14.3. Controleprocedure voor de maximale concentratie ..................... 19
15. Vereisten voor het opruimen.................................................... 19
LEES DEZE INSTRUCTIES ZORGVULDIG VOOR DE
MONTAGE. BEWAAR DEZE HANDLEIDING OP EEN
PLAATS WAAR U HEM KUNT TERUGVINDEN VOOR
LATERE NASLAG.
EEN FOUTE INSTALLATIE OF BEVESTIGING VAN
APPARATUUR OF TOEBEHOREN KAN EEN
ELEKTRISCHE SCHOK, KORTSLUITING, LEKKEN,
BRAND OF ANDERE SCHADE AAN DE APPARATUUR
VEROORZAKEN. GEBRUIK DAAROM UITSLUITEND
TOEBEHOREN VAN DAIKIN DIE SPECIAAL
ONTWORPEN ZIJN VOOR TOEPASSING MET DE
APPARATUUR EN LAAT ZE OOK INSTALLEREN DOOR
EEN VAKMAN.
DE TOESTELLEN VAN DAIKIN ZIJN ONTWORPEN
VOOR COMFORTTOEPASSINGEN. VOOR GEBRUIK IN
ANDERE TOEPASSINGEN, GELIEVE CONTACT OP TE
NEMEN MET UW PLAATSELIJKE DAIKIN-DEALER.
RAADPLEEG BIJ TWIJFEL OVER DE INSTALLATIEPROCEDURES OF HET GEBRUIK ALTIJD UW
VERDELER VOOR ADVIES EN INFORMATIE.
DEZE AIRCONDITIONER VALT ONDER DE BEPALING
"TOESTELLEN DIE NIET TOEGANKELIJK ZIJN VOOR
IEDEREEN".
De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn
vertalingen van de oorspronkelijke instructies.
1. INFORMATIEBETREFFENDEDEVEILIGHEID
De hier vermelde voorzorgsmaatregelen zijn onderverdeeld in twee
klassen. Zij gaan allebei over heel belangrijke onderwerpen; volg ze
dus goed op.
WAARSCHUWING
Wanneer u deze waarschuwing niet in acht neemt, kan dit leiden tot
ernstige ongevallen.
VOORZICHTIG
Wanneer u deze waarschuwing niet in acht neemt, kan dit leiden tot
letsels of schade aan het toestel.
Waarschuwing
■Vraag uw verdeler of bevoegd personeel de installatie uit te
voeren. Installeer het toestel niet zelf.
Een slechte installatie kan waterlekken, elektrische schokken of
brand veroorzaken.
■Voer de installatiewerkzaamheden uit in overeenstemming met
deze montagehandleiding.
Een slechte installatie kan waterlekken, elektrische schokken of
brand veroorzaken.
■Wanneer u een unit in een kleine ruimte installeert, moet u
maatregelen nemen om te voorkomen dat de hoeveelheid lekkend koelmiddel beperkt blijft zelfs wanneer ze lekt. Raadpleeg
uw verdeler voor informatie over hoe u koelmiddellekken kunt
beperken.
Wanneer de hoeveelheid van het koelmiddellek te groot is, kan
dit leiden tot een tekort aan zuurstof.
■Gebruik bij de installatiewerkzaamheden alleen de vermelde
accessoires en onderdelen.
Wanneer u toch andere onderdelen zou gebruiken, kan dit
leiden tot waterlekken, elektrische schokken, of brand, of kan de
unit vallen.
Montagehandleiding
1
ERQ100~140A7V1B
Condensorunit met inverter
4PW51321-1
■Installeer de airconditioner op een basis die het gewicht kan
dragen.
Wanneer de basis niet sterk genoeg is, kan het toestel naar
beneden vallen en iemand verwonden.
■Houd bij de installatiewerkzaamheden rekening met sterke
windstoten, stormen of aardbevingen.
Een slechte installatie kan leiden tot ongevallen met gevallen
toestellen.
■De elektrische installatie moet door bevoegd personeel conform
de plaatselijke wetten en voorschriften en deze montagehandleiding op een apart circuit worden uitgevoerd.
Onvoldoende vermogen van het voedingscircuit of een verkeerde elektrische installatie kan leiden tot elektrische schokken
of brand.
■Zorg ervoor dat alle bedrading goed is aangesloten, dat de voorgeschreven bedrading werd gebruikt en dat er geen externe
krachten op de klemaansluitingen of bedrading worden
uitgeoefend.
