Verveelvoudiging in welke vorm dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Gebruikte merken in deze handleiding: Alienware®, AlienFX® en het AlienHead-logo zijn merken of gedeponeerde
merken van Alienware Corporation; Dell™ is een merk van Dell Inc.; Microsoft®, Windows® en het logo van de
startknop van Windows zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en andere landen; Intel® en SpeedStep® zijn gedeponeerde merken en Core™ is een merk van Intel Corporation
in de Verenigde Staten en andere landen; Blu-ray Disc™ is een handelsmerk van de Blu-ray Disc Association;
Bluetooth® is een gedeponeerd merk dat het eigendom is van Bluetooth SIG, Inc.
Overige merken en handelsnamen die in deze handleiding gebruikt worden, kunnen verwijzen naar ofwel de
entiteiten die aanspraak maken op deze merken en namen of hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze
enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen.
ALGEMENE EN ELEKTRISCHE VEILIGHEIDSVOORZORGEN...........................110
Contact opnemen met Alienware .................................................113
5
6
Geachte klant van Alienware,
Welkom bij de Alienware-familie. Wij zijn blij om u te kunnen verwelkomen bij onze groeiende
gemeenschap van geavanceerde gebruikers van mobiele technologie.
De Alienware-technici die uw laptop hebben samengesteld, hebben ervoor gezorgd dat
deze op juiste wijze is geoptimaliseerd en alle mogelijkheden maximaal benut. Wij bouwen
apparaten met slechts één, nooit veranderende doelstelling: Te bouwen alsof het je eigen
apparaat is. Onze technici zullen niet rusten totdat uw nieuwe apparaat aan onze zeer hoge
eisen voldoet of ze overschrijdt!
Wij hebben uw apparaat uitgebreid getest om ervoor te zorgen dat u kunt genieten van de
hoogst mogelijke prestaties. Naast een standaard inwerkperiode is uw systeem in de praktijk
getest, onder andere op basis van synthetische prestatiebenchmarks.
Wij nodigen u uit om uw ervaringen met uw nieuwe en uiterst krachtige laptop met ons te
delen. Aarzel dus niet om Alienware te mailen of te bellen met vragen of problemen. Ons team
deelt uw enthousiasme voor nieuwe technologie, en we hopen dat u net zoveel van uw nieuwe
laptop geniet als Alienware van het bouwen ervan.
Met vriendelijke groet,
Het Alienware-team
7
8
CHAPTER 1: SETTING UP YOUR LAPTOP
HOOFDSTUK 1:
UW LAPTOP INSTELLEN
HOOFDSTUK 1:UW LAPTOP INSTELLEN
Voordat u uw laptop instelt
Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van uw Alienware M11x!
Lees alle veiligheids- en installatieinstructies alvorens u uw nieuwe laptop. Begin met de
doos voorzichtig te openen en alle geleverde componenten eruit te halen.
Voordat u uw laptop of onderdelen hiervan installeert, dient u de bijgevoegde factuur te
controleren om te kijken of alle bestelde items aanwezig zijn. Controleer alle items op eventuele
fysieke schade die tijdens transport kan zijn opgetreden. Meld eventuele ontbrekende
onderdelen of beschadigde items binnen 5 dagen na ontvangst bij de klantenservice.
Ontbrekende of beschadigde items die na deze eerste 5 dagen worden gemeld, worden niet in
behandeling genomen. Veel voorkomende onderdelen om te controleren zijn:
• Laptop en netadapter met stroomkabel
• Microsoft cd-sleutel aan de onderzijde van de laptop
• Monitor met stroomkabel en grasche kabel (indien besteld)
• Toetsenbord (indien besteld)
• Muis (indien besteld)
• Multimedia-luidsprekers en lagetonenluidspreker (indien besteld)
• Joystick (indien besteld)
Mogelijk hebt u een kleine schroevendraaier met een platte kop en/of een
kruiskopschroevendraaier nodig om de kabels van de randapparatuur op de laptop aan te
sluiten.
10
HOOFDSTUK 1:UW LAPTOP INSTELLEN
Productdocumentatie en media
De documentatie die bij uw Alienware-laptop wordt geleverd biedt een antwoord op een groot
aantal vragen die zich kunnen voordoen tijdens het verkennen van de mogelijkheden van
uw nieuwe laptop. Raadpleeg waar nodig de documentatie voor technische informatie of
algemeen gebruik om in de toekomst vragen te beantwoorden of om oplossingen te vinden.
De schijven die bij uw laptop worden meegeleverd, worden beschreven in verschillende
gedeeltes van deze documentatie. U hebt deze schijven mogelijk nodig om bepaalde taken
te voltooien. Zoals altijd staan de medewerkers van onze technische ondersteuning klaar om
u te helpen.
Uw laptop opstellen
GEVAAR: Stel de laptop niet op of in de buurt van een radiator of een verwarming op.
Als u uw laptop in een kast opstelt, moet u ervoor zorgen dat er voldoende ventilatie
wordt geboden. Stel de laptop niet in een vochtige locatie op of in een gebied waar
de laptop kan worden blootgesteld aan regen of water. Zorg ervoor dat er geen
vloeistoffen op of in de laptop terecht komen.
Wanneer u uw laptop opstelt, moet u ervoor zorgen dat:
• Hij op een horizontaal, stabiel oppervlak staat;
• De stekker van de stroomkabel en alle andere kabels niet tussen de laptop en de muur of
een of ander object vast komen te zitten.
• Niets de luchtstroom voor, achter of onder de laptop beperkt.
• De laptop voldoende ruimte heeft, zodat u makkelijk toegang tot optische stations en
ander externe opslagstations hebt.
11
HOOFDSTUK 1:UW LAPTOP INSTELLEN
De netadapter aansluiten
GEVAAR: De netadapter werkt op stopcontacten overal ter wereld. Stroomaansluitingen
en stekkerdozen variëren echter per land. Het gebruik van een incompatibele kabel
of een onjuiste aansluiting van de kabel op een stekkerdoos of stopcontact kan
resulteren in brand of schade aan de computer.
12
Druk op de aan/uit-knop
HOOFDSTUK 1:UW LAPTOP INSTELLEN
13
HOOFDSTUK 1:UW LAPTOP INSTELLEN
De netwerkkabel aansluiten (optioneel)
14
HOOFDSTUK 1:UW LAPTOP INSTELLEN
Microsoft Windows instellen
Uw computer is vooraf gecongureerd met het besturingssysteem Microsoft Windows. Om
Windows voor de eerste keer in te stellen, volgt u de aanwijzingen op het scherm. Deze stappen
zijn verplicht en nemen enige tijd in beslag. De vensters van Windows Setup zullen u begeleiden
tijdens verschillende procedures, zoals het accepteren van licentieovereenkomsten, het
instellen van voorkeuren en het opzetten van een internetverbinding.
WAARSCHUWING: Onderbreek het instellingsproces van het besturingssysteem
niet. Doet u dit wel, dan kan uw computer onbruikbaar worden, zodat u het
besturingssysteem opnieuw moet installeren.
OPMERKING: Voor een optimale prestatie van de computer wordt aanbevolen dat u
de laatste BIOS en stuurprogramma’s voor uw computer downloadt. U vindt deze op
support.dell.com.
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over het besturingssysteem en de functies daarvan support.dell.com/MyNewDell.
OPMERKING: U wordt aangeraden om een volledige back-up van uw systeem maken
zodra u Microsoft Windows hebt ingesteld.
15
HOOFDSTUK 1:UW LAPTOP INSTELLEN
Wireless Display instellen (optioneel)
De Wireless Display-functie van Intel stelt u in staat om de beelden op uw computer op
een televisie af te laten spelen zonder de noodzaak om kabels te installeren. Voordat u de
functie Wireless Display instelt, moet u een draadloze beeldschermadapter op uw televisie
aansluiten.
Voor het activeren van Wireless Display op uw computer hebt u het volgende nodig:
ZendapparaatDraadloze Intel Centrino WLAN-kaart
OntvangerPush2TV-adapter voor Intel Wireless Display
OPMERKING: Als uw computer ondersteuning biedt voor Wireless Display zal het
pictogram van Intel Wireless Display op het bureaublad van Windows worden
weergegeven.
