op de satellieten te hebben om satellietsignalen te kunnen ontvangen. De tijd en datum worden automatisch ingesteld op basis van uw GPS-positie.
Ga naar buiten naar een open gebied.
1
De voorzijde van het toestel moet naar de lucht zijn gericht. Selecteer in het startscherm RIT.
2
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
3
Het kan 30 tot 60 seconden duren voordat satellietsignalen worden gevonden.
TIP: Verplaats uzelf niet totdat de timerpagina wordt weergegeven (pagina 3).

Training

Een rit maken

Voordat u snelheid en afstand kunt vastleggen, dient u satellietsignalen te zoeken (pagina 3) of uw toestel te koppelen met een optionele ANT+ sensor.
OPMERKING: De geschiedenis wordt alleen vastgelegd als de timer is gestart.
Selecteer in het startscherm RIT.
1
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
2
Selecteer om de timer te starten.
3

Waarschuwingen

U kunt waarschuwingen gebruiken voor trainingen met specifieke doelstellingen voor tijd, afstand, calorieën, hartslag, cadans en vermogen. Waarschuwingsinstellingen worden opgeslagen bij uw activiteitenprofiel.

Bereikwaarschuwingen instellen

Als u een optionele hartslagmeter, GSC 10 of vermogensmeter hebt, kunt u bereikwaarschuwingen instellen. Een bereikwaarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer het toestel een waarde meet die boven of onder een opgegeven waardenbereik ligt. Zo kunt u bijvoorbeeld instellen dat het toestel u waarschuwt als uw hartslag lager is dan 60 bpm (slagen per minuut) of hoger dan 210 bpm. U kunt ook een trainingszone (pagina 5) gebruiken voor de bereikwaarschuwing.
Selecteer in het startscherm > Activiteitenprofielen.
1
Selecteer een profiel.
2
Selecteer Waarschuwingen.
3
Selecteer Hartslag, Cadans of Vermogen.
4
Schakel de waarschuwing in.
5
Voer de minimum- en maximumwaarde in of selecteer een
6
zone. Selecteer .
7
Telkens als u boven of onder het opgegeven bereik komt, wordt een bericht weergegeven. U hoort ook een pieptoon als geluidssignalen zijn ingeschakeld (pagina 14).

Een terugkerende waarschuwing instellen

Een terugkerende waarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer het toestel een opgegeven waarde of interval registreert. U kunt bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30 minuten waarschuwt.
Selecteer in het startscherm > Activiteitenprofielen.
1
Selecteer een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Waarschuwingen.
3
Selecteer Tijd, Afstand of Calorie.
4
Schakel de waarschuwing in.
5
Voer een waarde in.
6
Selecteer .
7
Telkens als u de opgegeven waarde voor een waarschuwing bereikt, wordt een bericht weergegeven. U hoort ook een pieptoon als geluidssignalen zijn ingeschakeld (pagina 14).

Workouts

U kunt aangepaste workouts maken met doelen voor elke workoutstap en voor verschillende afstanden, tijden en calorieën. U kunt workouts maken met behulp van Garmin Connect en die overbrengen naar uw toestel. Het is ook mogelijk een workout direct op uw toestel te maken en op te slaan.
U kunt workouts plannen met behulp van Garmin Connect. U kunt workouts van tevoren plannen en ze opslaan in het toestel.

Een workout via internet volgen

Voordat u een workout kunt downloaden van Garmin Connect, moet u beschikken over een Garmin Connect account
Veeg over het scherm voor extra gegevenspagina's.
4
Tik zo nodig op het scherm om de timer-overlay weer te
5
geven. Selecteer om de timer te stoppen.
6
Selecteer Sla op.
7
Training 3
(pagina 8).
Verbind het toestel met uw computer.
1
Ga naar www.garminconnect.com/workouts.
2
Maak een nieuwe workout.
3
Selecteer Verzenden naar toestel.
4
Koppel het toestel los en schakel het in.
5
Selecteer > Workouts.
6
Selecteer de workout.
7
Selecteer Start workout.
8

