Daikin CTXU25G2V1B, CTXU35G2V1B, CTXU42G2V1B, CTXU50G2V1B Operation manuals [nl]

Page 1
00_CV_3P232703-1.fm Page 1 Tuesday, August 12, 2008 5:21 PM
DAIKIN ROOM AIR CONDITIONER
EnglishDeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoΕλληνικÜPortuguesРóссêийTürkçe
MODELS
CTXU25G2V1B CTXU35G2V1B CTXU42G2V1B CTXU50G2V1B
Page 2
Page 3
04_NL_3P232703-1.fm Page 1 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
INHOUD
Veiligheidsmaatregelen .....................................................2
Namen van de onderdelen ................................................4
Voorbereidingen Voor Gebruik ..........................................6
GEBRUIK
AUTO · DROGEN · KOELEN · VERWARMEN ·
VENTILATOR modus ........................................................8
Instelling van de luchtstroomrichting................................10
VOCHTIGE WARMTE functie .........................................12
FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE........................14
Gebruik van de COMFORT AIRFLOW en de
RUIMTEDETECTOR modus ...........................................15
KRACHTIG en BUITENUNIT STIL functie ......................17
ECONO-functie................................................................ 18
Gebruik van de Timer ......................................................19
De WEEKTIMER instellen ...............................................21
Opmerking voor Multisysteem .........................................26
ONDERHOUD
Onderhoud en Reiniging.................................................. 27
PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen Oplossen .......................................................31
Nederlands
1
Page 4
04_NL_3P232703-1.fm Page 2 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
LEZEN VOOR GEBRUIK
Veiligheidsmaatregelen
• Bewaar deze handleiding op een plaats waar de gebruiker deze gemakkelijk kan terugvinden.
• Lees de veiligheidsinstructies in deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat gebruikt.
• De hierin beschreven veiligheidsinstructies zijn ingedeeld in WAARSCHUWINGEN en VOORZORGSMAATREGELEN. Deze bevatten beide belangrijke informatie betreffende veiligheid. Neem alle veiligheidsinstructies nauwkeurig in acht.
WAARSCHUWING
Het niet correct opvolgen van deze instructies kan ernstig lichamelijk letsel of een dodelijk ongeval veroorzaken.
Dit mag u nooit doen. Volg de onderstaande aanwijzingen nauwgezet op.
Zorg dat er een aardverbinding wordt gemaakt.
Raak de airconditioner en de afstandsbediening nooit met natte handen aan.
• Bewaar na het lezen deze gebruiksaanwijzing op een handige plaats, zodat u deze telkens wanneer dit nodig is kunt raadplegen. Als het apparaat overgedragen wordt aan een nieuwe gebruiker, ook de gebruiksaanwijzing meegeven.
Het niet correct opvolgen van deze instructies kan schade aan eigendommen of lichamelijk letsel tot gevolg hebben, dat ernstig kan zijn al naar gelang de omstandigheden.
VOORZORGSMAATREGELEN
Zorg dat er geen water op de airconditioner en de afstandsbediening terechtkomt.
WAARSCHUWING
• Om brand, explosies of letsel te voorkomen mag het apparaat niet worden gebruikt in omgevingen waarin ontvlambare en/of corrosieve gassen aanwezig zijn.
• Langdurige, rechtstreekse blootstelling aan koude of warme lucht van de airconditioner, of aan lucht die te koud of te warm is, kan schadelijke zijn voor uw lichamelijke toestand en gezondheid.
• Steek geen voorwerpen, zoals een staaf of uw vingers, in de luchtinlaat of -uitlaat. Als gevolg van aanraking met de ventilatorbladen van de airconditioner die met hoge snelheid ronddraaien, kan letsel ontstaan.
• Probeer de airconditioner niet zelf te repareren, demonteren, opnieuw te installeren of er wijzigingen in aan te brengen, want dit kan resulteren in waterlekkage, een elektrische schok of brand.
• Pas bij lekkage van koelmiddel op voor brandgevaar. Als de airconditioner niet correct functioneert, d.w.z. geen koele of warme lucht produceert, kan lekkage van koelmiddel de oorzaak zijn. Neem contact op met uw leverancier voor assistentie. Het gebruikte koelmiddel in de airconditioner is veilig en lekt gewoonlijk niet weg. Echter in het geval van een lekkage, contact met een open vlam, verwarmingstoestel of kookapparaat, kunnen schadelijke gassen geproduceerd worden. Stop met het gebruik van de airconditioner totdat een deskundige onderhoudsmonteur heeft bevestigd dat de lekkage is gerepareerd.
• Probeer de airconditioner niet zelf te installeren of repareren. Ondeskundig uitgevoerd werk kan waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben. Neem contact op met uw plaatselijke leverancier of vakkundig personeel voor installatie- en onderhoudswerkzaamheden.
• Wanneer de airconditioner niet correct functioneert (een brandlucht afgeeft, enz.), het apparaat uitschakelen en contact opnemen met uw plaatselijke leverancier. Wanneer u de airconditioner onder deze omstandigheden blijft gebruiken, kan dit defecten, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Plaats een aardlekschakelaar. Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Voorzie het apparaat van een aardaansluiting. Aard het apparaat niet aan een gas- of waterpijp, bliksemafleider of telefoon-aardkabel. Onvoldoende aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Gebruik de airconditioner niet voor andere doeleinden dan waarvoor deze bestemd is. Gebruik de airconditioner niet voor het koel houden van precisie-instrumenten, voedsel, dieren, planten of kunstvoorwerpen, aangezien dit de prestaties, kwaliteit en/of levensduur van het betreffende voorwerp nadelig kan beïnvloeden.
Stel planten en huisdieren niet rechtstreeks bloot aan de luchtstroom van het apparaat, want dit kan een nadelige invloed hebben.
• Plaats geen apparatuur die open vuur produceert op plaatsen die blootstaan aan de luchtstroom van het apparaat aangezien dit de verbranding van de brander nadelig kan beïnvloeden.
• Zorg ervoor dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet afgedekt worden. Wanneer de luchtstroom wordt geblokkeerd gaat het apparaat slechter werken en kunnen storingen ontstaan.
• Ga niet op de buitenunit zitten en plaats er ook geen voorwerpen op. U of de voorwerpen zouden kunnen vallen met letsel tot gevolg.
2
Page 5
04_NL_3P232703-1.fm Page 3 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
• Plaats geen voorwerpen die gevoelig zijn voor vocht direct onder de binnen- of buitenunits. Onder bepaalde omstandigheden kan condensvorming op de hoofdunit of de koelmiddelleidingen, vuil in het luchtfilter of een verstopte afvoer waterlekkage veroorzaken, waardoor het betreffende voorwerp vervuild of defect kan raken.
• Controleer na langdurig gebruik de standaard van het apparaat en de bevestiging ervan op beschadiging. Als deze in beschadigde toestand wordt gelaten, kan het apparaat komen te vallen en letsel veroorzaken.
• Om letsel te voorkomen, mag u niet de luchtinlaat of de aluminium vinnen van het apparaat aanraken.
• Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik zonder toezicht door jonge kinderen of ouderen. Dit kan stoornis van de lichaamsfuncties en schade aan de gezondheid veroorzaken.
• Houd kinderen onder toezicht om er voor te zorgen dat ze niet met het apparaat of de afstandsbediening kunnen spelen. Wanneer het apparaat per ongeluk door een kind wordt ingeschakeld, kan dit stoornis van de lichaamsfuncties en schade aan de gezondheid veroorzaken.
• Zorg ervoor om zuurstofgebrek te voorkomen dat de ruimte voldoende geventileerd wordt als apparatuur zoals een brander samen met de airconditioner gebruikt wordt.
• Alvorens te reinigen, het apparaat stopzetten, de hoofdschakelaar uitzetten of het netsnoer losmaken. Anders kan dit een elektrische schok en letsel veroorzaken.
• Sluit de airconditioner alleen op de voorgeschreven stroomvoorziening aan. Als een andere stroomvoorziening wordt gebruikt, kan dit resulteren in een elektrische schok, oververhitting of brand.
• Leid de afvoerslang zo dat de afvoer ongehinderd kan plaatsvinden. Een verkeerde afvoer kan leiden tot nat worden van het gebouw, meubelen enz.
• Zet geen voorwerpen vlakbij de buitenunit en laat geen bladeren en ander afval zich rond de unit ophopen. Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen binnendringen. In de unit kunnen dergelijke dieren storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze in contact komen met elektrische onderdelen.
• Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens, of door personen die geen kennis hebben betreffende de bediening ervan, tenzij er toezicht wordt gehouden of aanwijzingen worden gegeven door de persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is. Buiten bereik van kinderen houden zodat zij niet met het apparaat kunnen gaan spelen.
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
• Bedien het apparaat niet met natte handen om elektrische schokken te voorkomen.
• Spoel de airconditioner niet af met water, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
• Plaats geen voorwerp met water erin (bloemenvaas enz.) op het apparaat, want dit kan resulteren in een elektrische schok of brand.
Installatie-plaats.
Neem contact op met de winkel wanneer u de airconditioner in een van de volgende soorten omgeving wilt installeren.
• Plaatsen waar olie of vet, stoom of roet aanwezig is.
• Zoute omgevingen, zoals aan de kust.
• Plaatsen met zwavelgassen, zoals uit hete bronnen.
• Plaatsen waar de buitenunit mogelijk door sneeuw geblokkeerd kan raken.
De afvoer van de buitenunit moet uitmonden in een plaats met goede drainage.
Houd rekening met geluidsoverlast voor uw buren.
Kies een plaats zoals hieronder beschreven voor de installatie.
• Een plaats die stevig genoeg is om het gewicht van de unit te dragen, maar die niet het geluid en de vibratie tijdens het in werking zijn van het
systeem versterkt.
• Een plaats waar lucht of geluid uit de buitenunit uw buren niet tot last kan zijn.
Elektrische werkzaamheden.
• U dient voor de stroomvoorziening gebruik te maken van een aparte groep speciaal voor uw airconditioner.
Verplaatsen van het systeem.
• Wanneer de airconditioner moet worden verplaatst, moet dit door een vakbekwaam installateur worden uitgevoerd. Neem contact op met de
leverancier als het nodig blijkt te zijn om het systeem te verplaatsen of te veranderen.
3
Page 6
04_NL_3P232703-1.fm Page 4 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Namen van de onderdelen
Binnenunit
1. Luchtfilter
2. Fotokatalytisch luchtfilter met titaniumapatietcoating:
• Deze filters zijn bevestigd aan de binnenzijde van
het luchtfilter.
3. Luchtinlaat
4. Frontpaneel
5. Nokje van bovenste frontpaneel
6. Kamertemperatuur- en vochtigheidssensors:
• Deze tasten de luchttemperatuur en vochtigheid
rondom de unit af.
7. RUIMTEDETECTOR: (pagina 15.)
8. Bedieningspaneel
9. Luchtuitlaat
10.
Jaloezieën (horizontale lamellen): (pagina 10.)
11. Louvres (verticale lamellen):
• De louvres bevinden zich binnenin de luchtuitlaat.
(pagina 10.)
12. Aanvoerluchtfilter (grijs): (pagina 29.)
13.
AAN /UIT-schakelaar van binnenunit:
• Druk eenmaal op deze schakelaar om het apparaat
te starten. Druk nogmaals om het te stoppen.
• De werkingsmodus verwijst naar de volgende tabel.
Modus
Temperatuurinstelling
AUTO 25°C AUTO
• Deze schakelaar kan gebruikt worden wanneer de
afstandsbediening zoekgeraakt is.
14. Multi-monitor lamp: (pagina 8.)
• De kleur van het lampje is afhankelijk van de
geactiveerde functie.
• AUTO ............................................. Blauw/Rood
• DROGEN ....................................... Groen
• KOELEN......................................... Blauw
• VERWARMEN................................ Rood
• VENTILATOR................................. Wit
15. TIMER-lampje (geel): (pagina 19.)
16.
RUIMTEDETECTOR lamp (groen): (pagina 15.)
17. Signaalontvanger:
Deze vangt de signalen van de afstandsbediening op.
• Wanneer het apparaat een signaal ontvangt, hoort u
een korte pieptoon.
• Modus wordt ingeschakeld piep .... piep
• Instellingen zijn gewijzigd............... piep
• Modus wordt uitgeschakeld............ lange pieptoon
(pagina 8.)
Luchtdebiet
Buitenunit
18. Luchtinlaat: (Achteraan en opzij)
19. Koelmiddelleidingen, bevochtigingsslang en bedrading tussen de units
20. Afvoerslangen
21. Aardingaansluitpunten:
• Onder deze kap.
