Daikin RBLQ05CAV3, RBLQ07CAV3, RDLQ05CAV3, RDLQ07CAV3 Installation manuals [nl]

Installatiehandleiding
ROTEX HPSU lage-temperatuur monobloc
RBLQ05CAV3 RBLQ07CAV3  RDLQ05CAV3 RDLQ07CAV3
Installatiehandleiding
ROTEX HPSU lage-temperatuur monobloc
Nederlands

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

1 Over de documentatie 3

1.1 Over dit document ..................................................................... 3

2 Over de doos 3

2.1 Buitenunit .................................................................................. 3
2.1.1 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen..... 3
3 Voorbereiding 4
3.1 De installatieplaats voorbereiden .............................................. 4
3.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit
geïnstalleerd wordt...................................................... 4
3.2 De waterleidingen voorbereiden................................................ 4
3.2.1 Het watervolume en waterdebiet controleren ............. 4
3.3 De elektrische bedrading voorbereiden..................................... 5
3.3.1 Overzicht van de elektrische verbindingen voor de
uitwendige en inwendige stelmotoren......................... 5
4 Installatie 5
4.1 De units openen ........................................................................ 5
4.1.1 De buitenunit openen.................................................. 5
4.1.2 Het deksel van de schakelkast van de buitenunit
openen ........................................................................ 5
4.2 De buitenunit monteren ............................................................. 5
4.2.1 De installatiestructuur voorzien................................... 5
4.2.2 De buitenunit installeren ............................................. 6
4.2.3 Afvoer voorzien........................................................... 7
4.2.4 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen..... 7
4.3 De waterleidingen aansluiten .................................................... 8
4.3.1 De waterleidingen aansluiten...................................... 8
4.3.2 Het watercircuit tegen vorst beschermen.................... 8
4.3.3 Het watercircuit vullen................................................. 9
4.3.4 De waterleidingen isoleren.......................................... 9
4.4 De elektrische bedrading aansluiten ......................................... 9
4.4.1 De elektrische bekabeling op de buitenunit
aansluiten.................................................................... 9
4.4.2 De hoofdvoeding aansluiten ....................................... 10
4.4.3 De gebruikersinterface aansluiten .............................. 10
4.4.4 De afsluiter aansluiten ................................................ 11
4.4.5 De pomp van het warm tapwater aansluiten............... 12
5 Configuratie 12
5.1 Overzicht: Configuratie.............................................................. 12
5.1.1 De meest gebruikte commando's bereiken................. 12
5.2 Basisconfiguratie ....................................................................... 13
5.2.1 Snelle wizard: Taal / tijd en datum.............................. 13
5.2.2 Snelle wizard: Standaard............................................ 13
5.2.3 Snelle wizard: Opties .................................................. 13
5.2.4 Snelle wizard: Capaciteiten (energiemeting) .............. 15
5.2.5 De regeling van de ruimteverwarming/-koeling........... 15
5.2.6 Het warm tapwater regelen......................................... 16
5.2.7 Contact/helpdesknummer........................................... 17
5.3 Menustructuur: Overzicht installateurinstellingen...................... 18
6 Inbedrijfstelling 19
6.1 Checklist vóór inbedrijfstelling ................................................... 19
6.2 Checklist tijdens inbedrijfstelling................................................ 19
6.2.1 Ontluchten................................................................... 19
6.2.2 Proefdraaien ............................................................... 20
6.2.3 Stelmotoren proefdraaien ........................................... 20
6.2.4 De dekvloer van de vloerverwarming drogen ............. 20
7 Aan de gebruiker overhandigen 21
7.1 Over vergrendelen en ontgrendelen.......................................... 21
Een functievergrendeling activeren of deactiveren ................... 21
De toetsvergrendeling in- of uitschakelen ................................. 21
8.1 Bedradingsschema..................................................................... 22
8.1.1 Bedradingsschema: Buitenunit .................................... 22
1 Over de documentatie

1.1 Over dit document

Bedoeld publiek
Erkende installateurs
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:
Algemene veiligheidsmaatregelen:
▪ Veiligheidsinstructies die u moet lezen vooraleer tot de
installatie over te gaan
▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
Installatiehandleiding van de buitenunit:
▪ Installatieaanwijzingen
▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
Installatiehandleiding van de bedieningskast:
▪ Installatieaanwijzingen
▪ Formaat: Papier (in de doos van de bedieningskast)
Installatiehandleiding van de kast met opties:
▪ Installatieaanwijzingen
▪ Formaat: Papier (in de doos van de optiekast )
Installatiehandleiding van de back-upverwarming:
▪ Installatieaanwijzingen
▪ Formaat: Papier (in de doos van de back-upverwarming)
Uitgebreide handleiding voor de installateur:
▪ Voorbereiding van de installatie, technische kenmerken, goede
praktijken, referentiegegevens enz.
▪ Formaat: Digitale bestanden op de ROTEX-startpagina
Bijlageboek met optionele uitrustingen en apparatuur:
▪ Additionele informatie over hoe optionele uitrustingen en
apparatuur te installeren
▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit) + Digitale
bestanden op de startpagina ROTEX
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale ROTEX-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.
2 Over de doos

2.1 Buitenunit

2.1.1 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen

1 Open de buitenunit.
8 Technische gegevens 22
RBLQ+RDLQ05+07CAV3 ROTEX HPSU lage-temperatuur monobloc 4P417248-1A – 2016.02
Installatiehandleiding
3

3 Voorbereiding

a b c d
fe g
≤1200
>250/400
>250/400
>250
>350
>350
(mm)(mm)
a
b
b
a
INFORMATIE
Indien op de unit afsluiters werden geplaatst, voorzie een ruimte van minimum 400 mm rond de kant van de luchtinlaat. Indien op de unit GEEN afsluiters werden geplaatst, voorzie een ruimte van minimum 250mm.
Indien het systeem een warmtapwatertank bevat, moet aan de volgende vereisten worden voldaan:
2 Neem de accessoires eruit.
a Algemene veiligheidsmaatregelen
b Bijlageboek met optionele uitrustingen en apparatuur
c Installatiehandleiding van de buitenunit
d Gebruiksaanwijzing
e Afdichtingsring voor afsluiter
f Afsluiter
g Montageplaat van de unit
Maximum toegestane afstand
tussen de buitenunit en …
tank voor warm tapwater 10m 3-wegsklep 10m
De buitenunit is ontworpen om alleen buiten te worden geïnstalleerd bij omgevingstemperaturen van 10~43°C in de stand voor koeling, van –25~25°C in de stand voor ruimteverwarming en van –25~35°C in de stand voor de bereiding van warm tapwater.
Afstand

3.2 De waterleidingen voorbereiden

3.2.1 Het watervolume en waterdebiet controleren

Minimum watervolume
Als Dan
Het systeem bevat een back­upverwarming
Het systeem bevat GEEN back­upverwarming
(a) Het inwendig watervolume van de buitenunit is NIET
inbegrepen.
OPMERKING
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingslus geregeld wordt door op afstand bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum watervolume behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Minimum debiet
Controleer of het minimum debiet (vereist tijdens ontdooien/back­upverwarming) in de installatie gegarandeerd is in alle omstandigheden.
Het minimum watervolume bedraagt 10l
Het minimum watervolume bedraagt 20l
(a)
(a)
3 Voorbereiding

3.1 De installatieplaats voorbereiden

3.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt

Houd rekening met de volgende richtlijnen inzake de benodigde ruimte:
Installatiehandleiding
4
a Luchtuitlaat
b Luchtinlaat
OPMERKING
Indien glycol in het watercircuit werd toegevoegd en de temperatuur van het watercircuit is laag, zal het debiet NIET op het scherm van de gebruikersinterface worden weergegeven. In dat geval kan het minimum debiet met een pomptest worden gecontroleerd (controleer of storing 7H NIET op het scherm van de gebruikersinterface wordt weergegeven).
OPMERKING
Wanneer de circulatie in alle of bepaalde ruimteverwarmingslussen geregeld wordt door op afstand bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum debiet behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn. Indien het minimum debiet niet kan worden bereikt, zal er een debietfout 7H worden gegenereerd (geen verwarming/ bediening).
Zie de uitgebreide handleiding voor de installateur voor meer informatie.
Minimum nodig waterdebiet
05+07 modellen 12l/min
RBLQ+RDLQ05+07CAV3
ROTEX HPSU lage-temperatuur monobloc
4P417248-1A – 2016.02
Zie de aanbevolen procedure zoals beschreven in "6.2 Checklist
1
2
a
tijdens inbedrijfstelling"op pagina19.

