Delonghi PACS 1200HP User manual [nl]

Page 1
64
Waarschuwingen
• Dit apparaat is bestemd voor de klimaatregeling van de huishoudelijke sfeer, en dient niet voor andere doeleinden gebruikt te worden.
• Het is gevaarlijk de kenmerken van het apparaat te wijzigen, op welke wijze ook.
• Het apparaat wordt geïnstalleerd volgens de geldende regels van het land waarin het appa­raat wordt gebruikt.
•Dit apparaat wordt uitsluitend gebruikt door volwassenen; zorg ervoor dat kinderen er niet mee kunnen spelen.
•Dit apparaat wordt aangesloten op een doelmatige aardleiding. Laat uw elektrische installa­tie controleren door een vakbekwaam elektricien.
• Zonder het nodige toezicht, mag het gebruik van dit apparaat niet worden toegestaan aan kinderen of onbekwame personen.
• Ingeval van een beschadigd voedingssnoer, wordt dit uitsluitend vervangen door gespeciali­seerd personeel erkend door de fabrikant.
•Vermijd het gebruik van verlengsnoeren voor het voedingssnoer.
•Trek de stekker uit het stopcontact alvorens over te gaan tot een reinigings- of onderhoud­sbeurt.
•Trek niet aan het voedingssnoer om het apparaat te verplaatsen.
• Installeer het apparaat niet in ruimten waar de lucht gas, olie, zwavel kan bevatten, of vlakbij een warmtebron.
•Plaats geen zware of warme voorwerpen op het apparaat.
• Maak de bacteriewerende filters minstens wekelijks schoon.
•Gebruik geen verwarmingstoestellen in de nabijheid van dit apparaat.
• Indien het apparaat vervoerd moet worden, wordt het verticaal gezet of op een zijde gelegd. Vóór het vervoer, worden de interne bak voor de opvang van het condensatiewater van de interne eenheid en de basis van de externe eenheid geledigd. Wacht minstens 1 uur voordat u het apparaat weer aanzet, nadat het vervoerd is.
• De materialen gebruikt voor de verpakking zijn recycleerbaar. Het wordt daarom aanbevolen ze in de bakken voor gescheiden afvalverzameling te gooien. R410A is een koelmiddel dat aan de EG-regelingen inzake milieubescherming voldoet Het is verboden het koelcircuit van het apparaat te doorboren. Aan het einde van zijn leven­sduur moet het apparaat bij de speciale inzamelcentra worden ingeleverd.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE CORRECTE VERWERKING VAN HET PRODUCT IN OVEREENSTEMMING MET DE EURO­PESE RICHTLIJN 2002/96/EC
Aan het einde van zijn nuttig leven mag het product niet samen met het gewone huishoudelijke afval worden verwerkt.Het moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht, of naar een verkooppunt dat deze service verschaft. Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat voorkomt mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaan en zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat teruggewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke bespa­ring van energie en grondstoffen te verkrijgen. Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische hui­shoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht.
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 64
Page 2
65
NEDERLAND
In de zomerperiode, wordt een situatie van welzijn bereikt bij een temperatuur begrepen tussen
24 en 27° en een relatieve vochtigheidsgraad van ongeveer 50%.
