2. Beschrijving van het gereedschap en leveringsomvang
3. Reglementair gebruik
4. Technische gegevens
5. Montage
6. Vóór inbedrijfstelling
7. Bedrijf
8. Werken met de benzinemotorzeis
9. Onderhoud
10. Reiniging, opbergen, transport en bestellen van wisselstukken
11. Verwijdering en recyclage
12. Foutopsporing
- 59 -
NL
Let op!
Bij het gebruik van toestellen dienen enkele
veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd om
lichamelijk gevaar en schade te voorkomen. Lees
daarom deze handleiding / veiligheidsinstructies
zorgvuldig door. Bewaar deze goed zodat u de informatie op elk moment kunt terugvinden. Mocht
u dit toestel aan andere personen doorgeven,
gelieve dan deze handleiding / veiligheidsinstructies mee te geven. Wij zijn niet aansprakelijk
voor ongevallen of schade die te wijten zijn aan
niet-naleving van deze handleiding en van de veiligheidsinstructies.
1. Veiligheidsaanwijzingen
De overeenkomstige veiligheidsinstructies vindt u
in de bijgaande brochure.
Waarschuwing!
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen. Nalatigheden bij de inachtneming van de
veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen
elektrische schok, brand en/of zware letsels tot
gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstruc-
ties en aanwijzingen voor de toekomst.
Veiligheidsvoorzieningen
Als u met het toestel werkt moet de overeenkomstige plastic beschermkap voor messen of
draad zijn aangebracht om het wegspringen van
voorwerpen te voorkomen. Het in de beschermkap van de snijdraad geïntegreerde mes snijdt de
draad automatisch op de optimale lengte.
Verklaring van de aanwijzingsborden op het
toestel (fi g. 43):
1. Waarschuwing!
2. Vóór inbedrijfstelling handleiding lezen!
3. Oog-/hoofd- en gehoorbeschermer dragen!
4. Vast schoeisel dragen!
5. Veiligheidshandschoenen dragen!
6. Toestel beschermen tegen regen en vocht!
7. Let op wegspringende delen.
8. Voor onderhoudswerkzaamheden het toestel
stopzetten en de bougiestekker aftrekken!
9. De afstand tussen de machine en omstanders moet minstens 15 m bedragen!
10. Gereedschap loopt uit!
11. Let op! Warme onderdelen. Op afstand blijven.
12. Vul om de 20 bedrijfsuren wat vet aan (vloeibaar transmissievet)
2. Beschrijving van het gereedschap
en leveringsomvang
Gelieve de volledigheid van het artikel te controleren aan de hand van de beschreven leveringsomvang. Indien er onderdelen ontbreken gelieve
zich binnen de 5 werkdagen na aankoop van
het artikel te wenden tot ons servicecenter mits
vertoon van een geldig bewijs van aankoop of tot
de dichtstbijzijnde desbetreff ende bouwmarkt..
Gelieve daarvoor de garantietabel in de garantiebepalingen aan het einde van de handleiding in
acht te nemen.
Open de verpakking en neem het toestel
•
voorzichtig uit de verpakking.
Verwijder het verpakkingsmateriaal alsmede
•
verpakkings-/transportbeveiligingen (indien
- 60 -
NL
aanwezig).
Controleer of de leveringsomvang compleet
•
is.
Controleer het toestel en de accessoires op
•
transportschade.
Bewaar de verpakking indien mogelijk tot het
•
verloop van de garantieperiode.
Let op!
Het toestel en het verpakkingsmateriaal zijn
geen speelgoed voor kinderen! Kinderen mogen niet met plastic zakken, folies en kleine
stukken spelen! Er bestaat inslik- en verstikkingsgevaar!
Originele handleiding
•
Veiligheidsinstructies
•
3. Reglementair gebruik
De motorzeis (gebruik van het snijmes) is geschikt voor het snijden van dunne struikgewassen,
sterke onkruiden en kreupelhout. De motortrimmer (gebruik van de draadspoel met snijdraad) is
geschikt voor het snijden van gazon, grasvlakten
en licht onkruid. Het behoorlijk gebruik van het
toestel houdt in dat de bijgaande handleiding van
de fabrikant in acht wordt genomen. Elk ander
gebruik dat in deze handleiding niet uitdrukkelijk
is toegestaan kan schade aan het toestel berokkenen en de gebruiker ernstig in gevaar brengen.
Gelieve zeker de beperkingen vermeld in de veiligheidsinstructies in acht te nemen.
Wij wijzen erop dat onze toestellen overeenkomstig hun bestemming niet ontworpen zijn voor
commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik.
Wij zijn niet aansprakelijk indien het toestel in
ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede bij
gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt.
LET OP! Wegens lichamelijk gevaar voor de
gebruiker mag de benzinemotorzeis niet voor volgende werkzaamheden worden ingezet: voor het
reinigen van voetpaden en als hakselaar voor het
versnipperen van boom- en heggensnoeisel. De
benzinemotorzeis mag evenmin worden gebruikt
voor het gelijkmaken van bodemverheffi ngen, zo-
als b.v. molshopen. Om veiligheidsredenen mag
de benzinemotorzeis niet worden gebruikt als
aandrijfaggregaat voor andere werkgereedschappen en gereedschapssets van welke aard dan
ook.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk verder gaand gebruik is niet doelmatig. Voor daaruit
voortvloeiende schade of letsel van welke aard
dan ook is de gebruiker/bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk.
4. Technische gegevens
Type motor: ..................................tweetaktmotor,
Geluidsdrukniveau L
Onzekerheid K
Geluidsvermogen L
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Bedrijf
Trillingsemissiewaarde a
Onzekerheid K = 1,5 m/s
........................ 100 dB(A)
pA
........................................ 1,5 dB
pA
......................... 108 dB(A)
WA
= 6,75 m/s
h
2
2
3
- 61 -
NL
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
Gebruik enkel intacte toestellen.
•
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
•
Pas uw manier van werken aan het toestel
•
aan.
Overbelast het toestel niet.
•
Laat het toestel indien nodig nazien.
•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
•
bruikt.
Draag handschoenen.
•
Draag oog- een gehoorbescherming.
•
5. Montage
5.1 Montage van de mesbeschermkap
Let op: Bij het werken met het snijmes moet de
snijmesbeschermkap aangebracht zijn. De montage van de snijmesbeschermkap gebeurt zoals
voorgesteld in de fi g. 10-11.
5.2 Montage aandrijfstangenstelsel met verbindingsstuk aandrijfstangenstelsel
(fi g. 4-7)
Monteer de greepschroef (pos. 10) zoals getoond
in fi g. 4. Open de greepschroef en schuif het aan-
drijfstangenstelsel (pos. 4) het verbindingsstuk
(pos. 5) in. Zorg ervoor dat de centreerhefboom
(pos. R) vastklikt in het geleideboorgat (pos. H).
Haal de greepschroef aan. Voor de demontage
draait u de greepschroef los. Druk op de centreerhefboom en trek tegelijkertijd het aandrijfstangenstelsel het verbindingsstuk uit.
5.3 Montage/vervangen van het snijmes
De montage van het snijmes is geïllustreerd in
fi g. 12-18. De demontage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Meenemerschijf (30) de tandas op steken
•
(fig. 13).
Snijmes (1) op de meenemerschijf arrêteren
•
(fig. 14).
Drukplaat (31) over de schroefdraad van de
in één lijn brengen met de eronder liggende
inkeping en arrêteren m.b.v. de bijgaande inbussleutel (22) om de moer (24) aan te halen
(fig. 17/18). Let op: Linkse schroefdraad!
5.4 Montage van de snijdraadbeschermkap
op de mesbeschermkap
Let op: Bij het werken met de snijdraad dient
bovendien de snijdraadbeschermkap te worden
gemonteerd.
De montage van de snijdraadbeschermkap gebeurt zoals voorgesteld in de fi g. 19-20. Aan de
onderkant van de beschermkap bevindt zich een
mes (fi g. 19, pos. F) voor de automatische bijre-
geling van de draadlengte. Dit mes is afgedekt
d.m.v. een bescherming (fi g. 19, pos. G). Verwij-
der deze bescherming voor werkbegin en breng
haar aan het einde van het werk terug aan.
5.5 Montage handgreep
Breng de handgreep aan zoals getoond in fi g. 8-9.
5.6 Monteren/vervangen van de draadspoel
De montage van de draadspoel is voorgesteld in
fi g. 21. De demontage gebeurd in omgekeerde
volgorde.
Het boorgat van het meeneemplaatje zoeken, in
één lijn brengen met de eronder liggende inkeping en arrêteren m.b.v. de bijgaande inbussleutel
(22) om de draadspoel op de schroefdraad te
schroeven. Let op: Linkse schroefdraad!
6. Vóór inbedrijfstelling
Ga voor iedere ingebruikneming na of:
het brandstofsysteem geen lekkage vertoont,
•
de bescherminrichtingen en de snijinrichting
•
in perfecte staat verkeren en volledig zijn,
alle schroefverbindingen goed vast zitten,
•
alle beweegbare onderdelen gemakkelijk
•
bewegen.
6.1 Brandstof en olie
Aanbevolen brandstoff en
Gebruik alleen een mengeling van loodvrije
benzine en speciale tweetaktmotorolie. Meng de
brandstofmengeling volgens de brandstofmengtabel.
Let op: Gebruik geen brandstofmengeling die langer dan 90 dagen werd bewaard.
Let op: Gebruik geen tweetaktolie waarvoor een
mengverhouding van 100 tot 1 wordt aanbevolen.
Bij motorschade als gevolg van onvoldoende
smering vervalt de motorgarantie van de fabrikant.
Let op: Gebruik voor het transport en bewaren
van brandstof alleen vaten die daarvoor voorzien
- 62 -
NL
en toegelaten zijn.
Giet telkens de juiste hoeveelheid benzine en
tweetaktolie de bijgaande mengfl es in (zie opge-
drukte schaal). Schud daarna de fl es fl ink door.
6.2 Brandstofmengtabel
Mengmethode: 40 delen benzine op 1 deel olie
Benzine2-taktolie
1 liter25 ml
5 liter125 ml
7. Bedrijf
Gelieve de wettelijke bepalingen m.b.t. de verordening inzake de bestrijding van lawaaioverlast
na te leven die plaatselijk kunnen verschillen.
Verwijder de beschermkappen van het snijmes
voordat u het toestel in gebruik neemt.
7.1 Starten bij koude motor
Giet in de tank een behoorlijke hoeveelheid benzine-/oliemengeling. Zie ook brandstof en olie.
1. Het toestel op een hard eff en vlak plaatsen.
2. 10 keer op de brandstofpomp (primer) drukken (fi g. 2, pos. 29).
3. AAN/UIT-schakelaar (fi g. 2, pos. 9) naar de
stand “I” brengen.
4. Choke-hendel (fi g. 2, pos. 17) naar de stand
„ “ brengen.
5. Het toestel goed vasthouden en de starterkoord (fi g. 2, pos. 14) eruit trekken tot de eerste
weerstand. Dan de startkabel vier keer fl ink
doorhalen. Het toestel zou moeten starten.
Let op: De starterkoord niet terug laten
springen. Dit zou tot beschadigingen kunnen
leiden.
Is de motor gestart, het toestel ongeveer 10 s
laten warmlopen.
Let op: Door de vastgezette chokehendel begint het snijgereedschap bij startende motor
te werken.
Daarna chokehendel gewoon door bedienen
van de gashendel ontgrendelen
6. Mocht de motor niet aanslaan, herhaalt u de
stappen 4 tot 6.
Opgelet! Slaat de motor ook na meerdere pogingen niet aan, gelieve het hoofdstuk “Fouten
verhelpen aan de motor” te raadplegen.
Opgelet! Haal de starttrekkabel steeds recht
door. Wordt de kabel met een hoek doorgehaald,
ontstaat wrijving aan het oog. Door deze wrijving
wordt de koord open geschuurd en gaat sneller
verslijten. Hou steeds de startergreep vast wanneer de koord weer vanzelf naar binnen wordt
getrokken.
Laat de koord nooit terugspringen vanuit de doorgehaalde toestand.
7.2 Starten bij warme motor
(Het toestel stond voor minder dan 15 tot 20 min.
stil)
1. Het toestel op een hard eff en vlak plaatsen.
2. AAN/UIT schakelaar naar de stand “I” brengen.
3. Gashendel vastzetten (zoals bij „starten bij
koude motor”).
4. Het toestel goed vasthouden en de starterkoord tot de eerste weerstand uittrekken. Haal
dan de starterkoord fl ink door. Het toestel
zou na 1 tot 2 keer doorhalen moeten starten.
Mocht de machine na 6 keer doorhalen nog
altijd niet starten, herhaalt u de stappen 1 tot
6 beschreven onder “koude motor starten”.
7.3 Motor afzetten
Stappenvolgorde bij noodstop:
Wanneer het nodig is het toestel onmiddellijk te
stoppen brengt u de AAN/UIT-schakelaar naar de
stand “stop” of “0”.
Normale stappenvolgorde:
Laat de gashendel los en wacht tot de motor stationair draait. Breng dan de AAN/UIT-schakelaar
naar de stand “stop” of “0”.
7.4 Schouderriem aanleggen
LET OP! Draag een schouderriem bij het werken. Schakel het toestel steeds uit voordat u de
schouderriem losmaakt. Er bestaat lichamelijk
gevaar.
1. Leg de schouderriem over uw schouder.
2. Stel de riemlengte zodanig in dat de riemhouder zich ter hoogte van uw heup bevindt.
3. Teneinde de optimale lengte van de draagriem te bepalen, maakt u daarna enkele
zwenkbewegingen zonder de motor te starten
(fi g. 25).
7.5 Werkaanwijzingen
Train voor gebruik van het toestel alle werktechnieken bij afgezette motor.
- 63 -
NL
8. Werken met de benzinemotorzeis
Verlengen van de snijdraad
Waarschuwing! Gebruik in de draadkop geen
blanke of geplastifi ceerde metalen draad van
welke aard dan ook. Dat kan leiden tot ernstige
verwondingen van de gebruiker.
Om de snijdraad te verlengen laat u de motor op
volle toeren draaien en tikt u de draadkop op de
grond. De draad wordt automatisch verlengd. Het
mes op het beschermschild verkort de draad op
de toegestane lengte (fi g. 26).
Voorzichtig: verwijder regelmatig alle resten van
gras en onkruid om een oververhitting van de
schachtbuis te voorkomen. Resten van gazon,
gras en onkruid blijven onderaan het beschermschild (fi g. 27) vastzitten en verhinderen daardoor
een voldoende koeling van de schachtbuis. Verwijder de resten voorzichtig met een schroevendraaier of iets dergelijks.
Verschillende snijmethodes
Is het toestel correct gemonteerd, snijdt het onkruid en hoog gras op moeilijk bereikbare plaatsen, zoals b.v. langs omheiningen, muren en funderingen alsook rond bomen. Het kan eveneens
voor het “afmaaien” worden gebruikt om vegetatie
dicht over de grond te verwijderen of een bepaald
gebied op te schikken voor een betere voorbereiding van een tuin.
Snijden langs omheiningen/funderingen
Nader al snijdend langzaam gaasafrasteringen,
lattenheiningen, muren van natuursteen en funderingen om er dichtbij te snijden zonder echter
met de draad tegen de hindernis te slaan. Komt
de draad b.v. met stenen, muren van steen of
funderingen in aanraking, slijt hij af of rafelt hij uit.
Slaat de draad tegen omheiningstraliewerk, gaat
hij breken.
Trimmen van bomen
Als u rond bomen trimt, nader langzaam teneinde
de draad de schors niet raakt. Ga rond de boom
en snij daarbij van links naar rechts. Nader gras
of onkruid met de top van de draad en kantel de
draadspoel lichtjes naar voren.
Waarschuwing : wees bijzonder voorzichtig bij
afmaaiwerkzaamheden. Neem bij dergelijke
werkzaamheden een afstand van minstens 30 m
tussen uzelf en andere personen of dieren in acht.
Afmaaien
Bij het afmaaien wordt de hele vegetatie tot op
de grond afgesneden. Te dien einde kantelt u
de draadspoel in een hoek van 30 graden naar
rechts. Breng de handgreep in de gewenste
positie. Houd rekening met verhoogd lichamelijk
gevaar voor gebruiker, toeschouwers en dieren
alsmede met het gevaar voor materiële schade
door wegspringende voorwerpen (b.v. stenen)
(fi g. 29).
Opgelet! Zelfs bij zorgvuldig gebruik heeft het
snijden langs funderingen, muren van steen of
beton enz. een verhoogde slijtage van de draad
tot gevolg.
Trimmen/maaien
Zwenk de trimmer met sikkelachtige bewegingen
van de ene kant naar de andere. Hou de draadspoel steeds evenwijdig met de grond. Controleer
het terrein en leg de gewenste snijhoogte vast.
Leid en houd de draadspoel in de gewenste
hoogte om een gelijkmatige snede te verkrijgen
(fi g. 28).
Laag trimmen
Houd de trimmer exact voor u lichtjes schuin zodat de onderkant van de draadspoel zich boven
de grond bevindt en de draad de juiste snijplaats
raakt. Snij steeds weg van uzelf. Trek de trimmer
nooit naar u toe.
Waarschuwing: verwijder met het toestel geen
voorwerpen van voetpaden enz.! Het toestel is
een krachtig gereedschap; steentjes of andere
voorwerpen kunnen 15 m en meer worden weggeslingerd en kunnen letsels of beschadigingen
van auto’s, huizen en vensters veroorzaken.
Zagen
Het toestel is niet geschikt voor het zagen.
Vastkomen
Mocht het snijmes wegens te dichte vegetatie
blokkeren dient u meteen de motor stil te leggen.
Ontdoe het toestel van gras en struikgewassen
voordat u het opnieuw in werking zet.
- 64 -
NL
Vermijden van terugstoot
Bij het werken met het snijmes bestaat gevaar
voor terugstoot als het een vaste hindernis
(boomstam, tak, boomstomp, steen of dergelijks)
raakt. Het toestel springt daarbij terug tegen de
draairichting van het gereedschap in. Dit kan
ertoe leiden dat u de controle over het toestel
verliest. Gebruik het snijmes niet in de buurt van
omheiningen, metalen palen, grenspalen of funderingen.
Om dichte stengels te snijden plaatst u die zoals
getoond in fi g. 30 om een terugstoot te voorko-
men.