Een workout maken

Selecteer in het startscherm > Workouts > .
1
Er verschijnt een nieuwe workout. De eerste stap is standaard open en kan worden gebruikt als warming-up stap.
Selecteer Naam en voer een naam voor de workout in.
2
Selecteer Voeg nieuwe stap toe.
3
Selecteer een stap en selecteer Bewerk stap.
4
Selecteer Tijdsduur om op te geven hoe de stap zal worden
5
gemeten. Selecteer bijvoorbeeld Afstand om de stap te laten eindigen
na een bepaalde afstand. Als u Open selecteert, kunt u op elk moment selecteren
om de stap te beëindigen. Geef zo nodig een waarde op in het veld onder Tijdsduur.
6
Selecteer Doel om uw doel voor de stap te kiezen.
7
Selecteer bijvoorbeeld Hartslag als u een consistente hartslag wilt houden gedurende de stap.
Selecteer zo nodig een doelbereik of voer een aangepast
8
bereik in. U kunt bijvoorbeeld een hartslagzone invoeren. Steeds
wanneer de opgegeven waarde voor hartslag wordt overschreden of juist niet wordt bereikt, geeft het toestel een pieptoon en wordt er een bericht weergegeven.
Selecteer zo nodig in het veld Rust.
9
Tijdens een rustronde blijft de timer doorlopen en worden gegevens vastgelegd.
Selecteer om de stap op te slaan.
10
Selecteer om de workout op te slaan.
11

Workoutstappen herhalen

Voordat u een workoutstap kunt herhalen, moet u een workout met ten minste één stap maken.
Selecteer Voeg nieuwe stap toe.
1
Selecteer Tijdsduur.
2
Selecteer een optie:
3
• Selecteer Herhalen als u een stap een of meer keren wilt
herhalen. U kunt bijvoorbeeld een stap van 5 mijl tien keer herhalen.
• Selecteer Herhaal tot als u een stap gedurende een
bepaalde tijd wilt herhalen. U kunt bijvoorbeeld een stap van 5 mijl gedurende 60 minuten herhalen of totdat uw hartslag 160 bpm (slagen per minuut) bedraagt.
Selecteer Terug naar stap en selecteer een stap die u wilt
4
herhalen. Selecteer om de stap op te slaan.
5

Een workout beginnen

Selecteer in het startscherm > Workouts.
1
Selecteer een workout.
2
Selecteer Start workout.
3
Nadat een workout is gestart, geeft het toestel de verschillende stappen van de workout, het doel (indien ingesteld) en de huidige workoutgegevens weer. U hoort een geluidssignaal wanneer u op het punt staat een stap in de workout te voltooien. Er wordt een bericht weergegeven waarin de tijd of afstand tot de nieuwe stap wordt afgeteld.

Een workout stoppen

• U kunt op elk moment selecteren om een workoutstap te beëindigen.
• U kunt op elk moment selecteren om de timer te stoppen.
• U kunt op elk moment > > Workouts > Stop workout
selecteren om de workout te beëindigen.

Een workout bewerken

Selecteer in het startscherm > Workouts.
1
Selecteer een workout.
2
Selecteer .
3
Selecteer een stap en selecteer Bewerk stap.
4
Wijzig de kenmerken van de stap en selecteer .
5
Selecteer om de workout op te slaan.
6

Een workout verwijderen

Selecteer in het startscherm > Workouts.
1
Selecteer een workout.
2
Selecteer > > .
3
Gebruik van Virtual Partner
Uw Virtual Partner is een trainingshulpmiddel dat u helpt bij het bereiken van uw trainingsdoelstellingen.
Maak een rit.
1
Ga naar de pagina Virtual Partner om te zien wie er aan kop
2
ligt.
Gebruik zo nodig en om de snelheid van de Virtual
3
Partner aan te passen tijdens uw rit.
®

Koersen

Een eerder vastgelegde activiteit volgen: U kunt bijvoorbeeld
een vastgelegde koers volgen omdat de route u beviel. Of u kunt een fietsvriendelijke route naar uw werk vastleggen en volgen.
Tegen een eerder vastgelegde activiteit racen: U kunt een
vastgelegde koers ook volgen om te proberen eerdere prestaties op de koers te evenaren of te verbeteren. Stel bijvoorbeeld dat u de originele koers in 30 minuten hebt voltooid. U kunt dan nu tegen een Virtual Partner racen om te proberen de koers in minder dan 30 minuten af te leggen.
Een bestaande rit volgen van Garmin Connect: U kunt een
koers vanuit Garmin Connect verzenden naar uw toestel. Nadat de rit is opgeslagen op uw toestel, kunt u die koers volgen of ertegen racen.

Een koers maken op uw toestel

Voordat u een koers kunt maken, dient u over een geschiedenis te beschikken met GPS-spoorgegevens die zijn opgeslagen op uw toestel.
Selecteer in het startscherm > Koersen > .
1
Selecteer een activiteit waarop u uw koers wilt baseren.
2
Voer een naam in voor de koers.
3
Selecteer .
4
4 Training
Loading...
+ 16 hidden pages