Fujifilm X20 Owners Manual [nl]

BL02110-104
NL
DIGITAL CAMERA
X20
Gebruiksaanwijzing
Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product heeft gesteld. Deze gebruiks­aanwijzing beschrijft hoe u uw FUJIFILM digitale camera en de meegeleverde software gebruikt. Lees de gebruiksaan­wijzing en in zijn geheel aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt en besteed hierbij extra aandacht aan de waarschuwingen in het hoofdstuk “Voor uw veiligheid” (P ii).
Voor informatie over aanverwante producten, bezoek onze website op
http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html
Voor meer informatie over de X20, bezoek
http://fujifilm-x.com/x20/
Voordat u begint
Eerste stappen
Eenvoudig fotograferen en
afspelen
Meer over fotogra e
Meer over afspelen
Films
Aansluitingen
Menu’s
Technische informatie
Probleemoplossing
Appendix
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt
Veiligheidsopmerkingen
• Zorg ervoor dat u uw camera goed gebruikt. Lees voor gebruik deze Vei­ligheidsopmerkingen en uw Gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
• Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige plaats.
Informatie over pictogrammen
De hieronder afgebeelde pictogrammen worden in deze gebruiksaanwij­zing gebruikt om de ernst aan te geven van een letsel of schade die kan ontstaan a ls de betekenis van het pic togram niet in acht wo rdt genomen en het produc t ten gevolge daarvan onjuist wordt gebruikt.
Dit picto gram geeft aan dat het niet opvolg en van instr ucties k an
WAAR-
leiden tot er nstig of fataal lets el.
SCHUWING
Dit picto gram geeft aan dat het niet opvolg en van instr ucties k an leiden tot pe rsoonlijk letse l of materiële schade.
OPGEPAST
De hieronder afgebeelde pictogrammen geven de ernst van de gevolgen aan als de instructies niet wordt nageleefd.
Driehoekige pic togrammen geven aan dat deze informatie uw aan­dacht beho eft (“Belangr ijk”).
Cirkelvor mige pic togramme n met een diag onale stre ep geven aan dat die hande ling verboden is (“Ver boden”).
Opgevulde cirkels met een uitroepteken geven a an dat er een han ­deling moet worden verricht (“Vereist”).
WAAR SCHUWING
Als er ee n proble em onts taat, ze t u de came ra uit, ver wijd ert u de ba tterij , kop­pelt u de n etadapt er van de cam era los en ha alt u deze ui t het stopc ontact .
Het blijven g ebruiken van de camer a als deze rook verspreid t of een
Uit het
ongewone geur of wanneer de camera een ander gebrek vertoont,
stopcontact
kan brand o f een elektrisch e schok tot gevolg hebb en.
verwijderen
• Neem conta ct op met uw FUJIFILM- dealer.
ii
WAAR SCHUWING
Laat ge en water of an dere vre emde voor werpen d e camera bi nnendri ngen.
Als water of andere vreemde voorwer pen in de came ra terechtko ­men, schakelt u de camera uit, verwijdert u de batterij, koppelt u de netstro omadapter los en trek t u deze uit het stopcont act.
Vermij d
Als u de camer a blijft g ebruiken, k an dat leiden tot brand of een
blootstelling
elektrische schok.
aan water
• Neem conta ct op met uw FUJIFILM- dealer.
Gebru ik de camer a niet in de b adkamer o f in de douch e.
Niet gebru iken
Dit kan bra nd of een elektris che schok veroorz aken.
in de badka-
mer of in de
douche.
Probe er nooit te de montere n of te modi  ceren (op en nooit de b ehuizi ng).
Het niet in acht nemen van de ze voorzo rgsmaatregel kan bran d of
Niet demon-
een elek trische schok veroor zaken.
teren.
Mocht de behuiz ing openbreken door een val of ander ongeluk, raak de blootliggende onderdelen niet aan.
Het niet in acht nemen van de ze voorzo rgsmaatregel kan een el ek­trische sch ok of letsel door het aanraken van beschadigd e onder-
Raak geen
delen tot gevolg hebben. Verwijder onmiddellijk de accu en pas
interne onder-
op voor let sel of een elektrische schok. Breng het product naar he t
delen aan
verkooppunt voor raadpleging.
Het verbindingssnoer mag niet worden aangepast, ver warmd, overmatig geplooid of uitgetrokken worden en er mogen geen zware voorwerpen op worden geplaatst .
Deze hand elingen zouden het sn oer kunnen bescha digen en brand of een elek trische schok kunn en veroorzaken.
Neem contac t op met uw FUJIFILM-d ealer als het snoer bes chadigd is.
Plaats d e camera n iet op een on stabie le onderg rond.
Hierdoor k an de camera vallen of k antelen en letsel vero orzaken.
Probe er nooit fo to’s te maken al s u in bewegi ng bent.
Gebruik de camera nie t tijdens het w andelen of als u in een auto rijdt. Dit kan leiden tot een val of een verkeersongeluk.
Raak tij dens onwe er de metal en onderd elen van de c amera ni et aan.
Dit kan tot een elektr ische schok l eiden door de ladingsoverdracht van een blik seminslag.
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
OPGEPAST
OPGEPAST
WAAR SCHUWING
Gebru ik de batt erij niet v oor ander e doelein den dan wa arvoor de ze bedoel d is.
Plaats de batterij zoals aangeduid door de merktekens.
Verwa rm, wijz ig of demon teer de bat terij ni et. Laat d e batter ij niet va llen of stel dez e niet bloot a an schokken . Berg de batte rij niet sam en met metal en voorwerpen op. Gebruik geen andere laders dan het gespeci ceerde model om de batterij op te laden.
Elk van deze ha ndelingen kan tot ontplo ng of lekkage van de bat­terij leide n en kan brand of lets el veroorzaken.
Gebruik uitsluiten d batterijen of netstroomadapter s die voor gebruik met deze camera goe dgekeurd zijn. Gebruik geen andere spanning dan de ver­melde spanningsvoeding.
Het gebru ik van andere spannings bronnen kan tot brand l eiden.
Als de bat terij l ekt en vl oeisto f in conta ct komt me t uw ogen, h uid of kle ding, spoelt u het betre ende gebied onmiddellijk met schoon water en zoekt u medis che hulp of b elt u onmid dellij k het alarm nummer.
Gebru ik de lader n iet om ande re batte rijen dan h ier verme ld, op te lade n.
De Ni-MH-batterijlader is ontworpen voor HR-AA Ni-MH-batterijen van FUJIFILM. A ls u de lader geb ruikt om g ewone bat terijen of an­dere typ es oplaadbare batterijen op te lade n, dan kan dit l eiden tot lekkag e, oververhitti ng of een explosie.
Het onjuist ver vangen van de b atterij houdt explosiege vaar in. Vervang de batte rij allee n door een ba tterij v an hetzel fde of een ve rgelijk baar ty pe.
Gebruik niet in de nabij heid van ontvlambare voor werpen, explosieve ga s­sen of stof.
Als u de bat terij bij u dr aagt, plaa tst u deze in de di gitale cam era of bewaar t u de batte rij in de ha rde tas. A ls u de bat terij wi lt opber gen, berg t u deze op in d e harde tas. Al s u de batte rij wegbr engt voo r recyc ling, bed ekt u de po len met is olatie tape.
Door conta ct met andere batterijen of metalen voorwe rpen kan de batterij i n brand vliegen of ont plo en.
Houd ge heugenk aarten bu iten het be reik van k leine kin deren.
Omdat geheugenkaarten klein zijn, kunnen ze makkelijk door kin­deren worden ingeslikt. Bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van klein e kinderen . Als een kind een geheug enkaar t inslikt, moet u onmiddel lijk medische hulp zoe ken of het alarmnummer b ellen.