9. Onderhoud
Zet voor begin van onderhoudswerkzaamheden
steeds de motor van het toestel af en trek de bougiestekker (13) eraf.
9.1 Vervangen van draadspoel/snijdraad
1. De draadspoel (3) demonteren zoals beschreven in hoofdstuk 5.6. De spoel samendrukken (fi g. 35) en één helft van de behui-
zing wegnemen (fi g. 36).
2. Spoelcilinder (K) uit de behuizing van de
draadspoel verwijderen (fi g. 37).
3. Verwijder de eventueel nog aanwezig zijnde
snijdraad.
4. De nieuwe snijdraad in het midden samenleggen en de ontstane lus vasthaken in de
uitsparing van de draadplaat. (fi g. 38)
5. Draad onder spanning tegen de richting van
de wijzers van de klok in opwinden. De draadverdeelplaat scheidt daarbij de beide helften
van de snijdraad. (fi g. 39)
6. De laatste 15 cm van de beide draadeinden
in de tegenoverliggende draadhouders van
de spoelcilinder vasthaken. (fi g. 40)
7. De beide draadeinden doorheen de metalen
ogen in de behuizing van de draadspoel leiden (fi g. 37).
8. Spoelcilinder de behuizing van de draadspoel
in drukken (fi g. 36).
9. Trek fl ink met een ruk aan de beide draadein-
den om die uit de draadhouders los te maken.
10. Voeg beide helften van de behuizing opnieuw
bijeen.
11. Overtollige draad op ca. 13 cm inkorten.
Daardoor zal de motor bij het starten en opwarmen minder zwaar worden belast.
12. Draadspoel hermonteren (zie alinea 5.6). Als
de complete draadspoel wordt vernieuwd
slaat u de punten 3 tot 6 over.
9.2 Slijpen van het mes van de beschermkap
Het mes van de beschermkap kan mettertijd
bot worden. Mocht u dit vaststellen, draait u de
schroeven los waarmee het mes van de beschermkap op de beschermkap is bevestigd. Zet
het mes in een bankschroef vast. Slijp het mes
met een platte vijl en let er goed op dat u de hoek
van de snijkant niet verandert. Vijl enkel in één
richting.
9.3 Onderhoud van de luchtfi lter (fi g. 31-33)
Door verontreinigde luchtfi lters gaat het motor-
vermogen achteruit omdat te weinig lucht naar de
carburator wordt toegevoerd. Regelmatige controle is dan ook absoluut noodzakelijk. De luchtfi lter
(T) dient om de 25 bedrijfsuren te worden gecontroleerd en, indien nodig, schoongemaakt. Bij zeer
stoffi ge lucht dient de luchtfi lter vaker te worden
gecontroleerd.
1. Verwijder het luchtfi lterdeksel (fi g. 31-32).
2. Neem er de luchtfi lter (fi g. 33) uit.
3. Maak de luchtfi lter door uitkloppen of uitbla-
zen schoon.
4. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Let op: Luchtfi lter nooit met benzine of brandbare
oplosmiddelen schoonmaken.
9.4 Onderhoud van de bougie (fi g. 34)
Vonkafstand van de bougie = 0,6 mm. Haal de
bougie met 12 tot 15 Nm aan. Controleer de bougie voor het eerst na 10 bedrijfsuren op vervuiling
en reinig haar, indien nodig, m.b.v. een koperen
draadborstel. Daarna de bougie om de 50 bedrijfsuren onderhouden.
1. Trek er de bougiestekker (pos. 13) af.
2. Verwijder de bougie (fi g. 34) m.b.v. het bijga-
ande multifunctionele gereedschap (27).
3. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
9.5 Carburator afstellingen
LET OP! Afstellingen van de carburator mogen
slechts door de geautoriseerde klantenservice
worden uitgevoerd.
Voor alle werkzaamheden op de carburator dient
eerst de luchtfi lterafdekking te worden gedemon-
teerd zoals getoond in fi g. 31 en 32.
- 65 -
NL
9.6 Afstellen van de gastrekkabel:
Mocht het maximumtoerental van het toestel mettertijd niet meer worden behaald en mochten alle
andere oorzaken volgens hoofdstuk 12 ”verhelpen van fouten” uitgesloten zijn, kan het nodig zijn
de gastrekkabel bij te regelen.
Controleer daarvoor eerst of de carburator bij
volledig doorgedrukte gashendel helemaal opengaat. Dit is het geval als de carburatorschuif (fi g.
41) bij vol gas volledig geopend is. Fig. 41 toont
de correcte afstelling. Mocht de carburatorschuif
niet helemaal geopend zijn moet er een bijregeling gebeuren. Om de gastrekkabel bij te regelen
zijn volgende stappen vereist:
Draai de contramoer (fi g. 42, pos. C) met enkele
slagen los. Draai er de afstelschroef (fi g. 42, pos.
D) uit tot de schuif van de carburator bij volledig
ingedrukte gashendel, zoals in fi g. 41 getoond,
helemaal open staat. Haal de contramoer terug
aan.
9.7 Afstellen van het stationaire toerental:
LET OP! Het stationaire toerental bij warme mo-
tor afstellen.
Mocht de motor van het toestel bij niet ingedrukte gashendel afslaan en alle andere oorzaken
volgens hoofdstuk 12 ”verhelpen van fouten”
uitgesloten zijn, dient het stationaire toerental te
worden bijgeregeld. Draai te dien einde de afstelschroef voor het stationaire toerental (fi g. 42, pos.
E) met de wijzers van de klok mee tot de motor
zonder te haperen stationair blijft draaien. Mocht
het stationaire toerental te hoog zijn zodat het snijgereedschap meedraait, dient u het stationaire
toerental door draaien van de desbetreff ende
afstelschroef tegen de richting van de wijzers van
de klok in te verlagen tot het snijgereedschap niet
meer meedraait.
9.8 Vetten van de transmissie
Vul om de 20 bedrijfsuren wat transmissievet (ca.
10 g) in de smeernippel (28) (fi g. 21).
10. Reiniging, opbergen, transport
en bestellen van wisselstukken
10.1 Reiniging
Hou de handgrepen vrij van olie zodat u altijd
•
een veilige houvast hebt.
Maak het toestel, indien nodig, met een voch-
•
tige doek en eventueel met een mild spoelmiddel schoon.
LET OP!
Voor elke schoonmaakbeurt de bougiestekker
aftrekken. Dompel het toestel voor het schoonmaken geenszins in water of andere vloeistoff en.
Bewaar de kettingzaag op een veilige en droge
plaats buiten bereik van kinderen.
10.2 Opbergen
Voorzichtig: Berg het toestel nooit langer dan 30
dagen weg zonder de volgende stappen te doorlopen.
Opbergen van het toestel
Als u het toestel langer dan 30 dagen opbergt,
dient het hiervoor klaargemaakt te worden. Anders zou de rest van de brandstof die zich in de
carburator bevindt verdampen en een rubberachtig bezinksel achterlaten. Dit zou de start kunnen
bemoeilijken en dure herstelwerkzaamheden tot
gevolg hebben.
1. Neem de dop van de brandstoftank langzaam
eraf om eventuele druk in de tank af te laten.
Maak de tank voorzichtig leeg.
2. Start de motor en laat hem draaien tot de
zaag stopt teneinde de brandstof uit de carburator te verwijderen.
3. Laat de motor afkoelen (ca. 5 minuten).
4. Verwijder de bougie (zie 9.4).
5. Giet een koffi elepel schone tweetaktolie de
verbrandingskamer in. Trek meermaals langzaam aan de starterkoord om de binnenste
componenten van een laag te voorzien. Draai
de bougie er terug in.
Aanwijzing: Berg het toestel op een droge plaats
en zo ver mogelijk verwijderd van eventuele ontstekingsbronnen, b.v. kachel, warmwaterboiler die
op gas draait, gasdroger etc. op.
- 66 -
Herinbedrijfstelling
1. Verwijder de bougie (zie 9.4).
2. Haal de starterkoord fl ink door om overtollige
olie uit de verbrandingskamer te verwijderen.
3. Maak de bougie schoon en let op de juiste
elektrodeafstand op de bougie of monteer
een nieuwe bougie met de juiste elektrodeafstand.
4. Maak het toestel klaar voor gebruik.
5. Vul de tank met de juiste brandstof-oliemengeling. Zie hoofdstuk brandstof en olie.
10.3 Transport
Moet u het toestel transporteren, maak dan de
benzinetank leeg zoals toegelicht in hoofdstuk 10.
Ontdoe het toestel met een borstel of handveger
van grof vuil. Demonteer het aandrijfstangenstelsel zoals beschreven in punt 5.2.
10.4 Bestellen van wisselstukken
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken volgende gegevens te vermelden :
Type van het toestel
•
Artikelnummer van het toestel
•
Ident-nummer van het toestel
•
Wisselstuknummer van het benodigde stuk.
•
Actuele prijzen en info vindt u terug onder www.
isc-gmbh.info
NL
11. Verwijdering en recyclage
Het toestel bevindt zich in een verpakking om
transportschade te voorkomen. Deze verpakking
is een grondstof en bijgevolg herbruikbaar of kan
in de grondstofkringloop worden teruggevoerd.
Het toestel en zijn accessoires bestaan uit diverse materialen, zoals b.v. metaal en kunststof.
Defecte toestellen horen niet thuis in het huisvuil.
Om zich van het toestel naar behoren te ontdoen
dient het naar een geschikte verzamelplaats te
worden gebracht. Als u geen inzamelplaats kent
gelieve u dan bij de gemeente te informeren.
- 67 -
NL
12. Foutopsporing
De volgende tabel toont foutsymptomen aan en legt uit hoe u een fout kan verhelpen mocht uw toestel
ooit niet naar behoren werken. Indien u het probleem desondanks niet kan lokaliseren en verhelpen gelieve zich tot uw servicewerkplaats te wenden.
StoringMogelijke oorzaakVerhelpen
De motor van het toestel slaat niet aan.
De motor van het toestel slaat aan maar
heeft niet het volle
vermogen
Motor draait onregelmatig
Motor rookt bovenmatig
- Foutieve procedure bij het starten
- Bougie vol roet of vochtig
- Carburator fout afgesteld
- Choke-hendel niet correct afgesteld
- Vervuilde luchtfi lter
- Carburator fout afgesteld
- Foutieve elektrodeafstand van de
bougie
- Carburator fout afgesteld
- Verkeerd brandstofmengsel
- Carburator fout afgesteld
- Neem de aanwijzingen voor het
starten in acht.
- Bougie reinigen of door een nieuwe
vervangen.
- Naar de geautoriseerde klantenservice gaan of het toestel naar ISCGmbH opsturen.
- Chokehendel naar de stand „
brengen.
- Luchtfi lter reinigen
- Naar de geautoriseerde klantenservice gaan of het toestel naar ISCGmbH opsturen.
- Bougie reinigen en elektrodeafstand instellen of een nieuwe bougie indraaien.
- Naar de geautoriseerde klantenservice gaan of het toestel naar ISCGmbH opsturen.
- Naar de geautoriseerde klantenservice gaan of het toestel naar ISCGmbH opsturen.
“
- 68 -
NL
Nadruk of andere reproductie van documentatie en geleidepapieren van de producten, geheel of gedeeltelijk, enkel toegestaan mits uitdrukkelijke toestemming van iSC GmbH.
Technische wijzigingen voorbehouden
- 69 -
NL
Garantiebepalingen
De fi rma iSC GmbH of de desbetreff ende bouwmarkt garandeert het verhelpen van gebreken resp. de
vervanging van het toestel overeenkomstig het onderstaande overzicht waarbij de wettelijke garantieclaims onaangetast blijven.
Wat betreft slijtstukken, verbruiksmateriaal en ontbrekende onderdelen garandeert de fi rma iSC GmbH
of de desbetreff ende bouwmarkt het verhelpen van gebreken resp. een nalevering alleen indien het
gebrek binnen de 24u (verbruiksmateriaal), 5 werkdagen (ontbrekende onderdelen) of 6 maanden
(slijtstukken) na aankoop wordt aangegeven en de datum van aankoop door het bewijs van aankoop
wordt aangetoond.
Bij materiaal- of constructiegebreken verzoeken wij u ons het toestel in geval van garantie samen met
de bijgaande garantiekaart te bezorgen en deze kaart volledig in te vullen. Belangrijk is hierbij een
nauwkeurige beschrijving van de fout op te geven.
Snijmes, draadspoel met snijdraad
24 maanden
Garantie enkel in geval van
onmiddellijk defect (24u na
datum van aankoop/bewijs van
aankoop)
Gelieve daarvoor onderstaande vragen te beantwoorden:
Heeft het toestel reeds eenmaal gewerkt of was het vanaf het begin defect?
•
Is u iets opgevallen voordat het defect zich voordeed (symptoom vóór het defect)?
•
Welke foutieve werkwijze vertoont het toestel volgens u (hoofdsymptoom)?
•
Beschrijf deze foutieve werkwijze.
- 70 -
NL
Garantiebewijs
Geachte klant,
onze producten zijn aan een strenge kwaliteitscontrole onderhevig. Mocht dit apparaat echter ooit niet
naar behoren functioneren, spijt het ons ten zeerste en vragen u zich tot onze servicedienst onder het
adres vermeld op dit garantiebewijs te wenden. Wij staan ook graag telefonisch tot uw dienst via het hieronder vermelde servicetelefoonnummer. Voor vorderingen in verband met garantie geldt het volgende:
1. Deze garantievoorwaarden regelen bijkomende garantieprestaties. Uw wettelijke garantieclaims
blijven onaangetast door deze garantie. Onze garantieprestatie is voor uw gratis.
2. De garantieprestatie heeft uitsluitend betrekking op gebreken die te wijten zijn aan materiaal- of fabricagefouten en is beperkt tot het verhelpen van deze gebreken of het vervangen van het apparaat.