16
HOOFDSTUK 1:UW LAPTOP INSTELLEN
U stelt Wireless Display als volgt in:
1. Zet de computer uit.
2. Zorg ervoor dat de draadloze functionaliteit is ingeschakeld. Zie voor meer informatie het
gedeelte "De draadloze bediening gebruiken" op pagina 44.
3. Sluit de draadloze beeldschermadapter op te televisie aan.
4. Zet de televisie en schakel de Wireless Display-adapter in.
5. Selecteer de gewenste videobron voor uw televisie, bijvoorbeeld HDMI1, HDMI2 of
S-Video.
6. Klik op het pictogram van Intel Wireless Display op het bureaublad.
Hierop zal het venster Intel Wireless Display worden weergegeven.
7. Selecteer Scan for available displays.
8. Selecteer de draadloze adapter van uw computer in de lijst Detected wireless displays.
9. Voer de beveiligingscode in die op het beeldscherm van de televisie wordt weergegeven.
17
HOOFDSTUK 1:UW LAPTOP INSTELLEN
Een internetverbinding maken (optioneel)
Een draadloze verbinding instellen
• Als u een inbelverbinding gebruikt, moet u voordat u de internetverbinding instelt een
telefoonlijn aansluiten op de optionele externe USB-modem en op de wandaansluiting
van de telefoon.
• Als u een ADSL-, kabel- of satellietverbinding gebruikt, moet u contact opnemen met uw
mobiele of internetprovider voor aanwijzingen met betrekking tot het opzetten van een
verbinding.
Volg de instructies in het gedeelte "Uw internetverbinding instellen" op pagina20 als u het
instellen van uw kabel-internetverbinding wilt voltooien.
18
HOOFDSTUK 1:UW LAPTOP INSTELLEN
Een draadloze verbinding instellen
OPMERKING: Zie de documentatie die bij de router is meegeleverd voor informatie over
het instellen van de draadloze router.
Voordat u uw draadloze internetverbinding kunt gebruiken moet u de draadloze router op de
computer aansluiten.
U kunt als volgt een verbinding met een draadloze router instellen:
1. Zorg ervoor dat draadloze verbindingen zijn ingesteld op uw computer.
2. Sla al uw gegevens op en sluit alle programma’s.
3. Klik op Start → Conguratiescherm.
4. In het zoekvak typt u netwerk Klik dan op Netwerkcentrum→ Verbinding met een
netwerk maken.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
19
HOOFDSTUK 1:UW LAPTOP INSTELLEN
Een internetverbinding instellen
Internetproviders en hun aanbod verschillen per land. Neem contact op met uw
internetprovider voor het aanbod in uw land.
Als u geen internetverbinding kunt maken terwijl u dat eerder wel kon, is er mogelijk een
storing bij uw internetprovider opgetreden. Neem contact op met uw internetprovider om de
verbindingsstatus te controleren of probeer later opnieuw verbinding te maken.
Zorg dat u de gegevens van de internetprovider bij de hand hebt. Als u geen internetprovider
hebt, kunt u er een vinden met behulp van de wizard Verbinding maken met het internet.
1. Sla alle open bestanden op en sluit deze en sluit alle open programma’s.
2. Klik op Start → Conguratiescherm.
3. Typ netwerk in het zoekvenster. Klik dan op Netwerkcentrum→ Verbinding of netwerk
instellen→ Verbinding met internet maken.
Het venster Verbinding met het Internet maken wordt weergegeven.
OPMERKING:
Help me kiezen of neemt u contact op met uw internetprovider.
4. Volg de instructies op het scherm en gebruik de installatieinformatie die door uw
internetprovider werd geleverd om de installatie te voltooien.
20
Als u niet weet welk type verbinding u moet selecteren, klikt u op
CHAPTER 2: GETTING TO
KNOW YOUR LAPTOP
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP
VERTROUWD RAKEN
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
In dit hoofdstuk vindt u informatie over uw nieuwe laptop, zodat u zich vertrouwd kunt maken
met de verschillende functies ervan en er snel mee aan de slag kunt gaan.
Functies aan linkerzijde
234
1
22
1
2
Sleuf voor beveiligingsslot — Hiermee kunt u een beveiligingskabel aan uw
computer bevestigen.
OPMERKING: Voordat u een beveiligingskabel koopt, moet u nagaan of deze past in de
beveiligingssleuf op uw computer.
DisplayPort-aansluiting— Hiermee kunt u uw computer op externe monitors en
projectoren met DisplayPort aansluiten.
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
3
4
HDMI-aansluiting —Hierop sluit u een tv aan voor digitale audio- en
videosignalen over meerdere kanalen.
OPMERKING:Voor een monitor met ingebouwde speakers, wordt alleen het
videosignaal gelezen.
USB-aansluiting met USB PowerShare — Hierop sluit u USB-apparaten aan,
zoals een muis, toetsenbord, printer, extern station of MP3-speler.
De USB Powershare-functie stelt u ertoe in staat om de USB-apparaten op te laden
wanneer de computer is uitgeschakeld of zich in de stand-bymodus bevindt.
OPMERKING: Bepaalde USB-apparaten worden mogelijk niet opgeladen wanneer de
computer is uitgeschakeld of in de slaapstand staat. In dergelijke gevallen moet u de
computer aanzetten om het apparaat op te laden.
OPMERKING: De optie om USB-apparatuur op te laden wanneer de computer is
uitgeschakeld of zich in de slaapstand bevindt activeren of deactiveren in de BIOSinstellingen.
OPMERKING: Als u de computer uitzet terwijl een USB-apparaat wordt opgeladen, zal
het opladen worden onderbroken. Om verder te gaan met opladen moet u het USBapparaat verwijderen en vervolgens opnieuw aansluiten.
OPMERKING: USB PowerShare wordt automatisch uitgeschakeld als minder dan 10%
van de levensduur van de batterij over is.
23
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
8
24
5
67
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
5
6
7
8
Netwerkaansluiting— Hiermee kunt u uw computer op een netwerk of
breedbandapparaat aansluiten.
8-in-1 mediakaartlezer— Biedt een snelle en eenvoudige manier om
digitale foto´s, muziekbestanden, video´s en documenten te raadplegen en te delen.
Raadpleeg voor informatie over ondersteunde kaarten het gedeelte "Specicaties" op
pagina 95.
IEEE 1394-aansluiting— Hierop kunt u seriële multimedia-apparatuur zoals
digitale videocamera’s aansluiten.
Sleuf voor SIM-kaart — Stelt u ertoe in staat een SIM (Subscriber Identity Module)
te installeren om door het internet te bladeren, e-mail te controleren en verbinding te
maken met een virtueel particulier netwerk (VPN). U moet verbinding hebben met het
netwerk van uw mobiele provider om het internet te kunnen gebruiken.
25
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
Functies aan rechterzijde
26
12
1
2
3
Connectoren audio uit/koptelefoon (2) — Hiermee sluit u een koptelefoon,
speaker of geluidssysteem aan.
Audio uit-/koptelefoonaansluitingen — Hierop kunt u een koptelefoon, speaker
of geluidssysteem aansluiten.
USB 3.0-aansluitingen (2)— Deze aansluitingen zorgen voor een snellere
gegevensoverdracht tussen uw computer en USB-apparatuur.
3
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
Functies aan achterzijde
1
1
Aansluiting voor netadapter— Hierop kunt u een netadapter aansluiten om de
computer van stroom te voorzien en de batterij op te laden.
27
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
Beeldschermfuncties
2
1
28
4
3
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
1Linker digital array-microfoon — Wordt gecombineerd met de rechter digital
array-microfoon om geluid van een hoogwaardige kwaliteit voor videochats en
spraakopnames te bieden.
2 Camera — Ingebouwde camera voor het maken van video-opnamen,
videovergaderingen en chatsessies.
3 Lampje camera-activiteit — Geeft aan of de camera aan of uit staat. Een aanhoudend
wit lampje duidt op camera-activiteit.
4 Rechter digital array-microfoon — Wordt gecombineerd met de linker digital
array-microfoon om geluid van een hoogwaardige kwaliteit voor videochats en
spraakopnames te bieden.