De klimaatregelaar is een apparaat dat vocht en warmte onttrekt aan de omgeving waar het geplaatst wordt. In tegenstelling tot de modellen voor installatie, bieden de draagbare klimaatregelaars het voor­deel dat ze van een kamer naar een andere en van een gebouw naar een ander kunnen gerold worden. De warme lucht in uw vertrek gaat door een batterij die gekoeld wordt met een koelgas. Op die manier worden de overtollige warmte en vocht afgevoerd alvorens de lucht weer in het vertrek wordt gebracht. In de modellen met één element (Pinguino) wordt een klein deel van deze lucht gebruikt om het koelgas te koelen dat warm en vochtig geworden is, vooraleer het teruggebracht wordt in het vertrek. In de modellen met twee elementen (SuperPinguino), wordt het circuit gekoeld met behulp van de buitenlucht. Elke Pinguino en SuperPinguino kunnen ook met alleen de functie ventilatie gebruikt worden.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
1 Interne eenheid 2 Handgreep interne eenheid 3 Rooster koude lucht 4 Controlelampje werking 5 Filter 6 Luchtroosters 7 Voedingssnoer 8 Drukknop ledigen opvangbak 9 Aansluitmof 10 Wielen 11 Externe eenheid 12 Handgrepen externe eenheid 13 Rooster afgifte condensatielucht 14 Rood controlelampje (functie ontvochtiging) 15 Geel controlelampje (functie ventilatie) 16 Groen controlelampje (functie airconditioning/ontvochtiging) 17 Drukknop handmatige werking 18 Ontvanger signaal afstandsbediening 19 Koppeling 20 Zuignappen 21 Wielrem 22 Esthetisch deksel 23 Beugels 24 Extra verlengstuk snelkoppelingen 25 Beschermingdoppen snelkoppelingen
Wat zijn Pinguino en SuperPinguino
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 65
Page 3
66
Voorbereiding op het gebruik
OPMERKING: De afstand tussen het apparaat en de muren moet minstens 20/30 cm bedragen.
VOORBEREIDING VAN DE INTERNE EENHEID
Installeer het apparaat in het vertrek waarin u het klimaat wilt regelen. Meestal vlakbij een raam of deur. In ieder geval vlakbij een buiten­muur. De interne eenheid moet op een vlakke ondergrond geplaatst worden, bij voorkeur op een tafeltje of meubel (zie figuren 1 en 2). De interne eenheid mag geen hindernissen tegenkomen in de aanzuigzone (roosters achte­raan ) en de zone waarin de lucht wordt afgegeven (roosters bovenaan ).
3
6
PLAATSING VAN DE AANSLUITMOF
De mof die de externe eenheid verbindt met de interne eenheid, kan langs een raam of deur die op een kier staan geleid worden; gebruik de zuignappen zodat het raam of de deur niet te ver open gaan. Behalve de eer­der beschreven methoden, kan de mof die de externe eenheid met de interne eenheid ver­bindt, door een gat met een diameter van circa 9 mm in een buitenmuur worden gevoerd.
De interne eenheid kan ook vast geïnstalleerd worden, door de beugels
te gebruiken (zie montage-instructies die bij de beugelset zijn bij­gevoegd).
23
20
9
VERBINDING VAN BEIDE UNITS
Ga als volgt te werk om de interne eenheid met de externe eenheid te verbinden:
1) Verwijder de bescherming voor de elektri­sche aansluiting die op de externe eenheid is aangebracht, door de betref­fende schroef los te schroeven (Fig.3) Haal echter eerst de stekker uit het stop­contact.
2) Verwijder de beschermdoppen uit de snelkoppelingen. (Fig.4)
3) Breng de mannetjes-snelkoppeling in de vrouwtjes-snelkoppeling in door de draa­dring terug te trekken. Duw de mannetjes­snelkoppeling volledig in, totdat een “klik” wordt gehoord, en laat vervolgens de draadring los (Fig. 5).
fig. 1
fig. 2
fig. 3
fig. 4
fig. 5
Alvorens de mof door het gat in de muur te voeren, is het raadzaam het uiteinde van de snelkoppeling te beschermen met de bijgele­verde doppen of met papieren tape.
De externe eenheid kan ook vast geïnstalleerd worden, waarbij de bijbehorende muurbeugels aangekocht worden in een servicecentrum of bij een verkoper De’Longhi.
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 66
1
2
Page 4
67
NEDERLAND
4) Sluit de blokkeerhendel van de snelkoppe­ling. Gebruik, om deze handeling te vereen­voudigen, het extra verlengstuk door dit op de hendel aan te brengen (zie figuur 6) en te verdraaien totdat het vast zit.
5) Steek de veiligheidspen in de hiervoor bestemde opening (fig. 7).
6) Trek de condenswaterverbinding uit zijn zit­ting en sluit de waterafvoerbuis aan door hem volledig aan te duwen. (Fig. 8)
7) Draai de rechter schroef van de elektri­sche kabelklem los. (Fig. 9).
