Verveelvoudiging in welke vorm dan ook zonder de schriftelijke toestemming van
Dell Inc. is strikt verboden.
Gebruikte merken in deze handleiding: Alienware, AlienRespawn, AlienFX
en het AlienHead-logo zijn merken of geregistreerde merken van Alienware
Corporation. Dell, het DELL-logo en ExpressCharge zijn merken van Dell Inc.;
Microsoft, Windows, Windows Vista en het Windows Vista-startknoplogo zijn
merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en andere landen. Intel is een geregistreerd merk en Core is een merk
van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Blu-ray Disc is
een merk van de Blu-ray Disc Association. Bluetooth is een geregistreerd merk
van Bluetooth SIG, Inc. Computrace en Absolute zijn geregistreerde merken van
Absolute Software Corporation.
Overige handelsmerken en handelsnamen die in deze handleiding gebruikt
worden, kunnen verwijzen naar ofwel de entiteiten die aanspraak maken op deze
merken en namen of hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig
eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar
eigen merken en handelsnamen.
Model: P08G Type: P08G001 P/N: 6KNK6 Rev. A00 Augustus 2009
Geachte klant van Alienware,
Welkom bij de Alienware-familie. Het doet ons een groot genoegen om u tot de
steeds grotere groep van gebruikers van computers met een hoge prestatie te
kunnen rekenen.
De technici van Alienware die uw computer hebben samengesteld, hebben ervoor
gezorgd dat uw hoogwaardige computer op juiste wijze is geoptimaliseerd en
naar volledigheid presteert. We bouwen computers met één duidelijk doel voor
ogen: bouwen alsof het je eigen computer is. Onze technici zullen niet rusten
totdat uw nieuwe computer volledig aan onze uiterst strikte criteria voldoen of
deze zelfs overtreen!
We hebben uw computer uitgebreid getest om te garanderen dat u op de hoogste
prestatieniveaus kunt rekenen. Naast een standaard burn-in-periode is uw
computer geëvalueerd op basis van praktische methoden zoals synthetische
prestatiebenchmarks.
We nodigen u graag uit om uw ervaring met uw nieuwe, hoogwaardige computer
met ons te delen. Schroomt u daarom niet om met Alienware te bellen of ons een
e-mail te sturen voor eventuele vragen of problemen. Al onze medewerkers delen
uw enthousiasme voor nieuwe technologie, en we hopen dat u niet zoveel van
uw nieuwe computer geniet als Alienware ervan heeft genoten om deze voor u
te bouwen.
Met vriendelijke groet,
De medewerkers van Alienware
INLEIDING
5
6
INLEIDING
CHAPTER 1: SETTING UP YOUR LAPTOP
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN
7
Voordat u uw laptop instelt
Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van uw Alienware® M15x!
Lees alle veiligheids- en installatieinstructies alvorens u uw nieuwe laptop. Begin
met de doos voorzichtig te openen en alle geleverde componenten eruit te halen.
Voordat u uw laptop of onderdelen instelt, moet u alle items inspecteren op
mogelijke fysieke schade die tijdens het transport is opgetreden. Meld eventuele
beschadigingen onmiddellijk bij de klantenservice. U moet transportschade
binnen vijf dagen na ontvangst melden, anders wordt uw schademelding niet
gehonoreerd.
Productdocumentatie en media
De documentatie die bij uw Alienware®-laptop wordt geleverd heeft ten doel om
antwoorden te bieden op veel van de vragen die bij u zullen opkomen terwijl u
de functies van uw laptop verkent. Raadpleeg waar nodig de documentatie voor
technische informatie of algemeen gebruik om in de toekomst antwoorden te
beantwoorden of om antwoorden en oplossingen te vinden. De schijven die bij
uw laptop worden meegeleverd, worden beschreven in een aantal gedeeltes van
de documentatie, en zijn mogelijk nodig om bepaalde taken te voltooien. Zoals
altijd staan de medewerkers van uw technische documentatie.
Voordat u uw laptop of onderdelen daarvan instelt, moet u de bijgesloten factuur
raadplegen en nagaan of alle bestelde items aanwezig zijn. Meld eventuele
missende componenten binnen 5 dagen na ontvangst bij de klantenservice. Meld
missende onderdelen binnen vijf dagen na ontvangst, anders wordt uw melding
niet gehonoreerd. Veel voorkomende onderdelen om te controleren zijn:
Laptop en netadapter met stroomkabel•
Microsoft cd-sleutel aan de onderzijde van de laptop•
Monitor met stroomkabel en grasche kabel (indien besteld)•
Toetsenbord (indien besteld)•
Muis (indien besteld)•
Multimedia-luidsprekers en lagetonenluidspreker (indien besteld)•
Joystick (indien besteld)•
Mogelijk hebt u een kleine schroevendraaier met een platte kop en/of een
kruiskopschroevendraaier nodig om de kabels van de randapparatuur op de
laptop aan te sluiten.
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN
8
Uw laptop opstellen
GEVAAR: Stel de laptop niet op of in de buurt van een radiator of een
verwarming op. Als u uw laptop in een kast opstelt, moet u ervoor zorgen
dat er voldoende ventilatie wordt geboden. Stel de laptop niet in een
vochtige locatie op of in een gebied waar de laptop kan worden
blootgesteld aan regen of water. Zorg ervoor dat er geen vloeistoen op
of in de laptop terecht komen.
Wanneer u uw laptop opgestelt, moet u ervoor zorgen dat:
Hij op een horizontaal, stabiel oppervlak staat; •
De stekker van de stroomkabel en alle andere kabels niet tussen de laptop •
en de muur of een of ander object vast komen te zitten.
Niets de luchtstroom voor, achter of onder de laptop beperkt.•
De laptop voldoende ruimte heeft, zodat u makkelijk toegang tot optische •
stations en ander externe opslagstations hebt.
Druk op de aan/uit-knopDe netadapter aansluiten
GEVAAR: De netadapter werkt op elektrische stopcontacten overal ter
wereld. Stroomaansluitingen en stekkerdozen variëren echter per land.
Het gebruik van een incompatibele kabel of een onjuiste aansluiting
van de kabel op een stekkerdoos of stopcontact kan resulteren in brand
of schade aan de computer.
OPMERKING: De netadapter met een capaciteit van 150 W moet voor een
maximale spelprestatie op de laptop worden aangesloten.
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN
9
De netwerkkabel aansluiten (optioneel)
Microsoft Windows installeren
WAARSCHUWINGEN: Onderbreek het installatieproces van het
besturingssysteem niet. Als u dit wel doet, is het mogelijk dat uw
computer vervolgens niet meer naar behoren werkt.
Uw computer is vooraf gecongureerd met het besturingssysteem dat u aanvroeg
toen u de computer bestelde. Volg de instructies op het scherm om de overige
instellingen te congureren.
Een internetverbinding maken (optioneel)
Een draadloze verbinding instellen
Als u een inbelverbinding gebruikt, moet u voordat u de internetverbinding •
instelt een telefoonlijn op de modemaansluiting op de laptop en op de
wandaansluiting van de telefoon aansluiten.
Als u een ADSL- of kabel-/satellietverbinding gebruikt, moet u contact •
opnemen met uw internetprovider of mobiele provider voor instructies over
het instellen van de computer.
Om de instelling van de vaste internetverbinding te voltooien moet u de instructies
in het gedeelte “Uw internetverbinding instellen” op pagina 11 volgen.
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN
10
Een draadloze verbinding instellen
OPMERKING: Zie de documentatie die bij de router is meegeleverd voor
informatie over het instellen van de draadloze router.
Voordat u uw draadloze internetverbinding kunt gebruiken moet u de draadloze
router op de computer aansluiten.
U kunt als volgt een verbinding met een draadloze router instellen:
Windows Vista
®
Zorg ervoor dat de draadloze functionaliteit op uw computer is geactiveerd.1.
Sla alle geopende bestanden op en sluit deze. Sluit alle programma’s.2.
Klik op 3. Start→ Verbinding maken met.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.4.
Windows® 7
Zorg ervoor dat de draadloze functionaliteit op uw computer is geactiveerd.1.
Sla alle geopende bestanden op en sluit deze. Sluit alle programma’s.2.
Click 3. Start→ Conguratiescherm→Netwerkcentrum→ Verbinding met
een netwerk maken.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.4.
Een internetverbinding instellen
Internetproviders en hun aanbod kunnen per land verschillen. Neem contact met
uw internetprovider op voor het in uw land beschikbare aanbod.
Als u geen internetverbinding kunt maken terwijl dit in het verleden geen probleem
was, is het mogelijk dat er een storing bij de internetprovider is opgetreden. Neem
contact op met uw internetprovider om de verbindingsstatus te controleren of
probeer later opnieuw verbinding te maken.
Zorg dat u de gegevens van de internetprovider bij de hand hebt. Als u geen internetprovider hebt, kunt u er een vinden met behulp van de wizard.
Windows Vista
®
OPMERKING: De volgende instructies zijn van toepassing op de standaard
Windows-weergave, en zijn mogelijk niet van toepassing als u uw computer
op de klassieke Windows-weergave hebt ingesteld.
Sla alle open bestanden op en sluit deze en sluit alle open programma’s.1.
Klik op 2. Start
→ Conguratiescherm.
Klik op 3. Netwerk en internet→Netwerkcentrum→ Verbinding of netwerk instellen→Verbinding met het Internet maken.
Het venster Verbinding met het Internet maken verschijnt.
OPMERKING: Als u niet weet welk type verbinding u moet selecteren, klik u
op Help me kiezen of neemt u contact op met uw internetprovider.
Volg de instructies op het scherm en gebruik de installatieinformatie die door uw
internetprovider werd geleverd om de installatie te voltooien.
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN
11
Windows® 7
Klik op 1. Start
→ Conguratiescherm.
Selecteer 2. Netwerk en internet→Netwerkcentrum→ Verbinding of netwerk instellen→Verbinding met het Internet maken.
Het venster Verbinding met het Internet maken verschijnt.
OPMERKING: Als u niet weet welk type verbinding u moet selecteren, klik u
op Help me kiezen of neemt u contact op met uw internetprovider.
Volg de instructies op het scherm en gebruik de installatieinformatie die door uw
internetprovider werd geleverd om de installatie te voltooien.
HOOFDSTUK 1: UW LAPTOP INSTELLEN
12
CHAPTER 2: GETTING TO KNOW YOUR LAPTOP
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP
VERTROUWD RAKEN
In dit hoofdstuk vindt u informatie over uw nieuwe laptop, zodat u zich vertrouwd
kunt maken met de verschillende functies ervan en er snel mee aan de slag kunt
gaan.
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
13
Functies aan de voorzijde
231
1Linker luidspreker — Wordt met de rechter luidspreker gecombineerd om
stereogeluid van hoogwaardige kwaliteit te verkrijgen.
2Infrarode poort — Hierop kunt u apparaten met infrarode functionaliteit
aansluiten.
3Rechter luidspreker — Wordt met de linker luidspreker gecombineerd om
stereogeluid van hoogwaardige kwaliteit te bieden.
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
14
Functies in linkeraanzicht
21
3
45
6
7
8
2
aansluiten om de computer van stroom te voorzien en de batterij op te
laden.
Aansluiting voor netadapter — Hierop kunt u een netadapter
1
Sleuf voor beveiligingskabel — Hierop kunt u een in de winkel
verkrijgbare antidiefstalvoorziening aansluiten om uw computer af te
grendelen.
OPMERKING: Voordat u een slot koopt, moet u nagaan of deze compatibel
is met de sleuf voor de beveiligingsvoorziening op uw computer.
3
4
5 Aansluiting voor beeldschermpoort — Hiermee kunt u uw computer
6
7
8
VGA-aansluiting — Hierop kunt u beeldapparaten zoals een monitor of
projector aansluiten.
Netwerkaansluiting — Hiermee kunt u uw computer op een netwerk of
breedbandvoorziening aansluiten.
op externe monitors en projectoren met een beeldschermpoort aansluiten.
USB-aansluiting — Hierop kunt u USB-apparaten zoals een muis,
toetsenbord, printer, extern station of een MP3-speler aansluiten.
iEEE 1394a-aansluiting — Hierop kunt u seriële multimedia-
apparaten met hoge snelheid zoals digitale videocamera´s aansluiten.
8-in-1 mediakaartlezer — Biedt een snelle en eenvoudige
manier om digitale foto´s, muziekbestanden, video´s en documenten te
raadplegen en te delen.
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
15
Functies in rechteraanzicht
3
1
2
4
5
3Optisch station — Hiermee kunt u alleen cd’s, dvd’s en Blu-ray Discs
(optioneel) met een standaardformaat afspelen of branden. Zorg ervoor
dat de bedrukte zijde naar boven wijst wanneer u een schijf in het station
plaatst. Zie voor meer informatie het gedeelte “Het optische station
gebruiken“ op pagina 33.
1
2Audioaansluitingen (3) — Hierop kunt u luidsprekers, koptelefoons en
16
Sleuf voor ExpressCard — Biedt ondersteuning voor additioneel
geheugen, vaste en draadloze communicatie, multimedia en
beveiligingsfuncties. De sleuf biedt ondersteuning voor ExpressCards met
een formaat van 54 mm.