22. Luchtuitlaat
23. Bevochtigingsslangen
24. Bevochtiger
Binnenunit
Buitenunit
134
2
91110
8
17 15
14
16
13
18
24
22
21
5
7
612
1923
20
4
Page 7
04_NL_3P232703-1.fm Page 5 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Afstandsbediening
2
3
4
<ARC452A5>
7
8
13
Open de voorafdekking
1
5
6
9
10
11
12
Afstandsbediening
1. Signaalzender:
• Verstuurt signalen naar de binnenunit.
2. Display (LCD):
• Toont de huidige instellingen. (In deze afbeelding worden ter verduidelijking alle displaydelen in de AAN toestand getoond.)
3. VENTILATOR-instelknop:
Hiermee stelt u de hoeveelheid te verplaatsen lucht in.
4. BEVOCHTIGING/VENTILATIE toets:
• VOCHTIGE WARMTE en FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE functie (pagina 12.)
5. AAN/UIT-knop:
• Druk deze toets eenmaal in op de modus in te schakelen. Druk nogmaals op de toets om de modus uit te schakelen.
6. TEMPERATUURINSTELTOETSEN:
• Hiermee wordt de temperatuurinstelling gewijzigd.
7. MODUSKEUZETOETS:
• Hiermee selecteert u de werkingsmodus. (AUTO/DROGEN/KOELEN/VERWARMEN/ VENTILATOR) (pagina 8.)
8. KRACHTIG/STIL toets:
• KRACHTIG EN BUITENUNIT STIL functie (pagina 17.)
9. ECONO-toets:
• ECONO-functie (pagina 18.)
10.Toets ZWENK:
• Jaloezieën (horizontale lamellen) (pagina 10.)
11.Toets ZWENK:
• Louvres (verticale lamellen) (pagina 10.)
12. COMFORT/SENSOR-toets:
• Gebruik van de COMFORT AIRFLOW en de RUIMTEDETECTOR modus (pagina 15.)
13. : WEKELIJKS toets : PROGRAMMEER toets : KOPIEER toets : TERUG toets : VOLGENDE toets:
• De WEEKTIMER instellen (pagina 21.)
14. Toets SELECTIE:
• Hiermee kunt u de instellingen van de IN/ UITSCHAKELTIMER en WEEKTIMER wijzigen. (pagina 19, 20, 22.)
15. UITSCHAKELTIMER-knop: (pagina 19.)
16. INSCHAKELTIMER-knop: (pagina 20.)
17. TIMERANNULATIE-knop:
• Hiermee annuleert u de instellingen van de tijdschakelaar. (pagina 19, 20.)
• Het kan niet gebruikt worden om de WEEKTIMER.
18.KLOK-knop: (pagina 7.)
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
15 17
16 18
14
5
Page 8
04_NL_3P232703-1.fm Page 6 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Voorbereidingen Voor Gebruik
Drukken.
2
+ en – in de juiste positie!
3
1
De batterijen plaatsen
1.
Verwijder het frontpaneel door dit weg te schuiven.
2. Plaats twee droge cel AAA.LR03 (alkali) batterijen.
3. Doe het deksel terug.
Bediening van de afstandsbediening
• Richt de afstandsbediening met het zendvenster naar de binnenunit om hem te gebruiken. De unit zal niet functioneren als de signalen tussen de unit en de afstandsbediening worden belemmerd door bijvoorbeeld een gordijn.
• Laat de afstandsbediening niet vallen of nat worden.
• De maximale afstand die de afstandsbediening kan overbruggen, is ongeveer 7m.
Ontvanger
Bevestigen van de afstandsbedienings-houder tegen
Trekken.
de wand
1. Kies een plaats waarvandaan de signalen de unit kunnen
Houder Afstandsbediening
bereiken.
2.
Bevestig de houder op de wand, een kolom of vergelijkbare ondergrond met schroeven (niet meegeleverd).
3. Plaats de afstandsbediening in de houder voor de
afstandsbediening.
Bevestigen van het titanium apatiet fotokatalytisch
luchtreinigingsfilter en het luchttoevoerfilter
Schakel de hoofdschakelaar AAN
• Wanneer de hoofdschakelaar AAN gezet wordt, worden de jaloezieën eenmaal geopend en gesloten. (Dit is een normale procedure.)
LET OP
Opmerkingen over de batterijen
• Vervang de batterijen altijd door batterijen van hetzelfde type en vervang altijd beide batterijen.
• Verwijder de batterijen wanneer het systeem gedurende een langere periode niet wordt gebruikt.
• De batterijen gaan ongeveer één jaar mee. Als het display van de afstandsbediening minder helder oplicht of de signaalontvangst afneemt voordat één jaar is verstreken, moet u beide batterijen door nieuwe AAA.LR03 (alkali) batterijen vervangen.
• Met de meegeleverde batterijen kan het systeem worden getest. Deze batterijen kunnen echter maar een korte levensduur hebben, afhankelijk van de fabricagedatum van de airconditioner.
Over de afstandsbediening
• Stel de afstandsbediening nooit bloot aan direct zonlicht.
• Stof op de signaalzender of -ontvanger zal de gevoeligheid doen afnemen. Verwijder het stof met een zachte doek.
• De communicatie tussen de afstandsbediening en de binnenunit kan worden belemmerd als er zich in de kamer een fluorecentie-lamp (TL-lamp) met een elektronische starter bevindt. Raadpleeg in dit geval de winkel.
• Als de afstandsbediening toevallig ook een ander apparaat kan bedienen, adviseren wij u dat apparaat op een andere plaats te zetten, of de winkel te raadplegen.
(pagina 28, 29.)
6
Page 9
04_NL_3P232703-1.fm Page 7 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Druk op de volgende toetsen om de klok in te stellen
1.
Druk op de toets “KLOK”.
•“ ” verschijnt.
• “ ” en “ ” knipperen.
2. Druk op de toets “SELECTIE” om de huidige dag van de
week in te stellen.
3. Druk op de toets “KLOK”.
• “ ” knippert.
4. Druk op de toets “SELECTIE” om de klok in te stellen op
de huidige tijd.
2, 4
• Als u de “ ” of “ ” knop ingedrukt houdt loopt de klok versneld vooruit of achteruit.
5. Druk op de toets “KLOK”.
1, 3, 5
OPMERKING
• Als de interne klok van de binnenunit niet op de juiste tijd ingesteld is, zal de WEEKTIMER niet nauwkeurig werken.
• Richt de afstandsbediening bij het instellen van de tijd voor de interne klok op de binnenunit.
• “ ” knippert.
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
OPMERKING
Tips voor een zuinig energieverbruik
• Maak de kamer niet te koud of verwarm de kamer niet te sterk. Door de temperatuur op een gematigd peil in te stellen, bespaart u energie.
• Sluit de jaloezieën of de gordijnen. Door direct zonlicht en buitenlucht tegen te houden wordt het koelend (verwarmend) effect versterkt.
• Verstopte luchtfilters hinderen de goede werking en verhogen het energieverbruik. Reinig ze ongeveer eens om de twee weken.
Opmerking
• Ook wanneer de airconditioner niet werkt, verbruikt deze ongeveer 15 watt aan elektriciteit voor de activering van de elektronische onderdelen. Wanneer de compressor voorverwarmt, verbruikt de unit ongeveer 50 watt aan elektriciteit.
• Als u de airconditioning lange tijd niet gebruikt, bijvoorbeeld in de lente of herfst, schakelt u de hoofdschakelaar het best UIT.
• Gebruik de airconditioning in de volgende omstandigheden.
Modus Gebruiksomstandigheden Als het apparaat blijft werken buiten dit bereik
Buitentemperatuur: 10 tot 46°C
KOELEN
DROGEN
VER-
WARMEN VOCHTIGE
WARMTE
• Bij gebruik van het systeem buiten het hierboven aangegeven vochtigheids- of temperatuurbereik kan een zekering het systeem buiten werking stellen.
Binnentemperatuur: 18 tot 32°C Luchtvochtigheid binnen: 80% max.
Buitentemperatuur: 10 tot 46°C Binnentemperatuur: 18 tot 32°C Luchtvochtigheid binnen: 80% max.
Buitentemperatuur: –15 tot 20°C Binnentemperatuur: 10 tot 30°C
Buitentemperatuur: –10 tot 20°C Binnentemperatuur: 12 tot 30°C Luchtvochtigheid binnen: 70% max.
• Een zekering kan het apparaat uitschakelen.
• Er kan condensatie en lekkage optreden in de binnenunit.
• Een zekering kan het apparaat uitschakelen.
Aanbevolen temperatuurinstelling
Voor koeling: 26°C - 28°C
Voor verwarming: 20°C - 24°C
7
Page 10
04_NL_3P232703-1.fm Page 8 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
GEBRUIK
AUTO · DROGEN · KOELEN · VERWARMEN · VENTILATOR modus
De airconditioner wordt ingeschakeld in de door u geselecteerde modus. Wanneer u de airconditioner opnieuw inschakelt, zal deze opnieuw in dezelfde modus worden ingeschakeld.
Druk op de volgende toetsen om het apparaat in te
schakelen
1. Druk op de “MODUSKEUZETOETS” en selecteer een
werkingsmodus.
5
4
• Bij elke druk op de knop schakelt het apparaat naar de volgende modus over.
1
2, 3
AUTO KOELEN VERWARMEN VENTILATORDROGEN
2. Druk op de toets “AAN/UIT”.
• Wordt “ ” weergegeven in het LCD-scherm.
• De verklikkerlamp gaat branden.
Werkingsmodus Multi-monitor lamp
AUTO Blauw/Rood
DROGEN Groen
KOELEN Blauw
VERWARMEN Rood
VENTILATOR Wit
VOCHTIGE WARMTE
FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE
Druk op de volgende toetsen om het apparaat uit te
schakelen
Oranje/Geel (pagina 12.)
Licht wit op gedurende 2 seconden. Keert daarna terug naar de kleur van de geselecteerde werkingsmodus of verandert naar geel in de standby-toestand. (pagina 14.)
3.
Druk nogmaals op de toets “AAN/UIT”.
• De melding “ ” in het LCD-scherm dooft.
• De verklikkerlamp dooft.
Om de temperatuurinstelling te wijzigen
4. Druk op de regelknop “TEMPERATUUR instellen”.
• De getoonde items op de LCD veranderen telkens wanneer een van de toetsen wordt ingedrukt.
Modus DROGEN of VENTILATOR
De temperatuurinstelling is niet variabel.
KOELEN modus
18 - 32°C 10 - 30°C 18 - 30°C
Druk op de “ ” toets voor het verhogen van de
temperatuur en druk op de “ ” toets voor het verlagen van de temperatuur.
8
VERWARMEN
modus
AUTO modus
Page 11
04_NL_3P232703-1.fm Page 9 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Om de luchtdebietinstelling te wijzigen
5. Druk op de regeltoets “VENTILATORINSTELLING”.
Modus DROGEN Modus AUTO of KOELEN of VERWARMEN of VENTILATOR
Er kunnen vijf luchtdebietniveaus ingesteld worden, gaande van “ ” tot “
De instelling van het luchtdebiet kan niet worden gewijzigd.
• Stille werking van de binnenunit
Wanneer de luchtstroom is ingesteld op “ ” zal de binnenunit minder lawaai maken.
Gebruik deze instelling om het apparaat stiller te laten werken.
• Bij elke druk op de toets gaat de instelling voor de luchtstroomsnelheid in volgorde vooruit.
plus “ ” en “ ”.
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
OPMERKING
Opmerkingen betreffende de VERWARMEN functie
• Deze airconditioning verwarmt de kamer door warmte aan de buitenlucht te onttrekken en naar binnen te voeren. Daarom neemt de verwarmingscapaciteit af naarmate de buitentemperatuur daalt. Als het verwarmingsvermogen te laag is, is het aan te raden een ander verwarmingstoestel in combinatie met de airconditioning te gebruiken.
• Het verwarmingssysteem verwarmt de kamer door hete lucht door de hele kamer te laten circuleren. Na de start van de verwarmingsmodus duurt het even voor de kamer opwarmt.
• In de verwarmingsmodus kan er ijsvorming op de buitenunit optreden. Hierdoor verlaagt de verwarmingscapaciteit. In dit geval schakelt het systeem de ontdooimodus in om het ijs te verwijderen.
• Tijdens de ontdooimodus komt er geen warme lucht uit de binnenunit.
• Het is mogelijk dat tijdens het ontdooien een pingelgeluid hoorbaar is; dit wijst er echter niet op dat de airconditioner defect is.
Opmerking bij KOELEN
• Deze airconditioner koelt de ruimte door de warme lucht in de ruimte naar buiten te blazen, dus als de buitenluchttemperatuur hoog is, zal de prestatie van de airconditioning verminderen.