29
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
Computerbasis en toetsenbordfuncties
12
3
4
56
30
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
1Aan/uit-knop — U zet de computer aan of uit door op deze knop te drukken. Zie voor
meer informatie het gedeelte "Aan/uit-knop" op pagina 32.
2
3
4 Toetsenbord met achtergrondverlichting — Het toetsenbord is met
5 Touchpad-knoppen (2) — Bieden functies die overeenkomen met de linker- en
6 Touchpad — Biedt de functionaliteit van een muis, zodat gebruikers de cursor kunnen
Statuslampje voor de Caps lock-toets — Brandt als de Caps Lock-toets is
geactiveerd.
Statuslampje voor draadloze activiteit —Brandt als de draadloze functie is
geactiveerd.
achtergrondverlichting uitgerust voor extra zichtbaarheid in omgevingen waar weinig
of geen licht aanwezig is. U kunt de kleuren en effecten aanpassen met behulp van de
AlienFX-software die in het Alienware Command Center beschikbaar is. Raadpleeg voor
meer informatie het gedeelte "Alienware Command Center" op pagina 38.
rechtermuisknop.
verplaatsen, geselecteerde items kunnen verslepen en neerzetten en op items klikken
door het oppervlak aan te tippen.
31
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
Aan/uit-knop
U kunt deze knop programmeren om bewerkingen uit te voeren zoals het afsluiten van het
besturingssysteem of het activeren van de stand-bymodus. Zie voor meer informatie over
het programmeren van deze knop het gedeelte Energiebeheer in het Conguratiescherm van
Microsoft Windows.
De aan/uit-knop bevindt zich in het midden van de scharnierkap. Zie voor informatie over
de exacte locatie van de lampjes het gedeelte "Computerbasis en toetsenbordfuncties" op
pagina 30.
De kleur van de AlienHead-rand geeft de energiestatus aan. De kleur die gebruikt wordt om de
energiestatus aan te geven kan worden gewijzigd in de AlienFX-software.
32
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
Op de netadapter:
Blauw of aangepaste netvoedingskleur De batterij is volledig geladen.
Blauw of aangepaste netvoedingskleur
die in wit overgaat of aangepaste
batterijkleur
Blauwe of aangepaste
netvoedingskleur die in zwart overgaat
Op de batterij:
Oranje of aangepaste batterijkleurDe batterij is volledig geladen.
Oranje of aangepaste batterijkleur die
in zwart overgaat
Knipperend oranje of aangepaste
batterijkleur
Raadpleeg het gedeelte Energiebeheer in het Conguratiescherm van Microsoft Windows
voor meer informatie over de stand-bymodus en slaapstand.
De computer is in- of uitgeschakeld
en de batterij wordt opgeladen.
De computer bevindt zich in standbymodus.
De computer bevindt zich in de
stand-bymodus
De batterij begint leeg te raken.
33
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
Functietoetsen
OPMERKING: Afhankelijk van de conguratie van de door u aangeschafte laptop zijn er
aan sommige van de functietoetsen geen taken toegewezen.
De toets <Fn> bevindt zich links onderin op het toetsenbord, en wordt in combinatie met
andere toetsen gebruikt om bepaalde functies te activeren. Houd de toets <Fn> samen met
de hieronder beschreven toets ingedrukt:
F1 — Bureaublad uitbreiden
Druk op <Fn><F1> om het venster met de schermresolutie te openen, het
bureaublad uit te breiden naar een externe monitor of de beeldscherminstellingen
te wijzigen.
F2 — De batterijstatus controleren
Druk op <Fn><F2> om de stroominstellingen te beheren met behulp van de
AlienFusion-software in het Alienware Command Center (zie voor meer informatie
het gedeelte "Alienware Command Center" op pagina 38).
F3 — Draadloze bediening - Hiermee kunt u de draadloze functionaliteit in- of
uitschakelen
Druk op <Fn><F3> om de draadloze functionaliteit in- of uit te schakelen
(raadpleeg voor meer informatie het gedeelte "De draadloze bediening gebruiken"
op pagina 44).
34
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
35
HOOFDSTUK 2: MET UW LAPTOP VERTROUWD RAKEN
F12 — Vooruitspoelen of volgende nummer afspelen
Druk op <Fn><F12> om vooruit te spoelen of het volgende nummer af te spelen.
PAUSE — Alienware Command Center
Druk op <Fn><PAUSE> om het Alienware Command Center te openen (zie voor
meer informatie het gedeelte "Alienware Command Center" op pagina 38).
PRT SCRN — AlienFX
Druk op <Fn><PRT SCRN> om de AlienFX-verlichting aan of uit te zetten.
AlienFX biedt u de mogelijkheid om de computerverlichting aan te passen door
een thema met de door u gewenste verlichtingsinstellingen samen te stellen.
36
CHAPTER 3: USING YOUR LAPTOP
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP
GEBRUIKEN
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Alienware Command Center
Het Alienware Command Center biedt u toegang tot de exclusieve software van Alienware. Het
is een conguratiescherm dat voortdurend kan worden opgewaardeerd. Wanneer Alienware
nieuwe programma’s publiceert, worden deze rechtstreeks gedownload naar het Command
Center waardoor u een bibliotheek kunt opbouwen met systeembeheer-, optimalisatie- en
aanpassingstools. U kunt Alienware Command Center met de toetscombinatie <Fn><PAUSE>.
Een extern beeldscherm aansluiten
Als u op groter visueel niveau wilt genieten van uw computeromgeving of u wilt uw bureaublad
groter maken, dan kunt u een extern beeldscherm aansluiten zoals een extenre monitor, een
lcd-tv of een projector.
Een beeldscherm aansluiten
Gebruik de juiste kabel voor uw computer en beeldscherm. Raadpleeg de volgende tabel om
de aansluitingen te identiceren die zich op uw computer en beeldscherm bevinden.
OPMERKING:
aansluitingen op uw computer gebruiken.
38
Wanneer u één beeldscherm aansluit, moet u slechts ÉÉN van de
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Type aansluitingComputerKabelBeeldscherm
HDMI-naar-HDMI
(HDMI-kabel)
DisplayPortnaar-DisplayPort
(DisplayPort-kabel)
DisplayPort-naar-
DVI (DisplayPort-
naar-DVI-adapter +
DVI-kabel)
OPMERKING:
via dell.com.
U kunt de DisplayPort-naar-DVI-adapter en extra HDMI-kabels aanschaffen
39
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
1. Schakel de laptop uit.
2. Schakel het beeldscherm uit en verwijder de stekker van het beeldscherm uit het
stopcontact.
3. Sluit een uiteinde van de beeldschermkabel aan op de DisplayPort- of HDMI-aansluiting
op uw Alienware-laptop.
4. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op dezelfde aansluiting op uw beeldscherm.
5. Sluit indien nodig een uiteinde van de stroomkabel op de stroomaansluiting van het
beeldscherm aan.
6. Sluit het andere uiteinde van de stroomkabel aan op een geaarde stekkerdoos of een
geaard stopcontact.
7. Schakel de laptop in en schakel vervolgens het beeldscherm in.
40
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Het bureaublad uitbreiden
1. Nadat u het externe beeldscherm hebt aangesloten, klikt u met de rechtermuisknop op
het bureaublad en selecteert u Screen resolution of drukt u op de toetsencombinatie
<Fn><F1>.
2. Pas de volgende opties aan:
a. Display — Selecteer het beeldscherm dat u wilt beheren.
b. Resolution — Selecteer de juiste beeldschermresolutie.
c. Orientation — Selecteer afhankelijk van het type beeldscherm Portrait (Staand) of
Landscape (Liggend).
d. Multiple Displays — Selecteer een van de volgende opties:
• Duplicate these displays
• Extend these displays
• Show desktop on display 1
• Show desktop on display 2
3. Klik op Apply om de wijzigingen toe te passen, en klik vervolgens op OK om het
programma af te sluiten.
41
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Gezichtsherkenning met FastAccess (optioneel)
Deze functie beveiligt uw Alienware-laptop door uw identiteit te controleren aan de hand van
uw unieke gelaatstrekken. Vervolgens voert de functie automatisch uw naam en wachtwoord
in, zodat u niet langer uw aanmeldingsgegevens hoeft in te voeren om toegang te krijgen
tot een Windows-account of een beveiligde website. Klik voor meer informatie op Start → Programma’s→ FastAccess.
