Daikin CVXM20A2V1B, FVXM25A2V1B, FVXM35A2V1B, FVXM50A2V1B Installation manuals [nl]

Montagehandleiding
Split-systeemairconditioners
CVXM20A2V1B FVXM25A2V1B FVXM35A2V1B FVXM50A2V1B
Montagehandleiding
Split-systeemairconditioners
Nederlands

Inhoud

Inhoud

1 Over de documentatie 2

1.1 Over dit document ..................................................................... 2
2 Specifieke veiligheidsinstructies voor de
installateur 2
3 Over de doos 3
3.1 Binnenunit ................................................................................. 3
3.1.1 Toebehoren uit de binnenunit verwijderen.................. 3
4 Over de unit 4
4.1 Over het draadloos netwerk ...................................................... 4
4.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van het
draadloos netwerk....................................................... 4
4.1.2 Basisparameters ......................................................... 4
4.1.3 Draadloos netwerk instellen........................................ 4
5 Installatie van de unit 4
5.1 Installatieplaats voorbereiden.................................................... 4
5.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de binnenunit
geïnstalleerd wordt...................................................... 4
5.2 Binnenunit openen .................................................................... 5
5.2.1 Voorpaneel verwijderen .............................................. 5
5.2.2 Voorrooster verwijderen.............................................. 5
5.2.3 Klemmenblok openen en deksel van de elektrische
bedradingskast verwijderen ........................................ 5
5.3 De binnenunit monteren ............................................................ 6
5.3.1 De binnenunit plaatsen ............................................... 6
5.3.2 Een muuropening boren ............................................. 8
5.3.3 Ingesneden delen verwijderen.................................... 8
5.3.4 Afvoer voorzien ........................................................... 8
6 Installatie van de leidingen 9
6.1 De koelmiddelleidingen voorbereiden ....................................... 9
6.1.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen ....................... 9
6.1.2 De koelleidingen isoleren............................................ 10
6.2 De koelmiddelleiding aansluiten................................................ 10
6.2.1 De koelmiddelleidingen op binnenunit aansluiten....... 10
7 Elektrische installatie 10
7.1 Specificaties van de standaardcomponenten van de
bedrading .................................................................................. 10
7.2 Elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit................... 11
7.3 Optionele accessoires aansluiten (gebruikersinterface met kabel, centrale gebruikersinterface, draadloze adapter, etc.) ... 11
8 De installatie van de binnenunit voltooien 11
8.1 Installatie van de binnenunit voltooien ...................................... 11
8.2 De binnenunit sluiten................................................................. 11
8.2.1 Elektrische bedradingskast en klemmenblok sluiten .. 11
8.2.2 Voorrooster weer aanbrengen .................................... 11
8.2.3 Voorpaneel weer aanbrengen..................................... 12
9 Inbedrijfstelling 12
9.1 Proefdraaien.............................................................................. 12
9.1.1 Proefdraaien met de gebruikersinterface.................... 12
1 Over de documentatie

1.1 Over dit document

INFORMATIE
Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen raadplegen.
Bedoeld publiek
Erkende installateurs
INFORMATIE
Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte industrie en in boerderijen door deskundige of geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de handel en in huishoudens, door niet gespecialiseerde personen.
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud, reparaties en gebruikte materialen moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en daarnaast ook met de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. In Europa en gebieden waar de IEC-normen gelden, is EN/IEC 60335-2-40 de toepasselijke norm.
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid:
▪ Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie
▪ Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)
Montagehandleiding binnenunit:
▪ Installatie-instructies
▪ Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)
Uitgebreide handleiding voor de installateur:
▪ Voorbereiding van de installatie, goede praktijken,
referentiegegevens,…
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
10 Als afval verwijderen 12
11 Technische gegevens 12
11.1 Bedradingsschema.................................................................... 12
11.1.1 Legende eengemaakt bedradingsschema .................. 12
2
2 Specifieke
veiligheidsinstructies voor de installateur
Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na.
CVXM20+FVXM25~50A2V1B
Split-systeemairconditioners
3P477070-2L – 2020.10

3 Over de doos

Installatie van de unit (zie "5Installatie van de unit"[44])
WAARSCHUWING
De reeks vloermodellen CVXM-A en FVXM-A mag alleen worden gecombineerd met systemen met een totale hoeveelheid koelmiddel van <1,842 kg. Dit betekent dat wanneer u ze combineert met 3MXM40N8- of 3MXM52N8­buitenunits, de totale leidinglengte van vloeibaar koelmiddel ≤30m MOET zijn.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende elektrische verwarming).
VOORZICHTIG
Gebruik bij muren met een metalen frame of een metalen plaat een in de muur ingebedde leiding en een muurafdekplaat in de doorvoeropening om schade door hitte, elektrische schokken of brand te voorkomen.
Installatie van de leidingen (zie "6Installatie van de
leidingen"[49])
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
VOORZICHTIG
▪ Gebruik de flaremoer die op de unit is bevestigd.
▪ Om gaslekken te voorkomen, brengt u koelmachine-
olie aan op alleen de binnenkant van de verbreding. Gebruik koelmachine-olie voor R32.
▪ Hergebruik GEEN verbindingen.
VOORZICHTIG
▪ Gebruik GEEN minerale olie op het verbreed uiteinde
van de koelmiddelleiding.
▪ Installeer NOOIT een droger op deze R32-unit om zijn
levensduur te kunnen garanderen. Het droogmateriaal kan oplossen en het systeem beschadigen.
VOORZICHTIG
▪ Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas
veroorzaken.
▪ Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik
nieuwe getrompte buizen om ervoor te zorgen dat geen koelgas kan lekken.
▪ Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden
meegeleverd. Andere getrompte moeren gebruiken kan koelgaslekken veroorzaken.
Elektrische installatie (zie "7Elektrische installatie"[410])
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
▪ Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde
nulfase heeft, Kan de apparatuur defect raken.
▪ Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET via
een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
▪ Plaats de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
▪ Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders,
zodat deze NIET in contact kan komen met scherpe randen of buizen, vooral langs de hogedrukzijde.
▪ Gebruik GEEN draden met tape, geen gevlochten
geleiders, geen verlengkabels en geen aansluitingen van een sterinstallatie. Deze kunnen zorgen voor oververhitting of elektrische schokken of brand veroorzaken.
▪ Installeer GEEN fasecompensatiecondensator, omdat
deze unit een inverter bevat. Een fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties en kan ongevallen veroorzaken.
WAARSCHUWING
Gebruik ALTIJD een meeraderige kabel als stroomtoevoerkabel.
WAARSCHUWING
Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding van minstens 3 mm om het contact volledig te verbreken onder overspanningscategorie III.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn vertegenwoordiger, zijn servicevertegenwoordiger of gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
WAARSCHUWING
Sluit de elektrische voeding NIET aan op de binnenunit. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik GEEN lokaal aangekochte elektrische
onderdelen binnenin het product.
▪ Tak de elektrische voeding niet af voor de afvoerpomp,
etc. van het klemmenblok. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
Houd de bedrading tussen de units uit de buurt van koperen leidingen die niet thermisch geïsoleerd zijn aangezien dergelijke leidingen heel warm worden.
WAARSCHUWING
▪ Al de bedrading MOET door een erkende elektricien
uitgevoerd worden en MOET voldoen aan de geldende wetgeving.
▪ Maak elektrische verbindingen op de bevestigde
bedrading.
▪ Alle op de site geleverde componenten en alle
elektrische constructies MOETEN voldoen aan de geldende wetgeving.
CVXM20+FVXM25~50A2V1B Split-systeemairconditioners 3P477070-2L – 2020.10
3 Over de doos

3.1 Binnenunit

3.1.1 Toebehoren uit de binnenunit verwijderen

1 Verwijder de accessoires op de bodem van de verpakking. Een
extra SSID-klever is voorzien op de unit.
3

4 Over de unit

edb ca f
j k lih
g
m
a Montagehandleiding b Gebruiksaanwijzing c Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
d Montageplaat (bevestigd op de unit) e Titaniumapatiet luchtzuiveringsfilter
f Afvoerslang g Isolatiedeel u Gebruikersinterface
i Houder gebruikersinterface
j Droge AAA.LR03-batterij (alkaline) voor
gebruikersinterface
k Extra SSID-klever (op de unit)
l Schroeven voor bevestigen van de afvoerslang
m Schroeven met witte kop "Voorrooster weer
aanbrengen"[411]
Extra SSID-klever. Gooi de extra klever NIET weg. Bewaar hem
op een veilige plaats voor eventueel later gebruik (bijv. bij vervanging van het voorrooster kleeft u hem op het nieuwe voorrooster).
4 Over de unit
WAARSCHUWING: MATIG ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
De volgende symbolen kunnen voorkomen op de binnenunit:
Symbool Verklaring
Meet de spanning aan de aansluitklemmen van de condensatoren van de hoofdkring of elektrische onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert.
Automatisch werkende apparatuur. Bijv. automatische deuren
of brandalarmapparatuur. Dit product kan een slechte werking van de apparatuur veroorzaken.
Magnetron. Kan de draadloze LAN-communicatie beïnvloeden.

4.1.2 Basisparameters

Wat Waarde
Frequentiebereik 2400MHz~2483.5MHz
Radioprotocol IEEE 802.11b/g/n
Radiofrequentiekanaal 13ch
Uitgangsvermogen 13dBm
Effectief uitgestraald vermogen 15dBm (11b) / 14dBm (11g) /
14dBm (11n)
Elektrische voeding DC 14 V / 100 mA

4.1.3 Draadloos netwerk instellen

De klant staat in voor:
▪ Smartphone of tablet met minimum ondersteunde versie van
Android of iOS, gespecificeerd op http://
www.onlinecontroller.daikineurope.com
▪ Internetverbinding en communicatietoestel zoals modem, router,
etc.
▪ Draadloos LAN-toegangspunt.
▪ Geïnstalleerde gratis Daikin Residential Controller app.
De app "Daikin Residential Controller" installeren
1 Open:
▪ Google Play voor smartphones met Android. ▪ App Store voor smartphones met iOS.
2 Zoek naar Daikin Residential Controller.
3 Volg de instructies op het scherm om de app te installeren.

5 Installatie van de unit

5.1 Installatieplaats voorbereiden

4.1 Over het draadloos netwerk

Gedetailleerde specificaties, montage-instructies, instelmethoden, FAQ, conformiteitsverklaring en de nieuwste versie van deze handleiding vindt u op http://www.onlinecontroller.daikineurope.com.
INFORMATIE
▪ Daikin Industries Czech Republic s.r.o. verklaart dat de
radioapparatuur in deze unit conform de Richtlijn 2014/53/EU is.
▪ Deze unit wordt als gecombineerde apparatuur
beschouwd volgens de definitie van Richtlijn 2014/53/ EU.

4.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van het draadloos netwerk

NIET gebruiken in de buurt van:
Medische apparatuur. Bijv. personen met een pacemaker of een
defibrillator. Dit product kan elektromagnetische storingen veroorzaken.
4
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende elektrische verwarming).

5.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de binnenunit geïnstalleerd wordt

INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70dBA.
WAARSCHUWING
De reeks vloermodellen CVXM-A en FVXM-A mag alleen worden gecombineerd met systemen met een totale hoeveelheid koelmiddel van <1,842 kg. Dit betekent dat wanneer u ze combineert met 3MXM40N8- of 3MXM52N8­buitenunits, de totale leidinglengte van vloeibaar koelmiddel ≤30m MOET zijn.
Afstand. Let op de volgende vereisten:
CVXM20+FVXM25~50A2V1B
Split-systeemairconditioners
3P477070-2L – 2020.10
60
(65)
≤27°
(mm)
≥467
≥50 ≥50
A B
(105)
60
A Vooraanzicht
b
a
c
b
c
b
a
1
2
3
b
a
c
c
b
B Zijaanzicht
▪ Installeer de unit niet meer dan 60mm boven de vloer.
Muurisolatie. Wanneer de temperatuur in de muur hoger is dan
30°C en er een relatieve vochtigheid van meer dan 80% heerst, of wanneer er verse lucht in de muur wordt geleid, is er extra isolatie nodig (polyethyleenschuim met een dikte van minstens 10mm).
Sterkte van de muur of de vloer. Controleer of de muur of de
vloer sterk genoeg is om het gewicht van de unit te dragen. Als er een risico is, verstevig de muur of de vloer dan alvorens de unit te installeren.

5.2 Binnenunit openen

5.2.1 Voorpaneel verwijderen

1 Schuif beide schuifstukken in de richting van de pijlen tot u een
klik hoort.
5 Installatie van de unit
a Voorrooster b Tabs

5.2.3 Klemmenblok openen en deksel van de elektrische bedradingskast verwijderen

Klemmenstrook openen
1 Verwijder het voorrooster.
2 Verwijder 1 schroef onderaan.
3 Til de bevestigingsplaat van de sensor op.
4 Breng het metalen plaatdeksel naar onder en dan naar u toe
om het te verwijderen.
2 Open het voorpaneel en verwijder het touwtje.
3 Verwijder het voorpaneel.

5.2.2 Voorrooster verwijderen

1 Verwijder het voorpaneel. Zie "Voorpaneel verwijderen"[45].
2 Verwijder de 4 schroeven, maak het rooster los van de 4 tabs
bovenaan en verwijder het voorrooster door het naar u toe te trekken.
CVXM20+FVXM25~50A2V1B Split-systeemairconditioners 3P477070-2L – 2020.10
a Schroef b Bevestigingsplaat sensor c Metalen plaatdeksel
Deksel elektrische bedradingskast verwijderen
1 Open het klemmenblok.
2 Verwijder 1 schroef van de elektrische bedradingskast.
3 Haak de 2 tabs op het deksel van de elektrische
bedradingskast los en verwijder het deksel.
a Schroef b Deksel bedradingskast c Tabs
5
5 Installatie van de unit
a
b
A B C
(mm)
634.5
750
006
300
200
285
115
159
238
689
a
a
a
a
159
a
a
75
06
75
45
Ø65
Ø65
45
b
c
75
75
54
f
e
A B
C
54
45
d
82
166
06
(mm)
634.5
750
006
553
300
200
285
115
238
b
b
b
b
75
06
75
45
Ø65
Ø65
45
d
e
75
75
54
h
g
54
45
f
A B
C
c c
a

5.3 De binnenunit monteren

5.3.1 De binnenunit plaatsen

Installatie-opties
Er zijn 3 mogelijke types installatie voor de binnenunit.
A Vloerinstallatie (zichtbaar) B Muurinstallatie (zichtbaar) C Half verborgen installatie
a Montageplaat b Plint
Vloerinstallatie
 5‒1 Installatietekening binnenunit: Vloerinstallatie
A Vooraanzicht B Zijaanzicht C Bovenaanzicht
a Schroefgat 6× b Plaats opening leidingen links achter c Plaats opening leidingen rechts achter d Plaats opening leidingen links/rechts e Plaats opening leidingen links onder
f Plaats opening leidingen rechts onder
1 Boor een gat in de muur, afhankelijk van waar de leidingen naar
buiten worden geleid. Zie "Een muuropening boren"[48].
2 Open het voorpaneel en verwijder het voorrooster (zie
"5.2Binnenunit openen"[45]).
3 Verwijder de ingesneden delen met een kniptang. Zie
"Ingesneden delen verwijderen"[48].
4 Monteer de unit tegen de muur en de vloer met 6 schroeven
M4×25L (lokaal te voorzien).
6
5 Wanneer de installatie beëindigd is, breng het voorpaneel en
het voorrooster weer aan.
Muurinstallatie
 5‒2 Installatietekening binnenunit: Muurinstallatie
A Vooraanzicht B Zijaanzicht C Bovenaanzicht
a Montageplaat b Schroefgat 4× c Vloer d Plaats opening leidingen links achter e Plaats opening leidingen rechts achter
f Plaats opening leidingen links/rechts g Plaats opening leidingen links onder h Plaats opening leidingen rechts onder
6 Maak de montageplaat tijdelijk vast op de muur.
7 Controleer of de montageplaat waterpas is.
8 Markeer het middelpunt van de boorpunten op de muur.
9 Maak de montageplaat met 5 schroeven M4×25L (lokaal te
voorzien) vast op de muur.
CVXM20+FVXM25~50A2V1B
Split-systeemairconditioners
3P477070-2L – 2020.10
10 Boor een gat in de muur, afhankelijk van waar de leidingen naar
a
b
≤60
a
5 4
30
f
734~740
170
350
70
200
593~595
170 350
d e
c
c
a
A B
(mm)
a
a
75
54
Ø60
Ø60
54
75
C
159
238
689
159
b b
06
75
75
54
h
g
634.5
115
285
b
b
b
b
300
buiten worden geleid. Zie "Een muuropening boren"[48].
11 Open het voorpaneel en verwijder het voorrooster (zie
"5.2Binnenunit openen"[45]).
12 Verwijder de ingesneden delen met een kniptang. Zie
"Ingesneden delen verwijderen"[48].
13 Verwijder het ingesneden deel in het onderframe indien nodig
voor de plinten.
a Onderste frame b Ingesneden deel
14 Lijn de unit uit met het uitlijnsymbool op de
montageplaat: 375 mm van het uitlijnsymbool tot elke zijkant (unit 750 mm breed), 487 mm van het uitlijnsymbool tot de onderkant van de unit.
15 Haak de unit op de montageplaat en maak de unit met 4
schroeven M4×25L (lokaal te voorzien) vast tegen de muur.
5 Installatie van de unit
Half verborgen installatie
 5‒3 Installatietekening binnenunit: Half verborgen installatie
A Vooraanzicht B Zijaanzicht C Bovenaanzicht
a Extra opvulplaat b Schroefgat 6× c Gat d Plaats opening leidingen links achter e Plaats opening leidingen rechts achter
f Plaats opening leidingen rechts/links g Plaats opening leidingen links onder h Plaats opening leidingen rechts onder
17 Maak een opening in de muur zoals hierboven afgebeeld.
18 Installeer de extra opvulplaat (lokaal te voorzien) afhankelijk
van de ruimte tussen de unit en de muur. De ruimte tussen de unit en de muur moet opgevuld zijn.
19 Boor een gat in de muur, afhankelijk van waar de leidingen naar
buiten worden geleid. Zie "Een muuropening boren"[48].
20 Verwijder de ingesneden delen met een kniptang. Zie
"Ingesneden delen verwijderen"[48].
21 Open het voorpaneel, verwijder het voorrooster, verwijder de
boven- en zij-omkastingen (zie "5.2Binnenunit openen"[45]).
22 Maak de unit vast aan de extra opvulplaat en de vloer met 6
schroeven M4×25L (lokaal te voorzien).
16 Wanneer de installatie beëindigd is, breng het voorpaneel en
het voorrooster weer aan.
CVXM20+FVXM25~50A2V1B Split-systeemairconditioners 3P477070-2L – 2020.10
a Uitlijnsymbool
23 Wanneer de installatie beëindigd is, breng het voorpaneel en
het voorrooster weer aan.
7
5 Installatie van de unit
Ø65
a
b
c
a
c d
d
b

5.3.2 Een muuropening boren

VOORZICHTIG
Gebruik bij muren met een metalen frame of een metalen plaat een in de muur ingebedde leiding en een muurafdekplaat in de doorvoeropening om schade door hitte, elektrische schokken of brand te voorkomen.
OPMERKING
Dicht de openingen rond de leidingen af met afdichtingsmateriaal (lokaal te voorzien) om waterlekken te voorkomen.
1 Boor een naar buiten aflopende doorvoeropening van 65mm in
de muur.
2 Breng een ingebedde muurbuis aan in de opening.
3 Breng in de muurbuis een muurafdekplaat aan.
2 Verwijder eventuele bramen langs het weggesneden deel met
een halfronde vijl.
a In de muur ingebedde buis b Stopverf c Deksel muuropening
4 Vergeet niet om de spleet af te dichten met stopverf na het
voltooien van de bedrading, koelmiddel- en afvoerleidingen.

5.3.3 Ingesneden delen verwijderen

Voor leidingen langs de zijkant (links/rechts) en de onderkant (links/ rechts) moeten de ingesneden delen worden verwijderd. Verwijder de ingesneden delen waar de leidingen naar buiten worden geleid.
a Onderste frame b Ingesneden deel voor leidingen aan de zijkant op het
voorrooster (idem aan de andere kant)
c Ingesneden deel voor leidingen aan de zijkant op het
onderframe (idem aan de andere kant)
d Ingesneden deel voor leiding langs onderkant
1 Verwijder het ingesneden deel met een kniptang.

5.3.4 Afvoer voorzien

Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden afgevoerd. Dit omvat:
▪ Algemene richtlijnen
▪ Koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunit
▪ Controleren op waterlekken
Algemene richtlijnen
Leidinglengte. Houd de afvoerleiding zo kort mogelijk.
Leidingmaat. Gebruik een harde pvc-buis met een nominale
diameter van 20mm en een buitendiameter van 26mm.
OPMERKING
▪ Installeer de afvoerslang aflopend.
▪ Sifons zijn NIET toegelaten.
▪ Leg het uiteinde van de afvoerslang NIET in water.
Afvoerslang. De afvoerslang (accessoire) is 220 mm lang met
een buitendiameter van 18mm aan de aansluitzijde.
Verlengslang. Gebruik een harde pvc-buis (lokaal te voorzien)
met een nominale diameter van 20mm als verlengslang. Lijm de verlengslang vast met polyvinyllijm.
Condensatie. Neem maatregelen tegen condensatie. Isoleer de
volledige afvoerleiding in het gebouw.
8
CVXM20+FVXM25~50A2V1B
Split-systeemairconditioners
3P477070-2L – 2020.10
Afvoerleiding aansluiten op de binnenunit
d
c
a
b
100
a
≥50
220
150
100
(mm)
c
d
b
a
t
Ø
OPMERKING
Een slechte aansluiting van de afvoerslang kan lekken veroorzaken en schade berokkenen aan de installatieruimte en de omgeving.
1 Duw de afvoerslang (accessoire) zo ver mogelijk over de
aansluiting van de afvoerleiding en maak ze vast met 1 schroef (accessoire).
a Lekbak b Afvoeraansluiting c Afvoerslang (accessoire) d Schroef (accessoire)
2 Controleer op waterlekken (zie "Controle op
waterlekken"[49]).
3 Isoleer de aansluiting van de afvoerleiding binnen en de
afvoerleiding met ≥10 mm isolatiemateriaal om condensatie te voorkomen.
4 Sluit de afvoerleiding aan op de afvoerslang. Steek de
afvoerslang ≥50 mm in de afvoerleiding zodat zij er niet uit kan worden getrokken.

6 Installatie van de leidingen

6 Installatie van de leidingen

6.1 De koelmiddelleidingen voorbereiden

6.1.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen

OPMERKING
De leidingen en andere drukvoerende delen moeten geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik met fosforzuur gedeoxideerde, naadloze koperen leidingen voor koelmiddel.
INFORMATIE
Extra koelmiddel is NIET toegelaten bij een combinatie van een 3MXM40N8- of 3MXM52N8-buitenunit met CVXM-A­en/of FVXM-A-binnenunits. De totale leidinglengte MOET ≤30m zijn.
▪ Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de
fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m bedragen.
Diameter koelmiddelleidingen
Gebruik dezelfde diameters als die van de aansluitingen op de buitenunits:
Klasse Buitendiameter leiding (mm)
Vloeistofleiding Gasleiding
20~35 Ø6,4 Ø9,5
50 Ø6,4 Ø12,7
Materiaal koelmiddelleidingen
Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos
a Afvoerslang (accessoire) b Vinylchloride afvoerleiding (VP-30) (lokaal te voorzien) c Verloopstuk (lokaal te voorzien) d Vinylchloride afvoerleiding (VP-20) (lokaal te voorzien)
Controle op waterlekken
1 Verwijder de luchtfilters.
2 Giet langzaam ongeveer 1l water in de afvoerbak en controleer
op waterlekken.
CVXM20+FVXM25~50A2V1B Split-systeemairconditioners 3P477070-2L – 2020.10
koper.
Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter
(Ø)
6,4mm (1/4") Gegloeid (O) ≥0,8mm
9,5mm (3/8")
12,7mm (1/2")
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
Hardingsgraad Dikte (t)
(a)
9

7 Elektrische installatie

ØiØ
i
t
ØpØ
p
a b
c d
a
b
a
a
e
b
e
c
b
a
d
c
d
b

6.1.2 De koelleidingen isoleren

▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
▪ met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en
0,052W/mK (0,035 en 0,045kcal/mh°C)
▪ bestand tegen minstens 120°C
▪ Isolatiedikte
Buitendiameter
leiding (Øp)
6,4mm (1/4") 8~10mm ≥10mm
9,5mm (3/8") 12~15mm ≥13mm
12,7mm (1/2") 14~16mm ≥13mm
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te voorkomen.
Binnendiameter
isolatie (Øi)
Isolatiedikte (t)

6.2 De koelmiddelleiding aansluiten

a Aansluiting koelmiddelleiding b Koelmiddelleiding (lokaal te voorzien) c Gleuf d Tape e Isolatie (accessoire)
7 Elektrische installatie
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik ALTIJD een meeraderige kabel als stroomtoevoerkabel.
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN

6.2.1 De koelmiddelleidingen op binnenunit aansluiten

WAARSCHUWING: MATIG ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
Leidinglengte. Houd de koelmiddelleiding zo kort mogelijk.
1 Sluit de koelmiddelleiding met flareverbindingen aan op de
unit.
2 Isoleer de koelmiddelleiding op de binnenunit als volgt:
a Gasleiding b Isolatie gasleiding c Vloeistofleiding d Isolatie vloeistofleiding
OPMERKING
Zorg ervoor dat de hele koelmiddelleiding is geïsoleerd. Blote leidingen kunnen condensatie veroorzaken.
3 Sluit het ingesneden deel op het koelmiddelleidingaansluiting af
met tape (lokaal te voorzien). Zorg ervoor dat alles goed afgedicht is.
4 Draai de isolatie (accessoire) rond het ingesneden deel en het
uiteinde van de isolatie van de aangesloten koelmiddelleiding. Zorg ervoor dat alles goed afgedicht is.
WAARSCHUWING
Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding van minstens 3 mm om het contact volledig te verbreken onder overspanningscategorie III.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn vertegenwoordiger, zijn servicevertegenwoordiger of gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
WAARSCHUWING
Sluit de elektrische voeding NIET aan op de binnenunit. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik GEEN lokaal aangekochte elektrische
onderdelen binnenin het product.
▪ Tak de elektrische voeding niet af voor de afvoerpomp,
etc. van het klemmenblok. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
Houd de bedrading tussen de units uit de buurt van koperen leidingen die niet thermisch geïsoleerd zijn aangezien dergelijke leidingen heel warm worden.

7.1 Specificaties van de standaardcomponenten van de bedrading

Onderdeel
Kabel tussen de units (binnen↔buiten) 4-aderige kabel
1,5mm²~2,5mm² en
geschikt voor 220~240V
H05RN-F (60245 IEC 57)
10
CVXM20+FVXM25~50A2V1B
Split-systeemairconditioners
3P477070-2L – 2020.10
7.2 Elektrische bedrading aansluiten
a
b
c
a
b
a
b c
e f
op de binnenunit
1 Open het klemmenblok. Zie "5.2Binnenunit openen"[45].
2 Strip de draad ongeveer 15mm af.
3 Sluit de draden aan op de klemnummers met dezelfde kleur op
de klemmenblokken van de binnenunit en de buitenunit en draai de draden stevig vast op de overeenkomstige klemmen.
4 Sluit de aardingskabels aan op de overeenkomstige klemmen.
a Klemmenstrook b Elektrische componentenblok c Kabelklem
5 Trek aan de draden om te controleren of ze goed vastzitten, en
bevestig ze dan met de kabelklem.
6 De draden mogen niet in contact komen met de metalen delen
van de warmtewisselaar.
7 Bij aansluiting op een optionele adapter, zie "7.3 Optionele
accessoires aansluiten (gebruikersinterface met kabel, centrale gebruikersinterface, draadloze adapter, etc.)"[411].

8 De installatie van de binnenunit voltooien

a S21-connector
B Kabel optionele adapter
4 Sluit het deksel van de elektrische bedradingskast. Zie "8.2De
binnenunit sluiten"[411].
8 De installatie van de
binnenunit voltooien

8.1 Installatie van de binnenunit voltooien

1 Nadat de afvoerleiding, koelmiddelleiding en elektrische
bedrading klaar zijn. Draai isolatietape rond de koelmiddelleidingen en de doorverbindingskabel. Laat de tape bij elke omwikkeling minstens de helft van de breedte overlappen.

7.3 Optionele accessoires aansluiten (gebruikersinterface met kabel, centrale gebruikersinterface, draadloze adapter, etc.)

1 Verwijder het deksel van de elektrische bedradingskast. Zie
"5.2Binnenunit openen"[45].
2 Sluit de kabel van de optionele adapter aan op de S21-
connector. Voor aansluiting van de kabel van de optionele adapter op de optie, zie de montagehandleiding van de optionele adapter.
3 Leg de kabel zoals hieronder afgebeeld.
CVXM20+FVXM25~50A2V1B Split-systeemairconditioners 3P477070-2L – 2020.10
2 Voer de leidingen door de muuropening en dicht de gaten af
met stopverf.

8.2 De binnenunit sluiten

8.2.1 Elektrische bedradingskast en
1 Haak de elektrische bedradingskast op de 2 tabs, sluit ze en
maak ze vast met 1 schroef.
2 Breng het voorste metalen deksel weer aan en maak het vast
met de schroef.
3 Sluit bevestigingsplaat van de sensor.

8.2.2 Voorrooster weer aanbrengen

1 Plaats het voorrooster terug.
2 Maak het voorrooster vast in 4 tabs.
a Verbindingskabel b Gasleiding c Isolatie gasleiding d Isolatietape e Vloeistofleiding
f Isolatie vloeistofleiding
klemmenblok sluiten
11

9 Inbedrijfstelling

b
a
c c
3 Maak vast met de 2 originele schroeven op het bovendeel en
met de 2 schroeven met witte kop (accessoire) op het onderdeel.
a Voorrooster b 4 tabs c Schroeven met witte kop (accessoire)

8.2.3 Voorpaneel weer aanbrengen

1 Breng het voorpaneel in de groeven van de unit (3 plaatsen) en
maak het touwtje vast.
9 Inbedrijfstelling
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD draaien met thermistoren en/of druksensoren/-schakelaars. Anders kan er brand in de compressor ontstaan.

9.1 Proefdraaien

Voorwaarde: De gegevens van de voeding MOETEN binnen het
opgegeven bereik vallen.
Voorwaarde: Proefdraaien is mogelijk in de stand koelen of verwarmen.
Voorwaarde: Proefdraaien moet worden uitgevoerd volgens de instructies in de gebruiksaanwijzing van de binnenunit om zeker te zijn dat alle functies en onderdelen goed werken.
1 In de koelstand, selecteer de laagst programmeerbare
temperatuur. In de verwarmingsstand, selecteer de hoogst programmeerbare temperatuur. Indien nodig kan proefdraaien worden gedeactiveerd.
2 Stel de temperatuur op normaal niveau in wanneer het
proefdraaien beëindigd is. In de koelstand: 26~28°C, in de verwarmingsstand: 20~24°C.
3 Het systeem stopt 3minuten na het uitschakelen van de unit.

9.1.1 Proefdraaien met de gebruikersinterface

2 Sluit het voorpaneel en verschuif beide schuifstukken tot u een
klik hoort.
3 Controleer of het voorpaneel goed is vastgemaakt door op de
zijkanten te duwen.
1 Druk op om het systeem in te schakelen.
2 Druk tegelijk op het midden van en .
3 Druk twee keer op om te kiezen en druk op om
te bevestigen.
Gevolg: op het display geeft aan dat proefdraaien geselecteerd is. Het proefdraaien stopt automatisch na ongeveer 30minuten.
4 Druk op de ON/OFF-knop om sneller te stoppen.

10 Als afval verwijderen

OPMERKING
Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.

11 Technische gegevens

▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
12

11.1 Bedradingsschema

11.1.1 Legende eengemaakt bedradingsschema

Voor gebruikte onderdelen en nummering, zie het bedradingsschema op de unit. De onderdelen zijn genummerd met Arabische cijfers in oplopende volgorde en wordt in het overzicht hieronder aangegeven door "*" in de onderdeelcode.
CVXM20+FVXM25~50A2V1B
Split-systeemairconditioners
3P477070-2L – 2020.10
11 Technische gegevens
,
A
INDOOR
OUTDOOR
Symbool Betekenis SymboolBetekenis
Onderbreker Veiligheidsaarding
Aansluiting Beschermende aarding
(schroef)
Connector
Gelijkrichter
Aarding Relaisconnector
Lokale bedrading Kortsluitconnector
Zekering Aansluitklem
Binnenunit Klemmenstrook
Buitenunit Kabelklem
Reststroomappar aat
Symbool Kleur Symbool Kleur
BLK Zwart ORG Oranje
BLU Blauw PNK Roze
BRN Bruin PRP, PPL Paars
GRN Groen RED Rood
GRY Grijs WHT Wit
YLW Geel
Symbool Betekenis
A*P Printplaat
BS* Drukknop aan/uit,
bedrijfsschakelaar
BZ, H*O Zoemer
C* Condensator
AC*, CN*, E*, HA*, HE*, HL*,
Aansluiting, connector HN*, HR*, MR*_A, MR*_B, S*, U, V, W, X*A, K*R_*, NE
D*, V*D Diode
DB* Diodebrug
DS* DIP-schakelaar
E*H Verwarming
FU*, F*U, (voor kenmerken, zie
Zekering printplaat in uw unit)
FG* Connector (randaarding)
H* Kabelboom
H*P, LED*, V*L Controlelamp, led
HAP Led (servicemonitor groen)
HIGH VOLTAGE Hoogspanning
IES Intelligent eye sensor
IPM* Intelligente voedingsmodule
K*R, KCR, KFR, KHuR, K*M Magneetrelais
L Stroomvoerend
L* Spoel
L*R Reactievat
M* Stappenmotor
M*C Compressormotor
M*F Ventilatormotor
M*P Afvoerpompmotor
M*S Draaimotor
Symbool Betekenis
MR*, MRCW*, MRM*, MRN* Magneetrelais
N Neutraal
n=*, N=* Aantal doorgangen door
ferrietkern
PAM Pulsamplitudemodulatie
PCB* Printplaat
PM* Voedingsmodule
PS Schakelvoeding
PTC* PTC-thermistor
Q* Bipolaire transistor met
geïsoleerde poort (IGBT)
Q*C Onderbreker
Q*DI, KLM Aardlekschakelaar
Q*L Overbelastingsbeveiliging
Q*M Thermische schakelaar
Q*R Reststroomapparaat
R* Weerstand
R*T Thermistor
RC Ontvanger
S*C Limietschakelaar
S*L Vlotterschakelaar
S*NG Koelmiddellekdetector
S*NPH Druksensor (hoog)
S*NPL Druksensor (laag)
S*PH, HPS* Drukschakelaar (hoog)
S*PL Drukschakelaar (laag)
S*T Thermostaat
S*RH Vochtigheidssensor
S*W, SW* Bedrijfsschakelaar
SA*, F1S Spanningsbeveiliging
SR*, WLU Signaalontvanger
SS* Keuzeschakelaar
SHEET METAL Klemmenstrook vaste plaat
T*R Transformator
TC, TRC Zender
V*, R*V Varistor
V*R Diodebrug, bipolaire transistor
met geïsoleerde poort (IGBT) voedingsmodule
WRC Draadloze afstandsbediening
X* Aansluitklem
X*M Klemmenstrook (blok)
Y*E Spoel elektronische expansieklep
Y*R, Y*S Spoel elektromagnetische
omkeerklep
Z*C Ferrietkern
ZF, Z*F Ruisfilter
CVXM20+FVXM25~50A2V1B Split-systeemairconditioners 3P477070-2L – 2020.10
13
Verantwortung für Energie und Umwelt
Copyright 2020 Daikin
3P477070-2L 2020.10
Loading...