8) Breng de elektrische connector aan zoals weergegeven in figuur 10/1.
9) Voer de elektrische kabel door en breng de kabelklem weer aan door de schroef vast te draaien. (Fig. 10/2).
10)Breng absoluut het deksel voor de elektri­sche beveiliging aan en zet het met de hiervoor bestemde schroef vast (fig. 3).
11)Breng het beschermdeksel van de snelkoppelingen aan door de 2 schroeven op de externe eenheid los te schroeven. Monteer het deksel en schroef de schroe­ven weer vast (Fig. 11).
24
Opmerking:
Controleer of de draadring in de beginstand terugkeert en of de koppeling werkelijk is vastgezet.
fig. 6
fig. 7
fig. 8
Vermijd te scherpe bochten in de aansluit­mof.
fig.10
fig. 9
fig. 11
Voorbereiding op het gebruik
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 67
1
2
2
Page 5
68
Zet altijd de 2 uiterste wielen vast met de bij­geleverde wielrem.
De’Longhi kan niet aansprakelijk gesteld wor­den voor schade toegebracht aan personen of voorwerpen, als gevolg van een plaatsing die niet overeenkomstig de meest essentiële veiligheidsvoorschriften is.
Voorbereiding op het gebruik
AFKOPPELING VAN DE MOF
Om de aansluitmof af te koppelen, moeten de eerder beschreven handelingen in omgekeerde volgorde uitgevoerd worden. Druk, bij het afkoppelen van de waterafvoer­buis, op de borgring en trek gelijktijdig aan de buis zelf.
Let op
Voer het afkoppelen en aansluiten van de snelkoppelingen in de open lucht uit of in ruimten met voldoende ventilatie.
VOORBEREIDING VAN DE EXTERNE EENHEID
De externe eenheid kan op een terras of balkon gezet worden (fig. 12).
fig. 12
fig. 13
De externe eenheid kan op een vensterbank gezet worden, op voorwaarde dat deze ven­sterbank uitgeeft op een terras (fig. 13)
De externe eenheid kan boven of op hetzelf­de niveau als de interne eenheid geïnstal­leerd worden, voor zover het hoogteverschil niet meer dan 1,5 meter bedraagt. De luch­taanzuiging en –afvoer van de externe eenheid mogen niet belemmerd worden. De minimale afstand tussen de achterkant van het apparaat en de muur moet 6 cm bedra­gen. Het condensatiewater dat gevormd wordt tijdens de werking als airconditioner (in de zomer) wordt door de externe eenheid bijna volledig afgevoerd als waterdamp. In bijzondere gevallen en bij een uitzonderlijk hoge vochtigheidsgraad, wordt het conde­snatiewater afgevoerd door een gat onder de basis. Om het geproduceerde water af te voeren, wordt noodzakelijkerwijs gebruik gemaakt van het bijgeleverde draineerbuisje
dat gemonteerd wordt op de basis van de externe eenheid (zie figuur 14) en waarop een rubberen slangetje kan worden beve­stigd. Opmerking. Wanneer u dit nodig mocht vin­den, kunt u het esthetische deksel met de hiervoor bestemde schroef bevestigen
,
om de externe eenheid te beschermen.
Het is raadzaam de externe eenheid te bescher­men tegen regen, sneeuw, water dat van het dak drupt en zonlicht.
22
19
fig. 14
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 68
Page 6
69
DRUKKNOPPEN EN CONTROLELAMPJES INTERNE EENHEID
DRUKKNOP
HANDMATIGE
WERKING
ROOD
CONTROLELAMPJE
ONTVANGER SIGNAAL
CONTROLELAMPJES
Deze lichten op al naargelang de geselecteerde functie of melden eventuele problemen.
