EPSON ET-M3170 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
NPD6005-03 NL
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................7
Informatie zoeken in de handleiding.............7
Markeringen en symbolen....................9
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding.......9
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................11
Veiligheidsinstructies voor inkt..............12
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 12
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 12
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer.......................... 13
Adviezen en waarschuwingen voor het
vervoeren of opslaan van de printer.......... 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het touchscreen......................14
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........14
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............15
Bedieningspaneel..........................17
Conguratie
Pictogrammen op het lcd-scherm............18
Touchscreenbewerkingen..................19
Basishandelingen........................20
Tekens invoeren.........................21
basisscherm....................18
Verbinding maken met een iPhone, iPad of
iPod touch via Wi-Fi Direct................ 26
Verbinding maken met Android-apparaten
via Wi-Fi Direct.........................29
Verbinding maken met niet-iOS- of Android-
apparaten via Wi-Fi Direct.................31
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . . 35
Wi-Fi-instellingen congureren door de SSID
en het wachtwoord in te voeren............. 35
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling (WPS).................36
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS)..................38
Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
Geavanceerde netwerkinstellingen maken. . . . . . 39
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 41
Netwerkpictogram.......................41
De gedetailleerde netwerkinformatie
controleren op het bedieningspaneel..........41
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 42
Draadloze routers vervangen of toevoegen. . . . . 48
De verbindingsmethode met een computer
De netwerkstatus wijzigen naar ethernet op het
bedieningspaneel..........................49
De instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .51
Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig Toegangspunt) verbreken vanaf het
bedieningspaneel..........................51
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................52
congureren
....... 38
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................23
Ethernet-verbinding......................23
Wi-Fi-verbinding........................24
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................24
Een computer verbinden.................... 25
Een smart device verbinden..................26
Een smart-apparaat verbinden via een
draadloze router.........................26
De printer voorbereiden
Papier laden..............................53
Beschikbaar papier en capaciteiten...........53
Papier in de Papiercassette laden.............56
Papier in de Papiertoevoer achter laden........59
Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen. . . . 61
Lijst met papiertypen.....................62
Originelen plaatsen........................ 63
Beschikbare originelen voor de ADF..........63
Originelen op de ADF plaatsen..............64
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . 66
2
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Contactpersonen beheren....................68
Contacten registreren of bewerken...........68
Contactgroepen registreren of bewerken. . . . . . . 68
Contacten registreren op een computer........69
Menuopties voor Instel......................70
Menuopties voor Algemene instellingen. . . . . . . 71
Menuopties voor Onderhoud...............75
Menuopties voor Statusv.afdrukk.............76
Menuopties voor Afdrukteller...............77
Menuopties voor Rapporten................77
Menuopties voor Gebruikersinstellingen. . . . . . . 77
Menuopties voor Standaardinst. herstellen. . . . . 77
Menuopties voor Firmware-update...........78
Stroom besparen..........................78
Stroom besparen — Bedieningspaneel. . . . . . . . .78
Faxinstellingen
Voordat u faxfuncties gebruikt................79
Aansluiten op een telefoonlijn.................79
Compatibele telefoonlijnen.................79
De printer aansluiten op een telefoonlijn.......80
Uw telefoontoestel aansluiten op de printer. . . . . 81
De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxen (met gebruik van Wizard
faxinstelling).............................83
Individuele instellingen instellen voor de
faxfuncties van de printer....................85
De instelling Ontvangstmodus..............85
Instellingen voor een extern telefoontoestel
congureren...........................87
