OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de
computer.
WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel
gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden.
GEVAAR: Een GEVAAR-KENNISGEVING duidt op een risico op schade aan eigendommen,
lichamelijk letsel of overlijden.
van auteursrecht en intellectueel eigendom binnen en buiten de VS. Dell™ en het Dell logo zijn merken van Dell Inc. in
de Verenigde Staten en/of andere rechtsgebieden. Alle overige merken en namen in dit documenten kunnen merken
zijn van hun respectieve bedrijven.
2016 - 03
Ver. A00
Page 3
Inhoudsopgave
1 Aan de computer werken.....................................................................................7
7 Contact opnemen met Dell.............................................................................. 70
6
Page 7
1
Aan de computer werken
Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen
mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document
van de volgende veronderstellingen uitgegaan:
•U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
•Een onderdeel kan worden vervangen of, indien afzonderlijk aangeschaft, worden geïnstalleerd door
de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
GEVAAR: Koppel alle voedingsbronnen los voordat u de computerbehuizing of -panelen opent.
Zodra u klaar bent met de werkzaamheden binnen de computer, plaatst u de behuizing en alle
panelen en schroeven terug voordat u de computer weer aansluit op de voedingsbron.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u
werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over
veiligheidsrichtlijnen onze webpagina over wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance .
WAARSCHUWING: Een groot aantal reparaties mag alleen door een erkend servicemonteur
worden uitgevoerd. U mag alleen probleemoplossing en eenvoudige reparaties uitvoeren zoals
toegestaan volgens de documentatie bij uw product of zoals geïnstrueerd door het on line of
telefonische team voor service en ondersteuning. Schade die het gevolg is van onderhoud dat
niet door Dell is geautoriseerd, wordt niet gedekt door uw garantie. Lees de veiligheidsinstructies
die bij het product zijn geleverd en leef deze na.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een
aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken, zoals een
connector aan de achterkant van de computer.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de componenten en
de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten vast bij de uiteinden of bij de metalen
bevestigingsbeugel. Houd een component, zoals een processor, vast aan de uiteinden, niet aan
de pinnen.
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken
en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u
dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert.
Trek connectoren in een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen.
Ook moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide connectoren op juiste wijze zijn
opgesteld en uitgelijnd.
OPMERKING: De kleur van uw computer en bepaalde onderdelen kunnen verschillen van de kleur
die in dit document is afgebeeld.
7
Page 8
Voordat u aan de computer gaat werken
Om schade aan de computer te voorkomen, moet u de volgende instructies opvolgen voordat u in de
computer gaat werken.
1.Zorg ervoor dat u de Veiligheidsinstructies volgt.
2.Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast
raakt.
3.Schakel de computer uit, zie Uw computer uitschakelen.
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector
van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen
van het netwerkapparaat.
4.Verwijder alle netwerkkabels uit de computer.
5.Verwijder de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.
6.Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd
om het moederbord te aarden.
7.Verwijder de kap.
WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd
metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen
voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw
computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische
elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
Uw computer uitschakelen
WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende bestanden op te
slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de
computer uitzet.
1.Uw computer uitschakelen:
•In Windows 10 (met behulp van een aanraakapparaat of muis):
1.Klik of tik op .
2.Klik of tik op en klik vervolgens op of tik op Afsluiten.
•In Windows 8 (met behulp van een aanraakapparaat):
1.Beweeg vanaf de rechterrand van het scherm om het Charms-menu te openen en selecteer
Settings (Instellingen).
2.Tik op en tik vervolgens op Afsluiten.
•In Windows 8 (bij gebruik van een muis):
1.Wijs naar de hoek rechtsboven in het scherm en klik op Settings.(Instellingen).
2.Klik op en klik vervolgens op Afsluiten.
•In Windows 7:
8
Page 9
1.Klik op Start.
2.Klik op Afsluiten.
2.Controleer of alle op de computer aangesloten apparaten uitgeschakeld zijn. Houd de aan-uitknop
zes seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden
uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
Nadat u aan de computer heeft gewerkt
Nadat u de onderdelen hebt vervangen of teruggeplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten,
kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt.
WAARSCHUWING: U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die
voor deze specifieke Dell-computer is ontworpen. Gebruik geen batterijen die voor andere Dellcomputer zijn ontworpen.
1.Sluit externe apparaten, zoals een poortreplicator of een mediastation aan en plaats alle kaarten,
zoals een ExpressCard, terug.
2.Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
WAARSCHUWING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het
netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
3.Plaats de batterij terug.
4.Plaats de onderplaat terug.
5.Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
6.Zet de computer aan.
9
Page 10
Onderdelen verwijderen en plaatsen
Deze paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe de onderdelen moeten worden verwijderd uit, of worden
geïnstalleerd in uw computer.
Aanbevolen hulpmiddelen
Voor de procedures in dit document heeft u het volgende gereedschap nodig:
•Kleine sleufkopschroevendraaier
•Kruiskopschroevendraaier
•Klein plastic pennetje
De micro-SIM-kaart (Micro Subscriber Identity Module)
plaatsen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Steek een paperclip of een pinnetje in het gaatje om de SIM-kaarthouder te verwijderen [1].
3.Plaats de micro-SIM-kaart in de SIM-kaarthouder [2].
4.Duw de SIM-kaarthouder in de sleuf totdat deze op zijn plaats klikt.
2
10
Page 11
De micro-SIM-kaart (Micro Subscriber Identity Module)
verwijderen
WAARSCHUWING: Wanneer u de micro-SIM-kaart verwijdert wanneer de laptop is ingeschakeld,
kan gegevensverlies optreden of de kaart beschadigd raken. Zorg dat uw computer is
uitgeschakeld of dat de netwerkverbindingen zijn uitgeschakeld.
1.Steek een paperclip of een pinnetje voor het verwijderen van een SIM-kaart in het gaatje in de SIMkaarthouder.
2.Verwijder de micro-SIM-kaart uit de SIM-kaarthouder.
3.Duw de SIM-kaarthouder in de sleuf totdat deze op zijn plaats klikt.
De microSD-kaart (Secure Digital) verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Druk op de microSD-kaart om deze uit de computer te verwijderen. Schuif de microSD-kaart uit de
computer.
De microSD-kaart (Secure Digital) plaatsen
1.Duw de microSD-kaart in de sleuf totdat de kaart op zijn plaats klikt.
2.Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
De onderplaat verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.U verwijdert de onderplaat als volgt:
a. Draai de borgschroeven los waarmee de onderplaat aan de computer vastzit [1].
b. Til de onderplaat op van de rand en verwijder deze uit de computer [2].
11
Page 12
De onderplaat plaatsen
1.Lijn de lipjes van de onderplaat uit op de sleuven in de computer.
2.Draai de schroeven vast waarmee de onderplaat aan de computer wordt bevestigd.
3.Druk op de randen van de onderplaat totdat deze vastklikt.
4.Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
De batterij verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de onderplaat.
3.Koppel de batterijkabel los van de connector op het moederbord [1].
12
Page 13
4.Verwijder de accu als volgt:
a. Verwijder de schroeven waarmee de batterij aan de computer vastzit [1].
b. Til de batterij uit de computer [2].
De batterij plaatsen
1.Breng de lipjes van de batterij op één lijn met de sleuven in de polssteun.
2.Draai de schroeven aan waarmee de batterij aan de systeemkast vastzit.
OPMERKING: Het aantal schroeven varieert afhankelijk van het type batterij.
3.Sluit de stekker van de luidsprekerkabel aan op de connector op het moederbord.
4.Plaats de onderplaat.
13
Page 14
5.Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
De knoopbatterij verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
3.Koppel de batterijkabel los van de connector op het moederbord [1].
4.Verwijder de knoopbatterij:
a. Koppel de kabel van de knoopbatterij los uit de connector op het moederbord [1].
b. Til de knoopbatterij omhoog om hem los te maken van de tape en verwijder de knoopbatterij uit
het moederbord [2].
14
Page 15
De knoopbatterij plaatsen
1.Plaats de knoopbatterij in de sleuf op het moederbord.
2.Sluit de kabel van de knoopbatterij aan op de connector op het moederbord.
3.Sluit de stekker van de luidsprekerkabel aan op de connector op het moederbord.
4.Plaats:
a. onderplaat
5.Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
De smartcardhouder verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
b. batterij
3.Verwijder de smardcardhouder als volgt:
a. Koppel de smartcard FFC-kabel los [1,2].
b. Verwijder de schroeven waarmee de smartcardhouder aan het moederbord is bevestigd [3].
c. Til de smartcardhouder van het moederbord [4].
De smartcardhouder plaatsen
1.Plaats de smartcardhouder op het moederbord.
2.Draai de schroef aan waarmee de smartcardhouder aan de computer wordt bevestigd.
3.Sluit de smartcard FFC-kabel aan op het moederbord.
4.Plaats:
a. batterij
b. onderplaat
15
Page 16
5.Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
De luidsprekers verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
b. batterij
3.De luidsprekers verwijderen:
a. Koppel de luidsprekerkabel los [1].
b. Verwijder de luidsprekerkabel uit de geleiders [2].
c. Verwijder de luidsprekers uit de computer [3].
OPMERKING: Gebruik een plastic pennetje om de luidsprekers los te koppelen van de
zelfklevende pads.
De luidsprekers plaatsen
1.Plaats de luidsprekers op één lijn met de lijnen in de computer.
16
Page 17
2.Leid de luidsprekerkabel door de borgklemmen op het dockframe.
3.Sluit de luidsprekerkabel aan op de connector op het moederbord.
4.Plaats:
a. batterij
b. onderplaat
5.Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
De WLAN-kaart verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
3.Koppel de batterijkabel los van de connector op het moederbord [1].
17
Page 18
4.Verwijder de WLAN-kaart:
a. Verwijder de schroef waarmee de metalen beugel is vastgezet op de WLAN-kaart [1].
b. Verwijder de metalen beugel [2].
c. Koppel de WLAN-kabels los van de connectoren op de WLAN-kaart [3].
d. Verwijder de WLAN-kaart uit de computer [4].
De WLAN-kaart plaatsen
1.Steek de WLAN-kaart in de sleuf op de computer.
2.Plaats de WLAN-kabels in het geleidingskanaal.
3.Sluit de WLAN-kabels aan op de connectoren op de WLAN-kaart.
4.Plaats de metalen beugel en draai de schroef vast om de beugel aan de computer te bevestigen.
18
Page 19
5.Sluit de stekker van de luidsprekerkabel aan op de connector op het moederbord.
6.Plaats:
a. onderplaat
7.Volg de procedure in Nadat u in het systeem heeft gewerkt.
De WWAN-kaart verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
3.Koppel de batterijkabel los van de connector op het moederbord [1].
4.De WWAN-kaart verwijderen:
a. Trek het aluminiumfolie los tot de vouwlijn.
b. Verwijder de schroef waarmee de metalen beugel is vastgezet op de WWAN-kaart [1].
c. Verwijder de metalen beugel [2].
d. Koppel de WWAN-kabels los van de connectoren op de WWAN-kaart [3].
e. Verwijder de WWAN-kaart uit de computer [4].
19
Page 20
De WWAN-kaart plaatsen
1.Trek het aluminiumfolie los tot de vouwlijn.
2.Plaats de WWAN-kaart in de sleuf op de computer.
3.Plaats de WWAN-kabels in de geleiders.
4.Sluit de WWAN-kabels aan op de connectoren op de WWAN-kaart.
5.Plaats de metalen beugel en draai de schroef vast om de beugel aan de computer te bevestigen.
6.Bevestig het aluminiumfolie op de beugel en de WWAN-kaart.
7.Sluit de stekker van de luidsprekerkabel aan op de connector op het moederbord.
8.Plaats:
a. onderplaat
9.Volg de procedure in Nadat u in het systeem heeft gewerkt.
Het vaste-toestandstation (SSD) verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
3.Koppel de batterijkabel los van de connector op het moederbord [1].
20
Page 21
4.Verwijder de SSD als volgt:
a. Trek het aluminiumfolie los tot de vouwlijn.
b. Verwijder de schroef waarmee de SSD op de computer vastzit [1].
c. Verwijder de SSD-beugel [2].
d. Verwijder de koperen thermische plaat.
e. Verwijder de SSD uit de computer [3].
De SSD (Solid State Drive) plaatsen
1.Steek de SSD in de connector op de computer.
2.Installeer de thermische plaat.
3.Installeer de metalen beugel.
21
Page 22
4.Draai de schroef aan waarmee de SSD in de computer vastzit.
5.Plak het aluminiumfolie op de thermische plaat.
6.Sluit de stekker van de luidsprekerkabel aan op de connector op het moederbord.
7.Plaats:
a. onderplaat
8.Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
Het beeldscherm verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de onderplaat.
3.Koppel de batterijkabel los van de connector op het moederbord [1].
4.Verwijder de volgende onderdelen:
a. WLAN-kaart
b. WWAN-kaart
5.U verwijdert de kabels als volgt:
a. Koppel de camerakabel en afstemmingskabel los [1, 2].
b. Trek het aluminiumfolie los tot de vouwlijn.
c. Verwijder de schroeven waarmee de metalen plaat vastzit en til de kaartlezer uit de computer [3,
4].
d. Trek het plakband los om bij de beeldschermkabel te komen en koppel deze los van de
connector [5].
e. Maak de kabel van het touchscreenpaneel los van de computer [6].
22
Page 23
6.Til de polssteun op om deze te scheiden van het beeldscherm.
7.Verwijder het beeldscherm als volgt:
a. Verwijder de schroeven waarmee het beeldscherm aan de computer is bevestigd [1].
b. Verschuif het beeldscherm om hem los te maken van de computer [2].
23
Page 24
Het beeldscherm plaatsen
1.Sluit de beeldschermkabel aan op de connector en bevestig de tape.
2.Plak het aluminiumfolie op de thermische plaat en de beeldschermkabel.
3.Sluit de camera, het touchscreen-paneel en de afstemmingskabel aan.
4.Lijn het beeldscherm uit met de schroefgaten op de computer.
5.Draai de schroeven aan om het beeldscherm vast te zetten.
6.Plaats:
a. WWAN-kaart
b. WLAN-kaart
7.Sluit de stekker van de luidsprekerkabel aan op de connector op het moederbord.
8.Plaats de onderplaat.
9.Volg de procedure in Nadat u in het systeem heeft gewerkt.
Het moederbord verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
b. batterij
c. SSD
d. WLAN-kaart
24
Page 25
e. WWAN-kaart
f. knoopbatterij
g. beeldscherm
3.Koppel de volgende kabels los van het moederbord:
a. luidsprekerkabel
b. kabel van touchpad
c. kabel van smartcard
d. LED-kabel
e. kabel van array-microfoon
f. kabel van vingerafdruklezer
g. kabel van WWAN-AUX-antenne
h. NFC-kabel
4.Verwijder het moederbord als volgt:
a. Verwijder de schroeven waarmee het moederbord op de computer is bevestigd [1].
b. Verwijder de schroeven waarmee het metalen lipje vastzit en til het moederbord uit de computer
[2, 3].
25
Page 26
5.Haal het moederbord uit de computer.
Het moederbord plaatsen
1.Lijn het moederbord uit met de schroefhouders op de computer.
2.Draai de schroeven vast om het moederbord te bevestigen aan de computer.
3.Draai de schroeven aan om het metalen lipje te bevestigen op de USB type C-poort.
4.Sluit de volgende kabels aan op de connectoren op het moederbord:
a. luidsprekerkabel
b. kabel van smartcard
c. LED-kabel
d. kabel van array-microfoon
26
Page 27
e. kabel van touchpad
f. kabel van vingerafdruklezer
g. kabel van WWAN-AUX-antenne
h. NFC-kabel
5.Plaats:
a. beeldscherm
b. knoopbatterij
c. WWAN-kaart
d. WLAN-kaart
e. SSD
f. batterij
g. onderplaat
6.Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
Het toetsenbord verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
b. batterij
c. SSD
d. WLAN-kaart
e. WWAN-kaart
f. knoopbatterij
g. beeldscherm
h. moederbord
3.Verwijder het toetsenbord als volgt:
a. Koppel de toetsenbordkabels los van de connectoren op het moederbord [1, 2].
b. Verwijder de schroeven waarmee het toetsenbord aan de computer vastzit [3].
c. Til het metalem lipje uit de computer [4].
27
Page 28
4.Verwijder het toetsenbord als volgt:
a. Verwijder de schroeven waarmee het toetsenbord aan de computer vastzit [1].
b. TIl het toetsenbord uit de computer [2].
Het toetsenbord plaatsen
1.Lijn het toetsenbord uit met de schroefhouders op de computer.
2.Draai de schroeven vast om het toetsenbord te bevestigen aan de computer.
3.Draai de schroef vast waarmee het metalen lipje wordt bevestigd op het moederbord.
4.Sluit de toetsenbordkabels aan op de connectoren op het moederbord.
5.Plaats:
a. moederbord
b. beeldscherm
c. SSD
d. WWAN
e. WLAN
f. knoopbatterij
g. batterij
h. onderplaat
6.Volg de procedure in Nadat u in het systeem heeft gewerkt.
De polssteun verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
b. batterij
c. SSD
d. WWAN-kaart
28
Page 29
e. WLAN-kaart
f. knoopbatterij
g. smartcardhouder
h. luidsprekers
i. beeldscherm
j. moederbord
k. toetsenbord
3. Verwijder de polssteun van de computer.
De polssteun plaatsen
1.Plaats de polssteun op de computer.
2. Plaats:
a. toetsenbord
b. moederbord
c. beeldscherm
d. luidsprekers
e. smartcardhouder
f. knoopbatterij
g. WLAN-kaart
h. WWAN-kaart
i. SSD
j. batterij
k. onderplaat
3. Volg de procedure in Nadat u in het systeem heeft gewerkt.
29
Page 30
Technologie en onderdelen
Netadapter
Deze laptop wordt geleverd met de 45 W netadapter. Deze adapter maakt gebruik van een USB-Cconnector.
GEVAAR: Wanneer u de netadapter van de laptop loskoppelt, moet u stevig maar voorzichtig aan
de connector trekken en niet aan de kabel zelf, om schade aan de kabel te voorkomen.
GEVAAR: De netadapter is geschikt voor stopcontacten wereldwijd. Stroomaansluitingen en
stekkerblokken kunnen echter per land verschillen. Wanneer een niet-compatibele kabel wordt
gebruikt of de kabel verkeerd in het stekkerblok of stopcontact wordt gestoken, dan kan dit
brand of beschadiging van de apparatuur tot gevolg hebben.
Processoren
Deze laptop wordt geleverd met de volgende processoren:
•Intel Core M3-6Y30
•Intel Core M5-6Y57
•Intel Core M7-6Y75
3
OPMERKING: De kloksnelheid en prestaties zijn afhankelijk van de werklast en andere variabelen.
Processoren identificeren in Windows 10
1.Tik op Zoeken op internet en in Windows.
2. Typ Apparaatbeheer.
3. Tik op Processor.
De basisinformatie over de processor wordt weergegeven.
Processoren identificeren in Windows 8
1.Tik op Zoeken op internet en in Windows.
2. Typ Apparaatbeheer.
30
Page 31
3. Tik op Processor.
De basisinformatie over de processor wordt weergegeven.
Het gebruik van de processor controleren in Taakbeheer
1.Houd de taakbalk ingedrukt.
2. Selecteer Taakbeheer starten.
Het venster Windows Taakbeheer wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Prestaties in het venster Windows Taakbeheer.
De gegevens over de prestaties van de processor worden weergegeven.
Het gebruik van de processor controleren in
Broncontrole
1.Houd de taakbalk ingedrukt.
2. Selecteer Taakbeheer starten.
Het venster Windows Taakbeheer wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Prestaties in het venster Windows Taakbeheer.
De gegevens over de prestaties van de processor worden weergegeven.
4. Klik op Broncontrole openen.
31
Page 32
Chipsets
Alle laptops communiceren met de CPU via de chipset. Deze laptop wordt geleverd met de Intel 100
serie chipset.
Het chipset-stuurprogramma downloaden
1.Zet de laptop aan.
2. Ga naar www.dell.com/support.
3. Klik op Productondersteuning, voer de servicetag van uw laptop in en klik op Verzenden.
OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch
detecteren of handmatig bladeren voor uw model laptop.
4. Klik op Drivers en downloads.
5.Selecteer het besturingssysteem dat op uw laptop is geïnstalleerd.
6. Blader omlaag op de pagina, vouw Chipset uit en selecteer uw chipset-stuurprogramma.
7.Klik op Bestand downloaden om de laatste versie van het chipset-stuurprogramma voor uw laptop
te downloaden.
8. Ga na het downloaden naar de map waar u het bestand met het stuurprogramma heeft opgeslagen.
9. Dubbelklik op het pictogram van het bestand met het chipset-stuurprogramma en volg de instructies
op het scherm.
De chipset identificeren in Apparaatbeheer van Windows
10
1.Klik op Alle instellingen op de Charms-balk in Windows 10.
2. In het Configuratiescherm selecteert u Apparaatbeheer.
32
Page 33
3. Vouw Systeemapparaten uit en zoek naar de chipset.
De chipset identificeren in Apparaatbeheer van Windows
8
1.Klik op Instellingen. op de Charms-balk in Windows 8,1.
2. In het Configuratiescherm selecteert u Apparaatbeheer.
3. Vouw Systeemapparaten uit en zoek naar de chipset.
33
Page 34
Grafische opties
Deze laptop wordt geleverd met de Intel HD Graphics 515 grafische chipset.
Stuurprogramma's downloaden
1.Zet de laptop aan.
2. Ga naar www.dell.com/support.
3. Klik op Productondersteuning, voer de servicetag van uw laptop in en klik op Verzenden.
OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch
detecteren of handmatig bladeren voor uw model laptop.
4. Klik op Drivers en downloads.
5.Selecteer het besturingssysteem dat op uw laptop is geïnstalleerd.
6. Blader naar beneden op de pagina en selecteer het grafische stuurprogramma dat u wilt installeren.
7.Klik op Bestand downloaden om het grafische stuurprogramma voor uw laptop te downloaden.
8. Ga na het downloaden naar de map waar u het bestand met het grafische stuurprogramma heeft
opgeslagen.
9. Dubbelklik op het pictogram van het bestand met het grafische stuurprogramma en volg de
instructies op het scherm.
De beeldschermadapter identificeren
1.Start de charm Zoeken en selecteer Instellingen.
2. Typ Apparaatbeheer in het zoekvak en tik op Apparaatbeheer in het linkerdeelvenster.
3. Vouw Beeldschermadapters uit.
De beeldschermadapters worden weergegeven.
De schermresolutie wijzigen
1.Houd de desktopscherm ingedrukt en selecteer Beeldscherminstellingen.
2. Tik of klik op Geavanceerde beeldscherminstellingen.
3. Selecteer de vereiste resolutie in de vervolgkeuzelijst en tik op Toepassen.
34
Page 35
Het scherm draaien
1.Druk lang op het bureaublad.
Een submenu wordt weergegeven.
2. Selecteer Grafische opties → Rotatie en kies één van de volgende opties:
•Draaien naar normale stand
•90 graden draaien
•180 graden draaien
•270 graden draaien
OPMERKING: Het scherm kan ook worden gedraaid via de volgende toetscombinaties:
•Ctrl + Alt + Pijl omhoog (draaien naar normale stand)
•Pijl naar rechts (90 graden draaien)
•Pijl omlaag (180 graden draaien)
•Pijl naar links (270 graden draaien)
Weergave-opties
Deze laptop heeft een 11,57-inch FHD-beeldscherm met een resolutie van 1.920 x 1.080 resolution
(maximuaal) en QHD met een resolutie van 3.200 x 1.800 (maximaal).
Helderheid aanpassen in Windows 10
Automatisch aanpassen van de helderheid van het scherm in- of uitschakelen:
1.Maak een schuifbeweging vanaf de rechterrand van het beeldscherm om het Actiecentrum te
openen.
2. Tik of klik op Alle instellingen → Systeem → Beeldscherm.
3. Gebruik de schuifregelaar De helderheid van mijn scherm automatisch aanpassen om het
automatisch aanpassen van de helderheid in of uit te schakelen.
35
Page 36
OPMERKING: U kunt ook de schuifregelaar Niveau helderheid gebruiken om de helderheid
handmatig aan te passen.
Helderheid aanpassen in Windows 8
Automatisch aanpassen van de helderheid van het scherm in- of uitschakelen:
1.Maak een schuifbeweging vanaf de rechterrand van het beeldscherm om het Charms-menu te
openen.
2. Tik of klik op Instellingen → Pc-instellingen wijzigen → Pc en apparaten→ Aan/uit en
slaapstand
3. Gebruik de schuifregelaar De helderheid van mijn scherm automatisch aanpassen om het
automatisch aanpassen van de helderheid in of uit te schakelen.
.
Het scherm reinigen
1.Controleer of er vlekken of gebieden zijn die moeten worden schoongemaakt.
2. Gebruik een microvezeldoek om het zichtbare stof te verwijderen en borstel voorzichtig alle
vuildeeltjes weg.
3. U moet de juiste reinigingskits gebruiken om uw beeldscherm schoon, helder en mooi te houden.
OPMERKING: Spuit reinigingsvloeistof nooit direct op het scherm; spuit de vloeistof op een
schoonmaakdoek.
4. Veeg het scherm voorzichtig met een ronde beweging. Druk niet hard op het doek.
OPMERKING: Druk niet te hard en raak het scherm niet aan met uw vingers. Anders laat u
mogelijk vingerafdrukken en vlekken achter.
OPMERKING: Laat geen vloeistof op het scherm zitten.
5.Verwijder al het overtollige vocht omdat uw scherm anders beschadigd kan raken.
6. Laat het beeldscherm goed opdrogen voordat u het scherm weer inschakelt.
7.Voor vlekken die moeilijk te verwijderen zijn herhaalt u deze procedure totdat het scherm schoon is.
Het touchscreen gebruiken in Windows 10
Volg deze stappen om het touch in of uit te schakelen:
1.Ga naar de Charms-balk en tik op Alle instellingen .
2. Tik op Configuratiescherm.
3. Tik op Pen- en invoerapparaten in het Configuratiescherm.
4. Tik op het tabblad Touch.
5.Selecteer Uw vinger gebruiken als invoerapparaat om het touchscreen in te schakelen. Schakel het
selectievakje uit om het touchscreen uit te schakelen.
36
Page 37
Het touchscreen gebruiken in Windows 8
Volg deze stappen om het touch in of uit te schakelen:
1.Ga naar de Charms-balk en tik op Instellingen .
2. Tik op Configuratiescherm.
3. Tik op Pen- en invoerapparaten in het Configuratiescherm.
4. Tik op het tabblad Touch.
5.Selecteer Uw vinger gebruiken als invoerapparaat om het touchscreen in te schakelen. Schakel het
selectievakje uit om het touchscreen uit te schakelen.
Verbinding maken met externe weergaveapparaten
Volg deze stappen om uw laptop aan te sluiten op een extern weergaveapparaat:
1.Zorg ervoor dat de projector is ingeschakeld en sluit de kabel van de projector aan op een
videopoort op uw laptop.
2. Druk op de Windows-toets + P.
3. Kies een van de volgende modi:
•Alleen PC-scherm
•Duplicate (Duplicaat)
•Uitbreiden
•Alleen tweede scherm
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie het document dat bij uw apparaat is
meegeleverd.
Realtek ALC3266–CG Waves MaxxAudio Pro controller
Deze laptop wordt geleverd met een geïntegreerde ALC3266–CG Waves MaxxAudio Pro controller. Het
is een High Definition audio-codec die is ontwikkeld voor Windows desktops en laptops.
Het audio-stuurprogramma downloaden
1.Zet de laptop aan.
2. Ga naar www.dell.com/support.
3. Klik op Product Support, voer de servicetag van uw laptop en klik op Verzenden.
OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch
detecteren of handmatig bladeren voor uw model laptop.
4. Klik op Drivers en downloads.
5.Selecteer het besturingssysteem dat op uw laptop is geïnstalleerd.
6. Scroll naar beneden op de pagina en vouw Audio uit.
7.Selecteer het audio-stuurprogramma.
8. Klik op Bestand downloaden om de laatste versie van het audio-stuurprogramma voor uw laptop te
downloaden.
9. Ga na het downloaden naar de map waar u het bestand met het audio-stuurprogramma heeft
opgeslagen.
37
Page 38
10. Dubbelklik op het pictogram van het bestand met het audio-stuurprogramma en volg de instructies
op het scherm.
De audiocontroller identificeren in Windows 10
1.Start de charm Zoeken en selecteer Alle instellingen .
2. Typ Apparaatbeheer in het zoekvak en selecteer Apparaatbeheer in het linkerdeelvenster.
3. Vouw Besturing voor geluid, video en spelletjes.
De audiocontroller wordt weergegeven.
Tabel 1. De audiocontroller identificeren in Windows 10
Voor de installatieNa de installatie
De audiocontroller identificeren in Windows 8
1.Start de charm Zoeken en selecteer Instellingen .
2. Typ Apparaatbeheer in het zoekvak en selecteer Apparaatbeheer in het linkerdeelvenster.
3. Vouw Besturing voor geluid, video en spelletjes.
De audiocontroller wordt weergegeven.
Tabel 2. De audiocontroller identificeren in Windows 8
Voor de installatieNa de installatie
De audio-instellingen wijzigen
1.Start de charm Zoeken en typ Dell Audio in het zoekvak.
2. Start het hulpprogramma Dell Audio via het linkerdeelvenster.
WLAN-kaarten
Deze laptop ondersteunt de Intel Dual-Band Wireless AC 8260 WLAN-kaart.
Opties voor het scherm Secure Boot (Beveiligd opstarten)
OptieBeschrijving
Secure Boot
Enable
Met deze optie kunt u de functie Secure Boot (Beveiligd opstarten) inschakelen of
uitschakelen.
•Disabled (Uitgeschakeld)
•Enabled (Ingeschakeld)
38
Page 39
OptieBeschrijving
Standaardinstelling: Enabled (Ingeschakeld)
Expert Key
Management
Hiermee kunt u de beveiligingssleuteldatabases manipuleren alleen als het systeem
in de Aangepaste modus is. De optie Enable Custom Mode (Aangepaste modus inschakelen) is standaard uitgeschakeld. De opties zijn:
•PK
•KEK
•db
•dbx
Als u de Aangepaste modus inschakelt, verschijnen de relevante opties voor PK, KEK, db en dbx. De opties zijn:
•Save to File (Opslaan naar bestand): hiermee wordt de sleutel opgeslagen in
een door de gebruiker geselecteerd bestand.