PROBLEEM
ROOD CONTROLELAMPJE GEEL CONTROLELAMPJE GROEN CONTROLELAMPJE
ALARM
knippert knippert knippert
FUNCTIE
ROOD CONTROLELAMPJE GEEL CONTROLELAMPJE GROEN CONTROLELAMPJE
UIT
---
AIRCONDITIONING
--Aan
ONTVOCHTIGING
Aan - Aan
VENTILATIE
-
Aan -
zie “wanneer iets niet functioneert” op pag. 77
HANDMATIGE WERKING
Deze werkwijze wordt alleen gebruikt wanneer de afstandsbediening niet gebruikt kan worden (stuk, verloren of batterijen te zwak). Druk op de knop van de handmatige werking tot de gewenste functie geselecteerd wordt (air­conditioning, ontvochtiging, ventilatie, verwarming, smart, uit). Om de ingestelde functie te individualiseren, let op de controlelampjes en de eerder vermelde tabel. Het apparaat selecteert voor elke functie automatisch de beste waarden om een weldoende omgeving te bekomen.
Dit apparaat is uitgerust met een veiligheidssysteem dat de inschakeling van de compressor onmogelijk maakt wanneer minstens 3 minuten verstreken zijn na de laatste uitschakeling.
Drukknoppen en controlelampjes
interne eenheide
GROEN CONTRO­LELAMPJE
GEEL CONTRO­LELAMPJE
VERWARMING
Aan --
NEDERLAND
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 69
14 15 16 17
Page 7
70
De afstandsbediening
DE AFSTANDSBEDIENING
Plaatsen van de batterijen
•Verwijder het deksel (zie figuur).
• Plaats twee nieuwe en niet oplaadbare batterijen. Let op de polariteit (+) en (-).
• Plaats het deksel terug.
Opmerking: Het is raadzaam alkalibatterijen
te gebruiken (LR03).
Zowel bij de vervanging als bij de afdanking van de afstandsbediening, wor­den de batterijen verwijderd en afgedankt volgens de geldende wetgeving, omdat zij schadelijk zijn voor het milieu.
Wanneer de afstandbediening voor een lange peridoe niet gebruikt zal worden, wor­den de batterijen verwijderd.
CORRECT GEBRUIK
• Richt de afstandsbediening naar de signaalontvanger van de airconditioner (fig. 10).
• Maximale afstand: ongeveer 7 meter (zon­der hindermissen tussen de afstandsbedie­ning en de ontvanger).
• De afstandsbediening wordt behandeld met de grootste omzichtigheid en respect: laat hem niet vallen, stel hem niet bloot aan direct zonlicht en leg hem niet vlakbij een warmtebron.
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 70
1
2
Page 8
71
NEDERLAND
Beschrijving van de
afstandsbediening
DE AFSTANDSBEDIENING
DE DISPLAY
Ontvanger signaal
Controlelampje airconditioning
Controlelampje ontvochtiging
Controlelampje ventilatie
Controlelampje verwarming
Controlelampje SUPER
Controlelampje SMART
Controlelampje SLEEP
Snelheid ventilator automatisch
Snelheid ventilator maximum
Snelheid ventilator gemiddeld
Snelheid ventilator minimum
Gebruikt door de regeling van de tem-
peratuur in de modaliteit SMART of Ont-
vochtiging
A. Toets MODE
Gebruik deze toets om de werkingswijze te selecteren (airconditioning, ontvochti­ging, ventilatie en verwarming).
B. Toetsen voor de INSTELLING VAN DE
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Gebruik deze toetsen om de omgeving­stemperatuur in te stellen of om de timer te programmeren.
C. Toets VENTILATOR
Deze toets kiest de ventilatorsnelheid, namelijk automatisch, maximum, gemid­deld, minimum.
D. Toets SWING (niet actief in dit model)
E. Toets TIMER
Gebruik deze toets om de werking van de timer in te stellen of te annuleren.
F. Toets SLEEP ( )
Gebruik deze toets om de automatische functie SLEEP in te stellen of te annuleren.
G. Toets SMART ( )
Door op deze toets te drukken, bepaalt het apparaat automatisch de meest geschikte werkingswijze om een maximaal comfort te garanderen.