OPMERKING: De ExpressCard-sleuf is exclusief voor ExpressCards
ontworpen. De sleuf biedt GEEN ondersteuning voor pc-kaarten.
microfoons aansluiten.
OPMERKING: Zie voor informatie over audioaansluitingen het gedeelte
“Externe luidsprekers aansluiten” op pagina 27.
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
4
5 USB-aansluiting — Hierop kunt u USB-apparaten zoals een muis,
USB/eSATA comboaansluiting met USB PowerShare — Hierop
kunt u eSATA-opslagapparaten (zoals externe vaste schijven of optische
stations) of USB-apparaten (zoals een muis, toetsenbord, printer, externe
schijf of MP3-speler) aansluiten.
De USB Powershare-functie stelt u in staat om de USB-apparaten op te
laden wanneer de computer is uitgeschakeld of zich in de stand-bymodus
bevindt. Als u de computer uitzet terwijl u een USB-apparaat oplaadt,
zal het apparaat niet langer worden opgeladen. Om verder te gaan met
opladen moet u het USB-apparaat verwijderen en vervolgens opnieuw
aansluiten.
OPMERKING: Bepaalde USB-apparaten worden mogelijk niet opgeladen
wanneer de computer is uitgeschakeld of zich in de stand-bymodus
bevindt. In dergelijke gevallen moet u de computer aanzetten om het
apparaat op te laden.
toetsenbord, printer, extern station of MP3-speler aansluiten.
Beeldschermfuncties
1
234
1Linker digital array-microfoon — Wordt gecombineerd met de rechter
digital array-microfoon om geluid van een hoogwaardige kwaliteit voor
videochats en spraakopnames te bieden.
2Camera-activiteitslampje — Geeft aan of de camera is ingeschakeld of
uitgeschakeld.
3Camera — Ingebouwde camera voor het maken van video-opnamen,
videovergaderingen en chatsessies.
4Rechter digital array-microfoon — Wordt met de linker digital array-
microfoon gecombineerd om geluid van hoogwaardige kwaliteit te bieden
voor videochats en spraakopnamen.
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
17
Functies van computerbehuizing en toetsenbord
6
5
4
1
3
2
1Statuslampjes (3) — Geven aan of de Scroll Lock-, Caps Lock- of NumLock-
functies zijn ingeschakeld of uitgeschakeld.
2Toetsenbord — Het toetsenbord met achtergrondverlichting biedt
zichtbaarheid in donkere omgevingen door alle symbolen op de toetsen te
verlichten.
3Touchpad — Biedt de functionaliteit van een muis, zodat gebruikers de
cursor kunnen verplaatsen, geselecteerde items kunnen verslepen en
neerzetten en op items klikken door het oppervlak aan te tippen.
4Touchpad-knoppen (2) — Bieden functies die overeenkomen met de
linker- en rechtermuisknop.
5Aanraakbedieningen (9) — Door de aanraakbedieningen aan te raken kunt
u de daaraan gerelateerde bewerking uitvoeren. Zie voor meer informatie
het gedeelte “Aanraakbedieningen” op pagina 19.
6Aan/uit-knop — Door deze knop in te drukken kunt u de computer aan- of
uitzetten. Zie voor meer informatie het gedeelte “Aan/uit-knop” op pagina
20.
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
18
Statuslampjes
In de linkerbovenhoek van het toetsenbord bevinden zich drie statuslampjes. Zie
voor informatie over de exacte locatie van de lampjes het gedeelte “Functies van
computerbehuizing en toetsenbord” op pagina 18.
Scroll lock-lampje
Als de scroll lock-functie is geactiveerd, zal dit lampje branden.
Aanraakknoppen
De aanraakbedieningen bevinden zich bovenin het toetsenbord. Zie voor de
exacte locatie het gedeelte “Functies van computerbehuizing en toetsenbord” op
pagina 18. U kunt de gewenste aanraakfunctie activeren door deze zachtjes aan
te raken. De knop wordt eventjes verlicht als bevestiging.
De schijf uitwerpenVolume verhogen
Caps Lock-lampje
Als het toetsenbord zich in de Caps Lock-stand bevindt, zal dit
lampje branden.
In deze stand zijn alle letters die u typt hoofdletters.
Number Lock-lampje
Als het toetsenbord in de Num Lock-stand staat, zal dit lampje
branden.
In deze stand kunt u het geïntegreerde numerieke toetsenbord
gebruiken.
Terugspoelen of vorige
track afspelen
Afspelen of pauzerenAlienware Command Center
Snel vooruitspoelen of
volgende track afspelen
Volume verlagen
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
Draadloos netwerk - draadloze
communicatie aan- en uitzetten
(zie voor meer informatie het
gedeelte “De draadloze bediening
gebruiken” op pagina 33)
(zie voor meer informatie het
gedeelte “Alienware Command
Center” op pagina 32)
Zuinige stand - schakel de computer
over op energiezuinige stand
(zie voor meer informatie het
gedeelte “Afgeschermde modus”
op pagina 32)
19
Aan/uit-knop
U kunt deze knop programmeren om bewerkingen uit te voeren zoals het afsluiten
van het besturingssysteem of het activeren van de stand-bymodus. Zie voor meer
informatie over het programmeren van deze knop het gedeelte Energiebeheer in
het Conguratiescherm van Microsoft® Windows®.
De aan/uit-knop bevindt zich in het midden van de scharnierkap. Zie voor de
exacte locatie het gedeelte “Functies van computerbehuizing en toetsenbord” op
pagina 18.
De kleur van de AlienHead-rand geeft de energiestatus aan. De kleur die de
energiestatus aangeeft, kan veranderd worden met de AlienFX®-software.
Op netadapter:
Blauw of aangepaste
netvoedingskleur
Blauw of aangepaste AC-kleur
die in wit overgaat of aangepaste
batterijkleur
Blauwe of aangepaste AC-kleur
die in zwart overgaat
Op batterij:
Amber of aangepaste
batterijkleur
Oranjeof aangepaste
batterijkleur die in zwart
overgaat
Knipperend amber of aangepaste
batterijkleur
Raadpleeg voor meer informatie over de stand-bymodus en slaapstand het
gedeelte Energiebeheer in het Conguratiescherm van Microsoft Windows.
De batterij is volledig geladen.
De computer is in- of
uitgeschakeld en de batterij
wordt opgeladen.
De computer bevindt zich in
stand-bymodus.
De batterij is volledig geladen.
De computer bevindt zich in
stand-bymodus.
De batterij begint leeg te raken.
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
20
Functietoetsen
OPMERKING: Afhankelijk van de conguratie van de door u aangeschafte
laptop zijn er aan sommige van de functietoetsen geen taken
toegewezen.
De toets <Fn> bevindt zich links onderin op het toetsenbord, en wordt in
combinatie met andere toetsen gebruikt om bepaalde functies te activeren. Houd
de toets <Fn> samen met de hieronder beschreven toets ingedrukt:
F1 - Slaapstand
Druk op <Fn><F1> om de stand-bymodus te activeren. In de standbymodus zullen het beeldscherm en de geselecteerde apparaten
worden uitgeschakeld om het energieverbruik te reduceren.
F2 - Batterijstatus controleren en batterij opladen in/
uitschakelen
Druk op <Fn><F2> om te schakelen tussen de
batterijstatusmeter, de functie batterij opladen uit en de functie
batterij opladen aan.
F3 - Geluid uit/aan
Druk op <Fn><F3> om het geluid in of uit te schakelen.
F4 - Helderheid van beeldscherm verhogen
Druk op <Fn><F4> om de helderheid van het beeldscherm te
vergroten.
F5 - Helderheid van beeldscherm verminderen
Druk op <Fn><F5> om de helderheid van het beeldscherm te
verminderen.
F6 - Bureaublad uitbreiden
Druk op <Fn><F6> om te schakelen tussen de verschillende
externe beeldschermopties die gelijktijdig of apart beschikbaar
zijn.
F9 – Camera aan/uitf
Druk op <Fn><F9> om de Camera aan/uit te schakelen.
F10 - Microsoft Mobiliteitscentrum aan/uit
Druk op <Fn><F10> om de toepassing Microsoft
Mobiliteitscentrum te starten of te sluiten.
F11 - AlienFX® aan/uit
Druk op <Fn><F11> om de AlienFX-verlichting aan of uit te zetten.
F12 - Touchpad aan/uit
Druk op <Fn><F12> om de touchpad-functie en de verlichting
rond de touchpad in of uit te schakelen. Wanneer de touchpadfunctie is uitgeschakeld kan de touchpad gedurende drie tot vijf
seconden blijven werken terwijl de computer Windows® opnieuw
opstart of uit de stand-bymodus of slaapstand wordt gewekt.
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
21
Batterijpak
Uw laptop is uitgerust met een krachtige heroplaadbare lithium-ion batterijpak.
De werkduur van de batterij varieert al naar gelang de conguratie en het model
van uw laptop, de geïnstalleerde toepassingen, de beheerinstellingen en de
gebruikte functies. Net als met alle batterijen neemt ook de maximumcapaciteit
van deze batterij af in de loop van de tijd.
De batterijmeterlampjes op de batterijpak geven het oplaadniveau van de batterij
aan. Wanneer u de batterijmeter een keer indrukt, zullen de laadniveaulampjes
gaan branden. Elk van de vijf lampjes vertegenwoordigt ongeveer 20% van de
totale batterijlading. Als er bijvoorbeeld vier lampjes branden, resteert er nog
80% van de batterijlading. Als er geen lampjes branden is de batterij leeg.
Onderhoud van de batterij
Om de maximale capaciteit van het batterijpack op peil te houden, moet u de
laptop zo nu de volledige batterijlading laten verbruiken alvorens u de batterij
opnieuw oplaadt.
Om de batterijlading volledig te laten verbruiken, moet u de stekker van de
netadapter uit de laptop verwijderen en de laptop de resterende batterijstroom
laten verbruiken. Om dit proces te versnellen moet u de vaste schijf zoveel
mogelijk gebruiken en een maximale helderheid van het beeldscherm instellen.
Wanneer de batterijlading volledig is verbruikt, moet u wachten totdat de laptop
(en met name de batterij) is afgekoeld. De temperatuur moet tussen 15 °C en
25 °C liggen. Sluit dan de netadapter weer aan om de batterij op te laden.
Het batterijpak opladen
De batterij binnen uw laptop kan worden opgeladen terwijl de computer is
ingeschakeld of uitgeschakeld. Volg onderstaande stappen om de batterij op te
laden:
Controleer of de batterijpak in de laptop is geïnstalleerd.•
Sluit de netadapter op de laptop en op een stopcontact aan.•
Het aan/uit-lampje geeft de stroom- en batterijstatus aan. Zie voor meer
informatie over het aan/uit-lampje het gedeelte “Aan/uit-knop” op pagina 20.
Wanneer de laptop is uitgeschakeld zal het drie uur duren om een lege lithiumionbatterij volledig op te laden.
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
22
Veel gestelde vragen
Vraag: Het batterijpak voelt een klein beetje warm aan. Is dit normaal?
Antwoord: De batterij genereert warmte tijdens het opladen en leeglopen.
De laptop is uitgerust met een beveiligingscircuit dat bescherming tegen
oververhitting biedt. U hoeft zich geen zorgen te maken.
Vraag: Mijn batterij doet het minder lang dan zou moeten. Waarom?
Antwoord: De batterij is warmtegevoelig en kan alleen maximaal worden
opgeladen als de batterij en de omgevingstemperatuur binnen 15 °C - 25 °C
blijven. Hoe meer de temperatuur van dit bereik afwijkt, hoe minder kans er is
dat de batterij volledig oplaadt. Om het batterijpak volledig op te laden moet u
de batterij de tijd geven om af te koelen door de stekker van de netadapter uit de
laptop te verwijderen. Sluit vervolgens de netadapter aan om de batterij opnieuw
op te laden.
Vraag: Ik heb mijn reservebatterij een aantal dagen lang niet gebruikt. En
hoewel hij helemaal opgeladen was, was er toch minder energie over dan bij
een nieuw opgeladen batterij. Waarom?
Antwoord: batterijen lopen vanzelf leeg (1% per dag bij Li-ion) wanneer ze niet
worden opgeladen. Om ervoor te zorgen dat een batterij volledig is opgeladen
moet u deze voor gebruik herladen. Verwijder de batterij nooit uit de laptop en
sluit de netadapter wanneer mogelijk aan.
Vraag: Ik heb mijn reservebatterij een aantal maanden lang niet gebruikt. Nu
wil hij niet goed opladen.
Energiebeheer
Over energiegebruik
Om de batterijstroom zo volledig mogelijk te gebruiken is het aan te bevelen om een
basisbegrip op te doen van het energiebeheerconcept van het besturingssysteem
dat op uw laptop is geïnstalleerd.
