1.1Over de documentatie....................................................................................................................................................4
1.1.1Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..........................................................................................4
1.2Voor de gebruiker ...........................................................................................................................................................5
2 Over dit document7
3 Over het systeem9
3.1Onderdelen in een typische systeemlay-out..................................................................................................................9
4.2.4Gedetailleerd scherm met waarden .............................................................................................................. 17
4.3De werking AAN of UIT zetten ........................................................................................................................................ 17
4.3.2Om AAN of UIT te zetten ................................................................................................................................ 18
4.4De regeling van de ruimteverwarming/-koeling ............................................................................................................ 19
4.4.1Over de regeling van de ruimteverwarming/-koeling ................................................................................... 19
4.6Gevorderd gebruik .......................................................................................................................................................... 27
4.6.1De geluidsarme stand gebruiken ................................................................................................................... 28
4.6.4De tijd en de datum configureren.................................................................................................................. 31
4.7Voorgeprogrammeerde waarden en programma's....................................................................................................... 31
4.7.1Voorgeprogrammeerde waarden gebruiken ................................................................................................. 31
4.8.1Wat is een weersafhankelijke curve?............................................................................................................. 42
4.8.2Curve met 2 punten........................................................................................................................................ 43
4.8.3Curve volgens helling en afwijking ................................................................................................................. 44
4.10Installateurinstellingen: tabellen die de installateur moet invullen .............................................................................. 49
6.1Overzicht: onderhoud en service ................................................................................................................................... 52
7.1De help-tekst weergeven in geval van een storing ........................................................................................................ 54
7.3Symptoom: u vindt het te koud (warm) in uw woonruimte.......................................................................................... 55
7.4Symptoom: het water uit de kraan is te koud................................................................................................................ 56
7.5Symptoom: Storing in de warmtepomp......................................................................................................................... 56
7.6Symptoom: Het systeem maakt gorgelende geluiden na de inbedrijfstelling .............................................................. 57
Lees de montagehandleiding, de gebruiksaanwijzing en het
instructievel voor de bedrading alvorens te beginnen met de
installatie.
Lees de servicehandleiding alvorens onderhouds- en
servicewerkzaamheden uit te voeren.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de
installateur en de gebruiker.
De unit bevat draaiende onderdelen. Wees voorzichtig bij
servicewerkzaamheden of inspectie van de unit.
Symbolen gebruikt in de documentatie:
SymboolVerklaring
Geeft de titel van een afbeelding of een verwijzing ernaar
aan.
Voorbeeld: " 1–3 Titel afbeelding" betekent "Afbeelding 3
in hoofdstuk 1".
Geeft de titel van een tabel of een verwijzing ernaar aan.
1.2 Voor de gebruiker
Voorbeeld: " 1–3 Titel tabel" betekent "Tabel 3 in
hoofdstuk 1".
WAARSCHUWING
Indien u twijfels heeft over de bediening van de unit, neem
contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Kinderen vanaf een leeftijd van 8 jaar en personen met
verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale mogelijkheden
of een gebrek aan ervaring en kennis kunnen dit apparaat
alleen gebruiken als het gebruik van het apparaat werd
uitgelegd door een persoon die instaat voor hun veiligheid.
Kinderen mogen NIET met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud door de gebruiker mag NIET
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
▪ Plaats GEEN voorwerpen die water bevatten op de unit.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
5
1 | Algemene veiligheidsmaatregelen
VOORZICHTIG
▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen
▪ Zit, klim of sta NIET op de unit.
▪ Units dragen het volgende symbool:
Dit betekent dat u GEEN elektrische en elektronische producten mag mengen
met ongesorteerd huishoudelijk afval. Probeer het systeem NIET zelf te
ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het
koelmiddel, van olie en van andere onderdelen moeten door een erkende
installateur conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
De units moeten voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een
gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld. Door ervoor te zorgen
dat dit product op de juiste manier wordt weggeworpen, draagt u bij tot het
voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor milieu en menselijke
gezondheid. Voor meer informatie, contacteer uw installateur of de plaatselijke
overheid.
bovenop de unit.