Onvolledige aansluitingen of bevestigingen kunnen brand
veroorzaken.
■Wanneer u de bedrading van de voeding en de bedrading
tussen de luchtbehandelingsunits en de besturingskast uitvoert,
moet u de kabels zodanig leiden dat het voorpaneel volledig kan
worden gesloten.
Wanneer het voorpaneel niet is aangebracht, kunnen de
klemmen oververhitten, of kunnen elektrische schokken of
brand worden veroorzaakt.
■Als het koelgas tijdens de installatiewerkzaamheden lekt, moet
u de ruimte onmiddellijk ventileren.
Wanneer het koelgas aan vuur wordt blootgesteld, kunnen
giftige gassen vrijkomen.
■Controleer na het voltooien van de installatiewerkzaamheden
het systeem op koelgaslekken.
Wanneer het koelgas in de ruimte vrijkomt en in contact komt
met een kachel of een fornuis, kan een giftig gas worden
geproduceerd.
■Zet de stroomschakelaar uit alvorens u de elektrische klemonderdelen aanraakt.
Voorzichtig
■Installeer de airconditioner niet op een van de volgende
plaatsen:
■ In de aanwezigheid van dampen van mineraalolie, oliespray
of dampen, zoals bijvoorbeeld in een keuken.
De kwaliteit van de plastic onderdelen kan verminderen en
ze kunnen uit het toestel vallen of waterlekken veroorzaken.
■ Waar corrosieve gassen, zoals zwavelzuurgassen worden
geproduceerd.
Corrosie aan de koperen leidingen of gesoldeerde delen kan
leiden tot koelmiddellekken.
■ In de aanwezigheid van apparatuur die elektromagnetische
golven genereert.
Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem
storen, zodat het toestel slecht zou werken.
■ In de aanwezigheid van mogelijke lekken van ontvlambare
gassen, van koolstofvezels of ontbrandbaar stof in de lucht of
waar wordt gewerkt met vluchtige ontvlambare stoffen, zoals
thinner of benzine.
Dergelijke gassen kunnen brand veroorzaken.
■ Waar de lucht een hoog zoutgehalte bevat zoals in de buurt
van de kust.
■ Waar de spanning sterk schommelt, zoals in een fabriek.
■ In voertuigen of schepen.
■ In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen.
■Raak geen koelmiddel aan dat uit de aanslutingen van de
koelmiddelleidingen is gelekt.
Anders kan u vrieswonden oplopen.
■Sluit het systeem NIET aan op DIII-net-toestellen:
Anders kan dit leiden tot storingen of een defect van het
volledige systeem.
■Aard de airconditioner.
Houd u bij de aardweerstand aan de nationale regelgeving.
Sluit de aardleiding niet aan op een gas- of waterleiding, een bliksemafleider of een telefoonaarding.
Onvolledige aarding kan elektrische schokken
veroorzaken.
■ Gasleiding.
Ontbranding of ontploffing mogelijk bij gaslekken.
■ Waterleiding.
Harde plastic leidingen vormen geen goede aarding.
■ Bliksemafleider of telefoonaarding.
Het elektrisch potentiaal kan abnormaal hoog stijgen bij een
blikseminslag.
■Installeer een aardsluitingsaanwijzer.
Wanneer u geen aardsluitingsaanwijzer installeert, kan dit
leiden tot gevaar voor elektrische schokken of brand.
■Installeer de afvoerleiding in overeenstemming met deze
montagehandleiding om voor een goede afvoer te zorgen, en
isoleer de leiding om condensvorming te voorkomen.
Een slechte afvoerleiding kan leiden tot waterlekken en natte
meubels.
■Installeer de luchtbehandelingsunits en buitenunits, de stroomkabel en de verbindingsdraad op minstens 1 meter van televisietoestellen of radio’s om beeldstoringen of ruis te voorkomen.
(Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1
meter soms niet om ruis te voorkomen.)
■Spoel de buitenunit niet af.
Dit kan kortsluiting of brand veroorzaken.
2.INLEIDING
2.1. Combinatie
De luchtbehandelingsunits kunnen worden geïnstalleerd in het
volgende productassortiment.
■Gebruik altijd geschikte luchtbehandelingsunits die compatibel
zijn met R410A.