OPGEPAST
Gebru ik de came ra niet o p plaats en met oli edampe n, stoom, v ochtig heid of st of.
Dit kan bra nd of een elektris che schok veroorz aken.
OPGEPAST
Laat de camera niet achter op plaatsen die aan extreem hoge temperaturen zijn blootgesteld.
Laat de camera niet achter in afgesloten ruimtes zoals in een afgeslo­ten voert uig of in direct zonlicht . Dit kan brand veroo rzaken.
Buiten het bereik van kleine kinderen houden.
Dit produc t kan letsel aan de h anden van kinderen ve roorzaken.
Plaats g een zwar e voorwer pen op de ca mera.
Hierdoor k an het zware vo orwerp vallen o f kantelen en lets el veroorzak en.
Verpla ats de camera n iet terwijl d eze nog steeds m et het netsno er verbon­den is. Tre k niet aan he t snoer om de n etstro omadapt er te verwi jderen.
Deze hand elingen zouden het sn oer kunnen bescha digen en brand of een elek trische schok kunn en veroorzaken.
Gebruik de netstroomadapter niet wanneer de stekker beschadigd is of de stekke rverbi nding los zit.
Dit kan bra nd of een elektris che schok veroorz aken.
Bedek de camera en de netstroomadapter niet en wikkel deze niet in een doek of deken.
Hierdoor kan de temperatuur te hoog oplopen waardoor de behui­zing vervormt of waardoor er brand ontstaat.
Als u de ca mera reini gt en u de came ra voor lang ere tijd ni et van plan be nt te gebru iken, ver wijder t u de batter ij en koppe lt u de nets troomad apter los .
Doet u dit ni et, dan kan dat leiden tot b rand of een elektr ische schok.
Na het op laden die nt u de lader ui t het stop contact t e verwij deren.
Er kan bran d ontstaan als u de lader i n het stopcontact la at zitten.
Als een  i tser te dich t bij ogen wor dt gebruik t, kan deze pe rsoon daar t ijde­lijk door verblind raken.
Let bijzond er goed op bij het foto graferen van baby ’s en kleine kinderen .
Bij het ve rwijder en van een gehe ugenkaar t kan de kaar t te snel uit de sl euf schieten. Gebruik uw vinger om de kaart tegen te h ouden en laat de ka art voorzichtig los.
Laat uw camera regelmatig nakijken en schoonmaken.
Een ophopi ng van stof in uw camer a kan tot brand of ee n elektrische schok lei den.
• Neem contac t op met uw FUJIFILM-dealer om de camer a om de 2 jaar van binn en te laten reinigen.
• Dit is echter nie t gratis.
Haal uw v ingers va n het  its ervens ter voord at de  its er afgaat .
Anders zou u brandwonden kunnen oplopen.
Houd het  itservenster schoon en gebruik de  itser niet al s het venster wordt b elemmer d.
Anders k an rook of verkleuri ng ontstaan.
iii
Voor uw veiligheid
Spanningsvoeding en batterij
* Contro leer welk ty pe batter ij u gebruik t
voordat u de volgende beschrijvingen leest.
Hieronder wordt uitgelegd hoe u de batterijen juist gebruikt en hoe u de levensduur e rvan kan verle ngen. On­juist gebru ik van batterijen k an de le­vensduur er van verkor ten, maar kan ook lekk age, oververhitting, brand of een explosie veroorzaken.
Voor deze camera gebruikt u een
1
oplaadbare Lithium-ion batterij
* Bij levering is de batterij niet volle-
dig opgeladen. Laad voor gebruik de batterij altijd op.
* Plaats de batterij in de camera
of bewaar deze in de zachte tas wanneer u de batterij met u mee­neemt.
Batterijkenmerken
De batterij verliest geleidelijk haar lading, zelfs wanneer de batterij niet wordt gebruikt. Gebruik een batterij die onlangs werd opgela­den (in de afgelopen twee dagen) om foto’s te nemen.
• Om de levensduur van de batterij te maximaliseren, schakelt u de ca­mera zo snel mo gelijk uit als deze niet wordt gebruikt.
Het aantal resterende foto’s is minder op koude locaties of bij koude temperaturen. Neem een reservebatterij mee die volledig is opgeladen. U kunt de capaciteit
iv
van de batterij ook verhogen door de batterij in uw zak of op een an­dere warme plaats te bewaren en net voor u een opname maak t de batterij in de camera te plaatsen. Als u een verwarmingsz akje ge­bruikt, mag u dit niet recht streek s tegen de batterij drukken. De ca­mera werk t mogelijk niet als u een bijna lege batterij onder koude om­standigheden gebruikt.
De batterij opladen
• U kunt de batterij opladen met de batterijlader (meegeleverd).
- De batterij kan worden opgela-
den bij een omgevingstempera­tuur tussen 0°C en +40°C. Raad­pleeg de Gebruiksaanwijzing voor de oplaadduur van de bat terij.
- Laad de batterij op bij een omge-
vingstemperatuur tussen +10°C en +35°C. Als u de batterij bij een andere temperatuur oplaadt, duurt het opladen langer omdat de prestaties van de batterij hier­door worden verminderd.
- U kunt de batterij niet opladen
bij temperaturen onder het vries­punt.
De oplaadbare Lithium-ion batterij hoeft niet volledig leeg te zijn of ontladen te worden voordat deze kan worden opgeladen.
• De bat terij kan na het opladen of onmiddellijk na gebruik warm aan­voelen. Dit is volkomen normaal.
• Laad een volledig opgeladen bat­terij niet opnieuw op.
Le vensduur v an de batte rij
Bij normale temperaturen kan de batterij minimaal 300 keer worden gebruikt. Als de prestatieduur van de batterij duidelijk afneemt, wijst dit erop dat de bat terij het einde van de levensduur he eft bereikt en dat deze vervangen moet worden.
Opmerkingen over opslag
Als de batterij voor langere perioden opgeladen wordt opgeslagen, kan de prestatie van de batterij achteruit gaan. Als de batterij voor langere tijd niet wordt geb ruikt, laat u de batter ij laten leeglopen voordat u deze op­bergt.
• Als u de camera voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de bat­terij uit de cam era.
• Bewaar de batterij op een koele plaats.
- Bewaar de batterij op een droge
plaats met een omgevingstem­peratuur tussen +15°C en +25°C.
- Bewaar de batterij niet op een
hete of extreme koude plaats.
Me t de batte rij omgaa n Veilighe ids-
waarschuwingen:
Bewaar of vervoer de batterij niet
• samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
• Warm de batterij niet op of gooi deze niet in het v uur.
• Probeer de batterij niet te demon­teren of te wijzigen.
• Laad de batterij niet op met niet­gespeci ceerde laders.
• Breng een versleten bat terij on­middellijk weg.
Laat de batterij niet vallen of stel deze niet blo ot aan sterke schokken.
• Stel de batter ij niet bloot aan water.
• Houd de polen van de batterij al­tijd schoon.
• Bewaar de batterij niet op een hete plaats . Wanneer u de b atterij gedurende een langere periode gebruikt, worden de behuizing van de camera en de batterij zelf warm. Dit is normaal. Gebruik de netstro omadapter die bij de cam e­ra wordt geleverd als u gedurende langere tijd opnamen maakt of fo­to’s bekijk t.
De camera gebruikt alkaline of
2
lithium AA-batterijen of oplaadbare Ni MH (nikkel-metaal hydride) AA-batterijen
* Meer informatie over de batterijen
die u kunt gebruiken, vindt u in de Gebruiksaanwijzing van de camera.
Waa rschuw ingen voor h et gebrui k
van batterijen
• Verwarm de batterijen niet en gooi deze niet in een vuur.
• Bewaar of vervoer de batter ij niet samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
• Stel de bat terij niet bloot aa n water, zorg ervoor dat deze niet nat wor­den en bewaar de batterijen niet op een vochtige plaats.