U kunt de stroomopties van het besturingssysteem gebruiken om de
stroominstellingen van uw computer te congureren. Het op uw laptop
geïnstalleerde besturingssysteem Microsoft
standaardopties:
Gebalanceerd — Deze energiebeheeroptie biedt een volledige prestatie •
wanneer u deze nodig hebt, en bespaart stroom tijdens perioden van
inactiviteit.
energiebesparing — Deze energiebeheeroptie bespaart stroom op uw •
computer door de systeemprestatie te reduceren om de levensduur van
de computer te maximaliseren en de hoeveelheid stroom te reduceren die
tijdens de levensduur van de computer wordt verbruikt.
®
Windows® biedt hiervoor drie
Antwoord: Als u de batterij gedurende een lange periode zichzelf op laat maken,
bijvoorbeeld meer dan drie maanden, kan het spanningsniveau van de batterij
te laag worden. De batterij moet vervolgens vooraf worden opgeladen (om de
batterijlading op een voldoende hoog niveau te krijgen) voordat deze automatisch
(alleen voor lithium-ionbatterijen) zijn normale snelle oplaadproces hervat.
Voorladen kan 30 minuten duren. Snelladen neemt meestal 2 - 3 uur in beslag.
Hoge prestaties — Deze energiebeheeroptie biedt het hoogste niveau •
systeemprestatie op uw computer door de processorsnelheid aan te passen
aan uw werkzaamheden en door de computerprestatie te maximaliseren.
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
23
U kunt de energiebeheerinstellingen als volgt
aanpassen:
Windows Vista
Klik op 1. Start→ Conguratiescherm.
Klik op 2. Klassieke weergave in het taakdeelvenster.
Dubbelklik op het pictogram 3. Energiebeheer.
Selecteer een van de weergegeven energiebeheerschema`s. Wilt u 4.
specieke instellingen aanpassen, klik dan op De schema-instellingen
wijzigen onder het geselecteerde energieschema.
®
Het energieverbruik verminderen
Hoewel uw laptop (samen met het besturingssysteem) in staat is om stroom te
besparen, kunt u maatregelen treen om het energieverbruik te reduceren:
Gebruik zoveel mogelijk de netvoeding.•
Reduceer de intensiteit van de achtergrondverlichting van het beeldscherm. •
Een zeer helder scherm betekent een hoog energieverbruik.
Schakel over op de afgeschermde modus om additionele •
energiebesparingen te activeren. Om de afgeschermde in of uit te
schakelen kan het afhankelijk van de conguratie van uw laptop en het
besturingssysteem nodig zijn om de laptop opnieuw te starten.
Windows® 7
Klik op 1. Start→ Conguratiescherm.
Selecteer 2. Alle Conguratiescherm-items.
Dubbelklik op het pictogram 3. Energiebeheer.
Selecteer een van de weergegeven energiebeheerschema`s. Klik 4.
op De schema-instellingen wijzigen naast het geselecteerde
energiebeheerschema om specieke instellingen aan te passen.
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
24
OPMERKING: Het batterijpak moet altijd in het batterijvak vergrendeld zijn.
CHAPTER 3: CONNECTING DEVICES
HOOFDSTUK 3: APPARATEN
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het aansluiten van optionele apparaten
op uw laptop om uw visuele, digitale en audioervaring te optimaliseren.
AANSLUITEN
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
25
Een extern beeldscherm aansluiten
Als u op groter visueel niveau wilt genieten van uw computeromgeving of u wilt
uw bureaublad groter maken, dan kunt u een extern beeldscherm aansluiten
zoals een zelfstandige monitor, een lcd-tv of een projector.
Een beeldscherm aansluiten
Voor de beste beeldkwaliteit moet u de Beeldschermpoort op uw computer
gebruiken. Als uw beeldscherm niet met een Beeldschermpoort is uitgerust, kunt
u het beeldscherm aansluiten met een VGA-kabel van de 15-pins VGA-aansluiting
van de laptop of een DVI-kabel bij gebruik van een Beeldschermpoort-naarDVI-adapter. U kunt dergelijke adapters kopen bij Alienware, Dell of bij andere
elektronicawinkels.
Schakel de laptop uit.1.
Schakel het beeldscherm uit en verwijder de stekker van het beeldscherm 2.
uit het stopcontact.
Sluit een uiteinde van de beeldschermkabel op de beeldschermpoort of 3.
VGA-aansluiting op uw Alienware-laptop aan.
Sluit het andere eind van de kabel aan op de zelfde aansluiting op uw 4.
beeldscherm.
Als u een beeldschermpoort-naar-DVI-adapter gebruikt, moet u deze 5.
adapter eerst aansluiten op de beeldschermpoortaansluiting op uw
Alienware-laptop en vervolgens een DVI-kabel aansluiten op de DVIaansluiting op de adapter en de schroeven vastdraaien. Sluit het andere
einde van de DVI-kabel aan op de DVI-aansluiting op uw beeldscherm.
Sluit indien nodig een uiteinde van de stroomkabel op de stroomaansluiting 6.
van het beeldscherm aan.
Sluit een uiteinde van de stroomkabel op een geaarde stekkerdoos of een 7.
geaard stopcontact aan.
Schakel de laptop in en schakel vervolgens het beeldscherm in.8.
Het bureaublad uitbreiden
Wanneer het externe beeldscherm is aangesloten, klikt u met de 1.
rechtermuisknop op het bureaublad en selecteert u Aan persoonlijke voorkeur aanpassen.
Selecteer 2. Verbinding met een projector of ander extern beeldscherm maken
linksboven in het venster.
Klik op 3. Aansluiten.
Selecteer een van on4. derstaand opties die op het scherm verschijnen:
Mijn bureaublad op alle beeldschermen dupliceren (kopie)•
Verschillende delen van mijn bureaublad op elk beeldscherm •
weergeven (uitgebreid)
Mijn bureaublad alleen op het extern beeldscherm weergeven•
Klik op 5. Toepassen om uw wijzigingen toe te passen en klik daarna op OK om
Beeldscherminstellingen te sluiten.
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
26
12
Externe luidsprekers aansluiten
12
Uw Alienware-laptop is uitgerust met twee ingebouwde audioaansluitingen
en een audio in-aansluiting. De audio-uitgangen leveren kwaliteitsgeluid en
ondersteunen 5.1-surroundaudio. U kunt de audio-ingang gebruiken van een
stereo-installatie of luidsprekersysteem voor een betere spel- en mediaervaring.
Twee typen audio-aansluitingen:
1
Audio out-/koptelefoonaansluitingen (2) — Hierop kunt u een of twee
paar koptelefoons aansluiten en kan audio naar een van stroom voorziene
luidspreker of geluidssysteem worden verzonden. Het audiosignaal is voor
beide aansluitingen gelijk.
2
aansluiten. Ook kan deze aansluiting worden gebruikt om signalen te
Audio in-/microfoonaansluiting — Hierop kunt u een microfoon
verzenden naar audiotoepassingen.
Functioneert eveneens als uitgang in een luidsprekerconguratie met 5.1
surround sound.
1stereoaansluiting — Uw koptelefoonaansluiting dient dit type aansluiting
te hebben
2monoaansluiting — Uw microfoon dient dit type aansluiting te hebben
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
27
Printers aansluiten
Een plug-and-playprinter aansluiten
Als uw printer ondersteuning biedt voor plug-and-play, zal Microsoft Windows
deze detecteren en proberen om de printer automatisch installeren. In sommige
gevallen heeft Windows een stuurprogramma voor de printer nodig. Dit
stuurprogramma vindt u op de software-cd die bij de printer is meegeleverd.
Sluit de USB-kabel van de printer aan op een beschikbare USB-aansluiting 1.
op uw laptop.
Sluit de stroomkabel van de printer aan op een geaarde stekkerdoos, een 2.
geaarde UPS of een geaard stopcontact.
Schakel de printer in. Microsoft Windows zal de printer automatisch 3.
detecteren en het juiste stuurprogramma installeren.
Een niet-plug-and-playprinter aansluiten
Windows Vista
Klik op 1. Start→ Conguratiescherm.
Klik op 2. Hardware en geluiden→ Een printer toevoegen.
Volg de instructies op het scherm. 3.
Windows® 7
Klik op 1. Start→ Conguratiescherm.
Klik op 2. Hardware en geluiden→Apparaten en printers→Een printer
toevoegen.
Volg de instructies op het scherm. 3.
Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij uw printer werd
geleverd.
®
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
28
USB-apparaten aansluiten
Sluit USB-apparaten aan op een beschikbare USB-aansluiting op uw laptop.
Microsoft Windows zal het apparaat detecteren en proberen om het juiste
stuurprogramma automatisch te installeren. In sommige gevallen heeft Windows
een stuurprogramma nodig. Dit stuurprogramma vindt u op de software-cd die is
meegeleverd met het apparaat.
FireWire (IEEE 1394)-apparaten aansluiten
Sluit het FireWire-apparaat aan op de 1394 A-aansluiting op uw laptop. Windows zal
het apparaat detecteren en proberen om het juiste stuurprogramma automatisch
te installeren. In sommige gevallen heeft Windows een stuurprogramma nodig.
Dit stuurprogramma vindt u op de software-cd die is meegeleverd met het
apparaat.
Als uw toetsenbord of muis gebruikmaakt van een USB-aansluiting, moet u de
USB-stekker aansluiten op een beschikbare USB-aansluiting op de laptop.
U kunt eSATA-compatibele apparaten en USB-apparaten aansluiten op de USB/
eSATA-combinatieaansluiting met USB PowerShare-functie. Deze aansluiting
kan eveneens worden gebruikt om USB-apparaten op te laden wanneer de laptop
is ingeschakeld of uitgeschakeld of zich in de stand-bymodus bevindt.
De functie USB PowerShare is standaard ingeschakeld in het BIOS. Wanneer de
laptop op batterijstroom werkt, kunt u deze functie deactiveren via het Advanced
Menu in de BIOS-instellingen (zie voor meer informatie het gedeelte “Het
systeemsetupprogramma openen” op pagina 34).
Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij het apparaat werd
geleverd.
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
29
HOOFDSTUK 4: UW LAPTOP GEBRUIKEN
30
CHAPTER 4: USING YOUR LAPTOP
HOOFDSTUK 4: UW LAPTOP GEBRUIKEN
HOOFDSTUK 4: UW LAPTOP GEBRUIKEN
31
Alienware Command Center
Verwijderbare media en kaarten gebruiken
Alienware® Command Center biedt toegang tot Alienware’s exclusieve software en
is een continu bij te werken conguratiepaneel. Als Alienware nieuwe programma’s
publiceert, worden deze rechtstreeks gedownload naar het Command Center
waardoor u een bibliotheek kunt opbouwen met systeembeheer-, optimalisatieen aanpassingshulpmiddelen. U kunt het Alienware Command Center starten
door licht te drukken op de aanraakknop bovenaan het toetsenbord. De knop wordt
eventjes verlicht als bevestiging. Zie voor de exacte locatie van de bediening het
gedeelte “Functies van computerbehuizing en toetsenbord op pagina 18.
Afgeschermde modus
De stealthmodus is ervoor ontworpen om het gebruik van de processor en
grasche kaart te verminderen en daardoor het energieverbruik en geluidsniveau
van de computer te verlagen. De stealthmodus helpt u een 65W auto/air-adapter
te gebruiken.
U kunt de Afgeschermde modus inschakelen door de aanraakbediening bovenin
het toetsenbord zachtjes aan te tippen. De knop wordt verlicht totdat u de functie
weer uitzet. Zie voor de exacte locatie van de aanraakbediening het gedeelte
“Functies van computerbehuizing en toetsenbord” op pagina 18.
HOOFDSTUK 4: UW LAPTOP GEBRUIKEN
32
Neem de volgende veiligheidsmaatregelen in acht:
Als er geen ExpressCard of mediakaart (SD/MMC/MS-kaarten) in de ExpressCard
of de mediakaartsleuf is aangebracht, moet u ervoor zorgen dat de dummykaarten die bij uw laptop werden geleverd in de ongebruikte sleuf/sleuven zijn
aangebracht. De dummy-kaarten beschermen ongebruikte sleuven tegen stof en
overige deeltjes. Wanneer u een dummy-kaart aanbrengt, moet u ervoor zorgen
dat de juiste zijde naar boven wijst (op een aantal dummy-kaarten aangegeven
door een pijl). Als u een dummy-kaart ondersteboven aanbrengt, kan er schade
aan uw laptop worden veroorzaakt.
Het optisch station gebruiken
Uw laptop is uitgerust met een optisch station met sleuading. Afhankelijk van
de door u bestelde computerconguratie kan uw laptop een station van een van
de volgende drie typen hebben. Deze logo’s worden gebruikt om de capaciteit en
schijfcompatibiliteit van elk station aan te geven.
Dvd±r/w Dual
Layer-schrijver
Het DVD±R/W-station is in staat om cd-rom-, cd-r-,
cd-r/w-, dvd-, dvd+r/w- en dvd-r/w-schijven te lezen.
De ingebouwde camera gebruiken
De camera inschakelen en uitschakelen
Druk op de toetsencombinatie <Fn><F9> om de camera in of uit te schakelen.
