Daikin ATX20J2V1B, ATX25J2V1B, ATX35J2V1B, ATX20J3V1B, ATX25J3V1B Operation manuals [nl]

...
DAIKIN ROOM AIR CONDITIONER
Gebruiksaanwijzing
MODELLEN
ATX20J2V1B ATX25J2V1B ATX35J2V1B ATX20J3V1B ATX25J3V1B ATX35J3V1B
INHOUD
TE LEZEN VOORALEER AAN TE ZETTEN
Veiligheidsmaatregelen................................. 2
Naam van de onderdelen.............................. 5
Voorbereiding voor bedrijf ............................. 8
BEDIENING
De standen AUTO · DROGEN · KOELEN ·
VERWARMEN · VENTILATOR ................... 11
De richting van de luchtstroom regelen....... 13
Werking met KRACHT ................................ 15
De stand ECONO........................................ 16
De werking met de TIMER .......................... 17
ZORG DRAGEN
Zorg dragen en reinigen.............................. 19
STORINGEN OPSPOREN EN OPLOSSEN
Storingen opsporen en oplossen................. 22
1

TE LEZEN VOORALEER AAN TE ZETTEN

WAARSCHUWING

Veiligheidsmaatregelen

• Bewaar deze handleiding waar de operator deze gemakkelijk kan vinden.
• Lees aandachtig deze handleiding vooraleer de unit te starten.
• Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte industrie en in boerderijen door deskundige of geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de handel en in huishoudens, door niet gespe­cialiseerde personen.
• Om veiligheidsredenen moet de operator de volgende waarschuwingen nauwgezet lezen.
• Deze handleiding verdeelt de veiligheidsmaatregelen onder in de rubrieken WAARSCHUWING en VOORZICHTIG. Leef alle onderstaande veiligheidsmaatregelen steeds na, omdat ze allemaal voor de veiligheid belangrijk zijn.
WAARSCHUWING
Indien u deze aanwijzingen niet nauwgezet volgt, kan de unit schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of een dodelijk ongeval veroorzaken.
Doe dit nooit. Leef de instructies na.
De airconditioning moet geaard worden.
Raak de airconditioner (inclusief de afstandsbediening) nooit aan met natte handen.
Bedien de unit nooit wanneer er schadelijk gassen (bijv. ontvlambare of corrosieve) in de buurt van de unit worden ontdekt om brand, explosie of letsel te voorkomen.
• Voor uw gezondheid is het niet goed dat uw lichaam zich lang in de luchtstroom bevindt.
• Steek geen vingers, stangen of andere voorwerpen in de luchtinlaat of -uitlaat. Omdat de ventilator op hoge snelheid draait, kan hij iemand verwonden.
• Probeer de airconditioner niet zelf te repareren, te wijzigen of opnieuw te installeren. Een fout werk kan elektrische schokken, brand, enz. veroorzaken. Voor reparaties en herinstallaties, raadpleeg uw Daikin-verdeler voor advies en inlichtingen.
Het koelmiddel in de airconditioner is veilig. Hoewel er geen lekkages zouden moeten voorkomen,
• in geval van koelmiddellekkage in de kamer, zorg ervoor dat deze niet in contact kan komen met vlammen zoals aanwezig in gasfornuizen en verwarmingstoestellen op gas of kerosine.
• Indien de airconditioner onvoldoende koelt (verwarmt), kan koelmiddel lekken: neem daarom contact op met uw verdeler. Wanneer tijdens reparatiewerkzaamheden koelmiddel wordt toegevoegd, controleer de inhoud van de reparaties met onze servicemensen.
• Probeer niet de airconditioner zelf te installeren. Fouten bij installatie kunnen waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben. Voor een installatie, raadpleeg de verdeler of een erkende technicus.
• Om geen elektrische schok te krijgen of om u niet te verwonden of brand te veroorzaken, indien u iets abnormaal detecteert, zoals een brandgeur, schakel de airconditioner en de onderbreker onmiddellijk uit. En neem telefonisch contact op met uw verdeler, die u zal zeggen wat te doen.
• Er moet, afhankelijk van de omgeving, een aardlekschakelaar geplaatst moeten. Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
• De airconditioner moet geaard worden. Een onvoldoende aarding kan elektrische schokken veroorzaken. Sluit de aardleiding niet aan op een gas- of waterleiding, een bliksemafleider of een telefoonaarding.
Indien u deze aanwijzingen niet nauwgezet volgt, kan de unit eigendommen min of meer beschadigen of iemand verwonden.
Laat de airconditioner (inclusief de afstandsbediening) nooit nat worden.
VOORZICHTIG
2
VOORZICHTIG
• Gebruik de unit niet voor het koelen van precisie-instrumenten, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, om kwaliteitsvermindering te voorkomen.
• Laat kleine kinderen, planten of dieren nooit rechtstreeks in de luchtstroom.
• Zet geen toestellen die open vlammen produceren op plaatsen die zich in de luchtstroom van de unit bevinden, of onder de binnenunit. Anders kan een onvolledige verbranding ontstaan of kan de unit zich door de hitte vervormen.
• De luchtinlaten of luchtuitlaten niet blokkeren. Een geblokkeerde luchtstroom kan verminderde prestaties of defecten veroorzaken.
• Sta of zit niet op de buitenunit. Om niemand te verwonden, zet niets op de unit en neem het scherm voor de ventilator niet weg.
• Plaats niets onder de binnenunit en de buitenunit dat niet vochtig mag worden. In bepaalde omstandigheden kan vocht in de lucht condenseren en druppelen.
Controleer na langdurig gebruik of de voet van de unit en de verbindingsstukken niet beschadigd zijn.
Raak de luchtinlaat en de aluminiumvinnen van de buitenunit niet aan. Anders kan u zich verwonden.
Dit toestel mag worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en personen met beperkte fysieke, zin-
tuiglijke of mentale mogelijkheden of met een gebrek aan ervaring en kennis indien ze onder toezicht staan of onderricht zijn in het veilige gebruik van het toestel en de mogelijke gevaren begri­jpen.
Kinderen mogen niet met het toestel spelen.
Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder
toezicht.
• Om geen gebrek aan zuurstof te hebben, verlucht voldoende de kamer als u apparaten met een brander samen met de airconditioner gebruikt.
• Schakel de airconditioner en de onderbreker uit of trek de stekker van het snoer uit het stopcontact.
• Sluit de airconditioner niet aan op een andere elektrische voeding dat deze die wordt voorgeschreven, anders riskeert u problemen of brand.
• Plaats de afvoerslang op een wijze dat het water goed kan worden afgevoerd. Door een slechte of onvolledig afvoer kunnen meubels, het gebouw, enz. vochtsporen beginnen te vertonen.
Plaats geen voorwerpen in de directe nabijheid van de buitenunit en zorg er voor dat bladeren of andere overblijfselen zich niet rondom het apparaat ophopen. Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen binnendringen. In de unit kunnen dergelijke dieren storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze in contact komen met elektrische onderdelen.
• Bedien de airconditioner niet met natte handen.
• Was de binnenunit niet met overvloedig water, gebruik alleen een iets vochtig doek.
• Zet niets neer – en zeker geen waterbevattende voorwerpen zoals vazen – op de unit. Water kan in de unit binnendringen en elektrische isolaties beschadigen, hetgeen tot elektrische schokken kan leiden.
3
Plaats van installatie.
Raadpleeg de leverancier om de airconditioner in de volgende soorten omgevingen te installeren.
• Plaatsen met een oliehoudende omgeving of waar damp of roet voorkomt.
• Zouthoudende omgeving, zoals kustgebieden.
• Plaatsen waar zwavelgas voorkomt, zoals hete bronnen.
• Plaatsen waar sneeuw de buitenunit kan blokkeren.
De afvoer van de buitenunit moet worden afgewaterd naar een plaats met een goede drainage.
Let op: het lawaai van de unit kan storend zijn voor uw buren.
Kies voor installatie een plaats zoals hieronder wordt beschreven.
• Een plaats met voldoende draagvermogen voor de unit die het werkgeluid of de werktrillingen niet versterkt.
• Een plaats waar de uitlaatlucht van de buitenunit of het werkgeluid uw buren niet hindert.
Elektrische werkzaamheden.
• Zorg er bij de stroomvoorziening voor dat u een apart stroomcircuit gebruikt dat alleen voor de airconditioner is bestemd.
Het systeem naar een andere plaats brengen.
• Voor het herplaatsen van de airconditioner zijn gespecialiseerde kennis en vaardigheden nodig. Raadpleeg de leverancier als herplaatsing nodig is voor verhuizen of verbouwen.
4

Naam van de onderdelen

Binnenunit
5
Buitenunit
15
17
16
Binnenunit
1. Luchtfilter
2. Deodoriseringsfilter uit titaniumapatiet:
• Deze filters zitten in de luchtfilters bevestigd.
3. Luchtinlaat
4. Frontpaneel
5. Lipje op paneel
6. Kamertemperatuursensor:
• Deze detecteert de luchttemperatuur rond de unit.
7. Scherm
8. Luchtuitlaat
9. Horizontale schoep (klep): (pagina 13).
10. Verticale schoepen (lamellen):
• De lamellen zitten in de luchtuitlaat. (pagina 13).
11. AAN/UIT-schakelaar van de binnenunit:
(pagina 11).
• Druk één keer op deze schakelaar om de werking te starten.
19
18
Druk opnieuw één keer om deze te stoppen.
• Zie de volgende tabel voor de bedrijfsmodus.
Stand
AUTO
• Gebruik deze schakelaar, wanneer de afstandsbediening ontbreekt.
12. Bedrijfslampje (groen)
13. Timerlampje (geel): (pagina 17).
14. Signaalontvanger:
• Deze ontvangt signalen van de afstandsbediening.
• Wanneer de unit een signaal ontvangt, hoort u een korte pieptoon.
• Start bedrijf ................... piep-piep
• Instellingen gewijzigd ....piep
• Stop bedrijf ....................pieeeeep
Temperatuur-
instelling
25°C
Luchtdebiet
AUTO
Buitenunit
15. Luchtinlaat: (rug en zijkant)
16. Luchtuitlaat
17. Koelmiddelleiding en kabel tussen units
Voor enkele modellen kan het uiterlijk van de buitenunit verschillen.
18. Afvoerslang
19. Aardingsaansluitpunt:
• Deze bevindt zich in dit deksel.
6
Afstandsbediening
TEMP
ON/OFF
POWERFUL
MODE FAN
SWING
ECONO
COMFORT
TIMER
ON
CANCEL
OFF
1
2
5
6
8 9
10
14
16 15
11
13
12
<
ARC433A89
>
3
4
7
R
R
1. Signaalzender:
• Deze zendt signalen naar de binnenunit.
2. Scherm:
• Hierop ziet u de huidige instellingen. (Op deze afbeelding wordt elke sectie getoond met ON-geschakelde displays ten behoeve van de uitleg).
3. Knop ECONO:
ECONO-mische werking (pagina 16).
4. Knop POWERFUL:
5. TEMPERATUUR-regelknoppen:
6. AAN/UIT-knop:
7. Standknop MODE:
KRACHTIGE werking (pagina 15).
• Deze wijzigen de temperatuurinstelling.
Druk één keer op deze knop om de werking te starten. Druk opnieuw één keer om deze te stoppen.
• Deze selecteert de bedrijfsmodus. (AUTO/DRY/COOL/HEAT/FAN) (autom./ drogen/koelen/verwarmen/ventilator) (pagina 11).
8. Regelknop FAN:
• Hiermee regelt u het luchtdebiet.
9. Knop SWING:
• Hiermee verandert u de richting van de luchtuitblaas. (pagina 13).
10. Knop COMFORT AIRFLOW: werking met comfortabele luchtuitblaas (pagina 14.)
11. Knop ON TIMER: (pagina 18).
12. Knop OFF TIMER: (pagina 17).
13. Instelknop TIMER:
• Hiermee wijzigt u de tijdsinstelling.
14. Knop TIMER CANCEL:
• Deze annuleert de instelling van de timer.
15. Knop met uurwerkje: (pagina 10).
16. Knop RESET:
• Hiermee start u opnieuw de unit wanneer
het vriest.
• Gebruik een dun voorwerp om te duwen.
7
Loading...
+ 21 hidden pages