H. Toets SUPER ( )
Gebruik deze toets om de snelle afkoeling te starten of te stoppen (Met deze functie, draait de ventilator op de hoge snelheid en is de temperatuur automatisch inge­steld op 18°C).
I. Toets AAN/UIT
Door op deze toets te drukken wordt het apparaat aan- en uitgezet. Opmerking: ook wanneer het apparaat uit staat blijft de display de instellingen weergeven.
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 71
I
H
G
F
E D C
SWING FAN
A
B
B
Page 9
72
De functies
FUNCTIE AIRCONDITIONING
• In de eerste plaats op de toets drukken om het apparaat aan te zetten.
• Een pieptoon geeft het aanslaan van de airconditioner aan en op de display knippert het symbool .
•Hierna de toets MODE kiezen, totdat op de display het symbool
van de airconditioning verschijnt.
• Op dit punt aangekomen dient te temperatuur ingesteld te wor­den met de toetsen .
• Om de snelheid van de ventilator te kiezen, is het voldoende herhaaldelijk op de toets FAN te drukken totdat de gewenste ventilatiesnelheid bereikt wordt (automatisch, maximum, gemid­deld, minimum).
N.B.: Tijdens het functioneren als airconditioner, wordt het teveel aan vochtigheid in de ruimte automatisch door het apparaat opge­nomen.
FUNCTIE ONTVOCHTIGING
• Deze functie kan gekozen worden ingeval van een hoge voch­tigheidsgraad.
• In de eerste plaats op de toets drukken om het apparaat aan te zetten. Een pieptoon geeft het aanslaan van de aircon­ditioner aan en op de display knippert het symbool .
•Hierna de toets MODE kiezen, totdat op het paneel het symbool
van de ontvochtiging verschijnt.
• Druk op de toets om het niveau van de ontvochtiging te verhogen, en op de toets om hem te verlagen.
•Wanneer het apparaat ingesteld wordt op de functie ontvochti­gen, gebeurt de keuze van de snelheid van de ventilator auto­matisch.
FUNCTIE VENTILATIE
Op dagen dat het weer drukkend is maar niet bijzonder warm, kan het voldoende zijn alleen de functie ventilatie in te stellen.
• Druk op de toets . Een pieptoon geeft het aanslaan van de airconditioner aan en op de display knippert het symbool .
•Hierna de toets MODE kiezen, totdat op de display het symbool van de ventilatie verschijnt.
• Als deze functie eenmaal aanstaat, kan men herhaaldelijk drukken op de toets FAN om de gewenste snelheid te kiezen (minimum, gemiddeld, maximum).
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 72
24
Page 10
73
NEDERLAND
De functies
FUNCTIE VERWARMING
• Druk op de eerste plaats op de inschakeltoets .
• Een pieptoon geeft het aanslaan van de airconditioner aan en op de display knippert het symbool .
• Druk hierna meerdere keren op de toets MODE, totdat op de display het symbool van de verwarming verschijnt.
• Nu kan de temperatuur worden ingesteld met behulp van de toetsen .
•Druk herhaaldelijk op de toets FAN om de gewenste ventilatie­snelheid te kiezen (automatisch, hoog, gemiddeld, laag).
FUNCTIE SMART
Met de functie SMART beslist het apparaat zelf op welke manier te functioneren, waarbij het maximaal comfort in de ruimte wordt gegarandeerd.
• Druk op de toets om het apparaat aan te zetten. Een piep­toon geeft het aanslaan van de airconditioner aan en op de display knippert het symbool .
• Druk op de toets SMART. De automatische functie is nu ingesteld en op de display verschijnt het symbool .
Opmerking: met de functie SMART wordt de temperatuur automa­tisch gecontroleerd. Indien de gewenste temperatuur nog niet bereikt werd, kan die verlaagd of verhoogd worden met maximum 2°C, door te drukken op de toetsen . Het apparaat bepaalt automatisch de functie (airconditioning, ventilatie, verwarming) en de optimale snelheid. Aangezien SMART een automatische functie is, is het niet mogelijk om SLEEP en de snelheid van de interne ventilator te selecteren, ook al verschijnen de betreffende symbolen op de display van de afstandsbediening.
AUTOMATISCHE FUNCTIE SLEEP
De automatische functie SLEEP is ideaal voor de nacht, omdat het mogelijk is binnen de ingestelde functie (airconditioning, ontvochti­ging, verwarming) de werking van de airconditioner geleidelijk te verlagen tot hij afslaat (na 8 uren). Om de functie SLEEP te kiezen, als volgt te werk gaan:
- Druk op de toets om het apparaat aan te zetten.
- Een pieptoon geeft het aanslaan van de airconditioner aan en op de display knippert het symbool .
- Hierna de toets MODE kiezen, totdat op de display het symbool van de gewenste functie verschijnt.
- Selecteer de gewenste temperatuur door te drukken op de toet­sen .
- Nu op de toets SLEEP drukken om de nachtfunctie in te stellen: het symbool verschijnt op de display. Druk nogmaals op de toets SLEEP om terug te gaan naar de vorige functie. Bij deze functie, draait de ventilator op lage snelheid.
De nachtwerking maakt het mogelijk de ideale temperatuur in stand te houden in het vertrek en te grote temperatuurschommelingen te vermijden, met een gerui­sloze werking. De luchtstroom neemt af, terwijl de omgevingstemperatuur varieert in functie van de behoefte aan welzijn: neemt met 1°C toe na 60 minuten en 2°C na 2 uren (schakelt uit na 8 uur).
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 73
23
26
Page 11
74
De functies
FUNCTIE SUPER
De functie SUPER wordt gebruikt om de snelle koeling te starten of te stoppen. De functie werkt met de ventilator op hoge snelheid, waarbij de ingestelde temperatuur automatisch op 18°C wordt gebracht. Ga als volgt te werk om de functie SUPER te selecteren:
•Druk op de toets om de airconditioner in te schakelen. Een pieptoon geeft het aanslaan van de airconditioner aan en op de display knippert het symbool .
• Druk op de toets SUPER om de functie in te stellen. De display toont het symbool .
• Druk opnieuw op de toets SUPER om naar de vorige bedrijfswij­ze terug te keren.
PROGRAMMERING VAN DE TIMER
Met de timer kunt u de vertraagde in- of uitschakeling van het apparaat instellen: deze instelling vermijdt verspilling van elektrische energie en optimaliseert de werkingsperioden.
Programmering uitschakeling
•Wanneer de airconditioner aan staat, druk op de toets TIMER: op de display verschijnen de uren en het symbool “h” knippert. Stel het uur in waarop u het apparaat wilt laten afslaan, door te drukken op de toetsen (van 30 minuten tot 24 uur).
• Druk nogmaals op de toets TIMER om de keuze te bevestigen. Met verloop van tijd geeft de display de resterende tijd weer.
• Na afloop van de ingestelde tijd, slaat het apparaat automati­sch af. De eerste 10 uren is het mogelijk een selectie uit te voeren met tussenpauzes van een half uur. Voor tijden langer dan 10 uur, zijn tussenpauzes van één uur toegelaten.
• Om de ingestelde tijd te wissen, druk nogmaals op de toets TIMER: een pieptoon is hoorbaar.
Programmering inschakeling
•Wanneer de airconditioner aan staat, druk op de toets TIMER: op de display verschijnen de uren en het symbool “h” knippert. Stel het uur in waarop u het apparaat wilt laten starten, door te drukken op de toetsen (van 30 minuten tot 24 uur).
• Druk nogmaals op de toets TIMER om de keuze te bevestigen.
• Na afloop van de ingestelde tijd, slaat het apparaat automati­sch aan. De eerste 10 uren is het mogelijk een selectie uit te voeren met tussenpauzes van een half uur. Voor tijden langer dan 10 uur, zijn tussenpauzes van één uur toegelaten.
• Om de ingestelde tijd te wissen, druk nogmaals op de toets TIMER: een pieptoon is hoorbaar.