Nadat u de camera hebt ingeschakeld moet u de werking ervan activeren in
Microsoft Windows. U kunt ook Windows Movie Maker gebruiken om video’s te
maken, bewerken en delen.
Blu-ray Disc™
Reader/Writer
Ook kunt u ermee opnemen naar cd-r-, cr-rw-, dvd+r/w-,
dvd-r/w- en dvd+r dual layer (dl)-schijven.
Het Blu-ray-station is in staat om cd-rom-, cd-r-, cd-r/w-,
dvd-, dvd+r/w-, dvd-r/w-, dvd+r dual layer (dl)-, bd-rom-,
bd-r- en bd-re-schijven te lezen.
Ook kunt u ermee opnemen naar cd-r-, cd-r/w-, dvd+r/w-,
dvd-r/w- dvd+r Dual Layer (DL)-, BD-R- en BD-RE-
schijven.
De afstandsbediening gebruiken
Met de afstandsbediening kunt u snel al uw draadloze radio’s (Bluetooth® en
WLAN) uitzetten, bijvoorbeeld als u alle draadloze radio’s moet uitzetten tijdens
een vlucht met een vliegtuig. Raak deze knop zachtjes aan en al uw radio’s staan
uit. Raak hem nog eens zachtjes aan en al uw draadloze radio’s keren terug naar
de staat waarin ze zich bevonden toen u de knop voor het eerst aanraakte.
HOOFDSTUK 4: UW LAPTOP GEBRUIKEN
33
Het BIOS congureren
Systeemsetupprogramma
Met de opties van het systeemsetupprogramma kunt u:
De systeemconguratie-informatie wijzigen nadat u hardware hebt •
toegevoegd, gewijzigd of verwijderd.
Een door de gebruiker te selecteren optie instellen of wijzigen;•
De hoeveelheid geïnstalleerd geheugen of het type vaste schijf raadplegen.•
Voordat u gebruikmaakt van het systeemsetupprogramma, wordt u aangeraden
om de informatie in het scherm van het systeemsetupprogramma te noteren
voor later.
WAARSCHUWINGEN: U mag de instellingen van het
systeemsetupprogramma alleen wijzigen als u een ervaren
computergebruiker bent. Bepaalde wijzigingen kunnen ertoe leiden dat
uw computer niet langer naar behoren functioneert.
Systeemsetup openen
Schakel uw laptop in of start deze opnieuw.1.
Wanneer de laptop opstart, moet u net voordat het logo van het 2.
besturingssysteem wordt weergegeven op <F2> drukken om de BIOS Setup Utility te openen.
Als er tijdens de POST (Power On Self Test - zelftest bij opstarten) een fout
optreedt, kunt u het BIOS-setupprogramma ook starten door desgevraagd
op <F2> te drukken.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem
verschijnt, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft®
Windows® wordt weergegeven, uw laptop uitschakelen en het opnieuw
proberen.
OPMERKING: Als een toets gedurende lange tijd wordt ingedrukt, kan dit
leiden tot een storing van het toetsenbord. Om een storing van het
toetsenbord te voorkomen, moet u in gelijkmatige intervallen op <F2>
drukken totdat het hoofdmenu van het systeemsetupprogramma
verschijnt.
De schermen van het systeemsetupprogramma
In het venster BIOS Setup Utility worden de huidige of wijzigbare
conguratiegegevens voor uw laptop weergegeven. De gegevens zijn verdeeld
over vijf menu’s: Main (hoofdmenu), Advanced (geavanceerd), Security
(beveiliging), Boot (opstarten) en Exit (afsluiten).
De belangrijkste functies worden onderin het venster BIOS Setup Utility
weergegeven. In het actieve veld worden toetsen en hun functies weergegeven.
HOOFDSTUK 4: UW LAPTOP GEBRUIKEN
34
Systeem-setupopties
OPMERKING: Afhankelijk van uw computer en de daarop geïnstalleerde
apparaten worden de items in dit gedeelte mogelijk niet weergegeven of
niet op exact dezelfde wijze als hier vermeld.
OPMERKING: Raadpleeg voor informatie over bijgewerkte
systeemsetupinformatie de Onderhoudshandleiding op de Dell Supportwebsite op support.dell.com/manuals.
Menu Main (hoofdmenu)
System Time
Geeft de systeemtijd weer.
(Systeemtijd)
System Date
Geeft de systeemdatum weer.
(Systeemdatum)
Alienware
Service Tag
Geeft het modelnummer van uw computer weer.
Geeft het servicelabelnummer voor uw computer weer.
(Servicelabel)
BIOS Version
Geeft de BIOS-revisie weer.
(BIOS-versie)
EC-versie
CPU
CPU Speed
CPU-cache
Geeft de versie van de EC-rmware weer.
Geeft het type processor weer.
Geeft de snelheid van de processor weer.
Geeft de cachegrootte van de processor weer.
Menu Main (hoofdmenu)
CPU ID (id-
Geeft het ID-nummer van de processor weer.
nummer van CPU)
Totaal geheugen
Geeft de totale beschikbare geheugencapaciteit van uw
computer weer.
Memory Bank 0
Geeft de geheugencapaciteit weer die is geïnstalleerd
in geheugenbank 0.
Memory Bank 1
Geeft de geheugencapaciteit weer die is geïnstalleerd
in geheugenbank 1.
Advanced Menu (menu Geavanceerd)
Summary Screen
(overzichts-scherm)
®
Intel
Virtualization
Technology
(Intel-virtualisatietechnologie)
Intel Speed
Step
Hier kunt u het diagnostische scherm dat tijdens
opstarten wordt weergegeven, in- en uitschakelen.
Hiermee kunt u de virtualisatietechnologie in- en
uitschakelen. Met deze optie wordt aangegeven
of een Virtual Machine Monitor (VMM - virtuele
apparaatmonitor) de extra hardwaremogelijkheden kan
gebruiken die Intel Virtualization Technology biedt.
Stelt u in staat om de Intel Speed Step-technologie te
activeren of deactiveren. Als u deze functie deactiveert,
kan de prestatie worden verbeterd, maar zal de
levensduur van de batterij sterk worden gereduceerd.
HOOFDSTUK 4: UW LAPTOP GEBRUIKEN
35
Advanced Menu (menu Geavanceerd)
Wired Network
Hiermee kunt u de geïntegreerde LAN-controller in- en
uitschakelen.
Advanced Menu (menu Geavanceerd)
High Denition
Sound
Hiermee kunt u de interne audiovoorziening met hoge
denitie inschakelen of uitschakelen.
Disabled (uitgeschakeld): Het geïntegreerde •
LAN staat uit en is niet zichtbaar voor het
besturingssyteem.
Enabled (ingeschakeld): Het geïntegreerde LAN •
staat aan.
Wireless
Network
Hiermee kunt u de interne draadloze voorziening
activeren of deactiveren.
Disabled (uitgeschakeld): De interne draadloze •
voorziening is uitgeschakeld en niet zichtbaar voor
het besturingssysteem.
Enabled (ingeschakeld): De interne draadloze •
voorziening is ingeschakeld.
Bluetooth
Receiver
Hiermee kunt u het interne Bluetooth-apparaat in- en
uitschakelen.
Disabled (uitgeschakeld): Het interne Bluetooth-•
apparaat staat uit en is niet zichtbaar voor het
besturingssyteem.
Enabled (ingeschakeld): Het interne Bluetooth-•
apparaat staat aan.
HOOFDSTUK 4: UW LAPTOP GEBRUIKEN
36
USB Emulation
(USB-emulatie)
SATA Operation
(werking SATA)
Disabled (uitgeschakeld): De interne •
audiovoorziening is uitgeschakeld en niet zichtbaar
voor het besturingssysteem.
Enabled (ingeschakeld): De interne •
audiovoorziening is ingeschakeld.
Hiermee kunt u de USB-emulatiefunctie in- en
uitschakelen. Deze functie geeft aan hoe de BIOS in de
afwezigheid van een USB-bewust besturingssysteem
met USB-apparaten omgaat. Tijdens de POST
(Power On Self Test) wordt de USB-simulatie altijd
ingeschakeld.
OPMERKING: U kunt niet opstarten van een USB-
apparaat (oppy, harde schijf of geheugenkaart)
wanneer deze optie uit staat.
Hiermee kunt u de werkingsmodus congureren van de
geïntegreerde SATA-hardeschijfcontroller.
ATA: SATA is gecongureerd voor de ATA-modus.•
AHCI: SATA is gecongureerd voor de AHCI-modus.•
Advanced Menu (menu Geavanceerd)
Firewire/
Express-sleuf
Hiermee kunt u de IEEE 1394a-aansluiting en sleuf voor
ExpressCards inschakelen en uitschakelen.
Disabled (uitgeschakeld): De IEEE •
1394a-aansluiting en sleuf voor ExpressCards
zijn uitgeschakeld en niet zichtbaar voor het
besturingssysteem.
Enabled (ingeschakeld): De IEEE 1394a-aansluiting •
en sleuf voor ExpressCards zijn ingeschakeld.
eSATA
Hiermee kunt u de eSATA-aansluiting inschakelen of
uitschakelen.
Disabled (uitgeschakeld): De eSATA-aansluiting •
is uitgeschakeld en niet zichbaar voor het
besturingssyteem.
Enabled (ingeschakeld): De eSATA-aansluiting is •
ingeschakeld.
SATA Hard Drive
Geeft het model van de geïnstalleerd vaste SATA-schijf
weer.
SATA Optical
Drive
Geeft het model van het geïnstalleerde optische SATAstation weer.
Submenu Performance Options
CPU Speed
Geeft de snelheid van de processor weer.
(CPU-snelheid)
Memory
Geeft de frequentie van het geheugen weer.
Frequency
(geheugenfrequentie)
Memory Channel
Geeft de geheugenkanaalmodi weer.
Mode (geheugenkanaalmodus)
Single (enkel)•
Dual (dubbel)•
CPU Performance
Mode
Turbo Mode
Geeft aan of de processor zich al dan niet in de
turbomodus bevindt.
Biedt u de mogelijkheid om de turbomodus in of uit te
schakelen.
Select Clock
Mode (klokmodus
Hiermee kunt u de FSB-geheugensysteemklokmodus
instellen.
selecteren)
Auto (automatisch)•
Unlinked (ontkoppeld)•
HOOFDSTUK 4: UW LAPTOP GEBRUIKEN
37
Submenu Performance Options
Memory
Frequency
Biedt u de mogelijkheid om de geheugenfrequentie in
te stellen.
(geheugenfrequentie)
OPMERKING: De geheugenfrequentieoptie wordt
alleen weergegeven als de klokmodus op ‘unlinked’ is
ingesteld.
DDR3 Voltage
Biedt u de mogelijkheid om de geheugenspanning in te
voeren.
Security Menu (menu Beveiliging)
System
Password
Geeft weer of het supervisorwachtwoord is ingeschakeld of
niet.
Status
Set System
Password
Hiermee kunt u het supervisorwachtwoord instellen. Het
supervisorwachtwoord is van toepassing op de toepassing
tot het systeemsetupprogramma.
User
Password
Geeft weer of het gebruikerswachtwoord is ingeschakeld of
niet.
Status
Set User
Password
(gebruikerswachtwoord
Hiermee kunt u het gebruikerswachtwoord instellen. De
bedieningsopties voor het gebruikerswachtwoord zijn van
toepassing op de toegang tot de computer tijdens het
opstarten.
instellen)
Enable
Password on
Hiermee kunt u het vragen naar een wachtwoord bij
opstarten in- en uitschakelen.
Boot
Asset Tag
Geeft het inventaristag weer.
(inventaristag)
HOOFDSTUK 4: UW LAPTOP GEBRUIKEN
38
Security Menu (menu Beveiliging)
Computrace
®
Hiermee kunt u de BIOS-module-interface van de optionele
Computrace®-service van Absolute® Software in- en
uitschakelen.
De Computrace®-agent van Absolute® Software is een
oplossing die ten doel heeft om activa in kaart te brengen
en hersteldiensten te leveren in het geval dat de computer
zoekraakt of wordt gestolen. De Computrace®-agent
communiceert op vooraf gedenieerde tijden met de
bewakingsserver van Absolute®-software om de volgdienst
te bieden. Door de dienst in te schakelen, gaat u akkoord
met het versturen van gegevens van en naar uw computer
en de Absolute® Software-volgserver. De Computrace®dienst is te koop als optie en de volgserver schakelt de
agentbeveiligingsmodule in via een koppeling in het BIOS.
Deactivate (deactiveren): de Computrace•
modulekoppeling is niet actief.
Disable (uitschakelen): de Computrace•
modulekoppeling is permanent geblokkeerd.
Activate (activeren): de Computrace•
is toegelaten.
De Absolute® antidiefstaloplossing is momenteel
gedeactiveerd. Merk op dat de opties voor het activeren of
uitschakelen de functie permanent activeren en uitschakelen.
Daarna kunt u geen wijzigingen meer aanbrengen.
®
-
®
-
®
-modulekoppeling
Het menu Power
A/C Adapter
Rating
A/C Adapter
Warnings
USB Wake
Support
(USB-ontwaakondersteuning)
USB Power Share
Geeft de nominale spanning van de netadapter weer.
Biedt u de mogelijkheid om aan te geven of de
computer waarschuwingsmeldingen moet weergeven
wanneer u bepaalde stroomadapters gebruikt. De
computer zal deze meldingen weergeven wanneer u
probeert om een stroomadapter te gebruiken die te
weinig capaciteit voor uw conguratie biedt.
Biedt u de mogelijkheid om USB-apparaten in te
schakelen om de computer uit de stand-bymodus te
wekken of deze functie uit te schakelen.
Hiermee kunt u de USB PowerShare-functie in- en
uitschakelen. Deze functie heeft ten doel om gebruikers
in staat te stellen om externe apparaten van stroom te
voorzien met behulp van de opgeslagen batterijstroom
via de PowerShare USB-aansluiting op de laptop, zelfs
als de laptop zelf is uitgeschakeld.
HOOFDSTUK 4: UW LAPTOP GEBRUIKEN
39
Boot Menu (Menu Opstarten)
1st Boot Device
Biedt u de mogelijkheid om de eerste opstartbron in te
stellen.
2nd Boot Device
Biedt u de mogelijkheid om de tweede opstartbron in te
stellen.
3rd Boot Device
Biedt u de mogelijkheid om de derde opstartbron in te
stellen.
4th Boot Device
Biedt u de mogelijkheid om de vierde opstartbron in te
stellen.
Exit Menu (menu Afsluiten)
Exit Saving
Changes (afsluiten
Hiermee sluit u Systeem-setup af en slaat u uw
wijzigingen op in het CMOS.
met behoud van
wijzigingen)
Exit Discarding
Changes
Load Setup
Defaults
Hiermee sluit u het hulpprogramma af zonder
setupgegevens op te slaan in het CMOS.
Hiermee kunt u de standaardwaarden voor alle
setuponderdelen laden.
(standaardwaarden
voor setup laden)
Discard Changes
(wijzigingen
Hiermee laadt u de vorige waarden voor alle
setuponderdelen terug vanuit het CMOS.
annuleren)
Save Changes
(wijzigingen
Hiermee kunt u de setupgegevens opslaan in het
CMOS.
opslaan)
HOOFDSTUK 4: UW LAPTOP GEBRUIKEN
40
CHAPTER 5: INSTALLING ADDITIONAL
OR REPLACEMENT COMPONENTS
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE
ONDERDELEN INSTALLEREN
In dit hoofdstuk vindt u richtlijnen en instructies voor het vergroten van
de verwerkingskracht en opslagruimte door apparatuur op te waarderen.
U kunt onderdelen voor uw laptop aanschaen via www.dell.com of
www.alienware.com.
OPMERKING: Raadpleeg voor installatieinstructies voor alle onderhoudbare
onderdelen de Onderhoudshandleiding op de Dell™ Support-website
support.dell.com/manuals. Onderdelen die u koopt bij Dell en Alienware
worden geleverd met specieke installatieaanwijzingen.
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
41
Voordat u begint
In dit gedeelte vindt u procedures voor het verwijderen en installeren van
onderdelen in uw laptop. Tenzij anders vermeld gaat elke procedure ervan uit dat
er sprake is van de volgende omstandigheden:
U hebt de stappen uitgevoerd die zijn beschreven in het gedeelte “De •
computer uitzetten” en “Voordat u binnen de computer gaat werken”.
U hebt de veiligheidsinformatie gelezen die bij uw laptop werd geleverd.•
U kunt een onderdeel vervangen o• f, indien los aangekocht, installeren door
de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Turning O Your Computer
WAARSCHUWINGEN: Om gegevensverlies te voorkomen moet u alle
geopende bestanden opslaan en sluiten en alle geopende programma’s
afsluiten voordat u uw laptop uitschakelt.
Sla alle geopende bestanden op en sluit ze en sluit alle geopende 1.
programma’s af.
Klik op 2. Start
→ Afsluiten.
De laptop wordt uitgeschakeld nadat het besturingssysteem is
uitgeschakeld.
Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten uit staan. 3.
Als de computer en de daarop aangesloten apparaten niet automatisch
werden uitgeschakeld toen u het besturingssysteem afsloot, moet u de aan/
uit-knop ten minste 8 tot 10 minuten ingedrukt houden totdat de computer
wordt uitgeschakeld.
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
42
Voordat u binnen de laptop gaat werken
Neem de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht om de computer te beschermen
tegen mogelijke schade en om uw persoonlijke veiligheid te garanderen.
GEVAAR: Voordat u werkzaamheden binnen uw laptop uitvoert, moet u de
veiligheidsinformatie raadplegen die bij uw laptop werd geleverd.
Raadpleeg voor additionele beste praktijken op het gebied van de
veiligheid de website van Dell voor de naleving van de wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWINGEN: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om.
Raak de componenten en de contacten op kaarten niet aan. Houd een
kaart vast bij de rand. Houd onderdelen zoals een processor vast bij de
zijkant en niet bij de pinnetjes
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag
reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt
niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door u te aarden
met behulp van een aardingspolsband of door zo nu en dan een ongeverfd
metalen oppervlak aan de achterzijde van de computer aan te raken.
WAARSCHUWINGEN: Maak een kabel los door aan de stekker of aan het
treklipje te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien
van aansluitingen met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u
de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Als u de
connectoren van elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar
houden om te voorkomen dat een van de stekkerpinnen wordt verbogen.
Ook moet u voordat u een kabel verbindt controleren of beide connectors
op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
WAARSCHUWINGEN: Om schade aan de computer te voorkomen moet
u de volgende instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat
werken.
Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat 1.
de computerkap bekrast raakt.
Schakel uw computer uit (zie voor meer informatie het gedeelte “De 2.
computer uitzetten” op pagina 42).
Als de laptop is aangesloten op een dockingstation, dient u deze uit 3.
het dockingstation te verwijderen. Raadpleeg de documentatie bij het
dockingstation voor instructies over het loskoppelen.
WAARSCHUWINGEN: Om een netwerkkabel te verwijderen, moet u eerst
de stekker van de kabel uit uw computer verwijderen en vervolgens de
stekker aan het andere uiteinde van de kabel uit het netwerkapparaat
verwijderen.
Verwijder alle stekkers van telefoon- en netwerkkabels uit de laptop. 4.
Verwijder alle kaarten uit de ExpressCard- en Media Card-sleuven. 5.
Haal alle stekkers van de computer en daaraan gekoppelde apparaten uit 6.
het stopcontact.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom schade aan het moederbord door
de batterij uit het batterijcompartiment te verwijderen voordat u
onderhoudswerkzamen op de laptop pleegt.
Verwijder de batterij uit het batterijcompartiment (zie voor meer informatie 7.
het gedeelte “De batterijpak vervangen” op pagina 44).
Druk op de aan/uit-knop om het moederbord te aarden.8.
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
43
1
3
4
2
De batterijpak vervangen
Het batterijpak kan gemakkelijk worden verwijderd en teruggeplaatst. Zorg ervoor
dat de laptop op juiste wijze is uitgeschakeld voordat u de batterijpak vervangt.
WAARSCHUWINGEN: Om schade aan de laptop te voorkomen mag u
alleen de batterij gebruiken die speciek voor deze Alienware-laptop is
ontworpen. Gebruik geen batterijen die voor andere Alienware- of Delllaptops zijn bestemd.
U verwijdert de batterijpak als volgt:
Schakel de laptop uit.1.
Draai de laptop om.2.
Schuif de batterijgrendel in de ontgrendelde stand, zoals hieronder 3.
afgebeeld.
Het batterijpak komt naar boven.4.
Verwijder het batterijpak.5.
U vervangt het batterijpak:
Lijn de twee lipjes van de batterijpak uit met de sleuven in het 1.
batterijcompartiment.
Duw de batterijpak in het batterijcompartiment totdat het batterijpak op 2.
zijn plek vastklikt.
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
44
1batterijvergrendeling3lipjes voor batterijpak (2)
2batterijcompartiment4batterijpak
Het geheugen opwaarderen of vervangen
2
1
Uw laptop is uitgerust met een congureerbare geheugeneenheid. De
branchestandaard JEDEC PC3-8500/PC3-10600 (DDR3) SODIMM-aansluitingen
voor geheugenmodules zijn beschikbaar om het geheugen op te waarderen.
Onderstaande tabel geeft alle mogelijke manieren weer waarop het
Om de geheugenmodules te vervangen, voert u de stappen voor verwijderen
uit in omgekeerde volgorde. Wanneer u de geheugenmodule in de aansluiting
aanbrengt, moet u de inkeping op de geheugenmodule uitlijnen met het lipje op
de aansluiting voor de geheugenmodule.
OPMERKING: Installeer de geheugenmodule eerst in de onderste
aansluiting en vervolgens in de bovenste aansluiting.
OPMERKING: Als de geheugenmodule niet op juiste wijze is geïnstalleerd,
start de computer mogelijk niet meer op.
1
2
De vaste schijf opwaarderen of vervangen
2
1
Uw laptop is uitgerust met een aansluiting voor een vaste schijf.
Maak de vier borgschroeven op de vaste schijf los.3.
Til de vaste schijf uit de laptop.4.
De vaste schijf verwijderen
Volg de aanwijzingen onder “Voordat u begint” op pagina 1. 42.
Maak de twee borgschroeven los en verwijder de behuizingsklep.2.
1schroeven (2)2behuizingsklep
1vaste schijf2borgschroeven (4)
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
47
Verwijder de vier schroeven waarmee de vaste schijf aan de vaste-5.
3
1
2
1
2
schijfbeugel is bevestigd.
Til de vaste schijf uit de beugel.6.
Verwijder het tussenzetstuk van de vaste schijf.7.
1vaste schijf3schroeven (4)
2vaste-schijfbeugel
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
48
1tussenzetstuk2vaste schijf
Voer de verwijderingsprocedure in de omgekeerde volgorde uit om de vaste schijf
te vervangen.
CHAPTER 6: TROUBLESHOOTING
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
49
Basishints en tips
De computer gaat niet aan: Is uw netadapter op juiste wijze op een werkend •
stopcontact aangesloten? Als de laptop op een stekkerdoos is aangesloten,
moet u controleren of de stekkerdoos naar behoren functioneert.
Aansluitingen: Controleer alle kabels op losse verbindingen. •
Energiebeheer: Controleer of uw laptop zich niet in de stand-bymodus of •
slaapstand bevindt door de aan/uit-knop gedurende minder dan 4 seconden
in te drukken. Het stroomstatuslampje zal in de stand-bymodus van blauw
in zwart veranderen en zal in de slaapstand zijn gedoofd.
Helderheid: Controleer de helderheid van het beeldscherm en stel deze bij •
met behulp van de toetsencombinatie <Fn><F4> of <Fn><F5>.
Weergavekeuze: Druk op de toetsencombinatie <Fn><F6> om te •
controleren dat de laptop zich niet in de beeldschermmodus “Alleen extern”
bevindt.
Gebruik alleen de netadapter die bij uw laptop werd geleverd.•
Reservekopie en algemeen onderhoud
Maak regelmatig een reservekopie (back-up) van uw belangrijke gegevens •
en bewaar kopieën van uw besturingssysteem en software op een veilige
plek. Vergeet niet om de serienummers op te schrijven als u ze buiten de
originele dozen bewaart, bijvoorbeeld in een cd-map.
Gebruik onderhoudsprogramma’s zo vaak mogelijk. U kunt de programma’s •
zo instellen dat ze draaien op momenten dat u uw computer niet gebruikt.
U kunt de programma’s gebruiken die bij uw besturingssysteem horen, of u
kunt hiervoor krachtiger speciale programma’s aanschaen.
Schrijf wachtwoorden op en bewaar ze op een veilige plek (niet in de buurt •
van uw computer). Dit is met name van belang als u ervoor kiest om de BIOS
en het besturingssysteem van uw laptop met een wachtwoord te beveiligen.
Documenteer belangrijke instellingen zoals die van netwerk, •
inbelverbinding, e-mail en internet.
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
50
Wanneer u probleemoplossingsprocedures op de laptop uitvoert, moet u de volgende
veiligheidsrichtlijnen in acht nemen:
Raak, voordat u interne componenten van uw computer aanraakt, een •
ongeverfd deel van de behuizing aan. Hierdoor voert u statische elektriciteit
af die uw computer zou kunnen beschadigen.
Zet uw computer en aangesloten randapparatuur uit. •
Maak randapparatuur los van uw computer. •
Let op de volgende zaken vóór probleemoplossing:
Controleer of de kabel van de netadapter op juiste wijze is aangesloten •
tussen uw computer en een werkend en geaard stopcontact. Controleer of
het stopcontact werkt.
Controleer of de UPS of de stekkerdoos is ingeschakeld (indien van •
toepassing).
Als uw randapparatuur (bijv. toetsenbord, muis, printer enz.) niet werken, •
controleer dan of alle aansluitingen goed vast zitten.
