Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De
volledige set omvat:
▪ Algemene veiligheidsmaatregelen:
▪ Veiligheidsinstructies die u moet lezen vooraleer tot de
installatie over te gaan
▪ Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)
▪ Gebruiksaanwijzing:
▪ Snelle gids voor basisgebruik
▪ Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)
a Afsluiter (met geïntegreerd filter)
b Installatiehandleiding – Buitenunit
c Energielabel
d O-ring voor afvoermof
e Afvoermof
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
Installatiehandleiding
5
Page 6
3 Installatie van de unit
800
(mm)
479
800
479
a
≥150
(mm)
4× M12
f Bevestigingsmiddel voor thermistor (voor installaties in
gebieden met lage omgevingstemperaturen)
g Afvoerrooster (bovenste + onderste deel)
h Installatiehandleiding – Afvoerrooster
OPMERKING
Uitpakken – Hoekstukken vooraan. Als u de
hoekstukken vooraan verwijdert, moet u de verpakking
tegenhouden om te voorkomen dat het afvoerrooster valt.
3Installatie van de unit
3.1Installatieplaats voorbereiden
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder
ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld:
open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende
elektrische verwarming).
WAARSCHUWING
Stel het toestel zo op dat mechanische schade wordt
voorkomen en in een kamer waar er geen
ontstekingsbronnen zijn die doorlopend werken (zoals
open vuur, een gastoestel of elektrische verwarming die
aanstaat enz.).
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten
overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de
geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale
gasregelgeving) en mogen alleen door bevoegde personen
worden uitgevoerd.
3.2De buitenunit monteren
3.2.1De installatiestructuur voorzien
OPMERKING
Horizontaal. Controleer of de unit horizontaal staat.
Gebruik 4 sets van M12-ankerbouten, moeren en sluitringen.
Voorzie minstens 150mm vrije ruimte onder de unit. Zorg daarbij
ervoor dat de unit minstens 100 mm boven de maximale te
verwachten sneeuwhoogte staat.
Verankeringspunten
3.1.1Vereisten inzake de plaats waar de
buitenunit geïnstalleerd wordt
Houd rekening met de richtlijnen inzake de benodigde ruimte. Zie
figuur 1 aan de binnenzijde van de voorste afdekking.
Vertaling van tekst in figuur 1:
EngelsVertaling
GeneralAlgemeen
No top-side obstacleGeen hindernis aan de
bovenkant
Top-side obstacleHindernis aan bovenkant
Wall height unrestrictedOnbeperkte muurhoogte
De buitenunit is ontworpen om alleen buiten geïnstalleerd te worden
en bij de volgende omgevingstemperaturen:
Stand Koeling10~43°C
Stand Verwarming–28~35°C
Speciale vereisten voor R32
De buitenunit bevat een intern koelmiddelcircuit (R32), maar u hoeft
GEEN ter plaatse te voorziene koelmiddelleidingen te leggen of
koelmiddel bij te vullen.
Houd rekening met de volgende vereisten en voorzorgsmaatregelen:
WAARSCHUWING
▪ Niet doorboren of verbranden.
▪ Gebruik GEEN andere schoonmaakmiddelen of
manieren om het ontdooien te versnellen dan die
aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat R32-koelmiddel geurloos is.
Voetstuk
Als u de unit op een voetstuk installeert, moet u ervoor zorgen dat
het afvoerrooster nog steeds in de beveiligingspositie kan worden
gezet. Zie "6.3 Het afvoerrooster verwijderen en in
beveiligingspositie zetten"op pagina16.
a Let erop dat u het afvoergat in de bodemplaat van de unit
niet afdekt.
Installatiehandleiding
6
3.2.2De buitenunit installeren
1 Til de unit op via de draagriemen en zet hem op de
installatiestructuur.
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
Page 7
±150
kg
4×
2 Maak de unit vast aan de installatiestructuur.
4× M12
4×
12
a
b
c
c
3
d
3 Installatie van de unit
OPMERKING
Als de unit in een koude streek wordt geplaatst, moeten
gepaste voorzorgen worden genomen om ervoor te zorgen
dat het condenswater NIET kan bevriezen. Wij raden aan
dat u het volgende doet:
▪ Isoleer de afvoerslang.