Instellingen
van ongewenste faxen.....................88
Instellingen congureren voor het opslaan
van ontvangen faxen..................... 88
Instellingen instellen om faxen te verzenden
en ontvangen op een computer..............89
Menuopties voor Faxinstellingen...............90
Fax-aansl. controleren.................... 90
Wizard faxinstelling......................90
Menu Ontvangstinstellingen................91
Menu Rapportinstellingen.................92
Menu Basisinstellingen....................92
Menu Veiligheidsinstel.................... 94
congureren
voor het blokkeren
Afdrukken
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
in Windows..............................95
Het printerstuurprogramma openen..........95
Basisprincipes voor afdrukken..............96
Dubbelzijdig afdrukken...................97
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 98
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde).........98
Een verkleind of vergroot document afdrukken. . 99
Een
aeelding
meerdere vellen (een poster maken)......... 100
Afdrukken met een kop- en voettekst........ 106
Een watermerk afdrukken.................107
Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken. . . 108
De afdruktoon aanpassen.................108
Dunne lijnen benadrukken tijdens het
afdrukken............................109
Afdrukken om lichte tekst en lijnen te
verbeteren............................109
Duidelijke streepjescodes afdrukken. . . . . . . . . 110
Afdrukken annuleren....................110
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . 111 Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
in Mac OS..............................114
Basisprincipes voor afdrukken............. 114
Dubbelzijdig afdrukken..................115
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . .116
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde)........ 116
Een verkleind of vergroot document afdrukken 117
Afdrukken annuleren....................118
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . 118
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren................ 119
Afdrukken met Smart Devices............... 120
Epson iPrint gebruiken...................120
Epson Print Enabler gebruiken.............122
AirPrint gebruiken......................122
De actieve taak annuleren...................123
vergroot afdrukken op
Kopiëren
Normaal kopiëren........................124
Dubbelzijdig kopiëren..................... 124
Meerdere originelen kopiëren naar één vel. . . . . . .125
Basis menu-opties voor kopiëren..............125
Geavanceerde menuopties voor kopiëren........125
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel.............128
Scannen naar een computer (Event Manager). . 128
Scannen naar de cloud...................132
Scannen via WSD.......................134
Scannen vanaf een computer.................136
3
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Scannen met Epson Scan 2................136
Scannen met smart-apparaten................139
Epson iPrint installeren.................. 139
Scannen met Epson iPrint.................139
Faxen
Voordat u faxfuncties gebruikt...............141
Faxen verzenden via de printer...............141
Faxen verzenden via het bedieningspaneel. . . . . 141
Verschillende manieren om faxberichten te
verzenden............................ 143
Inkomende faxen ontvangen...............146
Faxen ontvangen via een telefoonoproep. . . . . . 147
Ontvangen faxen opslaan.................148
Een faxrapport handmatig afdrukken. . . . . . . . 150
Menuopties voor faxen.....................150
Ontvanger............................150
Faxinstellingen.........................151
Meer................................152
Menuopties voor Gebruikersinstellingen. . . . . . . . 153
Menuopties voor Postvak IN.................153
Een faxbericht verzenden via een computer. . . . . . 153
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Windows)................ 154
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Mac OS)................. 156
Faxen ontvangen op een computer............ 157
Inkomende faxen opslaan op een computer. . . . 158
De functie voor het opslaan van ontvangen
faxen op de computer uitschakelen..........158
Controleren op nieuwe faxen (Windows). . . . . . 159
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS).......160
Inkt bijvullen en onderhoudscassettes vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren.............. 161
De status van de onderhoudscassette
controleren — Bedieningspaneel............161
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Windows. . . . 161
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Mac OS. . . . . 161
Voorzorgsmaatregelen voor inktessen.........163
De inkttank bijvullen......................164
Onderhoudscassettecode................... 167
Voorzorgsmaatregelen voor de