Kijk in de productcatalogi welke modellen van luchtbehandelingsunits compatibel zijn met R410A.
■De fabrikant van deze buitenunit is beperkt aansprakelijk voor
de totale capaciteit van het systeem omdat de prestaties
bepaald worden door het volledige systeem. De uitgeblazen
lucht kan variëren naar gelang de geselecteerde
luchtbehandelingsunit en de configuratie van de installatie.
■Zowel de luchtbehandelingsunit als de software en hardware
van de digitale besturing worden lokaal geleverd en moeten
door de installateur worden geselecteerd. Zie de handleiding
"Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin met
lokaal geleverde verdampers" voor meer informatie.
De aanbevolen temperatuurinstelling op de lokaal geleverde
controller ligt tussen 16°C en 25°C.
ERQ100~140A7V1B
Condensorunit met inverter
4PW51321-1
Montagehandleiding
2
2.2. Standaardtoebehoren
3.3. Omgaan met de unit
Gasleiding (1)
Gasleiding (2)
Gasleiding (3)
Montagehandleiding
Gebruiksaanwijzing
Label gefluoreerde broeikasgassen1
Meertalig label gefluoreerde
broeikasgassen
(*)
+ koperen pakking
(*)
(*)
(*) Alleen voor ERQ140.
1
1
1
1
1
1
+
Plaats van de accessoires: zie afbeelding 1.
1Accessoires
2.3. Technische en elektrische specificaties
Raadpleeg het Engineering Data Book voor een volledige lijst van
specificaties.
Zoals in de afbeelding is aangegeven, dient de unit rustig bij de
linker- en rechterhandgreep vastgenomen te worden.
Houd de unit vast aan de hoeken, en niet aan de aanzuiginlaat in de
zijkant; anders kunt u de behuizing beschadigen.
Let erop dat u de achterste ribben niet met uw handen of
voorwerpen aanraakt.
4.EENPLAATSVOORDEINSTALLATIEKIEZEN
Dit is een klasse A-product. In een residentiële omgeving kan dit
product radiostoringen veroorzaken, en dan moet de gebruiker de
gepaste maatregelen treffen.
■Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat
kleine dieren gaan nestelen in de buitenunit.
■Kleine dieren die in contact komen met elektrische
onderdelen kunnen storingen, rook of brand
veroorzaken. Gelieve de klant te zeggen de ruimte
rond de unit schoon te houden.
3.VOORAFGAANDAANDEINSTALLATIE
Aangezien de ontwerpdruk 4,0 MPa of 40 bar bedraagt,
kunnen dikkere leidingen vereist zijn. Raadpleeg
"7.1. Keuze van het leidingmateriaal" op pagina 6.
3.1. Voorzorgsmaatregelen voor R410A
■Voor het koelmiddel moeten strikte voorzorgsmaatregelen
worden genomen om het systeem schoon, droog en afgedicht te
houden.
- Schoon en droog
Voorkom dat vreemd materiaal (zoals minerale olie of vocht) in
het systeem terechtkomt.
- Afgedicht
Raadpleeg daartoe aandachtig het hoofdstuk
"8. Voorzorgsmaatregelen bij het aanleggen van de
koelmiddelleidingen" op pagina 7 en volg nauwgezet de
procedures.
■Omdat R410A een gemengd koelmiddel is, moet eventueel
benodigd extra koelmiddel in vloeibare vorm worden geladen.
(Als het koelmiddel zich in een toestand van gas bevindt,
verandert de samenstelling en zal het systeem niet naar
behoren functioneren.)
■De aangesloten luchtbehandelingsunits moeten luchtbehandelingsunits zijn die uitsluitend voor R410A zijn
ontworpen.
3.2. Montage
■Zie de installatiehandleiding van de luchtbehandelingsunit voor
installatie van de luchtbehandelingsunit(s).
■Gebruik de airconditioner nooit zonder uitblaasleidingthermistor
(R2T), aanzuigleidingthermistor (R3T) en druksensoren
(S1NPH, S1NPL). Anders kan de compressor doorbranden.
■Let op de modelnaam en het serienummer op de buitenplaten
(voorplaten) bij het bevestigen of verwijderen zodat u geen
fouten maakt.
■Bij het sluiten van de servicepanelen mag het draaimoment niet
meer dan 4,1 N•m bedragen.
Montagehandleiding
3
1Zoek voor de opstelling van de unit een plaats waar aan de
volgende omstandigheden wordt voldaan en die de goedkeuring
van uw klant kan wegdragen.
- Plaatsen die goed worden geventileerd.
- Plaatsen waar de unit geen overlast veroorzaakt voor de
buren.
-Veilige plaatsen die bestand zijn tegen het gewicht en de
trillingen van de unit en waar de unit gelijkvloers kan worden
geïnstalleerd.
-Waar geen brandbaar gas of product kan weglekken.
- Plaatsen waar altijd voldoende ruimte voor onderhoud is.
- Plaatsen waar de lengte van de leidingen en de bedrading
van de luchtbehandelingsunits en buitenunits de maximaal
toegestane lengte niet overschrijden.
- Plaatsen waar lekwater van de unit geen schade aan de
standplaats kan veroorzaken (bijvoorbeeld wanneer de
afvoer verstopt is).
- Plaatsen waar regen zoveel mogelijk wordt vermeden.
2Als de unit op een nogal winderige plaats wordt opgesteld, dient
speciaal op het volgende te worden gelet.
Een harde wind van 5 m/s of meer tegen de luchtuitlaat van de
buitenunit kan kortsluiting (aanzuiging van afgevoerde lucht)
veroorzaken. Dit kan de volgende gevolgen hebben:
- Slechtere bedrijfscapaciteit.
-Vaak voorkomende afzetting van rijp tijdens het verwarmen.
- Onderbreking van de werking door te hoge druk.
-Wanneer er voortdurend een sterke wind op de voorkant van
de unit blaast, kan de ventilator heel snel gaan draaien totdat
hij defect raakt.
Zie de afbeeldingen voor installatie van deze unit op een plaats
waar u de windrichting kan voorzien.
ERQ100~140A7V1B
Condensorunit met inverter
4PW51321-1
■Draai de kant van de luchtuitlaat naar de muur van het gebouw,
een schutting of een windscherm.
Zorg dat er voldoende ruimte is voor de installatie
■Plaats de uitlaatzijde in een rechte hoek ten opzichte van de
windrichting.
Krachtige wind
Blaasrichting
van de lucht
Krachtige wind
3Maak een waterafvoerkanaal rond de basis, zodat het afvalwater
wegloopt.
4Als het water niet goed wordt afgevoerd van de unit, plaatst u de
unit op een fundering van betonblokken en dergelijke (de hoogte
van de fundering mag maximaal 150 mm bedragen).
5Als u de unit op een raamwerk plaatst, moet u op minder dan
150 mm van de onderkant van de unit een waterdichte plaat
aanbrengen om te voorkomen dat van onder af water kan
binnendringen.
6Wanneer de unit wordt opgesteld op een plaats die dikwijls
wordt blootgesteld aan sneeuw, speciaal op het volgende letten:
-Werk met een zo hoog mogelijke fundering.
-Voorzie een grote overdekking (lokaal te voorzien).
-Verwijder het aanzuigrooster aan de achterzijde om
ophoping van sneeuw op de ribben aan de achterzijde te
voorkomen.
7Afhankelijk van de omgeving kan de buitenunit een kortsluiting
veroorzaken. Gebruik dus de jaloezieën (lokaal te voorzien).
8Monteer de unit niet op plaatsen waar de lucht een hoog
zoutgehalte heeft, bijvoorbeeld aan zee. (Voor meer informatie,
raadpleeg het Engineering Data Book).
De in deze handleiding beschreven uitrusting kan elektronische ruis veroorzaken afkomstig van radiofrequentieenergie. De uitrusting voldoet aan specificaties die een
redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke
interferentie. De garantie dat in een specifieke installatie
geen interferentie zal optreden, kan echter niet worden
gegeven.
Het is dan ook aan te raden de uitrusting en elektrische
draden op een gepaste afstand te monteren van
stereotoestellen, pc’s enz. (Zie afbeelding 2)
Pc of radio
1
Zekering
2
Aardlekschakelaar
3
Afstandsbediening
4
Keuzeschakelaar voor koelen/verwarmen
5
Luchtbehandelingsunit
6
Besturingskast
7
Expansieklepkit
8
In plaatsen met een slechte ontvangst, moet de afstand
3 m of meer bedragen om elektromagnetische storingen
van andere apparatuur te voorkomen en moeten de
voedings- en transmissieleidingen in kabelbuizen liggen.