▪ Batterijen dragen het volgende symbool:
Dit betekent dat de batterijen NIET met ongesorteerd huishoudelijk afval
gemengd mogen worden. Indien onder het symbool een scheikundig symbool
afgebeeld staat, betekent dit scheikundig symbool dat de batterij een zwaar
metaal bevat boven een bepaalde concentratie.
Mogelijke chemische symbolen: Pb: lood (>0,004%).
Lege batterijen moeten voor hergebruik door een gespecialiseerde installatie
worden verwerkt. Door ervoor te zorgen dat wegwerpbatterijen op de juiste
manier worden weggeworpen, helpt u mogelijke negatieve gevolgen voor milieu
en menselijke gezondheid te voorkomen.
De gebruikersinterface heeft de volgende onderdelen:
a Statusindicator
b LCD-scherm
c Draaiknoppen en toetsen
a Statusindicator
b LCD-scherm
c Draaiknoppen en toetsen
Statusindicator
De statusindicator-LEDs gaan branden of knipperen om de bedrijfsmodus van de
unit aan te geven.
LEDStandBeschrijving
Knipperend blauwStand-byDe unit is niet in bedrijf.
Constant blauwBedieningDe unit is in bedrijf.
Knipperend roodStoringEr is een storing.
Zie "7.1De help-tekst weergeven in
geval van een storing"[454] voor
meer informatie.
LCD-scherm
Het LCD-scherm heeft een slaapstand. Wanneer de gebruikersinterface 15minuten
niet wordt gebruikt, valt het scherm uit. Zodra u op een druktoets duwt of aan een
van de draaiknoppen draait, licht het scherm weer op.
Draaiknoppen en toetsen
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
10
U gebruikt de draaiknoppen en toetsen:
▪ Om door de schermen, menu's en instellingen van het LCD-scherm te navigeren
a Startscherm
b Het scherm Hoofdmenu
c Subschermen:
c1: Instelpuntscherm
c2: Gedetailleerd scherm met waarden
c3: Scherm met weersafhankelijke curve
c4: Scherm met programma
Druk op de -toets om terug te keren naar het startscherm. U krijgt een overzicht
van de unitconfiguratie en de kamer- en instelpunttemperaturen te zien. Alleen
symbolen die van toepassing zijn op uw configuratie zijn zichtbaar op het
startscherm.
De unit werkt op basis van de omgevingstemperatuur van de
speciale interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA die als
kamerthermostaat wordt gebruikt).
De unit werkt op basis van de (bedrade of draadloze) externe
kamerthermostaat.
—Er is geen kamerthermostaat geïnstalleerd of ingesteld. De
unit werkt op basis van de aanvoerwatertemperatuur,
ongeacht de werkelijke kamertemperatuur en/of de vraag om
de kamer te verwarmen.
i2Type geïnstalleerd warmteafgever:
Vloerverwarming
Ventilo-convector
Radiator
i3
i4
Gemeten kamertemperatuur
Instelpunt aanvoerwatertemperatuur
(a)
(a)
jVakantiestand
Vakantiestand actief
kSecundaire zone
k1 Type geïnstalleerde kamerthermostaat:
De unit werkt op basis van de (bedrade of draadloze) externe
kamerthermostaat.
—Er is geen kamerthermostaat geïnstalleerd of ingesteld. De
unit werkt op basis van de aanvoerwatertemperatuur,
ongeacht de werkelijke kamertemperatuur en/of de vraag om
de kamer te verwarmen.
k2 Type geïnstalleerd warmteafgever:
Vloerverwarming
Ventilo-convector
Radiator
k3
Instelpunt aanvoerwatertemperatuur
lStoring
Er is een storing.
(a)
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
14
Zie "7.1De help-tekst weergeven in geval van een
storing"[454] voor meer informatie.
(a)
Als de bijbehorende werking (bijv. ruimteverwarming) niet actief is, wordt de cirkel grijs
weergegeven.
Vanuit het startscherm drukt u () of draait u () de linkse draaiknop om
het hoofdmenuscherm te openen. Via het hoofdmenu hebt u toegang tot de
verschillende instelpunt-schermen en submenu's.
4 | Bediening
a Geselecteerd submenu
Mogelijke acties in dit scherm
Ga door de lijst.
Ga naar het submenu.
Referenties inschakelen/uitschakelen.
SubmenuBeschrijving
[0]
of Storing
Beperking: Wordt alleen weergegeven als er
een storing optreedt.
Zie "7.1De help-tekst weergeven in geval van
een storing"[454] voor meer informatie.
[1]
Kamer
Beperking: Wordt alleen weergeven als een
speciale interface voor menselijk comfort
(BRC1HHDA die als kamerthermostaat wordt
gebruikt) de binnenunit bedient.
De kamertemperatuur instellen.
[2]
Hoofdzone
Toont het symbool dat van toepassing is voor
het type afgever van de primaire zone.
De aanvoerwatertemperatuur voor de
primaire zone instellen.
[3]Secundaire zoneBeperking: Wordt alleen weergegeven als er
twee aanvoerwatertemperatuurzones zijn.
Toont het symbool dat van toepassing is voor
het type afgever van de secundaire zone.
De aanvoerwatertemperatuur voor de
secundaire zone (indien aanwezig) instellen.
[4]
Ruimteverwarming/-
koeling
Toont het symbool dat van toepassing is voor
uw unit.
Minimale temperatuurbeperkinga1Vastgelegd door de unit
Maximale temperatuurbeperkingb1Vastgelegd door de unit
Huidige temperatuurcGemeten door de unit
Gewenste temperatuurdDraai aan de rechtse draaiknop
SubmenueDraai aan of druk op de linkse
4.2.4 Gedetailleerd scherm met waarden
4 | Bediening
a2Beperkt door de installateur
b2Beperkt door de installateur
om te verhogen/verlagen.
draaiknop om naar het submenu
te gaan.
Voorbeeld:
a Instellingen
b Waarden
c Geselecteerde instelling en waarde
Ga door de lijst met instellingen.
Verander de waarde.
Ga naar de volgende instelling.
Bevestig de wijzigingen en ga verder.
4.3 De werking AAN of UIT zetten
4.3.1 Visuele aanduiding
Bepaalde functies van de unit kunnen afzonderlijk ingeschakeld of uitgeschakeld
worden. Als een bepaalde functie is uitgeschakeld, dan zal het overeenkomstige
temperatuursymbool in het startscherm grijs worden weergegeven.
Vorstbescherming kamer. Zelfs als u de ruimteverwarming/-koeling UIT zet ([C.2]:
In werking > Ruimteverwarming/-koeling), zal de kamervorstbescherming –
als ingeschakeld – actief blijven.
OPMERKING
Vorstpreventie waterleidingen. Zelfs als u de ruimteverwarming/-koeling UIT zet
([C.2]: In werking > Ruimteverwarming/-koeling), zal de vorstpreventie voor
de waterleidingen – als ingeschakeld – actief blijven.
1Ga naar [C.2]: In werking > Ruimteverwarming/-
koeling.
4 | Bediening
2Stel de werking in op Aan of Uit.
Tankverwarming
OPMERKING
Desinfectiestand. Zelfs als u de werking tankverwarming UIT zet ([C.3]: In werking
> Sanitaire warmwatertank), zal de desinfectiestand actief blijven. Als u ze
echter UIT zet terwijl de tank wordt gedesinfecteerd, zal er een AH-fout worden
gegenereerd.
1Ga naar [C.3]: In werking > Sanitaire warmwatertank.
2Stel de werking in op Aan of Uit.
4.4 De regeling van de ruimteverwarming/-koeling
4.4.1 Over de regeling van de ruimteverwarming/-koeling
Het regelen van de ruimteverwarming/-koeling omvat de volgende stappen:
1De ruimtebedrijfsmodus instellen
2De temperatuur regelen
Afhankelijk van de systeemlayout en de configuratie door de installateur kunt u
een andere temperatuurregeling gebruiken: