Dell Alienware M17x R3 User Manual [nl]

HANDLEIDING ALIENWARE® M17x MOBILE
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaarmeldingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van uw computer.
WAARSCHUWING: Een WAARSCHUWING geeft mogelijke schade aan hardware of gegevensverlies aan en vertelt u hoe u het probleem kunt voorkomen.
GEVAAR: Een GEVAARMELDING geeft een kans op schade aan eigendommen, persoonlijk letsel of overlijden aan.
Dit item bevat kopieerbeveiligingstechnologie waarop Amerikaanse octrooien en andere eigendomsrechten van toepassing zijn die het eigendom vormen van Rovi Corporation. Nabouwen en demonteren zijn niet toegestaan.
__________________
De inhoud van dit document kan zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd. © 2010-2012 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging in welke vorm dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden. Gebruikte merken in deze handleiding: Alienware®, AlienFX®, en het AlienHead-logo zijn merken of gedeponeerde
merken van Alienware Corporation; Dell™ is een merk van Dell Inc.; Microsoft van Windows landen; Intel® en SpeedStep® zijn gedeponeerde merken en Core™ is een merk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen; Blu-ray Disc™ is een merk van de Blu-ray Disc Association; Bluetooth® is een gedeponeerd merk dat het eigendom is van Bluetooth SIG, Inc.
Overige merken en handelsnamen die in deze handleiding gebruikt worden, kunnen verwijzen naar ofwel de entiteiten die aanspraak maken op deze merken en handelsnamen of hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen.
Regelgevingsmodel: P11E regelgevingstype: P11E001
Rev. A01 januari 2012
zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere
iv
®
, Windows® en het logo van de startknop
INHOUD
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN ................................................9
Voordat u uw laptop instelt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
De netadapter aansluiten .........................................................12
Op de aan/uit-knop drukken.......................................................13
De netwerkkabel aansluiten (optioneel)............................................14
Microsoft Windows instellen ......................................................15
Draadloze HD (optioneel) .........................................................16
De functie Wireless Display instellen (optioneel) ...................................17
Een internetverbinding maken (optioneel) .........................................18
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP .................................21
Functies aan de linkerzijde ........................................................22
Functies aan de rechterzijde ......................................................25
Functies aan de achterzijde .......................................................27
Beeldschermfuncties ............................................................ 28
Computer- en toetsenbordfuncties ............................................... 30
Statuslampjes................................................................... 32
Mediabedieningstoetsen ........................................................ 33
3
INHOUD
Aan/uit-knop.................................................................... 34
Functietoetsen .................................................................. 36
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN ............................................. 39
Alienware Command Center...................................................... 40
Een extern beeldscherm aansluiten .............................................. 40
Losse media en kaarten gebruiken ............................................... 44
Het optisch station gebruiken .................................................... 45
De ingebouwde camera gebruiken................................................ 46
De afstandsbediening gebruiken ................................................. 46
Batterij ..........................................................................47
Energiebeheer................................................................... 48
nVidia Optimus-technologie (optioneel) .......................................... 50
Vrije val-sensor...................................................................52
De BIOS congureren ............................................................ 53
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN ...........................69
Voordat u begint..................................................................70
De batterij vervangen.............................................................74
Het geheugen opwaarderen of vervangen..........................................76
De vaste schijf/schijven opwaarderen of vervangen ............................... 80
4
INHOUD
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN...............................................87
Basishints en tips ............................................................... 88
Back-ups en algemeen onderhoud................................................ 89
Softwarediagnosehulpmiddelen...................................................91
Oplossingen voor veel voorkomende problemen................................... 93
HOOFDSTUK 6: SYSTEEMHERSTEL ...................................................101
AlienRespawn ...................................................................102
Mijn Dell-downloads .............................................................105
HOOFDSTUK 7: SPECIFICATIES .......................................................107
BIJLAGE............................................................................123
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN VEILIGHEIDSMAATREGELEN ............124
CONTACT MET ALIENWARE OPNEMEN ............................................127
5
6
Geachte klant van Alienware,
Welkom bij de Alienware-familie. Wij zijn blij om u te kunnen verwelkomen bij het groeiende aantal intelligente gebruikers van hoogwaardige computers.
De technici van Alienware die uw computer hebben samengesteld, hebben ervoor gezorgd dat uw computer volledig is geoptimaliseerd en dat alle capaciteit optimaal wordt benut. Wij bouwen computers met slechts één, nooit veranderende doelstelling: Te bouwen alsof het je eigen computer is. Onze technici zullen niet rusten totdat uw nieuwe computer aan onze zeer hoge eisen voldoet of deze overschrijdt!
Wij hebben uw computer uitgebreid getest om ervoor te zorgen dat u kunt genieten van de hoogst mogelijke prestaties. Naast een standaard inwerkperiode is uw systeem getest met realistische hulpmiddelen zoals synthetische prestatiebenchmarks.
De hele staf deelt uw enthousiasme voor innovatieve technologie en we hopen dat u net zoveel van uw nieuwe computer geniet als Alienware heeft genoten van het bouwen ervan.
Met vriendelijke groet,
Het Alienware-team
7
8
CHAPTER 1: SETTING UP YOUR LAPTOP

HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN

HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN

Voordat u uw laptop instelt

Gefeliciteerd met de aanschaf van uw Alienware M17x!
Lees alle veiligheids- en installatieinstructies alvorens u uw nieuwe laptop instelt. Begin met de doos voorzichtig te openen en alle geleverde componenten eruit te halen.
Voordat u uw laptop of onderdelen instelt, moet u de meegezonden factuur raadplegen om te controleren of u over alle door u bestelde items beschikt. Inspecteer alle items op eventuele fysieke schade die tijdens het transport is opgetreden. Vergeet niet de klantenservice in te lichten over de ontbrekendeen beschadigde artikelen. Doe dit wel binnen vijf dagen na ontvangst. Er worden geen ontbrekende of beschadigde artikelen nagestuurd wanneer de melding na deze vijf dagen wordt gedaan:
• Laptop en netadapter met stroomkabel
• Microsoft cd-sleutel aan de onderzijde van de laptop
Monitor met netsnoer en grasche kabel (indien besteld)
Toetsenbord (indien besteld)
Muis (indien besteld)
Multimedia-luidsprekers en lagetonenluidspreker (indien besteld)
Joystick (indien besteld)
Mogelijk hebt u een kleine schroevendraaier met een platte kop en/of een kruiskopschroevendraaier nodig om de kabels van de randapparatuur op de laptop aan te sluiten.
10
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN
Productdocumentatie en schijven
De documentatie die met uw Alienware-laptop wordt meegeleverd, biedt antwoord op een groot aantal vragen die zich kunnen voordoen tijdens het verkennen van de mogelijkheden van uw nieuwe laptop. U kunt de documentatie raadplegen als u later vragen hebt en op zoek bent naar technische informatie of informatie over algemeen gebruik, of als u op zoek bent naar antwoorden en oplossingen. De schijven die bij uw laptop worden meegeleverd, worden beschreven in deze documentatie, en zijn mogelijk nodig om bepaalde taken te voltooien. Zoals altijd staat ons technisch ondersteuningspersoneel klaar om u te helpen
Uw laptop opstellen
GEVAAR: Stel de laptop niet op of in de buurt van een radiator of een verwarming op. Als u uw laptop in een kast opstelt, moet u ervoor zorgen dat er voldoende ventilatie aanwezig is. Zet de laptop niet op een plaats met een hoge vochtigheidsgraad of op een plaats waar de laptop kan worden blootgesteld aan regen of water. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen op of in de laptop terecht komen.
Bij het opstellen van uw laptop moet u ervoor zorgen dat:
• hij op een horizontaal, stabiel oppervlak staat.
• de stekker van het netsnoer en alle andere kabels niet tussen de laptop en de muur of een of ander object vast komen te zitten.
• niets de luchtstroom voor, achter of onder de laptop belemmert.
• de laptop voldoende ruimte heeft, zodat u makkelijk toegang tot optische stations en ander externe opslagstations hebt.
.
11
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN

De netadapter aansluiten

GEVAAR: De netadapter werkt op stopcontacten overal ter wereld. Stopcontacten en stekkerdozen variëren echter per land. Het gebruik van een incompatibele kabel of een onjuiste aansluiting van de kabel op een stekkerdoos of stopcontact kan resulteren in brand of schade aan de computer.
12

Op de aan/uit-knop drukken

HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN
13
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN

De netwerkkabel aansluiten (optioneel)

14
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN

Microsoft Windows instellen

Uw computer werd kant en klaar met het besturingssysteem Microsoft Windows geleverd. Om Windows voor de eerste keer in te stellen, volgt u de aanwijzingen op het scherm. Deze stappen zijn verplicht en nemen enige tijd in beslag. De vensters van Windows Setup zullen u begeleiden tijdens verschillende procedures, zoals het accepteren van licentieovereenkomsten, het instellen van voorkeuren en het opzetten van een internetverbinding.
WAARSCHUWING: Onderbreek het instellingsproces van het besturingssysteem niet. Als u dit wel doet, is het mogelijk dat uw laptop vervolgens niet meer naar behoren werkt, en u het besturingssysteem opnieuw moet installeren.
OPMERKING: Voor een optimale prestatie van de computer kunt u het beste de
laatste BIOS en stuurprogramma’s voor uw computer downloaden. U vindt deze op
support.dell.com.
OPMERKING: Zie support.dell.com/MyNewDell voor meer informatie over het
besturingssysteem en de functies daarvan.
OPMERKING: U wordt aangeraden om tijdens de installatie van Windows een volledige back-up van uw systeem te maken.
15
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN

Draadloze HD (optioneel)

Met de functie WirelessHD kunt u HD-video van het beeldscherm van uw computer naar een televisie sturen zonder kabels te hoeven gebruiken. Om WirelessHD in te stellen moet u een WirelessHD-kit gebruiken. Raadpleeg voor instructies over het instellen van WirelessHD het document dat bij de WirelessHD-kit werd meegeleverd.
OPMERKING: De WirelessHD-kit wordt niet met uw computer meegeleverd en moet afzonderlijk worden aangeschaft.
Als uw computer ondersteuning biedt voor WirelessHD zal het pictogram van de WiHD Application Controller op het bureaublad van Windows worden weergegeven.
OPMERKING: Het kan nodig zijn om de WirelessHD-kit te installeren alvorens u WirelessHD installeert. Raadpleeg voor meer informatie over het installeren van de WirelessHD-kit het document dat met de WirelessHD-kit is meegeleverd.
U installeert WirelessHD als volgt:
1. Zet de computer uit.
2. Zorg ervoor dat draadloze verbindingen zijn ingesteld op uw computer.
3. Dubbelklik op het pictogram van de WiHD Application Controller op het bureaublad. Hierop zal het venster WirelessHD Application Controller verschijnen.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
16
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN

De functie Wireless Display instellen (optioneel)

OPMERKING: De functie Wireless Display (draadloze schermweergave) wordt mogelijk
niet door alle computers ondersteund. Raadpleeg voor meer informatie over de hardware- en softwarevereisten voor het instellen van de draadloze schermweergave
www.intel.com.
OPMERKING: De functie Wireless Display is alleen beschikbaar op uw computer als u
tijdens de bestelling hebt gekozen voor een Intel Wi-Fi WLAN-kaart en een grasche kaart van nVidia met Optimus-technologie of een grasche AMD Radeon-kaart.
OPMERKING: Het verdient aanbeveling om WirelessHD in plaats van Wireless Display
te gebruiken voor grasch intensieve toepassingen, zoals games met hoge denitie. Zie voor meer informatie het gedeelte "De functie WirelessHD instellen (optioneel)" op
pagina 16.
Met de functie Wireless Display van Intel kunt u de beelden op uw computer op een televisie af te laten spelen zonder kabels te hoeven gebruiken. Voordat u de functie Wireless Display instelt, moet u een draadloze beeldschermadapter op uw televisie aansluiten.
OPMERKING: De draadloze beeldschermadapter wordt niet met uw computer meegeleverd en dient afzonderlijk te worden aangeschaft.
OPMERKING: Raadpleeg de documentatie die met de draadloze beeldschermadapter werd meegeleverd voor informatie over het instellen van het draadloze beeldscherm.
17
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN

Een internetverbinding maken (optioneel)

Een draadloze verbinding instellen
• Als u een inbelverbinding gebruikt, moet u de telefoonlijn op een externe USB-modem
(optioneel) en op het telefooncontact aansluiten alvorens u uw internetverbinding
instelt.
• Als u een ADSL- of kabel-/satellietverbinding gebruikt, moet u contact opnemen met uw internetprovider of mobiele provider voor instructies over het instellen van de computer.
Volg de instructies in het gedeelte "Een internetverbinding instellen" op pagina20 als u het instellen van uw kabel-internetverbinding wilt voltooien.
18
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN
Een draadloze verbinding instellen
OPMERKING: Zie de documentatie die bij de router is meegeleverd voor informatie over het instellen van de draadloze router.
Voordat u uw draadloze internetverbinding kunt gebruiken moet u de draadloze router op de computer aansluiten.
U kunt als volgt een verbinding met een draadloze router instellen:
1. Zorg ervoor dat draadloze verbindingen zijn ingesteld op uw computer.
2. Sla alle open bestanden op , sluit ze af en sluit alle actieve programma’s af.
3. Klik op Start Conguratiescherm.
4. In het zoekvak typt u netwerk. Klik vervolgens op Netwerkcentrum Verbinding met een netwerk maken.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
19
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN
Een internetverbinding instellen
Internetproviders en hun pakketten variëren van land tot land. Neem contact op met uw internetprovider voor het aanbod in uw land.
Als u geen verbinding kunt maken met het internet terwijl u dat in het verleden wel kon, is er mogelijk een storing bij uw internetprovider. Neem contact op met uw internetprovider om de verbindingsstatus te controleren of probeer later opnieuw verbinding te maken.
Zorg dat u de gegevens van de internetprovider bij de hand hebt. Als u geen internetprovider hebt, kunt u er een vinden met behulp van de wizard Connect to the Internet (Verbinding
maken met het internet).
1. Sla alle open bestanden op, sluit ze af en sluit alle actieve programma’s.
2. Klik op Start Conguratiescherm.
3. In het zoekvak typt u netwerk. Klik vervolgens op Netwerkcentrum Verbinding of netwerk instellenVerbinding met internet maken.
Het venster Verbinding met het Internet maken wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u niet weet welk type verbinding u moet selecteren, klikt u op Help me kiezen of neemt u contact op met uw internetprovider.
4. Volg de instructies op het scherm en gebruik de installatieinformatie die door uw
internetprovider werd geleverd om de installatie te voltooien.
20
CHAPTER 2: GETTING TO KNOW YOUR LAPTOP

HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP

HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP
In dit hoofdstuk vindt u informatie over uw nieuwe laptop, zodat u zich vertrouwd kunt maken met de verschillende functies ervan en er snel mee aan de slag kunt gaan.

Functies aan de linkerzijde

1 2 3 4 5 6 7 8 9
22
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP
1
Sleuf voor beveiligingsslot — Hiermee kunt u een in de winkel verkrijgbare
beveiligingskabel aan uw computer bevestigen. OPMERKING: Voordat u een beveiligingskabel koopt, moet u nagaan of deze past in de
beveiligingssleuf op uw computer.
2
3
4
5
Netwerkaansluiting— Hiermee kunt u uw computer op een netwerk of
breedbandapparaat aansluiten.
VGA-aansluiting— Hiermee kunt u uw computer op een monitor of projector
aansluiten.
HDMI-uitgang Hierop kunt u een televisie aansluiten voor meerkanaals
digitale audio en videosignalen.
OPMERKING: Bij monitors met ingebouwde luidsprekers wordt alleen het videosignaal gelezen.
Mini-DisplayPort— Hierop kunt u externe DisplayPort-monitors en projectors
aansluiten. OPMERKING: De mini-DisplayPort-aansluiting kan tevens op een VGA-aansluiting
worden aangesloten met behulp van een optionele mini-DisplayPort-adapter. U kunt de VGA-kabel en de mini-DisplayPort-adapter aanschaffen via www.dell.com.
23
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP
24
6
7
8
9
USB 3.0-aansluitingen (2)— Deze aanbiedingen zorgen voor een snellere
gegevensoverdracht tussen uw computer en USB-apparatuur.
Audio-out-/koptelefoon-/S/PDIF-aansluiting — Hierop kunt u versterkers,
luidsprekers of televisies aansluiten voor digitale audiouitvoer. U kunt deze aansluiting ook gebruiken voor koptelefoons, luidsprekers met voeding of een geluidssysteem.
OPMERKING: Gebruik de S/PDIF-adapter die met uw computer is meegeleverd voor het aansluiten van optische TOSLINK-kabels.
Microfoonaansluiting — Hierop kunt u een microfoon aansluiten. De aansluiting
kan tevens worden gebruikt voor signaalinvoer voor audiotoepassingen.
Koptelefoonaansluitingen (2) — Hierop kunt u koptelefoons, een luidspreker die
van stroom wordt voorzien of een geluidssysteem aansluiten.
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP

Functies aan de rechterzijde

1 2 3 4 5
1 Optisch station — Dit station kunt u gebruiken voor het afspelen van, of opnemen
naar cd’s, dvd’s en Blu-Ray-schijven (optioneel). Zorg ervoor dat de bedrukte zijde naar
boven wijst wanneer u een schijf in het station plaatst. Zie voor meer informatie het gedeelte "Het optisch station gebruiken" op pagina 45.
2
digitale foto’s, muziekbestanden, video’s en documenten af te spelen, te raadplegen of te delen.
3
muis, toetsenbord, een externe schijf of een MP3-speler.
9-in-1 mediakaartlezer — Biedt een snelle en eenvoudige manier om
USB 2.0-aansluitingen (2)— Hierop kunt USB-apparatuur aansluiten, zoals een
25
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP
26
4
5
eSATA/USB comboaansluiting met USB PowerShare — Hierop kunt u met eSATA
compatibele opslagapparatuur (zoals externe schijven of optische stations) of USB­apparaten (zoals een muis, toetsenbord, externe schijf of MP3-speler) aansluiten.
Via de USB Powershare-functie kunt u USB-apparatuur opladen terwijl de computer is ingeschakeld of uitgeschakeld of zich in de slaapstand bevindt.
OPMERKING: Bepaalde USB-apparatuur wordt mogelijk niet opgeladen wanneer de computer is uitgeschakeld of zich in de slaapstand bevindt. In dergelijke gevallen moet u de computer inschakelen om de USB-apparatuur op te laden.
OPMERKING: U kunt de functie voor het opladen van USB-apparatuur wanneer de computer is uitgeschakeld of zich in de slaapstand bevindt in- of uitschakelen via de BIOS-instellingen.
OPMERKING: Als u de computer uitzet terwijl een USB-apparaat wordt opgeladen, zal het opladen worden onderbroken. Om verder te gaan met opladen moet u het USB­apparaat verwijderen en vervolgens opnieuw aansluiten.
OPMERKING: De USB PowerShare-functie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer slechts 10% van de werkduur van de batterij resteert.
HDMI-ingang Hierop kunt u de HDMI-uitgang van uw videoapparatuur
aansluiten, zoals een DVD-speler, camcorder of spelconsole.
OPMERKING: De HDMI-ingang werkt alleen als de computer is ingeschakeld.
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP

Functies aan de achterzijde

1
1
Aansluiting voor netadapter— Hierop kunt u een netadapter aansluiten om de
computer van stroom te voorzien en de batterij op te laden.
27
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP
1 2 3 4 5

Beeldschermfuncties

28
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP
1 Linker digital array-microfoon — Wordt gecombineerd met de rechter digital
array-microfoon om geluid van een hoogwaardige kwaliteit voor videochats en spraakopnames te bieden.
2 Cameractiviteitslampje — geeft aan of de camera is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Een aanhoudend brandend blauw lampje geeft aan dat er sprake is van camera­activiteit.
3 Camera — Ingebouwde camera voor het maken van video-opnamen,
videovergaderingen en chatsessies.
4 Rechter digital array-microfoon — Wordt gecombineerd met de linker digital
array-microfoon om geluid van een hoogwaardige kwaliteit voor videochats en spraakopnames te bieden.
5 Beeldscherm — Het beeldscherm kan al naar gelang de keuzes die u maakte tijdens de
bestelling van uw computer variëren. Uw computer biedt mogelijk ondersteuning voor driedimensionale weergave indien u
tijdens de bestelling voor deze optie hebt gekozen.
OPMERKING: Als u zich onprettig gaat voelen tijdens het kijken naar de driedimensionale weergave, moet u niet langer naar het beeldscherm kijken, uw 3D-bril verwijderen en uw ogen tot rust laten komen.
29
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP
3 4
6

Computer- en toetsenbordfuncties

1
2
5
30
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP
1 Statuslampjes (3) — Geven aan of de Scroll Lock-, Caps Lock- of NumLock-functies zijn
ingeschakeld of uitgeschakeld. Zie voor meer informatie het gedeelte "Statuslampjes" op pagina 32.
2 Toetsenbord — Het toetsenbord met achtergrondverlichting biedt zichtbaarheid in
donkere omgevingen door alle symbolen op de toetsen te verlichten.
3 Touchpad-knoppen (2) — Deze knoppen bieden dezelfde functies als de linker- en
rechtermuisknop.
4 Touchpad — Biedt de functionaliteit van een muis, zodat gebruikers de cursor kunnen
verplaatsen, geselecteerde items kunnen verslepen en neerzetten en op items klikken door het oppervlak aan te tippen.
5 Mediabedieningstoetsen (9) — Druk op een van de toetsen om de daarmee
verbonden handeling uit te voeren. Zie voor meer informatie het gedeelte "Mediabedieningstoetsen" op pagina 33.
6 Aan/uit-knop — Door deze knop in te drukken kunt u de computer aan- of uitzetten.
Zie voor meer informatie het gedeelte "Aan/uit-knop" op pagina 34.
31
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP

Statuslampjes

In de linkerbovenhoek van het toetsenbord bevinden zich drie statuslampjes. Zie voor informatie over de exacte locatie van de lampjes het gedeelte "Computerbasis en toetsenbordfuncties" op pagina 30.
Scroll Lock-lampje
Als de scroll lock-functie is geactiveerd, zal dit lampje branden.
Caps Lock-lampje
Als het toetsenbord zich in de Caps Lock-stand bevindt, zal dit lampje branden. In deze stand zijn alle letters die u typt hoofdletters.
Number Lock-lampje
Als het toetsenbord in de Num Lock-stand staat, zal dit lampje branden. In deze stand kunt u het geïntegreerde numerieke toetsenbord gebruiken.
32
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP

Mediabedieningstoetsen

De mediabedieningstoetsen bevinden zich rechtsboven op het toetsenbord. Zie voor de exacte locatie van de toetsen het gedeelte "Computerbasis en toetsenbordfuncties" op pagina30. U kunt deze functie door op de gewenste toetsen te drukken. De toetsen zullen tijdelijk oplichten ter bevestiging van uw selectie.
Volume lager zetten
Volume hoger zetten
Snel vooruitspoelen of volgende track afspelen
De schijf uitwerpen
Het geluid dempen
Terugspoelen of vorige track afspelen
Afspelen of pauzeren
Draadloos netwerk / draadloze communicatie aan- en uitzetten
(zie voor meer informatie het
gedeelte "De draadloze bediening gebruiken" op pagina 46)
Alienware Command Center
(zie voor meer informatie het
gedeelte "Alienware Command Center" op pagina 40)
33
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP

Aan/uit-knop

U kunt deze knop programmeren om bewerkingen uit te voeren zoals het afsluiten van het besturingssysteem of het activeren van de stand-bymodus. Zie voor meer informatie over het programmeren van deze knop het gedeelte Energiebeheer in het conguratiescherm van Microsoft Windows.
De aan/uit-knop bevindt zich in het midden van de scharnierkap. Zie voor informatie over de exacte locatie van de lampjes het gedeelte "Computerbasis en toetsenbordfuncties" op pagina 30.
De kleur van de AlienHead-rand geeft de energiestatus aan. U kunt de kleur die de energiestatus aangeeft wijzigen met behulp van de AlienFX-software.
34
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP
Op de netadapter:
Blauw of aangepaste netvoedingskleur De batterij is volledig geladen. Blauw of aangepaste netvoedingskleur
die overloopt naar amber of een aangepaste batterijkleur
Blauwe of aangepaste netvoedingskleur die in zwart overgaat
Op de batterij:
Amber of aangepaste batterijkleur De batterij is volledig geladen. Oranje of aangepaste batterijkleur die
in zwart overgaat
Knipperend amber of aangepaste batterijkleur
Zie voor meer informatie over de stand-bymodus en slaapstand het gedeelte Energiebeheer
in het conguratiescherm van Microsoft Windows.
De computer is in- of uitgeschakeld en de batterij wordt opgeladen.
De computer bevindt zich in de stand-bymodus.
De computer bevindt zich in stand­bymodus.
De batterij begint leeg te raken.
35
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP

Functietoetsen

OPMERKING: Afhankelijk van de conguratie van de door u aangeschafte laptop zijn er
aan sommige van de functietoetsen geen taken toegewezen.
De toets <Fn> bevindt zich linksonder op het toetsenbord en wordt in combinatie met andere toetsen gebruikt om bepaalde functies te activeren. Houd de toets <Fn> samen met de hieronder beschreven toets ingedrukt:
F1 — Slaapstand
Druk op <Fn><F1> om de stand-bymodus te activeren. In de stand-bymodus zullen het beeldscherm en de geselecteerde apparaten worden uitgeschakeld om het energieverbruik te reduceren.
F2 — De batterijstatus controleren
Druk op <Fn><F2> om de batterijstatusmeter weer te geven.
F3 — Geluid uit/aan
Druk op <Fn><F3> om het geluid in of uit te schakelen.
F4 — Helderheid van beeldscherm verhogen
Druk op <Fn><F4> om de helderheid van het beeldscherm te vergroten.
36
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP
F5 — Helderheid van beeldscherm verminderen
Druk op <Fn><F5> om de helderheid van het beeldscherm te verminderen.
F6 — Weergavemodus
Druk op <Fn><F6> om over te schakelen tussen kloonmodus en uitgebreide bureaubladmodus wanneer een extern beeldscherm wordt aangesloten.
F7 — Schakelen tussen grasche opties
Druk op <Fn><F7> om te schakelen tussen de ingebouwde en discrete grasche
optie.
F8 — schakelen tussen externe HDMI-ingangen
Druk op <Fn><F8> om tussen externe HDMI-ingangen te schakelen.
F9 — Camera aan/uit
Druk op <Fn><F9> om de camera in of uit te schakelen.
F10 — Microsoft Mobiliteitscentrum aan/uit
Druk op <Fn><F10> om de toepassing Microsoft Mobiliteitscentrum te starten of te sluiten.
37
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW LAPTOP
F11 — AlienFX aan/uit
Druk op <Fn><F11> om de AlienFX-verlichting in of uit te schakelen.
F12 — Touchpad aan/uit
Druk op <Fn><F12> om de touchpad-functie en de verlichting rond de touchpad in of uit te schakelen. Wanneer de touchpad-functie is uitgeschakeld kan het touchpad nog zo’n drie tot vijf seconden blijven werken terwijl de computer Windows opnieuw opstart of uit de stand-bymodus of slaapstand wordt gewerkt.
38
CHAPTER 3: USING YOUR LAPTOP

HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN

HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN

Alienware Command Center

Het Alienware Command Center biedt u toegang tot de exclusieve Alienware-software.
Het is een conguratiescherm dat u voortdurend kunt opwaarderen. Als Alienware nieuwe
programma’s publiceert, worden deze rechtstreeks gedownload naar het Command Center waardoor u een bibliotheek kunt opbouwen met systeembeheer-, optimalisatie­en aanpassingshulpmiddelen. U kunt het Alienware Command Center openen door de mediabedieningstoetsen in te drukken. Zie voor meer informatie het gedeelte "Mediabedieningstoetsen" op pagina 33.

Een extern beeldscherm aansluiten

Als u op groter visueel niveau wilt genieten van uw computeromgeving of u wilt uw bureaublad groter maken, dan kunt u een extern beeldscherm aansluiten zoals een zelfstandige monitor, een lcd-tv of een projector.
Een beeldscherm aansluiten
Gebruik de juiste kabel voor uw computer en beeldscherm. Raadpleeg de volgende tabel om
de aansluitingen te identiceren die zich op uw computer en beeldscherm bevinden.
OPMERKING:
aansluitingen op uw computer.
40
Wanneer u één beeldscherm aansluit, gebruik dan slechts ÉÉN van de
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Aansluitingstype Computer Kabel Beeldscherm
VGA-naar-VGA
(VGA-kabel)
HDMI-naar-HDMI
(HDMI-kabel)
Mini-DisplayPort­naar-DisplayPort
(Mini-DisplayPort-
naar-DisplayPort­adapter +
DisplayPort-kabel)
Mini-DisplayPort-
naar-DVI (Mini-
DisplayPort-naar­DVI adapter +
DVI-kabel)
41
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
OPMERKING: U kunt de mini-DisplayPort-naar-DisplayPort-adapter en mini-DisplayPort-naar-DVI-adapter aanschaffen via www.dell.com.
1. Schakel de laptop uit.
2. Schakel het beeldscherm uit en verwijder de stekker van het beeldscherm uit het
stopcontact.
3. Sluit een uiteinde van de beeldschermkabel aan op de VGA-aansluiting, mini-DisplayPort of HDMI-aansluiting op uw Alienware-laptop.
4. Sluit het andere kabeluiteinde aan op dezelfde aansluiting op uw beeldscherm.
5. Sluit indien nodig een uiteinde van het netsnoer op de stroomaansluiting van het
beeldscherm aan.
6. Sluit het andere uiteinde van de stroomkabel aan op een geaard stopcontact of een geaarde stekkerdoos.
7. Schakel de laptop in en schakel vervolgens het beeldscherm in.
42
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Het bureaublad uitbreiden
1. Wanneer het externe beeldscherm is aangesloten, klikt u met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteert u Aan persoonlijke voorkeur aanpassen.
2. Selecteer Verbinding met een projector of ander extern beeldscherm maken linksboven in het venster.
3. Klik op Aansluiten.
4. Selecteer een van onderstaand opties die op het scherm verschijnen:
Mijn bureaublad op alle beeldschermen dupliceren (kopie)
Verschillende delen van mijn bureaublad op elk beeldscherm weergeven (uitgebreid)
Mijn bureaublad alleen op het extern beeldscherm weergeven
5. Klik op Toepassen om uw wijzigingen toe te passen en klik daarna op OK om Beeldscherminstellingen te sluiten.
43
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN

Losse media en kaarten gebruiken

Neem de volgende veiligheidsmaatregelen in acht:
WAARSCHUWING: Als u een dummy-kaart ondersteboven aanbrengt, kan er schade aan uw laptop worden veroorzaakt.
Als er geen mediakaart in de mediakaartsleuf is aangebracht, moet u de dummy-kaart die met uw laptop is meegeleverd in de ongebruikte sleuf plaatsen. De kaart beschermt de ongebruikte sleuf tegen stof en ander klein vuil. Wanneer u een dummy-kaart aanbrengt,
moet u ervoor zorgen dat de juiste zijde naar boven wijst (op een aantal dummy-kaarten aangegeven door een pijl). Zie voor informatie over ondersteunde mediakaarten het gedeelte "Specicaties" op pagina 107.
44
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN

Het optisch station gebruiken

Uw laptop is uitgerust met een optisch station met een sleuader. Afhankelijk van de door u bestelde computerconguratie kan uw laptop een station van een van de volgende drie typen
hebben. Deze logo’s worden gebruikt om de capaciteit en schijfcompatibiliteit van elk station aan te geven.
DVD±R/W Het DVD±R/W-station is in staat om cd-rom-, cd-r-, cd-r/w-, dvd-,
dvd+r/w- en dvd-r/w-schijven te lezen.
Blu-ray Disc Combo/Triple
Layer (optioneel)
Het Blu-ray-station kan schijven lezen van het type cd-rom, cd-r, cd-r/w, dvd, dvd+r/w, dvd-r/w, dvd+r en bd-rom.
Het station kan daarnaast opnemen naar schijven van het type cd-r, cd-r/w, dvd+r/w, dvd-r/w en dvd+r.
45
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN

De ingebouwde camera gebruiken

Gezichtsherkenning met FastAccess
Mogelijk is de gezichtsherkenningsfunctie FastAccess op uw computer geïnstalleerd. Deze functie beschermt uw Alienware-computer door gebruik te maken van uw unieke
gelaatstrekken om uw identiteit te veriëren en automatisch aanmeldingsgegevens zoals
een gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren die u normaliter handmatig zou moeten invoeren om toegang te krijgen tot een Windows-account of beveiligde website. Klik voor meer informatie op Start Programma’s FastAccess.
De camera inschakelen en uitschakelen
Druk op de toetsencombinatie <Fn><F9> om de camera in of uit te schakelen. Nadat u de camera hebt ingeschakeld moet u de werking ervan activeren in Microsoft Windows. U kunt ook Windows Movie Maker gebruiken om video’s te maken, bewerken en delen.

De afstandsbediening gebruiken

Met behulp van de draadloze bediening kunt u op snelle wijze alle draadloze functionaliteit
(Bluetooth, WLAN en WWAN) uitschakelen, bijvoorbeeld wanneer u aan boord van een
vliegtuig bent. Druk op de mediabedieningstoetsen om alle draadloze functionaliteit uit te schakelen. Druk opnieuw op de mediabedieningstoetsen om de draadloze functionaliteit te herstellen naar de staat waarin deze verkeerde toen u voor het eerst de toets voor draadloze functionaliteit indrukte.
46
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN

Batterij

Uw laptop is uitgerust met een krachtige heroplaadbare lithium-ionbatterij. De werkduur
van de batterij varieert al naar gelang de conguratie en het model van uw laptop, de
geïnstalleerde toepassingen, de beheerinstellingen en de gebruikte functies. Net als met alle batterijen neemt ook de maximumcapaciteit van deze batterij naar verloop van tijd af.
De batterijmeterlampjes op de batterij geven het oplaadniveau van de batterij aan. Wanneer u de batterijmeter één keer indrukt, zullen de laadniveaulampjes gaan branden. Elk van de vijf lampjes vertegenwoordigt ongeveer 20% van de totale batterijlading. Als er bijvoorbeeld vier lampjes branden, resteert er nog 80% van de batterijlading. Als er geen lampjes branden, is de batterij leeg.
1 Batterijmeter
1
47
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN

Energiebeheer

Over energiegebruik
Om de batterijstroom zo volledig mogelijk te gebruiken, is het goed om basisinzicht te hebben in het energiebeheerconcept van het besturingssysteem dat op uw laptop is geïnstalleerd.
U kunt de stroomopties van het besturingssysteem gebruiken om de stroominstellingen
van uw computer te congureren. Het op uw computer geïnstalleerde besturingssysteem
Microsoft Windows biedt drie standaardopties:
• Gebalanceerd — Deze energiebeheeroptie biedt een volledige prestatie wanneer u deze nodig hebt, en bespaart stroom tijdens perioden van inactiviteit.
• Energiebesparing — Deze energiebeheeroptie bespaart stroom op uw computer door de systeemprestatie te reduceren om de levensduur van de computer te maximaliseren en de hoeveelheid stroom te reduceren die tijdens de levensduur van de computer wordt verbruikt.
• Hoge prestaties — Deze energiebeheeroptie biedt het hoogste niveau systeemprestatie op uw computer door de processorsnelheid aan te passen aan uw werkzaamheden en door de computerprestatie te maximaliseren.
48
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
De energiebeheerinstellingen aanpassen
1. Klik op Start Conguratiescherm.
2. Selecteer Alle Conguratiescherm-items.
3. Dubbelklik op het pictogram Energiebeheer.
4. Selecteer een van de weergegeven energiebeheerschema`s. Klik op De schema-
instellingen wijzigen naast het geselecteerde energiebeheerschema om specieke
instellingen aan te passen.
Het energieverbruik verminderen
Hoewel uw laptop (samen met het besturingssysteem) zuinig met stroom omgaat, kunt u
maatregelen treffen om het energieverbruik te reduceren:
• Reduceer de intensiteit van de achtergrondverlichting van het beeldscherm. Een zeer helder scherm betekent een hoog energieverbruik.
• Gebruik de optie Go Dark in het Alienware Command Center.
49
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN

nVidia Optimus-technologie (optioneel)

OPMERKING: De nVidia optimus-technologie wordt niet ondersteund op computers die gebruikmaken van nVidia 3D vision.
Uw Alienware M17x-laptop is uitgerust met de Optimus-technologie van nVidia. De Optimus­technologie heeft ten doel om een optimale prestatie en gebruikservaring op uw computer te bieden met minimale nadelige gevolgen voor de werkingsduur van de batterij. De technologie
stelt u in staat om de grasche verwerkingscapaciteit van de ingebouwde graphic processing unit (GPU) van Intel te combineren met de discrete nVidia GPUv tijdens het uitvoeren van grasch intensieve toepassingen zoals 3D-spellen. De nVidia GPU wordt alleen ingeschakeld
voor vooraf ingestelde toepassingen en zorgt op deze manier voor een langere werkingsduur van de batterij.
De Optimus-technologie wordt geactiveerd via een toepassingsproel. Wanneer een toepassing wordt gestart, zullen de videostuurprogramma’s controleren of er een proel voor
de toepassing beschikbaar is.
Als er een proel voor de toepassing aanwezig is, wordt de nVidia GPU ingeschakeld en wordt de toepassing in de prestatiemodus uitgevoerd. De nVidia GPU wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de toepassing wordt gesloten.
Als er geen toepassingsproel bestaat, wordt de ingebouwde GPU gebruikt.
De standaardlijst met toepassingsproelen wordt regelmatig door nVidia bijgewerkt en
automatisch gedownload naar uw computer wanneer u met internet bent verbonden.
50
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
U kunt voor elke toepassing op uw computer toepassingsproelen maken. Dit kan nodig
zijn voor recent uitgebrachte computerspellen of toepassingen waarvoor geen standaard
toepassingsproel beschikbaar is.
De instellingen van een toepassingsprofiel wijzigen
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer de optie NVIDIA Control Panel.
2. Selecteer in het venster NVIDIA Control Panel de optie 3D Settings om de selectie uit te breiden (indien nodig) en klik vervolgens op Manage 3D Settings.
3. Selecteer op het tabblad Program Settings de optie Add en blader naar het uitvoerbare
bestand van de toepassing (.exe). Wanneer u de toepassing hebt toegevoegd, kunt u de
instellingen ervan wijzigen.
U kunt de instellingen voor een toepassingen wijzigen door deze toepassing te selecteren in de lijst Select a program to customize:. Vervolgens kunt u de gewenste wijzigingen aanbrengen.
OPMERKING: Klik op Help voor meer informatie over de opties en instellingen van het
conguratiescherm van nVidia.
51
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN

Vrije val-sensor

De vrije val-sensor beschermt de vaste schijf van de computer tegen mogelijke schade door te detecteren wanneer de computer per ongeluk te val komt. Wanneer een vrije val-toestand wordt gedetecteerd, wordt de vaste schijf in een veilige stand geplaatst om deze te beschermen tegen schade aan de lees/schrijf-kop en mogelijk gegevensverlies. Uw vaste schijf keert in de normale stand terug wanneer de vrije val-toestand niet meer wordt gedetecteerd.
52
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
De BIOS congureren
Systeemsetupprogramma
Met de opties van het systeemsetupprogramma kunt u:
De systeemconguratie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd.
• Een door de gebruiker te selecteren optie instellen of wijzigen.
• De geïnstalleerde hoeveelheid geheugen weergeven of het type geïnstalleerde vaste schijf instellen.
Voordat u gebruikmaakt van het systeemsetupprogramma, wordt u aangeraden om de informatie in het scherm van het systeemsetupprogramma te noteren voor later.
WAARSCHUWINGEN: U mag de instellingen van het systeemsetupprogramma alleen wijzigen als u een ervaren computergebruiker bent. Bepaalde wijzigingen kunnen ertoe leiden dat uw computer niet langer naar behoren functioneert.
53
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Het systeemsetupprogramma openen
1. Schakel uw laptop in of start deze opnieuw.
OPMERKING: Als een toets lange tijd wordt ingedrukt, kan dit leiden tot een storing van het
toetsenbord. Om een storing van het toetsenbord te voorkomen, moet u in gelijkmatige intervallen op <F2> drukken totdat het hoofdmenu van het systeemsetupprogramma verschijnt.
2. Wanneer de laptop opstart, moet u net voordat het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven op <F2> drukken om de BIOS Setup Utility te openen.
Als er een fout tijdens de Power On Self Test (POST) optreedt, kunt u de BIOS Setup Utility starten door desgevraagd op <F2> te drukken.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet
u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft Windows ziet. Zet vervolgens uw laptop uit en probeer het opnieuw.
De schermen van het systeemsetupprogramma
In het venster BIOS Setup Utility worden de huidige of wijzigbare conguratiegegevens voor uw laptop weergegeven. De gegevens zijn verdeeld over vijf menu’s: Main (hoofdmenu),
Advanced (geavanceerd), Security (beveiliging), Boot (opstarten) en Exit (afsluiten).
Onder aan het venster van het BIOS-setupprogramma staan functietoetsen en hun werking binnen het actieve veld.
54
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Opties van het systeemsetupprogramma
OPMERKING: Afhankelijk van uw computer en de daarop geïnstalleerde apparaten worden de items in dit gedeelte mogelijk niet of niet op exact dezelfde wijze weergegeven als hier vermeld.
OPMERKING: Zie de onderhoudshandleiding op support.dell.com/manuals voor de bijgewerkte systeeminformatie.
Hoofdmenu
System Time
Geeft de systeemtijd weer.
(hh:mm:ss)
System Date
Geeft de systeemdatum weer.
(mm/dd/yyyy)
Alienware
Service Tag
BIOS Version
EC Version
ME Version
Geeft het modelnummer van uw computer weer. Geeft het servicelabelnummer voor uw computer weer. Geeft de versie van de BIOS weer.
Geeft de versie van de EC-rmware weer.
Geeft de versie van de Intel ME-rmware weer.
55
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Hoofdmenu
Sandy Bridge Version
CPU
CPU Frequency
CPU L3 Cache
CPUID
Integrated Graphics
Discrete Graphics 1
Discrete Graphics 2
Total Memory
Memory Bank 0
Memory Bank 1
SATA Hard Drive
Geeft de versie van Sandy Bridge weer.
Geeft het geïnstalleerde type processor weer. Geeft de snelheid van de processor weer. Geeft de cachegrootte van de processor weer. Geeft het id-nummer van de processor weer.
Geeft het type ingebouwde grasche kaart weer.
Geeft het type primaire discrete grasche kaart weer.
Geeft het type van de secundaire discrete grasche kaart
weer. Geeft de totale beschikbare geheugencapaciteit van uw
computer weer. Geeft aan hoeveel geheugen er is geïnstalleerd in DIMM 0. Geeft aan hoeveel geheugen er is geïnstalleerd in DIMM 1.
Geeft het model van de geïnstalleerd vaste SATA-schijf weer.
56
Advanced Menu (menu Geavanceerd)
Intel SpeedStep
Virtualization
USB Emulation
USB Wake Support
Met deze optie kunt u de Intel SpeedStep-technologie activeren of deactiveren. Als u deze functie deactiveert, kan de prestatie worden verbeterd, maar zal de levensduur van de batterij sterk worden gereduceerd.
Met deze optie kunt u de Intel Virtualization-technologie activeren of deactiveren.
Hiermee kunt u de USB-emulatiefunctie in- en uitschakelen. Deze functie geeft aan hoe de BIOS in de afwezigheid van een USB-bewust besturingssysteem met USB-apparaten omgaat. USB-simulatie is standaard geactiveerd tijdens de POST.
OPMERKING: U kunt niet opstarten van een USB-
apparaat (diskette, vaste schijf of geheugenkaart)
wanneer deze optie uit staat. Biedt u de mogelijkheid om USB-apparaten in te
schakelen om de computer uit de stand-bymodus te wekken of deze functie uit te schakelen.
OPMERKING: Als de functie USB Powershare is geactiveerd, kan een apparaat dat op de USB Powershare­aansluiting is aangesloten de computer niet wekken.
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
57
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Advanced Menu (menu Geavanceerd)
USB Power Share
Integrated Network
58
Met behulp van deze functie kunt u USB-apparaten opladen terwijl de computer is uitgeschakeld of zich in de stand-bymodus bevindt.
• AC Only: USB-apparaten worden alleen opgeladen wanneer de computer op de netadapter is aangesloten.
• AC and Battery: USB-apparaten worden zowel opgeladen wanneer de computer op een netadapter is aangesloten als wanneer de computer op batterijstroom werkt.
Disabled (uitgeschakeld): De functie USB PowerShare wordt uitgeschakeld.
Hiermee kunt u de geïntegreerde LAN-controller in- en uitschakelen.
Disabled (uitgeschakeld): Het geïntegreerde LAN staat uit en is niet zichtbaar voor het besturingssysteem.
Enabled (ingeschakeld): Het geïntegreerde LAN staat aan.
Advanced Menu (menu Geavanceerd)
High Denition Audio
SD Card Reader
CPU Turbo Mode
Performance Menu
Extended ICC
Hiermee kunt u de ingebouwde high denition audio-
voorziening inschakelen of uitschakelen.
Disabled (uitgeschakeld): De interne audiovoorziening is uitgeschakeld en niet zichtbaar voor het besturingssysteem.
Enabled (ingeschakeld): De interne audiovoorziening s ingeschakeld.
Hiermee kunt u de ingebouwde SD-kaartlezer inschakelen of uitschakelen.
Hiermee kunt u de turbomodus voor de Intel CPU inschakelen of uitschakelen.
In dit menu kunt u de velden in het submenu
Performance Options congureren (zie voor meer informatie het gedeelte 61).
Hiermee kunt u velden congureren in het submenu Extended ICC (zie voor meer informatie het gedeelte "Het submenu Extended ICC" op pagina63).
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
59
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Advanced Menu (menu Geavanceerd)
SATA Operation
SATA HARD DRIVE 1
SATA HARD DRIVE 2
Adapter Warnings
60
Hiermee kunt u de werkingsmodus congureren van de
controller van de ingebouwde SATA-schijf.
AHCI: SATA is gecongureerd voor de AHCI-modus.
• RAID: STAT is ingesteld op de RAID-modus.
Geeft het model weer van de geïnstalleerde primaire SATA vaste schijf.
Geeft het model weer van de geïnstalleerde secundaire SATA vaste schijf.
Hiermee kunt u aangeven of de computer waarschuwingen moet weergeven wanneer u gebruikmaakt van netadapters die niet door uw computer worden ondersteund.
Disabled (uitgeschakeld): De BIOS zal geen niet- ondersteunde netadapters detecteren en zal geen meldingen op het scherm weergeven.
Enabled (ingeschakeld): De BIOS zal niet- ondersteunde netadapters detecteren en een foutmelding op het scherm weergeven.
Advanced Menu (menu Geavanceerd)
Charger Behavior
Primary Display
Submenu Prestatieopties
Overclocking Feature
Processor Overclocking
Override Turbo settings
Long Duration Power Limit
Long Duration Time Window
Hiermee kunt u het opladen van de batterij activeren of deactiveren.
Hiermee kunt u het primaire beeldscherm selecteren.
Hiermee kunt u de functie voor overklokken inschakelen of uitschakelen.
Disabled (uitgeschakeld): De overklokfunctie is uitgeschakeld.
Enabled (ingeschakeld): Geeft aanvullende opties voor het overklokken weer.
Hiermee kunt u de functie voor het overklokken van de processor inschakelen of uitschakelen.
Hiermee kunt u de instellingen van de turbomodus van de CPU laten negeren.
Hiermee kunt u de waarde 1 van de stroomlimiet van de turbomodus instellen op het aantal watt.
Hiermee kunt u de tijdswaarde 1 voor de turbomodus in seconden instellen.
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
61
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Submenu Prestatieopties
Set Short Duration Power Limit
Short Duration Power Limit Options
Memory Overclocking
Memory Override Support
Memory Voltage
Memory Frequency
XMP DIMM Prole
62
Hiermee kunt u de stroomlimiet van korte duur inschakelen of uitschakelen.
Hiermee kunt u de waarde 2 voor de stroomlimiet van de turbomodus instellen in het aantal watt.
Hiermee kunt u de ondersteuning voor de optie voor het negeren van het geheugen inschakelen of uitschakelen.
Disabled (uitgeschakeld): De ondersteuning voor het negeren van het geheugen is uitgeschakeld.
Enabled (ingeschakeld): Geeft aanvullende ondersteuningsopties voor het negeren van het geheugen weer.
Hiermee kunt u de geheugenspanning verhogen. Hiermee kunt u de geheugenfrequentie instellen. Hiermee kunt u verschillende XMP-opties instellen.
Extended ICC Sub-Menu
Use Watchdog Timer for ICC
Turn off unused PCI/PCIe clocks
Lock ICC Registers
Clock_DIV-1S
Clock_DIV-2S
Clock_DIV-3
Clock_DIV-4
Clock_DIV-1NS
Clock_DIV-2NS
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Hiermee kunt u de watchdog-timer inschakelen of uitschakelen.
Hiermee kunt u de PCI-/PCIe-klokken inschakelen of uitschakelen.
Disabled (uitgeschakeld): Alle PCI/PCIe-klokken zijn ingeschakeld.
Enabled (ingeschakeld): Lege PCI-/PCIe-klokken zijn uitgeschakeld.
Hiermee kunt u alleen statische registers of alle registers vergrendelen.
Geeft de klokinstellingen voor de Div-1S-apparatuur weer. Geeft de klokinstellingen voor de Div-2S-apparatuur weer. Geeft de klokinstellingen voor de Div-3-apparatuur weer. Geeft de klokinstellingen voor de Div-4-apparatuur weer. Geeft de klokinstellingen voor de Div-1NS-apparatuur weer. Geeft de klokinstellingen voor de Div-2NS-apparatuur weer.
63
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Menu Wireless
Bluetooth
Wireless Network
DGX
Wireless Switch/ Hotkey
Hiermee kunt u het interne Bluetooth-apparaat in- en uitschakelen.
Disabled (uitgeschakeld): Het interne Bluetooth-apparaat
Enabled (ingeschakeld): Het interne Bluetooth-apparaat
Hiermee kunt u het interne draadloze apparaat activeren of deactiveren.
Disabled (uitgeschakeld): De interne draadloze
Enabled (ingeschakeld): Het interne draadloze apparaat is
Hiermee kunt u de interne DGX-voorziening inschakelen of uitschakelen.
Hiermee kunt u alle interne draadloze apparatuur uitschakelen.
64
staat uit en is niet zichtbaar voor het besturingssysteem.
staat aan.
functie is uitgeschakeld en niet zichtbaar voor het besturingssysteem.
ingeschakeld.
Menu Security
Supervisor Password
User Password
Set Service Tag
Set Supervisor Password
Set User Password
Computrace
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Geeft weer of het supervisorwachtwoord is ingeschakeld of niet.
Geeft weer of het gebruikerswachtwoord is ingeschakeld of niet.
Geeft het servicelabelnummer van de computer weer indien het servicelabel aanwezig is.
Geeft een veld weer waarin het servicelabelnummer kan worden ingevoerd indien het servicelabelnummer niet aanwezig is.
Hiermee kunt u het supervisorwachtwoord instellen. Het supervisorwachtwoord is van toepassing op de toepassing tot het systeemsetupprogramma.
Hiermee kunt u het gebruikerswachtwoord instellen. De bedieningsopties voor het gebruikerswachtwoord zijn van toepassing op de toegang tot de computer tijdens het opstarten.
Hiermee kunt u de beveiligingsfunctie Computrace inschakelen of uitschakelen.
65
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Boot Menu (Menu Opstarten)
Gebruik de pijl omhoog- of pijl omlaag-toets om de volgorde van opstartbronnen te wijzigen. U kunt kiezen uit:
Hard Drive
USB Storage
CD/DVD/BD
Removal Devices
Network
66
Exit Menu (menu Afsluiten)
Exit Saving Changes
Save Change Without Exit
Exit Discarding Changes
Load Optimal Defaults
Discard Changes
(wijzigingen annuleren)
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Hiermee sluit u Systeem-setup af en slaat u uw wijzigingen op in het CMOS.
Als u deze optie gebruikt, blijft u in het systeemsetupprogramma en worden uw wijzigingen in het CMOS opgeslagen.
Met deze optie verlaat u het systeemsetupprogramma en worden voor alle items in het systeemsetupprogramma alle vorige waarden uit het CMOS geladen.
Hiermee kunt u de standaardwaarden voor alle setuponderdelen laden.
Hiermee laadt u de vorige waarden voor alle setuponderdelen terug vanuit het CMOS.
67
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
68
CHAPTER 4: INSTALLING AND REPLACING COMPONENTS

HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN

HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
In dit hoofdstuk vindt u richtlijnen en instructies voor het vergroten van de verwerkingskracht en opslagruimte door het opwaarderen van apparatuur. U kunt onderdelen voor uw laptop aanschaffen via www.dell.com of www.alienware.com.
OPMERKING: Zie de onderhoudshandleiding op support.dell.com/manuals voor installatie-instructies voor alle door de gebruiker te onderhouden onderdelen.
Onderdelen die u aanschaft bij Dell en Alienware worden geleverd met specieke
installatieaanwijzingen.

Voordat u begint

In dit gedeelte vindt u procedures voor het verwijderen en installeren van onderdelen in uw laptop. Tenzij anders vermeld gaat elke procedure ervan uit dat er sprake is van de volgende omstandigheden:
• U hebt de stappen uitgevoerd die zijn beschreven in het gedeelte "De computer uitzetten" en "Voordat u binnen de computer gaat werken".
• U hebt de veiligheidsinformatie gelezen die bij uw laptop werd geleverd.
• U kunt een onderdeel vervangen of, indien los aangekocht, installeren door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Voor de stappen in dit hoofdstuk kunt u het volgende gereedschap nodig hebben:
• Kleine schroevendraaier met platte kop
• Kruiskopschroevendraaier
70
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
De computer uitzetten
WAARSCHUWING: U moet alle open bestanden opslaan en sluiten en alle actieve programma’s afsluiten voordat u uw laptop uitschakelt om gegevensverlies te voorkomen.
1. Sla alle geopende bestanden op, sluit ze en sluit alle geopende programma’s af.
2. Klik op Start Afsluiten.
De laptop wordt uitgeschakeld nadat het besturingssysteem is uitgeschakeld.
3. Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten uit staan. Als de computer en de daarop aangesloten apparaten niet automatisch werden uitgeschakeld toen u het besturingssysteem afsloot, moet u de aan/uit-knop ten minste 8 tot
10minuten ingedrukt houden totdat de computer wordt uitgeschakeld.
71
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
Voordat u binnen de laptop gaat werken
Neem de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht om de computer te beschermen tegen mogelijke schade en om uw persoonlijke veiligheid te garanderen.
GEVAAR: Voordat u werkzaamheden binnen uw laptop uitvoert, moet u de veiligheidsinformatie raadplegen die bij uw laptop werd geleverd. Raadpleeg voor meer veiligheidstips de startpagina voor naleving van de wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met onderdelen en kaarten om. Raak de onderdelen en de contacten op kaarten niet aan. Houd een kaart vast bij de rand. Houd onderdelen zoals een processor vast bij de zijkant en niet bij de pinnetjes
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door
Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door u te aarden met behulp van een aardingspolsband of door zo nu en dan een ongeverfd metalen oppervlak aan de achterzijde van de computer aan te raken.
72
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
WAARSCHUWING: Maak een kabel los door aan de stekker of aan het treklipje te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van aansluitingen met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Als u de aansluitingen van elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van de stekkerpinnen wordt verbogen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt controleren of beide aansluitingen op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
WAARSCHUWINGEN: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de
computerkap bekrast raakt.
2. Schakel uw computer uit (zie voor meer informatie hierover het gedeelte "De computer uitzetten" op pagina71).
WAARSCHUWING: Om een netwerkkabel te verwijderen, moet u eerst de stekker van de kabel uit uw computer verwijderen en vervolgens de stekker aan het andere uiteinde van de kabel uit het netwerkapparaat verwijderen.
3. Verwijder alle stekkers van telefoon- en netwerkkabels uit de laptop.
4. Druk op alle geïnstalleerde kaarten binnen de mediakaartlezer om ze uit te werpen.
5. Haal alle stekkers van de computer en daaraan gekoppelde apparaten uit het
stopcontact.
73
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de batterij uit het batterijcompartiment te verwijderen voordat u onderhoudswerkzaamheden op de laptop pleegt.
6. Verwijder de batterij uit het batterijcompartiment (zie voor meer informatie het gedeelte
"De batterij vervangen" op pagina 74).
7. Druk op de aan/uit-knop om het moederbord te aarden.

De batterij vervangen

Deze batterij kan gemakkelijk worden verwijderd en teruggeplaatst. Zorg ervoor dat de laptop op juiste wijze is uitgeschakeld voordat u de batterij vervangt.
WAARSCHUWING: Om schade aan de laptop te voorkomen mag u alleen de batterij
gebruiken die speciek voor deze Alienware-laptop is ontworpen. Gebruik geen
batterijen die voor andere Alienware- of Dell-laptops zijn bestemd.
U verwijdert de batterij als volgt:
1. Volg de aanwijzingen in het gedeelte "Voordat u begint" op pagina 70.
2. Schakel de laptop uit.
3. Draai de laptop om.
4. Schuif de batterijgrendel in de ontgrendelde stand, zoals hieronder afgebeeld. De batterij zal omhoog springen.
5. Verwijder de batterij.
74
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
3
2
1
1 batterijcompartiment 3 batterij
2 batterijvergrendeling
Vervang de batterij door de stappen van de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
75
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN

Het geheugen opwaarderen of vervangen

Uw laptop is uitgerust met een congureerbare geheugeneenheid. De branchestandaard JEDEC PC3-10600 (DDR3) SODIMM geheugenmoduleaansluitingen zijn beschikbaar voor het
opwaarderen van het geheugen.
OPMERKING: Als u een dual core-processor bij uw computer hebt besteld, biedt deze alleen ondersteuning voor DIMM 1 en DIMM 2 geheugenmoduleaansluitingen.
OPMERKING: De onderstaande tabel toont een van de manieren waarop u het
systeemgeheugen kunt congureren. U kunt het systeemgeheugen eveneens congureren door geheugenmodules te installeren in de DIMM 3- en DIMM
4-aansluiting.
76
Geheugen­aansluiting
DIMM 1
2 GB 2 GB 4 GB 2 GB 4 GB 6 GB 4 GB 4 GB 8 GB 8 GB 8 GB 16 GB 8 GB 8 GB 8 GB 8 GB 32 GB
Geheugen-
aansluiting
DIMM 2
Geheugen-
aansluiting
DIMM 3
Geheugen­aansluiting
DIMM 4
Totaal
geheugen
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
De geheugenmodule(s) verwijderen
OPMERKING: Uw computer biedt ondersteuning voor maximaal vier geheugenmoduleaansluitingen. U kunt toegang tot aansluitingen DIMM 1 en DIMM 2 krijgen door het klepje van het compartiment aan de onderzijde van uw computer te verwijderen. Raadpleeg voor informatie over het opwaarderen van geheugenmodules in aansluitingen DIMM 3 en DIMM 4 de Onderhoudshandleiding op support.dell.com.
1. Volg de aanwijzingen in het gedeelte "Voordat u begint" op pagina 70.
2. Verwijder de batterij (zie het gedeelte "De batterij vervangen" op pagina 74).
3. Verwijder de twee schroeven waarmee het klepje van het compartiment aan de
computerbasis is bevestigd.
4. Schuif het klepje van het compartiment weg van de computer en til het omhoog.
77
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
2
1
1 schroeven (2) 2 behuizingsklep
5. Druk de veersluitingen van de geheugenmoduleaansluiting voorzichtig uit elkaar totdat
de geheugenmodule omhoog spring.
6. Verwijder de geheugenmodule.
78
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
5
4
3
1
2
1 geheugenmodule 4 inkeping
2 beveiligingsklemmen (2) 5 geheugenmoduleaansluiting
3 lipje
Om de geheugenmodules te vervangen, voert u de stappen voor verwijderen uit in omgekeerde volgorde. Tijdens het aanbrengen van de geheugenmodule moet u de inkeping op de geheugenmodule uitlijnen met het lipje op de geheugenmoduleaansluiting.
OPMERKING: Als u geheugenmodules op twee aansluitingen moet aansluiten, moet u een geheugenmodule aansluiten op de onderste aansluiting alvorens u een geheugenmodule op de bovenste aansluiting aansluit.
OPMERKING: Als de geheugenmodule niet op juiste wijze is geïnstalleerd, start de computer mogelijk niet meer op.
79
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN

De vaste schijf/schijven opwaarderen of vervangen

Uw laptop is uitgerust met twee aansluitingen voor vaste schijven.
De vaste schijf/schijven verwijderen
1. Volg de aanwijzingen in het gedeelte "Voordat u begint" op pagina 70.
2. Verwijder de batterij (zie het gedeelte "De batterij vervangen" op pagina 74).
3. Verwijder de twee schroeven waarmee het klepje van het compartiment aan de
computerbasis is bevestigd.
4. Schuif het klepje van het compartiment weg van de computer en til het omhoog.
80
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
2
1
1 schroeven (2) 2 behuizingsklep
5. Verwijder de drie borgschroeven op de primaire vaste schijf (HDD0).
6. Gebruik het treklipje om de primaire vaste schijf omhoog te tillen en uit de aansluiting op
het moederbord te verwijderen.
7. Til de primaire vaste schijf uit de computerbasis omhoog.
81
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
3
2
1
1 treklipje 3 borgschroeven (3)
2 primaire vaste schijf
8. Verwijder de drie borgschroeven uit de tweede vaste schijf (HDD1).
9. Gebruik het treklipje om de tweede vaste schijf (HDD1) omhoog te tillen en uit de
aansluiting op het moederbord te verwijderen.
10. Til de tweede vaste schijf uit de computerbasis omhoog.
82
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
3
2
1
1 treklipje 3 borgschroeven (3)
2 tweede vaste schijf
83
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
11. Verwijder de vier schroeven waarmee de vaste schijf aan de schijfbeugel is bevestigd.
12. Til de vaste schijf uit de schijfbeugel omhoog.
1
2
3
1 vaste schijf 3 schroeven (4)
2 schijfbeugel
84
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
13. Verwijder het tussenzetstuk van de vaste schijf.
1
2
1 vaste schijf 2 tussenzetstuk
Voer de verwijderingsprocedure in de omgekeerde volgorde uit om de vaste schijf terug te plaatsen.
85
HOOFDSTUK 4: ONDERDELEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
86
CHAPTER 5: TROUBLESHOOTING

HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN

HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN

Basishints en tips

• De computer gaat niet aan: Is de kabel van uw netadapter op juiste wijze op een werkend stopcontact aangesloten? Indien aangesloten op een stekkerblok, werkt het stekkerblok goed?
• Aansluitingen: Controleer alle kabels op loszittende stekkers.
• Energiebeheer: Controleer of uw laptop zich niet in de stand-bymodus of slaapstand bevindt door de aan/uit-knop gedurende minder dan 4 seconden in te drukken. De aan/ uit-lamp verkleurt van blauw naar zwart in de stand-bymodus. In de slaapstand staat deze lamp uit.
• Helderheid: Controleer de helderheid van het beeldscherm en stel deze bij met behulp van de toetsencombinatie <Fn><F4> of <Fn><F5>.
• Weergavekeuze: Druk op de toetsencombinatie <Fn><F6> om te controleren dat de laptop zich niet in de beeldschermmodus "Alleen extern" bevindt.
• Gebruik alleen de netadapter die met uw laptop is meegeleverd.
88
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN

Back-ups en algemeen onderhoud

• Maak regelmatig een back-up van uw belangrijke gegevens en bewaar kopieën van uw besturingssysteem en software op een veilige plek. Vergeet niet om de serienummers te noteren als u cd’s buiten hun oorspronkelijke hoezen bewaart, zoals in een cd-opbergmap.
• Gebruik onderhoudsprogramma’s zo vaak mogelijk. U kunt de programma’s zo instellen dat ze draaien op momenten dat u uw computer niet gebruikt. U kunt de programma’s gebruiken die bij uw besturingssysteem horen, of u kunt hiervoor krachtiger speciale programma’s aanschaffen.
Schrijf wachtwoorden op en bewaar ze op een veilige plek (niet in de buurt van uw
computer). Dit is vooral belangrijk als u het BIOS en besturingssysteem van uw computer
met een wachtwoord wilt beveiligen.
• Documenteer belangrijke instellingen zoals die van netwerk, inbelverbinding, e-mail en internet.
89
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Wanneer u problemen op uw computer op probeert te lossen, volg dan altijd de volgende veiligheidsrichtlijnen:
• Raak, voordat u interne onderdelen van uw computer aanraakt, een ongeverfd deel van de behuizing aan. Hierdoor voert u statische elektriciteit af die uw computer zou kunnen beschadigen.
• Zet uw computer en aangesloten randapparatuur uit.
• Maak randapparatuur los van uw computer.
Controleer het volgende:
• Controleer of de kabel van de netadapter op juiste wijze is aangesloten tussen uw computer en een werkend en geaard stopcontact. Controleer of het stopcontact werkt.
Controleer of de UPS of de stekkerdoos is ingeschakeld (indien van toepassing).
Controleer of alle stekkers goed zijn aangesloten indien de randapparatuur (zoals het
toetsenbord, de muis, printer etc.) niet naar behoren werkt.
• Als er voorafgaand aan het probleem computeronderdelen werden toegevoegd of verwijderd, moet u controleren of u de installatie- of verwijderingsprocedures naar behoren hebt uitgevoerd.
• Als er een foutmelding op het scherm verschijnt, noteert u deze exact voordat u de technische ondersteuning van Alienware belt voor hulp bij diagnose en oplossen van uw probleem.
Als er een fout optreedt binnen een speciek programma, moet u de documentatie voor het programma raadplegen.
90
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN

Softwarediagnosehulpmiddelen

Pre-Boot System Assessment (PSA)/Enhanced Pre-Boot System Assessment (ePSA)
OPMERKING: Mogelijk is de Pre-boot System Assessment (PSA) of Enhanced Pre-boot System Assessment (ePSA) vooraf op uw computer geïnstalleerd.
De computer voert de PSA/ePSA uit. Dit is een reeks van opstarttests van het moederbord, het toetsenbord, het beeldscherm, het geheugen, de vaste schijf etc.
U start de PSA/ePSA als volgt:
1. Start of herstart de computer.
2. Druk zodra het Alienware-logo verschijnt op <F12>.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet
u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft Windows ziet. Zet vervolgens de computer uit en probeer het opnieuw.
3. Selecteer Diagnostics in het menu en druk op <Enter>.
91
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Beantwoord tijdens de analyse eventuele vragen die worden gesteld.
• Als een fout wordt gedetecteerd, stopt de computer en klinkt een geluidssignaal. U stopt de analyse en start de computer opnieuw door op <n> te drukken; u gaat verder met de volgende test door op <y> te drukken; druk op <r> om het onderdeel waar een fout optrad opnieuw te testen.
Als er tijdens de PSA/ePSA storingen worden gedetecteerd, moet u de foutcode(s)
noteren en contact opnemen met Alienware (zie voor meer informatie het gedeelte
"CONTACT MET ALIENWARE OPNEMEN" op pagina 127).
Als de PSA/ePSA zonder problemen is voltooid, verschijnt het bericht "Do you want to run
the remaining memory tests? This will take about 30 minutes or more. Do you want to continue? (Recommended). (Wilt u de resterende geheugentests
uitvoeren? Dit neemt 30minuten of langer in beslag. Wilt u verdergaan?)."
In geval van problemen met het computergeheugen drukt u op <y>. Zo niet, dan drukt u op <n>. Er zal een bericht worden weergegeven dat de PSA/ePSA is voltooid.
Druk op <o> om uw computer opnieuw te starten.
92
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN

Oplossingen voor veel voorkomende problemen

Systeem
De computer komt de POST niet door
De Power On Self Test (POST) controleert of de computer voldoet aan alle systeemvereisten
en dat alle hardware naar behoren werkt voordat het systeem verder gaat met de rest van het opstartproces. Als de POST slaagt, zal de computer normaal verder opstarten. Als de POST echter mislukt, piept de computer een keer ten teken van een algemene fout en er verschijnt een foutmelding. Neem voor hulp contact op met de technische ondersteuning van Alienware (zie het gedeelte "Contact opnemen met Alienware" op pagina 127).
93
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
De computer reageert niet meer, of er verschijnt een diepblauw scherm
WAARSCHUWING: Als u het besturingssysteem niet normaal kunt afsluiten, bestaat de kans dat u gegevens kwijtraakt.
Als de computer niet reageert op het indrukken van een toets op uw toetsenbord of het bewegen van uw muis, moet u de aan/uit-knop gedurende minimaal 6 seconden ingedrukt houden totdat de computer wordt uitgeschakeld en de computer vervolgens opnieuw opstarten.
OPMERKING: Het programma chkdsk wordt mogelijk uitgevoerd wanneer u de computer opnieuw start. Volg de instructies op het scherm.
Een programma reageert niet meer of loopt herhaaldelijk vast
Beëindig het programma:
1. Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Shift><Esc>.
2. Klik op het tabblad Toepassingen en selecteer het programma dat niet meer reageert.
3. Klik op Taak beëindigen.
Controleer de softwaredocumentatie.
Maak indien nodig de installatie van het programma ongedaan en installeer het opnieuw.
94
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Een programma is ontwikkeld voor een eerdere versie van Microsoft Windows
Voer de Wizard Programmacompatibiliteit uit:
Met de Wizard Programmacompatibiliteit kunt u programma’s zo congureren dat deze in een omgeving draaien die vergelijkbaar is met eerdere versies van Microsoft Windows.
1. Klik op Start Conguratiescherm Programma’sProgramma’s en functies Een ouder programma met deze versie van Windows gebruiken.
2. Klik in het welkomstscherm op Volgende.
3. Volg de instructies op het scherm.
95
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Andere softwareproblemen
Maak direct een back-up van uw bestanden
Gebruik een antivirusprogramma om de vaste schijf of cd’s te controleren
Bewaar en sluit alle open bestanden of programma’s en sluit de computer af via het menu Start.
Scan de computer op spyware:
Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of als er problemen zijn met het opzetten van een internetverbinding, is uw computer mogelijk geïnfecteerd
met spyware. Gebruik een virusscanner met bescherming tegen spyware (mogelijk is voor uw programma een upgrade nodig) om de computer te scannen en eventuele spyware te
verwijderen.
Voer de diagnostische PSA-/ePSA-tests uit:
Als alle tests met succes zijn afgewerkt, is de foutmelding het gevolg van een softwareprobleem.
96
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Raadpleeg de documentatie voor de software of neem contact op met de softwarefabrikant voor informatie over probleemoplossing:
• Ga na of het programma compatibel is met het besturingssysteem dat op de computer is geïnstalleerd.
• Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor de software. Zie de softwarehandleiding voor informatie.
Controleer of het programma op juiste wijze is geïnstalleerd en gecongureerd.
Controleer of de stuurprogramma’s voor het apparaat geen conict hebben met het programma.
• Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeert u het opnieuw.
97
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen met vaste schijven
Laat de computer afkoelen voordat u deze aanzet.
Een verhitte vaste schijf kan ervoor zorgen dat het besturingssysteem niet opstart. Probeer de computer naar kamertemperatuur terug te laten keren voordat u deze aanzet.
Voer Check Disk uit
1. Klik op Start Computer.
2. Klik met de rechtermuisknop op Lokale schijf C:.
3. Klik op EigenschappenExtraNu controleren. Als het venster Gebruikersaccount wordt weergegeven, klikt u op Doorgaan.
4. Volg de instructies op het scherm.
98
Loading...