Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De
volledige set omvat:
▪ Algemene veiligheidsmaatregelen:
▪ Veiligheidsinstructies die u moet lezen vooraleer uw systeem te
bedienen
▪ Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)
▪ Gebruiksaanwijzing:
▪ Snelle gids voor basisgebruik
▪ Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)
▪ Uitgebreide handleiding voor de gebruiker:
▪ Gedetailleerde stap per stap instructies en
achtergrondinformatie voor basis- en gevorderd gebruik
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op
de regionale Daikin-website of via uw installateur beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle
andere talen zijn vertalingen.
Referenties
Referenties (voorbeeld: [4.3]) helpen u om steeds te weten waar u
zich bevindt in de menustructuur van de gebruikersinterface.
1 De referenties inschakelen: Druk in het startscherm
of hoofdmenuscherm op de help-knop. De
referenties verschijnen links bovenaan op het
scherm.
2 De referenties uitschakelen: Druk opnieuw op de
help-knop.
Dit document vermeldt tevens deze referenties. Voorbeeld:
1 Ga naar [4.3]: Ruimteverwarming/-koeling >
Werkingsgebied.
Dit betekent:
1 Ga vanuit het startscherm naar
Ruimteverwarming/-koeling door aan de linkse
draaiknop te draaien.
8 Als afval verwijderen17
9 Verklarende woordenlijst17
1Over dit document
Onze welgemeende dank voor de aankoop van dit product. Verzoek:
▪ Lees zorgvuldig de documentatie vooraleer de gebruikersinterface
▪ Vraag de installateur u te informeren over de instellingen die hij
▪ Bewaar de documentatie voor latere raadpleging.
Bedieningshandleiding
2
te gebruiken om zo de best mogelijke werking te kunnen
garanderen.
gebruikte om uw systeem te configureren. Controleer of hij de
tabellen met de installateurinstellingen ingevuld heeft. Indien niet,
verzoek hem dit alsnog te doen.
Leef de volgende veiligheidsinstructies en -voorschriften te allen tijde
na.
2.1Algemeen
WAARSCHUWING
Indien u twijfels heeft over de
bediening van de unit, neem contact op
met uw dealer.
WAARSCHUWING
Kinderen vanaf een leeftijd van 8 jaar
en personen met verminderde fysieke,
zintuiglijke of mentale mogelijkheden of
een gebrek aan ervaring en kennis
kunnen dit apparaat alleen gebruiken
als het gebruik van het apparaat werd
uitgelegd door een persoon die instaat
voor hun veiligheid.
Kinderen mogen NIET met het
apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud door de
gebruiker mag NIET worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
WAARSCHUWING
Om elektrische schokken of brand te
vermijden:
▪ Spoel de unit NIET af.
▪ Bedien de unit NIET met natte
handen.
▪ Plaats GEEN voorwerpen die water
bevatten op de unit.
VOORZICHTIG
▪ Plaats GEEN voorwerpen,
apparatuur of uitrustingen bovenop
de unit.
▪ Zit, klim of sta NIET op de unit.
▪ Units dragen het volgende symbool:
Dit betekent dat u GEEN elektrische en elektronische producten
mag mengen met ongesorteerd huishoudelijk afval. Probeer het
systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het
systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van
andere onderdelen moeten door een erkende installateur conform
met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
De units moeten voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij
een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld. Door
ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier wordt
weggeworpen, draagt u bij tot het voorkomen van mogelijke
negatieve gevolgen voor milieu en menselijke gezondheid. Voor
meer informatie, contacteer uw installateur of de plaatselijke
overheid.
▪ Batterijen dragen het volgende symbool:
Dit betekent dat de batterijen NIET met ongesorteerd
huishoudelijk afval gemengd mogen worden. Indien onder het
symbool een scheikundig symbool afgebeeld staat, betekent dit
scheikundig symbool dat de batterij een zwaar metaal bevat
boven een bepaalde concentratie.
Mogelijke chemische symbolen: Pb: lood (>0,004%).
Lege batterijen moeten voor hergebruik door een
gespecialiseerde installatie worden verwerkt. Door ervoor te
zorgen dat wegwerpbatterijen op de juiste manier worden
weggeworpen, helpt u mogelijke negatieve gevolgen voor milieu
en menselijke gezondheid te voorkomen.
2.2Instructies voor veilig gebruik
OPMERKING
Vorstbescherming kamer. Zelfs als u de
ruimteverwarming/-koeling UIT zet ([C.2]: In werking >
Ruimteverwarming/-koeling), zal de
kamervorstbescherming – als ingeschakeld – actief blijven.
OPMERKING
Vorstpreventie waterleidingen. Zelfs als u de
ruimteverwarming/-koeling UIT zet ([C.2]: In werking >
Ruimteverwarming/-koeling), zal de vorstpreventie voor
de waterleidingen – als ingeschakeld – actief blijven.
OPMERKING
Desinfectiestand. Zelfs als u de werking tankverwarming
UIT zet ([C.3]: In werking > Sanitaire
warmwatertank), zal de desinfectiestand actief blijven. Als
u ze echter UIT zet terwijl de tank wordt gedesinfecteerd,
zal er een AH-fout worden gegenereerd.
OPMERKING
De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde
broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de
unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO2equivalent.
Formula om de hoeveelheid in CO2-equivalent te
berekenen: GWP-waarde koelmiddel × totale
koelmiddelvulling [in kg] / 1000
Neem contact op met uw installateur voor meer informatie.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder
ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld:
open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende
elektrische verwarming).
Het koelmiddel in de unit is weinig ontvlambaar, maar lekt
normaal NIET. Als het koelmiddel in de kamer lekt en in
contact komt met vuur van een brander, een verwarming of
een fornuis, dan kan er brand ontstaan of kan een
schadelijk gas worden gevormd.
Schakel alle verwarmingstoestellen met verbranding uit,
verlucht de kamer en neem contact op met de dealer waar
u de unit hebt gekocht.
Gebruik de unit NIET totdat iemand van de servicedienst
heeft bevestigd dat het deel met het koelmiddellek
gerepareerd is.
WAARSCHUWING
▪ Doorboor of verbrand GEEN onderdelen van de
koelmiddelcyclus.
▪ Gebruik GEEN andere schoonmaakmiddelen of
manieren om het ontdooien te versnellen dan die
aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat het koelmiddel in het systeem geurloos
is.
WAARSCHUWING
Warmteafgevers of verdeelstukken ontluchten.
Vooraleer u warmteafgevers of verdeelstukken ontlucht,
moet u eerst controleren of of op het startscherm
van de gebruikersinterface wordt weergegeven.
▪ Indien dit niet het geval, mag u deze onmiddellijk
ontluchten.
▪ Indien dit wel het geval is, zorg ervoor dat de kamer
waarin u wilt ontluchten voldoende verlucht wordt.
Reden: Er kan koelmiddel in het watercircuit lekken en
dus ook in de kamer wanneer u de warmteafgevers of
verdeelstukken ontlucht.
OPMERKING
Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het
ontmantelen van het systeem en het behandelen van het
koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN
conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en
terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf
worden behandeld.
3.1Onderdelen in een typische
systeemlay-out
A Primaire zone. Voorbeeld: Woonkamer.
B Secundaire zone. Voorbeeld: Slaapkamer.
C Technische ruimte. Voorbeeld: Garage.
a Warmtepomp van de buitenunit
b Warmtepompvan de binnenunit
c Warmtapwatertank
d Gebruikersinterface van de binnenunit
e Gebruikersinterface die als kamerthermostaat gebruikt wordt
f Vloerverwarming
g Radiatoren,
warmtepompconvectorenofventilatorconvectoren
INFORMATIE
De binnenunit en de tank voor warm tapwater (indien
geïnstalleerd) kunnen afzonderlijk of geïntegreerd zijn
afhankelijk van het type binnenunit.
4Bediening
4.1Gebruikersinterface: overzicht
De gebruikersinterface heeft de volgende onderdelen:
a Statusindicator
b LCD-scherm
c Draaiknoppen en toetsen
3Over het systeem
Afhankelijk van de systeemlay-out kan het systeem:
▪ Een plaats verwarmen
▪ Een plaats afkoelen (indien een model met verwarmings-/
koelwarmtepomp geplaatst werd)
▪ Warm tapwater produceren (indien een warmtapwatertank
geplaatst werd)
Bedieningshandleiding
4
a Statusindicator
b LCD-scherm
c Draaiknoppen en toetsen
Statusindicator
De statusindicator-LEDs gaan branden of knipperen om de
bedrijfsmodus van de unit aan te geven.
Het LCD-scherm heeft een slaapstand. Wanneer de
gebruikersinterface 15minuten niet wordt gebruikt, valt het scherm
uit. Zodra u op een druktoets duwt of aan een van de draaiknoppen
draait, licht het scherm weer op.
Draaiknoppen en toetsen
U gebruikt de draaiknoppen en toetsen:
▪ Om door de schermen, menu's en instellingen van het LCD-
scherm te navigeren
▪ Om waarden in te stellen
StoringEr is een storing.
Zie "7.1De help-tekst weergeven
in geval van een storing"[416]
voor meer informatie.
4 Bediening
a Startscherm
b Het scherm Hoofdmenu
c Subschermen:
c1: Instelpuntscherm
c2: Gedetailleerd scherm met waarden
c3: Scherm met weersafhankelijke curve
OnderdeelBeschrijving
a Linkse
draaiknop
b Terug-toets: Druk hierop om 1 stap terug te gaan in de
c Home-toets: Druk hierop om terug te gaan naar het
d Help-toets: Druk hierop om een helptekst in verband met de
Het LCD_scherm geeft een boog weer links op het
display wanneer u de linkse draaiknop kunt
gebruiken.
▪: Draai en druk vervolgens de linkse
draaiknop in. Navigeer doorheen de
menustructuur.
▪: Draai de linkse draaiknop. Kies een
menu-item.
▪: Druk de linkse draaiknop in. Bevestig
uw keuze of ga naar een submenu.
menustructuur.
startscherm.
huidige pagina weer te geven (indien
beschikbaar).
Het LCD-scherm geeft een boog weer rechts op
het display wanneer u de rechtse draaiknop kunt
gebruiken.
▪: Draai en druk vervolgens de rechtse
draaiknop in. Wijzig een waarde of instelling, die
rechts op het scherm worden getoond.
▪: Draai de rechtse draaiknop. Navigeer
door de mogelijke waarden en instellingen.
▪: Druk de rechtse draaiknop in. Bevestig
uw keuze en ga naar het volgende menu-item.
4.2.1Startscherm
Druk op de -toets om terug te keren naar het startscherm. U krijgt
een overzicht van de unitconfiguratie en de kamer- en
instelpunttemperaturen te zien. Alleen symbolen die van toepassing
zijn op uw configuratie zijn zichtbaar op het startscherm.
OnderdeelBeschrijving
a Warm tapwater
a1Warm tapwater
a2
c4: Scherm met programma
Mogelijke acties in dit scherm
Ga door de lijst van het hoofdmenu.
Ga naar het hoofdmenu-scherm.
Referenties inschakelen/uitschakelen.