Opmerking bij gebruik van de modus DROGEN
• De microchip probeert om de luchtvochtigheid in de ruimte te laten dalen terwijl de temperatuur zo gelijk mogelijk wordt gehouden. Deze procedure regelt automatisch de temperatuur en ventilatorsnelheid’; deze functie kan niet handmatig worden beïnvloedt.
Opmerkingen betreffende de AUTO functie
• In de werkingsmodus AUTO selecteert het systeem een temperatuurinstelling en de juiste werkingsmodus (KOELEN of VERWARMEN) op basis van de temperatuur in de ruimte bij inschakelen van de modus AUTO.
• Het apparaat past de instelling regelmatig aan en brengt de kamer temperatuur op het niveau dat de gebruiker ingesteld heeft.
• Als u de werkingsmodus AUTO niet wilt gebruiken, kunt u handmatig de ingestelde temperatuur veranderen.
Opmerking betreffende de VENTILATOR functie
• Deze modus geldt alleen voor de ventilator.
Opmerking bij het instellen van het luchtdebiet (de verplaatste hoeveelheid lucht)
• Als de luchtverplaatsing geringer is, zal ook het koelings- of verwarmingseffect ook kleiner zijn.
9
Page 12
04_NL_3P232703-1.fm Page 10 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Instelling van de luchtstroomrichting
U kan de luchtstroomrichting aanpassen voor een optimaal comfort.
Richting van de bovenste en onderste luchtstroom instellen
De jaloezieën (horizontale lamellen) instellen
1. Druk op de toets “ZWENK ”.
• Op het display wordt de melding “ ” weergegeven en de jaloezieën beginnen te bewegen.
2. Druk wanneer de jaloezieën de gewenste stand bereikt
hebben nogmaals op de toets “ZWENK ”.
• De jaloezieën stoppen met bewegen.
1, 2
3, 4
• De melding “ ” in het LCD-scherm dooft.
Richting van de rechter en linker luchtstroom instellen
De louvres (verticale lamellen) instellen
3. Druk op de toets “ZWENK ”.
• Wordt “ ” weergegeven in het LCD-scherm.
4. Wanneer de jaloezieën de gewenste stand hebben bereikt
drukt u nogmaals op de toets “ZWENK ” .
• De verticale lamellen stoppen met bewegen.
• De melding “ ” in het LCD-scherm dooft.
10
Page 13
04_NL_3P232703-1.fm Page 11 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
De 3-D luchtstroomrichting instellen
Starten van de 3-D luchtstroom
1. 3. Druk de toetsen “ZWENK ” en “ZWENK ” gelijktijdig in: de meldingen “ ” en “ ” zullen gaan branden, waarna de jaloezie en de verticale lamellen afwisselend zullen bewegen.
Om de 3-D luchtstroom te annuleren
2. 4. Druk de toets “ZWENK ” of “ZWENK ”.
Gebruik van de COMFORT AIRFLOW modus
• Controleer de COMFORT AIRFLOW modus in het hoofdstuk “Gebruik van de COMFORT AIRFLOW modus” en “RUIMTEDETECTOR modus”. (pagina 15.)
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
OPMERKING
Opmerkingen over de hoekinstelling van de jaloezieën en de verticale
lamellen
• Wanneer de toets “ het bereik dat hoort bij de werkingsmodus. (zie afbeelding.)
Driedimensionale (3-D) luchtstroom
• Bij gebruik van de driedimensionale luchstroom circuleert zowel de koude lucht (die de neiging heeft om bij de vloer te blijven hangen) als de warme lucht (die opstijgt en de neiging heeft om tegen het plafond te blijven hangen) door de hele ruimte waardoor afzonderlijke koudere en warmere gebieden voorkomen worden.
OPGELET
• Gebruik altijd de afstandsbediening om de stand van de jaloezieën en de verticale lamellen in te stellen. Als u de zwenkende klep met de hand verdraait, kan u het mechanisme beschadigen.
• Gebruik voor het veranderen van de hoek van de verticale lamellen altijd de afstandsbediening. Binnenin de luchtuitlaat draait een ventilator met hoge snelheid.
ZWENK
” geselecteerd is bewegen de jaloezieën heen en weer binnen
In modus DROGEN of KOELEN
COMFORT AIRFLOW (pagina 15.)
Bij VERWARMEN
Bij VENTILEREN
Bovengrens
Ondergrens
Uitschakelen van de modus
Bovengrens
Ondergrens
Bovengrens
15˚
50˚
Uitschakelen van de modus
30˚
70˚
80˚
COMFORT AIRFLOW (pagina 15.)
80˚
Ondergrens
Uitschakelen van de modus
11
Page 14
04_NL_3P232703-1.fm Page 12 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
VOCHTIGE WARMTE functie
Met deze functie kan een kamer waarin de airconditioner op VERWARMING ingesteld staat bevochtigd worden om het vochtigheidsniveau in de kamer op het juiste niveau te houden als de functie tijdens de winter gebruikt wordt wanneer de lucht droog is. Wanneer de vochtigheid in de kamer hoog is, zal de kamer warm genoeg aanvoelen ook als de ingestelde temperatuur verlaagd wordt.
Starten van de VOCHTIGE WARMTE functie
1.
Druk op de “MODUS keuzetoets” en kies de verwarmingsmodus.
Kiezen
2, 3
AUTO DROGEN KOELEN
VERWARMEN VENTILATOR
1
• Wordt “ ” weergegeven in het LCD-scherm.
• De multi-monitor lamp licht rood op.
2. Druk op de “BEVOCHTIGING/VENTILATIE” toets en kies
een vochtigheidsinstelling.
• De multi-monitor lamp licht oranje op.
• Bij elke druk op de toets gaan de vochtigheidsinstellingen in volgorde vooruit.
LCD van
afstandsbediening
Continu
Hoog
Standaard
Laag
VOCHTIGE WARMTE functie UIT Zie FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE (pagina 14.)
Multi-monitor lampVochtigheidsinstellingen
Oranje/*
Rood/*
1
1
Geel
Geel
FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE UIT
*1
Wanneer het apparaat de VOCHTIGE WARMTE functie of de FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE niet kan activeren en in de standby-toestand schakelt, zal de multi-monitor lamp geel oplichten. (pagina 13.)
Rood
Annuleren van de VOCHTIGE WARMTE functie
3.
Druk op de “BEVOCHTIGING/VENTILATIE” toets en kies UIT
• De multi-monitor lamp licht rood op. (*Keert terug naar VERWARMING functie.)
OPMERKING
Opmerkingen betreffende de VOCHTIGE WARMTE functie
• De VOCHTIGE WARMTE functie kan alleen gekozen worden wanneer de airconditioner op VERWARMING ingesteld staat.
• Het werkingsgeluid van de airconditioner neemt iets toe wanneer de airconditioner op bevochtiging of ventilatie ingesteld staat.
• Wanneer de binnenunit in de ene van twee kamers op VOCHTIGE WARMTE ingesteld staat, zal de binnenunit in de andere kamer naar de standby-toestand voor bevochtiging overgaan, ongeacht of de VOCHTIGE WARMTE functie voor de andere kamer is gekozen. Wanneer de binnenunit die in de VOCHTIGE WARMTE functie werkt de beoogde vochtigheid bereikt, zal de binnenunit in de standby­toestand voor bevochtiging in de andere kamer de VOCHTIGE WARMTE functie starten.
De bevochtigingscapaciteit van de unit neemt af wanneer de buitentemperatuur en de vochtigheid laag zijn of wanneer de ingestelde luchtstroomsnelheid laag is
• Het werkingsgeluid is hoger dan bij normale VERWARMING.
• Het is mogelijk dat geluiden of geuren van buiten binnen worden opgemerkt omdat buitenlucht door de verwarming verwarmd wordt en de resulterende vochtigheid voor bevochtiging naar de kamer gevoerd wordt.
• De bovenkant van de buitenunit kan tijdens bedrijf warm worden. Dit is geen storing.
• Het geluid dat het apparaat produceert kan veranderen, afhankelijk van de buitenluchttemperatuur en de luchtvochtigheid. (er is geen wateraanvoer noodzakelijk, omdat het vocht in de buitenlucht gebruikt wordt om de ruimte te bevochtigen.)
.
.
12
Page 15
04_NL_3P232703-1.fm Page 13 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
OPMERKING
Opmerkingen betreffende de “VOCHTIGE WARMTE functie” bij een multi-systeem
• Wanneer de binnenunits in de 2 beide kamers ingesteld worden op VOCHTIGE WARMTE/FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE, zal de binnenunit in één van beide kamers in de VOCHTIGE WARMTE/FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE functie gaan werken. (De binnenunits in de 2 beide kamers gaan niet gelijktijdig werken in de VOCHTIGE WARMTE/FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE functie.) Voorrang wordt gegeven aan de kamer waarvan de binnenunit reeds in werking is. Wanneer de vochtigheid van de kamer die de voorrang heeft een bepaald niveau bereikt, zal de bevochtiging van de kamer stoppen en zal de bevochtiging van de andere kamer automatisch beginnen. (pagina 26.)
Zie de volgende toepassingsvoorbeelden
Voorbeeld 1
Kamer A
: De binnenunits in de 2 kamers staan ingesteld op VOCHTIGE WARMTE.
Begintoestand
Eerst gekozen prioriteit
Kamer A
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
Automatische overschakeling tussen 2 kamers
Kamer A
VOCHTIGE
VOCHTIGE
WARMTE
WARMTE
ORANJE
Kamer B
VERWARMENVERWARMEN
ROOD
De unit in kamer B in de VERWARMING functie gaat over naar de VOCHTIGE WARMTE functie terwijl de unit in kamer A op de VOCHTIGE WARMTE functie ingesteld staat. Het resultaat wordt getoond in de afbeelding rechts.
Wanneer de unit in kamer A op “CONT” VOCHTIGE WARMTE ingesteld staat, zal de unit in kamer B niet automatisch in de VOCHTIGE WARMTE functie worden geschakeld, zoals in het voorbeeld rechts hiernaast. (De multi-monitor lamp licht geel op in de standby-toestand.)
Voorbeeld 2
: De binnenunits in de kamers werken respectievelijk in de VOCHTIGE WARMTE functie en de FRISSE
LUCHTTOEVOER VENTILATIE functie.
Begintoestand
Kamer A
VOCHTIGE
VOCHTIGE
WARMTE
WARMTE
ORANJE
Kamer B
VERWARMENVERWARMEN
GEEL
De unit die werkt in de functie die als
• eerste prioriteit is gekozen in kamer A krijgt voorrang en de unit in kamer B gaat over in de standby-toestand. (Geel) Wanneer de vochtigheid in kamer A voldoet aan de vooringestelde waarde, zal de VOCHTIGE WARMTE functie in kamer A automatisch overgeschakeld worden naar de unit in kamer B. Het resultaat wordt getoond in de afbeelding rechts.
Eerst gekozen prioriteit
Kamer A
VERWARMENVERWARMEN
ORANJE
Kamer B
VOCHTIGE
VOCHTIGE
WARMTE
WARMTE
ORANJE
De bevochtiging van kamer A is gereed en
• de unit in de standby-toestand in kamer B gaat over naar de VOCHTIGE WARMTE functie. Wanneer de vochtigheid in kamer A afneemt, schakelt de unit in kamer A automatisch over naar de VOCHTIGE WARMTE functie en schakelt de unit in kamer B over naar de VERWARMEN functie. (Omdat de unit in kamer A werkt in de functie die als eerste prioriteit is gekozen.) Het resultaat wordt getoond in de afbeelding links.
Kamer A
VOCHTIGE
VOCHTIGE
WARMTE
WARMTE
ORANJE
Kamer B
VERWARMENVERWARMEN
ROOD
De unit in kamer B in de VERWARMEN functie krijgt ventilatie toegevoegd terwijl de unit in kamer A op de VOCHTIGE WARMTE functie ingesteld staat. Het resultaat wordt getoond in de afbeelding rechts.
VOCHTIGE
VOCHTIGE WARMTE
WARMTE
ORANJE
Kamer B
VERWARMENVERWARMEN
GEEL
De unit die werkt in de functie die als eerste
• prioriteit is gekozen in kamer A krijgt voorrang. De unit in kamer B blijft werken in de VERWARMING functie en gaat over naar de standby-toestand voor ventilatie. (Geel) Wanneer u ventilatie wilt starten met de unit in kamer B, moet de VOCHTIGE WARMTE functie in kamer A worden stopgezet. Het resultaat wordt getoond in de afbeelding rechts.
Verschijnt niet
Kamer B
VERWARMEN/ FRISSE LUCHT
VERWARMEN/ FRISSE LUCHT
TOEVOER VENTILATIE
TOEVOER VENTILATIE
ROOD
• De unit in kamer B werkt in de VERWARMEN functie met ventilatie.
13
Page 16
04_NL_3P232703-1.fm Page 14 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE
Met deze functie wordt buitenlucht aangevoerd om de binnenlucht te verversen.
Starten van FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE
1. Druk op de “BEVOCHTIGING/VENTILATIE” toets en kies de
FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE modus.
Modus Cyclus van vochtigheidsinstellingen Multi-monitor lamp
VERWARMEN
1, 2
AUTO
KOELEN
DROGEN
VENTILATOR
• Wordt “ ” weergegeven in het LCD-scherm.
Kiezen
Licht wit op gedurende 2 seconden. Keert daarna terug naar de kleur van de geselecteerde werkingsmodus of verandert naar geel in de standby-toestand.
Annuleren van FRISSE LUCHTTOEVOER
VENTILATIE
2.
Druk op de “BEVOCHTIGING/VENTILATIE” toets en kies UIT
• De melding “ ” in het LCD-scherm dooft.
OPMERKING
Opmerkingen betreffende FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE
Een voorbeeld van FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE (pagina 26.)
Eerst gekozen prioriteitBegintoestand
Kamer A
Kamer B
KOELEN/ FRISSE LUCHT
KOELEN/ FRISSE LUCHT
TOEVOER VENTILATIE
TOEVOER VENTILATIE
BLAUW
Kamer A
Kamer B
KOELEN/ FRISSE LUCHT
KOELEN/ FRISSE LUCHT
TOEVOER VENTILATIE
TOEVOER VENTILATIE
Kamer A
KOELENKOELEN
BLAUW BLAUW
Kamer B
VENTILATOR/ FRISSE LUCHT
VENTILATOR/ FRISSE LUCHT
TOEVOER VENTILATIE
TOEVOER VENTILATIE
.
Verschijnt niet
• De unit die niet werkt in kamer B gaat over naar ventilatie terwijl de unit in kamer A in de KOELING functie met ventilatie werkt. Het resultaat wordt getoond in de afbeelding rechts.
• Frisse lucht wordt van buiten naar binnen aangevoerd via de buitenunit.
• Het is mogelijk dat geluiden of geuren van buiten binnen worden opgemerkt omdat buitenlucht naar de kamer gevoerd wordt. Het werkingsgeluid wordt iets luider.
• Wanneer de buitentemperatuur hoger is dan de kamertemperatuur, is de luchtstroomsnelheid van FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE laag.
De unit die werkt in de functie die als
• eerste prioriteit is gekozen in kamer A krijgt voorrang en de unit in kamer B gaat over in de standby-toestand. (Geel) Wanneer u ventilatie wilt starten met de unit in kamer B, moet de ventilatie in kamer A worden stopgezet. Het resultaat wordt getoond in de afbeelding rechts.
GEEL
• Nadat de ventilatie van kamer A is gestopt, gaat de unit in kamer B over naar de ventilatiefunctie.
14
WIT
Page 17
04_NL_3P232703-1.fm Page 15 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Gebruik van de COMFORT AIRFLOW en de RUIMTEDETECTOR modus
De RUIMTEDETECTOR modus maakt gebruik van infraroodsensoren voor het opsporen van de aanwezigheid van personen in de gekoelde ruimte. Wanneer deze sensoren personen bespeuren, zullen de lamellen de luchtstroomrichting afstellen op een gebied waar zich geen personen bevinden. Wanneer er zich geen personen in de aftastgebieden bevinden, gaat de airconditioner over naar de stroombesparingsmodus.
Inschakelen van de modus
1. Druk op de toets “COMFORT/SENSOR” en selecteer een
werkingsmodus.
• Kies de gewenste werkingsmodus uit de volgende opties.
• Bij elke druk op de toets “COMFORT/SENSOR” wordt een andere optie op de LCD aangegeven.
1, 2
• Wanneer de jaloezieën (horizontale lamellen) heen en weer gaan, zal de beweging ervan door bovenstaande bediening gestopt worden.
Annuleren van de modus
2. Druk op de toets “COMFORT/SENSOR”.
• Druk op de toets om “Blanco” te selecteren.
Display Werkingsmodus Verklaring
COMFORT AIRFLOW
RUIMTEDETECTOR
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
De jaloezieën zullen tijdens koelen de luchtstroomrichting naar boven afstellen en tijdens verwarmen de luchtstroomrichting naar beneden afstellen. (pagina 16.)
De sensoren zullen beweging van personen bespeuren in de aftastgebieden en de lamellen zullen de luchtstroomrichting afstellen op een gebied waar zich geen personen bevinden. Wanneer er zich geen personen in de aftastgebieden bevinden, gaat de airconditioner over naar de stroombesparingsmodus. (pagina 16.)
COMFORT AIRFLOW en RUIMTEDETECTOR
Blanco Geen functie
OPMERKING
Opmerkingen betreffende “COMFORT AIRFLOW” modus
• De richting van de jaloezieën zal veranderen, waardoor wordt voorkomen dat koude lucht rechtstreeks op de gebruikers van de ruimte wordt geblazen.
• De modi KRACHTIG en COMFORT AIRFLOW kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt.
• Het luchtvolume komt op AUTO te staan. Als de omhoog en omlaag gerichte luchtstroomrichting wordt geselecteerd, wordt de COMFORT AIRFLOW functie geannuleerd.
• De functie van de laatst ingedrukte toets krijgt prioriteit.
• De COMFORT AIRFLOW functie maakt de volgende afstellingen van de luchtstroomrichting. De jaloezieën worden tijdens het koelen omhoog gezet zodat de luchtstroom naar boven gericht wordt. De jaloezieën worden tijdens het verwarmen omlaag gezet zodat de luchtstroom omlaag gericht wordt.
• De COMFORT AIRFLOW functie kan niet worden gekozen in de VENTILATOR functie.
De airconditioner is in de COMFORT AIRFLOW modus gecombineerd met de RUIMTEDETECTOR modus. (pagina 16.)
Koelfunctie
Verwarmingsfunctie
15
Page 18
04_NL_3P232703-1.fm Page 16 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Gebruik van de COMFORT AIRFLOW en de RUIMTEDETECTOR modus
“RUIMTEDETECTOR” uitschakelen
Energiebesparende bediening
• Hiermee wordt de ingestelde temperatuur met 2°C verlaagd bij verwarmen / met 2°C verhoogd bij koelen / met 2°C verhoogd bij drogen.
Verklein de luchtstroom alleen in de modus VENTILEREN als er geen aanwezigheid wordt bespeurd in de kamer gedurende 20 minuten.
OPMERKING
Opmerkingen betreffende “RUIMTEDETECTOR” modus
• De RUIMTEDETECTOR modus werkt overeenkomstig de volgende situaties.
Verticale hoek 90˚ (zjiaanzicht)
90˚
5m
Er wordt een persoon in gebied 1 bespeurd. Er wordt een persoon in gebied 2 bespeurd.
Horizontale hoke 110˚ (bovenaanzicht)
Gebied 1 Gebied 2
Gebied 1 Gebied 2
55˚ 55˚
5m
Gebied 1 Gebied 2
Er worden personen in de twee gebieden bespeurd. Er worden geen personen in de gebieden bespeurd.
(Gebruik de RUIMTEDETECTOR modus in combinatie met de COMFORT AIRFLOW modus.)
• Wanneer de airconditioner in de RUIMTEDETECTOR functie werkt, stellen de louvres de luchtstroomrichting af. Als er zich personen in de aftastgebieden van de RUIMTEDETECTOR bevinden, worden de louvres bijgesteld en wordt de luchtstroom naar links of naar rechts gestuurd zodat deze niet direct op de personen gericht wordt. Als er in gebied 1 of 2 na 20 minuten geen personen bespeurd worden, gaat de airconditioner over naar de stroombesparingsmodus en wordt de ingestelde temperatuur met 2°C verschoven. Het is mogelijk dat de RUIMTEDETECTOR sensor personen niet opmerkt afhankelijk van de kleding die zij dragen of als deze personen zich niet binnen het aftastgebied bewegen.
De luchtstroom wordt naar links gericht als er zich personen in beide gebieden 1 en 2 bevinden of als er een persoon recht voor de sensor staat
• Als gevolg van de positie van de sensor, bestaat de kans dat personen blootgesteld worden aan de luchtstroom van de binnenunit als deze zich dicht bij de grens bevinden van gebieden 1 en 2. Als personen zich dicht bij de grens tussen de gebieden bevinden of in beide gebieden bevinden, wordt het aanbevolen de COMFORT AIRFLOW en RUIMTEDETECTOR functies tegelijkertijd te gebruiken. Wanneer beide in gebruik zijn, worden de jaloezieën en louvres bijgesteld en zal de luchtstroom van de binnenunit niet rechtstreeks op de personen gericht worden.
De gevoeligheid van de sensor is afhankelijk van de locatie van de binnenunit, de snelheid van de bewegende objecten/personen, het temperatuurbereik, enz
• De sensor is ook gevoelig voor bewegende huisdieren, direct zonlicht, bewegende gordijnen en in spiegels gereflecteerde bewegingen.
• De NACHTINSTELMODUS (pagina 19.) zal niet worden ingeschakeld wanneer de RUIMTEDETECTOR is ingeschakeld.
De airconditioner zal na 20 minuten overgaan naar de stroombesparingsmodus.
*
De luchtstroomrichting kan verschillen van de afgebeelde richting, afhankelijk van de handelingen en bewegingen van de personen in de gebieden.
.
.
OPMERKING
Gelijktijdig gebruik van de “COMFORT AIRFLOW modus” en “RUIMTEDETECTOR modus”
De airconditioner kan in een werkingsmodus gezet worden waarbij de COMFORT AIRFLOW en RUIMTEDETECTOR functies gecombineerd zijn. De jaloezieën stellen de luchtstroom af naar boven (in de koelingfunctie) en omlaag (in de verwarmingsfunctie) terwijl de sensor van de RUIMTEDETECTOR de beweging van personen in het oog houdt. Wanneer personen door de sensoren worden bespeurd, wordt de luchtstroom zodanig door de lamellen geregeld dat deze niet op personen gericht wordt. Als er geen personen zijn, gaat de airconditioner na 20 minuten over naar de stroombesparingsfunctie.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Plaats geen volumineuze objecten in de buurt van de sensor. Zorg ervoor dat er geen verwarmingsapparatuur of luchtbevochtigingsinstallaties in het bereik van de ruimtesensor aanwezig zijn. Het is mogelijk dat deze sensor onbedoeld objecten detecteert.
• Tik niet op de RUIMTEDETECTOR en druk deze ook niet ruw in. Zo kan de sensor beschadigen of defect raken.
16
Page 19
04_NL_3P232703-1.fm Page 17 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
KRACHTIG en BUITENUNIT STIL functie
In de modus KRACHTIG wordt het koel-, c.q. verwarmingseffect in elke werkingsmodus versterkt. Hiermee gebruikt u de maximale capaciteit. Met de optie BUITENUNIT STIL produceert de ingeschakelde buitenunit minder lawaai doordat de frequentie en de snelheid van de ventilator van de buitenunit wordt aangepast. Deze functie is erg handig gedurende de nacht.
Druk op de volgende toetsen om het apparaat in te schakelen
1, 2
1. Druk op de “KRACHTIG en STIL” toets en selecteer een
werkingsmodus.
• Kies de gewenste werkingsmodus uit onderstaande volgorde.
• Telkens wanneer op de “KRACHTIG/STIL” toets wordt gedrukt, verschijnt een andere instellingsoptie op de LCD.
• Kiesbare functies verschillen naargelang de werkingsmodus en de AAN/UIT toestand.
• “ ” en “ ” worden op de LCD getoond.
Werkend in de AUTO, KOELEN, VERWARMEN of VOCHTIGE WARMTE modus.
Werkend in de DROGEN of VENTILATOR modus.
Niet werkend in de AUTO, KOELEN, VERWARMEN of VOCHTIGE WARMTE modus.
De KRACHTIG modus begint na 5 seconden en eindigt na 20 minuten. Dan schakelt het systeem
• automatisch terug over op de eerdere instellingen die gebruikt werden alvorens de KRACHTIG modus werd ingesteld.
• Wanneer de modus KRACHTIG is ingesteld zijn sommige functies niet beschikbaar.
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
Annuleren van de modus
2. Druk op de “KRACHTIG en STIL” toets.
• Druk op de toets om “Blanco” te selecteren.
• “ ” en “ ” verdwijnen van de LCD.
OPMERKING
Opmerking betreffende de KRACHTIG modus
• De KRACHTIG modus kan niet gelijktijdig gebruikt worden met de ECONO, STIL of COMFORT modus. De functie waarvan de toets het laatst is ingedrukt heeft voorrang.
• De KRACHTIG modus kan alleen ingesteld worden wanneer de unit in bedrijf is.
Door het indrukken van de stoptoets worden de instellingen geannuleerd en verdwijnt “ ” van de LCD.
• Bij gebruik van de KRACHTIG modus neemt de capaciteit van de airconditioner niet toe als de airconditioner reeds aantoonbaar op maximale capaciteit werkt.
In de modi KOELEN en VERWARMEN:
• verhoogd en het luchtdebiet worden ingesteld op de maximale instelling. De temperatuur- en luchtstroominstelling kunnen niet worden gewijzigd.
In modus DROGEN:
In de AUTO modus:
In modus VENTILATOR:
In de VOCHTIGE WARMTE modus:
Opmerking bij het gebruik van de modus BUITENUNIT STIL
Deze functie is beschikbaar in de KOELEN, VERWARMEN en AUTO modi. (Deze is niet beschikbaar in de VENTILATOR en DROGEN modus.)
• De modi KRACHTIG en BUITENUNIT STIL kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt. De functie van de laatst ingedrukte toets krijgt prioriteit.
• In de BUITENUNIT STIL modus wordt de frequentie of de ventilatorsnelheid niet verminderd als de frequentie en de ventilatorsnelheid reeds voldoende zijn verminderd.
De temperatuurinstelling wordt met 2,5°C verlaagd en het luchtdebiet lichtjes verhoogd.
De temperatuur kan alleen worden veranderd in de krachtige automatische modus.
Het luchtdebiet wordt permanent verhoogd tot de maximumwaarde.
Om het koeleffect (verwarmingseffect) te optimaliseren moet de capaciteit van de buitenunit worden
De werkingsmodus verandert naar de VERWARMEN modus.
17
Page 20
04_NL_3P232703-1.fm Page 18 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
ECONO-functie
Met de ECONO-functie kunt u het systeem efficiënt gebruiken en toch het energieverbruik beperken. Deze functie is handig wanneer erop gelet moet worden dat een zekering niet doorslaat als het product samen met andere apparatuur wordt gebruikt.
De ECONO-functie inschakelen
1. Druk op de “ECONO”-toets.
• Wordt “ ” weergegeven in het LCD-scherm.
De ECONO-functie uitschakelen
2.
Druk nogmaals op de “ECONO”-toets.
1, 2
• De melding “ ” in het LCD-scherm dooft.
• Dit schema is alleen ter verduidelijking bedoeld.
• De maximale stroomsterkte en stroomverbruik van de airconditioner in de ECONO-modus
Stroomsterkte en stroomverbruik
Normale werking
Modus ECONO
Vanaf opstarten totdat de ingestelde temperatuur is bereikt
variëren afhankelijk van de aangesloten buitenunit.
Maximum tijdens normale werking
Maximum in modus ECONO
Tijd
OPMERKING
• De modus ECONO kan alleen worden ingesteld wanneer het apparaat ingeschakeld is. Door op de UIT-toets te drukken annuleert u de instellingen en wordt de melding “ ” weergegeven in het display.
• Met de ECONO-functie gebruikt u het systeem efficiënt door het energieverbruik van de buitenunit te reduceren (inschakelfrequentie).
• De ECONO-functie kan gebruikt worden bij AUTOMATISCHE bediening, KOELEN, DROGEN en VERWARMEN.
• Als de ECONO modus wordt gekozen tijdens gebruik van de STIL modus, wordt de STIL modus geannuleerd.
• De modi KRACHTIG en ECONO kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt. De functie van de laatst ingedrukte toets krijgt prioriteit.
• Het is mogelijk dat het energieverbruik, als dat al laag is, niet verder gereduceerd wordt als de ECONO-functie wordt gebruikt.
18
Page 21
04_NL_3P232703-1.fm Page 19 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Gebruik van de Timer
De timerfuncties zijn handig om de airconditioning ’s avonds en ’s morgens automatisch aan en uit te schakelen. U kan de UITSCHAKELTIMER en INSCHAKELTIMER ook samen gebruiken.
Druk op de volgende toetsen om de
UITSCHAKELTIMER in te schakelen
• Kijk of de klok juist staat. Stel de klok indien nodig op de juiste tijd in. (pagina 7.)
1. Druk op de toets “UITSCHAKELTIMER”.
2. Druk op de toets “SELECTIE” tot de gewenste tijd wordt
1, 3
4
2
3. Druk nogmaals op de toets “UITSCHAKELTIMER”.
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
•“ ” verschijnt.
• “ ” knippert.
• “ ” en de dag van de week verdwijnt van de LCD.
weergegeven.
• Bij elke druk op één van de knoppen wordt de tijd 10 minuten verlaat of vervroegd. Als u één van de knoppen ingedrukt houdt, verandert de instelling sneller.
• “ ” en de insteltijd worden op de LCD getoond.
• De TIMER-verklikkerlamp gaat branden.
Druk op de volgende toetsen om de
UITSCHAKELTIMER uit te schakelen
4. Druk op de toets “ANNULEREN”.
• “ ” en de insteltijd verdwijnen van de LCD.
• “ ” en de dag van de week worden op de LCD getoond.
• De TIMER-verklikkerlamp dooft.
OPMERKING
• Wanneer de TIMER ingesteld wordt, wordt de actuele tijd niet aangeduid.
• Wanneer u de INSCHAKELTIMER, UITSCHAKELTIMER eenmaal ingesteld hebt, wordt de tijdinstelling in het geheugen opgeslagen. (Het geheugen wordt gewist wanneer de batterijen van de afstandsbediening vervangen worden.)
• Wanneer het apparaat wordt gebruikt met de AAN / UIT TIMER kan de periode waarin het apparaat werkt afwijken van de door de gebruiker ingestelde tijd. (Maximaal ongeveer 10 minuten.)
NACHTINSTELMODUS
Wanneer de TIMER ingeschakeld is zal de airconditioner de temperatuur automatisch instellen (0,5°C verhogen bij KOELEN, 2,0°C verlagen bij VERWARMEN) om een te sterke afkoeling (opwarming) van de ruimte te voorkomen, waardoor u aangenamer kunt slapen.
19
Page 22
04_NL_3P232703-1.fm Page 20 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Gebruik van de Timer
Druk op de volgende toetsen om de
INSCHAKELTIMER in te schakelen
• Kijk of de klok juist staat. Stel de klok indien nodig op de juiste tijd in. (pagina 7.)
1.
Druk op de toets “INSCHAKELTIMER”.
•“ ” verschijnt.
• “ ” knippert.
• “ ” en de dag van de week verdwijnt van de LCD.
2. Druk op de toets “SELECTIE” tot de gewenste tijd wordt
weergegeven.
• Bij elke druk op één van de knoppen wordt de tijd 10 minuten verlaat of vervroegd. Als u één van de knoppen ingedrukt houdt, verandert de instelling sneller.
2
1, 3
4
3. Druk nogmaals op de toets “INSCHAKELTIMER”.
• “ ” en de insteltijd worden op de LCD getoond.
• De TIMER-verklikkerlamp gaat branden.
Druk op de volgende toetsen om de
INSCHAKELTIMER uit te schakelen
4. Druk op de toets “ANNULEREN”.
• “ ” en de insteltijd verdwijnen van de LCD.
• “ ” en de dag van de week worden op de LCD getoond.
• De TIMER-verklikkerlamp dooft.
De INSCHAKELTIMER en de UITSCHAKELTIMER met
elkaar combineren
• Hieronder ziet u een voorbeeld-instelling voor de combinatie van de twee timers.
(Voorbeeld)
Actuete tijd: 23:00 (Het apparaat werkt) UITSCHAKELTIMER op 0:00 INSCHAKELTIMER op 14:00
gecombineerd
Display
OPGELET
In de volgende gevallen moet de timer opnieuw ingesteld worden.
• Nadat de hoofdschakelaar UIT-geschakeld werd.
• Na een stroomonderbreking.
• Nadat de batterijen van de afstandsbediening vervangen werden.
20
Page 23
04_NL_3P232703-1.fm Page 21 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
De WEEKTIMER instellen
Er kunnen in totaal 4 timerinstellingen voor elke dag van de week worden opgeslagen. Het is handig als u de WEEKTIMER instelt overeenkomstig de levensstijl van uw gezin.
Zo gebruikt u de WEEKTIMER
Hieronder ziet u een voorbeeld van de instellingen voor de WEEKTIMER.
Voorbeeld: Voor maandag t/m vrijdag worden dezelfde timerinstellingen gemaakt terwijl er andere
timerinstellingen voor het weekend worden gemaakt.
Er zijn vier programma’s 1-4 voor de timerinstellingen. (pagina 22.)[Maandag]
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
AAN UIT AAN UIT
25˚C 27˚C
6:00 8:30 17:30 22:00
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
[Dinsdag]
t/m
[Vrijdag]
25˚C
AAN
Gebruik de kopieerfunctie om de instellingen voor dinsdag t/m vrijdag te maken, want deze instellingen zijn hetzelfde als die voor maandag. (pagina 24.)
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
AAN UIT AAN UIT
UIT
AAN
27˚C
UIT
25˚C 27˚C
6:00 8:30 17:30 22:00
Geen timerinstellingen[Zaterdag]
Er zijn vier programma’s 1-4 voor de timerinstellingen. (pagina 22.)[Zondag]
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
AAN UIT UIT AAN
27˚C 27˚C25˚C
8:00 10:00 19:00 21:00
25˚C
AAN
•In de WEEKTIMER kunnen maximaal 4 reserveringen per dag en 28 reserveringen per week worden ingesteld. Gebruik de kopieerfunctie om het maken van de reserveringen te vereenvoudigen.
•Het gebruik van bijvoorbeeld AAN-AAN-AAN-AAN instellingen maakt het mogelijk om veranderingen in de werkingsmodus en de ingestelde temperatuur te maken. Bovendien kunt u door gebruik van UIT-UIT-UIT-UIT instellingen de uitschakeltijd van elke dag afzonderlijk instellen. Hierdoor zal de airconditioner automatisch worden uitgeschakeld wanneer de gebruiker dit vergeet.
UITUIT
27˚C
AAN
21
Page 24
04_NL_3P232703-1.fm Page 22 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
De WEEKTIMER instellen
Zo gebruikt u de WEEKTIMER
Instelmodus
• Zorg ervoor dat de dag van de week en tijd ingesteld zijn. Stel zonodig eerst de dag van de week en de tijd correct in. (pagina 7.)
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
AAN
UIT
AAN
UIT
1
3, 5, 7
2, 4, 6
[Maandag]
Insteldisplays
Instellingen voor dag en nummer
25˚C 27˚C
6:00 8:30 17:30 22:00
AAN/UIT instellingen Tijdinstellingen
Temperatuurinstellingen
1. Druk op de “PROGRAMMEER” toets.
• De dag van de week en het reserveringsnummer van de huidige dag worden getoond.
• Per dag kunnen 1-4 instellingen geprogrammeerd worden.
2. Druk op de “SELECTIE” toets om de gewenste dag van de
week en het schakelmoment te selecteren.
• Telkens wanneer u op de “SELECTIE” toets drukt, verandert het nummer van het schakelmoment en de dag van de week.
3. Druk op de “VOLGENDE”-toets.
• De dag van de week en het reserveringsnummer worden ingesteld.
• “ ” en “ ” knipperen.
4. Druk op de toets “SELECTIE” om de gewenste functie te
selecteren.
• Door het indrukken van de “SELECTIE” toets worden de instellingen “ ” of “ ” achtereenvolgens veranderd.
INSCHAKELTIMER UITSCHAKELTIMER
• In geval de reservering reeds is ingesteld, wordt door het kiezen van “blanco” de reservering verwijderd.
• Ga door naar STAP
als “blanco” wordt geselecteerd.
9
blanco
5. Druk op de “VOLGENDE”-toets.
• De AAN/UIT TIMER modus wordt ingesteld.
• “ ” en de tijd knipperen.
6. Druk op de toets “SELECTIE” om de gewenste tijd te
selecteren.
• De tijd kan ingesteld worden tussen 0:00 en 23:50 in intervallen van 10 minuten.
• Druk op de “TERUG” toets om terug te keren naar de instelling van de AAN/UIT TIMER modus.
• Ga door naar STAP
voor het instellen van de UIT TIMER.
9
7. Druk op de “VOLGENDE”-toets.
• De tijd wordt ingesteld.
• “ ” en de temperatuuruitlezing knipperen.
22
Page 25
04_NL_3P232703-1.fm Page 23 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
8. Druk op de toets “SELECTIE” om de gewenste
9. Druk op de “VOLGENDE”-toets.
10. Druk op de “PROGRAMMEER” toets om de instelling te
10
9
8
temperatuur te selecteren.
• De temperatuur kan ingesteld worden tussen 10°C en 32°C. Koelen: Het apparaat handhaaft een temperatuur van 18°C, zelfs wanneer het ingesteld is op 10 tot 17°C. Verwarmen: Het apparaat handhaaft een temperatuur van 30°C, zelfs wanneer het ingesteld is op 31 tot 32°C.
• Druk, om terug te keren naar de tijdinstelling, op de “TERUG”-toets.
• De ingestelde temperatuur wordt alleen getoond bij het instellen van de AAN TIMER.
• De temperatuur wordt ingesteld en vervolgens kunt u het volgende schakelmoment instellen.
• Om verder te gaan met de instellingen, herhaalt u de aanwijzingen vanaf STAP
.
4
voltooien.
• Richt de afstandsbediening op de binnenunit en controleer of er een ontvangsttoon wordt gegeven en of het bedrijfslampje knippert.
• “ ” wordt op de LCD getoond en de WEKELIJKSE TIMER functie wordt geactiveerd.
• De TIMER-verklikkerlamp gaat branden.
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
• Een eenmaal gemaakte reservering kan gemakkelijk gekopieerd worden en dezelfde instellingen kunnen gebruikt worden voor een andere dag van de week.
Zie . (pagina 24.)
Kopieermodus
OPMERKING
Opmerkingen betreffende de WEKELIJKSE TIMER functie
• Vergeet niet om eerst de de tijd van de klok op de afstandsbediening in te stellen.
• De dag van de week, de AAN/UIT TIMER modus, de tijd en de ingestelde temperatuur (alleen voor AAN TIMER modus) kunnen ingesteld worden met de WEKELIJKSE TIMER. Overige instellingen voor de AAN TIMER zijn gebaseerd op de instellingen juist voor het in werking treden.
• De WEKELIJKSE TIMER en AAN/UIT TIMER functies kunnen beide niet tegelijkertijd worden gebruikt. De AAN/UIT TIMER functie heeft voorrang als deze wordt ingesteld terwijl de WEKELIJKSE TIMER nog actief is. De WEKELIJKSE TIMER wordt geactiveerd nadat de gereserveerde AAN/UIT TIMER functie voltooid is.
• Alleen de tijd en de ingestelde temperatuur die op de wekelijkse timer zijn ingesteld worden met de “PROGRAMMEER” toets verzonden. Stel de weektimer pas in nadat u de functie, de ventilatorsnelheid en de uitblaasrichting ingesteld heeft.
• Uitzetten van de hoofdschakelaar, stroomonderbrekingen en dergelijke gebeurtenissen zullen de werking van de interne klok van de binnenunit onnauwkeurig maken. Stel de klok terug. (pagina 7.)
• De “TERUG” toets kan alleen gebruikt worden voor de AAN/UIT TIMER modus en tijdsinstellingen. U kunt deze toets niet gebruiken om terug te keren naar een eerder schakelmomentnummer.
23
Page 26
04_NL_3P232703-1.fm Page 24 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
De WEEKTIMER instellen
Kopieermodus
• Een eenmaal gemaakte reservering kan gekopieerd worden naar een andere dag van de week. De volledige reservering van de gekozen dag van de week wordt gekopieerd.
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
AAN
UIT
AAN
UIT
1, 6
3, 5
2, 4
[Maandag]
[Dinsdag] t/m [Vrijdag]
Insteldisplays
Bevestigingsdisplay Kopiëren display Plakken display Normale display
25˚C 27˚C
6:00 8:30 17:30 22:00
KOPIEER
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
AAN
UIT
AAN
UIT
25˚C 27˚C
6:00 8:30 17:30 22:00
1. Druk op de “PROGRAMMEER” toets.
2. Druk op de toets “SELECTIE” om de te kopiëren dag van
de week te bevestigen.
3. Druk op de “KOPIEER” toets.
• Hiermee activeert u de kopieerfunctie.
• De volledige reservering van de gekozen dag van de week wordt gekopieerd.
4. Druk op de toets “SELECTIE” om de gewenste nieuwe dag
van de week te selecteren.
5. Druk op de “KOPIEER” toets.
• Het schakelmoment wordt nu gekopieerd naar de geselecteerde dag van the week.
• Om verder te gaan met het kopiëren van de instellingen naar andere dagen van de week, en STAP 5.
herhaalt u STAP
4
6. Druk op de “PROGRAMMEER” toets om de instelling te
voltooien.
• Sluit de kopieerfunctie af.
• “ ” wordt op de LCD getoond en de WEKELIJKSE TIMER functie wordt geactiveerd.
OPMERKING
KOPIEERFUNCTIE
• Alle schakelmomenten van de eerder ingestelde dag van de week worden met de kopieerfunctie gekopieerd. Nadat de schakelmomenten gekopieerd zijn, kunt u deze zonodig aanpassen.
24
Page 27
04_NL_3P232703-1.fm Page 25 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Een schakelmoment bevestigen
• U kunt dan het schakelmoment bevestigen.
Insteldisplays
4, 6, 7
Normale display Bevestigingsdisplay
1. Druk op de “PROGRAMMEER” toets.
De dag van de week en het nummer van het schakelmoment van de huidige dag worden weergegeven.
1, 3
2. Druk op de toets “SELECTIE” om de dag van de week en
het te bevestigen schakelmomentnummer te selecteren.
Wanneer u op de “SELECTIE” toets drukt wordt informatie over het schakelmoment weergegeven.
3. Druk op de “PROGRAMMEER” toets.
• Sluit de bevestigingsmodus af.
2, 5
• “ ” wordt op de LCD getoond en de WEKELIJKSE TIMER functie wordt geactiveerd.
• De TIMER-verklikkerlamp gaat branden.
Deactiveren van de WEKELIJKSE TIMER functie
4. Druk op de “WEKELIJKS” toets terwijl “ ” op de LCD
getoond wordt.
• De “ ” verdwijnt van het LCD display.
• De TIMER-verklikkerlamp dooft.
• Druk nogmaals op de toets “WEKELIJKS” om de WEEKTIMER opnieuw te activeren.
• Als een reservering die gedeactiveerd is met de “WEKELIJKS” toets opnieuw geactiveerd wordt, zal de laatste reserveringsmodus worden gebruikt.
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
Wissen van reserveringen
Afzonderlijke reservering
• Zie . (pagina 22.)
Instelmodus
Kies “blanco” bij het selecteren van de gewenste modus in STAP reservering wordt gewist.
in de instelmodus. De
4
Reserveringen voor elke dag van de week
Deze functie kan worden gebruikt voor het wissen van reserveringen voor elke dag van de week
• U kunt deze functie gebruiken wanneer u schakelmomenten controleert of instelt.
5. Druk op de “SELECTIE” toets voor het kiezen van de dag
van de week die u wilt wissen.
6. Houd de toets “WEKELIJKS” 5 seconden ingedrukt.
• De reservering van de gekozen dag van de week wordt gewist.
Alle reserveringen
7.
Houd de toets “WEKELIJKS” 5 seconden ingedrukt.
• Richt de afstandsbediening op de binnenunit en controleer of er een ontvangsttoon wordt gegeven.
• Dit werkt niet tijdens het instellen van de WEEKTIMER.
• Alle reserveringen wordt gewist.
.
25
Page 28
04_NL_3P232703-1.fm Page 26 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Opmerking voor Multisysteem
〈〈 Wat is een “Multisysteem”? 〉〉
In dit systeem is een buitenunit gekoppeld aan verschillende binnenunits.
De werkingsmodus selecteren
1. Met een ingestelde maar niet ingeschakelde of niet
aanwezige voorkeursruimte.
Wanneer meer dan een binnenunit is ingeschakeld heeft het apparaat dat het eerst werd ingeschakeld de hoogste prioriteit. Selecteer in dat geval op de eenheden later ingeschakeld werden dezelfde werkingsmodus (*1) in als bij het eerst ingeschakelde apparaat.
Wanneer u dat niet doet zullen deze apparaten in de modus Standby worden geschakeld en zal de verklikkerlamp knipperen; dit is geen aanduiding van een storing.
(*1)
• De modi KOELEN, DROGEN en VENTILATOR kunnen gelijktijdig worden ingeschakeld.
Wanneer u de modus AUTO inschakelt zal het apparaat automatisch de modus KOELEN of VERWARMEN inschakelen op basis van de gemeten
• temperatuur in de ruimte. De modus AUTO mode is dus beschikbaar wanneer dezelfde werkingsmodus wordt geselecteerd als die van het apparaat dat het eerst werd ingeschakeld.
VOORZORGSMAATREGELEN〉
Gewoonlijk heeft de werkingsmodus in de ruimte waarin het apparaat het eerst wordt ingeschakeld de hoogste prioriteit, maar in de volgende situaties is dit niet het geval.
Als de werkingsmodus van de eerste kamer de hierna voorrang gegeven worden aan In deze situatie zal de unit in de ruimte waarin wordt geventileerd in de modus stand-by worden geschakeld en de verklikkerlamp op de unit zal knipperen.
VERWARMEN
VENTILATOR modus
.
is, dan zal bij gebruik van de
Buitenunit
A
A
Woonkamer
Woonkamer
VERWARMEN modus
B
B
Kamer
Kamer
in een kamer
VOCHTIGE WARMTE/FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE functie
• Wanneer de binnenunits in de 2 beide kamers ingesteld worden op VOCHTIGE WARMTE/FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE, zal de binnenunit in één van beide kamers in de VOCHTIGE WARMTE/FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE functie gaan werken. (De binnenunits in de 2 beide kamers gaan niet gelijktijdig werken in de VOCHTIGE WARMTE/FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE functie.) Voorrang wordt gegeven aan de binnenunit in de kamer waarvoor de modus het eerst is ingesteld. De binnenunit in de andere kamer waarvoor de modus later is gekozen zal van status veranderen overeenkomstig de werkingsmodus met bevochtiging/ventilatie instellingen. Zie onderstaande voorbeelden 1 tot en met 4. Geen van de binnenunits kunnen overgaan naar bevochtiging/ventilatie terwijl de binnenunits in een standby-toestand staan. (Zie de informatie over het kiezen van de werkingsmodus.)
1. Wanneer de binnenunits in de 2 beide kamers zijn ingesteld op VOCHTIGE WARMTE.
1) Voorrang wordt gegeven aan de binnenunit in de eerste gekozen kamer en de binnenunit gaat over naar bevochtiging terwijl de binnenunit in de tweede gekozen kamer in de standby-toestand voor bevochtiging overgaat. De multi-monitor indicator licht na ongeveer 20 seconden geel op.
Wanneer de vochtigheid in de eerste gekozen kamer een bepaald niveau bereikt, gaat de binnenunit over naar de standby-toestand
2) voor bevochtiging. Daarna gaat de binnenunit in de andere kamer automatisch over naar de VOCHTIGE WARMTE functie
3)
Wanneer de vochtigheid van de eerste gekozen kamer vermindert, keert de binnenunit van de kamer terug naar de VOCHTIGE WARMTE functie. De binnenunit in de tweede gekozen kamer gaat dan over naar de standby-toestand voor bevochtiging
• Wanneer de binnenunit in de eerste gekozen kamer in de “CONT” bevochtigingsfunctie werkt, zal de binnenunit van de tweede gekozen kamer niet automatisch overschakelen.
2.
Wanneer de binnenunit van de eerste gekozen kamer in de VOCHTIGE WARMTE functie werkt en de binnenunit in de tweede gekozen kamer in de FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE functie werkt
1) Wanneer de VOCHTIGE WARMTE van de binnenunit in de eerste gekozen kamer stopt, zal de ventilatie van de tweede gekozen kamer beginnen.
• Ook wanneer de vochtigheid in de eerste gekozen kamer een bepaald niveau heeft bereikt, zal de ventilatie van de tweede gekozen kamer niet starten tenzij de VOCHTIGE WARMTE functie van de binnenunit in de eerste gekozen kamer is gestopt.
.
.
.
3.
Wanneer de binnenunit van de eerste gekozen kamer in de FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE functie werkt en de binnenunit in de tweede gekozen kamer in de VOCHTIGE WARMTE functie werkt
1) Wanneer de ventilatie in de eerste gekozen kamer stopt, zal de bevochtiging van de tweede gekozen kamer starten.
• De bevochtiging van de tweede gekozen kamer zal niet starten tenzij de ventilatie van de eerste gekozen kamer is gestopt.
4. Wanneer de binnenunits in de 2 beide kamers op FRISSE LUCHTTOEVOER
VENTILATIE zijn ingesteld.
1) Voorrang wordt gegeven aan de binnenunit in de eerste gekozen kamer en de binnenunit in de tweede gekozen kamer
komt in de standby-toestand voor ventilatie. Automatische overschakeling zoals verklaard onder 1 is dan niet mogelijk. De ventilatie van de tweede gekozen kamer zal starten nadat de ventilatie van de eerste gekozen kamer is gestopt.
26
.
Page 29
04_NL_3P232703-1.fm Page 27 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
ONDERHOUD
Onderhoud en Reiniging
VOORZORGSMAATREGELEN
Stop het apparaat voor u het reinigt en schakel de hoofdschakelaar UIT.
Apparaten
Binnenunit, buitenunit en afstandsbediening
1. Wrijf deze schoon met een zachte, droge doek.
Frontpaneel
1. Open het frontpaneel.
• Houd het paneel vast bij de nokjes aan weerskanten en trek het vervolgens omhoog totdat het vastklikt.
2. Verwijder het frontpaneel.
• Til het frontpaneel omhoog, schuif het naar rechts en haal het los van de horizontale as.
3. Zo reinigt u het frontpaneel.
• Wrijf deze schoon met een natte zachte doek.
• Gebruik alleen een mild schoonmaakmiddel.
• In het geval het paneel met water wordt afgewassen, dit afvegen met een droge, zachte doek en het na het wassen in de schaduw laten drogen.
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
4. Monteer het frontpaneel.
• Zet de 2 nokjes van het frontpaneel in de sleuven en druk ze helemaal naar binnen.
Sluit het frontpaneel voorzichtig en druk rooster op de 3 eerder genoemde punten aan.
• (1 aan de twee zijkanten en 1 in het midden.)
Hier drukken
Steek het haakje in de bevestigin­gsopening.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Raak de metalen delen van de binnenunit niet aan. Als u deze delen aanraakt kan letselrisico ontstaan.
• Gebruik altijd een stevig krukje of stabiel trapje wanneer u het frontpaneel wilt demonteren of monteren.
• Ondersteun het paneel altijd met de hand wanneer u het demonteert of monteert, om te voorkomen dat het kan vallen.
• Gebruik voor het reinigen alleen water met een temperatuur lager dan 40°C, benzine, diesel, thinner noch enige andere vluchtige olie, poetsmiddelen, schuurborstels of andere harde voorwerpen.
• Zorg ervoor dat u het frontpaneel, nadat het is gereinigd, opnieuw stevig monteert.
27
Page 30
04_NL_3P232703-1.fm Page 28 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Onderhoud en Reiniging
Filters
1. Open het frontpaneel. (pagina 27.)
2. Trek de luchtfilters eruit.
• Duw de lip in het midden van elke filter omhoog en trek ze vervolgens naar
beneden.
3. Verwijder het fotokatalytisch luchtfilter met
titaniumapatietcoating.
• Druk de verlaagde delen van de houder in en maak de 4 haakjes los.
4. Reinig of vervang de beide filters.
• Zie de afbeelding voor het vervangen van de filters.
• Zie pagina 29 voor het reinigen van de filters.
5. Plaats het fotokatalytisch luchtfilter met
titaniumapatietcoating op de oorspronkelijke manier terug en sluit het frontpaneel.
• De rechterzijde en de linkerzijde van het luchtfilter is verschillend.
Installeer de filters in de oorspronkelijke posities.
• Plaats de haakjes van de filters in de sleuven van het frontpaneel. Sluit het
frontpaneel vervolgens voorzichtig en druk het op de 3 punten vast. (1 aan de twee zijkanten en 1 in het midden.)
Luchtfilter
Filterframe
Nokje
Fotokatalytisch luchtfilter met titaniumapatietcoating (kort)
Hier drukken
Fotokatalytisch luchtfilter met titaniumapatietcoating (lang)
28
Page 31
04_NL_3P232703-1.fm Page 29 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Luchtfilter
1. Was de luchtfilters met water of reinig ze met een stofzuiger.
• Als het stof niet gemakkelijk loskomt kunt u de filters met lauwwarm water wassen met een oplossing van een mild schoonmaakmiddel wassen en ze vervolgens in de schaduw laten drogen.
• We adviseren u om de luchtfilters elke twee weken te reinigen.
Fotokatalytisch luchtfilter met titaniumapatietcoating
Door het elke 6 maanden met water uit te spoelen, werkt het fotokatalytisch luchtfilter met titaniumapatietcoating weer als nieuw. We adviseren u om het elke 3 jaar te vervangen.
[ Reinigen ]
1. Indien sterk vervuild: stofzuigen en 10 tot 15 minuten weken in warm of koud water.
2. Haal het filter, wanneer u het met water uitwast, niet uit het frame.
3.
Schud na het spoelen het overtollige water uit het filter en leg het in de schaduw te drogen.
4. Omdat het filter van polyester gemaakt is, mag het niet uitgewrongen worden om het
water eruit te verwijderen.
[ Vervanging ]
1. Verwijder de nokjes op het filterframe en vervang het filter door een nieuw exemplaar.
• Voer het oude filter af als niet voor verbranding geschikt afval.
Aanvoerluchtfilter
(Reinig het filter ongeveer een keer per 3 maanden en vervang het elk jaar.)
Kan niet met water gewassen worden.
1.
Open het frontpaneel zodat u het luchtfilter en het fotokatalytisch luchtfilter met titaniumapatietcoating naar buiten kunt trekken. (pagina 28.)
Omhoog
• Druk de knop in om het filter te ontgrendelen.
Aanvoerluchtfilter (grijs)
2. Trek het aanvoerluchtfilter naar buiten.
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
[ Reinigen ]
1. Verwijder stof met een stofzuiger.
• Het filter is niet bestand tegen water. Spoel het filter niet schoon met water.
[ Vervanging ]
1. Ontgrendel de 4 nokjes van het filterframe en
vervang het filter door een nieuw exemplaar.
• Voer het filter af als klein chemisch afval. (materiaal: polyester)
2. Plaats het aanvoerluchtfilter terug op de
oorspronkelijke plaats.
3.
Monteer het fotokatalytisch luchtfilter met titaniumapatietcoating en het luchtfilter terug op de oorspronkelijke plaats en sluit het frontpaneel. (pagina 28.)
VOORZORGSMAATREGELEN
• Plaats ook het gereinigde filter terug op de oorspronkelijke plaats. Wanneer u het apparaat gebruikt voor BEVOCHTIGEN, zonder dat het aanvoerluchtfilter gemonteerd is, kan condensvorming in het frontpaneel of het apparaat ontstaan waardoor water uit het apparaat kan gaan lekken.
Nokjes (op 4 plaatsen)
Filterframe
Openingen (4 stuks)
Filterframe
Aanvoerluchtfilter
29
Page 32
04_NL_3P232703-1.fm Page 30 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Onderhoud en Reiniging
OPMERKING
• Gebruik met vervuilde filters : (1) kan de geuren in de lucht niet verwijderen. (2) kan de lucht niet reinigen. (3) verminder t de verwarmings- c.q. koelcapaciteit. (4) kan nare luchtjes veroorzaken.
• Neem voor het bestellen van een titanium apatiet fotokatalytisch luchtreinigingsfilter en luchttoevoerfilter contact op met de zaak waar u de airconditioner heeft gekocht.
• Voer het oude filter af als niet voor verbranding geschikt afval.
Item Onderdeelnummer
Fotokatalytisch luchtfilter met titaniumapatietcoating (zonder frame) 1 stuks KAF970A47
Aanvoerluchtfilter (grijs) (met frame) 1 stuks KAF982A43
Controle
Controleer of de sokkel, stander en andere bevestigingsonderdelen van de buitenunit niet versleten of verroest zijn.
Controleer of de luchtinlaat en –uitlaat van de binnenunit en de buitenunit niet verstopt zijn.
Controleer of het afgevoerde water vlot uit de draineerslang loopt in de modus KOELEN of DROGEN.
• Als er geen water uit de slang loopt, lekt er misschien water uit de binnenunit. Schakel in dit geval het apparaat uit en vraag raad aan uw leverancier.
Als u het apparaat lange tijd niet gebruikt
1. Schakel de werkingsmodus “alleen VENTILATOR” gedurende enkele uren in wanneer
het weer dit toelaat om ook de binnenkant te drogen.
• Druk op de toets “MODUS” en selecteer de modus “VENTILATOR”.
• Druk op de toets “AAN/UIT” en schakel het apparaat in.
2.
Schakel, nadat het apparaat uitgeschakeld is, de hoofdschakelaar van de kamerairconditioner uit.
3.
Reinig de luchtfilters en breng ze opnieuw aan.
4. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
OPMERKING
• Wanneer er een Multi buitenunit aangesloten is en de modus VENTILATOR wordt ingeschakeld, moet u controleren of in de andere ruimte de modus VERWARMEN niet is ingeschakeld. (pagina 26.)
30
Page 33
04_NL_3P232703-1.fm Page 31 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen Oplossen
De volgende gevallen zijn geen storingen.
De volgende gevallen zijn geen storingen van de airconditioner, maar hebben een bepaalde oorzaak. U kunt in deze gevallen de airconditioner gewoon blijven gebruiken.
Geval Reden
Het systeem start niet meteen.
• Als de AAN/UIT toets direct weer werd ingedrukt nadat het apparaat UIT was gezet.
• Als een bepaalde werking opnieuw werd geselecteerd.
Het apparaat wordt niet meteen ingeschakeld. Multi-monitor lamp gaat gedurende respectievelijk 1,5 seconde en 0,5 seconde AAN en UIT. (Multi-monitor lamp knippert.)
Sist gedurende VOCHTIGE WARMTE of FRISSE LUCHTTOEVOER VENTILATIE functie.
Maakt een geluid gedurende VOCHTIGE WARMTE functie.
De binnenunit maakt geluid zelfs nadat de VOCHTIGE WARMTE functie gestopt is.
Er komt niet meteen warme lucht uit de binnenunit nadat u VERWARMEN gekozen hebt.
Het VERWARMEN stopt plotseling en u hoort iets stromen.
Er komt water of stoom uit de buitenunit.
Er komt damp uit de binnenunit.
Er komt een geurtje uit de binnenunit.
De ventilator van de buitenunit draait terwijl het systeem niet in bedrijf is.
Het systeem stopt ploteling helemaal. (Multi-monitor lamp is aan.)
Er worden geen afstandsbedieningssignalen aangegeven. De gevoeligheid van de afstandsbediening is erg laag. Weinig contrast of het display is onleesbaar. Het display functioneert niet meer.
• Dit is bedoeld om de airconditioner te beschermen. Wacht een 3 minuten.
• De multi-monitor lamp knippert als een modus die voor de kamer is geselecteerd niet beschikbaar is als gevolg van de modi die voor de andere kamer zijn ingesteld. (pagina 26.)
• Dit is het geluid van de ontlading van de bevochtigde of geventileerde lucht.
• Het geluid dat het apparaat produceert kan veranderen, afhankelijk van de buitenluchttemperatuur en de luchtvochtigheid.
Het apparaat gaat tijdens bedrijf een ander geluid maken
• Dit komt omdat de ventilator voor bevochtigen in- of uitgeschakeld wordt.
• De ventilator voor bevochtigen blijft nog ongeveer 3 minuten draaien. Dit is een beveiliging van het product.
• De airconditioner is aan het opwarmen. Wacht 1 tot 4 minuten. (Het systeem is zo ontworpen dat het pas begint met het blazen van lucht wanneer een bepaalde temperatuur bereikt is.)
• Het systeem is de buitenunit aan het ontdooien. Wacht 4 tot 12 minuten.
Bij VERWARMEN
• Het op en in de buitenunit gevormde ijs smelt en verdampt wanneer de airconditioner aan het ontdooien is.
Bij KOELEN of DROGEN
• Vocht uit de lucht condenseert op de koele oppervlakken van de leidingen van de buitenunit en kan gaan druppelen.
Dit gebeurt wanneer tijdens het koelen het vocht in de lucht in de kamer zover wordt gekoeld
dat het condenseert tot mist.
Dit komt doordat de lucht in de ruimte door de warmtewisselaar gekoeld wordt en tijdens
ontdooien een nevel wordt.
Dit gebeurt wanneer geuren uit de kamer, van meubels of bijvoorbeeld cigaretten, door de
airconditioner worden geabsorbeerd en vervolgens weer uitgeblazen. (Wij adviseren u in een dergelijk geval om de binnenunit te laten reinigen door een servicemonteur. Neem contact op met de winkel waar u de airconditioner gekocht heeft.)
Nadat u het systeem heeft uitgezet:
• De ventilator van de buitenunit blijft nog ongeveer 60 seconden draaien om het systeem te beschermen.
• De buitenunitventilator blijft nog 3 minuten draaien ter bescherming van het systeem.
Terwijl de airconditioner niet in bedrijf is:
• Als de buitentemperatuur heel hoog is begint de ventilator van de buitenunit te draaien om het systeem te beschermen.
Om het systeem te beschermen kan de airconditioner plotseling stoppen als gevolg van een
plotselinge, grote spanningsfluctuatie. De airconditioner zal binnen ongeveer 3 minuten opnieuw opstarten.
• De batterijen zijn bijna uitgeput waardoor de afstandsbediening foutief werkt. Vervang alle batterijen door nieuwe AAA.LR03 (alkali) batterijen. Zie “De batterijen plaatsen” van deze handleiding voor verdere informatie. (pagina 6.)
• Als er een resettoets is, drukt u op deze toets nadat de batterijen zijn vervangen.
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
31
Page 34
04_NL_3P232703-1.fm Page 32 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Problemen Oplossen
De volgende gevallen zijn geen storingen.
De volgende gevallen zijn geen storingen van de airconditioner, maar hebben een bepaalde oorzaak. U kunt in deze gevallen de airconditioner gewoon blijven gebruiken.
Geval Reden
De IN/UITSCHAKELTIMER werkt niet overeenkomstig de instellingen.
De multi-monitor lamp licht geel op. De multi-monitor lamp verandert niet naar de kleur van de gekozen werkingsmodus.
De temperatuuraanduiding op de afstandsbediening is in Fahrenheit.
• Controleer of de IN/UITSCHAKELTIMER en de WEEKTIMER niet op dezelfde tijd zijn ingesteld. Verander of annuleer de instellingen in de WEEKTIMER. (pagina 22.)
• De werkingsmodi van de units in de twee kamers zijn verschillend (bijv. de verwarmings- en koelingsmodi zijn geselecteerd). (pagina 26.)
• De unit in de kamer gaat over naar de standby-toestand als een werkingsmodus wordt gekozen voor de unit die hetzelfde is als die voor de unit in de andere kamer terwijl de unit in de andere kamer op verwarming met bevochtiging of ventilatie is ingesteld. (pagina 26.)
• De temperatuuraanduiding kan overgeschakeld worden tussen Fahrenheit en Celsius. De aanduiding kan worden overgeschakeld naar Celsius door de bovenste en onderste temperatuurafsteltoetsen gelijktijdig gedurende 5 seconden ingedrukt te houden.
Controleer opnieuw.
Controleert u deze dingen alstublieft nog eens voor u een reparateur belt.
Geval Controleer
De airconditioner doet het niet. (Het verklikkerlamp is uit.)
Koel- c.q. verwarmingscapaciteit te laag.
Het apparaat stopt plotseling. (Multi-monitor lamp knippert.)
Er gebeurt iets abnormaals terwijl het apparaat in bedrijf is.
• Is er geen onderbreker UIT geslagen, of een zekering doorgebrand?
• Is er geen stroomstoring?
• Zitten er wel batterijen in de afstandsbediening?
• Staat de timer goed ingesteld?
• Zijn de luchtfilters schoon?
• Belemmer t iets de luchtin- en uitlaten van de binnen- of buitenunit?
• Staat de temperatuur goed ingesteld?
• Zijn de ramen en de deuren dicht?
• Zijn de kracht en de richting van de luchtstroom goed afgesteld?
• Zijn de luchtfilters schoon?
• Wordt de luchtinlaat of de luchtuitlaat van de binnen- en de buitenunits door een object afgedekt? Reinig de luchtfilters of verwijder alle obstakels en schakel de hoofdschakelaar UIT. Schakel de hoofdschakelaar opnieuw in probeer de airconditioner met de afstandsbediening opnieuw in te schakelen. Neem, wanneer de verklikkerlamp nog steeds knippert, contact op met de technische dienst van de winkel waar u de airconditioner heeft gekocht.
• Is op alle binnenunits die verbonden zijn met de buitenunits in het werkingsmodus ingeschakeld? Schakel op alle binnenunits dezelfde werkingsmodus in en controleer of de verklikkerlamp knippert. Schakel, wanneer de modus “AUTO” is ingeschakeld, alle binnenunits even in de modus “KOELEN” of “VERWARMEN” en controleer nogmaals of de verklikkerlampen gewoon branden. Als de verklikkerlampen ophouden te knipperen nadat u de bovenstaande stappen heeft uitgevoerd is er geen storing. (pagina 26.)
• Er kan een storing in de airconditioner optreden als gevolg van bliksem of radiogolven. Schakel de onderbreker UIT en vervolgens weer AAN en probeer de airconditioner te bedienen met de afstandsbediening.
Multisysteem
dezelfde
32
Page 35
04_NL_3P232703-1.fm Page 33 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Bel meteen de winkel.
WAARSCHUWING
Als er zich iets abnormaals voordoet (zoals een brandgeur) dient u het systeem en de onderbreker meteen UIT te schakelen.
In bedrijf houden van het systeem kan resulteren in storingen, kortsluiting of brand. Raadpleeg de winkel waar u de airconditioner gekocht heeft.
Probeer niet zelf de airconditioner te repareren of te modificeren.
Slecht uitgevoerd werk kan kortsluiting of brand veroorzaken. Raadpleeg de winkel waar u de airconditioner gekocht heeft.
Bel meteen de winkel wanneer u een van de volgende symptomen waarneemt.
Het netsnoer is abnormaal heet of beschadigd.Terwijl het apparaat in bedrijf is, hoort u een abnormaal geluid.De onderbreker, zekering of aardlekschakelaar slaat regelmatig door.Een schakelaar of toets werkt vaak niet goed.U ruikt een brandgeur.
Schakel de onderbreker UIT en neem contact op met de winkel.
DeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoЕллзнйкЬPortuguesРусскийTürkçe
Er lekt water uit de binnenunit.
Dit duidt op een defect of een gefaalde initialisering van de
Koele of warme lucht komt uit de unit, echter de multi-monitor lamp knippert
gedurende een bepaalde tijd (ongeveer 2 minuten) bij het starten of tijdens het gebruik.
bevochtigingseenheid of van bepaalde sensors. De unit werkt tijdelijk in de KOELEN/ VERWARMEN modus. Neem contact op met de reparatiedienst.
Na een stroomstoring
De airconditioner zal automatisch weer opstarten na ongeveer 3 minuten. Wacht gewoon eventjes.
Bliksem
Als er gevaar is voor blikseminslag, schakel dan de airconditioner en de onderbreker UIT om het systeem te beschermen.
Vereisten voor het opruimen
Uw product en de bij de controller geleverde batterijen dragen dit symbool. Dit symbool betekent dat u geen elektrische en elektronische producten en batterijen mag mengen met niet-gesorteerd huishoudelijk afval. Voor batterijen kan een chemisch symbool onder het symbool staan. Dit chemisch symbool geeft aan dat de batterij meer dan een bepaalde concentratie van een zwaar metaal bevat. Mogelijke chemische symbolen:
Pb: lood (>0,004%) Probeer het systeem niet zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het product, het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen moeten gebeuren door een bevoegd monteur in overeenstemming met de relevante lokale en nationale reglementeringen. Units en afvalbatterijen moeten bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld voor hergebruik, recyclage en terugwinning. Door ervoor te zorgen dat op de correcte manier wordt opgeruimd, helpt u potentiële negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid te voorkomen. Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met de monteur of de lokale overheid.
Wij bevelen periodiek onderhoud aan.
Onder bepaalde bedrijfsomstandigheden kan het binnenwerk van de airconditioner na enige seizoenen gedraaid te hebben vervuild raken, hetgeen kan resulteren in tegenvallende prestaties. Naast het regelmatig schoonmaken door de gebruiker raden wij daarom aan periodiek onderhoud te laten verrichten door een specialist. Gelieve voor dit specialistisch onderhoud contact op te nemen met dewinkel waar de airconditioner gekocht heeft. De kosten voor het onderhoud komen voor rekening van de gebruiker.
Belangrijke informatie over het gebruikte koelmiddel.
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het Kyoto-protocol vallen. Koelmiddeltype:
(1)
GWP
waarde:
(1)
GWP = Global Warming Potential (globaal opwarmingspotentieel) Afhankelijk van de Europese of lokale wetgeving kunnen periodieke inspecties voor koelmiddellekken vereist zijn. Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met uw lokale dealer.
R410A
1975
33
Page 36
04_NL_3P232703-1.fm Page 34 Saturday, December 20, 2008 1:29 PM
Problemen Oplossen
Storingsdiagnose.
STORINGSDIAGNOSE MET DE AFSTANDSBEDIENING
Bij de apparaten van de serie ARC452A worden de delen voor de temperatuurweergave op het display van de hoofdunit gebruikt voor het melden van foutcodes.
1. Wanneer de “TIMERANNULATIE” toets gedurende 5 seconden ingedrukt wordt gehouden, knippert een “ ” indicatie op het
temperatuurdisplaygedeelte.
TIMERANNULATIE-knop
Hiermee annuleert u de instellingen van de tijdschakelaar.
2. Druk bij herhaling op de “TIMERANNULATIE” toets totdat een doorlopende pieptoon klinkt.
De weergegeven code zal veranderen zoals hieronder is weergegeven en de verandering wordt gemeld met een lang piepsignaal.
CODE MEANING CODE MEANING
E7 VOEDINGSFOUT VENTILATORMOTOR
E8 OVERSTROOM OPGETREDEN
HOGE TEMPERATUURREGELING
F6 OVERDRUKREGELING (BIJ KOELEN)
H0 STORING IN DE SENSOR
WERKING IS GESTOPT ALS GEVOLG VAN
H9
L3
L4
P4
H1 DEMPERFOUT
AANZUIGLUCHTTEMPERATUURSENSOR
TEMPERATUURSENSOR DEFECT
STORING DOOR OVERVERHITTING VAN
HOGE TEMPERATUUR VAN KOELPLAAT
STROOMOMZETTERCIRCUIT DEFECT
TEMPERATUURSENSOR VAN KOELPLLAT
STROOMOMZETTERCORCUIT DEFECT
SYSTEEN
BINNENUNIT
BUITENUNIT
00 NORMAAL
VERKEERDE COMBINATIE VAN BINNEN- EN
UA
U0 ONVOLDOENDE KOLMIDDEL F3
U2
U4
U7 TRANSMISSIEFOUT VAN CIRCUITPLAAT H6
A1 PRINTPLAAT BINNENUNIT DEFECT H8 DC-STROOMSENSOR DEFECT
A5
A6 STORING IN VENTILATORMOTOR J3
CC BEVOCHTIGINGSSENSORFOUT J6
C4
C9
UA SLANGLENGTE NIET INGESTELD L5 OVERSPANNING OP UITGANG
EA
E1 STORING IN DE PRINTPLAAT E5 OL GESTART P9 BEVOCHTIGERVENTILATOR VERGRENDELD
E6
TE LAGE WERKSPANNING OF
OVERSPANNING HOOFDSCHAKELING
(TUSSEN BINNENUNIT EN BUITENUNIT)
TEMPERATUURSENSOR DEFECT
AANZUIGLUCHTTEMPERATUURSENSOR
KEUZESCHAKELAAR VOOR KOELEN/
STARTMECHANISME COMPRESSOR
BUITENUNIT
TRANSMISSIEFOUT
OVERDRUKREGELING OF
VORSTBEVEILIGING
WARMTEWISSELAAR
DEFECT
FOUTE INSTELLING VAN DE
VERWARMEN
DEFECT
BUITENUNIT
BEVOCHTIGER
RETOURLEIDING
VERKEERDE POSITIE VAN
DETECTIESENSOR
DEFECT
TEMPERATUURSENSOR VAN
AFVOERLEIDING DEFECT
WARMTEWISSELAAR
ELEKTRISCHE ONDERDELEN
OPMERKING
• Dit is de lichte storingsdiagnose, er zijn nog andere storingscodes dan de hierboven aangegeven codes.
• Een korte pieptoon gevolgd door twee pieptonen betekent dat er geen foutcode voor de storing aanwezig is.
• Houd voor het annuleren van de codeweergave de “TIMERANNULATIE-knop” gedurende 5 seconden ingedrukt. De codeweergave wordt
ook vanzelf geannuleerd als de knop gedurende 1 minuut niet wordt ingedrukt.
LED OP PRINTPLAAT VAN BUITENUNIT VAN DE modellen 2MXS
GROEN
MICROCOMPUTER NORMAAL
LED-A
[OPMERKING 1] [OPMERKING 2] Met
Schakel de spanning uit en dan weer in, als de LED-display opnieuw verschijt, is de schakelplaat van het buitenoestel defect.
Gemerkte diagnoses zijn in sommige gevallen niet toepasselijk. Zie de onderhoudshandleiding voor meer bijzonderheden.
NORMAAL CONTROLEER BINNENUNIT [OPMERKING 1] VOEDINGFOUT OF [OPMERKING 2]
DIAGNOSE
GROEN
KNIPPERT NORMAAL AAN KNIPPERT UIT
34
Loading...