▪ Installeer een afvoerbuisverwarming (ter plaatse te
voorzien). Zie "5.3 De elektrische bekabeling op de
buitenunit aansluiten" op pagina 11 voor de
aansluiting van de afvoerbuisverwarming.
OPMERKING
Voorzie minstens 150mm vrije ruimte onder de unit. Zorg
daarbij ervoor dat de unit minstens 100 mm boven de
mogelijke hoogte van sneeuw staat.
Gebruik de afvoerplug (met O-ring) en een slang voor afvoer.
3 Verwijder de draagriemen (en schroeven), en voer ze af.
3.2.3Afvoer voorzien
Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd.
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
a Afvoergat
b O-ring (geleverd als accessoire)
c Afvoerplug (geleverd als accessoire)
d Slang (ter plaatse te voorzien)
OPMERKING
O-ring. Zorg ervoor dat de O-ring correct wordt
geïnstalleerd om lekken te voorkomen.
3.3De buitenunit openen
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Installatiehandleiding
7
Page 8
4 Installatie van de leidingen
1
1
2
33
1
1
2
3
4
3×
a
c
a
b
b
d
1
2
3.4Transportbeveiliging verwijderen
OPMERKING
Als de unit wordt gebruikt zonder eerst de
transportbeveiliging te verwijderen, kunnen er abnormale
trillingen of geluiden worden geproduceerd.
De transportbeschermers (2×) beschermen de unit tijdens het
transport. Ze moeten worden verwijderd wanneer u de unit gaat
installeren.
a Water UIT (schroefaansluiting, mannelijk, 1")
b Water IN (schroefaansluiting, mannelijk, 1")
c Afsluiter met geïntegreerd filter (geleverd als accessoire)
d Afdichtingsmiddel schroefdraad
2 Sluit de lokale leidingen aan op de afsluiter.
3 Sluit de lokale leidingen aan op de wateruitlaat van de
buitenunit.
OPMERKING
Over de afsluiter met geïntegreerd filter (geleverd als
accessoire):
▪ De installatie van de klep aan de waterinlaat is
verplicht.
▪ Houd rekening met de stroomrichting van de klep.
a Transportbeschermers (2×)
1 Open het deksel van de schakelkast. Zie "3.3 De buitenunit
openen"op pagina7.
2 Verwijder de schroeven (4×) van de transportbeschermers.
3 Verwijder de transportbeschermers (2×) en voer ze af.
4 Bevestig de schroeven opnieuw aan de unit.
4Installatie van de leidingen
4.1De waterleidingen aansluiten
4.1.1De waterleidingen aansluiten
1 Sluit de afsluiter (met geïntegreerd filter) aan op de waterinlaat
van de buitenunit en breng daarbij afdichtingsmiddel op de
schroefdraad aan.
Installatiehandleiding
8
OPMERKING
Monteer de ontluchtingsventielen op alle hoge punten.
4.1.2Het watercircuit vullen
Raadpleeg de installatiehandleiding van de binnenunit of de
uitgebreide handleiding voor de installateur.
4.1.3Het watercircuit tegen vorst beschermen
Over vorstbeveiliging
Vorst kan het systeem beschadigen. Om de onderdelen van het
hydraulische circuit tegen vorst te beschermen, bevat de software
speciale vorstbeveiligingsfuncties zoals de vorstbeveiliging van de
waterleidingen en afvoerpreventie (zie uitgebreide handleiding voor
de installateur) waaronder het inschakelen van de pomp bij lage
temperaturen.
In het geval van een stroomstoring kunnen deze beveiligingsfuncties
echter niet worden uitgevoerd.
Doe een van de volgende acties om het watercircuit te beveiligen
tegen bevriezing:
▪ Voeg glycol toe aan het water. Glycol verlaagt het vriespunt van
voeren het water af van het systeem voordat het kan bevriezen.
OPMERKING
Als u glycol toevoegt aan het water, installeer dan GEEN
vorstbeveiligingskleppen. Mogelijk gevolg: Lekkage van
glycol uit de vorstbeveiligingskleppen.
Vorstbeveiliging door middel van glycol
Door glycol toe te voegen, wordt het vriespunt van het water
verlaagd.
De nodige concentratie hangt af van de mogelijke laagste
buitentemperatuur en of u het systeem tegen barsten of vorst wilt
beschermen. Om het systeem tegen vorst te beschermen, is er meer
glycol nodig. Voeg glycol toe volgens onderstaande tabel.