onderhoudscassette....................... 168
Een onderhoudscassette vervangen............168
De printer onderhouden
Voorkomen dat de printkop uitdroogt........ 169
Controleren of spuitkanaaltjes verstopt zijn
(spuitkanaaltjescontrole).................. 169
Controleren op verstopte spuitkanaaltjes (spuitkanaaltjescontrole) — Bedieningspaneel. . 169 Controleren of spuitkanaaltjes verstopt zijn
(spuitkanaaltjescontrole) — Windows........170
Controleren of spuitkanaaltjes verstopt zijn
(spuitkanaaltjescontrole) — Mac OS.........171
De printkop reinigen (Printkop reinigen)....... 172
De printkop reinigen — Bedieningspaneel. . . . . 172
Printkop reinigen — Windows............. 172
Printkop reinigen — Mac OS.............. 173
Extra sterke reiniging uitvoeren op de printkop
— (Krachtige reiniging).................... 173
Krachtige reiniging uitvoeren —
Bedieningspaneel.......................174
Krachtige reiniging uitvoeren — Windows. . . . .174
Krachtige reiniging starten — Mac OS........175
De printkop uitlijnen......................175
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .175
Het papiertraject reinigen...................176
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . 176 Het papiertraject reinigen om
papierstoringen te voorkomen............. 176
De automatische documentinvoer (ADF)
schoonmaken............................178
Het doorschijnende folie reinigen.............182
Controleren hoeveel pagina's in totaal door de
printer zijn gegaan........................184
Controleren hoeveel pagina's in totaal door
de printer zijn gegaan — bedieningspaneel. . . . 184
Controleren hoeveel pagina's in totaal door
de printer zijn gegaan - Windows........... 185
Controleren hoeveel pagina's in totaal door
de printer zijn gegaan — Mac OS........... 185
4
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Netwerkservice en softwareinformatie
Toepassing voor het
printerbewerkingen (Web Cong).............186
Webconguratie uitvoeren op een webbrowser. 186
We b
Cong
Web Cong uitvoeren op Mac OS...........187
Toepassing voor het scannen van documenten
De netwerkscanner toevoegen..............188
Toepassing voor het congureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel
(Epson Event Manager).................... 189
Toepassing voor het faxbewerkingen en het verzenden van faxen
(FAX Utility)............................189
Toepassing voor het verzenden van faxen
(stuurprogramma PC-FAX).................190
Toepassing voor het afdrukken van webpagina's
(E-Web Print)........................... 191
Hulpprogramma's voor soware-updates
(EPSON Soware Updater). . . . . . . . . . . . . . . . . 191
Toepassing voor het congureren van meerdere
De meest recente toepassingen installeren. . . . . . . 192
De
printerrmware
bedieningspaneel.........................194
Toepassingen verwijderen...................194
Toepassingen verwijderen — Windows.......194
Toepassingen verwijderen — Mac OS........195
Afdrukken via een netwerkservice.............196
congureren
uitvoeren op Windows..........187
congureren
bijwerken via het
van
van
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................197
Berichten op het display bekijken...........197
De printerstatus controleren - Windows.......198
De printerstatus controleren — Mac OS...... 198
De sowarestatus controleren................198
Vastgelopen papier verwijderen...............199
Vastgelopen papier verwijderen uit het
voorpaneel............................199
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiertoevoer achter.....................200
Vastgelopen papier binnen in de printer
verwijderen...........................201
Vastgelopen papier verwijderen uit het
Achterpaneel..........................202
Vastgelopen papier verwijderen uit de ADF. . . . 203
Papier wordt niet goed ingevoerd.............205
Papier loopt vast........................206
Papier wordt schuin ingevoerd.............206
Uitgeworpen papier valt uit de uitvoerlade. . . . .206
Papier wordt uitgeworpen tijdens het
afdrukken............................206
Origineel wordt niet in ADF ingevoerd. . . . . . . 206
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................207
De stroom wordt niet ingeschakeld..........207
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 207
Stroom schakelt automatisch uit............207
Het display wordt donker.................208
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 208
De verbinding controleren (USB)...........208
De verbinding controleren (netwerk).........208
De soware en gegevens controleren.........209
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................211
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................212
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................212
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 212
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................214
De SSID voor de computer controleren.......214
Ethernet-verbinding wordt onstabiel.........215
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . . 216
Afdrukproblemen........................ 216
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 216
Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .217
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 3.3 cm..........217
Verticale lijnen of verkeerde uitlijning........218
Afdrukkwaliteit is slecht..................218
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........219
Vlekken op het papier bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken...................220
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............220
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 220
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 221
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 221
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .221
Op de gekopieerde afdruk verschijnen
ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................221
5
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde
aeelding............................222
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................222
Het probleem kon niet worden opgelost. . . . . . .222
Overige afdrukproblemen...................222
Afdrukken verloopt te traag...............222
De afdruk- of kopieersnelheid neemt sterk af
tijdens een continue bewerking.............223
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een
computer met Mac OS X 10.6.8.............223
Kan niet beginnen met scannen.............. 223
Problemen met gescande aeeldingen......... 224
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort
worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................224
Rechte lijnen verschijnen bij het scannen
vanaf ADF............................225
De aeeldingskwaliteit is ruw..............225
De
aeeldingen..........................225
De tekst is onscherp.....................225
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 226
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 226
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............226
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 227
Andere scanproblemen.....................228
Scannen verloopt te traag.................228
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 228
Faxproblemen met verzenden en ontvangen. . . . . 228
Kan geen fax verzenden of ontvangen........228
Kan geen faxen versturen.................229
Kan geen faxen verzenden naar opgegeven
ontvanger............................ 230
Kan geen faxen verzenden op speciek tijdstip. .230
Kan geen faxberichten ontvangen...........230
Foutmelding geheugen vol................231
Verzonden fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 231
Faxen worden op verkeerde grootte verzonden. .232
Ontvangen fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 232
Ontvangen faxen worden niet afgedrukt. . . . . . 232
Pagina's zijn blanco of er wordt slechts een
klein deel van de tekst afgedrukt op de
tweede pagina van ontvangen faxen. . . . . . . . . .233
schijnt door in de achtergrond van
oset
Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon. . . . 233
Antwoordapparaat kan geen gesprekken
aannemen............................233
Faxnummer van de zender wordt niet op ontvangen faxberichten weergegeven of het
nummer is fout........................ 233
Overige problemen........................234
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 234
Datum en tijd zijn verkeerd............... 234
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................234
Een bericht over het resetten van het
inktniveau wordt weergegeven............. 234
Gemorste inkt.........................235
Bijlage
Technische specicaties.................... 236
Printer specicaties..................... 236
Scannerspecicaties Interface-specicaties
Faxspecicaties........................ 237
Lijst met netwerkfuncties.................238
Wi-Fi-specicaties Ethernetspecicaties
Beveiligingsprotocol.....................240
Ondersteunde services van derden.......... 240
Dimensies............................240
Elektrische
Omgevingsspecicaties...................241
Systeemvereisten....................... 241
Regelgevingsinformatie.................... 242
Normen en goedkeuringen................242
Beperkingen op het kopiëren.............. 243
De printer vervoeren en opslaan..............244
Copyright.............................. 247
Hulp vragen.............................249
Technische ondersteuning (website)......... 249
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................249
specicaties
.....................237
....................237
......................239
.....................239
.................. 240
6
Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen

De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de toepassingen raadplegen.
Belangrijke veiligheidsvoorschrien (gedrukte handleiding)
Bevat instructies om deze printer veilig te gebruiken.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie downloaden.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor
soware-updates
(EPSON
Soware
Updater)” op pagina 191

Informatie zoeken in de handleiding

In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
7
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de weergegeven zoekresultaten om naar de
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
betreende
pagina te gaan.
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi nd ow s: hou d d e Alt-toets ingedrukt en druk op ←.
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op ←.
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voor be eld : 2 0-2 5
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
8
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding

Markeringen en symbolen

Let op:
!
Instructies die nauwkeurig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
Belangrijk:
c
Instructies die moeten worden nageleefd om schade aan de apparatuur te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende en referentie-informatie.
Gerelateerde informatie
& Koppelingen naar gerelateerde gedeelten.

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding

Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS High Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is situatie.
De
aeeldingen
model, maar de gebruiksmethode blij hetzelfde.
Sommige menu-items op het lcd-scherm variëren naargelang het model en de instellingen.
U kunt de QR-code scannen met de speciale app.
in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine verschillen tussen elk
aankelijk
van het model en de

Referenties voor besturingssystemen

Windows
In deze handleiding verwijzen termen als "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista", "Windows XP", "Windows Server 2016", "Windows Server 2012 R2", "Windows Server 2012", "Windows Server 2008 R2", "Windows Server 2008", "Windows Server 2003 R2" en "Windows Server 2003" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Win dow s® 10 besturingssysteem
®
Win dow s® 8.1 besturingssysteem
®
Win dow s® 8 besturingssysteem
®
Win dow s® 7 besturingssysteem
®
Win dow s Vi st a® besturingssysteem
®
Win dow s® XP besturingssysteem
®
Win dow s® XP Professional x64 Edition besturingssysteem
®
Win dow s S er ve r® 2016 besturingssysteem
®
9
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Microso® Win dow s S er ve r® 2012 R2 besturingssysteem
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
Win dow s S er ve r® 2012 besturingssysteem
®
Win dow s S er ve r® 2008 R2 besturingssysteem
®
Win dow s S er ve r® 2008 besturingssysteem
®
Win dow s S er ve r® 2003 R2 besturingssysteem
®
Win dow s S er ve r® 2003 besturingssysteem
®
10
Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies

Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken.Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen.Let ook op al de waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Vermijd het gebruik van de telefoon tijdens onweer. Er bestaat een minieme kans op elektrische schokken door
bliksem.
Gebruik voor het melden van een gaslek geen telefoon in de directe omgeving van het lek.
11
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies voor inkt

Zorg ervoor dat u de inkt niet aanraakt bij het hanteren van de inkttank, de dop van de inkttank of een
geopende inktes of dop.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de onderhoudscassette niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Schud de es niet met overdreven kracht en stel de es niet bloot aan sterke schokken. Hierdoor kan inkt
lekken.
Houd de inktes, de inkttank en de onderhoudscassette buiten het bereik van kinderen. Laat kinderen niet uit
de
inktessen
drinken en laat ze niet spelen met de
inktes
en de dop van de
es.

Printeradviezen en waarschuwingen

Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer

Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden beschadigd raken.
12
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer

Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel en inktbuisjes binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Zet de printer altijd uit met de knop
stopcontact niet af zolang het lampje
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
P
nog knippert.

Adviezen en waarschuwingen voor het vervoeren of opslaan van de printer

Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Controleer vóór het vervoeren van de printer of de printkop zich in de uitgangspositie (uiterst rechts) bevindt.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding

Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
13
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het touchscreen

Het lcd-scherm kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder.
Dit is normaal en wil geenszins zeggen dat het beschadigd is.
Maak het lcd-scherm alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De afdekplaat van het touchscreen kan breken bij zware schokken. Neem contact op met uw leverancier als het
display barst of breekt. Raak het gebroken glas niet aan en probeer dit niet te verwijderen.
Raak het touchscreen zachtjes met uw vinger aan. Druk niet te hard en gebruik niet uw nagels.
Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals balpennen of scherpe potloden om handelingen uit te voeren.
De werking van het touchscreen kan verminderen als gevolg van condensatie in het touchscreen veroorzaakt
door plotselinge schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid.