Batterij
Uw laptop is uitgerust met een krachtige oplaadbare prismatische lithium-ionbatterij. De
werkduur van de batterij varieert al naar gelang de conguratie en het model van uw laptop,
de geïnstalleerde toepassingen, de beheerinstellingen en de gebruikte functies. Net als met
alle batterijen neemt ook de maximumcapaciteit van deze batterij na verloop van tijd af.
De batterijmeterlampjes op de batterij geven het oplaadniveau van de batterij aan. Wanneer
u de batterijmeter een keer indrukt, zullen de laadniveaulampjes gaan branden. Elk van de vijf
lampjes vertegenwoordigt ongeveer 20 procent van de totale batterijlading. Een voorbeeld:
als er vier lampjes branden, resteert ongeveer 60 tot 80 procent van de batterijlading. Als er
geen lampjes branden, is de batterij leeg.
42
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
1Batterijmeter
1
43
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
De draadloze afstandsbediening gebruiken
Met de draadloze afstandsbediening kunt u op snelle wijze alle draadloze functies beheren
(Bluetooth, WLAN en WWAN).
U schakelt de draadloze functionaliteit als volgt in of uit:
1. Zet de computer uit.
2. Druk op de toetsencombinatie <Fn><F3>.
3. Selecteer in het pop-upvenster de optie(s) voor het inschakelen van de draadloze
functionaliteit of vink de opties uit om de draadloze functionaliteit uit te schakelen.
4. Klik op OK.
44
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Energiebeheer
Over het energieverbruik
Om de batterijstroom zo volledig mogelijk te gebruiken is het aan te bevelen om een
basisbegrip op te doen van het energiebeheerconcept van het besturingssysteem dat op uw
laptop is geïnstalleerd.
U kunt de stroomopties van het besturingssysteem gebruiken om de stroominstellingen
van uw computer te congureren. Het op uw computer geïnstalleerde besturingssysteem
Microsoft Windows biedt drie standaardopties:
• Gebalanceerd — Deze energiebeheeroptie biedt een volledige prestatie wanneer u deze
nodig hebt, en bespaart stroom tijdens perioden van inactiviteit.
• Energiebesparing — Deze energiebeheeroptie bespaart stroom op uw computer door de
systeemprestatie te reduceren om de levensduur van de computer te maximaliseren en
de hoeveelheid stroom te reduceren die tijdens de levensduur van de computer wordt
verbruikt.
• Hoge prestaties — Deze energiebeheeroptie biedt het hoogste niveau systeemprestatie
op uw computer door de processorsnelheid aan te passen aan uw werkzaamheden en
door de computerprestatie te maximaliseren.
45
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
De instellingen voor energiebeheer aanpassen
1. Klik op Start → Conguratiescherm.
2. Selecteer Alle Conguratiescherm-onderdelen.
3. Dubbelklik op het pictogram Energiebeheer.
4. Selecteer een van de weergegeven energiebeheerschema’s. Klik op De schema-
instellingen wijzigen naast het geselecteerde energiebeheerschema om specieke
instellingen aan te passen.
Het energieverbruik verminderen
Hoewel uw laptop (samen met het besturingssysteem) in staat is om stroom te besparen,
kunt u maatregelen treffen om het energieverbruik te reduceren:
• Reduceer de intensiteit van de achtergrondverlichting van het beeldscherm. Voor een
zeer helder beeldscherm is veel energie vereist.
• Gebruik de modus Go Dark in Alienware Command Center.
46
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
nVidia Optimus-technologie
Uw Alienware M11x-laptop is uitgerust met nVidia Optimus-technologie. Deze technologie
heeft ten doel om de prestatie van uw laptop te maximaliseren, uw gebruikerservaring te
verbeteren en het gebruik van batterijstroom tot een minimum te beperken. De technologie
stelt u in staat om de grasche verwerkingscapaciteit van de ingebouwde graphic processing
unit (GPU) van Intel te combineren met de discrete nVidia GPUv tijdens het uitvoeren van
grasch intensieve toepassingen zoals 3D-spellen. De nVidia GPU wordt alleen ingeschakeld
voor vooraf ingestelde toepassingen en zorgt op deze manier voor een langere werkingsduur
van de batterij.
De Optimus-technologie wordt geactiveerd via een toepassingsproel. Wanneer een
toepassing wordt gestart, zullen de videostuurprogramma’s controleren of er een proel voor
de toepassing beschikbaar is.
• Als er een proel voor de toepassing aanwezig is, wordt de nVidia GPU ingeschakeld en
wordt de toepassing in de prestatiemodus uitgevoerd. De nVidia GPU wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer de toepassing wordt gesloten.
• Als er geen toepassingsproel aanwezig is, wordt de geïntegreerde Intel-GPU gebruikt.
De standaardlijst met toepassingsproelen wordt regelmatig door nVidia bijgewerkt en
automatisch gedownload naar uw computer wanneer u met internet bent verbonden.
U kunt ook toepassingsproelen maken voor toepassingen op uw computer. Dit kan nodig zijn
voor recent gepubliceerde computerspellen of toepassingen waarvoor nog geen standaard
toepassingsproel bestaat.
47
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
De instellingen voor toepassingsprofielen wijzigen
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer NVIDIA Control Panel.
2. Klik in het venster NVIDIA Control Panel op 3D Settings om de selectie uit te breiden (als
deze nog niet is uitgebreid) en klik dan op Manage 3D Settings.
3. Klik op het tabblad Program Settings op Add en blader naar het uitvoerbare bestand
van de toepassing (.exe). Zodra deze is toegevoegd, kunt u de instellingen voor deze
toepassing wijzigen.
Als u de instellingen voor een specieke toepassing wilt wijzigen, dient u de toepassing te
vinden in de lijst Select a program to customize. Breng vervolgens de gewenste wijzigingen
aan.
OPMERKING: Klik op Help voor meer informatie over de opties en instellingen van het
bedieningspaneel van nVidia.
48
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
De BIOS-instellingen configureren
Het systeemsetupprogramma
Met de opties van het systeemsetupprogramma, ook wel de BIOS-instellingen genoemd,
kunt u:
• De systeemconguratieinformatie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd
of verwijderd.
• Een door de gebruiker te selecteren optie instellen of wijzigen;
• De geïnstalleerde hoeveelheid geheugen weergeven of het type geïnstalleerde vaste
schijf instellen.
Voordat u gebruikmaakt van het systeemsetupprogramma, wordt u aangeraden om de
informatie in het scherm van het systeemsetupprogramma te noteren voor later.
WAARSCHUWING: U mag de instellingen van het systeemsetupprogramma alleen
wijzigen als u een ervaren computergebruiker bent. Bepaalde wijzigingen kunnen
ertoe leiden dat uw computer niet langer naar behoren functioneert.
49
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Het systeemsetupprogramma openen
1. Schakel uw laptop in of start deze opnieuw.
OPMERKING: Als een toets gedurende lange tijd wordt ingedrukt, kan dit leiden tot
een storing van het toetsenbord. Om een storing van het toetsenbord te voorkomen,
moet u in gelijkmatige intervallen op <F2> drukken totdat het hoofdmenu van het
systeemsetupprogramma verschijnt.
2. Wanneer de laptop opstart, moet u net voordat het logo van het besturingssysteem
wordt weergegeven op <F2> drukken om de BIOS Setup Utility te openen.
Als er tijdens de Power On Self Test (POST) een fout optreedt, kunt u tevens de BIOS
Setup Utility openen door desgevraagd op <F2> te drukken.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet
u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft® Windows® wordt weergegeven, uw
laptop uitschakelen en het opnieuw proberen.
De schermen van het systeemsetupprogramma
In het venster BIOS Setup Utility worden de huidige of wijzigbare conguratiegegevens
voor uw laptop weergegeven. De gegevens zijn verdeeld over vijf menu’s: Main, Advanced, Wireless, Security, Boot, and Exit.
De belangrijkste functies worden onderin het venster BIOS Setup Utility weergegeven.
De toetsen en hun functies worden binnen het actieve veld weergegeven.
50
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Opties van het systeemsetupprogramma
OPMERKING: Afhankelijk van uw computer en de daarop geïnstalleerde apparaten
worden de items in dit gedeelte mogelijk niet weergegeven of niet op exact dezelfde
wijze als hier vermeld.
OPMERKING: Raadpleeg voor de laatste informatie over het systeemsetupprogramma
de Onderhoudshandleiding op support.dell.com/manuals.
Menu Main
System Time
System Date
Alienware
Service Tag
BIOS Version
EC Version
ME Version
CPU
CPU Frequency
Geeft de systeemtijd weer.
Geeft de systeemdatum weer.
Geeft het modelnummer van uw computer weer.
Geeft het servicelabelnummer voor uw computer weer.
Geeft de BIOS-versie weer.
Geeft de versie van de EC-rmware weer.
Geeft de versie van de Intel ME-rmware weer.
Geeft het geïnstalleerde processortype weer.
Geeft de snelheid van de processor weer.
51
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Menu Main
CPU L3 Cache
Integrated
Graphics
Discrete Graphics
CPU ID
Totaal geheugen
Memory Bank 0
Memory Bank 1
Menu Advanced
Intel SpeedStep
Virtualization
Geeft de cachegrootte van de processor weer.
Geeft het type ingebouwde grasche kaart weer.
Geeft de primaire discrete grasche kaart weer die in uw
computer is geïnstalleerd.
Geeft de processor-ID weer.
Geeft de totale beschikbare geheugencapaciteit van uw
computer weer.
Geeft aan hoeveel geheugen is geïnstalleerd in DIMM 0.
Geeft aan hoeveel geheugen is geïnstalleerd in DIMM 1.
Hiermee kunt u de Intel SpeedStep-technologie te activeren
of deactiveren. Als u deze functie deactiveert, kan de prestatie
worden verbeterd, maar zal de levensduur van de batterij sterk
worden gereduceerd.
Hiermee kunt u de Intel Virtualization-technologie in- of
uitschakelen.
52
Menu Advanced
USB Emulation
USB Wake Support
USB PowerShare
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Hiermee kunt u de USB-emulatiefunctie in- en uitschakelen.
Deze functie geeft aan hoe de BIOS in de afwezigheid van een
USB-bewust besturingssysteem met USB-apparaten omgaat.
USB-simulatie is standaard geactiveerd tijdens de POST.
OPMERKING: U kunt niet opstarten van een USB-apparaat
(diskettestation, vaste schijf of geheugenkaart) wanneer deze
optie uit staat.
Biedt u de mogelijkheid om USB-apparaten in te schakelen om
de computer uit de stand-bymodus te wekken of deze functie
uit te schakelen.
OPMERKING: Als USB Powershare is ingeschakeld, wordt uw
computer mogelijk niet ‘wakker’ van een apparaat dat op de
USB PowerShare-aansluiting is aangesloten.
Hiermee activeert of deactiveert u de functie voor het opladen
van apparatuur die tijdens de batterijmodus op de USB
Powershare-aansluiting is aangesloten.
53
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Menu Advanced
Integrated Network
High Denition
Audio
SD Card Reader
CPU Turbo Mode
Performance Option
Hiermee kunt u de geïntegreerde LAN-controller in- en
uitschakelen.
• Disabled: Het geïntegreerde LAN staat uit en is niet
• Enabled: Het geïntegreerde LAN staat aan.
Hiermee kunt u het interne audioapparaat met hoge denitie
in- of uitschakelen.
• Disabled: Het interne audioapparaat is uitgeschakeld en is
• Enabled: Het interne audioapparaat is ingeschakeld.
Hiermee kunt u de interne SD-kaartlezer activeren of
deactiveren.
Hiermee kunt u turbostand voor de Intel-processor in- of
uitschakelen.
Hiermee kunt u alle overklokfuncties activeren of deactiveren.
54
zichtbaar voor het besturingssysteem.
niet zichtbaar voor het besturingssysteem.
Menu Advanced
SATA Operation
SATA Hard Drive
Adapter Warnings
Charger Behavior
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Hiermee kunt u de werkingsmodus van de geïntegreerde
controller van de SATA-schijf congureren.
• ATA: SATA is gecongureerd voor de ATA-modus.
• AHCI: SATA is gecongureerd voor de AHCI-modus.
Geeft het model van de geïnstalleerd vaste SATA-schijf weer.
Hiermee kunt u aangeven of de computer waarschuwingen
moet weergeven wanneer u gebruikmaakt van bepaalde
netadapters. Deze waarschuwingen worden op uw computer
weergegeven als u een netadapter gebruikt die onvoldoende
capaciteit voor uw conguratie biedt.
• Disabled: Het BIOS zal niet-ondersteunde netadapters niet
waarnemen en zal hiervoor geen waarschuwingen op het
scherm weergeven.
• Enabled: De BIOS zal niet-ondersteunde netadapters
detecteren en een overeenkomstige waarschuwing op het
scherm weergeven.
Hiermee kunt u het opladen van de batterij in- of uitschakelen.
55
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Menu Wireless
Bluetooth
Wireless Network
WWAN
Wireless Switch/
Hotkey
Hiermee kunt u het interne Bluetooth-apparaat in- en
uitschakelen.
• Disabled: Het interne Bluetooth-apparaat staat uit en is niet
• Enabled: Het interne Bluetooth-apparaat staat aan.
Hiermee kunt u het interne draadloze apparaat activeren of
deactiveren.
• Disabled: Het interne draadloze apparaat staat uit en is niet
• Enabled: Het interne draadloze apparaat is ingeschakeld.
Hiermee kunt u het interne WWAN-apparaat in- of
uitschakelen.
Hiermee kunt u alle interne draadloze voorzieningen activeren
of deactiveren.
56
zichtbaar voor het besturingssysteem.
zichtbaar voor het besturingssysteem.
Menu Security
Supervisor
Password
User Password
Set Service Tag
Set Supervisor
Password
Set User Password
Computrace
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Geeft weer of het supervisorwachtwoord is ingeschakeld of niet.
Geeft weer of het gebruikerswachtwoord is ingeschakeld of niet.
Hiermee kunt u het servicelabelnummer voor uw computer
instellen indien deze nodig niet is ingesteld.
Hiermee kunt u het supervisorwachtwoord instellen. Het
supervisorwachtwoord is van toepassing op de toepassing tot
het systeemsetupprogramma.
Hiermee kunt u het gebruikerswachtwoord instellen. De
bedieningsopties voor het gebruikerswachtwoord zijn van
toepassing op de toegang tot de computer tijdens het
opstarten.
Hiermee kunt u de beveiligingsfunctie Computrace op uw
computer activeren of deactiveren.
57
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Menu Boot
Gebruik de toetsen <F5> en <F6> om de prioriteit van de opstartapparaten te wijzigen.
U kunt kiezen uit:
• Hard Drive (Vaste schijf)
• USB Storage (USB-opslagapparaat)
• Cd/dvd/bd
• Removal Devices (Verwijderbare apparaten)
• Network (Netwerk)
Menu Exit
Exit Saving
Changes
Save Change
Without Exit
Exit Discarding
Changes
Load Optimal
Defaults
Discard Changes
Hiermee sluit u het systeemsetupprogramma af en slaat u uw
wijzigingen op in het CMOS.
Hiermee blijft u in het systeemsetupprogramma en slaat u uw
wijzigingen op in de CMOS.
Hiermee sluit u het systeemsetupprogramma af en laadt u de
oude waarden voor alle setup-items uit CMOS.
Hiermee kunt u de standaardwaarden voor alle setuponderdelen
laden.
Hiermee laadt u de vorige waarden voor alle setuponderdelen
terug vanuit het CMOS.
58
CHAPTER 4: INSTALLING AND
REPLACING COMPONENTS
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN
INSTALLEREN EN VERVANGEN
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
In dit hoofdstuk vindt u richtlijnen en instructies voor het vergroten van de rekenkracht en
opslagruimte van de computer door het opwaarderen van apparatuur. U kunt onderdelen
voor uw computer aanschaffen via dell.com of alienware.com.
OPMERKING: Zie de onderhoudshandleiding op support.dell.com/manuals voor
installatie-instructies voor alle door de gebruiker te onderhouden onderdelen. Onderdelen
die u koopt bij Dell en Alienware worden geleverd met specieke installatieaanwijzingen.
Voordat u begint
In dit gedeelte vindt u procedures voor het verwijderen en installeren van onderdelen in uw
laptop. Tenzij anders vermeld gaat elke procedure ervan uit dat er sprake is van de volgende
omstandigheden:
• U hebt de stappen uitgevoerd die zijn beschreven in het gedeelte "De computer
uitzetten" en "Voordat u binnen de computer gaat werken".
• U hebt de veiligheidsinformatie gelezen die bij uw laptop werd geleverd.
• U kunt een onderdeel vervangen of, indien los aangekocht, installeren door de
verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Voor de stappen in dit hoofdstuk hebt u misschien de volgende gereedschappen nodig:
• Kleine schroevendraaier met platte kop
• Kruiskopschroevendraaier
60
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
De computer uitzetten
WAARSCHUWING: Om gegevensverlies te voorkomen moet u alle geopende bestanden
opslaan en sluiten en alle geopende programma’s afsluiten voordat u uw laptop
uitschakelt.
1. Sla alle geopende bestanden op en sluit ze en sluit alle geopende programma’s af.
2. Klik op Start → Afsluiten.
De laptop wordt uitgeschakeld nadat het besturingssysteem is uitgeschakeld.
3. Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten uit staan. Als de
computer en de daarop aangesloten apparaten niet automatisch werden uitgeschakeld
toen u het besturingssysteem afsloot, moet u de aan/uit-knop ten minste 8 tot
10minuten ingedrukt houden totdat de computer wordt uitgeschakeld.
61
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
Voordat u binnen de laptop gaat werken
Neem de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht om de computer te beschermen tegen
mogelijke schade en om uw persoonlijke veiligheid te garanderen.
Voordat u werkzaamheden binnen uw laptop uitvoert, moet u de veiligheidsinformatie
raadplegen die bij uw laptop is geleverd. Raadpleeg voor informatie over beste
praktijken op het gebied van de veiligheid de website van Dell voor de naleving van de
wet- en regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de
componenten en de contacten op kaarten niet aan. Houd een kaart vast bij de rand.
Houd onderdelen zoals een processor vast bij de zijkant en niet bij de pinnetjes.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw
computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door
Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door u te aarden met behulp
van een aardingspolsband of door zo nu en dan een ongeverfd metalen oppervlak aan
de achterzijde van de computer aan te raken.
62
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
WAARSCHUWING: Maak een kabel los door aan de stekker of aan het treklipje
te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels hebben stekkers met
vergrendelingsklemmen. Als u kabels van dit type verwijdert, moet u de
vergrendelingsklemmen indrukken voordat u de kabel verwijdert. Houd stekkers recht
terwijl u ze loskoppelt om buiging van de stekkerpinnen te voorkomen. Ook moet u
voordat u een kabel verbindt controleren of beide aansluitingen op juiste wijze zijn
opgesteld en uitgelijnd.
WAARSCHUWING: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende
instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de
computerkap bekrast raakt.
2. Schakel uw computer uit (zie voor meer informatie het gedeelte "De computer uitzetten"
op pagina 61).
WAARSCHUWING: Om een netwerkkabel te verwijderen, moet u eerst de stekker van de
kabel uit uw computer verwijderen en vervolgens de stekker aan het andere uiteinde
van de kabel uit het netwerkapparaat verwijderen.
3. Verwijder de stekkers van alle telefoon- en netwerkkabels uit de computer.
4. Druk op eventueel geïnstalleerde kaarten in de mediakaartlezer om deze uit te werpen.
5. Haal alle stekkers van de computer en daaraan gekoppelde apparaten uit het
stopcontact.
63
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de batterij uit het
batterijcompartiment te verwijderen voordat u computeronderhoud pleegt.
6. Verwijder de batterij uit het batterijcompartiment (zie voor meer informatie het gedeelte
"De batterij vervangen" op pagina 64).
7. Druk op de aan/uit-knop om het moederbord te aarden.
De batterij vervangen
Deze batterij kan gemakkelijk worden verwijderd en teruggeplaatst. Zorg ervoor dat de laptop
op juiste wijze is uitgeschakeld voordat u de batterij vervangt.
WAARSCHUWING: Om schade aan de laptop te voorkomen mag u alleen de batterij
gebruiken die speciek voor deze Alienware-laptop is ontworpen. Gebruik geen
batterijen die voor andere Alienware- of Dell-laptops zijn bestemd.
U verwijdert de batterij als volgt:
1. Volg de aanwijzingen in het gedeelte "Voordat u begint" op pagina 60.
2. Zet de laptop uit en draai hem om.
3. Maak de acht geborgde schroeven los en verwijder de kap van het compartiment van de
vaste schijf.
64
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
1geborgde schroeven (8) 2 dekplaat onderzijde
2
1
65
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
4. Verwijder de twee schroeven waarmee de batterij aan de computerbasis is bevestigd.
5. Verwijder de stekker van de batterijkabel uit de aansluiting op het moederbord.
6. Til de batterij op en schuif deze uit de computer.
3
1
1batterij3 batterijkabel
2 schroeven (2)
Als u de batterij terug wilt plaatsen, voert u de stappen voor verwijderen in omgekeerde
volgorde uit.
2
66
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
Het geheugen opwaarderen of vervangen
Uw laptop is uitgerust met een congureerbare geheugeneenheid. De branchestandaard
JEDEC PC3-8500/PC3-10600 (DDR3) SODIMM-aansluitingen voor geheugenmodules zijn
beschikbaar om het geheugen op te waarderen. Onderstaande tabel geeft alle mogelijke
manieren weer waarop het systeemgeheugen kan worden gecongureerd.
Om de geheugenmodules te vervangen, voert u de stappen voor verwijderen uit in omgekeerde
volgorde. Wanneer u de geheugenmodule in de aansluiting aanbrengt, moet u de inkeping op
de geheugenmodule uitlijnen met het lipje op de aansluiting voor de geheugenmodule.
OPMERKING: Als u geheugenmodules op twee aansluitingen moet instaleren, moet u
een geheugenmodule op de laagste aansluiting installeren voordat u een module in de
bovenste aansluiting installeert.
OPMERKING: Als de geheugenmodule niet op juiste wijze is geïnstalleerd, start de
computer mogelijk niet meer op.
69
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
De vaste schijf opwaarderen of vervangen
Uw laptop is uitgerust met een aansluiting voor een vaste schijf.
De vaste schijf verwijderen
1. Volg de aanwijzingen in het gedeelte "Voordat u begint" op pagina 60.
2. Zet de laptop uit en zet hem ondersteboven.
3. Maak de acht geborgde schroeven los en verwijder de kap van het compartiment van de
vaste schijf.
4. Verwijder de batterij (zie "De batterij vervangen" op pagina 64).
5. Verwijder de drie schroeven waarmee de vaste schijf aan de computerbasis is bevestigd.
6. Gebruik het treklipje om de vaste schijf uit de aansluiting op het moederbord te
verwijderen.
7. Til de vaste schijf uit de computerbasis omhoog.
70
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
3
2
1
1borgschroeven (3)3 treklipje
2 vaste schijf
8. Verwijder de vier schroeven waarmee de vaste schijf aan de vaste-schijfbeugel is bevestigd.
9. Til de vaste-schijfbeugel uit de vaste schijf zoals hierboven afgebeeld.
71
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
3
1vaste-schijfbeugel3 vaste schijf
2 schroeven (4)
72
2
1
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
10. Verwijder het tussenzetstuk van de vaste schijf.
1
2
1vaste schijf2 tussenzetstuk
Voer de verwijderingsprocedure in de omgekeerde volgorde uit om de vaste schijf te
vervangen.
73
HOOFDSTUK 4: COMPONENTEN INSTALLEREN EN VERVANGEN
74
CHAPTER 5: TROUBLESHOOTING
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN
OPLOSSEN
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Basisaanwijzingen en tips
• De computer gaat niet aan: Is de kabel van uw netadapter op juiste wijze op een werkend
stopcontact aangesloten? Indien aangesloten op een stekkerdoos, werkt de stekkerdoos
goed?
• Aansluitingen: Controleer alle kabels op losse verbindingen.
• Energiebeheer: Controleer of uw laptop zich niet in de stand-bymodus of slaapstand
bevindt door de aan/uit-knop gedurende minder dan 4 seconden in te drukken. De kleur
van het lampje van de aan/uit-knop wijzigt van blauw naar zwart in de stand-bymodus.
In de slaapstand staat dit lampje uit.
• Helderheid: Controleer de helderheid van het beeldscherm en stel deze bij met behulp
van de toetsencombinatie <Fn><F4> of <Fn><F5>.
• Weergavekeuze: Druk op de toetsencombinatie <Fn><F1> om te controleren dat de
laptop zich niet in de beeldschermmodus "Alleen extern" bevindt.
• Gebruik alleen de netadapter die bij uw laptop werd geleverd.
76
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Back-ups en algemeen onderhoud
• Maak regelmatig een back-up van uw belangrijkste gegevens en bewaar exemplaren
van het besturingssysteem en uw software op een veilige locatie. Vergeet niet om de
serienummers op te schrijven als u ze buiten de originele dozen bewaart, bijvoorbeeld in
een cd-map.
• Gebruik onderhoudsprogramma’s zo vaak mogelijk. U kunt de programma’s zo instellen
dat ze draaien op momenten dat u uw computer niet gebruikt. U kunt de programma’s
gebruiken die bij uw besturingssysteem horen, of u kunt hiervoor krachtiger speciale
programma’s aanschaffen.
• Schrijf wachtwoorden op en bewaar ze op een veilige plek (niet in de buurt van uw
computer). Dit is vooral belangrijk als u het BIOS en besturingssysteem van uw computer
met een wachtwoord wilt beveiligen.
• Documenteer belangrijke instellingen zoals die van netwerk, inbelverbinding, e-mail en
internet.
77
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Wanneer u problemen op uw computer op probeert te lossen, volg dan altijd de
volgende veiligheidsrichtlijnen:
• Raak, voordat u interne componenten van uw computer aanraakt, een ongeverfd deel van
de behuizing aan. Hierdoor voert u statische elektriciteit af die uw computer zou kunnen
beschadigen.
• Zet uw computer en aangesloten randapparatuur uit.
• Verwijder de stekkers van alle randapparatuur.
Wat u moet controleren:
• Controleer of de kabel van de netadapter op juiste wijze is aangesloten tussen uw
computer en een werkend en geaard stopcontact. Controleer of het stopcontact werkt.
• Controleer of de UPS of de stekkerdoos is ingeschakeld (indien van toepassing).
• Als uw randapparatuur (bijv. toetsenbord, muis, printer enz.) niet werken, controleer dan
of alle aansluitingen goed vast zitten.
• Als er voorafgaand aan het probleem computeronderdelen werden toegevoegd of
verwijderd, moet u controleren of u de installatie- of verwijderingsprocedures naar
behoren hebt uitgevoerd.
• Als er een foutmelding op het scherm verschijnt, dient u deze exact over te schrijven
voordat u de technische ondersteuning van Alienware belt voor hulp bij diagnose en
oplossen van uw probleem.
• Als er een fout optreedt binnen een speciek programma, moet u de documentatie voor
het programma raadplegen.
78
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Diagnostische hulpprogramma`s
Enhanced Pre-Boot System Assessment (ePSA)
De computer voert de Enhanced Pre-boot System Assessment (ePSA) uit. Dit is een reeks van
tests van het moederbord, het toetsenbord, het beeldscherm, het geheugen, de vaste schijf
enzovoort.
U kunt de ePSA als volgt starten:
1. Start of herstart de computer.
2. Schakel de laptop uit en start deze opnieuw. Druk zodra het Alienware-logo verschijnt op
<F12>.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet
u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft® Windows® wordt weergegeven. Zet
vervolgens de computer uit en probeer het opnieuw.
3. Selecteer Diagnostics in het menu en druk op <Enter>.
4. Volg de instructies op het scherm.
Als een fout wordt gedetecteerd, stopt de computer en klinkt een geluidssignaal afgeven.
• Als u de test wilt stoppen en de computer opnieuw wilt opstarten, drukt u op <n>;
• Als u met de volgende test wilt verdergaan, drukt u op <y>;
• Om het onderdeel waarop een storing is opgetreden nogmaals te testen, drukt u op <r>.
79
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Als er tijdens de ePSA storingen worden gedetecteerd, moet u de foutcode(s) noteren en
contact opnemen met Alienware (zie voor meer informatie het gedeelte "Contact opnemen
met Alienware" op pagina 113).
Als de ePSA zonder problemen is voltooid, zal de volgende melding op het scherm worden
weergegeven: "Do you want to run the remaining memory tests? This will take about 30 minutes or more. Do you want to continue? (Recommended)."
In het geval van geheugenproblemen drukt u op <y>. Zo niet, dan drukt u op <n>. Hierop
wordt de volgende melding weergegeven: "Enhanced Pre-boot System Assessment complete."
Druk op <o> om uw computer opnieuw te starten.
80
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Oplossingen voor veel voorkomende problemen
Problemen tijdens het opstarten van de computer
De computer komt de POST niet door
De Power On Self Test (POST) controleert of de computer voldoet aan alle systeemvereisten
en dat alle hardware naar behoren werkt voordat het systeem verder gaat met de rest van het
opstartproces. Als de POST slaagt, zal de computer normaal verder opstarten. Als de POST
echter mislukt, piept de computer een keer ten teken van een algemene fout en er verschijnt
een foutmelding. Neem voor hulp contact op met de technische ondersteuning van Alienware
(zie het gedeelte "Contact opnemen met Alienware" op pagina 113).
De computer reageert niet meer, of er verschijnt een diepblauw scherm
WAARSCHUWING: Als u het besturingssysteem niet normaal kunt afsluiten, bestaat
de kans dat u gegevens kwijtraakt.
Als de computer niet reageert op het indrukken van een toets op uw toetsenbord of het
bewegen van uw muis, moet u de aan/uit-knop gedurende ten minste 6 seconden ingedrukt
houden totdat de computer wordt uitgeschakeld en de computer vervolgens opnieuw
opstarten.
OPMERKING: Het programma chkdsk wordt mogelijk uitgevoerd wanneer u de computer
opnieuw start. Volg de instructies op het scherm.
81
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Softwareproblemen
Een programma reageert niet meer of loopt herhaaldelijk vast
Beëindig het programma:
1. Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Shift><Esc>.
2. Klik op het tabblad Toepassingen en selecteer het programma dat niet meer reageert.
3. Klik op Taak beëindigen.
Controleer de softwaredocumentatie.
Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeert u het
opnieuw.
Een programma is ontwikkeld voor een eerdere versie van Microsoft
Windows
Voer de Wizard Programmacompatibiliteit uit:
De Wizard Programmacompatibiliteit is in staat om programma’s op zodanige wijze te
congureren dat deze in een omgeving draaien die vergelijkbaar is met eerdere versies van
Microsoft Windows.
82
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
1. Klik op Start →Conguratiescherm→ Programma’s→ Programma’s en functies→
Een ouder programma met deze versie van Windows gebruiken.
2. Klik in het welkomstscherm op Volgende.
3. Volg de instructies op het scherm.
Andere softwareproblemen
Maak meteen een back-up van uw bestanden.
Gebruik een antivirusprogramma om de vaste schijf of cd’s te controleren.
Bewaar al uw gegevens, sluit al uw programma's en sluit de computer af via het menu Start.
Scan de computer op spyware:
Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of als er problemen
zijn met het opzetten van een internetverbinding, is uw computer mogelijk geïnfecteerd
met spyware. Gebruik een virusscanner met bescherming tegen spyware (mogelijk is voor
uw programma een upgrade nodig) om de computer te scannen en eventuele spyware te
verwijderen.
Voer de diagnostische tests van de ePSA uit:
Als alle tests met succes zijn afgewerkt, is de foutmelding het gevolg van een softwareprobleem.
83
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Raadpleeg de documentatie voor de software of neem contact op met de softwarefabrikant
voor informatie met betrekking tot probleemoplossing:
• Ga na of het programma compatibel is met het besturingssysteem dat op de computer is
geïnstalleerd.
• Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor de software.
Zie de softwarehandleiding voor informatie.
• Controleer of het programma op juiste wijze is geïnstalleerd en gecongureerd.
• Controleer of de stuurprogramma’s voor het apparaat geen conict hebben met het
programma.
• Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeert u het
opnieuw.
84
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen met vaste schijven
Laat de computer afkoelen voordat u deze aanzet.
Een verhitte vaste schijf kan ervoor zorgen dat het besturingssysteem niet opstart. Probeer
de computer naar kamertemperatuur terug te laten keren voordat u deze aanzet.
Voer Check Disk uit
1. Klik op Start → Computer.
2. Klik met de rechtermuisknop op Lokale schijf C:.
3. Klik op Eigenschappen→ Extra→ Nu controleren.
Als het venster Gebruikersaccount wordt weergegeven, klikt u op Doorgaan.
4. Volg de instructies op het scherm.
85
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Geheugenproblemen
Tijdens het opstarten worden er geheugenfouten gedetecteerd
Controleer de geheugenmodules. Zitten ze goed vast en zijn ze in de goede richting geplaatst?
Breng de geheugenmodules indien van toepassing opnieuw aan (zie het gedeelte "Het
geheugen opwaarderen of vervangen" op pagina 67).
Problemen met het beeldscherm
Als het beeldscherm leeg is
OPMERKING: Als u gebruik maakt van een programma waarvoor een hogere resolutie is
vereist dan de resolutie die door uw computer wordt ondersteund, raden wij u aan om
een externe monitor op uw computer aan te sluiten.
De computer bevindt zich mogelijk in een energiebesparende stand.
Druk op een toets op het toetsenbord of druk op de aan/uit-knop om de computer uit de
stand-bymodus te halen.
Het videobeeld wisselen:
Als uw computer is verbonden met een externe monitor, drukt u op <Fn><F1> om het
videobeeld naar het beeldscherm over te schakelen.
86
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen met de stroomvoorziening
De computer wordt niet ingeschakeld wanneer u de aan/uit-knop drukt
• Als de netadapter op een stroomstootbeveiliging of UPS is aangesloten, moet u
controleren of de stroomstootbeveiliging of UPS op juiste wijze is aangesloten op een
stopcontact, is ingeschakeld en naar behoren werkt.
• Controleer of het stopcontact goed werkt door een ander apparaat te proberen,
bijvoorbeeld een radio of lamp waarvan u weet dat die werkt. Als het stopcontact niet
werkt, moet u contact opnemen met een elektriciën of uw energiebedrijf voor verdere
hulp.
• Neem contact op met de technische ondersteuning van Alienware als het probleem
aanhoudt (zie "Contact opnemen met Alienware" op pagina113).
87
HOOFDSTUK 5: PROBLEMEN OPLOSSEN
88
CHAPTER 6: SYSTEM RECOVERY
HOOFDSTUK 6: SYSTEEMHERSTEL
HOOFDSTUK 6: SYSTEEMHERSTEL
AlienRespawn
VOORZICHTIG: Als u AlienRespawn gebruikt, zullen alle programma’s of
stuurprogramma’s die u na aanschaf van uw computer hebt geïnstalleerd permanent
worden verwijderd. Maak back-upschijven van toepassingen die u op uw computer
wilt installeren alvorens u AlienRespawn gebruikt. Gebruik AlienRespawn alleen als
Systeemherstel het probleem met het besturingssysteem niet heeft verholpen.
VOORZICHTIG: Hoewel AlienRespawn is ontwikkeld om de gegevensbestanden op
uw computer te behouden, verdient het de aanbeveling om een back-up van uw
gegevensbestanden te maken alvorens u AlienRespawn gebruikt.
U kunt AlienRespawn gebruiken om de vaste schijf te herstellen naar de staat waarin deze
verkeerde toen u uw computer aanschafte. Hierbij blijven uw gegevensbestanden bewaard.
AlienRespawn biedt u de mogelijkheid om een back-up van uw computer te maken en deze te
herstellen naar een eerdere werkingstoestand.
90
HOOFDSTUK 6: SYSTEEMHERSTEL
AlienRespawn Basic
Zo herstelt u de fabriekskopie zonder gegevensbestanden te verliezen:
1. Zet de computer uit.
2. Verwijder de stekkers van alle apparaten uit de aansluitingen van de computer (zoals het
USB-station, USB-printers enzovoort) en verwijder alle recentelijk toegevoegde interne
hardware.
OPMERKING: Verwijder de stekker van de netadapter niet uit de computer.
3. Zet de computer uit.
4. Druk zodra het Alienware-logo verschijnt meerdere keren op <F8> om het venster
Advanced Boot Options (geavanceerde opstartopties) te openen.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt,
moet u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft Windows. Zet de computer
vervolgens uit en probeer het opnieuw.
5. Selecteer Repair your computer.
6. Selecteer AlienRespawn and Emergency Backup in het menu System Recovery Options
en volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Het herstelproces kan een uur of langer duren, afhankelijk van hoeveel
gegevens hersteld moeten worden.
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over AlienRespawn knowledge base-
• Een back-up van uw computer kunt maken en herstellen op basis van bestandstypen;
• Back-ups van bestanden kunt maken op een lokaal opslagapparaat;
• Automatische back-ups kunt plannen.
U kunt als volgt opwaarderen naar AlienRespawn Professional:
1. Dubbelklik op het pictogram van AlienRespawn in het systeemvak van het
bureaublad.
2. Klik op Upgrade Now!.
3. Volg de instructies op het scherm.
92
HOOFDSTUK 6: SYSTEEMHERSTEL
Dell DataSafe Online Backup (optioneel)
OPMERKING: Dell DataSafe Online wordt alleen ondersteund door Windowsbesturingssystemen.
OPMERKING: Voor snelle upload- en downloadsnelheden is een breedbandverbinding
aanbevolen.
Dell DataSafe Online is een geautomatiseerde back-up- en hersteldienst waarmee u uw
gegevens en andere belangrijke bestanden kunt beveiligen tegen calamiteiten zoals diefstal,
brand of natuurrampen. U hebt toegang tot de dienst vanaf uw computer door middel van
een account die is beveiligd met een wachtwoord.
Ga voor meer informatie naar delldatasafe.com.
U plant als volgt back-ups:
1. Dubbelklik op het pictogram Dell DataSafe Online op de taakbalk.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
93
HOOFDSTUK 6: SYSTEEMHERSTEL
Mijn Dell-downloads
OPMERKING: Mijn Dell-downloads zijn niet overal ter wereld beschikbaar.
Bij sommige software die vooraf op uw computer is geïnstalleerd is mogelijk geen back-up-cd
of -dvd geleverd. Deze software is beschikbaar op de internetpagina Mijn Dell-downloads. Op
deze website kunt u beschikbare software downloaden om deze opnieuw te installeren of om
een back-upschijf te maken.
Zo registreert u zich voor Mijn Dell-downloads:
1. Ga naar DownloadStore.dell.com/media.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om u te registreren en de software te downloaden.
3. Installeer de software opnieuw of maak een back-upschijf voor toekomstig gebruik.
94
CHAPTER 7: BASIC SPECIFICATIONS
HOOFDSTUK 7: SPECIFICATIES
HOOFDSTUK 7: SPECIFICATIES
Computermodel
Alienware M11x-R3
Afmetingen
Hoogte
(voorkant en achterkant)
Breedte285,7 mm
Diepte233,3 mm
Gewicht met batterij met
8 cellen (vanaf)
Systeeminformatie
ProcessorIntel Core i5 ULV (2e generatie)
L2-cache256 kB
L3-cachetot 4 MB
32,7 mm
2,0 kg
OPMERKING: Het gewicht van uw laptop kan al
naar gelang de door u bestelde conguratie en de
productievariabiliteit verschillen.
Intel Core i7 ULV (2e generatie)
96
HOOFDSTUK 7: SPECIFICATIES
Systeeminformatie
Busklok100 Mhz
Chipset van de computerMobile Intel QS67 Express-chipset
SDRAM-busbreedteeen of twee 64-bits kanalen van DDR3-geheugen tot