Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Zorg er voor eerst aandachtig de
“Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de
veiligheid” te lezen voordat u de piano probeert
te gebruiken.
D
AP620D1A
z IN GEEN GEVAL ZAL CASIO VERANTWOORDELIJK GEHOUDEN WORDEN VOOR ONGACHT WELKE
SCHADE (INCLUSIEF, ZONDER BEPERKINGEN, SCHADE VOOR HET VERLIES VAN WINSTEN,
ZAKELIJKE ONDERBREKINGEN, VERLIES VAN INFORMATIE) DIE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK
VAN OF DE ONMOGELIJKHEID VAN HET GEBRUIK VAN DEZE GEBRUIKSAANWIJZING OF DIT
PRODUCT, ZELFS ALS CASIO ER VAN OP DE HOOGTE GEBRACHT IS DAT DE MOGELIJKHEID
BESTAAT OP DERGELIJKE SCHADE.
z De inhoud van deze gebruiksaanwijzing is onder voorbehoud.
z Het product kan er in werkelijkheid anders uitzien dan de afbeeldingen in de gebruiksaanwijzing.
z Namen van bedrijven en producten die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt worden kunnen geregistreerde
handelsmerken zijn van derden.
Dit merkteken is alleen van toepassing in de landen binnen de EU.
Manufacturer:
CASIO COMPUTER CO.,LTD.
6-2, Hon-machi 1-chome, Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan
Responsible within the European Union:
CASIO EUROPE GmbH
Casio-Platz 1, 22848 Norderstedt, Germany
Dit merkteken is enkel van toepassing op model AP-620BKV.
Houd alle informatie a.u.b. bij de hand voor latere naslag.
Inhoudsopgave
Monteren van de standaard. ...................................................................... D-56
(REVERB, REV TYPE, EXIT)
Zweving, Zwevingtype, u toets
ct
(CHORUS, CHOR TYPE, u)
Tempotoetsen (TEMPO)
bk
Ritme, Muziekbibliotheek toets
bl
(RHYTHM, MUSIC LIBRARY)
Pops/Jazz, Muziekvoorkeuze toets
bm
(POPS/JAZZ, MUSIC PRESET)
Latijns/Wereld, Muziekvoorkeuze toets
bn
(LATIN/WORLD, MUSIC PRESET)
Ballade/Pianoritmes, Ritmebewerking toets
bo
(BALLAD/PIANO RHYTHMS, RHYTHM
EDITOR)
Gebruikersritmes, Ritmebewerking toets
bp
(USER RHYTHMS, RHYTHM EDITOR)
Display
bq
Toon-, Registratietoets
br
(TONE, REGISTRATION)
Functietoets (FUNCTION)
bs
Splits, Splitspunt, i toets
dk
(SPLIT, SPLIT POINT, i)
Kaart/Intern, Opslaan/Laden, Invoer toets
dl
(CARD/INTERNAL, SAVE/LOAD, ENTER)
Opslag, USB toestelmodus toets
dm
(STORE, USB DEVICE MODE)
SD kaartgleuf (SD CARD SLOT)
dn
Volumeregelaar (VOLUME)
do
Hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES)
dp
Netaansluiting
dq
USB poort
dr
Midi ingangs-/uitgangsaansluitingen
ds
(MIDI OUT/IN)
Lijningang R, L/Mono aansluitingen
dt
(LINE IN R, L/MONO)
w/nee, q/ja (w/NO, q/YES)
bt
Vleugel (modern) toets
ck
(GRAND PIANO (MODERN))
Lijnuitgang R, L/Mono aansluitingen
ek
(LINE OUT R, L/MONO)
Pedaalaansluiting
el
D-3
Algemene gids
Het opslaan van instellingen
en het gebruiken van de
paneelvergrendeling
Uw Digitale Piano stelt u in staat om de huidige
instellingen op te slaan en de toetsen te vergrendelen
ter bescherming tegen bedieningsfouten. Zie
“Instelling backup” (pagina D-42) en
“Paneelvergrendeling” (pagina D-42) voor details.
Terugzetten van de Digitale
Piano naar de default
instellingen die in de fabriek
ingesteld waren
Voer de volgende procedure uit wanneer u de
opgeslagen data en instellingen van de Digitale Piano
wilt terugzetten op de default instellingen die
oorspronkelijk in de fabriek ingesteld waren.
1.
Schakel de Digitale Piano in.
2.
Houd zowel de br (TONE) als de bs
(FUNCTION) toetsen ingedrukt en druk op de
(POWER) toets.
1
De Digitale Piano wordt ingeschakeld en zal het interne
systeem initialiseren. U zult de Digitale Piano na even
wachten kunnen gebruiken.
OPMERKING
• Zie “Inschakelen van de Digitale Piano en iets
spelen” (pagina D-8) voor informatie aangaande het
in- en uitschakelen van de digitale spanning.
D-4
Stroomvoorziening
Uw Digitale Piano werkt op de spanning van het
lichtnet. Vergeet niet de spanning uit te schakelen
wanneer u de Digitale Piano niet gebruikt.
1.
Let erop dat de POWER toets in de OFF (uit)
stand staat (uitstaande).
Spanningstoets (POWER)
ON
(Spanningsindic ator aan )
OFF
(Spanningsindicator uit)
Voorkant
Spanningsindicator
2.
Sluit het netsnoer dat met de Digitale Piano
meegeleverd wordt aan op de netaansluiting
aan de onderkant van de Digitale Piano.*
* Alleen bij model AP-620BKV
3.
Steek de netstekker in het stopcontact.
BELANGRIJK!
• Let er altijd op dat de POWER in de OFF stand staat
voordat de netstekker in het stopcont act gestoken of
er uit gehaald wordt.
• De vorm van de netstekker en van het stopcontact
verschillen per land en geografisch gebied. De
afbeelding geeft slechts één voorbeeld van de
vormen die beschikbaar zijn.
z Let erop dat de spanningsindicator volledig uit is
voordat u de netstekker uit het stopcontact haalt. Let
erop dat u alle veiligheidsmaatregelen betreffende
de stroomvoorziening leest en in acht neemt.
D-5
Aansluitingen
Aansluiten van de
hoofdtelefoon
BELANGRIJK!
• Voordat u een hoofdtelefoon aansluit dient u eerst
de VOLUME regelaar van de Digitale Piano op een
laag niveau in te stellen. Stel het volume in op het
gewenste niveau nadat u de aansluiting tot stand
gebracht heeft.