•Replace from File (Vervangen uit bestand): hiermee wordt de huidige sleutel
vervangen door een sleutel uit een door de gebruiker geselecteerd bestand.
•Append from File (Toevoegen vanuit een bestand): hiermee wordt een sleutel
toegevoegd aan een huidige database uit een door de gebruiker geselecteerd
bestand.
•Delete (Verwijderen): verwijdert de geselecteerde sleutel.
•Reset All Keys (Alle sleutels resetten): reset naar de standaardinstelling.
•Delete All Keys (Alle sleutels verwijderen): hiermee verwijdert u alle sleutels.
OPMERKING: Als u de Aangepaste modus uitschakelt, worden alle wijzigingen
gewist en de sleutels worden hersteld naar de standaardinstellingen.
Opties voor harde schijven
Deze laptop ondersteunt M.2 SATA-stations en M.2 NVMe-stations.
De harde schijf identificeren in Windows 10
1.Tik of klik op Alle instellingen op de Charms-balk in Windows 10.
2. Tik of klik op Configuratiescherm, selecteer Apparaatbeheer en vouw Schijfstations uit.
De harde schijf wordt weergegeven onder Schijfstations.
De harde schijf identificeren in Windows 8
1.Tik of klik op Instellingen op de Charms-balk in Windows 8.
2. Tik of klik op Configuratiescherm, selecteer Apparaatbeheer en vouw Schijfstations uit.
39
Page 40
De harde schijf wordt weergegeven onder Schijfstations.
Naar BIOS-setup gaan
1.Zet uw laptop aan of start de laptop opnieuw op.
2. Wanneer het Dell logo wordt weergegeven, voert u een van de volgende acties uit om het BIOS-
setupprogramma te openen:
•Met toetsenbord - Druk op F2 totdat het BIOS-setupbericht verschijnt. Druk op F12 om naar het
menu Boot selection (Opstartmenu) te gaan.
•Zonder toetsenbord - Wanneer het menu F12 boot selection (Opstartmenu) wordt
weergegeven, drukt u op de knop Volume omlaag om naar de BIOS-setup te gaan. Druk op de
knop Volume omhoog om naar het menu Boot selection (Opstartmenu) te gaan.
De harde schijf wordt vermeld onder System Information (Systeeminformatie) onder de groep
General (Algemeen).
Camerafuncties
Deze laptop wordt geleverd met een camera aan de voorzijde en een beeldresolutie van 1.280 x 720
(maximum).
OPMERKING: De camera bevindt zich in de linkerbenedenhoek van het LCD-scherm.
De camera identificeren in Apparaatbeheer van Windows 10
1.In het vak Zoeken typt u Apparaatbeheer. Tik hierop om Apparaatbeheer te starten.
2. Vouw onderApparaatbeheer het gedeelte Beeldapparaten uit.
De camera identificeren in Apparaatbeheer van Windows 8
1.Start de Charms-balk via de desktop-interface.
2. Selecteer Configuratiescherm.
3. Selecteer Apparaatbeheer en klap Beeldapparaten uit.
40
Page 41
De camera starten
Om de camera te starten, opent u een toepassing die gebruik maakt van de camera. Als u bijvoorbeeld op
de Dell Webcam Central software of de Skype software tikt die zijn meegeleverd met de laptop, wordt de
camera ingeschakeld. Als u chat op het internet en de toepassing vraagt om toegang tot de webcam,
wordt de webcam ook ingeschakeld.
De app Camera starten
1.Tik of klik op de Windows-knop en selecteer Alle apps.
2. Selecteer Camera in de lijst met apps.
3. Als de app Camera niet beschikbaar is in de lijst met apps, zoekt u naar de app.
41
Page 42
Geheugenfuncties
In deze laptop is het geheugen (RAM) een onderdeel van het moederbord. Deze laptop ondersteunt 4 16 GB LPDDR3-geheugen, tot 1.600 MHz.
OPMERKING: Omdat het geheugen onderdeel is van het moederbord, kan dit niet worden
geüpgraded als een aparte module. Als de technische ondersteuning bepaalt dat het geheugen de
oorzaak van een probleem is, vervangt u het moederbord.
Systeemgeheugen controleren in Windows 10
1.Tik op de Windows-knop en selecteer Alle instellingen → Systeem .
2. Tik onder Systeem op Info.
Systeemgeheugen controleren in Windows 8
1.Start op uw pc de Charms-balk.
2. Selecteer Configuratiescherm en selecteer vervolgens Systeem.
Systeemgeheugen controleren in Setup
1.Zet uw laptop aan of start de laptop opnieuw op.
2. Voer een van de volgende acties uit nadat het Dell logo wordt weergegeven:
•Met toetsenbord - Druk op F2 totdat het BIOS-setupbericht verschijnt. Druk op F12 om naar het
menu Boot selection (Opstartmenu) te gaan.
•Zonder toetsenbord - Wanneer het menu F12 boot selection (Opstartmenu) wordt
weergegeven, drukt u op de knop Volume omlaag om naar de BIOS-setup te gaan. Druk op de
knop Volume omhoog om naar het menu Boot selection (Opstartmenu) te gaan.
3. Selecteer in het linkerdeelvenster Settings (Instellingen) → General (Algemeen) → System
Information (Systeeminformatie),
De informatie wordt weergegeven in het rechterdeelvenster.
42
Page 43
Het geheugen testen met behulp van ePSA
1.Zet uw laptop aan of start de laptop opnieuw op.
2. Voer een van de volgende acties uit nadat het Dell logo wordt weergegeven:
•Met toetsenbord - Druk op F2.
•Zonder toetsenbord - Houd de knopVolume omhoog ingedrukt wanneer het Dell logo op het
scherm wordt weergegeven. Wanneer "F12 boot selection menu" (Opstartmenu) wordt
weergegeven, selecteert u Diagnostics (Diagnose) in het opstartmenu en drukt u op Enter.
De Preboot System Assessment (PSA) begint op uw laptop.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven,
moet u blijven wachten tot u het bureaublad ziet. Schakel de laptop uit en probeer het
opnieuw.
Intel chipsetstuurprogramma's
Controleer of de Intel chipsetstuurprogramma's reeds op de laptop zijn geïnstalleerd.
Tabel 3. Intel chipsetstuurprogramma's
Voor de installatieNa de installatie
Intel HD Graphics-stuurprogramma's
Controleer of de Intel HD Graphics-stuurprogramma's reeds op de laptop zijn geïnstalleerd.
43
Page 44
Tabel 4. Intel HD Graphics-stuurprogramma's
Voor de installatieNa de installatie
Realtek HD audiostuurprogramma's
Controleer of de Realtek audiostuurprogramma’s reeds op de laptop zijn geïnstalleerd.
Tabel 5. Realtek HD audiostuurprogramma's
Voor de installatieNa de installatie
44
Page 45
Systeeminstellingen
Opstartvolgorde
Met Opstartvolgorde kunt u het opstartapparaat dat in de systeeminstallatie gespecificeerd staat,
omzeilen en rechtstreeks vanaf een specifiek apparaat opstarten (bijvoorbeeld: optische schijf of vaste
schijf). Tijdens de Power-on Self Test (POST), wanneer het logo van Dell verschijnt, kunt u:
•System Setup openen door op de F2-toets te drukken;
•het eenmalige opstartmenu openen door op de F12-toets te drukken.
In het eenmalige opstartmenu staan de apparaten waar het systeem vanaf kan opstarten en de opties
voor diagnostiek. De opties van het opstartmenu zijn:
•Verwijderbare schijf (mits beschikbaar)
•STXXXX schijf
OPMERKING: XXX staat voor het nummer van de SATA-schijf.
•Optische schijf
•Diagnostiek
OPMERKING: Na het selecteren van Diagnostiek wordt het scherm ePSA-diagnostiek geopend.
4
In het scherm voor de opstartvolgorde wordt ook de optie weergegeven voor het openen van het
scherm systeeminstallatie.
Navigatietoetsen
De volgende tabel geeft de navigatietoetsen weer voor het installeren van het systeem.
OPMERKING: Voor de meeste System Setup-opties geldt dat de door u aangebrachte wijzigingen
wel worden opgeslagen, maar pas worden geëffectueerd nadat het systeem opnieuw is opgestart.
Tabel 6. Navigatietoetsen
ToetsenNavigatie
Pijl OmhoogGaat naar het vorige veld.
Pijl OmlaagGaat naar het volgende veld.
EnterHiermee kunt u een waarde in het geselecteerde veld invullen (mits van toepassing)
of de verwijzing in het veld volgen.
SpatiebalkVergroot of verkleint een vervolgkeuzelijst, Mits van toepassing).
TabGaat naar het focusveld.
45
Page 46
ToetsenNavigatie
OPMERKING: Alleen voor de standaard grafische browser.
EscGaat naar de vorige pagina totdat u het hoofdscherm bekijkt. Door in het
hoofdscherm op Esc te drukken, verschijnt een melding om de niet opgeslagen
wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw op te starten.
F1Hiermee wordt het hulpbestand voor de systeeminstallatie geopend.
Opties voor System Setup
OPMERKING: Afhankelijk van uw computer en de geïnstalleerde apparaten kunnen de onderdelen
die in dit gedeelte worden vermeld wel of niet worden weergegeven.
Opties voor het scherm Algemeen
Dit gedeelte bevat de belangrijkste hardwarefuncties van de computer.
OptieBeschrijving
System
Information
Battery
Information
Boot SequenceHiermee kunt u de volgorde instellen waarin de computer een besturingssysteem
Dit gedeelte bevat de belangrijkste hardwarefuncties van de computer.
•System Information (Systeemgegevens): Geeft weer: BIOS Version (BIOSversie), Service Tag, Asset Tag, Ownership Tag, (labels voor service, inventaris,
eigenaarschap), Ownership Date (datum eigenaarschap), Manufacture Date
(productiedatum) en Express Service Code (Express-servicecode).
•Memory Information (Geheugengegevens): Geeft weer: Memory Installed
(Geïnstalleerd geheugen), Memory Available (Beschikbaar geheugen), Memory
Speed (Geheugensnelheid), Memory Channels Mode (Modus voor
geheugenkanalen), Memory Technology (Geheugentechnologie)
•Processor Information (Processorgegevens): Geeft weer: Processor Type
(Processortype), Core Count (Aantal kernen), Processor ID (Processor-id),
Current Clock Speed (Huidige kloksnelheid), Minimum Clock Speed (Minimale
kloksnelheid), Maximum Clock Speed (Maximale kloksnelheid), Processor L2
Cache (L2-cachegeheugen processor), Processor L3 Cache (L3cachegeheugen processor), HT Capable (HT-capabel) en 64-Bit Technology
(64-bit-technologie).
•Device Information (Apparaatgegevens): SATA-0, M.2PCIe SSD-0, Video
Controller (Videocontroller), Video BIOS Version (Video-BIOS-versie), Video
Memory (Videogeheugen), Panel Type (Beeldschermtype), Native Resolution
(Standaardresolutie), Audio Controller (Audiocontroller), WiFi Device (Wifiapparaat), WiGig Device (WiGig-apparaat), Cellular Device (Mobiel apparaat),
Bluetooth Device (Bluetooth-apparaat).
Geeft de batterijstatus weer en het type netadapter dat op de computer is
aangesloten.
probeert te vinden.
46
•Windows Boot Manager of UEFI
•Legacy of UEFI
Page 47
OptieBeschrijving
Boot OptionsMet deze optie kunt u de legacy-optie ROM's laden. De optie Enable UEFI Network
Stack (UEFI-netwerkstack inschakelen) is uitgeschakeld.
Date/TimeHiermee kunt u de datum en tijd wijzigen.
Opties voor het scherm System Configuration
(Systeemconfiguratie)
OptieBeschrijving
SATA OperationHiermee kunt u de interne SATA-vaste-schijfcontroller configureren. De opties zijn:
•Disabled (Uitgeschakeld)
•AHCI
•RAID On: Deze optie is standaard ingeschakeld.
DrivesHiermee kunt u de SATA-stations configureren. Alle stations zijn standaard
ingeschakeld. De opties zijn:
•SATA-1
•M.2 PCI-e SSD-0
SMART ReportingDit veld bepaalt of vaste-schijffouten voor geïntegreerde stations tijdens het
opstarten van het systeem worden gemeld. Deze technologie is deel van de
SMART(Self Monitoring Analysis and Reporting Technology)-specificatie. Deze
optie is standaard uitgeschakeld.
Met dit veld wordt de geïntegreerde USB-controller geconfigureerd. Als Boot
Support (Opstartondersteuning) staat ingeschakeld, mag het systeem vanaf elk type
USB-apparaat opstarten (HDD, geheugenstick, floppy).
Als de USB-poort is ingeschakeld, wordt het apparaat dat op deze poort is
aangesloten, ingeschakeld en beschikbaar gemaakt voor het besturingssysteem.
Als de USB-poort is uitgeschakeld, kan het besturingssysteem geen apparaten zien
die op deze poort zijn aangesloten.
De opties zijn:
•Enable USB Boot Support (Ondersteuning voor opstarten vanaf USB
inschakelen) (standaard ingeschakeld)
•Enable External USB Port (Externe USB-poort inschakelen) (standaard
ingeschakeld)
•Enable Thunderbolt Port (Thunderbolt-poort inschakelen) (standaard
ingeschakeld)
47
Page 48
OptieBeschrijving
•Enable Thunderbolt Boot Support (Ondersteuning voor opstarten via
Thunderbolt inschakelen). Dit is een optionele functie.
•Always Allows Dell Docks (Altijd Dell Docks toestaan) Dit is een optionele
functie.
•Enables Thunderbolt (and PCIe behind TBT) Pre-boot (Thunderbolt (en PCIe
achter TBT) voor het opstarten inschakelen)
OPMERKING: USB-toetsenborden en -muizen werken altijd in de BIOS-setup,
ongeacht deze instellingen.
USB PowerShareIn dit veld kunt u de functie voor USB PowerShare instellen. Met deze optie kunt u
extra apparaten via de USB Powershare-poort opladen met het batterijvermogen
dat in het systeem is opgeslagen. Standaard is de optie Enable USB PowerShare
(USB PowerShare inschakelen) uitgeschakeld.
AudioMet dit veld wordt de geïntegreerde audiocontroller in- of uitgeschakeld. De optie
Enable Audio (Audio inschakelen) is standaard ingeschakeld. De opties zijn:
In dit veld kunt u de besturingsmodus van de toetsenbordverlichtingsfunctie
kiezen. Het niveau van de helderheid van het toetsenbord kan worden ingesteld
van 0% tot 100%. De opties zijn:
•Disabled (Uitgeschakeld)
•Dim (Gedimd)
•Bright (Helder) (standaard ingeschakeld)
Deze functie bepaalt de time-outwaarde voor de achtergrondverlichting van het
toetsenbord wanneer er een netadapter is aangesloten op het systeem. De
hoofdfunctie voor toetsenbordverlichting wordt niet beïnvloed. Keyboard
Illumination blijft de diverse belichtingsniveaus ondersteunen. Dit veld heeft effect
wanneer de achtergrondverlichting is ingeschakeld. Opties zijn:
•5 seconds (5 seconden)
•10 seconds (10 seconden) - deze optie is standaard geselecteerd
•15 seconds (15 seconden)
•30 seconds (30 seconden)
•1 minute (1 minuut)
•5 minute (5 minuten)
•15 minute (15 minuten)
•never (nooit)
De optie Keyboard Backlight Timeout (Time-out van toetsenbordverlichting) wordt
gedimd met de optie Battery (Batterij). De hoofdfunctie voor
toetsenbordverlichting wordt niet beïnvloed. Keyboard Illumination
48
Page 49
OptieBeschrijving
(Toetsenbordverlichting) blijft de diverse belichtingsniveaus ondersteunen. Dit veld
heeft effect wanneer de achtergrondverlichting is ingeschakeld. Opties zijn:
•5 seconds (5 seconden)
•10 seconds (10 seconden) - deze optie is standaard geselecteerd
•15 seconds (15 seconden)
•30 seconds (30 seconden)
•1 minute (1 minuut)
•5 minute (5 minuten)
•15 minute (15 minuten)
•never (nooit)
TouchscreenDit veld regelt of het touchscreen is in- of uitgeschakeld. De optie is standaard
ingeschakeld.
Unobtrusive Mode Wanneer deze opties is ingeschakeld, kunt u door op Fn+F7 te drukken alle lampjes
en geluiden van het systeem uitschakelen. Druk nogmaals op Fn+F7 om normaal
gebruik te hervatten. Deze opties is standaard uitgeschakeld.
Miscellaneous
Devices
Hiermee kunt u diverse op de kaart ingebouwde apparaten in- of uitschakelen:
•Enable Camera (Camera inschakelen) - standaard ingeschakeld
•Enable Secure Digital (SD) Card (SD-kaart inschakelen)
•Secure Digital (SD) Card read only mode (SD-kaart in alleen-lezen-modus)
Opties voor het scherm Video
OptieBeschrijving
LCD BrightnessHiermee kunt u de helderheid van het beeldscherm instellen afhankelijk van de
voeding (On Battery (op batterij) en On AC (op netvoeding)).
OPMERKING: De videoinstelling is alleen zichtbaar als er een videokaart in het systeem is geplaatst.
Opties voor het scherm Security (Beveiliging)
OptieBeschrijving
Admin PasswordHiermee kunt u het administratorwachtwoord (admin) instellen, wijzigen of wissen.
OPMERKING: U moet het beheerderswachtwoord instellen voordat u het
systeem- of vaste-schijfwachtwoord instelt. Wanneer u het
beheerderswachtwoord wist, wist u automatisch ook het
systeemwachtwoord.
OPMERKING: Wijzigingen in wachtwoorden worden onmiddellijk effectief.
Standaardinstelling: niet ingeschakeld
49
Page 50
OptieBeschrijving
System PasswordHiermee kunt u het systeemwachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen.
OPMERKING: Wijzigingen in wachtwoorden worden onmiddellijk effectief.
Standaardinstelling: niet ingeschakeld
Mini Card SSD-0
Password
Strong PasswordHiermee kunt de optie forceren om altijd veilige wachtwoorden in te stellen.
Password
Configuration
Password BypassHiermee kunt u de toestemming in- of uitschakelen voor het omzeilen van het
Hiermee kunt u het wachtwoord van de minikaart SSD (Solid State Drive) instellen,
wijzigen of verwijderen.
OPMERKING: Wijzigingen in wachtwoorden worden onmiddellijk effectief.
Standaardinstelling: niet ingeschakeld
Standaardinstelling: Enable Strong Password (Sterk wachtwoord inschakelen) is niet
geselecteerd.
OPMERKING: Als Strong Password (Sterk wachtwoord) is ingeschakeld,
moeten de adminstrator- en systeemwachtwoorden minimaal één hoofdletter
en één kleine letter bevatten en ten minste uit 8 tekens bestaan.
Hiermee kunt u de minimum- en maximumlengte van de administrator- en
systeemwachtwoorden bepalen.
systeem- of interne HDD-wachtwoord, wanneer deze zijn ingesteld. De opties zijn:
•Disabled (Uitgeschakeld)
•Reboot bypass (Opnieuw opstarten omzeilen)
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Password Change Hiermee kunt u de wachtwoorden voor het systeem en de harde schijf wijzigen
wanneer het administratorwachtwoord is ingesteld.
Standaardinstelling: Allow Non-Admin Password Changes (Wijzigingen op niet-
beheerderswachtwoorden toestaan) is geselecteerd
Non-Admin Setup
Changes
UEFI Capsule
Firmware Updates
TPM 1.2/2.0
Security
50
Hiermee kunt u bepalen of wijzigingen van de setupoptie zijn toegestaan wanneer
er een administratorwachtwoord is ingesteld. Wanneer deze optie is uitgeschakeld,
worden de setupopties geblokkeerd door het administratorwachtwoord.
Hiermee kunt u bepalen of op dit systeem BIOS-updates kunnen worden
uitgevoerd via UEFI Capsule-updatepakketten.