Als er voorafgaand aan het probleem computeronderdelen werden •
toegevoegd of verwijderd, moet u controleren of u de installatie- of
verwijderingsprocedures naar behoren hebt uitgevoerd.
Als er een foutmelding op het scherm wordt weergegeven moet u de exacte •
melding noteren voordat u contact met de technische ondersteuning van
Alienware opneemt om het probleem te diagnostiseren en op te lossen.
Als er een foutmelding binnen een programma verschijnt, moet u de •
documentatie voor het programma raadplegen.
Diagnostische hulpprogramma`s
Pre-Boot System Assessment (PSA - systeemcontrole
vóór opstarten)
De computer voert een Pre-boot System Assessment (PSA) uit, een reeks
opstarttests van het moederbord, toetsenbord, beeldscherm, geheugen, vaste
schijf enz.
U start de PSA als volgt:
Start of herstart de computer.1.
Druk op <F12> om het 2. opstartmenu te openen.
Selecteer 3. Diagnostics in het menu en druk op <Enter>.
Beantwoord tijdens de analyse eventuele vragen die worden gesteld.
Als een fout wordt gedetecteerd, stopt de computer en klinkt een •
geluidssignaal. U stopt de analyse en start de computer opnieuw door op
<n> te drukken; u gaat verder met de volgende test door op <y> te drukken;
druk op <r> om het onderdeel waar een fout optrad opnieuw te testen.
Als er tijdens de Pre-boot System Assessment fouten worden gedetecteerd, •
moet u de foutcode(s) noteren en contact opnemen met Alienware (zie voor
meer informatie “Contact met Alienware opnemen“ op pagina 73).
Als de Pre-boot System Assessment is voltooid, zal de volgende melding worden
weergegeven: “Do you want to run the remaining memory tests?
This will take about 30 minutes or more (Recommended) Wilt u
de overgebleven geheugentests uitvoeren? Dit neemt ongeveer
30 minuten of langer in beslag (aanbevolen).
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
51
In het geval van geheugenproblemen drukt u op <y>. Zo niet, dan drukt u op
<n>. Hierop wordt de volgende melding weergegeven: “Pre-boot System Assessment complete.”
Druk op <o> om uw computer opnieuw te starten.
Alienware®-diagnostiek
Als u een probleem met uw Alienware-laptop ondervindt, moet u het
hulpprogramma Alienware Diagnostics uitvoeren voordat u contact met
Alienware opneemt voor technische ondersteuning. Het verdient aanbeveling
om deze procedures af te drukken voordat u begint.
OPMERKING: Maak een reservekopie (back-up) van alle gegevens voordat
u systeemherstel uitvoert. U kunt met AlienRespawn™ v2.0 een
reservekopie maken, maar als voorzorg kunt u beter belangrijke bestanden
Raadpleeg de conguratiegegevens voor uw laptop en zorg ervoor dat het
apparaat dat u wilt testen wordt weergegeven in het systeemsetupprogramma
en is ingeschakeld. Start het hulpprogramma Alienware Diagnostics vanaf de
schijf Support.
Alienware Diagnostics starten vanaf de schijf Support
op externe media opslaan voordat u met herstel begint.
OPMERKING: De schijf Support bevat stuurprogramma’s voor uw computer.
U kunt ook de nieuwste stuurprogramma’s en software voor uw computer
downloaden vanaf support.dell.com.
Plaats de schijf Support in het cd-station. 1.
Schakel de laptop uit en start deze opnieuw. 2.
Druk zodra het Alienware-logo verschijnt op <F12>.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem
verschijnt, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft®
Windows® wordt weergegeven. Zet vervolgens de computer uit en probeer
het opnieuw.
OPMERKING: Met de volgende stappen wordt de opstartvolgorde slechts
één keer gewijzigd. De volgende keer dat u de computer start, gebeurt dat
volgens de instellingen die zijn gedenieerd in het systeemsetupprogramma.
Wanneer de lijst met opstartbronnen verschijnt, markeert u 3. CD/DVD/CD-RW
en drukt u op <Enter>.
Selecteer 4. Boot from CD-ROM (opstarten vanaf cd-rom) in het menu en druk
op <Enter>.
Selecteer 5. Alienware Diagnostics in de genummerde lijst. Als er meerdere
versies worden aangegeven, moet u de versie selecteren die voor uw
computer van toepassing is.
Als het 6. hoofdmenu van Alienware Diagnostics wordt weergegeven,
selecteert u de test die u wilt uitvoeren.
OPMERKING: Noteer eventueel foutcodes en probleembeschrijvingen
precies zoals ze op het beeldscherm verschijnen en volg de instructies op
het scherm.
Als alle tests zijn voltooid, sluit u het testvenster om terug te keren naar het 7.
hoofdmenu van Alienware Diagnostics.
Verwijder de schijf Support uit het cd-station en sluit vervolgens het venster 8.
Main Menu om Alienware Diagnostics af te sluiten en de computer opnieuw
te starten.
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
52
Antwoorden op veel voorkomende problemen
Cd-rom-, dvd-rom-, cd-r/w-, dvd±r/w- of Blu-ray Disc™-station
Schakel de computer uit, verwijder de stekker uit het stopcontact en open
de computer. Zorg ervoor dat de kabels op juiste wijze zijn aangesloten
op het station en op de SATA-aansluiting op het moederbord. Raadpleeg
voor meer informatie de Onderhoudshandleiding.
De computer herkent de schijf of het station niet
Controleer of de schijf goed in het station ligt met het opschrift naar boven. •
Probeer een andere schijf. •
Zet de computer uit en start deze opnieuw. •
Reinig de schijf. •
Start de computer opnieuw en open het systeemsetupprogramma door op •
<F2> te drukken terwijl de computer opnieuw start.
Raadpleeg de BIOS-instellingen en zorg ervoor dat de SATA-controllers zijn
ingeschakeld. Controleer de conguratie van het station en zorg ervoor dat
deze op juiste wijze is gecongureerd. Raadpleeg hiervoor de documentatie
die bij het station werd geleverd.
GEVAAR: Voordat u binnen de computer werkt moet u de
veiligheidsinformatie doornemen die bij uw computer is geleverd.
Raadpleeg voor additionele beste praktijken op het gebied van de
veiligheid de website van Dell voor de naleving van de wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWINGEN: Volg de instructies in het gedeelte “Voordat u
begint” op pagina 42 voordat u werkzaamheden binnen de laptop gaat
uitvoeren.
Een audio-cd produceert geen geluid
Controleer of de audio-cd goed in het station ligt met het opschrift naar •
boven.
Controleer de volumeknoppen om te zien of ze niet uit staan. •
Controleer of de optie voor het dempen van het geluid niet is geactiveerd. •
Controleer of de luidsprekerkabels op juiste wijze zijn aangesloten op de •
aansluitingen op uw.
Reinig de cd.•
Zet de computer uit en start deze opnieuw. •
Installeer de audio-stuurprogramma’s opnieuw. •
Een dvd- of Blu-ray-schijf wordt niet afgespeeld
Zet de computer uit en start deze opnieuw. •
Reinig de schijf. •
Installeer de software voor het afspelen van dvd’s of Blu-ray-schijven •
opnieuw.
Probeer een andere schijf. Sommige schijven kunnen conicteren met het •
station als de codering op de dvd of Blu-ray-schijf niet overeenkomt met de
codering die door het station wordt herkend.
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
53
Systeem
Een programma reageert niet meer of loopt herhaaldelijk vast
De computer komt de POST niet door
De POST (Power On Self Test) test de computer om ervoor te zorgen dat aan
de systeemvereisten wordt voldaan en dat alle hardware naar behoren werkt
alvorens het opstartproces wordt vervolgd. Als de POST slaagt, zal de computer
normaal verder opstarten. Als de POST echter mislukt, piept de computer een
keer ten teken van een algemene fout en er verschijnt een foutmelding. Neem
voor hulp contact op met de technische ondersteuning van Alienware (zie het
gedeelte “Contact opnemen met Alienware“ op pagina 73).
De computer reageert niet meer, of er verschijnt een diepblauw
scherm
GEVAAR: Als u het besturingssysteem niet normaal kunt afsluiten,
bestaat de kans dat u gegevens kwijtraakt.
Als de computer niet reageert op het indrukken van een toets op uw
toetsenbord of het bewegen van uw muis, moet u de aan/uit-knop gedurende ten
minste 6 seconden ingedrukt houden totdat de computer wordt uitgeschakeld
en de computer vervolgens opnieuw opstarten.
OPMERKING: Het programma chkdsk wordt mogelijk uitgevoerd wanneer
u de computer opnieuw start. Volg de instructies op het scherm.
Beëindig het programma:
Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Shift><Esc>. 1.
Klik op het tabblad 2. Toepassingen en selecteer het programma dat niet
meer reageert.
Klik op 3. Taak beëindigen.
Controleer de softwaredocumentatie.
Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeert
u het opnieuw.
Een programma is ontwikkeld voor een eerdere versie van
Microsoft® Windows®
Voer de Wizard Programmacompatibiliteit uit:
De Wizard Programmacompatibiliteit is in staat om programma’s op zodanige
wijze te congureren dat deze in een omgeving draaien die vergelijkbaar is met
eerdere versies van Microsoft Windows.
Windows Vista
Klik op 1. Start →Conguratiescherm→ Programma’s→ Een ouder
programma met deze versie van Windows gebruiken.
Klik in het welkomstscherm op 2. Volgende.
Volg de instructies op het scherm.
®
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
54
Windows
®
7
softwareprobleem.
Klik op 1. Start
en onderdelen→ Een ouder programma met deze versie van Windows
gebruiken.
Klik in het welkomstscherm op 2. Volgende.
Volg de instructies op het scherm.
→ Conguratiescherm→ Programma’s→ Programma’s
Andere softwareproblemen
Maak meteen een reservekopie van uw bestanden.
Gebruik een antivirusprogramma om de harde schijf of cd’s te controleren
Bewaar en sluit alle open bestanden of programma’s en sluit de computer af
via het menu
StartScan de computer op spyware:
Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of als er
problemen zijn met het opzetten van een internetverbinding, is uw computer
mogelijk geïnfecteerd met spyware. Gebruik een virusscanner met bescherming
tegen spyware (mogelijk is voor uw programma een upgrade nodig) om de
computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen.
Voer PSA Diagnostics uit:
Als alle tests met succes zijn afgewerkt, is de foutmelding het gevolg van een
Raadpleeg de documentatie voor de software of neem contact op met de
softwarefabrikant voor informatie met betrekking tot probleemoplossing:
Ga na of het programma compatibel is met het besturingssysteem dat op •
de computer is geïnstalleerd.
Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor •
de software. Zie de softwarehandleiding voor informatie.
Controleer of het programma op juiste wijze is geïnstalleerd en gecongureerd.•
Controleer of de stuurprogramma’s voor het apparaat geen conict hebben •
met het programma.
Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en •
installeert u het opnieuw.
Problemen met vaste schijven
Laat de computer afkoelen voordat u deze aanzet.
Een verhitte vaste schijf kan ervoor zorgen dat het besturingssysteem niet
opstart. Probeer de computer naar kamertemperatuur terug te laten keren
voordat u deze aanzet.
Voer Check Disk uit
Click 1. Start→Computer.
Klik met de rechtermuisknop op 2. Lokale schijf C:
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
55
Klik op 3. Eigenschappen
Als het venster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, klikt u op
Verder.
Volg de instructies op het scherm.
→ Extra→ Nu controleren.
Internet
De foutmelding Cannot browsethe Internet of Unable to locate host wordt weergegeven:
Controleer of de computer met internet is verbonden. •
Controleer of het internetadres dat in de adresbalk is ingevoerd correct is. •
Probeer een ander webadres of URL.
Als de foutmelding nog steeds verschijnt, verbreek dan de verbinding met •
de internetprovider (ISP) en sluit de browser. Maak opnieuw verbinding en
open de browser.
Als het probleem aanhoudt is het mogelijk dat er een storing bij uw •
internetprovider is opgetreden.
De internetverbinding is traag
De internetprestaties hangen af van de volgende factoren:
De conditie van de gebruikte telefoon- of netwerkkabels. •
De conditie van de netwerkapparatuur van uw internetprovider. •
De afbeeldingen of multimedia op internetpagina’s. •
Er zijn meerdere browsers, downloads, of programma’s op uw computer •
geopend/actief.
Toetsenbord
Het toetsenbord reageert niet
Maak het toetsenbord schoon met een spuitbus of perslucht met een goede
spuitmond om stof en vuil te verwijderen dat onder de toetsen zit.
Een teken van het toetsenbord herhaalt zich
Controleer of er geen objecten op een van de toetsen rusten. •
Controleer of er geen toets vastzit in het toetsenbord. Druk op een •
willekeurige toets om toetsen los te maken die misschien vastzitten en
start uw computer opnieuw.
Er is vloeistof op het toetsenbord gemorst
Als u een of andere vloeistof op het toetsenbord morst, zet dan de computer uit.
Reinig het toetsenbord met daartoe geëigend schoonmaakmateriaal en draai de
computer om het toetsenbord uit te laten lekken. Als het toetsenbord droog is, zet
u de computer aan. Als het toetsenbord niet werkt, moet het worden vervangen.
Morsen op het toetsenbord valt niet onder de garantie.
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
56
Geheugen
Tijdens het opstarten worden er geheugenfouten gedetecteerd
Controleer de geheugenmodules. Zitten ze goed vast en in de goede •
richting? Breng de geheugenmodules indien van toepassing opnieuw aan
(zie het gedeelte “Het geheugen opwaarderen of vervangen” op pagina 45).
Bij computers met een tweekanaalsgeheugenconguratie moeten de •
geheugenmodules in paren worden geïnstalleerd. Voor hulp kunt u contact
opnemen met de technische ondersteuning van Alienware (zie voor meer
informatie het gedeelte “Contact met Alienware opnemen“ op pagina 73).
Controleer de batterij:
Als u gebruik maakt van een batterij om uw computer van stroom te voorzien, is
de batterij mogelijk leeg. Sluit de computer aan op een stopcontact met behulp
van de netadapter en zet de computer vervolgens aan.
Controleer de netadapter.
Controleer de kabelaansluitingen van de netadapter en zorg ervoor dat het
lampje aan staat.
Test het stopcontact:
Beeldscherm
Als het beeldscherm leeg is
OPMERKING: Als u gebruik maakt van een programma waarvoor een
hogere resolutie is vereist dan de resolutie die door uw computer wordt
ondersteund, raden wij u aan om een externe monitor op uw computer
aan te sluiten.
De computer bevindt zich mogelijk in een energiebesparende modus:
Druk op een toets op het toetsenbord, beweeg de muis of druk op de aan/uit-knop
om de computer te activeren.
Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een
ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Het videobeeld wisselen:
Als uw computer is verbonden met een externe monitor, drukt u op <Fn><F6> om
het videobeeld naar het beeldscherm over te schakelen.
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
57
Als het beeldscherm moeilijk leesbaar is
Muis
Stel de helderheid bij:
Druk op <Fn><F4> om de helderheid te verhogen of op <Fn><F5> om de helderheid
te verminderen.
Stel de Windows-instellingen voor het beeldscherm bij:
Windows Vista
Klik op 1. Start →Conguratiescherm→ Hardware en software→
Aanpassing→ weergaveinstellingen.
Wijzig waar nodig de instellingen voor 2. Resolutie en Kleuren.
Windows® 7
Klik op 1. Start →Conguratiescherm→ Vormgeving aan persoonlijke
voorkeur aanpassen→ Monitor.
Pas 2. Resolutie aan en zonodig Kleur kalibreren.
Sluit een externe monitor aan:
Zet de computer uit en sluit een externe monitor op de computer aan. 1.
Zet de computer en monitor aan en wijzig vervolgens de helderheid van de 2.
monitor en de contrastinstellingen.
Als de externe monitor werkt, is het beeldscherm van de computer of de
videocontroller mogelijk defect. Neem contact op met de technische ondersteuning
van Alienware (zie het gedeelte “Contact opnemen met Alienware“ op pagina 73).
®
De muis werkt niet
Controleer of de muiskabel op juiste wijze is aangesloten op de USB-•
aansluiting op uw computer.
Controleer of de muiskabel is beschadigd. Als de muiskabel is beschadigd zal •
de muis naar alle waarschijnlijkheid moeten worden vervangen.
Start de computer opnieuw. •
Probeer een muis waarvan u weet dat die goed werkt op dezelfde •
aansluiting om te controleren of de USB-aansluiting goed werkt.
Installeer het apparaatstuurprogramma opnieuw.•
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
58
Stroom
Printer
De computer wordt niet ingeschakeld wanneer u op de aan/uitknop drukt
Als de netadapter op een stroomstootbeveiliging of UPS is aangesloten, •
moet u controleren of de stroomstootbeveiliging of UPS op juiste wijze is
aangesloten op een stopcontact, is ingeschakeld en naar behoren werkt.
Controleer of het stopcontact goed werkt door een ander apparaat te •
proberen, bijvoorbeeld een radio of lamp waarvan u weet dat die werkt. Als
het stopcontact niet werkt, moet u contact opnemen met een elektriciën of
uw energiebedrijf voor verdere hulp.
Controleer of alle apparaten op de computer op juiste wijze zijn aangesloten •
op uw computer en of de netadapter op juiste wijze is aangesloten op de
stroomstootbeveiliging of UPS.
Als het probleem aanhoudt moet u contact opnemen met de technische
ondersteuning van Alienware (zie het gedeelte “Contact opnemen met
Alienware“ op pagina 73).
De printer kan niet worden ingeschakeld
Controleer of de printerkabel op juiste wijze op een stopcontact is •
aangesloten.
Controleer of het stopcontact naar behoren werkt door er een ander •
apparaat zoals een lamp of radio waarvan u weet dat die werkt. Als het
stopcontact niet werkt, moet u contact opnemen met een elektriciën of uw
energiebedrijf voor nadere hulp.
De printer drukt niets af
Controleer of de stroomkabel op juiste wijze is aangesloten en of de printer •
op juiste wijze op de computer is aangesloten. Controleer of de printer aan
staat.
Controleer of de printerkabel is beschadigd. Als de printerkabel is •
beschadigd dient u deze te vervangen.
Controleer of de printer is ingeschakeld. Als de printer ofine is, druk dan op •
de knop online/ofine om hem online te zetten.
Als de printer niet de standaardprinter is, moet u ervoor zorgen dat deze als •
standaardprinter is geselecteerd in de printerinstellingen.
Installeer het stuurprogramma voor de printer opnieuw.•
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
59
Spelbesturingen
De computer herkent de spelcontroller niet
Controleer of de kabel tussen de spelbesturing en de computer niet is •
beschadigd en of hij goed is aangesloten.
Installeer het stuurprogramma van de spelbesturing opnieuw.•
Luidsprekers
Er komt geen geluid uit de luidsprekers (extern)
Controleer of de subwoofer (lagetonenluidspreker) en de luidsprekers aan
staan.
Raadpleeg de documentatie die bij de luidsprekers werd geleverd. Als de
luidsprekers zijn uitgerust met een volumeregeling, moet u het volume-, bas- of
treble-niveau regelen om mogelijke storingen op te heen.
Stel het Windows-volume bij:
Klik of dubbelklik op het luidsprekerpictogram rechts onder in het scherm. Zorg
ervoor dat het volume is ingeschakeld en het geluid niet wordt gedempt.
Haal de koptelefoon uit de koptelefoonaansluiting:
Het geluid van de luidsprekers wordt automatisch gedeactiveerd wanneer er een
koptelefoon op de koptelefoonaansluiting wordt aangesloten.
Test het stopcontact:
Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een
ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Installeer het stuurprogramma voor het geluid (de audio) opnieuw.
Voer PSA Diagnostics uit
OPMERKING: De volumeregeling in sommige MP3-spelers kan de volume-
instellingen van Windows ongedaan maken. Als u naar MP3-tracks hebt
geluisterd, moet u controleren of u het volume van de MP3-speler niet
lager hebt gezet of hebt uitgezet.
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
60
CHAPTER 7: SYSTEM RECOVERY
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
Bij uw laptop worden de volgende schijven geleverd:
Herstel-cd of -dvd• — Bevat de installatiebestanden voor het
besturingssysteem.
Cd of dvd Support• — Bevat stuurprogramma’s voor uw computer. U kunt ook
de nieuwste stuurprogramma’s en software voor uw computer downloaden
vanaf support.dell.com.
Optioneel • AlienRespawn v2.0-schijf (indien besteld) — Bevat het
herstelimage voor de AlienRespawn.
OPMERKING: Uw computer wordt met AlienRespawn v2.0 of Dell DataSafe
Local geleverd.
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
61
AlienRespawn v2.0
OPMERKING: Maak een reservekopie (back-up) van alle gegevens voordat
u systeemherstel uitvoert. De back-upfunctionaliteit is opgenomen in
AlienRespawn™ v2.0, maar u wordt aanbevolen om als voorzorgsmaatregel
een back-up te maken van kritische bestanden op een externe schijf
voordat u de herstelprocedure start.
AlienRespawn v2.0 is een hersteloplossing waarmee vele software-gerelateerde
problemen kunnen worden opgelost, waaronder conguratiefouten in het
besturingssysteem, fouten met geïnstalleerde stuurprogramma’s, beschadigde
systeembestanden, spyware/virusinfecties (indien gebruikt in combinatie met
antivirussoftware) en meer.
In tegenstelling tot andere herstelmethoden biedt AlienRespawn v2.0 de
mogelijkheid om uw computer terug te brengen naar de oorspronkelijke
instellingen zonder uw opgeslagen gegevens permanent kwijt te raken.
Als AlienRespawn v2.0 niet in staat is om het probleem te herstellen moet u
contact opnemen met de technische ondersteuning van Alienware (zie het
gedeelte “Contact opnemen met Alienware“ op pagina 73).
AlienRespawn v2.0 gebruiken
Verwijder eventuele cd/dvd’s uit uw optische station. 1.
Schakel uw laptop in (als Windows is geladen, moet u de laptop opnieuw 2.
starten).
Wanneer uw computer opnieuw opstart, ziet u vijf seconden lang een 3.
aanwijzing op het scherm voordat Windows geladen wordt. Wanneer u deze
aanwijzing ziet, drukt u op <F10>.
Uw computer start nu op in de AlienRespawn v2.0-omgeving. Als 4.
dit de eerste keer is dat u AlienRespawn v2.0 gebruikt, moet u de
licentieovereenkomst accepteren voordat u verder gaat.
Herstelopties
OPMERKING: Maak een reservekopie (back-up) van alle gegevens voordat
u systeemherstel uitvoert. In AlienRespawn v2.0 is back-upfunctionaliteit
opgenomen, maar als voorzorgsmaatregel wordt u aangeraden om een
back-up van kritische bestanden te maken naar een externe schijf alvorens
u met de herstelprocedure van start gaat.
AlienRespawn v2.0 biedt drie methoden voor systeemherstel. Elke optie biedt
een unieke combinatie van herstel- en back-upfuncties. Hieronder worden de
diverse methoden nader beschreven.
Microsoft Systeemherstel
Deze optie biedt toegang tot Microsoft-systeemherstelpunten die op uw computer
zijn opgeslagen zonder dat u Windows zelf hoeft te starten. Voor meer informatie
over Systeemherstel raadpleegt u “Help en ondersteuning” binnen Windows.
Deze optie is het beste geschikt voor een beschadigd stuurprogramma of
beschadigde bestanden van het besturingsyssteem. Het maakt herstel met
behulp van Systeemherstel mogelijk, ook als Windows niet toegankelijk is, en
herstelt een groot aantal problemen die op het besturingssysteem betrekking
hebben zonder de door de gebruiker gecreëerde bestanden te wijzigen.
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
62
Systeemherstelpunten op uw harde schijf moeten intact zijn. Als deze bestanden
of de harde schijf zelf beschadigd zijn, kan Systeemherstel ontoegankelijk zijn.
Hoewel met Systeemherstel vele besturingssysteemproblemen kunnen worden
opgelost, kunnen belangrijke problemen, zoals bepaalde virus/spyware-infecties,
ook na herstel blijven bestaan.
Geavanceerd herstel
Deze methode zal de vaste schijf van uw laptop volledig formatteren en de laptop
terugzetten naar de staat waarin deze af fabriek verkeerde. Hierdoor worden
alle software- en conguratieproblemen opgelost. Deze optie is het beste bij de
meeste problemen die met software te maken hebben.
Fabriekssysteemherstel
Deze optie is het laatste redmiddel voor systeemherstel.
Met deze methode wordt uw harde schijf volledig opnieuw geformatteerd en
wordt uw computer teruggebracht naar zijn oorspronkelijke conguratie. Dit
is een compleet systeemherstel – de gehele conguratie wordt teruggebracht
naar de oorspronkelijke staat, waardoor alle software- en conguratieproblemen
worden opgelost. Virussen en spyware worden geëlimineerd. U moet wel nog alle
externe opslagmedia scannen om herinfectie te voorkomen.
Er wordt geen reservekopie gemaakt van gegevens. Alle opgeslagen gegevens
zullen worden verwijderd.
Uw hele huidige harde schijf wordt gekopieerd naar C:\BACKUP, vanwaar u
gegevensbestanden naar permanente locaties kunt kopiëren. Wanneer u alle
gewenste bestanden hebt opgehaald, kunt u de map veilig verwijderen.
In het geval van een infectie met een computervirus of spyware verdient het de
aanbeveling om C:\BACKUP grondig te scannen en reinigen voordat u bestanden
uit deze locatie naar een andere locatie kopieert. Om deze reden verdient het
de aanbeveling om antivirus-/antispywaretoepassingen van externe partijen te
installeren en uit te voeren voordat u uw gegevens ophaalt.
Als er virussen of spyware aanwezig waren voordat u AlienRespawn v2.0 startte,
dan bestaat er gevaar op herinfectie vanuit back-upbestanden als deze niet goed
zijn gereinigd.
Wachtwoordbeveiliging
Aangezien met AlienRespawn v2.0 uw harde schijf kan worden geformatteerd
zonder dat Windows gestart hoeft te worden, is voor uw veiligheid
wachtwoordbeveiliging ingebouwd.
Deze functie staat standaard uit, maar kan worden ingeschakeld in de toepassing
Respawn Settings (Respawn-instellingen) die hieronder wordt beschreven.
WAARSCHUWINGEN: Als u uw wachtwoord vergeet, zult u geen toegang
hebben tot AlienRespawn v2.0, tenzij u de laptop opstart vanaf de
optionele AlienRespawn v2.0-schijf die wordt beschreven in het gedeelte
“De AlienRespawn v2.0-schijf” op pagina 64. De technische ondersteuning
van Alienware zal niet in staat zijn om uw wachtwoord te achterhalen.
Als u wachtwoordbeveiliging inschakelt, dan doet u dat op eigen risico.
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
63
Zo schakelt u wachtwoordinstellingen in of wijzigt u ze
Klik op 1. Start→Alle programma’s →AlienRespawn v2.0.
Klik op het pictogram genaamd 2. Respawn Settings.
De toepassing 3. Respawn Settings start.
Als u• wachtwoordbeveiliging voor het eerst inschakelt, voert u het
standaardwachtwoord “alienware” (hoofdlettergevoelig) in het daarvoor
bestemde veld in, en klikt u op Indienen.
Als u al een wachtwoord hebt gedenieerd, dan voert u uw huidige •
wachtwoord in het daarvoor bestemde veld in, en klikt u vervolgens op
Indienen.
Wilt u uw wachtwoord wijzigen, dan voert u het nieuwe wachtwoord in beide 4.
velden van het gedeelte Wachtwoord wijzigen in en klikt u op Toepassen.
Wilt u wachtwoordbeveiliging in- of uitschakelen, klik dan op het keuzevakje 5.
met de naam Respawn-wachtwoordbeveiliging inschakelen, en klikt u op
Toepassen.
Wanneer de wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld zult u worden 6.
gevraagd om het wachtwoord in te voeren nadat u op <F10> hebt gedrukt
om AlienRespawn v2.0 uit te voeren zoals beschreven in het gedeelte
“AlienRespawn™ v2.0 gebruiken” op pagina 62.
AlienRespawn v2.0-schjif
Als u de optionele AlienRespawn v2.0-schijf hebt besteld, dan ontvangt u deze samen
met uw computer. Met deze schijf kunt u AlienRespawn v2.0 opnieuw implementeren
op een nieuwe harde schijf indien de oude harde schijf kapot is gegaan.
De AlienRespawn v2.0-schijf gebruiken
OPMERKING: Het herstelsysteem van Alienware is ingesteld om te worden
opgestart vanaf het cd-romstation van uw laptop. U kunt met behulp van
de sneltoets voor het opstartmenu (zie het gedeelte “Opstartmenu” op
pagina 40) nagaan of uw computer is ingesteld om op te starten vanaf het
optisch station.
Plaats de AlienRespawn v2.0-schijf in het optisch station. 1.
Schakel uw computer in (als Windows is geladen, moet u de computer 2.
opnieuw starten).
Uw computer start automatisch op in de AlienRespawn v2.0-omgeving.3.
Als er geen herstelpartitie wordt gedetecteerd op uw systeem, gaat •
AlienRespawn v2.0 meteen door naar de optie Compleet herstel, waarbij
uw systeem wordt hersteld in de oorspronkelijke staat.
Als er een bestaande AlienRespawn v2.0 herstelpartitie wordt •
gedetecteerd, dan wordt u gevraagd of u het herstelproces wilt starten
vanaf de harde schijf of vanaf de schijf. Starten vanaf de harde schijf
wordt aanbevolen; als dit echter mislukt, dan kan starten vanaf schijf
het probleem oplossen. Wat u ook kiest, de herstelopties zullen dezelfde
zijn als die welke zijn beschreven in dit hoofdstuk.
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
64
Dell DataSafe Local Backup
Dell DataSafe Local Backup is een back-up- en hersteltoepassing die de computer
kan herstellen indien u gegevens verliest als gevolg van een virusaanval, per
ongeluk belangrijke bestanden of mappen verwijdert of in geval van een storing
van de vaste schijf.
Deze toepassing stelt u in staat om:
Bestanden en mappen te herstellen•
De vaste schijf van uw laptop te herstellen naar de werkingstoestand waarin •
deze zich bevond op het moment dat u uw computer bestelde, zonder de
bestaande persoonlijke bestanden en gegevens te wissen
U kunt als volgt back-ups plannen:
Dubbelklik op het Dell DataSafe Local Backup-pictogram 1.
Selecteer 2. Full System Backup om een automatische back-up van alle
gegevens op uw computer te maken of plannen.
U kunt als volgt gegevens herstellen:
Zet de computer uit.1.
Verwijder de stekkers van alle aangesloten apparaten (zoals USB-stations, 2.
printers etc.) uit de computer en verwijder alle recent toegevoegde interne
hardware.
OPMERKING: Verwijder de stekker van de monitor, het toetsenbord, de
muis en de stroomkabel niet uit de computer.
op de taakbalk.
Zet de computer uit.3.
Druk zodra het Alienware-logo verschijnt verschillende malen op <F8> om 4.
het venster Advanced Boot Options te openen.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem
verschijnt, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft®
Windows® wordt weergegeven. Zet vervolgens de computer uit en probeer
het opnieuw.
Selecteer 5. De computer repareren.
Selecteer 6. DellFactory Image Recoveryen DataSafe Options en volg de
instructies op het scherm.
OPMERKING: Het herstelproces kan afhankelijk van de omvang van de te
herstellen gegevens een uur of meer in beslag nemen.
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over Dell DataSafe Local
Backup, het knowledge base-artikel 353560 op de Dell Support-website
op support.dell.com.
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
65
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
66
CHAPTER 8: BASIC SPECIFICATIONS
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
In dit hoofdstuk vindt u basisspecicaties voor uw computer. Zie voor meer
gedetailleerde specicaties de
Secure Digital (SD)-geheugenkaarten•
Secure Digital High Capacity (SDHC)-kaarten•
Secure Digital Input/Output (SDIO)-kaarten•
Multi Media Card (MMC)•
Geheugensticks•
Memory Stick PRO•
xD-Picture-kaarten (type M en type H)•
Hi Density-SD (SDHD)•
Grasche kaartenMXM 3.0 Type B-compatibele kaarten met een
afzonderlijk stroombudget van 35W en 65W
Ondersteunde schijven/kaarten
Optische stationsindelingen SATA-compatibele Blu-ray Disc, DVD-RW-combo
Beeldscherm
Type
(WLED)
15,6 inch HD+ (1600 x 900) •
15,6 inch FHD (1920 x 1080) •
Toetsenbord met achtergrondverlichting
IndelingenV.S. en Canada; Europa; Japan
Camera
Pixel2.0 megapixel
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
69
Batterij
Type en afmetingen
“Slimme” lithium-ionbatterij met 6 cellen (57 Wattuur)
Diepte53,8 mm (2,12 inch)
Hoogte21,3 mm (0,84 inch)
Breedte213 mm (8,39 inch)
Gewicht0,33 kg
“Slimme” lithium-ionbatterij met 9 cellen (86 Wattuur) (optioneel)
Diepte53,8 mm (2,12 inch)
Hoogte36,9 mm (1,45 inch)
Breedte330 mm (12,99 inch)
Gewicht0.5 kg
Batterij
Spanning12,6 VDC
WerkingsduurDe werkingstijd van batterijen varieert
afhankelijk van de werkingsomstandigheden
en kan aanzienlijk worden gereduceerd onder
bepaalde omstandigheden met intensief
stroomgebruik.
Levensduur (geschat)300 ontladings-/ladingscycli
Temperatuurbereik
Bedrijfstemperatuur0° tot 50°C
Opslagtemperatuur–20° tot 60°C
KnoopcelbatterijCR-2032
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
70
BIJLAGE A: ALGEMENE EN ELEKTRISCHE
VEILIGHEIDSVOORZORGEN
Opstelling van de computer
Lees alle aanwijzingen op het product en in de documentatie voordat u de •
computer gaat gebruiken.
Bewaar alle veiligheids- en gebruikshandleidingen.•
Gebruik dit product nooit in de buurt van water of hittebronnen.•
Stel de computer alleen op een stabiel werkvlak op.•
Gebruik de computer alleen met het netvoedingstype dat op het typeplaatje •
staat vermeld.
Blokkeer de openingen of ventilatoren in de behuizing van de computer •
niet. Deze zijn noodzakelijk voor de ventilering.
Steek geen voorwerpen in de ventilatieopeningen.•
Controleer voor gebruik of uw computer juiste wijze is geaard.•
Sluit uw computer niet aan op een stopcontact dat niet op juiste wijze is geaard.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de computer, let er dan op dat de vereiste
stroomsterkte van de computer niet hoger is dan de maximum stroomsterkte
van het verlengsnoer.
Gebruik van de computer
Plaats de stroomkabels en alle overige kabels op een locatie waar niemand •
er overheen kan lopen of over struikelen. Zorg ervoor dat er geen objecten
op de stroomkabel rusten.
Mors geen vloeistoen op of in de computer. •
Om een elektrische schok te voorkomen moet u altijd de stekkers van alle •
stroom-, modem- en overige kabels uit het stopcontact verwijderen voordat
u de computer opent voor onderhoud of reparatie.
Waarschuwing voor elektrostatische ontladingen
Elektrostatische ontladingen kunnen schade veroorzaken aan interne
systeemcomponenten als u geen voorzorgen neemt. Deze ontladingen worden
veroorzaakt door statische elektriciteit en de veroorzaakte schade is meestal
permanent.
Computertechnici dragen speciale polsbandjes waarmee ze zichzelf aarden aan
de computerbehuizing om schade als gevogl van elektrostatische ontladingen te
voorkomen. U kunt het risico op elektrostatische ontladingen verminderen door
het volgende te doen:
Zet de computer uit en wacht enkele minuten voordat u aan de slag gaat. •
Aard uzelf door de behuizing van de computer aan te raken. •
Raak alleen de onderdelen aan die vervangen moeten worden. •
Ga niet rondlopen terwijl u onderdelen in de kast vervangt, vooral niet als u •
tapijt hebt of bij lage temperaturen en lage vochtigheidsgraad.
BIJLAGE A: ALGEMENE EN ELEKTRISCHE VEILIGHEIDSVOORZORGEN
71
Als u randapparatuurkaarten moet vervangen, leg ze dan op het deel van •
de computerbehuizing dat u hebt verwijderd. Raak de aansluitingen op de
zijkant van de kaart die op het moederbord worden aangesloten niet aan.
Algemene veiligheidsvoorzorgen
Mechanische schokken: Uw computer mag nooit mechanische schokken •
ondervinden. Als u niet voorzichtig met uw computer omgaat, kan dit tot
schade aan de computer leiden. Mechanische schokken worden niet gedekt
door de garantie.
Elektrische schokken: Als u de computer niet opent, hoeft u zich nergens •
zorgen over te maken. Uw computer is in staat om zichzelf te beschermen
tegen de meeste onregelmatigheden in de stroomvoorziening.
Neem contact op met Alienware als:
De batterij, stroomkabel of aansluiting is beschadigd geraakt. •
Er vloeistof gemorst is in uw computer; •
De computer is gevallen of de behuizing is beschadigd; •
De computer zich niet normaal gedraagt als u de aanwijzingen in de •
handleiding volgt.
Vervangen van onderdelen of accessoires
Het is aan te raden om alleen vervangende onderdelen en accessoires te gebruiken
die door Alienware worden aanbevolen.
BIJLAGE A: ALGEMENE EN ELEKTRISCHE VEILIGHEIDSVOORZORGEN
72
BIJLAGE B: CONTACT OPNEMEN MET
ALIENWARE
Websites
Meer informatie over de producten en diensten van Alienware is beschikbaar op
de volgende websites:
OPMERKING: Als u niet over een actieve internetverbinding beschikt, kunt
u contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus
van Dell.
Dell biedt verschillende telefonische en online-ondersteuningsdiensten en
-mogelijkheden. Omdat de beschikbaarheid per land en product varieert, zijn
sommige diensten mogelijk niet in uw regio beschikbaar.
Om contact op te nemen met Dell voor zaken op het gebied van verkoop,
technische ondersteuning of klantenservice:
Ga naar 1. www.dell.com/contactdell.
Selecteer uw land of regio.2.
Selecteer de door u gewenste dienst of ondersteuningsoptie.3.
Selecteer de voor u eenvoudigste methode om contact met Dell op te nemen.4.
www.dell.com•
www.dell.com/ap • (alleen landen in Azië/Stille Zuidzee-gebied)
www.dell.com/jp• (alleen Japan)
www.euro.dell.com • (alleen Europa)
www.dell.com/la• (landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied)
www.dell.ca • (alleen Canada)
U kunt Alienware-ondersteuning krijgen via de volgende websites: