12
NEDERLANDS
4. Stel met behulp van de schakelklok de gewenste
gaarperiode in. De gaarperiode is afhankelijk van de
hoeveelheid en de hoedanigheid van de inhoud. Na
enige oefening leert u snel, de vereiste gaarperiode in
te schatten.
Let op: de bereiding in de magnetron gaat veel
sneller dan in een gewone oven. Stel een korte gaarperiode in als u niet helemaal zeker bent. U kunt later
altijd nog even naverwarmen.
Met het instellen van de gaarperiode schakelt het
apparaat in. De verlichting in de gaarruimte brandt.
Als u een kortere periode dan 3 minuten wilt instellen,
draait u de knop eerst voorbij de 10-minuten-markering
en dan weer terug. De klok loopt dan nauwkeuriger.
5. Na afl oop van de tijd schakelt het apparaat uit. Er
klinkt een eindsignaal Verwijder dan het gerecht.
Opgelet:
zet de tijdregelaar altijd terug op nul!
Wanneer u levensmiddelen vóór afl oop van de kooktijd
uit de magnetron neemt, moet u de schakelaar op nul
terugzetten om de oven uit te schakelen.
In de handel zijn receptboeken verkrijgbaar.
Tabel Ontdooien
Levensmiddelen/
gerechten
Hoeveel-
heid
Vermogen
ca.
Watt
Tijd
ca. min.
Ontdooitijd
min.
Vlees, worstwaren
Vlees (rund, kalf, varken)
aan het stuk
500 g
1000 g
280
280
14 – 18
25 - 30
10 – 15
20 - 25
Schnitzel, karbonade 200 g 280 4 - 6 5 - 10
Gehakt 250 g 280 6 - 8 5 - 10
Braadworst, kookworst 200 g 280 4 - 6 5 - 10
Beleg (vleeswaren) 300 g 280 4 - 6 5 - 10
Tip: nadat de helft van de tijd verstreken is: vlees omdraaien, kwetsbare delen afdekken; gehakt kleinmaken, reeds ontdooide delen verwijderen; worstplaatjes scheiden.
Gevogelte
Kip 1000 g 280 20 - 25 10 - 15
Kipdelen 500 g 280 12 - 15 5 - 10
Eend 1700 g 280 25 - 40 20 - 25
Gans-, kalkoendelen 500 g 280 12 - 18 10 - 15
Tip: gevogelte na het verstrijken van de helft van de tijd: omdraaien,
vleugels en bouten afdekken.
Let op: Dooiwater verwijderen en niet met andere gerechten in contact
laten komen.
Wild
Reerug 1000 g 280 20 - 35 20 - 30
Hazenrug 500 g 280 12 - 13 10 - 20
Tip: een keer omdraaien, randdelen afdekken.
Vis
Garnalen, shrimps 250 g 280 5 - 7 5 - 10
Forel 340 g 280 4 - 6 5 - 10
Vis aan het stuk 500 g 280 7 - 10 10 - 15
Visfi let 250 g 280 5 - 7 5 - 10
Tip: meerdere keren omroeren, vaker omdraaien.
Fruit
Frambozen, aardbeien 250 g 280 4 - 6 5 - 10
Kersen, pruimen 250 g 280 5 - 7 5 - 10
Appelmoes 500 g 280 9 - 12 5 - 10
Tip: voorzichtig omdraaien of kleinmaken.
Brood en gebak
Broodjes 4 stuks 280 ca. 1-3 5
Brood 1000 g 280 13 - 15 8 - 10
Levensmiddelen/
gerechten
Hoeveel-
heid
Vermogen
ca.
Watt
Tijd
ca. min.
Ontdooitijd
min.
Toastbrood 500 g 280 5 - 6 5 - 10
Cake 500 g 280 6 - 8 5 - 10
Fruitcake 1 stuk 280 2 - 3 2 - 3
Taart
1 stuk 280 0,5 - 1 3 - 5
1200 g 280 10 - 12 30 - 60
Tip: brood en gebak op absorberend keukencrêpepapier plaatsen dat het
vocht opneemt; kwetsbaar gebak slechts heel even laten dooien.
Melkproducten
Boter 250 g 280 5 - 7 10 - 15
Kwark 250 g 280 6 - 8 5 - 10
Slagroom 200 g 280 3 - 5 2 - 3
Tip: aluminiumfolie verwijderen, na de helft van de tijd omroeren; slagroom
nog half bevroren kloppen.
Verwarmen
Het verwarmen en verhitten is een bijzonder sterk
punt van de magnetron. Koelkastkoude vloeistoffen en
gerechten kunnen heel eenvoudig op kamertemperatuur
of consumptietemperatuur worden gebracht zonder dat u
daarvoor veel potjes en pannetjes nodig hebt.
De in onderstaande tabel aangegeven verwarmingstijden
zijn slechts richtwaarden omdat de tijd in grote mate afhankelijk is van de uitgangstemperatuur en de samenstelling van het gerecht. Het is dan ook raadzaam, af en toe
te controleren of het gerecht al heet genoeg is.
Tabel verwarming
Levensmiddelen/
gerechten
Hoeveel-
heid
Vermogen
Watt
Tijd
ca. min.
afdekken
Vloeistoffen
Water, 1 kop 150 g 800 0,5 - 1 nee
Water 0,5 l 500 g 800 3,5 - 5 nee
Water 0,75 l 750 g 800 5 - 7 nee
Koffi e, 1 kop 150 g 800 0,5 - 1 nee
Melk, 1 kop 150 g 800 0,5 - 1 nee
Let op: Doe geen glazen of metalen staven of andere voorwerpen die het
koken vertragen in de beker. Goed roeren voor gebruik.
Bordgerechten
Schnitzel, aardappelen
en groenten
450 g 800 2,5 - 3,5 ja
Goulash met macaroni 450 g 800 2 - 2,5 ja
Vlees, knoedels en saus 450 g 800 2,5 - 3,5 ja
Tip: eerst iets bevochtigen, tussendoor omroeren.
Vlees
Schnitzel, gepaneerd 200 g 800 1 - 2 nee
Gehaktballen, 4 stuks 500 g 800 3 - 4 nee
Braadvlees 250 g 800 2 - 3 nee
Tip: met olie bestrijken, zodat de panade of de korst niet zacht wordt.
Gevogelte
1/2 haan 450 g 800 3,5 - 5 nee
Kipfricassee 400 g 800 3 - 4,5 ja
Tip: met olie bestrijken, tussendoor omroeren.
Bijlagen
Macaroni, rijst 1 portie
2 porties.
150 g 800 1 - 2 ja
300 g 800 2,5 - 3,5 ja
Aardappelen 500 g 800 3 - 4 ja
Tip: eerst iets bevochtigen.
Soepen / sauzen
Heldere bouillon, 1 bord 250 g 800 1 - 1,5 ja
Soep met ingrediënten 250 g 800 1,5 - 2 ja
Saus 250 g 800 1 - 2 ja
05-MWG 756 E 12 05.10.2005, 9:11:34 Uhr