• De Digitale Piano stelt automatisch de geluidsafgifte
in om te optimaliseren voor een hoofdtelefoon
(wanneer een hoofdtelefoon aangesloten is) of voor
de ingebouwde luidsprekers (wanneer geen
hoofdtelefoon aangesloten is).
Onderkant
Hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES)
Aansluiten van audio
apparatuur of een versterker
U kunt audio apparatuur of een versterker aansluiten
op de Digitale Piano en het geluid dan via externe
luidsprekers weergeven om een krachtiger geluid van
een betere kwaliteit te verkrijgen.
BELANGRIJK!
• De Digitale Piano stelt het geluid dat afgegeven
wordt automatisch bij om te optimaliseren voor een
hoofdtelefoon (wanneer een hoofdtelefoon
aangesloten is) of voor de ingebouwde luidsprekers
(wanneer geen hoofdtelefoon niet aangesloten is).
Hierdoor vindt ook een verandering plaats in de
uitgangskwaliteit van de LINE OUT R en L/MONO
aansluitingen van de Digitale Piano.
• Stel het volume altijd in op een laag niveau d.m.v. de
VOLUME regelaar telkens wanneer u een apparaat
aan gaat sluiten op de Digitale Piano. Stel het
volume in op het gewenste niveau nadat u de
aansluiting tot stand gebracht heeft.
• Lees telkens wanneer u een apparaat op de Digita le
Piano wilt aansluiten eerst de gebruiksaanwijzing
door die met dat apparaat meege leverd wordt.
Stereo standaard stekker
Sluit de los verkrijgbare hoofdtelefoon aan op de
PHONES aansluitingen. Door een hoofdtelefoon aan te
sluiten op één van beide PHONES aansluitingen wordt
de weergave van de luidsprekers uitgeschakeld wat
betekent dat u zelfs midden in de nacht kunt oefenen
zonder de buren wakker te houden. Om uw gehoor te
beschermen moet u er op letten dat het volumeniveau
niet te hoog staat wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt.
OPMERKING
• Let er op dat u de stekker van de hoofdtelefoon
zover mogelijk in één van de PHONES
aansluitingen steekt. Als u dat niet doet, kunt u het
geluid mogelijk van slechts één van beide kanten
van de hoofdtelefoon horen.
• Mocht de hoofdtelefoon die u gebruikt niet passen
bij één van de PHONES aansluitingen gebruik dan
een passende adapterstekker die u zich apart in de
winkel kunt aanschaffen.
• Gebruikt u een hoofdtelefoon waarbij een
adapterstekker nodig is, let er dan op dat de adapter
niet ingestoken blijft als u de aansluiting van de
hoofdtelefoon verbreekt. Mocht dit het geval zijn
dan zal er geen geluid te horen zijn via de
luidsprekers.
Penstekker
RIGHT (rechts-rood)
LEFT (links-wit)
Standaard aansluiting
Standaard stekker
AUX IN aansluiting, enz.
van de geluidsversterker
Taperecorder,
MIDI geluidsbron, enz.
Toetsenbordversterker, enz.
Gitaarversterker
INPUT 1
INPUT 2
Weergeven van het geluid van externe
apparatuur via de luidsprekers van de
piano 1
Gebruik los verkrijgbare kabels om de externe audio
apparatuur aan te sluiten op de LINE IN aansluitingen
van de piano zoals aangegeven in afbeelding 1.LINE IN R aansluiting geeft het geluid weer via de
rechter luidspreker van de piano terwijl de LINE IN L/MONO aansluiting het geluid weergeeft via de linker
luidspreker. Door de LINE IN L/MONO aansluiting
aan te sluiten wordt hetzelfde geluid weergegeven via
beide luidsprekers. Het wordt aan u overgelaten om
aansluitkabels aan te schaffen die passen bij de
apparatuur die u wilt aansluiten.
D-6
Aansluitingen
Aansluiten op audio apparatuur 2
Gebruik los verkrijgbare kabels om de externe audio
apparatuur aan te sluiten op de LINE OUT
aansluitingen van de piano zoals aangegeven in
afbeelding 2. Het uitgangssignaal van de LINE OUT R aansluiting is het geluid van het rechter kanaal
terwijl het uitgangssignaal van de LINE OUT L/MONO aansluiting het geluid van het linker kanaal is.
Het wordt aan u overgelaten om aansluitkabels aan te
schaffen zoals de in de afbeelding getoonde kabel voor
het aansluiten van audio apparatuur. Gewoonlijk dient
u in deze configuratie de ingangskeuzeschakelaar van
de audio apparatuur instellen op de instelling die hoort
bij de aansluiting (zoals AUX IN) waarop de piano
aangesloten is. Stel het volumeniveau bij d.m.v. de
VOLUME regelaar van de piano.
Aansluiten op een
muziekinstrumentenversterker 3
Gebruik los verkrijgbare kabels om de versterker aan te
sluiten op de LINE OUT aansluitingen van de piano
zoals aangegeven in adfbeelding 3. Het
uitgangssignaal van de LINE OUT R aansluiting is het
geluid van het rechter kanaal terwijl het
uitgangssignaal van de LINE OUT L/MONO
aansluiting het geluid van het linker kanaal is. Door
aan te sluiten op de LINE OUT L/MONO aansluiting
geeft het geluid van beide kanalen gemengd weer. Het
wordt aan u overgelaten om aansluitkabels aan te
schaffen zoals de in de afbeelding getoonde kabel voor
het aansluiten van de versterker. Stel het
volumeniveau bij d.m.v. de VOLUME regelaar van de
piano.
Meegeleverde en los
verkrijgbare accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor
het gebruik met deze Digitale Piano.
Het gebruik van niet erkende accessoires kan het
gevaar op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel
met zich meebrengen.
OPMERKING
• U kunt informatie betreffende de accessoires die los
verkrijgbaar zijn krijgen van de CASIO catalogus die
beschikbaar is bij uw winkelier en van de CASIO
website bij de volgende URL.
http://world.casio.com/
D-7
Gebruiken van ingebouwde tonen
ctCHORUS, ubtw, q8METRONOME
blMUSIC LIBRARY
7PART
bkTEMPO
brTONE
ck
csREVERB
–
crToongroepen
dkSPLIT, ibsFUNCTION
dlENTER
Inschakelen van de Digitale
Piano en iets spelen
1.
Druk op de 1 (POWER) toets.
Hierdoor wordt de spanning ingeschakeld.
• Druk nogmaals op de
uit te schakelen.
Linker kant
toets
1
2.
Na enkele ogenblikken zal het displayscherm
er uit zien als hieronder, hetgeen aangeeft
dat de Digitale Piano klaar staat om te
worden gespeeld.
toets om de Digitale Piano
1
Selecteren van een toon
Uw Digitale Piano heeft 250 tonen, die over acht
groepen worden verdeeld.
• Zie de “Toonlijst” (pagina A-1) voor nadere
informatie.
• De Digitale Piano heeft ingebouwde
demonstratiemelodieën die de verschillende
karateristieken van de tonen demonsteren. Zie
“Weergeven van alle ingebouwde melodieën”
(pagina D-23) voor nadere informatie.
1.
Druk op de br (TONE) toets zodat de
bovenste indicator gaat branden.
• Telkens bij indrukken van de toets wordt heen en
weer geschakeld tussen de bovenste en onderste
indicators.
Brandt
3.
Stel het volumeniveau bij d.m.v. de do
(VOLUME) regelaar.
4.
Speel iets op het toetsenbord.
D-8
BELANGRIJK!
• Door naar de volgende stap door te gaan terwijl de
REGISTRATION indicator brandt, wordt een
registratieoproepbewerking (pagina D-32)
uitgevoerd waardoor de instelling van de Digitale
Piano wordt veranderd. Zorg ervoor dat de TONE
indicator brandt voordat u door gaat naar de
volgende stap.
2.
Zoek d.m.v. de “Toonlijst” (pagina A-1) de
groep en het nummer op van de
geselecteerde toon.
3.
Selecteer d.m.v. de ck tot de cr
(toongroepen) toetsen de gewenste groep.
Voorbeeld: Selecteren van de ORGAN groep
Brandt
4.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen de
gewenste toon.
Voorbeeld: Selecteren van “002 Jazz Organ”
ToonnummersToonnaam
Gebruiken van ingebouwde tonen
2.
Houd de toets van de groep ingedrukt die de
toon bevat die u wilt selecteren as de
gelaagde toon totdat “LAYER: ON” in de
display verschijnt voor enkele momenten
zoals hieronder getoond wordt.
Hierdoor worden de tonen gelaagd die op dat moment
in de twee groepen geselecteerd zijn.
De toets die u ingedrukt hield in stap 2 gaat branden
om aan te geven dat deze geselecteerd is.
Voorbeeld: Wanneer de BASS/GUITAR groep
geselecteerd is
OPMERKING
• Door tegelijkertijd op q en w te drukken wordt
doorgegaan naar toon 001 van de op dat moment
geselecteerde groep. Door één van beide toetsen
ingedrukt te houden verandert het toonnummer met
verhoogde snelheid.
• Zie pagina D-40 voor meer informatie aangaande
het bladeren.
Lagen van twee tonen
U kunt lagen aanbrengen tussen twee verschillende
tonen zodat ze op tegelijkertijd spelen wanneer u een
klaviertoets indrukt.
• De eerste toon wordt de “hoofdtoon” genoemd
terwijl de tweede toon de “gelaagde toon” heet.
1.
Selecteer de hoofdtoon.
Voorbeeld: Druk om MELLOW PIANO in de CLASSIC
groep te selecteren op de cl (CLASSIC) toets
en selecteer daarna “002 Mellow Piano”
d.m.v. de
(w, q) toetsen.
bt
Brandt
3.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen de
toon die u wenst voor de groep die u
selecteerde in stap 2.
Voorbeeld: Wanneer “006 Picked Bass” geselecteerd is
Gelaagde toonnummer
Gelaagde toonnaam
4.
Om de lagen van de tonen ongedaan te
maken en een enkele toon te verkrijgen bij
het toetsenbord, drukt u op één van de
toongroep toetsen.
OPMERKING
• U kunt de balans bijstellen tussen de hoofdtoon en
de gelaagde toon. Zie “Gelaagd toonvolume
(Laagbalans)” (pagina D-41) voor details.
D-9
Gebruiken van ingebouwde tonen
Splitsen van het toetsenbord
tussen twee tonen
U kunt het toetsenbord zodanig splitsen dat de linker
kant (lager bereik) één toon speelt en de rechter kant
(hoger bereik) een andere toon speelt.
Voorbeeld: Om het toetsenbord te splitsen tussen de GM
SLAP BASS 1 toon op de linker kant (lager
bereik) en de GRAND PIANO toon op de
rechter kant (hoger bereik).
Links (lager bereik)
Toon: GM SLAP BASS 1
1.
Druk op de dk (SPLIT) toets.
Hierdoor gaat de SPLIT indicator branden om aan te
geven dat het toetsenbord tussen twee tonen gesplitst
is.
Rechts (hoger bereik)
Toon: GRAND PIANO (vleugel)
Brandt
OPMERKING
• Als het toetsenbord ingesteld is met gelaagde tonen
(pagina D-9) wanneer u de bovengenoemde
splitsbewerking uitvoert, dan zullen de gelaagde
tonen aan de rechter (hoger bereik) kant van het
toetsenbord gaan spelen.
Verplaatsen van het splitspunt van het
toetsenbord
U kunt de procedure hieronder volgen om de plaats op
het toetsenbord te specificeren waar deze gesplitst
wordt in de linker kant en rechter kant. Deze plaats
wordt het “splitspunt” genoemd.
Links (lager bereik)Rechts (hoger bereik)
Splitspunt
2.
Selecteer de toon die u wilt toekennen aan de
linker kant (lager bereik) van het toetsenbord.
Voorbeeld: Druk om GM SLAP BASS 1 in de
VARIOUS/GM TONES groep te selecteren
op de cr (VARIOUS/GM TONES) toets en
selecteer daarna “073 GM SlapBass1” toon
d.m.v. de
Linker toonnumer
(w, q) toetsen.
bt
Linker toonnaam
Brandt
1.
Houd de dk (SPLIT) toets ingedrukt totdat het
splitspuntinstelscherm op de display
verschijnt zoals hieronder te zien is.
Huidige naam van de splitspunt klaviertoets
2.
Druk op de klaviertoets waar u de meeste
linkse klaviertoets van de rechter (hoger
bereik) toon wilt specificeren.
Hierdoor wordt het splitspunt gespecificeerd.
3.
Druk op de dk (SPLIT) toets.
Hierdoor wordt het splitspuntscherm verlaten.
3.
Druk op de dk (SPLIT) toets om de splitsing
in het toetsenbord ongedaan te maken en
terug te keren naar een enkele toon.
De SPLIT indicator gaat uit om aan te geven dat het
toetsenbord niet langer gesplitst is.
D-10
Gebruiken van ingebouwde tonen
Gebruiken van
octaafverschuiving
Nadat u het toetsenbord gesplitst heeft (pagina D-10)
kunt u er mogelijk achterkomen dat naar uw smaak de
noten in het lagere bereik aan de linker kant te laag zijn
of dat de noten in het hogere bereik aan de rechter kant
juist te hoog zijn. U kunt octaafverschuiving toepassen
om de octaven van het hogere bereik en het lagere
bereik naar boven of juist naar beneden te verschuiven
in eenheden van een octaaf.
1.
Houd de bs (FUNCTION) toets ingedrukt en
druk op de
Hierdoor verschijnt het octaafverschuivingsscherm.
2.
Selecteer d.m.v. de 7 (PART) toets het
bereik waarvan u de octaaf wilt veranderen.
• Telkens bij indrukken van 7 (PART) wordt in cyclus
door de hieronder getoonde bereiken gegaan.
(TONE) toets.
br
Momenteel geselecteerd bereik
Hoeveelheid verschuiving
Bijstellen van de helderheid
van een toon
1.
Druk op de bs (FUNCTION) toets.
De FUNCTION indicator gaat branden en het
functiescherm verschijnt in de display.
Brandt
2.
Selecteer d.m.v. de dk (i) en ct (u)
toetsen het Tmpr/Effect scherm.
3.
Druk op de dl (ENTER) toets.
Hierdoor wordt een scherm getoond voor het selecteren
van de Tmpr/Effect groep.
4.
Selecteer d.m.v. de dk (i) of ct (u) toets
het helderheidscherm dat hieronder worden
getoond.
U1 (Upper1 = Hoger1): Hoofdtoon
U2 (Upper2 = Hoger2): Gelaagde toon
L1 (Lower1 = Lager1): Linker (lagere bereik) toon
3.
Verschuif d.m.v. de bt (w, q) de octaaf
van het op dat moment geselecteerde bereik.
• U kunt de octaaf verschuiven in het bereik lopend
van –2 tot 0 tot 2.
4.
Druk op de bs (FUNCTION) toets.
Dit verlaat het octaafverschuivingsscherm.
OPMERKING
• Octaafverschuiving kan tevens uitgevoerd worden
zoals beschreven voor “Octaafverschuiving” (pagina
D-41).
5.
Verander de helderheid van de op dat
moment geselecteerde toon d.m.v. de
q
) toetsen. U kunt de helderheid bijstellen in
het bereik lopend van –3 tot 0 tot 3.
w : Milder en teder
q : Helderder en scherper
6.
Druk op de bs (FUNCTION) toets.
Hierdoor wordt het helderheidsscherm verlaten en gaat
de FUNCTION indicator uit.
OPMERKING
• Zie “Overige instellingen” (pagina D-40) voor
details aangaande het gebruik van de
(FUNCTION) toets.
bs
bt
(w,
D-11
Gebruiken van ingebouwde tonen
Toevoegen van nagalm aan de
toon
1.
Druk op de cs (REVERB) toets om de
nagalm in en uit te schakelen.
Gaat branden wanneer deze ingeschakeld is
Selecteren van het nagalmtype
U kunt kiezen tussen de volgende vier types nagalm.
1: Room (kamer)
2: Hall (zaal)
3: Large Hall (grote zaal)
4: Stadium
1.
Houd de cs (REVERB) toets ingedrukt totdat
het nagalmtype selectiescherm op de display
verschijnt.
Toevoegen van het
zwevingeffect aan de toon
1.
Druk op de ct (CHORUS) toets om zweving
(wat diepte toevoegt aan een toon) in en uit te
schakelen.
Gaat branden wanneer deze ingeschakeld
Selecteren van het zwevingtype
U kunt kiezen tussen de volgende vier types zweving.
1: LightChorus (lichte zweving)
2: Chorus (zweving)
3: Deep Chorus (diepe zweving)
4: Flanger
1.
Houd de ct (CHORUS) toets ingedrukt totdat
het zwevingtype selectiescherm op de
display verschijnt.
2.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen het
gewenste nagalmtype.
3.
Druk op de cs (REVERB) toets om het
nagalmtypescherm te verlaten.
2.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen het
gewenste zwevingtype.
3.
Druk op de ct (CHORUS) toets om het
zwevingtypescherm te verlaten.
D-12
Gebruiken van ingebouwde tonen
Gebruiken van de pedalen van
de Digitale Piano
Uw Digitale Piano is uitgevoerd met drie pedalen:
demppedaal, zacht pedaal en sostenuto pedaal.
Zacht pedaal
Sostenuto pedaal
Pedaalfuncties
z Demppedaal
Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen
zullen de noten die u aanslaat voor een bijzonder lange
tijd blijven nagalmen.
• Door dit pedaal tijdens de GRAND PIANO toon
(MODERN, CLASSIC, VARIATION) in te trappen
zullen de noten nagalmen (akoestische resonantie)
op dezelfde wijze als het demppedaal van een
akoestische vleugel. Het halverwege intrappen
(gedeeltelijk intrappen) van het pedaal wordt ook
ondersteund.
z Zacht pedaal
Door op dit pedaal te trappen tijdens het spelen
worden de op het toetsenbord aangeslagen noten
onderdrukt na het intrappen van het pedaal waardoor
de noten zachter klinken.
z Sostenuto pedaal
Alleen de noten van de toetsen die aangeslagen zijn op
het moment van het intrappen van dit pedaal worden
aangehouden totdat het pedaal wordt losgelaten.
Demppedaal
Gebruiken van de metronoom
1.
Druk op de 8 (METRONOME) toets.
Hierdoor start de metronoom.
Gaat branden bij de
eerste maatslag van
2.
elke maat
Druk nogmaals op de 8 (METRONOME)
toets om de metronoom te stoppen.
Veranderen van het aantal maatslagen
per maat
U kunt tussen twee en zes maatslagen per maat
specificeren voor de metronoom. Nadat u dit gedaan
heeft, zal een klokkenspel klinken aan het begin van
elke maat. Als 0 gespecificeerd wordt voor deze
instelling klinkt een rechte maatslag zonder
klokkenspel. Met deze instelling kunt u oefenen met
een vaste maatslag.
1.
Houd de 8 (METRONOME) toets ingedrukt
totdat het aantal maatslagen per maat
scherm op de display verschijnt.
Gaat branden bij elke
volgende maatslag van
elke maat
2.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen de
maatslagen per gewenste maatwaarde.
3.
Druk op de 8 (METRONOME) toets om het
aantal maten per maatslag scherm te
verlaten.
D-13
Gebruiken van ingebouwde tonen
6
Veranderen van de tempo instelling
Er zijn twee verschillende methoden die u kunt
aanwenden om de instelling van het tempo te
veranderen: door te drukken op de q (sneller) en w
(langzamer) toetsen of door een maat te tikken met een
toets.
■ Bijstellen van het tempo d.m.v. de q en w
toetsen
1.
Stel d.m.v. de bk (TEMPOw, q) toetsen
de instelling van het tempo bij.
Telkens bij indrukken van een toets wordt de maatslag
per minuut waarde verhoogd of verlaagd met één.
• Door één van beide toetsen ingedrukt te houden
verandert de waarde versneld.
• U kunt een tempowaarde specificeren in het bereik
lopend van 20 tot en met 255.
Tempowaarde
■ Bijstellen van het tempo door een maat te
tikken
Bijstellen van het metronoomvolume
U kunt de volgende procedure aanwenden om het
volumeniveau van de metronoom bij te stellen zonder
effect op het volume van de geluidsweergave van de
Digitale Piano.
1.
Houd de bs (FUNCTION) toets ingedrukt en
druk op de
Hierdoor verschijnt het metronoomvolumescherm.
2.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen het
metronoomvolume.
3.
Druk op de bs (FUNCTION) toets.
Hierdoor wordt het metronoomvolumescherm verlaten
en gaat de FUNCTION indicator uit.
OPMERKING
• U kunt de procedure onder “Volume van de
metronoom” (pagina D-41) aanwenden om het
metronoomvolume bij te stellen.
(METRONOME) toets.
8
Volume van de metronoom
1.
Houd de bs (FUNCTION) toets ingedrukt en
tik de q
(TEMPO) toets vier maal
bk
achtervolgens aan op de maat die u wilt
specificeren.
• De instelling voor het tempo verandert in
overeenstemming met de timing van het tikken.
• Nadat u deze methode gebruikt om het tempo bij
benadering te specificeren kunt u daarna de
procedure gebruiken onder “Bijstellen van het tempo
d.m.v. de q en w toetsen” om een instelling af te
regelen op een exactere waarde.
Vier maal tikken
Spelen van een duet
U kunt de duet modus gebruiken om het toetsenbord
van de Digitale Piano in het midden te splitsen zodat
twee personen een duet kunnen spelen. Hierdoor
wordt het bijvoorbeeld mogelijk om het toetsenbord
zodanig te configureren dat de leraar links kan spelen
en de student rechts kan volgen. Of een persoon kan
het linkerhand gedeelte op het linkergedeelte spelen
terwijl een ander persoon het rechterhand gedeelte
rechts speelt.
Rechter toetsenbordLinker toetsenbord
C3C4C5C6C3C4C5C
(Midden C)(Midden C)
Pedaalbewerking tijdens het spelen van een
duet
Rechter demppedaal
(Ondersteuning van
Linker toetsenbord
demppedaal
Linker en rechter demppedaal
half-ingedrukte
pedaalbewerkingen)
D-14
Gebruiken van ingebouwde tonen
Configureren van de Digitale Piano voor
duet spel
1.
Druk op de bl (MUSIC LIBRARY) toets zodat
de corresponderende onderste indicator gaat
branden.
Brandt
• Om te oefenen met melodieën op een geheugenkaart,
druk op de
indicator brandt in plaats van de
LIBRARY) toets.
2.
Houd de bs (FUNCTION) toets ingedrukt en
druk op de
Hierdoor verdwijnt het duet modus aan/uit scherm.
• De klaviertoetsen zijn gedeactiveerd terwijl dit
scherm getoond wordt.
(CARD/INTERNAL) toets zodat de
dl
(SPLIT) toets.
dk
(MUSIC
bl
Veranderen van de octaaf van het
toetsenbord van de duet modus
U kunt de volgende procedure aanwenden om de
octaaf van de linker en rechter toetsenborden van de
duet modus te veranderen.
1.
Houd de bs (FUNCTION) toets ingedrukt en
druk op de
Hierdoor wordt het duet modus aan/uit scherm
weergegeven dat in stap 2 onder “Configureren van de
Digitale Piano voor duet spel” (pagina D-15) getoond
wordt. Als de duet modus op dat moment
uitgeschakeld is, druk dan op de
in te schakelen.
2.
Kies bij de vier C klaviertoetsen op het linker
toetsenbord op die toets die u als midden C
wilt hebben.
• Hierdoor klinkt de noot toegewezen aan C4 en wordt
de octaaf van het linker toetsenbord veranderd.
Voorbeeld: Veranderen van de configuratie zodat de
(SPLIT) toets.
dk
(q) toets om deze
bt
meeste linkse C toets midden C is zoals
hieronder getoond.
3.
Druk op de bt (q) toets om de duet modus
in te schakelen.
Hierdoor gaat de dk (SPLIT) toets indicator knipperen.
4.
Druk op de bs (FUNCTION) toets.
Hierdoor wordt het duet modus aan/uit scherm
verlaten en wordt het toetsenbord van de Digitale
Piano geconfigureerd voor duet spel.
5.
Om de duet modus uit te schakelen, druk op
de
(SPLIT) toets zodat de SPLIT indicator
dk
uitgaat.
OPMERKING
• U kunt de procedure onder “Duetmodus” (pagina
D-41) ook gebruiken om de duet modus in of uit te
schakelen.
Meest linker C toets (Ingedrukte toets)
C4C5C6C7C3C4C5C6
1 octaaf hoger dan de
oorspronkelijke instelling
3.
U kunt dezelfde procedure aanwenden als in
Onveranderd
stap 2 om één van de C toetsen op het
rechter toetsenbord te selecteren om de
octaaf ook te verschuiven.
4.
Druk op de bs (FUNCTION) toets.
Hierdoor wordt het duet modus aan/uit scherm
verlaten en gaat de bs (FUNCTION) toets uit.
De linker en rechter toetsenborden zullen worden
geconfigureerd in overeenstemming met uw
instellingen.
OPMERKING
• Door uitschakelen van de duet modus zullen de
instellingen voor de octaafverschuiving gewist
worden en terugkeren naar de oorspronkelijke
default instellingen.
D-15
Gebruiken van automatische begeleiding
5SYNCHRO/ENDINGboBALLAD/PIANO RHYTHMS
6START/STOP
blRHYTHM
2–5
Begeleidingspatronen
7ACCOMP ON/OFF
Bij automatische begeleiding kunt u gewoonweg het
gewenste begeleidingsritme selecteren en zal de
begeleiding (drums, gitaar, enz.) automatisch spelen
terwijl u een akkoord speelt met uw linker hand. Het is
net alsof u uw persoonlijke band heeft die u begeleidt
waar u maar gaat.
De Digitale Piano heeft 180 ingebouwde automatische
begeleidingspatronen die verdeeld zijn in drie groepen.
U kunt de ingebouwde ritmes bewerken om uw eigen
originele ritmes (die “gebruikersritmes” worden
genoemd) te creëren die u kunt opslaan in een vierde
groep. Zie de “Ritmelijst” (pagina A-4) voor nadere
informatie.
bkTEMPO
bpUSER RHYTHMS
Spelen van een automatische
btw/NO, q/YES
brTONEdlENTER
–
ck
crInstrumentdelenbm–bpRitmegroepen
3.
Selecteer d.m.v. de bm tot de bp
csEXIT
(ritmegroepen) toetsen de gewenste groep.
Voorbeeld: Wanneer de LATIN/WORLD groep
geselecteerd is
Brandt
4.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen het
gewenste ritme.
Voorbeeld: Wanneer “005 Samba 2” geselecteerd is
begeleiding
1.
Druk op de bl (RHYTHM) toets zodat de
bovenste indicator brandt.
Hierdoor wordt automatische begeleiding geactiveerd.
• Telkens bij indrukken van de toets wordt heen en
weer geschakeld tussen de RHYTHM en MUSIC
LIBRARY indicators.
Brandt
2.
Zoek d.m.v. de “Ritmelijst” (pagina A-4) de
groep en het nummer op van het ritme dat u
wilt selecteren.
Ritmenaam
Ritmenummer
5.
Stel d.m.v. de bk (TEMPOw, q) toetsen
Maat
de instelling van het tempo bij.
• Dit is hetzelfde als de metronoomtempo bijstelling
(pagina D-14).
• Om terug te keren naar de standaard tempo
instelling, druk tegelijkertijd op de
q) toetsen.
(TEMPOw,
bk
Tempo
D-16
6.
Druk op de 7 (ACCOMP ON/OFF) toets
zodat de indicator gaat branden.
Hierdoor gaat ACCOMP aan zodat alle
begeleidingsonderdelen klinken.
• Door ACCOMP uit te schakelen zodat de ACCOMP
indicator uit is, zorgt ervoor dat enkel de
slagwerkdelen (percussie) klinken.
• Telkens bij indrukken van de
toets wordt ACCOMP in- en uitgeschakeld.
Brandt
7.
Druk op de 5 (SYNCHRO/ENDING) toets.
Hierdoor wordt de automatische begeleiding op
“gesynchroniseerde standby” ingesteld. Door tijdens
gesynchroniseerde standby een akkoord te spelen
wordt ervoor gezorgd dat de weergave van de
automatische begeleiding automatisch gaat spelen.
• Door de
automatische begeleiding op de gesynchroniseerde
standby staat, wordt intro standby ingeschakeld.
Door op de
de variatie standby ingeschakeld. Zie “Wijzigen van
automatische begeleidingspatronen” (pagina D-19)
voor details aangaande de intro- en variatiepatronen.
8.
Speel het gewenste akkoord op het
(INTRO) toets in te drukken terwijl de
2
(VARIATION) toets te drukken wordt
4
(ACOMP ON/OFF)
7
akkoordtoetsenbord (klaviertoetsen op het
linker toetsenbord).
De automatische begeleiding begint met spelen
wanneer u het akkoord speelt.
• Om het slagwerkgedeelte (percussie) te starten
zonder een akkoord te spelen, druk dan op de 6
(START/STOP) toets.
Voorbeeld: Om een C akkoord te spelen
Knippert
Gebruiken van automatische begeleiding
9.
Speel andere akkoorden met de linker hand
terwijl u de melodie met uw rechter hand
speelt.
• U kunt “CASIO Chord” (CASIO akkoord) gebruiken
of andere vereenvoudigde akkoord vingerzet modi
om akkoorden te spelen. Zie “Selecteren van een
akkoord vingerzet modus” in het volgende gedeelte
voor details.
• U kunt de 3 (NORMAL) en 4 (VARIATION)
toetsen gebruiken om begeleidingspatronen te
wijzigen. Zie “Wijzigen van automatische
begeleidingspatronen” (pagina D-19) voor details.
10.
Wanneer u klaar bent, druk dan nogmaals op
de
(START/STOP) toets om de
6
automatische begeleiding te stoppen.
• Door op de 5 (SYNCHRO/ENDING) toets te
drukken in plaats van op de 6 (START/STOP) toets
wordt een eindpatroon gespeeld voordat de
weergave van de automatische begeleiding gestopt
wordt. Zie “Wijzigen van automatische
begeleidingspatronen” (pagina D-19) voor details
aangaande de eindpatronen.
OPMERKING
• U kunt de volgende procedure aanwenden om het
volumeniveau van de automatische begeleiding bij
te stellen zonder invloed op het volume van de
geluidsweergave van de Digitale Piano. Zie
“Volume van de automatische begeleiding” (pagina
D-41) voor details.
• U kunt de grootte van het akkoord toetsenbord
veranderen door de splitsattribuut te gebruiken om
het splitspunt te verplaatsen (pagina D-10). De
klaviertoetsen links van het splitspunt vormen het
akkoord toetsenbord.
Akkoord toetsenbordMelodie toetsenbord
D-17
Gebruiken van automatische begeleiding
Selecteren van een akkoord vingerzet
modus
U kunt kiezen uit de volgende vijf akkoord vingerzet
modi.
Houd de 7 (ACCOMP ON/OFF) toets
ingedrukt todat het akkoordtype
selectiescherm in de display verschijnt.
Akkoord vingerzet modus
2.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen de
gewenste akkoord vingerzet modus.
3.
Druk op de 7 (ACCOMP ON/OFF) toets.
Dit verlaat het akkoord vingerzetscherm.
■ Fingered 1, 2, 3 (vingerzetting 1, 2, 3)
Met deze drie akkoord vingerzetmodi speelt u
akkoorden op het begeleidingstoetsenbord d.m.v. de
normale akkoord vingerzettingen. Sommige
akkoordvormen zijn afgekort en voor de vingerzetting
zijn slechts één of twee klaviertoetsen nodig.
Voor informatie aangaande de types akkoorden en hun
vingerzettingen, zie de “Vingerzetttinggids” (pagina
A-9).
Akkoord toetsenbord
■ CASIO CHORD
Bij “CASIO Chord” (CASIO akkoord) gebruikt u
vereenvoudigde vingerzettingen om de vier typen
akkoorden te spelen die hieronder worden beschreven.
Akkoord toetsenbord
AkkoordtypeVoorbeeld
Majeur akkoorden
Druk op een klaviertoets
waarvan de noot
correspondeert aan de
akkoordnaam.
• Druk voor een C majeur op
een willekeurige C toets op
het akkoord toetsenbord.
De octaaf van de noot doet
er niet toe.
Mineur akkoorden
Druk op de akkoord
klaviertoets die
correspondeert aan het
majeur akkoord en druk
tegelijkertijd op één van de
akkoord klaviertoetsen rechts
ervan.
Septiem akkoorden
Druk op de akkoord
klaviertoets die
correspondeert aan het
majeur akkoord en druk
tegelijkertijd op twee van de
akkoord klaviertoetsen rechts
ervan.
Mineur septiem akkoorden
Druk op de akkoord
klaviertoets die
correspondeert aan het majeur
akkoord en druk tegelijkertijd
op drie van de akkoord
klaviertoetsen rechts ervan.
C (C majeur)
Nootnaam
Cm (C mineur)
C7 (C septiem)
Cm7 (C mineur septiem)
b
#
E
DE F
C
C
b
#
E
DE F
C
C
b
#
E
DE F
C
C
b
#
E
DE F
C
C
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
C
B
B
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
Fingered 1 (vingerzetting 1): Speel de componentnoten van
het akkoord op het
toetsenbord.
Fingered 2 (vingerzetting 2): In tegenstelling tot Fingered 1,
is een 6de invoer niet mogelijk
bij deze modus.
Fingered 3 (vingerzetting 3): In tegensteling tot Fingered 1,
maakt dat de invoer van
gedeeltelijke akkoorden
mogelijk met de laagste noot
op het toetsenbord als de
basnoot.
D-18
Bij het indrukken van meer dan één akkoord
klaviertoets maakt het geen verschil of de andere
klaviertoetsen wit of zwart zijn.
■ FULL RANGE CHORD
(volledig bereik akkoord)
Tijdens deze akkoord vingerzet modus kunt u het
volledige bereik van het toetsenbord gebruiken om
akkoorden en de melodie te spelen.
Voor informatie aangaande de types akkoorden en hun
vingerzettingen, zie de “Vingerzetttinggids” (pagina A-9).
Melodie toetsenbord
Akkoord toetsenbord
Gebruiken van automatische begeleiding
Wijzigen van automatische
begeleidingspatronen
Er zijn zes verschillende automatische
begeleidingspatronen, zoals hieronder getoond. U kunt
overschakelen tussen patronen tijdens de
begeleidingsweergave en zelfs de patronen wijzigen.
Selecteer d.m.v. de
gewenste patroon.
tot en met 5 toetsen het
2
2345
Intropatroon *
*1 Druk aan het begin van een melodie.
De begeleidingsweergave gaat door met het
normale patroon nadat het intropatroon voltooid is.
Door te drukken op de
toets voordat u op deze toets drukt, wordt het
variatiepatroon voortgezet nadat het intropatroon
voltooid is.
*2 Om een invulpatroon in te voegen, druk terwijl een
normaal patroon aan het spelen is.
*3 Om een invul variatiepatroon in te voegen, druk
terwijl een variatiepatroon aan het spelen is.
*4 Druk aan het einde van een melodie.
Hierdoor wordt het eindpatroon weergegeven
waarna de weergave van de automatische
begeleiding stopt.
1
NormaalVariatieEindpatroon *
Normaal
invulpatroon *
Variatie
2
invulpatroon *
(VARIATION/FILL-IN)
4
3
4
Gebruiken van één-toets
voorkeuzes
Eén-toets voorkeuze geeft u toegang door indrukken
van slechts één toets tot de toon en tempo instellingen
die goed passen bij het op dat moment geselecteerde
ritmepatroon van de automatische begeleiding.
1.
Houd de bl (RHYTHM) toets gedurende
ongeveer twee seconden ingedrukt.
Hierdoor worden de instellingen van de toon en het
tempo en andere instellingen geconfigureerd voor
aanpassing aan het op dat moment geselecteerde
ritmepatroon. Op dat moment zal de weergave van de
automatische begeleiding naar automatische standby
gaan hetgeen betekent dat de automatische begeleiding
automatisch gaat starten wanneer u een akkoord
vingerzetting uitvoert.
2.
Speel een akkoord op het toetsenbord.
Hierdoor gaat de weergave van de automatische
begeleiding starten.
OPMERKING
• Eén-toets voorkeuzes worden niet ondersteund voor
gebruikersritmes (001 tot en met 010 van de USER
RHYTHMS groep).
Gebruiken van automatische
harmonisatie
Met automatische harmonisatie wordt harmonie
toegevoegd aan de melodienoten die u speelt met de
rechter hand. U kunt kiezen uit één van de
12 automatische harmonisatie instellingen.
1.
Druk op de br (TONE) toets zodat de
indicator gaat branden.
Brandt
2.
Houd de br (TONE) toets ingedrukt todat het
automatische harmonisatiescherm in de
display verschijnt.
TypenummerTypenaam
D-19
Gebruiken van automatische begeleiding
3.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen het
gewenste automatische harmonisatietype.
Type-
nummer
00Off
01Duet 1
02Duet 2
03Country
04
055th (kwint)
06
07
08
09
10
11Block (pakket)
12Big Band
TypenaamOmschrijving
Schakelt automatische
harmonisatie uit.
Voegt een hechte (met twee tot
en met vier graden gescheiden)
harmonie van één noot toe
onder de melodienoot.
Voegt een open (met meer dan
4 tot en met 6 graden
gescheiden) harmonie van 1
noot toe onder de melodienoot.
Voegt een harmonie in countrystijl toe.