3.3 De elektrische bedrading voorbereiden

3.3.1 Overzicht van de elektrische verbindingen voor de uitwendige en inwendige stelmotoren

4 Installatie

Onderde
el
Elektrische voeding van de buitenunit
1 Elektrische voeding
2 Elektrische voeding
Gebruikersinterface
3 Gebruikersinterface 2
Optionele apparatuur
4 Afstandbuitensensor 2
Ter plaatse te voorziene onderdelen
5 Pomp voor warm
6 Bediening van de
Doorverbindingskabel
7 Doorverbindingskabel
Beschrijving Draden Maximumstr
2+GND
voor buitenunit
2 6,3A
met normaal kWh-tarief
2
tapwater
2 ruimteverwarming/­koeling (of afsluiter)
2 tussen de buitenunit en de regelkast
(a) Zie naamplaatje op buitenunit. (b) Kabeldoorsnede 0,75mm² tot 1,25mm²; maximumlengte:
500m. Geschikt om zowel de enkele gebruikersinterface
als de dubbele gebruikersinterface aan te sluiten. (c) Minimum kabeldoorsnede 0,75mm². (d) Kabeldoorsnede 0,75mm² tot 1,25mm²; maximumlengte:
20m. (e) Indien klepkit EKMBHBP1 een onderdeel van het systeem
is, dan moet de kabeldoorsnede 0,75mm² bedragen.
Indien klepkit EKMBHBP1 GEEN onderdeel van het
systeem is, dan moet de kabeldoorsnede minimum
0,75mm² bedragen.
OPMERKING
Meer technische specificaties van de verschillende verbindingen staan vermeld op de binnenzijde van de buitenunit.
4 Installatie
(a)
(b)
(c)
(c)
(e)
(d)
oom in functie

4.1.2 Het deksel van de schakelkast van de buitenunit openen

4.2 De buitenunit monteren

4.2.1 De installatiestructuur voorzien

INFORMATIE
Voor meer informatie over de beschikbare opties, neem contact op met uw verdeler.
Indien de unit rechtstreeks op de vloer wordt geïnstalleerd, maak dan als volgt 4sets klaar van M8 of M10 ankerbouten, moeren en sluitringen (ter plaatse te voorzien):
INFORMATIE
De maximumhoogte van het bovenste uitstekend deel van de bouten bedraagt 15mm.
OPMERKING
Maak met moeren en harssluitringen (a) de buitenunit vast op de ankerbouten. Indien de bekleding van de plaats waarop de buitenunit wordt vastgemaakt, afschilfert of loskomt, zullen de moeren gemakkelijk roesten.

4.1 De units openen

4.1.1 De buitenunit openen

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
RBLQ+RDLQ05+07CAV3 ROTEX HPSU lage-temperatuur monobloc 4P417248-1A – 2016.02
Installatiehandleiding
5
4 Installatie
283
<100
(mm)
<100
330
>300
740
(mm)
<150
<150
a
330
>300
283
740
0 mm
>100
>250/400
>300
>250/400
(mm)
a
Voorzie in ieder geval minstens 300mm vrije ruimte onder de unit. Zorg daarbij ervoor dat de unit minstens 100 mm boven de maximale sneeuwhoogte staat.
a Maximale sneeuwhoogte
De unit kan ook op beugels tegen de muur worden geplaatst:
a Maximale sneeuwhoogte
Installatiehandleiding
6

4.2.2 De buitenunit installeren

VOORZICHTIG
Verwijder het beschermend stuk karton NIET vooraleer de unit goed geïnstalleerd is.
RBLQ+RDLQ05+07CAV3
ROTEX HPSU lage-temperatuur monobloc
4P417248-1A – 2016.02
4 Installatie
1
3
2
4
a
a a
b
a
1 Hef de buitenunit op.
2 Installeer de buitenunit op de volgende manier:
OPMERKING
Om de steunvoeten niet te beschadigen, kantel de unit NOOIT zijwaarts:

4.2.3 Afvoer voorzien

Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd. Wanneer de unit in koelstand staat, kan er zich ook condens in het hydrodeel. Bij het aanleggen van de afvoer, zorg er daarom voor dat de volledige unit van een afdakje voorzien is.
OPMERKING
Indien de unit in een koude streek wordt geplaatst, moeten gepaste voorzorgen worden genomen om ervoor te zorgen dat het condenswater niet kan bevriezen.
INFORMATIE
Voor meer informatie over de beschikbare opties, neem contact op met uw verdeler.
a Luchtuitlaat
OPMERKING
Lijn de unit goed uit. Zorg ervoor dat de achterkant van de unit NIET uitsteekt.
3 Verwijder het beschermend stuk karton en het blad met de
montage-instructies.
a Beschermend stuk karton
b Montage-instructies
OPMERKING
Voorzie minstens 300mm vrije ruimte onder de unit. Zorg daarbij ervoor dat de unit minstens 100 mm boven de mogelijke hoogte van sneeuw staat.

4.2.4 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen

1 Maak 2 kabels klaar zoals getoond op de volgende afbeelding
(ter plaatse te voorzien).
2 Leg de 2kabels over de buitenunit. 3 Stop een stuk rubber tussen de kabels en de buitenunit zodat
de kabels de verf niet kunnen beschadigen (ter plaatse te voorzien).
4 Maak de uiteinden van de kabels vast. Span deze uiteinden
aan.
RBLQ+RDLQ05+07CAV3 ROTEX HPSU lage-temperatuur monobloc 4P417248-1A – 2016.02
Installatiehandleiding
7
4 Installatie
a b

4.3 De waterleidingen aansluiten

4.3.1 De waterleidingen aansluiten

OPMERKING
Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de leidingen aansluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unit veroorzaken. Zorg dat het aanhaalkoppel NOOIT meer dan 30N•m bedraagt.
Er zijn 2afsluiters voorzien voor service en onderhoud. Monteer een op de wateringang en een op de wateruitgang. Let op hun stand: de ingebouwde aftapkranen voeren alleen die kant van het circuit af waar ze staan. Om alleen de unit af te kunnen laten, zorg ervoor dat de aftapkranen zich tussen de afsluiters en de unit bevinden.
a Waterinlaat
b Wateruitlaat
1 Schroef de moeren van de buitenunit vast op de afsluiters. 2 Sluit de lokale leidingen aan op de afsluiters. 3 Indien de optionele tank voor warm tapwater aangesloten moet
worden, zie de installatiehandleiding van de tank voor warm tapwater.
OPMERKING
▪ Monteer een manometer in het systeem.
▪ Monteer de ontluchtingsventielen op alle hoge punten.

4.3.2 Het watercircuit tegen vorst beschermen

Vorst kan het systeem beschadigen. Om de onderdelen van het hydraulisch circuit tegen vorst te beschermen, bevat de software vorstbeschermende functies, waaronder het bij lage temperaturen inschakelen van de pomp, de inwendige verwarmers en/of de back­upverwarming.
Indien er echter een stroomstoring is, kunnen deze vorstbeschermende functies niet worden uitgevoerd. Daarom wordt geadviseerd glycol in het watercircuit toe te voegen. De nodige concentratie hangt af van de mogelijke laagste buitentemperatuur en of u het systeem tegen barsten of vorst wilt beschermen. Om het systeem tegen vorst te beschermen, is er meer glycol nodig. Voeg glycol toe volgens onderstaande tabel.
INFORMATIE
▪ Tegen barsten beschermen: de glycol zal ervoor
zorgen dat de leidingen niet barsten, maar zal er NIET voor zorgen dat de vloeistof in de leidingen niet bevriest.
▪ Tegen vorst beschermen: de glycol zal ervoor zorgen
dat de vloeistof in de leidingen niet bevriest.
Mogelijke laagste buitentemperatuur
–5°C 10% 15% –10°C 15% 25% –15°C 20% 35% –20°C 25% — –25°C 30%
OPMERKING
▪ De vereiste concentratie kan verschillen volgens het
type van glycol. Vergelijk STEEDS de vereisten in bovenstaande tabel met de specificaties van de producent van de glycol. Indien nodig, gebruik de specificaties (vereisten) van de producent van de glycol.
▪ De toegevoegde glycolconcentratie mag NOOIT meer
dan 35% bedragen.
▪ Indien de vloeistof in het systeem bevroren is, zal de
pomp NIET kunnen starten. Vergeet nooit dat wanneer u het systeem tegen barsten beschermt, de vloeistof erin nog steeds kan bevriezen.
▪ Wanneer er zich een stroomstoring voordoet of een
storing in de pomp en er werd GEEN glycol in het systeem toegevoegd, laat het systeem leeglopen.
▪ Wanneer water in het systeem stil blijft staan, is de
kans groot dat het water bevriest en het systeem hierbij beschadigt.
De soorten glycol die kunnen worden gebruikt, hangen af van het van het feit of het systeem al dan niet een warmtapwatertank bevat:
Als… Dan…
Het systeem bevat een warmtapwatertank
Het systeem bevat GEEN warmtapwatertank
(a) Propyleenglycol, met inbegrip van de inhibitoren,
WAARSCHUWING
Ethyleenglycol is giftig.
Tegen barsten beschermen
Gebruik alleen propyleenglycol
U kunt zowel propyleenglycol als ethyleenglycol gebruiken
geklasseerd als CategorieIII volgens EN1717.
Tegen vorst beschermen
(a)
(a)
Installatiehandleiding
8
ROTEX HPSU lage-temperatuur monobloc
RBLQ+RDLQ05+07CAV3
4P417248-1A – 2016.02
4 Installatie
a
b c
≥25 mm
OPMERKING
Glycol absorbeert water uit zijn omgeving. Voeg daarom GEEN glycol toe die aan de lucht werd blootgesteld. Door de dop van de glycolfles open te laten, stijgt de waterconcentratie. De glycolconcentratie is lager dan verwacht. Hierdoor kunnen de onderdelen van het hydraulisch circuit toch bevriezen. Neem alle nodige voorzorgen om glycol zo weinig mogelijk in contact te brengen met lucht.
OPMERKING
▪ In geval van overdruk zal het systeem wat vloeistof via
de overdrukveiligheidsklep laten ontsnappen. Indien glycol werd toegevoegd in het systeem, zorg er dan voor dat er terug voldoende glycol wordt toegevoegd.
▪ In ieder geval, zorg er steeds voor dat de slang van de
overdrukveiligheidsklep NOOIT verstopt is om overdruk te laten ontsnappen. Zorg ervoor dat er geen water in de slang kan stagneren en/of bevriezen.
WAARSCHUWING
Door de aanwezigheid van glycol kan er corrosie van het systeem optreden. Ongebonden glycol verandert in een zuur onder invloed van zuurstof. Dit proces wordt versneld door de aanwezigheid van koper en bij hoge temperaturen. De zure ongebonden glycol tast metalen oppervlakken aan en vormt galvanische corrosiecellen die ernstige schade toebrengen aan het systeem. Daarom is het belangrijk dat:
▪ de waterbehandeling correct wordt uitgevoerd door een
bevoegd waterspecialist,
▪ glycol met corrosie-inhibitoren wordt gekozen om te
voorkomen dat er zuren worden gevormd door de oxidatie van glycolen,
▪ er geen glycol voor auto's wordt gebruikt omdat de
corrosie-inhibitoren daarin een beperkte levensduur hebben en silicaten bevatten die het systeem kunnen vervuilen of verstoppen,
▪ gegalvaniseerde leidingen NIET worden gebruikt bij
glycolsystemen aangezien de aanwezigheid daarvan ertoe kan leiden dat bepaalde bestanddelen in de glycolcorrosie-inhibitor neerslaan.
Door glycol in het watercircuit toe te voegen, vermindert het toegestaan maximumwatervolume van het systeem. Voor meer informatie, zie hoofdstuk “Het watervolume en waterdebiet controleren” in de uitgebreide handleiding voor de installateur.

4.3.3 Het watercircuit vullen

1 Sluit de watertoevoerslang aan op de aftap- en vulkraan.
3 Indien er een automatisch ontluchtingsventiel werd geplaatst,
zorg er dan voor dat deze open is.
4 Vul het watercircuit tot de manometer (ter plaatse te voorzien)
een druk aangeeft van ±2,0bar.
5 Ontlucht het watercircuit zoveel als mogelijk. Voor installatie-
instructies, zie "6Inbedrijfstelling"op pagina19.
6 Vul het circuit opnieuw tot de druk ±2,0bar bedraagt. 7 Herhaal stappen5 en 6 tot alle lucht uit het systeem is ontsnapt
en er geen drukvallen meer zijn.
8 Sluit de aftap- en vulkraan. 9 Koppel de watertoevoerslang los van de aftap- en vulkraan.

4.3.4 De waterleidingen isoleren

De leidingen van het volledige watercircuit MOETEN worden geïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het koelen en om ervoor te zorgen dat de verwarmings- en koelcapaciteit niet vermindert.
Om ervoor te zorgen dat de waterleidingen buiten tijdens de winter niet bevriezen, MOET het isolatiemateriaal minstens 13 mm dik zijn (met λ=0,039W/mK).
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer dan80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20mm dik zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te voorkomen.
Bescherm tijdens de winter de waterleidingen en de afsluiters, zodat deze niet kunnen bevriezen door verwarmingstape (ter plaatse te voorzien) er rond te wikkelen. Indien de buitentemperatuur lager dan –20°C kan worden en er wordt geen verwarmingstape gebruikt, wordt geadviseerd de afsluiters binnen te monteren.

4.4 De elektrische bedrading aansluiten

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik ALTIJD een meeraderige kabel als stroomtoevoerkabel.

4.4.1 De elektrische bekabeling op de buitenunit aansluiten

1 Verwijder het deksel van de schakelkast. Zie "4.1.1 De
buitenunit openen"op pagina5.
2 Steek de bedrading doorheen de achterzijde van de unit:
2 Open de aftap- en vulkraan.
RBLQ+RDLQ05+07CAV3 ROTEX HPSU lage-temperatuur monobloc 4P417248-1A – 2016.02
a Lage spanning b Hoge spanning c Hoofdvoeding
Installatiehandleiding
9
4 Installatie
a b
1 2 3
X4M
2 31
OPMERKING
De afstand tussen de kabels voor hoge spanning en deze voor lage spanning moet minstens 25mm bedragen.
Tracés Mogelijke kabels (afhankelijk van de geïnstalleerde opties)
a
Lage spanning
b
Hoge spanning
c
Hoofdvoeding
3 In de unit, leg de bedrading als volgt:
▪ Gebruikersinterface
▪ Doorverbindingskabel naar bedieningskast RKCB07CAV3
▪ Afstandbuitensensor (optie) ▪ Elektrische voeding met normaal kWh-tarief
▪ Elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief
▪ Warmtepompconvector (optie)
▪ Afsluiter (ter plaatse te voorzien)
▪ Pomp voor warm tapwater (ter plaatse te voorzien)
▪ Bediening ruimteverwarming/koeling ▪ Hoofdvoeding
a Bedrading voor lage spanning
b Bedrading voor hoge spanning + hoofdvoeding
4 Let op dat de kabels NIET met scherpe randen in contact
kunnen komen.
5 Plaats het deksel op de schakelkast.
INFORMATIE
Indien optionele of ter plaatse te voorziene kabels geplaatst moeten worden, voorzie voldoende lengte voor deze kabels. Door hiervoor te zorgen zal de schakelkast verwijderd en verplaatst kunnen worden en zal tevens de toegang tot andere onderdelen tijdens onderhoudswerkzaamheden mogelijk zijn.
VOORZICHTIG
Duw of leg GEEN overtollige kabellengte in de unit.

4.4.2 De hoofdvoeding aansluiten

1 Sluit de hoofdvoeding aan.
1 GND 2 L 3 N

4.4.3 De gebruikersinterface aansluiten

INFORMATIE
▪ Indien de bedieningskast RKCB07CAV3 GEEN
onderdeel van het systeem is, sluit dan de gebruikersinterface rechtstreeks aan op de buitenunit.
▪ Indien de bedieningskast RKCB07CAV3 een onderdeel
van het systeem is, kunt u de gebruikersinterface ook op de bedieningskast aansluiten. Om dit te doen, sluit de gebruikersinterface aan op de aansluitingspunten X2M/20+21 van de bedieningskast en sluit vervolgens de bedieningskast aan op de buitenunit door X2M/20+21 op de aansluitingspunten X5M/1+2 van de buitenunit aan te sluiten.
INFORMATIE
Voor meer informatie over de manier waarop de gebruikersinterface op de bedieningskast kan worden aangesloten, zie de uitgebreide handleiding voor de installateur of de installatiehandleiding van de bedieningskast.
Installatiehandleiding
10
RBLQ+RDLQ05+07CAV3
ROTEX HPSU lage-temperatuur monobloc
4P417248-1A – 2016.02
Loading...
+ 22 hidden pages