Hiermee kunt u de Trusted Platform Module (TPM) tijdens POST inschakelen. De
opties zijn:
•TPM On (TPM aan) (standaard ingeschakeld)
Page 51
OptieBeschrijving
•Clear (Wissen)
•PPI Bypass for Enabled Commands (PPI overslaan voor ingeschakelde
opdrachten)
•PPI Bypass for Disabled Commands (PPI overslaan voor uitgeschakelde
opdrachten)
•Activate (Activeren)
•Deactivate (Deactiveren)
OPMERKING: Download de TPM wrapper tool (software) om TPM1.2/2.0 te
upgraden of downgraden.
Computrace Hiermee kunt u de optionele software Computrace in- en uitschakelen. De opties
zijn:
•Deactivate (Deactiveren)
•Disable (Uitschakelen)
•Activate (Activeren)
OPMERKING: Met de opties Activate en Disable wordt de functie permanent
geactiveerd of uitgeschakeld en zijn er geen andere wijzigingen meer
toegestaan.
Standaardinstelling: Deactivate (Deactiveren)
CPU XD SupportHiermee kunt u de modus Execute Disable (Uitvoeren uitschakelen) van de
processor inschakelen.
Enable CPU XD Support (CPU XD-ondersteuning inschakelen) (standaard)
OROM Keyboard
Access
Admin Setup
Lockout
Hiermee kunt u een optie instellen om de Option ROM configuratieschermen te
openen tijdens het opstarten. De opties zijn:
•Enabled (Ingeschakeld)
•One Time Enable (Eenmalig inschakelen)
•Disabled (Uitgeschakeld)
Standaardinstelling: Enabled (Ingeschakeld)
Hiermee kunt u voorkomen dat gebruikers de Setup openen wanneer er een
administratorwachtwoord is ingesteld.
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Opties voor het scherm Secure Boot (Beveiligd opstarten)
OptieBeschrijving
Secure Boot
Enable
Met deze optie kunt u de functie Secure Boot (Beveiligd opstarten) inschakelen of
uitschakelen.
51
Page 52
OptieBeschrijving
•Disabled (Uitgeschakeld)
•Enabled (Ingeschakeld)
Standaardinstelling: Enabled (Ingeschakeld)
Expert Key
Management
Hiermee kunt u de beveiligingssleuteldatabases manipuleren alleen als het systeem
in de Aangepaste modus is. De optie Enable Custom Mode (Aangepaste modus inschakelen) is standaard uitgeschakeld. De opties zijn:
•PK
•KEK
•db
•dbx
Als u de Aangepaste modus inschakelt, verschijnen de relevante opties voor PK, KEK, db en dbx. De opties zijn:
•Save to File (Opslaan naar bestand): hiermee wordt de sleutel opgeslagen in
een door de gebruiker geselecteerd bestand.
•Replace from File (Vervangen uit bestand): hiermee wordt de huidige sleutel
vervangen door een sleutel uit een door de gebruiker geselecteerd bestand.
•Append from File (Toevoegen vanuit een bestand): hiermee wordt een sleutel
toegevoegd aan een huidige database uit een door de gebruiker geselecteerd
bestand.
•Delete (Verwijderen): verwijdert de geselecteerde sleutel.
•Reset All Keys (Alle sleutels resetten): reset naar de standaardinstelling.
•Delete All Keys (Alle sleutels verwijderen): hiermee verwijdert u alle sleutels.
OPMERKING: Als u de Aangepaste modus uitschakelt, worden alle wijzigingen
gewist en de sleutels worden hersteld naar de standaardinstellingen.
Schermopties voor Intel Software Guard Extensions
OptieBeschrijving
Intel SGX EnableDit veld geeft u een beveiligde omgeving voor het uitvoeren van code/opslaan van
gevoelige gegevens in de context van het hoofdbesturingssysteem. De opties zijn:
•Disabled (Uitgeschakeld)
•Enabled (Ingeschakeld)
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Enclave Memory
Size
52
Met deze optie stelt u SGX Enclave Reserve Memory Size. (Grootte van het SGX
Enclave reservegeheugen) in. De opties zijn:
•32 MB
•64 MB
Page 53
OptieBeschrijving
•128 MB
Opties voor het scherm Performance (Prestaties)
OptieBeschrijving
Multi Core
Support
Intel SpeedStepHiermee kunt u de functie Intel SpeedStep in- of uitschakelen.
C-States ControlHiermee kunt u de aanvullende slaapstanden van de processor in- of uitschakelen:
Intel TurboBoostHiermee kunt u de Intel TurboBoost-modus van de processor in- of uitschakelen.
Dit veld specificeert of een of alle kernen van de processor ingeschakeld zullen
worden. De werking van sommige applicaties zal verbeteren met de extra kernen.
Deze optie is standaard ingeschakeld. Hiermee kunt u de ondersteuning van
meerdere kernen voor de processor in- of uitschakelen. De geplaatste processor
ondersteunt tweevier kernen. Als u Multi Core Support inschakelt, worden tweevier
kernen ingeschakeld. Als u Multi Core Support uitschakelt, wordt één kern
ingeschakeld.
•Enable Multi Core Support (Ondersteuning voor meerdere cores inschakelen)
Standaardinstelling: de optie is ingeschakeld.
•Hiermee wordt Intel SpeedStep ingeschakeld.
Standaardinstelling: de optie is ingeschakeld.
•C States (C-standen)
Standaardinstelling: de optie is ingeschakeld.
Hyper-Thread
Control
DDR Frequency
(DDR-frequentie)
•Hiermee wordt Intel TurboBoost ingeschakeld.
Standaardinstelling: de optie is ingeschakeld.
Hiermee kunt u HyperThreading in de processor in- of uitschakelen.
•Disabled (Uitgeschakeld)
•Enabled (Ingeschakeld)
Standaardinstelling: Enabled (Ingeschakeld)
Met deze optie wordt de DDR-frequentie gewijzigd in 1.600 of 1.866 MHz.
Standaard is de waarde 1.600 geselecteerd.
53
Page 54
Opties voor het scherm Power Management
(Energiebeheer)
OptieBeschrijving
AC BehaviorHiermee kunt u bepalen of de computer automatisch inschakelt wanneer een
netadapter wordt aangesloten.
Standaardinstelling: Wake on AC (Inschakelen bij netvoeding) is niet geselecteerd.
Auto On TimeHiermee kunt u de tijd instellen waarop de computer automatisch moet worden
ingeschakeld. De opties zijn:
•Disabled (Uitgeschakeld)
•Every Day (Elke dag)
•Weekdays (Op werkdagen)
•Select Days (Dagen selecteren)
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
USB Wake
Support
Wake on LAN/
WLAN
Peak ShiftDeze optie kunt u gebruiken om het netstroomverbruik tijdens piektijden te
Hiermee kunt USB-apparaten inschakelen zodat het systeem in de stand-bymodus
weer wordt ingeschakeld.
OPMERKING: Deze functie werkt alleen als de netadapter is aangesloten. Als u
de netstroomadapter verwijdert terwijl de computer in de wachtstand staat,
onderbreekt de System Setup de stroomtoevoer naar alle USB-poorten om
batterijvoeding te besparen.
•Enable USB Wake Support
•Wake on Trinity Dock (Uit stand-by door Trinity Dock) - Deze optie is standaard
ingeschakeld.
Hiermee kunt u de functie in- of uitschakelen waardoor de computer wordt
ingeschakeld vanuit de Uit-stand bij ontvangst van een LAN-signaal.
•Disabled (Uitgeschakeld)
•WLAN Only (Alleen WLAN)
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
minimaliseren. Als u deze optie inschakelt, werkt uw systeem alleen op
batterijvoeding, zelfs als hij op netstroom is aangesloten.
•Enable Peak Shift (Piekverschuiving inschakelen)
54
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Page 55
OptieBeschrijving
Advanced Battery
Charge
Configuration
Primary Battery
Charge
Configuration
Deze optie kunt u gebruiken om de batterijstatus te maximaliseren. Als u deze optie
inschakelt, gebruikt uw systeem het standaardoplaadalgoritme en andere
technieken, wanneer het systeem niet wordt gebruikt om de batterijstatus te
verbeteren.
In dit veld kunt u de oplaadmodus voor de batterij selecteren. De opties zijn:
•Adaptive (Adaptief)
•Standard (Standaard): hiermee wordt uw batterij opgeladen op een
standaardsnelheid
•ExpressCharge (Snel opladen): de batterij wordt sneller opgeladen met behulp
van de technologie van Dell voor snelladen. Deze optie is standaard
ingeschakeld.
•Primarily AC use (Hoofdgebruik van wisselstroom)
•Custom (Aangepast)
Als Custom Charge (Aangepast opladen) is geselecteerd, kunt u ook Custom
Charge Start (Start aangepast opladen) en Custom Charge Stop (Stop aangepast
opladen) opgeven.
OPMERKING: Mogelijk zijn niet alle oplaadmodi beschikbaar voor alle
batterijen. Als u deze optie wilt inschakelen, schakel dan de optie Advanced
Numlock EnableHiermee kunt u de NumLock-optie inschakelen wanneer de computer wordt
Hiermee kunt u een of twee methoden kiezen om het toetsenblok in te schakelen
dat in het interne toetsenbord is opgenomen.
•Fn Key Only (Alleen Fn-toets): Deze optie is standaard ingeschakeld.
•By Numlock
OPMERKING: Wanneer de setup actief is, heeft deze optie geen effect, de
setup werkt in de “Fn Key Only”-modus (Alleen Fn-toets).
opgestart.
55
Page 56
OptieBeschrijving
Enable Network (Netwerk inschakelen): deze optie is standaard ingeschakeld.
Fn Key EmulationHiermee kunt u de optie instellen waar de Scroll Lock-toets wordt gebruikt om de
functie van de Fn-toets te simuleren.
Enable Fn Key Emulation (Emulatie Fn-toets inschakelen) (standaard)
Fn Lock Options
MEBx HotkeyHiermee kunt u specificeren of de MEBx Hotkey-functie tijdens het opstarten van
FastbootHiermee kunt u het opstarten versnellen door enkele compatibiliteitsstappen over
Extended BIOS
POST Time
Hiermee kunt u met de sneltoetscombinatie Fn + Esc de primaire functie van F1–
F12 wisselen tussen de primaire (standaard) en secundaire functies. Als u deze optie
uitschakelt, kunt u de primaire functie van deze toetsen niet dynamisch wisselen.
De beschikbare opties zijn:
•Fn Lock (Fn vergrendelen): deze optie is standaard geselecteerd.
VT for Direct I/OHiermee schakelt u Virtual Machine Monitor (VMM) in of uit voor het gebruik van de
extra hardware-mogelijkheden van de Intel® Virtualisatietechologie voor directe
I/O.
56
Page 57
OptieBeschrijving
Enable VT for Direct I/O (VT voor directe I/O inschakelen): standaard ingeschakeld.
Trusted Execution Deze optie geeft aan of een Measured Virtual Machine Monitor (MVMM) de extra
hardwaremogelijkheden kan gebruiken die worden geboden door Intel Trusted
Execution Technology. De TPM-virtualisatietechnologie en virtualisatietechnologie
voor directe I/O moet zijn ingeschakeld om deze functie te gebruiken.
Wireless SwitchHiermee kunt u de draadloze apparaten instellen die kunnen worden beheerd door
de schakelaar voor draadloos netwerkverkeer. De opties zijn:
•WWAN
•GPS (op WWAN-module)
•WLAN/WiGig
•Bluetooth
Alle opties zijn standaard ingeschakeld.
OPMERKING: Het inschakelen of uitschakelen van WLAN en WiGig is
gekoppeld en kan niet afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
Wireless Device
Enable
Hiermee kunt u de interne draadloze apparaten in- of uitschakelen:
•WWAN/GPS
•WLAN/WiGig
•Bluetooth
Alle opties zijn standaard ingeschakeld.
Opties voor het scherm Maintenance (Onderhoud)
OptieBeschrijving
Service TagHier wordt het servicelabel van uw computer weergegeven.
Asset TagHier kunt u een inventaristag voor de computer maken als er nog geen
inventaristag is ingesteld. Deze optie is standaard niet ingesteld.
BIOS DowngradeDit veld beheert het terugzetten van de systeemfirmware naar vorige revisies.
Data WipeMet dit veld kunnen gebruikers de gegevens veilig wissen van alle interne
opslagapparaten. Dit probleem treedt op in het volgende apparaat:
57
Page 58
OptieBeschrijving
•Interne M.2-SDD
BIOS RecoveryMet deze optie kunt u bepaalde beschadigde BIOS-condities herstellen vanaf een
herstelbestand op de primaire harde schijf of een extern USB-stick van de
gebruiker.
•BIOS Recovery from Hard Drive (BIOS herstellen vanaf harde schijf) (standaard
ingeschakeld)
Opties voor het systeemlogscherm
OptieBeschrijving
BIOS EventsHiermee kunt u de POST-gebeurtenissen van de System Setup (BIOS) bekijken en
wissen.
Thermal EventsHiermee kunt u de gebeurtenissen van de System Setup (Thermisch) bekijken en
wissen.
Power EventsHiermee kunt u de gebeurtenissen van de System Setup (Stroom) bekijken en
wissen.
Het BIOS updaten
Het wordt aanbevolen om uw BIOS (System Setup) te updaten, tijdens het vervangen van het
moederbord, of wanneer een update beschikbaar is. Bij laptops dient ervoor te worden gezorgd dat de
batterij volledig is opgeladen en dat de laptop op een stopcontact is aangesloten.
1.Start de computer opnieuw op.
2. Ga naar Dell.com/support.
3. Vul de Service Tag of Express Service Code in en klik op Submit (Verzenden).
OPMERKING: Als u de servicetag wilt vinden, klik dan op Waar is mijn servicetag?
OPMERKING: Als u uw servicetag niet kunt vinden, klik dan op Mijn product detecteren. Ga
verder met de instructies op het scherm.
4. Als u het serviceplaatje niet kunt vinden, klik dan op de productcategorie van uw computer.
5.Kies in de lijst het producttype.
6. Selecteer uw computermodel en de Productondersteuningspagina van uw computer verschijnt.
7.Klik op Stuurprogramma's ophalen en klik op Alle stuurprogramma's tonen.
De pagina met de stuurprogramma's en downloads verschijnt.
8. Selecteer op het scherm voor applicaties en stuurprogramma's, onder de vervolgkeuzelijst
Besturingssysteem, BIOS.
9. Bepaal het nieuwste BIOS-bestand en klik op Download File (Bestand downloaden).
U kunt ook controleren voor welke stuurprogramma's een update nodig is. Als u dit voor uw product
wilt doen, klikt u op Systeem analiseren voor updates en volgt u de instructies op het scherm.
58
Page 59
10. Selecteer uw voorkeursmethode voor het downloaden in het venster Please select your download
method below (Selecteer hieronder uw voorkeursmethode voor downloaden); klik op Download
File (Bestand downloaden).
Het venster File Download (Bestand downloaden) wordt weergegeven.
11. Klik op Save (Opslaan) om het bestand op uw computer op te slaan.
12. Klik op Run (Uitvoeren) om de bijgewerkte BIOS-instellingen te installeren op uw computer.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
OPMERKING: Het wordt aanbevolen de BIOS-versie niet voor meer dan 3 revisies bij te werken.
Bijvoorbeeld: als u het BIOS wilt bijwerken van 1.0 naar 7.0, installeer dan eerst versie 4.0 en
vervolgens versie 7.0.
Systeem- en installatiewachtwoord
U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken.
Type
Beschrijving
wachtwoord
System Password
(Systeemwachtwo
ord)
Installatiewachtwo
ord
WAARSCHUWING: De wachtwoordfunctie zorgt voor een basisbeveiliging van de gegevens in uw
computer.
WAARSCHUWING: Iedereen heeft toegang tot de gegevens op uw computer als deze onbeheerd
en niet vergrendeld wordt achtergelaten.
OPMERKING: De wachtwoordfunctie is bij levering van uw computer uitgeschakeld.
Wachtwoord dat moet worden ingevuld om aan uw systeem in te loggen.
Wachtwoord dat moet worden ingevuld voor toegang en het aanbrengen van
wijzigingen aan de BIOS-instellingen van uw computer.
Een systeem- en installatiewachtwoord toewijzen
U kunt een nieuw Systeemwachtwoord en/of Installatiewachtwoord toewijzen, of een bestaand
Systeemwachtwoord en/of Installatiewachtwoord alleen wijzigen wanneer
WachtwoordstatusOntgrendeld is. Als de wachtwoordstatus Vergrendeld is, kunt u het
systeemwachtwoord niet wijzigen.
OPMERKING: Als de wachtwoord-jumper is uitgeschakeld, worden de bestaande wachtwoorden
voor systeem en installatie verwijderd en heeft u geen systeemwachtwoord nodig om op de
computer in te loggen.
Druk voor het openen van System setup na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer meteen
op F2.
1.Selecteer in het scherm System BIOS (Systeem BIOS) of System Setup (Systeeminstallatie) de optie
System Security (Systeembeveiliging) en druk op Enter.
Het scherm Systeembeveiliging wordt geopend.
2. Controleer in het scherm Systeembeveiliging of de Wachtwoordstatus ontgrendeld is.
3. Selecteer Systeemwachtwoord, voer uw systeemwachtwoord in en druk op Enter of Tab.
59
Page 60
Hanteer de volgende richtlijnen om het systeemwachtwoord toe te kennen:
•Een wachtwoord mag bestaan uit maximaal 32 tekens.
•Het wachtwoord mag de nummers 0 t/m 9 bevatten.
•Er mogen alleen kleine letters worden gebruikt.
•Alleen de volgende speciale tekens zijn toegestaan: spatie, (”), (+), (,), (-), (.), (/), (;), ([), (\), (]), (`).
Vul het systeemwachtwoord op aangeven nogmaals in.
4. Vul hetzelfde systeemwachtwoord als daarvoor in en klik op OK.
5.Selecteer Installatiewachtwoord, typ uw systeemwachtwoord in en druk op Enter of Tab.
Er verschijnt een melding om het installatiewachtwoord nogmaals in te vullen.
6. Vul hetzelfde wachtwoord als daarvoor in en klik op OK.
7.Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
8. Druk op Y om de wijzigingen op te slaan.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
Een bestaand systeem- of installatiewachtwoord verwijderen of wijzigen
Zorg dat de Password Status (Wachtwoordstatus) in de systeeminstallatie ontgrendeld is voordat het
wachtoord voor het systeem en/of de installatie gewijzigd wordt. U kunt geen van beide wachtwoorden
verwijderen of wijzigen als de Password Status (Wachtwoordstatus) geblokkeerd is.
Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer onmiddellijk op F2 om naar de System
Setup te gaan.
1.Selecteer System Security (Systeembeveiliging) in het scherm System BIOS (Systeem BIOS), of
System Setup (Systeeminstallatie) en druk op Enter.
Het scherm System Security (Systeembeveiliging) wordt geopend.
2. Controleer in het scherm System Security (Systeembeveiliging) of Password Status
(Wachtwoordstatus)
3. Selecteer System Password (Systeemwachtwoord), wijzig of verwijder het bestaande
systeemwachtwoord en druk op Enter of Tab.
4. Selecteer Setup Password (Installatiewachtwoord), wijzig of verwijder het bestaande
installatiewachtwoord en druk op Enter of Tab.
op Unlocked (Ontgrendeld) staat.
OPMERKING: Vul bij het wijzigen van het systeem- en/of installatiewachtwoord het nieuwe
wachtwoord in wanneer de melding daarvoor verschijnt. Als een van beide of beide
wachtwoorden wordt verwijderd, dient de melding daarover ook te worden bevestigd.
5.Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
6. Druk op Y om de wijzigingen op te slaan en de systeeminstallatie te verlaten.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
60
Page 61
5
Diagnostiek
Start bij problemen met uw computer eerst de ePSA diagnosefuncties voordat u met Dell contact
opneemt voor technische assistentie. Het doel van het starten van deze diagnostische functies is het
testen van de hardware van uw computer zonder extra apparatuur nodig te hebben of de kans te lopen
om gegevens te verliezen. Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, kunnen de medewerkers u op basis
van de diagnosefuncties verder helpen om het probleem op te lossen.
Diagnostische Enhanced Pre-Boot System Assessment
(ePSA)
Het diagnostische ePSA (ook bekend als systeemdiagnose) voert een volledige controle van de hardware
van uw computer uit. Het ePSA maakt deel uit van het BIOS en wordt door het BIOS gestart. Deze
diagnosefunctie biedt een reeks mogelijkheden voor specifieke apparaten of groepen apparaten
waarmee u:
•Automatische tests kunt laten uitvoeren of in interactieve modus
•Tests herhalen
•Testresultaten weergeven of opslaan
•Grondige testen kunt laten uitvoeren voor extra testmogelijkheden voor nog meer informatie over
het/de defecte apparaat/apparaten
•Statusmeldingen bekijken waarin staat of de tests goed verlopen zijn
•Foutmeldingen bekijken waarin staat of er tijdens het testen problemen zijn opgetreden
WAARSCHUWING: De systeemdiagnose kunt gebruiken om alleen uw computer te testen. Het
gebruik van dit programma op meerdere computers kan leiden tot ongeldige resultaten of
foutmeldingen.
OPMERKING: Sommige testen voor specifieke apparaten moeten interactie worden doorlopen.
Zorg er daarom voor dat u altijd zicht op het beeldscherm heeft wanneer de tests worden
uitgevoerd.
1.Start de computer op.
2. Druk tijdens het opstarten van de computer op F12 wanneer het logo van Dell verschijnt.
3. Selecteer in het opstartmenu de optie Diagnostics (Diagnose).
Het venster Enhanced Pre-boot System Assessment (ePSA) wordt geopend met alle apparaten die
de computer heeft gedetecteerd. Het diagnoseprogramma start de tests voor al deze apparaten.
4. Als u alleen een test voor een specifiek apparaat wilt laten uitvoeren, drukt u op Esc en klikt u op Yes
(Ja) om de diagnosetest te stoppen.
5.Selecteer het apparaat in het linkervenster en klik op Run Tests (Tests starten).
6. Van eventuele problemen worden foutcodes weergegeven.
Noteer de foutcode(s) en neem contact op met Dell.
61
Page 62
Statuslampjes van apparaat
Tabel 7. Statuslampjes van apparaat
PictogramNaamBeschrijving
Statusla
mpje
voeding
Dit kan handig zijn als hulpmiddel voor diagnose als er een probleem optreedt in het systeem.
OPMERKING: De positie van het voedingsstatuslampje kan variëren afhankelijk van het systeem.
Gaat branden wanneer u de computer inschakelt en knippert wanneer de
computer zich in de energiebeheermodus bevindt.
62
Page 63
Technische specificaties
OPMERKING: Het aanbod kan per regio verschillen. Voor meer informatie over de configuratie van
uw computer in:
•Windows 10: klik of tik op Start → Instellingen → Systeem → Over.
•Windows 8.1 en Windows 8: klik of tik op Start → Pc-instellingen → Pc en apparaten → Pc Info.
•Windows 7: klik op Start , klik met de rechtermuisknop op Deze computer en selecteer
Eigenschappen.
Systeemspecificaties
FunctieSpecificatie
ChipsetSkylake
DRAM busbreedte64-bits
6
Flash EPROMSPI 128 Mbits
PCIe-bus100 MHz
Externe
busfrequentie
DMI 3.0 (8GT/s)
Processorspecificaties
FunctieSpecificatie
TypesIntel Core m3 / m5 / m7
Intel Smart Cache3 MB en 4 MB
Geheugenspecificaties
FunctieSpecificatie
Type geheugenLPDDR3
63
Page 64
FunctieSpecificatie
Minimumgeheugen4 GB
Maximumgeheugen16 GB
Audiospecificaties
FunctieSpecificatie
TypesVierkanaals high-definition audio
ControllerRealtek ALC3246
Stereoconversie24-bit (analoog-naar-digitaal en digitaal-naar-analoog)
Interne interfaceHigh-definition audio
Externe interfaceGecombineerde connector voor microfoon, stereohoofdtelefoon en headset
LuidsprekersTwee
interne
luidsprekerversterk
er
GeluidsregelaarsSneltoetsen
2 W (RMS) per kanaal
Videospecificaties
FunctieSpecificatie
Typegeïntegreerd in moederbord
UMA-controllerIntel HD Graphics 515
Ondersteuning
voor externe
beeldschermen
Eén micro-HDMI
Cameraspecificaties
FunctieSpecificatie
HDschermresolutie
Videoresolutie
(maximum)
1.280 X 720 pixels (Non-touch)
1.280 x 720 pixels
Diagonale kijkhoek 74°
64
Page 65
Communicatiespecificaties
KenmerkenSpecificatie
Wireless
(Draadloos)
Interne WLAN (Wireless Local Area Network) en WWAN (Wireless Wide Area
Network)
•Bluetooth 4.1 LE
Poort- en connectorspecificaties
FunctieSpecificatie
AudioEén connector voor microfoon/stereohoofdtelefoon/luidsprekers
VideoMicro-HDMI
USB
Geheugenkaartlez
er (microSD)
uSIM-kaart (Micro
Subscriber Identity
Module)
SmartcardOptioneel
•Eén USB 3.0-poort met PowerShare
•Twee type C-poorten met ondersteuning voor thunderbolt 3
Eén
Eén
RFIDOptioneel
VingerafdruklezerOptioneel
Beeldschermspecificaties
FunctieSpecificatie
FHD
antischittering:
Hoogte293,76 mm (11,57 inch)
Breedte165,24 mm (6,51 inch)
Diagonaal337,82 mm (13,3 inch)
Maximale resolutie 1.920 x 1.080
Vernieuwingssnelh
eid
60 Hz
65
Page 66
FunctieSpecificatie
Maximale
kijkhoeken
(horizontaal)
Maximale
kijkhoeken
(verticaal)
Pixelpitch0,153 mm
QHD
antischittering:
Hoogte293,76 mm (11,57 inch)
Breedte165,24 mm (6,51 inch)
Diagonaal337,82 mm (13,3 inch)
Maximale resolutie 3.200 x 1.800
Vernieuwingssnelh
eid
Maximale
kijkhoeken
(horizontaal)
Maximale
kijkhoeken
(verticaal)
+/-80°
+/-80°
60 Hz
+/-80°
+/-80°
Pixelpitch0,092 mm
Toetsenbordspecificaties
FunctieSpecificatie
Aantal toetsen
•Verenigde Staten: 82 toetsen
•Verenigd Koninkrijk: 83 toetsen
•Brazilië: 84 toetsen
•Japan: 86 toetsen
Touchpadspecificaties
FunctieSpecificatie
Actieve gedeelte:
X-as99,50 mm
Y-as51,00 mm53,00 mm
66
Page 67
Batterijspecificaties
FunctieSpecificatie
Type
34 WHr (4 cels) Instapmodel:
Lengte267 mm (10,5 inches)
Hoogte4,35 mm (0,17 inch)
Breedte58,5 mm (2,3 inches)
Gewicht165,0 g (0,43 lb)
Spanning7,6 V gelijkstroom
43 WHr (4 cels) Upsell:
Lengte267 mm (10,5 inches)
Hoogte6,25 mm (0,24 inch)
Breedte58,5 mm (2,3 inches)
Gewicht200 g (0,66 lb)
Spanning7,6 V gelijkstroom
Temperatuurbereik
:
•34 WHr (4 cels) - Instapmodel
•43 WHr (4 cels) - Upsell
Operationeel
Niet in gebruik-20°C tot en met 65°C (-4°F tot en met 149°F)
KnoopbatterijCR2032-lithiumknoopbatterij van 3 V
•Opladen: 0°C tot 50°C (32°F tot 122°F)
•Ontladen: 0°C tot 70°C (32°F tot 158°F)
Specificaties voor de netadapter
FunctieSpecificatie
Type45 W (type C)
Ingangsspanning100 V wisselstroom tot 240 V wisselstroom
Ingangsstroom
(maximum)
Ingangsfrequentie50 Hz tot 60 Hz
1,3A
67
Page 68
FunctieSpecificatie
Uitgangsvermogen 45 W
Uitgangsstroom2,25 A
Nominale
uitgangsspanning
Gewicht0,17 kg (0,37 lb)
Afmetingen0,87 x 2,17 x 3,42
Temperatuurbereik
(in bedrijf)
Temperatuurbereik
(Niet in gebruik )
20 V gelijkstroom
0°C tot 40°C (32°F tot 104°F)
-40°C tot 70°C (-40°F tot 158°F)
Fysieke specificaties
FunctieSpecificatie
Hoogte voorzijde9,86 mm (0,39 inch)
Hoogte achterzijde 14,32 mm (0,56 inch)
Breedte304,8 mm (12 inch)
Diepte210,5 mm (8,29 inch)
Minimumgewicht
(zonder
touchscreen met
batterij van 34
Whr)
1,12 kg (2,48 lb)
Omgevingsspecificaties
TemperatuurSpecificaties
In bedrijf0 °C tot en met 60 °C (32 °F tot en met 140 °F)
Opslag-51 °C tot en met 71 °C (-59 °F tot en met 159 °F)
Relatieve
vochtigheid
(maximum)
In bedrijf10 tot 90% (niet-condenserend)
Opslag5 tot 95% (niet-condenserend)
Hoogte
(maximum):
In bedrijf–15,2 m tot en met 3048 m (–50 tot en met 10.000 ft)
68
Specificaties
Specificaties
Page 69
Hoogte
Specificaties
(maximum):
0° tot 35°C
Niet in gebruik–15,24 m tot 10.668 m (–50 ft tot 35.000 ft)
Mate van
luchtvervuiling
G2 of lager, zoals gedefinieerd in ISA S71.04-1985
69
Page 70
7
Contact opnemen met Dell
OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de contactgegevens vinden op de
factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell.
Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid
verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio. Wanneer u
met Dell contact wilt opnemen voor vragen over de verkoop, technische ondersteuning of de
klantenservice:
1.Ga naar Dell.com/support.
2. Selecteer uw ondersteuningscategorie.
3. Zoek naar uw land of regio in het vervolgkeuzemenu Choose a Country/Region (Kies een land/
regio) onderaan de pagina.
4. Selecteer de gewenste service- of ondersteuningslink.
70
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.