Voor uw veiligheid
OPGEPAST
• Probeer de batterij en de batterij­behuizingen niet te demonteren of te wijzigen.
• Stel de batterijen niet bloot aan sterke schokken.
• Gebruik geen lekkende, vervormde of verkleurde batterijen.
• Bewaar batterijen niet op een war­me of vochtige plaats.
• Houd de batterijen buiten het be­reik van baby’s en kleine kinderen.
• Controleer of de polen v an de bat­terijen (C en D) goed zijn.
• Gebruik niet gelijkertijd nieuwe en gebruik te batterijen. Gebruik niet gelijkertijd opgeladen en ontladen batterijen.
• Gebruik niet gelijkertijd verschil­lende merken batterijen.
• Als u de camera voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de bat­terij uit de camera. Houd er re ­kening mee als de camera wordt bewaard zonder batterijen, dat de tijd- en de datuminstellingen wor­den gewist.
• De batterijen voelen net na ge­bruik warm aan. Schakel voordat u de batterijen verwijdert, de camera uit en wacht tot de batterijen zijn afgekoeld.
• Omdat de batterijen niet goed werken in koude omstandigheden of op koude lo caties, kunt u de bat­terijen in uw kleding ver warmen voordat u deze gebruikt. Batterijen werken niet goed als deze koud zijn. De batterijen werken weer als
een normale temperatuur is b e­reikt.
• Vuil (zoals vingerafdrukken) op de batterijpolen verhindert dat de batterij goed kan worden opgela­den en het aantal opnamen wordt hierdoor verminderd. Maak de batterijpolen voorzichtig met een droge, zachte doek schoon voor­dat u deze oplaadt.
Als er vloeistof lekt uit de batte­rij, maak t u het batterijco mparti­ment grondig schoon en plaatst u daarna nieuwe batterijen.
Als batterijvloeistof op uw handen of kleding komt, rei­nigt u deze grondig met wa­ter. Batterijvloeistof k an blind­heid veroor zaken wanneer dit in uw ogen komt. Wrijf niet in uw ogen wann eer dit gebeur t. Spoel uw ogen met schoon water en neem contact op met een ar ts.
De A A Ni-MH-ba tterije n juist geb rui-
ken
Ni-MH- batterijen die een lange tijd
• niet worden gebruikt kunnen wor­den “uitgeschakeld”. Bovendien kunnen Ni-MH-batterijen die her­haaldelijk worden opgeladen als deze slechts gedeeltelijk zijn ont­laden, last hebben van het “geheu­gene ect”. Ni-MH-batterijen die zijn “uitgeschakeld” of last hebben van het “geheugene ect” leveren
na opladen slecht gedurende een korte tijd voeding. Om dit pro­bleem te voorkomen, ontlaadt en laadt u deze verschillende keren met de camerafunc tie “Oplaadbare batterijen ontladen”. Uitschakelen en geheugenproblemen zijn type­rend voor Ni-MH-batterijen en dit betekent niet dat de batterij defect is.
Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing
procedure voor het “Oplaadbare batterijen ontladen”.
OPGEPAST
Gebruik de functie “Oplaadbare bat­terijen ontladen” niet als u alkaline­batterijen gebruikt.
• Gebruik de snelle batterijlader (af­zonderlijk verkrijgbaar) wanneer u Ni-MH-batterijen gebruik t. Raad­pleeg de i nstructies die bij d e lader zijn geleverd zodat u de lader goed gebruikt.
• Gebruik de batterijlader niet om andere batterijen op te laden.
• De batterijen voelen warm aan na­dat deze zijn opgeladen.
• De c amera gebruikt een kleine hoeveelh eid voeding als de ca­mera is uitgeschakeld. Houd er rekening mee dat wanneer u de Ni-MH-batterijen een lange tijd in de camera laat zitten, de batterijen te veel worden ontladen. Hierdoor worden ze zelfs na opnieuw opla­den, onbruikbaar.
• Ni-MH-batterijen ontladen auto­matisch, zelfs als deze niet worden
gebruikt. Hierdoor kan de ge­bruiksduur worden verkort.
• Ni-MH-batterijen slijten snel als deze te veel worden ontladen (bijvoorbeeld wanneer u deze bat­terijen in een z aklamp gebruikt). Ontlaad de batterijen met de ca­merafunctie “Discharging rechar­geable batteries” (oplaadbare bat­terijen ontladen).
• Ni-MH-batterijen hebben een be­perkte levensduur. Wanneer een batterij slechts een korte tijd kan worden gebruikt na herhaaldelijke ontladen en opladen, kan dit bete­kenen dat de bat terij niet meer kan worden gebruikt.
Batterijen weggooien
• Gooi batterijen weg conform de plaatselijke regelgeving.
Opmerkingen voor beide modellen
3
(1, 2)
Netstroomadapter
Gebruik altijd de netstroomadapter voor uw camera. Het gebruik van een netstroomadapter van een an­der merk dan de netstroomadapter van FUJIFILM ka n uw digitale camer a beschadigen. Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van uw camera voor meer informa­tie over de netstroomadapter.
• Gebruik de netstroomadapter uit­sluitend binnenshuis.
• Steek het verbindingssnoer stevig in de DC-ingangaansluiting.
v
Voor uw veiligheid
• Schakel de FUJIFILM Digitale ca­mera uit voordat u het snoer van de DC-ingangaansluiting loskop­pelt. Om de ze los te maken, trekt u voorzichtig aan de stekker. Trek niet aan het snoer.
• Gebruik de netstroomadapter niet voor andere doeleinden dan voor uw digitale camera.
• Tijdens het gebruik kan de net­stroomadapter warm aanvo elen. Dit is normaal.
• Demonteer de netstroomadapter niet. Dit kan gevaarlijk zijn.
• Gebruik de netstroomadapter niet op een warme en vochtige plaats.
• Stel de netstroomadapter niet bloot aan sterke schokken. De netstroomadapter kan een zoe-
• mend geluid maken. Dit is nor maal.
Als de netstroomadapter in de nabij­heid van een r adio wordt gebruik t, kan deze statische e lektriciteit ve roorzaken. Als dit gebeu rt, plaatst u de ca mera uit de buurt v an de radio.
Voordat u d e camera gebr uikt
• Richt de camera niet op ex treem heldere lichtbronnen, zoals de zon bij een onbewolkte lucht. Het niet in acht nemen van deze voor­zorgsmaatregel k an schade aan de beeldsensor van de camera toe­brengen.
• Fel zonlicht gefocust door de zoe­ker kan het weergavescherm van de zoeker beschadigen. Richt de zoeker niet op de zon.
vi
Tes topnamen vo or fotogr a e
Vóór het maken van belangrijke fo­to’s (zoals bij huwelijken of tijdens reizen), kunt u het bes te altijd eers t een testopname maken om te con ­troleren of alles functioneer t.
FUJIFILM Corporation aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor een eventueel verlies (zoals de fotogra­ ekosten of inkomensverlies d oor de fotogra e) ontstaan ten gevolge van een stor ing van het product.
Opmerkingen over auteursrechten
Opnamen gemaakt met uw digitale camerasysteem mogen zonder toe­stemming van de eigenaar niet wor­den gebruikt op een manier die de copyright wetten overtreedt, tenzij deze uitsluitend voor privé-gebruik bedoeld zijn. Er zijn bepaalde beperkingen van toepassing bij het fotograferen van op­tredens op podia, evenementen en ten­toonstellingen, zelfs wanneer de foto’s alleen voor privé-gebruik bestemd zijn. De gebruiker wordt er ook op gewezen dat het overdragen van een geheugen­kaart die foto’s of gegevens bevat die onder de copyrightwetten vallen, uit­sluitend toegestaan is binnen de beper­kingen opgelegd door de regelgeving in het kade r van deze auteursrechten.