Wij wijzen erop dat onze apparaten overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd zijn voor
commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Een garantieovereenkomst komt daarom niet tot
stand als het apparaat in ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt. Uitgesloten van onze garantie zijn verder schadeloosstellingen voor transportschade, schade door niet-naleving van de montage-instructies of op grond van ondeskundige
installatie, niet-naleving van de handleiding (zoals door b.v. aansluiting op een verkeerde netspanning of stroomsoort), oneigenlijke of onoordeelkundige toepassingen (zoals b.v. overbelasting van
het apparaat of gebruik van niet toegestane inzetgereedschappen of toebehoren), niet-naleving van
de onderhouds- en veiligheidsbepalingen, binnendringen van vreemde voorwerpen in het apparaat
(zoals b.v. zand, stenen of stof), gebruikmaking van geweld of invloeden van buitenaf (zoals b.v.
schade door neervallen) alsmede door normale slijtage die zich bij het doelmatig gebruik van het
apparaat voordoet. Dit geldt vooral voor accu’s waarop wij 12 maanden garantie geven. Er kan geen
aanspraak op garantie worden gemaakt als op het apparaat reeds ingrepen werden uitgevoerd.
3. De garantieperiode bedraagt 2 jaar en gaat in op de datum van aankoop van het apparaat. Garantieclaims dienen voor het verloop van de garantieperiode binnen de twee weken na het vaststellen
van het defect geldend te worden gemaakt. Het geldend maken van garantieclaims na verloop van
de garantieperiode is uitgesloten. De herstelling of vervanging van het apparaat leidt noch tot een
verlenging van de garantieperiode noch wordt door deze prestatie een nieuwe garantieperiode voor
het apparaat of voor eventueel ingebouwde wisselstukken op gang gebracht. Dit geldt ook bij het ter
plaatse uitvoeren van een serviceactiviteit.
4. Om een garantieclaim geldend te maken dient u het defecte apparaat franco op te sturen aan het
hieronder vermelde adres. Voeg het originele verkoopbewijs of een ander gedateerd bewijs van
aankoop bij. Gelieve daarom de kassabon als bewijs goed te bewaren! Wij verzoeken u de reden
van de klacht zo nauwkeurig mogelijk te beschrijven. Valt het defect van het apparaat binnen onze
garantieprestatie bezorgen wij u per omgaande een hersteld of nieuw apparaat terug.
Uiteraard staan wij ook tot u dienst om mits betaling van de kosten defecten van het apparaat te verhelpen die buiten de garantieomvang vallen. Te dien einde stuurt u het apparaat aan ons serviceadres op.
Voor slijtstukken, verbruiksmateriaal en ontbrekende onderdelen wordt verwezen naar de beperkingen
van deze garantie conform de garantiebepalingen van deze handleiding.
Notifi ed Body: LWA = 106,5 dB (A); guaranteed LWA = 108 dB (A)
P = 1,25 KW; L/Ø = cm
Notifi ed Body:
X
2004/26/EC
Emission No.: e11*97/68SA*2010/26*1409*00
PL deklaruje zgodność wymienionego poniżej artykułu z
następującymi normami na podstawie dyrektywy WE.
BG декларира съответното съответствие съгласно
Директива на ЕС и норми за артикул
LV paskaidro šādu atbilstību ES direktīvai un standartiem
LT apibūdina šį atitikimą EU reikalavimams ir prekės normoms
RO declară următoarea conformitate conform directivei UE şi
normelor pentru articolul
GR δηλώνει την ακόλουθη συμμόρφωση σύμφωνα με την
Οδηγία ΕΚ και τα πρότυπα για το προϊόν
HR potvrđuje sljedeću usklađenost prema smjernicama EU i
normama za artikl
BIH potvrđuje sljedeću usklađenost prema smjernicama EU i
normama za artikl
RS potvrđuje sledeću usklađenost prema smernicama EZ i
normama za artikal
RUS следующим удостоверяется, чтоследующиепродукты
соответствуют директивам и нормам ЕС
UKR проголошуєпро зазначену нижче відповідність виробу
директивам та стандартам ЄС на виріб
MK ја изјавува следната сообрзност согласно
ЕУ-директивата и нормите за артикли
TR Ürünü ile ilgili AB direktifl eri ve normları gereğince aşağıda
açıklanan uygunluğu belirtir
N erklærer følgende samsvar i henhold til EU-direktivet og
standarder for artikkel
IS Lýsir uppfyllingu EU-reglna og annarra staðla vöru
Standard references: EN ISO 11806; EN ISO 14982
Landau/Isar, den 10.06.2013
First CE: 13 Archive-File/Record: NAPR008004
Art.-No.: 34.019.73 I.-No.: 11013 Documents registrar: Robert Mayn
Subject to change without notice Wiesenweg 22, D-94405 Landau/Isar