Gemeten tanktemperatuur
(a)
Bedieningshandleiding
5
4 Bediening
6
21
35
45
a
2
Hoofdzone
Secundaire zone
Kamer
Storing
Ruimteverwarming/-koeling
OnderdeelBeschrijving
b Desinfectie / Krachtig
Desinfectiestand actief
Krachtige bedrijfsmodus actief
c Noodbedrijfsmodus
De warmtepomp is defect en het systeem werkt in
Noodbedrijf-modus of de warmtepomp wordt
gedwongen uitgeschakeld.
d Huidige datum en tijd
e Slimme energie
e1Slimme energie is beschikbaar via zonnepanelen
of een slim net.
e2Slimme energie wordt op dit moment gebruikt voor
verwarming van ruimten.
e3Slimme energie wordt op dit moment gebruikt voor
warm tapwater.
f Ruimtebedrijfsmodus
Koeling
Verwarming
g Buitenunit / geluidsarme stand
g1
Gemeten buitentemperatuur
(a)
g2Geluidsarme stand actief
g3Buitenunit
h Binnenunit / warmtapwatertank
h1Vloerstaande binnenunit met geïntegreerde tank
OnderdeelBeschrijving
k Secundaire zone
k1 Type geïnstalleerde kamerthermostaat:
De unit werkt op basis van de (bedrade of
draadloze) externe kamerthermostaat.
—Er is geen kamerthermostaat geïnstalleerd of
ingesteld. De unit werkt op basis van de
aanvoerwatertemperatuur, ongeacht de werkelijke
kamertemperatuur en/of de vraag om de kamer te
verwarmen.
k2 Type geïnstalleerd warmteafgever:
Vloerverwarming
Ventilo-convector
Radiator
k3
Instelpunt aanvoerwatertemperatuur
(a)
l Storing
Er is een storing.
Zie "7.1De help-tekst weergeven in geval van een
storing"[416] voor meer informatie.
(a)
Als de bijbehorende werking (bijv. ruimteverwarming) niet actief
is, wordt de cirkel grijs weergegeven.
4.2.2Het scherm Hoofdmenu
Vanuit het startscherm drukt u () of draait u () de
linkse draaiknop om het hoofdmenuscherm te openen. Via het
hoofdmenu hebt u toegang tot de verschillende instelpunt-schermen
en submenu's.
Op wand gemonteerde binnenunit
Op wand gemonteerde binnenunit met
afzonderlijke tank
h2Waterdruk
i Primaire zone
i1 Type geïnstalleerde kamerthermostaat:
De unit werkt op basis van de
omgevingstemperatuur van de speciale interface
voor menselijk comfort (BRC1HHDA die als
kamerthermostaat wordt gebruikt).
De unit werkt op basis van de (bedrade of
draadloze) externe kamerthermostaat.
—Er is geen kamerthermostaat geïnstalleerd of
ingesteld. De unit werkt op basis van de
aanvoerwatertemperatuur, ongeacht de werkelijke
kamertemperatuur en/of de vraag om de kamer te
verwarmen.
i2 Type geïnstalleerd warmteafgever:
Vloerverwarming
Ventilo-convector
Radiator
i3
i4
Gemeten kamertemperatuur
Instelpunt aanvoerwatertemperatuur
j Vakantiestand
Vakantiestand actief
a Geselecteerd submenu
Mogelijke acties in dit scherm
Ga door de lijst.
Ga naar het submenu.
Referenties inschakelen/uitschakelen.
SubmenuBeschrijving
[0]
of Storing
Beperking: Wordt alleen
weergegeven als er een storing
optreedt.
Zie "7.1De help-tekst weergeven in
geval van een storing"[416] voor
meer informatie.
[1]
Kamer
Beperking: Wordt alleen weergeven
als een speciale interface voor
menselijk comfort (BRC1HHDA die als
kamerthermostaat wordt gebruikt) de
binnenunit bedient.
De kamertemperatuur instellen.
(a)
(a)
[2]
Hoofdzone
Toont het symbool dat van toepassing
is voor het type afgever van de
primaire zone.
De aanvoerwatertemperatuur voor de
primaire zone instellen.