Omgaan met uw digitale camera
Stel de camera t ijdens het maken en o p­slaan van foto’s nie t bloot aan schokk en om correcte opnames te garanderen.
Vloeibare kristallen
Als het LCD-scherm beschadigd is, moet u voor zichtig zijn met de vloei-
bare kristallen in het scherm. Neem onmiddellij k maatregelen als één van de volgende situaties zich voordoet.
• Als vlo eibare kris tallen met uw huid in aanraking komen, moet u de desbetre ende plaats met een doek droog wrijven en goed was­sen met zeep en s tromend water.
• Als er vlo eibare kristallen in u w oog terechtkomen, moet u dat oog gedurende minimaal 15 minuten spoelen met schoon water en dan medische hulp zoeken. Als vloeibare kristallen worden inge-
• sli kt, moe t u uw m ond goe d spo ele n met water. Drink grote hoeveelhe­den water en probeer over te geven. Zoek medis che hulp.
Hoewel het LCD-paneel is vervaar­digd met zeer geavanceerde tech­nieken kunnen er zwarte plekken of continu verlichte plekken zijn. Dit is geen defect en is niet van invloed op de opgenomen beelden.
Informatie over handelsmerken
xD-Picture Card en E zijn handels- merken van FUJIFILM Corporation. De hierin gebruikte lettertypen zijn ont­wikkeld door DynaComware Taiwan Inc. Macintosh, QuickTime en Mac OS zijn in de Verenigde Staten en an­dere landen gedeponeerde handels­merken van Ap ple Inc. W indows 8, Windows 7, Windows Vista en het Windows-logo zijn handelsmerken van de Microsoft-groep. Adobe en Adobe Reader zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen geregi-
streerde handelsmerken of handels­merken van Adobe Systems Incorpo­rated. De SDHC- en SDXC-logo´s zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Het HDMI-logo is een handelsmerk. You­Tube is een handelsmerk van Google Inc. Alle overige in deze gebruiksaan­wijzing genoemde handelsmerken zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmer ken van de betre ende rechthebbenden. Deze camera kan medische en lucht­vaartapparatuur verstoren. Vraag in de ziekenhuis- of bij de luchtvaart­maatschappij om toestemming voor­dat u uw fotocamera in een zieken­huis of vlieg tuig gebruikt.
O pmerkin gen over elek trisch e storing
Als de camera in ziekenhuizen of vliegtuigen wordt gebr uikt, dan k an deze camera storing van andere ap­paratuur in h et vliegtuig of zieke nhuis veroorzaken. Raadpleeg de betre en­de regelgeving voor meer informatie.
E xif Print (Ex if ver. 2.3)
Exif Print Format is een nieuw bestands­formaat voor digitale camera’s dat een grote hoeveelheid opname -informatie voor optimale afdrukken bevat.
BELANGRIJK E OPMERKING: Lees eers t
voorda t u de softwa re gebruik t
Direct of indirect expor teren, in zijn geheel of gedeeltelijk, van software met een licentie zonder de toestem­ming van de van toepassing zijnde bestuursorganen is verboden.
Voor uw veiligheid
Inleveren van elektrische en elektronische apparatuur in particuliere huishoudens
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om gevaar voor brand en een
MEDEDELINGEN
schok te voorkomen.
Lees eerst de “Veiligheidsopmerkingen” en zorg dat u deze begrijpt voordat u de camera gebruikt.
Perchloraatmateriaal—speciale behandeling van toepassing. Zie http://www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate.
Inleveren van elektrische en elektronische apparatuur in particuliere huishoudens
In de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein: Dit symbool op het product of in de handleiding en in de garantievoorwaarden en/of op de verpakking duidt aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden beschouwd. In plaats daarvan moet het apparaat bij een inzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparatuur worden ingeleverd.
Door dit product op juiste wijze te verwijderen helpt u potentiële negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid van de mens voorkomen. Onjuiste verwerking van dit product kan het milieu schaden.
Dit symbool op de batterijen of accu’s duidt aan dat deze batterijen niet als huishoudelijk afval mogen worden beschouwd.
Als uw apparaat eenvoudig verwijderbare batterijen of accu’s bevat, dient u deze overeenkomstig de lokale regels afzonderlijk in te leveren.
De recycling van materialen helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen. Neem contact op met uw gemeente, uw inzamelpunt voor het inleveren van huishoude­lijk afval of de winkel waar u het product hebt gekocht voor meer gedetailleerde informatie over recycling van dit product.
In landen buiten de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein: Neem contact op met uw gemeente en vraag naar de juiste wijze waarop u dit product inclusief batterijen of accu’s dient te verwijderen.
vii
Over deze gebruiksaanwijzing
Geheugenkaarten
Temperatuurwaarschuwing
✔✔ Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
.....
128
✔✔ Probleemoplossing
........................................
122
✔✔ Inhoudsopgave
.................................................
ix
Lees deze gebruiksaanwijzing en de waarschuwingen op de pagina’s ii–vii aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Informatie over speci eke onderwerpen vindt u aan de hand van onderstaand overzicht.
Inhoudsopgave
.................................................PP
De “Inhoudsopgave” geeft een duidelijk overzicht van de gehele gebruiksaanwijzing. Alle camera-
Probleemoplossing
ix
Heeft u een probleem met uw camera? U vindt de oplossing hier.
........................................PP
functies worden er in behandeld.
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
.....PP
128
Lees hier wat het knipperende pictogram of de foutmelding in het LCD-scherm betekent.
Geheugenkaarten
De door u gemaakte foto’s kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera of op optionele SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten (P 18), in deze gebruiksaanwijzing vermeld als “geheugenkaarten”.
Temperatuurwaarschuwing
De camera schakelt automatisch uit voordat de temperatuur of de temperatuur van de batterij boven de veilige grens uitkomt. Foto’s die zijn gemaakt met een temperatuurwaarschuwing kunnen hogere “ruiswaarden” (spikkels) vertonen. Schakel de camera uit en wacht tot deze is afgekoeld voordat u de camera weer inschakelt.
On derhoud van de cam era
Om uw camera in een goede staat te houden, is het aan te raden de camerabehuizing na elk gebruik met een zachte, schone doek schoon te maken. Gebruik geen alcohol, verfverdunner of andere vluchtige chemicaliën. Deze kunnen vervormingen of verkleuringen van het leer van de camerabehuizing tot gevolg hebben. Vloeisto en op de camera moeten onmiddellijk worden verwijderd met een zachte, droge doek.
viii
122
Voordat u begint
Eerste stappen
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Meer over fotogra e
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid .......................................................................... ii
Veiligheidsopmerkingen ............................................................. ii
Over deze gebruiksaanwijzing ..............................................viii
Voordat u begint
Inleiding ...............................................................................................1
Symbolen en conventies .............................................................1
Meegeleverde accessoires.......................................................... 1
Delen van de camera .................................................................... 2
LCD-indic ator s .............................................................................. 5
Eerste stappen
De draagriem bevestigen ..........................................................11
De batterij opladen ...................................................................... 13
De batterij en een geheugenkaart plaatsen .....................15
De camera in- en uitschakelen ................................................ 19
Basisinstellingen ............................................................................ 21
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Foto’s nemen ...................................................................................22
Foto’s bekijken ................................................................................ 26
Meer over fotogra e
Opnamestanden ............................................................................27
P: PROGRAMMA AE .....................................................................28
S: SLUITER AE .................................................................................29
A: DIAFRAGMA AE ........................................................................29
M: HANDMATIG .............................................................................30
C1/C2: AANGEPAST .....................................................................31
S GEAVANCRD SR AUTO ........................................................32
B AUTOMATISCH .......................................................................34
Adv. GEAVANCEERD ...................................................................34
SP ONDERWERPPROGRAMMA ...............................................38
Scherpstelvergrendeling ...........................................................39
De AEL/AFL-knop ...............................................................................40
Belichting vergrendelen .........................................................40
Scherpstelling vergrendelen ................................................40
F Opnamestanden Macro en Super Macro
(close- ups) ......................................................................................... 41
N De  itser gebruiken (Superintelligente  itser) ...........42
J De zelfontspanner gebruiken ............................................44
Continustand (continu fotograferen/
Een serie foto’s nemen) ...............................................................45
d Belichtingscompensatie ......................................................49
Belichtingsmeting .........................................................................50
Scherpstelstand .............................................................................51
Keuze van scherpstelframe .......................................................53
Witbalans ..........................................................................................54
Het kiezen van de functie van de Fn toets ..........................57
b Intelligente gezichtsdetectie ............................................58
Foto’s opnemen in RAW-formaat ........................................... 59
De Q (Snelmenu)-knop................................................................60
ix
Inhoudsopgave
Meer over afspelen
Films
Aansluitingen
Meer over afspelen
Afspeelfuncties...............................................................................62
Continu fotograferen ..................................................................62
I Favorieten: Foto’s waarderen .............................................62
Afspeelzo om .................................................................................. 63
Multi-Frame afspelen .................................................................64
A Foto´s wissen .............................................................................65
Foto-informatie weergeven .....................................................66
Een foto zoeken ..............................................................................67
X Fotoboek hulp ......................................................................... 68
Een fotoboek maken ...................................................................68
Fotoboeken bekijken ..................................................................69
Bewerken en verwijderen van fotoboeken........................69
Panorama’s bekijken ....................................................................70
Films
Films opnemen ...............................................................................71
Filmbeeldf ormaat ........................................................................73
Een externe microfoon gebruiken ........................................73
a Films afspelen ...........................................................................74
Aansluitingen
Foto’s bekijken op HD-televisies ............................................ 75
Foto’s afdrukken via USB ........................................................... 76
De camera aansluiten .................................................................76
Geselecteerde foto’s afdrukken .............................................76
DPOF printopdrachten afdrukken .........................................77
Een DPOF printopdracht aanmaken .....................................79
Foto’s bekijken op een computer .......................................... 82
Windows: MyFinePix Studio installeren ..............................82
Macintosh: RAW FILE CONVERTER installeren ...................84
Foto’s of  lms importeren naar een computer met
besturingssysteem Mac (Macintosh) ....................................85
De camera aansluiten .................................................................86
x
Inhoudsopgave
Menu’s
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden .............................88
Het menu Opnamestanden gebruiken ...............................88
De opties van het menu Opnamestanden .........................88
A Adv. MODUS .......................................................................88
A ONDERWERPPROGRAMMA ............................................88
N ISO ............................................................................................89
O BEELDGROOTTE ..................................................................90
T BEELDKWALITEIT ................................................................91
U DYNAMISCH BEREIK...........................................................91
P FILMSIMULATIE ...................................................................92
X FILMSIMULATIE BKT ...........................................................92
f KLEUR ......................................................................................93
q SCHERPTE ..............................................................................93
r HIGHLIGHT TINT .................................................................93
s SCHADUWTINT....................................................................93
h GELUIDSREDUCTIE .............................................................93
R INTELL. DIGITALE ZOOM ..................................................93
Z
GEAVANCEERDE ANTI-SCHERPTE
b GEZICHTSDETECTIE ...........................................................93
F SCHERPSTELLING ...............................................................94
c
HF ASSISTENTIE ........................................................................... 94
F FUNCTIET ...............................................................................94
v DISP. INST. OP MAAT ..........................................................95
I FLITSLICHT ............................................................................95
g EXTERNE FLITSER ................................................................96
K AANGEP. INSTELLEN ..........................................................96
a OVF/LCD-INSTELLNG ........................................................96
..................................93
Opties opnamemenu ( lmmodus) ........................................97
W FILMMODUS .........................................................................97
b GEZICHTSDETECTIE ...........................................................97
b SCÈNEHERKENNING ..........................................................97
P FILMSIMULATIE ...................................................................97
a STILBEELDOPNAME IN FILM ...........................................97
t MIC-NIVEAU-INSTEL ..........................................................97
De menu’s gebruiken: Afspeelstand ....................................98
Het Afspeelmenu gebruiken ...................................................98
De opties van het Afspeelmenu .............................................99
X FOTOBOEK HULP ................................................................99
b EEN FOTO ZOEKEN .............................................................99
x WISSEN ...................................................................................99
j MARK. VOOR OPL. ..............................................................99
I DIAVOORSTELLING .........................................................100
j RAW-CONVERSIE ..............................................................101
B VERWIJDER R. OGEN ........................................................102
D BEVEILIGEN .........................................................................102
G BEELDUITSNEDE .............................................................. 103
O NIEUW FORMAAT ............................................................ 103
C FOTO DRAAIEN ................................................................. 104
E KOPIËREN ............................................................................104
K PRINTOPDRACHT (DPOF) ............................................. 105
J BEELDVERHOUDING ....................................................... 105
xi
Inhoudsopgave
Technische informatie
Probleemoplossing
Appendix
Het menu Instellingen .............................................................. 106
Het menu Instellingen gebruiken....................................... 106
De opties van het menu Instellingen .................................107
F DATUM/TIJD .......................................................................107
N TIJDSVERSCHIL ..................................................................107
L a ............................................................................107
R RESET .....................................................................................107
o STILLE STAND .................................................................... 108
I
KNOP FOCUSREGELING
j SCHERPSTELLOEP ............................................................ 108
b GELUID SET-UP .................................................................108
A SCHERM SET-UP ...............................................................109
Z STROOMBEHEER ...............................................................110
L 2X STABILISATIE ................................................................. 111
B VERWIJDER R. OGEN ........................................................112
C AF-HULPLICHT ...................................................................112
k MODUS AE/AF-VERG. ......................................................112
v KNOP AE/AF-VERGR.........................................................112
t OPSLAAN SET-UP .............................................................113
M EENHEDEN AF-SCHAAL ..................................................114
S AANGEPAST RESETTEN ..................................................114
b Eye-Fi VERSTURN ..............................................................115
K FORMATTEREN ..................................................................115
......................................................... 108
Technische informatie
Optionele accessoires................................................................116
Accessoires van FUJIFILM ........................................................117
Optionele accessoires gebruiken ........................................119
Onderhoud van de camera .....................................................121
Probleemoplossing
Problemen en oplossingen .....................................................122
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen....................128
Appendix
Capaciteit geheugenkaart ......................................................132
Technische gegevens .................................................................133
Beperkingen van de Camera Instellingen........................138
Opnamestand en Camera Instellingen .............................138
xii
Inleiding
Symbolen en conventies
Meegeleverde accessoires
Symbolen en conventies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: 3 : Informatie die u moet lezen voordat u de camera in gebruik neemt en die u leert hoe u de camera cor-
rect bedient.
1 : Punten waarop u tijdens het gebruik van de camera moet letten. 2 : Aanvullende informatie die tijdens het gebruik van de camera van pas kan komen.
Pagina’s elders in deze gebruiksaanwijzing waarop andere relevante informatie staat.
P :
Menu’s en andere teksten die op het LCD-scherm van de camera verschijnen, worden vetgedrukt weerge­geven. In de illustraties in deze gebruiksaanwijzing wordt het LCD-scherm van de camera ten behoeve van de duidelijkheid soms enigszins vereenvoudigd afgebeeld.
Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden bij de camera meegeleverd:
Voordat u begint
NP-50 oplaadbare batterij
Stekkeradapter *
* De vorm van de adapter verschilt afhankelijk van de verkoopregio.
BC-50B batterijlader USB-kabel Lensdop
Bevestigingsgereedschap clipje
Metalen clipjes draagriem (× 2)
• CD-ROM
• Schouderriem
• Beschermkappen (× 2)
1
Delen van de camera
Delen van de camera
Voor meer informatie, zie de pagina rechts van elk item.
Inleiding
1 Sluiterknop ...................................................24
2 Instelschijf voor belichtingscom-
pensatie ..........................................................49
3 Functieknop ................................................27
4 Microfoon (L/R) ......................................... 71
5 Stroomvoerend koppelstuk .........95, 116
6 Zoekervenster .............................................. 6
7 Flitslicht ..........................................................42
8 Riemoog ........................................................ 11
9 Keuzeschakelaar
scherpstelstan d ......................................... 51
2
10 Zoomring ......................................................23
ON/OFF-schakelaar ................................. 19
11 Lens ................................................................ 133
12 AF-hulplicht ...............................................112
Lampje voor de zelfontspanner .... 44
13 Fn-knop (functie) ......................................57
14 Batterijvergrendeling ......................15, 17
15 Geheugenkaartsleuf ..............................16
16 Batterijcompartiment ............................15
17 Hoofdbedieningsknop ........................... 4
18 Afdekkap pool ............................ 75, 76, 86
19 Afdekklepje adapteraansluiting ....117
20
Ontgrendeling deksel batterijvak
21 Afdekkap van het batterijencom-
partiment ...................................................... 15
22 Luidspreker ...................................................74
23 Statiefopzetstuk
24 Scherm .............................................................. 5
25 USB multi-aansluiting ............73, 76, 86
26 Aansluiting voor HDMI-kabel ...........75
...15
Inleiding
27 Dioptrieregelaar ..........................................4
28 N-schakelaar ( i t s e r u i t k l a p p e n ) ...............42
29 a-knop (afspelen) ............................... 19, 26
30 AE -knop (zelfbelicht ing) .............................. 50
k-knop (inzoomweergave) ........................ 63
31 I-knop (continu fotograferen/Een serie foto’s
nemen) ............................................................... 45
n-knop (uitzoomweergave) ....................... 63
32 WB-knop (witbalans) ................................... 54
De keuzeknop
Cursor o mhoog (e) AF-knop (automatische scherpstelling) (P 53)/
b (wiss en)-knop (P 26)
Cursor l inks (g)
F (mac ro)-knop (P 41)
Cursor omlaag (f)
J (zelfontspanner)-knop (P 44)
33 Oogsensor ...................................................... 7
34 Indicatorlampje ........................................ 25
35 AEL/AFL-knop (automatische scherpstelling/
vergrendeling zelfbelichtin g) .....................40, 52
36 Keuzeknop (zie hieron der)
37 Sub-bedieningsknop............................... 4
38 Q -knop ............................................................ 60
39
DISP (display)/BACK-knop
MENU/OK-knop (P 21)
Cursor r echts (h)
N
( itser)-knop (P 42)
...................... 9, 25
Voordat u begint
3
Inleiding
Hoofdbedieningsknop/Sub-bedieningsknop
Draai de hoofd/sub-bedieningsknop om de lensope­ning of de sluitersnelheid in te stellen. U kunt ook items selecteren met de hoofd/sub-bedieningsknop voor de keuzeknop. Om scherp te stellen voor MF, draai de sub- bedieningsknop (P 51).
Hoofdbedie-
ningsknop
Druk op het midden van de hoofdbedie­ningsknop voor bepaalde operaties zoals het schakelen tussen de instellingen in M modus.
Verg rendeling van de k noppen
Om de Q knop en keuzeknop te sluiten (AF/N/h/F), druk op MENU/OK tot X wordt weergegeven. Dit voor­komt onbedoelde bediening tijdens het fotograferen. De knoppen kunnen worden ontgrendeld door te drukken op MENU/OK tot X niet meer wordt weergegeven.
Sub-bedienings-
knop
Dioptrieregelaar
Deze camera heeft een dioptrieinstelling om zich aan individuele oogsterkten aan te passen. Laat de diop­trieregelaar op en neer glijden tot de zoekerweergave scherpgesteld is.
Helder omgevingslicht
Re ecties en glans veroorzaakt door helder omge­vingslicht, kunnen het moeilijk maken het beeld op het scherm te zien; in het bijzonder als de camera buiten gebruikt wordt. Dit kan worden verholpen door de Q- knop vast te houden om de outdoorstand aan te zetten. De outdoorstand kan ook worden ingeschakeld door de
A SCHERM SET-UP> MONITOR ZONLICHTFUNC- TIE-optie te gebruiken in het instellingenmenu (P 109).
4
Inleiding
LCD-indicators
■■ Opname: Optische zoeker
LCD-indicators
Tijdens het opnemen en afspelen kunnen de volgende indicators verschijnen. De weergegeven indicators kunnen verschillen naargelang de camera-instellingen.
Opname: Optische zoeker
1 Flitsstand .......................................................42
2 Indicator zelfontspanner .................... 44
3
Zoeker scherpstelframe
4
Parallax waarschuwing
5
Scherpstellingswaarschuwing
6 Onscherptewaarschuwing ......43, 128
7 Opnamestand ............................................27
............................ 128
...24, 128
8 Diafragma .............................................29, 30
9 Sluitertijd ............................................... 29, 30
Belichtingscompensatiew aarde ..... 49
Gevoeligheid .............................................. 89
10
Belichtingscompensatie-indicator
11 Scherpstelindicator .................................24
...49
Voordat u begint
5
Inleiding
Optische zoeker
Deze weergave is immuun voor digitale video-e ecten en laat het onderwerp toe om rechtstreeks gezien te worden zonder weergave-vertraging. De onderwerpen zijn altijd scherp, zodat u hun uitdrukking steeds ziet.
c
• Het scherpstelframe geeft bij benadering het scherpstelpunt aan voor foto’s die gemaakt worden met behulp van de optische zoeker.
• De weergave in de zoeker kan iets afwijken van de uiteindelijke foto omwille van parallax.
• Framedekking ca. 85% (bij een beeldverhouding van 4 : 3).
• Delen van de lens kunnen bij sommige zoomstanden in de zoeker zichtbaar zijn.
• De zoeker is uitgerust met een speciaal scherm dat dimt als de batterij niet is geplaatst. Een zeer geringe hoeveel­heid stroom (te weinig om enige invloed te hebben op de levensduur van de batterij) houdt het scherm helder terwijl de batterij wordt geplaatst.
Pic togrammen en te kst in de optisc he zoeker
De weergave in de zoeker is mogelijk moeilijk te lezen in fel zonlicht. Normaal zwart, worden de pictogrammen en de tekst in de zoeker groen in een donkere omgeving of om aan te duiden dat de camera succesvol scherp heeft gesteld, rood om aan te geven dat de camera niet scherp kon stellen of dat het onderwerp onder- of overbelicht is, en blauw wanneer de belichting en/of scherpstelling vergrendeld is.
6
Inleiding
■■ Opname: L
CD-scherm
Opname: L
* a: geeft aan dat er geen geheugen-
CD-sche rm
100
F
1000 F3.3
kaart in het toestel zit en dat de beel­den in het interne geheugen van de camera worden opgeslagen (P 16).
1 Flitsstand .......................................................42
2 Macrostand (close-up) ..........................41
3 Indicator zelfontspanner .................... 44
4
Opnamestand continu fotograferen
5 Geavanceerde anti-scherpte ....33, 93
6 Witbalans .......................................................54
7 Filmsimulatie ...............................................92
8 Dynamisch bereik .................................... 91
9 Indicator intern geheugen *
10 Resterend aantal opnamen ............ 132
11 Beeldformaat/Beeldkwaliteit ...90, 91
12 Temperatuurwaarschuwing .....viii, 129
13 Onscherptewaarschuwing ......43, 128
14 Elektr. waterpas .........................................95
15 Uploaden via Eye-Fi ..............................115
16 Datumstempel .........................................114
17 Indicator stille stand ....................25, 108
....45
18
Afstandsaanduiding
19 Batterijniveau ..............................................20
20 Gevoeligheid ..............................................89
21 Monitor zonlichtfunctie ....................109
22 2x stabilisatie.............................................111
Scherpstellingswaarschuwing
23
24 Diafragma .............................................29, 30
25 AE vergrendelen .......................................40
26 Sluitertijd ...............................................29, 30
27 Belichtingsmeting ...................................50
28 Opnamestand ............................................27
29
Handmatige scherpstelindicator
30
Belichtingscompensatie-indicator
31 Histogram .....................................................10
32 Scherpstelframe........................................39
33 Intelligente digitale zoom ..................93
Weergave selectie
De optie a OVF/LCD-INSTELLNG in het opnamemenu biedt een keuze uit OVF (opti- sche zoeker), LCD (LCD-monitor) en OOGSENSOR opties. Als OOGSENSOR is geselec­teerd, gaat de zoeker automatisch aan wanneer u uw oog tegen de zoeker houdt en de LCD-monitor gaat aan wanneer u uw oog weghaalt (merk op dat de oogsensor mogelijk niet reageert afhankelijk van hoe u de camera vasthoudt of als u een bril draagt).
.................................51
Voordat u begint
...24, 128
......51
.....49
Oogsensor
7
■■ Afspelen
Afspelen
12/31/2050 10:00 AM
YouTube
1/1000 F2.8
1
+1
100-0001
4:3
3
1 Favorieten .....................................................62
2 Indicator intelligente
gezichtsdete ctie ............................... 58, 93
3
Indicator rode-ogenverwijdering
4 Pro focus stand, pro low-light
F
stand ........................................................ 36, 37
5 Bewegend panorama z ...........34, 70
6 Portretverbetering ..................................38
7 Gsavanc. Filter ............................................34
8 Geschenkbeeld .........................................62
9 Framenummer .........................................111
10 Eye-Fi uploaden voltooid .................115
11 Dynamisch bereik ....................................91
12 Uploaden via Eye-Fi ..............................115
... 102
13 Indicator afspeelstand ..................26, 62
14 Markeren voor uploaden naar .........99
15 Fotoboek hulp ...........................................68
16 DPOF-afdrukindicator ...........................80
17 Beveiligd beeld ....................................... 102
Inleiding
8
Inleiding
■■ Afspelen
Opname
Afspelen
Druk op DISP/BACK om als volgt door de afspeelmodi te schakelen:
Opname
100
F
2000 F5.6
200
2000 F5.6
200
INFORMATIE1 AAN INFORMATIE2 AAN
000100
F
P
2000
1F5.6
200
INFO-DISPLAY INFORMATIE UIT
100
F
2000 F5.6
200
AANGEPAST
3
Wanneer lecteerd is kan de afspeelmodus veranderen naar
INFO-DISPLAY of INFORMATIE1 AAN gese-
INFOR-
MATIE2 AAN afhankelijk van de bediening.
Aangepaste weergave
Kies de weer te geven i nformat ie met vDISP. INST. OP MAAT in het opnamemenu (P95).
Voordat u begint
9
Afspelen
Afspelen
100-0001
12/31/2050
10: 00 AM
3:2
F
100-0001
4:3
F
YouTube
12/31/2050 10:00 AM
1/1000 F2.8
1
+1
3
INFORMATIE AAN INFORMATIE UIT
4:3
N
ISO
400
1/250
: :OFF :
2
:
-
1
3
12/ 31/2050 10: 00
100-0001
F
4.5
AM
GEDETAILLEERDE
INFO
12/31/2050
10: 00 AM
1/ 1000 F4.5
I FAVO RIE TEN
100-0001
2
-
1
Inleiding
Histogrammen
Histogrammen laten de verdeling van kleuren in een afbeelding zien. De horizontale as geeft de helderheid weer, de verticale as het aantal pixels.
Aantal
pixels
Pixelhelderheid
Schaduwen Lichtste delen
3:2
F
Optimale belichting:
de verdeling van pixels verloopt in een gelijkmatige curve over het volledige kleurenbereik.
200
3
Overbelicht: het aantal pixels piekt aan de rechterkant van de gra ek.
Onderbelicht: het aantal pixels piekt aan de linkerkant van de gra ek.
Gedetailleerde Info
q r u o !1
10
Dynamisch bereik Sluitertijd/lensopening Witbalans Nummering Histogram
Beeldgrootte en kwaliteit
w
Filmsimulatie
t
Belichtingscorrectie
i
Foto (overbelichte gebieden knipperen aan en uit)
!0
Gevoeligheid
e
Flitsstand
y
4:3
N
ISO
400
F
4.5
1/250
: :OFF :
2
:
-
1
3
12/ 31/2050 10: 00
100-0001
AM
De draagriem bevestigen
Maak de draagriemclipjes aan de camera vast en daarna aan de draagriem.
Een draagriemclipje openen.
1
Gebruik het draagriemgereedschap om het draagriemclipje zoals aangegeven te openen.
3
Bewaar het gereedschap op een veilige plaats. U zult het nodig hebben om de draagriemclipjes te openen bij het losmaken van de draagriem.
Het draagriemclipje op het oogje plaatsen.
2
Haak het bevestigingsoog vast in de opening van het clipje. Verwijder het gereedschap en houd het clipje met de andere hand op zijn plek.
Het clipje door het oogje halen.
3
Draai het clipje totdat het volledig door het oogje is en dichtklikt.
Een beschermkapje bevestigen.
4
Plaats het beschermkapje over het oogje, zoals weergegeven. De zwarte kant moet richting de camera wijzen. Herhaal de stappen 1–4 voor het tweede oogje.
Eerste stappen
11
De draagriem bevestigen
De draagriem plaatsen.
5
Haal de draagriem door het beschermkapje en de draagriemring.
De draagriem vastmaken.
6
Maak de draagriem vast zoals afgebeeld. Her­haal de stappen 5–6 voor het tweede oogje.
3
Zorg ervoor dat de draagriem goed vastzit om te voorko­men dat de camera valt.
12
De batterij opladen
Bij levering is de batterij niet opgeladen. Laad de batterij vóór gebruik op.
Bevestig de stekkeradapter.
1
Bevestig de stekkeradapter zoals aangeduid en zorg ervoor dat deze volledig is geplaatst en op zijn plaats klikt op de laderpolen.
Batterijlader
Stekkeradapter
3
De stekkeradapter is uitsluitend bedoeld voor gebruik met de meegeleverde batterijlader. Gebruik de stekke­radapter niet met andere apparaten.
Laad de batterij op met de meegeleverde
2
batterijlader.
Plaats de batterij in de richting die wordt aan­gegeven door de DFC-etiketten.
De camera gebruikt een NP-50 oplaadbare batterij.
Batterij
DFC-
Pijl
markering
DFC-
markering
Laadindicator
Eerste stappen
13
De batterij opladen
Laadin di-
cator
Laadto estand
Actie
Sluit de lader aan op een stopcontact.
3
Sluit de lader aan op een stopcontact binnen. De laadindicator licht op.
De laadindicator
De laadindicator geeft de voortgang van het opla­den als volgt weer:
Laadindi-
cator
Uit
Aan
Knippert Batterij defect.
Laadtoestand
Geen batterij
geplaatst.
Batterij volledig
opgeladen.
De batterij wordt
opgeladen.
Actie
Plaats de batterij.
Verwijder de batterij.
Trek de stekker van de
lader uit het stopcontact
en verwijder de batterij.
Laad de batterij op
4
Verwijder de batterij wanneer deze is opge­laden. Raadpleeg de technische gegevens (P 137) voor laadtijden (merk op dat de laad­tijden bij lage temperaturen toenemen).
3
Trek de stekker van de batterijlader uit het stopcontact nadat de batterij is opgeladen.
14
De batterij en een geheugenkaart plaatsen
Hoewel de camera beschikt over een intern geheugen waarin de foto’s kunnen worden opgeslagen, kun­nen er meer foto’s worden opgeslagen op SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten (los verkrijgbaar). Nadat de batterij volledig is opgeladen, plaatst u de batterij en de geheugenkaart volgens onderstaande aanwij­zingen in de camera.
Open de afdekkap van het batterijencom-
1
partiment.
a
Controle er altijd o f de c ame ra is uitg escha keld voordat u de afdekkap van het batterijencompartiment opent.
3
• Open de afdekkap van het batterijencomparti­ment nooit wanneer de camera is ingeschakeld. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaat­regel kan beschadiging van fotobestanden of ge­heugenkaarten tot gevolg hebben.
• Gebruik niet te veel kracht wanneer u de afdekkap van het batterijencompartiment opent of sluit.
Plaats de batterij.
2
Breng de oranje streep op de batterij op één lijn met de oranje batterijvergrendeling, druk de batterijvergrendeling opzij en laat de bat­terij in het compartiment glijden. Controleer of de batterij goed vergrendeld is.
Oranje streep
Batterijvergrendeling
3
Plaats de batterijen in de juiste richting in het bat­terijencompartiment. Oefen NOOIT kracht uit en pro-
beer niet de batterij achterstevoren of onderstebo­ven in het compartiment te drukken. Als de batterij
in de richting wordt gehouden, glijdt hij moeiteloos in het compartiment.
Eerste stappen
15
De batterij en een geheugenkaart plaatsen
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
Plaats de geheugenkaart.
3
Houd de geheu­genkaart in de rich­ting zoals rechts wordt aangegeven en schuif deze in het apparaat totdat deze aan de ach-
Klik
terkant van de sleuf vastklikt.
3
• Let erop dat u de geheugenkaart in de juiste rich­ting in de kaartsleuf steekt, steek de kaart er niet onder een hoek in en oefen geen kracht uit. Als de geheugenkaart niet of niet correct is geplaatst, verschijnt a op het LCD-scherm en wordt het in­terne geheugen gebruikt voor opname en afspe­len.
• SD/SDHC/SDXC-geheugen­kaarten kunnen worden beveiligd zodat de kaart niet geformatteerd kan worden en het niet moge­lijk is om foto’s op te slaan of te wissen. Schakel de schrijfbeveiliging uit met behulp van het schake­laartje, voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
Sluit de afdekkap van het batterijencompar-
4
timent.
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
16
De batterij en een geheugenkaart plaatsen
3 Batterijen
• Maak de polen van de batterij schoon met een zachte, droge doek. Anders kan de batterij mogelijk niet worden opgeladen.
• Plak geen etiketten of andere voorwerpen op de batterij. Anders kan de batterij mogelijk niet meer uit de camera worden genomen.
• Voorkom dat de batterijpolen worden kortgesloten. An­ders kan de batterij oververhit raken.
• Lees de voorzorgsmaatregelen in het hoofdstuk “Span­ningsvoeding en batterij” (P iv).
• Gebruik alleen een voor de batterij voorgeschreven bat­terijlader. Anders kan de batterij en/of de batterijlader defect raken.
• Probeer niet de labels van de batterij te halen of de be­huizing te openen.
• De batterij verliest geleidelijk haar lading, zelfs wanneer de batterij niet wordt gebruikt. Laad de batterij een of twee dagen voor gebruik op.
b Een netstroomadapter gebruiken
• De camera kan worden gevoed door een optionele net­stroomadapter met koppelstuk (los verkrijgbaar). Zie de met de netstroomadapter en koppelstuk meegeleverde gebruiksaanwijzingen voor details.
• Afhankelijk van het land of de verkoopregio, wordt een diavoorstelling in demostand getoond wanneer de ca­mera wordt ingeschakeld terwijl deze van stroom wordt voorzien door een netadapter. Druk op de ontspanknop om de voorstelling te beëindigen.
De batterij en de geheugenkaart verwijderen
Voordat u de batterij of de geheugenkaart verwijdert, moet de camera worden uitgeschakeld waarna de af­dekkap van het batterijcompartiment kan worden ge­opend.
Druk de batterijvergrendeling opzij om de batterij vrij te geven en laat de batterij uit de camera glijden.
De geheugenkaart kan worden verwijderd door de kaart omlaag te drukken en langzaam omhoog te laten komen. De geheugen­kaart kan nu met de hand worden verwijderd. Bij het verwijderen van een geheugenkaart kan de kaart te snel uit de sleuf schieten. Gebruik uw vinger om de kaart tegen te houden en laat de kaart voorzichtig los.
Batterijvergrendeling
Eerste stappen
17
De batterij en een geheugenkaart plaatsen
■■ C
ompatibele geheugenkaarten
C
ompatibele geheugenkaarten
FUJIFILM en SanDisk SD-, SDHC- en SDXC-geheu­genkaarten zijn getest en goedgekeurd om in deze camera te worden gebruikt. Een volledige lijst met goedgekeurde geheugenkaarten is beschikbaar op http://www.fujifilm.com/support/digital_cameras/ compatibilit y/. Met andere geheugenkaarten kan de werking niet worden gegarandeerd. De camera is niet geschikt om te worden gebruikt met xD-Picture Cards of MultiMediaCard (MMC) apparaten.
3 Geheugenkaarten
Voorkom dat de camera wordt uitgeschakeld of dat de geheugenkaart wordt verwijderd terwijl de camera be­zig is met het formatteren van de geheugenkaart of met het lezen van, of schrijven naar de geheugenkaart. An-
ders kan de geheugenkaart worden beschadigd.
• Nieuwe SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten moeten voor het eerste gebruik worden geformatteerd en alle ge­heugenkaarten die in een computer of ander apparaat zijn gebruikt, moeten ook weer worden geformatteerd. Zie “K FORMATTEREN” (P 115) voor meer informatie over het formatteren van geheugenkaarten.
• Geheugenkaar ten zijn klein en kunnen worden ingeslikt; bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kinde­ren. Roep onmiddellijk medische hulp in wanneer een kind een geheugenkaart heeft ingeslikt.
• miniSD of microSD adapters die groter of kleiner zijn dan de standaardafmetingen van een SD/SDHC/SDXC-kaart, worden mogelijk niet normaal uitgeworpen; breng, als de kaart niet wordt uitgeworpen, de camera naar een erkend servicecenter. Probeer de kaart niet met geweld uit de camera te halen.
• Kleef geen etiketten op geheugenkaarten. Etiketten die losraken, kunnen defecten veroorzaken.
• Bij sommige soorten SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten kunnen  lmopnamen onderbrekingen vertonen. Ge­bruik een H kaart of hoger bij het opnemen van HD- of high-speed  lms.
• Bij het repareren van de camera kunnen de gegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen, gewist of beschadigd worden. Tevens dient u zich er van bewust te zijn dat de reparateur de in het geheugen opgeslagen foto’s kan bekijken.
• Door het formatteren van een geheugenkaart of het interne geheugen wordt een map aangemaakt waarin de foto’s worden opgeslagen. U mag deze map niet verwijderen of een andere naam geven. Ook mag u de fotobestanden in deze map niet bewerken, wissen of herbenoemen met behulp van een computer of ander apparaat. Gebruik alleen de camera om foto’s van ge­heugenkaarten en uit het interne geheugen te wissen, kopieer de bestanden naar de computer en bewerk of herbenoem de kopieën, en niet de originele bestanden.
18
Loading...
+ 126 hidden pages