Uw persoonlijke gegevens beschermen

Als u de printer aan iemand anders > Standaardinst. herstellen > Alle gegevens en instellingen wissen op het bedieningspaneel.
of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Instel.
gee
14
Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen

A
B
C
D
E
F
ADF (automatische documentinvoer)
Deksel van ADF Openen wanneer u originelen wilt verwijderen die in de ADF zijn
Invoerlade van de ADF Ondersteuning voor geladen originelen.
Zijgeleider van de ADF Zorgt ervoor dat originelen recht in de printer worden ingevoerd. Schuif
ADF-documentsteun Biedt ondersteuning voor originelen.
Uitvoerlade van de ADF Bevat de originelen die uit de ADF komen.
Hiermee worden originelen automatisch ingevoerd.
vastgelopen.
naar de randen van het papier.
Bedieningspaneel Geeft de status van de printer weer en maakt het mogelijk printerinstellingen
A
te congureren.
15
Gebruikershandleiding
Inkttankklep Open om de inkttank bij te vullen.
B
Inkttank Bevat de inkttank.
C
Afdekking papiercassette Openen om papier te kunnen laden in de papiercassette.
D
Voorkap Open dit om vastgelopen papier te verwijderen.
E
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
F
Basisprincipes van printer
Documentkap Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
A
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
B
Printkop Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de printkop.
C
Zijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de
D
randen van het papier.
Papiercassette Laadt papier.
E
Hendel voor uitvoerwissel Zet deze omhoog, zodat papier in de uitvoerlade valt. Zet deze omlaag,
F
zodat papier met de afdrukzijde naar boven aan de voorzijde van de printer wordt uitgevoerd.
Printerkap Open dit om vastgelopen papier te verwijderen.
G
16
Gebruikershandleiding
Stopper Schuif de stopper uit om te voorkomen dat papier uit de uitvoerlade valt.
A
Basisprincipes van printer
LAN-poort Voor aansluiting van een LAN-kabel.
B
USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een computer.
C
LINE-poort Voor aansluiting van een telefoonlijn.
D
EXT.-poort Voor aansluiting van externe telefoontoestellen.
E
Netsnoeraansluiting Voor aansluiting van het stroomsnoer.
F
Papiertoevoer achter Laadt papier.
G
Achterpaneel Verwijderen bij het verwijderen van vastgelopen papier.
H
Afdekking onderhoudsset Open deze afdekking wanneer u de onderhoudscassette wilt vervangen.
I
Gerelateerde informatie
& “Bedieningspaneel” op pagina 17

Bedieningspaneel

17
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
A
B
C
D
E
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
Hiermee opent u het startscherm.
Hiermee geeft u menu's en berichten weer.
Hiermee worden de oplossingen weergegeven wanneer u problemen ondervindt.
Gaat branden wanneer ontvangen documenten die nog niet gelezen, afgedrukt of opgeslagen zijn, in het geheugen van de printer staan.
Conguratie basisscherm
Hierop worden items aangegeven die voor de printer als pictogram zijn ingesteld. Tik op het pictogram om de
A
huidige instellingen te controleren of elk instellingenmenu te openen.
Deze actiebalk wordt alleen op het startscherm weergegeven.
Geeft elk menu weer.
B
Tussen tabbladen wisselen.
C
Geeft de instellingsitems aan. Tik op elk item om de instellingen te congureren of te wijzigen.
D
De items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar. Tik op het item om te controleren waarom dit niet beschikbaar is.
Hiermee voert u de huidige instellingen uit. Beschikbare functies variëren afhankelijk van elk menu.
E
Deze actiebalk wordt alleen op het tabblad met basisinstellingen weergegeven.

Pictogrammen op het lcd-scherm

De volgende pictogrammen worden op het display weergegeven naargelang de status van de printer.
Geeft de status van de verbruiksartikelen aan.
Selecteer het pictogram om de geschatte levensduur van de onderhoudscassette te controleren.
18
Gebruikershandleiding
Geeft de status van de netwerkverbinding aan.
Selecteer het pictogram om de instellingen te controleren en te wijzigen. Dit is de snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Wi-Fi instellen
Basisprincipes van printer
De printer is niet verbonden met een bekabeld (ethernet-)netwerk of de verbinding is verbroken.
De printer is verbonden met een bekabeld (ethernet-)netwerk.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
De printer zoekt naar een SSID, het IP-adres is niet ingesteld of er is een probleem met het draadloze
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de verbinding is.
(wi-)netwerk.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt).
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt).
Hiermee wordt het scherm Geluidsinstellingen apparaat weergegeven. U kunt Dempen en Stille modus instellen.
Vanaf dit scherm kunt u tevens het menu Geluid openen. Dit is de snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Geluid
Hiermee wordt aangegeven of Stille modus is ingesteld voor de printer. Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt het geluid dat door de printer wordt gemaakt gedempt. De afdruksnelheid kan hierdoor verminderen. Het geluid wordt mogelijk niet gedempt, afhankelijk van het geselecteerde papiertype en de gekozen afdrukkwaliteit.
Hiermee wordt aangegeven dat Dempen is ingesteld voor de printer.
Hiermee wordt het scherm Informatie faxgegevens weergegeven.
Geeft aan dat er aanvullende informatie is. Selecteer het pictogram om het bericht weer te geven.
Geeft aan dat er een probleem is met de items. Selecteer het pictogram om te zien hoe u het probleem kunt oplossen.
Geeft aan dat er gegevens zijn die nog niet zijn gelezen, afgedrukt of opgeslagen. Het weergegeven getal geeft het aantal gegevensitems weer.
Gerelateerde informatie
& “Netwerkinstellingen” op pagina 74 & “Basisinstellingen” op pagina 71

Touchscreenbewerkingen

Het touchscreen is compatibel met de volgende bewerkingen.
19
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Tik ke n Druk op de items of pictogrammen of selecteer deze.
Vegen
Schuiven
Veeg snel over het scherm.
Houd de items vast en verplaats ze.

Basishandelingen

Tik op een willekeurige plek op de instelling om deze in of uit te schakelen.
Tik op het invoerveld om de waarde, de naam enzovoort in te voeren.
20
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer

Tekens invoeren

Wanneer u contactpersonen registreert, netwerkinstellingen congureert, etc. kunt u tekens en symbolen invoeren via het toetsenbord op het scherm.
Opmerking:
Beschikbare pictogrammen variëren naargelang de instelling.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
Geeft het aantal tekens weer.
Verplaatst de cursor naar de invoerpositie.
Hiermee schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters, of cijfers en symbolen.
Hiermee schakelt u tussen tekentypes. U kunt alfanumerieke tekens en symbolen gebruiken.
Hiermee schakelt u tussen tekentypes. U kunt alfanumerieke tekens en speciale tekens, zoals umlauten en accenten gebruiken.
Hiermee voert u veelgebruikte e-maildomeinadressen of URL's in door het item te selecteren.
Hiermee typt u een spatie.
Hiermee voert u een teken in.
Hiermee wist u het teken links van de cursor.

Animaties bekijken

Op het lcd-scherm kunt u animaties bekijken van bedieningsinstructies, zoals het laden van papier of het verwijderen van vastgelopen papier.
Druk op de knop
. Het Help-scherm wordt weergegeven. Tik op Hoe en selecteer vervolgens de items die u
wilt bekijken.
21
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Ti k o p Hoe onderaan het bedieningsscherm. De contextgevoelige animatie wordt weergegeven.
Geeft het totale aantal stappen en het nummer van de huidige stap weer.
A
In het voorbeeld hierboven wordt stap 3 van 4 stappen weergegeven.
Hiermee keert u terug naar de vorige stap.
B
Geeft de voortgang in de huidige stap aan. De animatie wordt herhaald wanneer de voortgangsbalk het einde
C
bereikt.
Hiermee gaat u naar de volgende stap.
D
22
Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen

U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.