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
Page 9
4 Installatie van de leidingen
INFORMATIE
▪ Tegen barsten beschermen: de glycol zal ervoor
zorgen dat de leidingen niet barsten, maar zal er NIET
voor zorgen dat de vloeistof in de leidingen niet
bevriest.
▪ Tegen vorst beschermen: de glycol zal ervoor zorgen
▪ De vereiste concentratie kan verschillen volgens het
type van glycol. Vergelijk STEEDS de vereisten in
bovenstaande tabel met de specificaties van de
producent van de glycol. Indien nodig, gebruik de
specificaties (vereisten) van de producent van de
glycol.
▪ De toegevoegde glycolconcentratie mag NOOIT meer
dan 35% bedragen.
▪ Indien de vloeistof in het systeem bevroren is, zal de
pomp NIET kunnen starten. Vergeet nooit dat wanneer
u het systeem tegen barsten beschermt, de vloeistof
erin nog steeds kan bevriezen.
▪ Wanneer water in het systeem stil blijft staan, is de
kans groot dat het water bevriest en het systeem hierbij
beschadigt.
De soorten glycol die kunnen worden gebruikt, hangen af van het
van het feit of het systeem al dan niet een warmtapwatertank bevat:
Als…Dan…
Het systeem is uitgerust met een
Gebruik alleen propyleenglycol
(a)
warmtapwatertank
Het systeem NIET is uitgerust
met een warmtapwatertank
(a)
Propyleenglycol, met inbegrip van de nodige remmers,
geklasseerd als CategorieIII volgens EN1717.
U kunt zowel propyleenglycol
als ethyleenglycol gebruiken
(a)
WAARSCHUWING
Ethyleenglycol is giftig.
OPMERKING
Glycol absorbeert water uit zijn omgeving. Voeg daarom
GEEN glycol toe die aan de lucht werd blootgesteld. Door
de dop van de glycolfles open te laten, stijgt de
waterconcentratie. De glycolconcentratie is lager dan
verwacht. Hierdoor kunnen de onderdelen van het
hydraulisch circuit toch bevriezen. Neem alle nodige
voorzorgen om glycol zo weinig mogelijk in contact te
brengen met lucht.
WAARSCHUWING
Door de aanwezigheid van glycol kan er corrosie van het
systeem optreden. Ongebonden glycol verandert in een
zuur onder invloed van zuurstof. Dit proces wordt versneld
door de aanwezigheid van koper en bij hoge temperaturen.
De zure ongebonden glycol tast metalen oppervlakken aan
en vormt galvanische corrosiecellen die ernstige schade
toebrengen aan het systeem. Daarom is het belangrijk dat:
▪ de waterbehandeling correct wordt uitgevoerd door een
bevoegd waterspecialist,
▪ glycol met corrosie-inhibitoren wordt gekozen om te
voorkomen dat er zuren worden gevormd door de
oxidatie van glycolen,
▪ er geen glycol voor auto's wordt gebruikt omdat de
corrosie-inhibitoren daarin een beperkte levensduur
hebben en silicaten bevatten die het systeem kunnen
vervuilen of verstoppen,
▪ gegalvaniseerde leidingen NIET worden gebruikt bij
glycolsystemen aangezien de aanwezigheid daarvan
ertoe kan leiden dat bepaalde bestanddelen in de
glycolcorrosie-inhibitor neerslaan.
Door glycol in het watercircuit toe te voegen, vermindert het
toegestaan maximumwatervolume van het systeem. Raadpleeg de
uitgebreide handleiding voor de installateur voor meer informatie
(onderwerp "Het watervolume en debiet controleren").
OPMERKING
Als het systeem glycol bevat, moet de instelling [E‑0D]
ingesteld zijn op 1. Als de glycolinstelling NIET correct is
ingesteld, kan de vloeistof in de leidingen bevriezen.
Vorstbeveiliging door middel van vorstbeveiligingskleppen
Wanneer er geen glycol is toegevoegd aan het water, kunt u
vorstbeveiligingskleppen gebruiken om water af te voeren van het
systeem voordat het kan bevriezen.
▪ Installeer vorstbeveiligingskleppen (ter plaatse te voorzien) op alle
laagste punten van de lokale leidingen.