5.VOORZORGSMAATREGELENBIJDE
INSTALLATIE
■Controleer de stevigheid en het vlak van de ondergrond van de
installatie opdat de unit na de installatie geen trillingen of lawaai
veroorzaakt.
■Zet de unit zoals in de funderingstekening van de afbeelding is
aangegeven stevig vast met behulp van de funderingsbouten.
(Zorg voor vier sets M12-funderingsbouten, moeren en ringen).
■De beste manier is om de funderingsbouten in te schroeven tot
op 20 mm vanaf de bovenkant van de fundering.
A
140
117
219
289
47
A Afvoerzijde
B Onderaanzicht (mm)
C Afvoeropening
423
B
614
140620
20
350
(345-355)
C
9Als u de unit installeert op een frame,
plaats dan een waterbestendige plaat (op
minder dan 150 mm van de onderkant van
de unit) of gebruik een afvoerblindpropkit
(optie) om druppelend afvoerwater te
voorkomen.
10 De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving met
ontploffingsgevaar.
ERQ100~140A7V1B
Condensorunit met inverter
4PW51321-1
Montagehandleiding
4
5.1. Installatiemethode ter voorkoming van kantelen
5.3. Methode voor installatie van afvoerleidingen
Indien het risico bestaat dat de eenheid gaat kantelen, installeer
deze dan zoals in de afbeelding is aangegeven.
■breng lussen aan in de 4 kabels, zoals aangeduid op de
tekening
■schroef het bovendeksel los op de vier punten die met A en B
zijn aangeduid
■steek de schroeven door de lussen en schroef ze goed vast
AA
B
C
A plaats van de 2 bevestigingspunten aan de voorzijde van de unit
B plaats van de 2 bevestigingspunten aan de achterzijde van de unit
C kabels: niet bijgeleverd
5.2. Methode voor het verwijderen van de
transportbeveiliging
De gele transportbeveiliging over de poot van de compressor om de
unit tijdens het transport te beschermen moet worden verwijderd. Ga
te werk zoals afgebeeld in afbeelding 3 en hierna beschreven.
2Verwijder de transportbeveiliging (C) zoals afgebeeld in
afbeelding 3.
3Draai de bevestigingsmoer (B) opnieuw vast.
Afhankelijk van de installatieplaats, moet u een afvoerstop installeren
(optiekit).
Gebruik in koude streken geen afvoerslang met de buitenunit. Anders
kan het condenswater bevriezen, met negatieve gevolgen voor het
verwarmingsvermogen.
1Zie de onderstaande afbeelding voor de installatie van de
2Sluit een lokaal geleverde plastic slang (binnendiameter van
25 mm) aan op de afvoeraansluiting (A).
Als de slang te lang is en doorhangt, moet u ze zorgvuldig
vastmaken om knikken te voorkomen.
LET OP
Als de afvoeropeningen van de buitenunit geblokkeerd
worden door de installatiebasis of het oppervlak van
de vloer, moet u de unit hoger plaatsen zodat er een
vrije ruimte van meer dan 100 mm onder de buitenunit
ontstaat.
VOORZICHTIG
Als de unit wordt gebruikt zonder eerste de transportbeveiliging te verwijderen, kunnen er abnormale trillingen
of geluiden worden geproduceerd.
6.RUIMTEVOORONDERHOUDVANDE
INSTALLATIE
■De uitvoerrichting van de aansluitleiding in de installatie afgebeeld in afbeelding 4is naar voor of naar omlaag. De
cijfergegevens zijn uitgedrukt in mm.
■Wanneer u de leiding langs achter leidt, moet u een ruimte van
≥250 mm aan de rechterkant van de unit voorzien.
(A) In geval van niet-gestapelde installatie (Zie afbeelding 4)
Obstakel aanzuigkant
Obstakel afvoerkant
Obstakel linkerkant
Obstakel rechterkant
Obstakel bovenkant
1Sluit de onderkant van het
installatieframe in dit geval
af om te voorkomen dat de
uitgeblazen lucht ontsnapt
2In deze gevallen kunt
u slechts 2 units installeren.
3In deze gevallen is er geen
beperking op de hoogte L1.
Deze toestand is niet
toegelaten
Montagehandleiding
5
Obstakel aanwezig
✓
ERQ100~140A7V1B
Condensorunit met inverter
4PW51321-1
Loading...
+ 16 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.