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 74
18
Page 12
75
NEDERLAND
Tips
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Alvorens de stekker in het stopcontact te steken, controleer of:
• de netspanning overeenkomt met de waarde aangeduid op het gegeven­splaatje aan de achterkant van het appa­raat.
• het stopcontact en de voedingslijn gepa­st zijn voor de vereiste belasting.
• de stekker in het stopcontact past. Zo niet, het stopcontact laten vervangen;
• het stopcontact aangesloten is op een doeltreffende aardleiding. De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af ingeval deze veiligheidsmaatregel niet nageleefd werd.
EEN LAATSTE BLIK OP HET VERTREK
Volg deze voorschriften om een maximaal rendement te halen met uw klimaatregelaar.
• sluit ramen en deuren van de ruimte waar­van u het klimaat wilt regelen. Dit geldt niet voor een installatie met een gat in de muur. In dergelijk geval is het raadzaam een deur of vensterraam op een kier te laten.
• Scherm het vertrek af van rechtstreeks zonlicht, door de gordijnen dicht te doen en/of de rolluiken gedeeltelijk te laten zakken.
• Zet geen voorwerpen op de klimaatrege­laar;
• Belemmer de roosters voor de afzuiging en de luchtaanvoer niet;
• Zorg ervoor dat er zich in het vertrek geen warmtebronnen bevinden.
NU IS UW APPARAAT KLAAR OM TE FUNCTIO­NEREN
Doe de gordijnen dicht
Laat de rolluiken zakken
Sluit de ramen
Sluit de deuren
niet afdekken
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 75
Page 13
76
Vóór elke reinigings- of onderhoudsbeurt, het apparaat afzetten met de toets “OFF” op de afstandsbediening en de stekker uit het stop­contact trekken.
REINIGING
Het is raadzaam het apparaat te reinigen met een vochtige doek en af te drogen met een droge doek. Om veiligheidsredenen, de klimaatregelaar niet wassen met water.
Veiligheidsvoorschriften
Gebruik nooit benzine, alcohol of oplosmid­delen voor de reiniging. Gebruik nooit insec­tenwerende vloeistoffen of gelijkaardig.
REINIGING VAN DE LUCHTFILTERS
Om borg te blijven staan voor de doeltreffen­de werking van uw klimaatregelaar, raden wij aan, de stoffilter wekelijks te reinigen. De filters bevinden zich ter hoogte van de twee afzuigroostertjes van de interne eenheid. De roostertjes behuizen de filters.
Voor de reiniging van de filters, is het nood­zakelijk; haal de stoffilters uit de afzuigroo­stertjes. (Fig. 15).
CONTROLES BIJ AANVANG SEIZOEN
Controleer of het voedingssnoer en het stop­contact niet beschadigd zijn en worg ervoor dat de aardleiding doelmatig is. Neem de installatienormen zorgvuldig in acht.
CONTROLES OP EINDE SEIZOEN
Alvorens het apparaat het vervoeren, de interne opvangbak ledigen door de knop
op het apparaat ingedrukt te houden tot het “gegorgel” van de pomp hoorbaar is. Let erop dat het water naar buiten afgevoerd wordt langs de onderkant van de externe eenheid. Reinig de stoffilters en laat ze goed drogen alvo­rens ze terug te plaatsen. Dek het apparaat af met een plastic zak om te voorkomen dat er stof op komt.
8
Reiniging
Om het stof van de stoffilter te halen, gebruikt u een stofzuiger. Indien ze heel vuil zijn, worden ze onderge­domped in lauw water en meerdere keren gespoeld. De temperatuur mag niet warmer dan 40°C zijn. Na de filters te hebben gewassen, ze laten drogen en terugplaatsen.
fig. 15
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 76
Page 14
77
NEDERLAND
Wanneer iets niet werkt
WANNEER IETS NIET WERKT
Wanneer iets niet werkt, is er soms sprake van kleine problemen die u makkelijk zelf kunt oplossen. Volg dus aandachtig de volgende korte aanwijzingen alvorens contact op te nemen met het Techni­sch Servicecentrum in uw buurt.
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSINGEN
De klimaatregelaar werkt niet
• geen stroomtoevoer
• de stekker zit niet in het stopcontact
• de timer is verkeerd ingesteld
• wachten
de stekker in het stopcontact steken
• stel de timer correct in
Het apparaat koelt/verwarmt niet voldoende
• de luchtfilter is vuil
• de temperatuur is verkeerd ingesteld
• de roosters voor de ingang/uitgang van de lucht zijn verstopt
• maak de luchtfilter schoon
• stel de temperatuur correct in
• maak de roosters schoon
• maak de luchtfilter schoon
Vreemde geur in de ruimte
• de luchtfilter is vuil
De interne eenheid van de klimaatre­gelaar lekt
• verkeerde installatie van het apparaat
• de pomp is defect
• Zie pag. 66 voor de correcte installatie van het apparaat
• haal de stekker uit het stop­contact en wend u tot een ser­vicecentrum
Het signaal van de afstandsbediening is zwak of afwezig
• de batterijen zijn te zwak
• de batterijen werden waarschijnlijk omgekeerd geplaatst
• vervang de batterijen
• controleer de polen van de batterijen (+) en (-)
De klimaatregelaar werkt niet gedurende 3 minu­ten na de inschakeling
• de veiligheidsinrichting van het apparaat treedt in werking
• wacht tot de 3 minuten om zijn
De compressor gaat geregeld aan en uit.
• de klimaatregelaar werkt in de functie ontvo­chtiging
• de vorstveiligheid treedt in werking
De drie controle­lampjes knipperen
• storende werking • haal de stekker uit het stop­contact, wacht enkele minu­ten en zet het apparaat weer aan. Indien het probleem aanhoudt, contact opnemen met het servicecentrum.
ASSISTENTIE
Indien het probleem na deze controles aanhoudt, wendt u zich tot het dichtstbijzijnd Technisch Servicecentrum, met vermelding van het model van de apparatuur en de aard van het defect.
Het vervoer, het laden, de reiniging, het opvangen en afdanken van het koelmiddel worden uit­sluitend uitgevoerd in een technisch servicecentrum erkend door de fabrikant.
Het apparaat wordt uitsluitend afgedankt door gespecialiseerd personeel dat erkend is door de fabrikant.
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 77
Page 15
78
Garantie/technische eigenschappen
GARANTIE EN TECHNISCHE ASSISTENTIE
De voorwaarden voor de garantie en de technische assistentie staan vermeld op het certificaat dat bij uw apparaat geleverd wor­den.
WERKINGSLIMIETEN BIJ CONDITIONE­RING
Kamertemperatuur 21 ÷ 32°C
Buitentemperatuur 21 ÷ 43°C
TECHNISCHE GEGEVENS
Voedingsspanning zie gegevensplaatje Max. opgenomen vermogen “ Koelvermogen* “ Verwarmingsvermogen** “ Aantal snelheden ventilator 3 Max. luchtbereik 250-350 m
3
/h
Afmetingen interne eenheid:
•breedte 450 mm
• hoogte 475 mm
• diepte 255 mm
• gewicht 10 kg
Afmetingen externe eenheid
•breedte 660 mm
• hoogte 542 mm
• diepte 290 mm
• gewicht 30 kg
* In gewone omstandigheden
Omgevingstemperatuur in huis 27°C
47% relatieve vochtigheidsgraad
Buitentemperatuur 35°C
40% relatieve vochtigheidsgraad
** In gewone omstandigheden
Omgevingstemperatuur in huis 20°C
Buitentemperatuur 7°C
87% relatieve vochtigheidsgraad
R410A is een koelgas dat de EG-normen inzake het natuurbehoud respecteert. Het is daarom verboden het koelcircuit van de machine te doorboren. Wanneer u het apparaat wilt afdanken, wordt het naar een speciaal verzamelcentrum gebra­cht.
WERKINGSLIMIETEN BIJ VERWARMING
Kamertemperatuur 10 ÷ 25°C
Buitentemperatuur -5 ÷ 20°C
NL-5750005800ok 30-05-2005 10:24 Pagina 78
Loading...