▪ Normaal gesloten kleppen (bevinden zich binnen in de buurt van
de ingangs-/uitgangspunten van de leidingen) kunnen voorkomen
dat al het water van de binnenleiding wordt afgevoerd wanneer de
vorstbeveiligingskleppen open gaan.
OPMERKING
Als er vorstbeveiligingskleppen zijn geïnstalleerd, selecteer
GEEN minimaal koelinstelpunt lager dan 8°C
(8°C=standaard). Indien lager, kunnen de
vorstbeveiligingskleppen open gaan tijdens het koelen.
Raadpleeg de uitgebreide handleiding voor de installateur van de
unit voor meer gedetailleerde informatie.
Over vorstbeveiliging
Vorst kan het systeem beschadigen. Om de onderdelen van het
hydraulische circuit tegen vorst te beschermen, bevat de software
speciale vorstbeveiligingsfuncties zoals de vorstbeveiliging van de
waterleidingen en afvoerpreventie (zie uitgebreide handleiding voor
de installateur) waaronder het inschakelen van de pomp bij lage
temperaturen.
In het geval van een stroomstoring kunnen deze beveiligingsfuncties
echter niet worden uitgevoerd.
Doe een van de volgende acties om het watercircuit te beveiligen
tegen bevriezing:
▪ Voeg glycol toe aan het water. Glycol verlaagt het vriespunt van
voeren het water af van het systeem voordat het kan bevriezen.
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
Installatiehandleiding
9
Page 10
4 Installatie van de leidingen
OPMERKING
Als u glycol toevoegt aan het water, installeer dan GEEN
vorstbeveiligingskleppen. Mogelijk gevolg: Lekkage van
glycol uit de vorstbeveiligingskleppen.
Vorstbeveiliging door middel van glycol
Over vorstbeveiliging door middel van glycol
Door glycol aan het water toe te voegen, wordt het vriespunt van het
water verlaagd.
WAARSCHUWING
Ethyleenglycol is giftig.
WAARSCHUWING
Door de aanwezigheid van glycol kan er corrosie van het
systeem optreden. Ongebonden glycol verandert in een
zuur onder invloed van zuurstof. Dit proces wordt versneld
door de aanwezigheid van koper en bij hoge temperaturen.
De zure ongebonden glycol tast metalen oppervlakken aan
en vormt galvanische corrosiecellen die ernstige schade
toebrengen aan het systeem. Daarom is het belangrijk dat:
▪ de waterbehandeling correct wordt uitgevoerd door een
bevoegd waterspecialist,
▪ glycol met corrosie-inhibitoren wordt gekozen om te
voorkomen dat er zuren worden gevormd door de
oxidatie van glycolen,
▪ er geen glycol voor auto's wordt gebruikt omdat de
corrosie-inhibitoren daarin een beperkte levensduur
hebben en silicaten bevatten die het systeem kunnen
vervuilen of verstoppen,
▪ gegalvaniseerde leidingen NIET worden gebruikt bij
glycolsystemen aangezien de aanwezigheid daarvan
ertoe kan leiden dat bepaalde bestanddelen in de
glycolcorrosie-inhibitor neerslaan.
OPMERKING
Glycol absorbeert water uit zijn omgeving. Voeg daarom
GEEN glycol toe die aan de lucht werd blootgesteld. Door
de dop van de glycolfles open te laten, stijgt de
waterconcentratie. De glycolconcentratie is lager dan
verwacht. Hierdoor kunnen de onderdelen van het
hydraulisch circuit toch bevriezen. Neem alle nodige
voorzorgen om glycol zo weinig mogelijk in contact te
brengen met lucht.
Soorten glycol
De soorten glycol die kunnen worden gebruikt, hangen af van het
van het feit of het systeem al dan niet een warmtapwatertank bevat:
Als…Dan…
Het systeem is uitgerust met een
Gebruik alleen propyleenglycol
warmtapwatertank
Het systeem NIET is uitgerust
met een warmtapwatertank
(a)
Propyleenglycol, met inbegrip van de nodige remmers,
geklasseerd als CategorieIII volgens EN1717.