Ethernet-verbinding

Verbind de printer met een hub met behulp van een Ethernet-kabel.
Gerelateerde informatie
& “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 39
23
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen

Wi-Fi-verbinding

Sluit de printer en de computer of het smart device aan op de draadloze router. Dit is de meest gebruikelijke manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een draadloze router.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 25 & “Een smart device verbinden” op pagina 26 & “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 35

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)

Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als draadloze router en kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een gewone draadloze router nodig hebt. Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi of Ethernet en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
24
hee
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 38

Een computer verbinden

Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vo l ge n d e.
soware-cd
soware-cd
in de computer en volg de instructies op het scherm.
(alleen voor modellen die worden geleverd met een
soware-cd
en gebruikers die
Volg de instructies op het scherm.
25
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen

Een smart device verbinden

Een smart-apparaat verbinden via een draadloze router

U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart-apparaat met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de computer in te stellen met het installatieprogramma.

Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi-Fi Direct

Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met een iPhone, iPad of iPod touch. Voor het gebruik van deze functie dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan. Als uw omgeving niet aan deze voorwaarden voldoet, kunt u verbinding maken door Andere OS-apparaten te selecteren. Zie de koppeling naar gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie over verbinding maken.
iOS 11 of hoger
Gebruik de standaard cameratoepassing om de QR-code te scannen
Epson iPrint versie 7.0 of hoger
Epson iPrint wordt gebruikt om vanaf een smart device af te drukken. Installeer van tevoren Epson iPrint op het smart device.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt verbinden. U netwerkinstellingen herstelt.
1. Tik op het startscherm op .
2. Tik op Wi -F i D ir ec t.
3.
Tik op Start de instelling.
deze instellingen niet opnieuw te
hoe
congureren,
tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard
26
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
4. Tik op iOS.
De QR-code wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
5. Start op de iPhone, iPad of iPod touch de standaard Camera-app en scan de QR-code die in de modus FOTO op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven.
Gebruik de Camera-app voor iOS 11 of hoger. Met de Camera-app voor iOS 10 of lager kunt u geen verbinding maken met de printer. Ook kunt u geen app voor het scannen van QR-codes gebruiken. Als u geen verbinding kunt maken, schui u naar beneden op het bedieningspaneel van de printer en selecteert u Andere OS-apparaten. Zie de koppeling naar gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie over verbinding maken.
27
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
6. Tik op de melding die wordt weergegeven op het scherm van de iPhone, iPad of iPod touch.
7. Tik op Koppelen.
8. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Vo lg e n de .
9. Start de Epson-printapp op de iPhone, iPad of iPod touch.
Voorbeelden van Epson-printapps
10. Tik op het scherm van de Epson-printapp op Printer niet geselecteerd.
11. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
28
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Bekijk de informatie die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de printer te selecteren.
12.
Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Volledig.
Selecteer voor smart devices die eerder met de printer verbonden zijn geweest de netwerknaam (SSID) op het Wi­Fi-scherm van het smart device en maak opnieuw verbinding.
Gerelateerde informatie
“Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 31
& & “Afdrukken met Smart Devices” op pagina 120

Verbinding maken met Android-apparaten via Wi-Fi Direct

Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met het Android­apparaat. Voor het gebruik van deze functie dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan.
Android 4.4 of hoger
Epson iPrint versie 7.0 of hoger
Epson iPrint wordt gebruikt om vanaf een smart device af te drukken. Installeer van tevoren Epson iPrint op het smart device.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt verbinden. U hoe deze instellingen niet opnieuw te congureren, tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard netwerkinstellingen herstelt.
1. Tik op het startscherm op .
2. Tik op Wi -F i D ir ec t.
3. Tik op Start de instelling.
29
Gebruikershandleiding
4. Tik op Android.
5. Start Epson iPrint op het smart device.
Netwerkinstellingen
6. Tik op het scherm Epson iPrint op Printer niet geselecteerd.
7.
Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
30
Loading...
+ 225 hidden pages