U kunt zowel propyleenglycol
als ethyleenglycol gebruiken
Nodige glycolconcentratie
De nodige glycolconcentratie hangt af van de mogelijke laagste
buitentemperatuur en of u het systeem tegen barsten of vorst wilt
beschermen. Om het systeem tegen vorst te beschermen, is er meer
glycol nodig.
zorgen dat de leidingen niet barsten, maar zal er NIET
voor zorgen dat de vloeistof in de leidingen niet
bevriest.
▪ Tegen vorst beschermen: de glycol zal ervoor zorgen
dat de vloeistof in de leidingen niet bevriest.
OPMERKING
▪ De vereiste concentratie kan verschillen volgens het
type van glycol. Vergelijk STEEDS de vereisten in
bovenstaande tabel met de specificaties van de
producent van de glycol. Indien nodig, gebruik de
specificaties (vereisten) van de producent van de
glycol.
▪ De toegevoegde glycolconcentratie mag NOOIT meer
dan 35% bedragen.
▪ Indien de vloeistof in het systeem bevroren is, zal de
pomp NIET kunnen starten. Vergeet nooit dat wanneer
u het systeem tegen barsten beschermt, de vloeistof
erin nog steeds kan bevriezen.
▪ Wanneer water in het systeem stil blijft staan, is de
kans groot dat het water bevriest en het systeem hierbij
beschadigt.
Glycol en het maximaal toegelaten watervolume
Door glycol in het watercircuit toe te voegen, vermindert het
toegestaan maximumwatervolume van het systeem. Raadpleeg de
uitgebreide handleiding voor de installateur voor meer informatie
(onderwerp "Het watervolume en debiet controleren").
Glycolinstelling
OPMERKING
Als het systeem glycol bevat, moet de instelling [E‑0D]
ingesteld zijn op 1. Als de glycolinstelling NIET correct is
ingesteld, kan de vloeistof in de leidingen bevriezen.
Vorstbeveiliging door middel van
vorstbeveiligingskleppen
Over vorstbeveiligingskleppen
Wanneer er geen glycol is toegevoegd aan het water, kunt u
vorstbeveiligingskleppen gebruiken om water af te voeren van het
systeem voordat het kan bevriezen.
▪ Installeer vorstbeveiligingskleppen (ter plaatse te voorzien) op alle
laagste punten van de lokale leidingen.
▪ Normaal gesloten kleppen (bevinden zich binnen in de buurt van
de ingangs-/uitgangspunten van de leidingen) kunnen voorkomen
dat al het water van de binnenleiding wordt afgevoerd wanneer de
vorstbeveiligingskleppen open gaan.
OPMERKING
Als er vorstbeveiligingskleppen zijn geïnstalleerd, selecteer
GEEN minimaal koelinstelpunt lager dan 7°C
(7°C=standaard). Indien lager, kunnen de
vorstbeveiligingskleppen open gaan bij koeling.
Installatiehandleiding
10
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
Page 11
5 Elektrische installatie
d
c2
b2
c1
b1
a1
a2
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de
installateur.
4.1.4De waterleidingen isoleren
De leidingen van het volledige watercircuit MOETEN worden
geïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het koelen en om
ervoor te zorgen dat de verwarmings- en koelcapaciteit niet
vermindert.
Isolatie waterleidingen buiten
OPMERKING
Leidingen buiten. Zorg ervoor dat de leidingen buiten
worden geïsoleerd zoals voorgeschreven, om ze te
beschermen tegen gevaren.
Voor leidingen in open lucht is het aangeraden de isolatiedikte als
minimum te gebruiken zoals aangegeven in de onderstaande tabel
(met λ=0,039W/mK).
Leidinglengte (m)Minimale isolatiedikte (mm)
<2019
20~3032
30~4040
40~5050
In andere gevallen kan de minimale isolatiedikte bepaald worden
met behulp van de Hydronic Piping Calculation-tool.
De Hydronic Piping Calculation-tool berekent ook de maximale
hydronische-leidinglengte vanaf de binnenunit tot de buitenunit op
basis van de afgeverdrukval of andersom.
De Hydronic Piping Calculation-tool is een onderdeel van de Heating
Solutions Navigator die beschikbaar is via https://
professional.standbyme.daikin.eu.
Neem contact op met uw dealer als u geen toegang heeft tot
Heating Solutions Navigator.
Deze aanbeveling zorgt dat de unit goed werkt, maar lokale
regelgevingen kunnen echter verschillen en dienen te worden
gevolgd.
5.1Over het voldoen aan de normen
inzake elektriciteit
Alleen voor EPRA14~18DAV3
De apparatuur voldoet een de norm EN/IEC61000-3-12 (Europese/
internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzake
harmonische stromen geproduceerd door apparatuur aangesloten
op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16A
en ≤75A per fase).
5.2Richtlijnen voor het aansluiten van
de elektrische bedrading
Aanhaalmomenten
OnderdeelAanhaalmoment (N•m)
M4 (X1M, X2M)1,2~1,5
M4 (aarde)
5.3De elektrische bekabeling op de
buitenunit aansluiten
1 Open het deksel van de schakelkast. Zie "3.3 De buitenunit
openen"op pagina7.
2 Breng de kabels via de achterkant van de unit aan en voer ze
door de in de fabriek gemonteerde kabelmoffen in de
schakelkast in. Gebruik voor de voeding de in de fabriek
gemonteerde kabel.
5Elektrische installatie
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Roterende ventilator. Voordat u de buitenunit IN schakelt
of gaat onderhouden, moet u ervoor zorgen dat het
afvoerrooster de ventilator afdekt als beveiliging tegen een
roterende ventilator. Zie:
▪ "6.2Het afvoerrooster installeren"op pagina15
▪ "6.3Het afvoerrooster verwijderen en in
beveiligingspositie zetten"op pagina16
WAARSCHUWING
Gebruik ALTIJD een meeraderige kabel als
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
stroomtoevoerkabel.
VOORZICHTIG
Duw of leg GEEN overtollige kabellengte in de unit.
OPMERKING
De afstand tussen de kabels voor hoge spanning en deze
voor lage spanning moet minstens 50mm bedragen.
a1+a2 Voedingskabel (in de fabriek gemonteerde kabel)
b1+b2 Doorverbindingskabel (ter plaatse te voorzien)
c1+c2 (optioneel) Kabel afvoerbuisverwarming (ter plaatse te
voorzien)
d Kabelmoffen (in de fabriek gemonteerd)
3 Sluit de draden in de schakelkast aan op de juiste klemmen, en
maak de kabels vast met kabelbinders. Zie:
▪ "5.3.1In het geval van V3-modellen"op pagina11
▪ "5.3.2In het geval van W1-modellen"op pagina13
5.3.1In het geval van V3-modellen
1 Voedingskabel:
Installatiehandleiding
11
Page 12
5 Elektrische installatie
L N PE
b
a
L
N
Q1DI
1N~,
50 Hz,
230 V AC
F1B
1
3
2
4
II
BRN
BLU
YLW/GRN
b
a
L
N
1 2 3
1
2
3
▪ Gebruik de in de fabriek gemonteerde kabel die reeds door
het frame is gevoerd.
▪ Sluit de draden aan op het aansluitingenblok.
▪ Zet de kabel vast met een kabelbinder.
Gebruik de in de fabriek gemonteerde kabel.
Draden: 1N+GND
Maximale stroomsterkte: zie naamplaatje op de unit.
—
3 (Optioneel) Kabel afvoerbuisverwarming:
▪ Zorg ervoor dat het verwarmingselement van de
afvoerbuisverwarming zich volledig in de afvoerbuis bevindt.
▪ Voer de kabel door het frame.
▪ Sluit de draden aan op het aansluitingenblok en de
aardingsschroef.
▪ Zet de kabel vast met kabelbinders.
Draden: (2+GND)×0,75mm². De bedrading moet dubbel
geïsoleerd worden.
Maximaal toegelaten vermogen voor de
afvoerbuisverwarming = 115W (0,5A)
—
a In de fabriek gemonteerde voedingskabel
b Lokale bedrading
F1B Overstroomzekering (ter plaatse te voorzien). Aanbevolen
zekering: 2, 32A, C-curve.
Q1DI Aardlekschakelaar (30mA)(ter plaatse te voorzien)
2 Doorverbindingskabel (binnen↔buiten):
▪ Voer de kabel door het frame.
▪ Sluit de draden aan op het aansluitingenblok (controleer of
de nummers overeenkomen met de nummers op de
binnenunit) en de aardingsschroef.
▪ Zet de kabel vast met een kabelbinder.
Draden: (3+GND)×1,5mm²
—
Installatiehandleiding
12
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
Page 13
LNPE
1 2
4 (Optioneel) Energiespaarfunctie: als u de energiespaarfunctie
X806A
X804A
X805A
L1 L2 L3 N PE
b
a
L1
L2
L3
N
3N~,
50 Hz,
400 V AC
b
a
Q1DI
L1
L2
L3
N
F1B
1
3
5
7
2
4
6
8
IIII
BRN
GRY
BLK
BLU
YLW/GRN
wil gebruiken:
▪ Koppel X804A los van X805A.
▪ Sluit X804A aan op X806A.
5 Elektrische installatie
a In de fabriek gemonteerde voedingskabel
b Lokale bedrading
F1B Overstroomzekering (ter plaatse te voorzien). Aanbevolen
zekering: 4 polig, 16A of 20A, C-curve.
Q1DI Aardlekschakelaar (30mA)(ter plaatse te voorzien)
2 Doorverbindingskabel (binnen↔buiten):
▪ Voer de kabel door het frame.
▪ Sluit de draden aan op het aansluitingenblok (controleer of
de nummers overeenkomen met de nummers op de
binnenunit) en de aardingsschroef.
▪ Zet de kabel vast met een kabelbinder.
INFORMATIE
Energiespaarfunctie. De energiespaarfunctie is enkel van
toepassing op V3-modellen. Raadpleeg de uitgebreide
Draden: (3+GND)×1,5mm²
—
handleiding voor de installateur voor meer informatie over
de energiespaarfunctie ([9.F] of overzicht lokale instelling
[E‑08]).
5.3.2In het geval van W1-modellen
1 Voedingskabel:
▪ Gebruik de in de fabriek gemonteerde kabel die reeds door
het frame is gevoerd.
▪ Sluit de draden aan op het aansluitingenblok.
▪ Zet de kabel vast met een kabelbinder.
Gebruik de in de fabriek gemonteerde kabel.
Draden: 3N+GND
Maximale stroomsterkte: zie naamplaatje op de unit.
—
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
Installatiehandleiding
13
Page 14
5 Elektrische installatie
1 2 3
1
2
3
1 2
1
23
Click
45
6
7
3 (Optioneel) Kabel afvoerbuisverwarming:
▪ Zorg ervoor dat het verwarmingselement van de
afvoerbuisverwarming zich volledig in de afvoerbuis bevindt.
▪ Voer de kabel door het frame.
▪ Sluit de draden aan op het aansluitingenblok en de
aardingsschroef.
▪ Zet de kabel vast met kabelbinders.
Draden: (2+GND)×0,75mm². De bedrading moet dubbel
geïsoleerd worden.
Maximaal toegelaten vermogen voor de
afvoerbuisverwarming = 115W (0,5A)
—
5.4De luchtthermistor van plaats
veranderen op de buitenunit
Deze procedure is enkel nodig in gebieden met lage
omgevingstemperaturen.
Vereist accessoire (meegeleverd met de unit):
Bevestigingsmiddel voor thermistor.
Installatiehandleiding
14
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
Page 15
6 De installatie van de buitenunit voltooien
1
1
2
32
4
4
3
3×
3
1
1
2
3
2×
5
4
6
8
7
9
6×
6De installatie van de
buitenunit voltooien
6.1De buitenunit sluiten
OPMERKING
Wanneer u het deksel van de buitenunit sluit, let op dat u
het aanhaalkoppel van 4,1N•m NIET overtreft.
Installeer het bovenste deel van het afvoerrooster
OPMERKING
Trillingen. Zorg ervoor dat het bovenste deel van het
afvoerrooster naadloos aansluit op het onderste deel om
trillingen te voorkomen.
4 Lijn de linkerzijde uit en maak vast.
5 Lijn het middengedeelte uit en maak vast.
6 Lijn de rechterzijde uit en maak vast.
6.2Het afvoerrooster installeren
Installeer het onderste deel van het afvoerrooster
1 Breng de haken aan.
2 Breng de kogelsteunen aan.
3 Draai de 2 onderste schroeven vast.
7 Breng de haken aan.
8 Breng de kogelsteunen aan.
9 Draai de 6 resterende schroeven vast.
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
Installatiehandleiding
15
Page 16
6 De installatie van de buitenunit voltooien
4×
4×
6.3Het afvoerrooster verwijderen en
in beveiligingspositie zetten
WAARSCHUWING
Roterende ventilator. Voordat u de buitenunit IN schakelt
of gaat onderhouden, moet u ervoor zorgen dat het
afvoerrooster de ventilator afdekt als beveiliging tegen een
roterende ventilator. Zie:
▪ "6.2Het afvoerrooster installeren"op pagina15
▪ "6.3Het afvoerrooster verwijderen en in
beveiligingspositie zetten"op pagina16
1 Verwijder het bovenste deel van het afvoerrooster.
5 Bevestig het rooster aan de unit.
2 Verwijder het onderste deel van het afvoerrooster.
3 Draai het onderste deel van het afvoerrooster.
6.4Ervoor zorgen dat de buitenunit
niet kan omvallen
Wanneer de unit staat waar hevige windstoten de unit kunnen doen
overhellen, neem dan de volgende maatregelen:
1 Maak 2 kabels klaar zoals getoond op de volgende afbeelding
(ter plaatse te voorzien).
2 Leg de 2kabels over de buitenunit.
3 Steek een stuk rubber tussen de kabels en de buitenunit zodat
de kabels de verf niet kunnen beschadigen (ter plaatse te
voorzien).
4 Maak de uiteinden van de kabels vast en span de kabels op.
OPMERKING
Afvoerrooster. Zet NIET te veel kracht om te voorkomen
dat u het afvoerrooster beschadigt.
4 Lijn de kogelsteun en de haak op het rooster uit met hun
tegenhangers op de unit.
Installatiehandleiding
16
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
Page 17
7De buitenunit starten
Zie de installatiehandleiding van de binnenunit voor meer informatie
over de configuratie en inbedrijfstelling van het systeem.
WAARSCHUWING
Roterende ventilator. Voordat u de buitenunit IN schakelt
of gaat onderhouden, moet u ervoor zorgen dat het
afvoerrooster de ventilator afdekt als beveiliging tegen een
roterende ventilator. Zie:
▪ "6.2Het afvoerrooster installeren"op pagina15
▪ "6.3Het afvoerrooster verwijderen en in
beveiligingspositie zetten"op pagina16
7 De buitenunit starten
EPRA14~18DAV3+W1
Daikin Altherma 3 H HT
4P586100-1 – 2019.07
Installatiehandleiding
17
Page 18
8 Technische gegevens
3D124079A
R10T
R9T
R6T
R7T
R8T
R3T
R5T
R4T
R1T
R2T
S1PH
sv
sv
E1HC
M1C
S1NPH
E1HHEX
sv
S1PL
PRV
S2PH
Y1E
Y3E
Y3S
M1F
Y4S
Y2S
Liquid
Gas
Y1S
b
d
e
n
n
c
d
i
j
k
lg
i
i
i
f
f
f
f
m
h
a
ee
l
1N~
*
*
3N~
8Technische gegevens
8.1Schema van de leidingen: Buitenunit
Koudemiddelstroming:
Installatiehandleiding
18
Gas Gas
Liquid Vloeistof
a Water IN (schroefaansluiting, mannelijk, 1")
b Water UIT (schroefaansluiting, mannelijk, 1")
c Platenwarmtewisselaar
d Afgeknepen buis
e Koudemiddelfilter
f Eenrichtingsklep
g Voorverwarmer-warmtewisselaar
h Onderhoudspoort 5/16" tromp
Het bedradingsschema is bij de unit geleverd en bevindt zich op de
binnenkant van het deksel van de schakelkast.
EngelsVertaling
Electronic component assembly Montage elektronisch onderdeel
Front side viewVooraanzicht
IndoorBinnen
OFFUIT
ONAAN
OutdoorBuiten
Position of compressor terminal Plaats van
compressoraansluitklem
Position of elementsPlaats van onderdelen
Rear side view(alleen voor W1-modellen)
Achteraanzicht
Right side viewAanzicht rechts
See note ***Zie opmerking ***
Opmerkingen:
1 Symbolen:
LOnder spanning
NNeutraal
Aarding
Ruisvrije aarding
Lokale bedrading
Optie
Klemmenblok
Aansluitklem
Connector
Aansluiting