Octave
(octaaf)
3-Way Open
(3-weg open)
3-Way Close
(3-weg
gesloten)
Strings
(snaarinstrumenten)
4-Way Open
(4-weg open)
4-Way Close
(4-weg
gesloten)
Voegt de noot toe van de
naastliggende lagere octaaf.
Voegt een noot in de vijfde
graad toe.
Voegt een open harmonie van
2 noten toe, voor een totaal van
drie noten.
Voegt een gesloten harmonie
van 2 noten toe, voor een totaal
van drie noten.
Voegt een harmonie toe die
optimaal is voor
snaarinstrumenten.
Voegt een open harmonie van
3 noten toe, voor een totaal van
vier noten.
Voegt een gesloten harmonie
van 3 noten toe, voor een totaal
van vier noten.
Voegt een pakket
akkoordnoten toe.
Voegt een harmonie toe in big
band stijl.
Creëren van uw eigen
originele ritmes
U kunt ritmebewerking uitvoeren om een ingebouwd
automatische begeleidingsritme te wijzigen en zo zelf
een origineel “gebruikersritme” te creëren. U kunt een
onderdeel (drum, bas, enz.) selecteren van een normaal
patroon, een intropatroon of een ander patroon (pagina
D-19) en het in- en uitschakelen, het volumeniveau
bijstellen en andere bewerkingen uitvoeren.
1.
Selecteer het nummer van het automatische
begeleidingsritme dat u wilt bewerken.
2.
Druk tegelijkertijd op de bo (BALLAD/PIANO
RHYTHMS) en
toetsen.
Hierdoor wordt het ritmebewerkingsscherm getoond.
3.
Selecteer d.m.v. de
begeleidingspatroontoetsen (
het patroon (normaal, intro, eind, enz.) dat u
wilt bewerken.
De toets die u indrukt gaat branden om aan te geven
dat het patroon bewerkt wordt.
• Telkens bij indrukken van 3 (NORMAL/FILL-IN)
wordt heen en weer geschakeld tussen NORMAL en
FILL-IN en bij elke maal indrukken van
(VARIATION/FILL-IN) wordt geschakeld tussen
VARIATION en FILL-IN. De van toepassing zijnde
toets knippert wanneer het invulpatroon geselecteerd
wordt.
Voorbeeld: Wanneer intro geselecteerd is
(USER RHYTHMS)
bp
tot en met 5)
2
4
4.
Druk op de br (TONE) toets.
Hierdoor wordt het automatische harmonisatiescherm
verlaten.
5.
Speel de melodie op het toetsenbord tijdens
de weergave van akkoorden.
Harmonie zal worden toegevoegd aan uw
melodienoten gebaseerd op de akkoorden die u speelt.
D-20
2345
4.
Selecteer d.m.v. de instrumentdeeltoetsen
(
tot en met cr) de onderdelen (drums, bas,
ck
enz.) die u wilt bewerken.
De naam van het onderdeel dat u selecteert, verschijnt
op het display. Ritmepatronen bestaan uit de acht
hieronder getoonde onderdelen.
• De toetsoplichting verandert niet wanneer u drukt op
de instrumentdeeltoetsen (ck tot en met cr). De
toetsbelichting geeft aan of er begeleidingsdata is die
correspondeert met elk onderdeel.
Voorbeeld: Wanneer bas geselecteerd is
Instrumentdeelnaam
5.
Bewerk het geselecteerde onderdeel naar
wens.
De onderstaande tabel geeft een beschrijving van de
parameters die u kunt bewerken.
• Selecteer d.m.v. de ct (u) en dk (i) toetsen een
parameter en de bt (w, q) toetsen om de instelling
ervan te veranderen. U kunt ook snelkoppeltoetsen
gebruiken (zie onderstaande tabel) om parameters te
selecteren.
• Door tegelijkertijd indrukken van de bt (w, q)
toetsen wordt de op dat moment geselecteerde
parameter teruggesteld naar de oorspronkelijke
default instelling.
• Door tijdens een montagebewerking op de 6
(START/STOP) toets te drukken wordt het
begeleidingspatroon weergegeven samen met de
montages die u tot op dat punt gemaakt had. Door op
(ACCOMP ON/OFF) toets te drukken wordt
de
7
enkel het instrumentdeel weergegeven dat u aan het
monteren bent.
De procedure wordt voortgezet op pagina D-22.
Gebruiken van automatische begeleiding
ParameterOmschrijvingInstelling
Vervangt de
Rhythm Select
(ritmeselectie):
Ritme
Tone Select
(toonselectie):
Toon
Prt:
Onderdeel
aan/uit
Vol:
Volumeniveau
Pan:
Panning
(positie)
Reverb:
Nagalm
Chorus:
Zweving
bewerkingsdata
van het onderdeel
(drum, bas, enz.)
met dat van het
gespecificeerde
ritmenummer.
Schakelt de
deeltoon
(instrument) over
naar dat van het
gespecificeerde
toonnummer.
Schakelt elk
onderdeel aan of
uit.
Regelt het
volumeniveau van
elk onderdeel.
Regelt of het
geluid van het
onderdeel
gehoord kan
worden van de
linker of rechter
kant.
Regelt het niveau
van het
nagalmeffect
(pagina D-12) dat
uitgeoefend wordt
op de deelnoten.
Regelt het niveau
van het
zwevingeffect
(pagina D-12) dat
uitgeoefend wordt
op de deelnoten.
001 tot en met
190:
Ritmenummer
*2 *3
*1
001 tot en met
250:
Toonnummers
*2 *4
OFF (uit):
Dempt het
onderdeel.
ON (aan):
Doet het
onderdeel
klinken.
000 tot en met
127
–64 tot 0 tot 63
*5
000 tot en met
127
000 tot en met
127
Snelkoppeltoets
bm
bn
bo
bp
*1 Door de deelbegeleidingsdata te vervangen worden alle
montages gewist die tot op dat punt gemaakt waren bij de
op dat moment geselecteerde begeleidingsdata.
*2 Achtereenvolgende nummers beginnen bij 001 hetgeen
het eerste ritme is van de eerste groep (POPS/JAZZ). Zie
de “Toonlijst” (pagina A-1) en “Ritmelijst” (pagina A-4)
voor informatie betreffende het nummeringsysteem.
*3 Wanneer het een intropatroon of eindpatroon betreft, als
een ritme wordt gespecificeerd voor één onderdeel (drum,
bas, enz.) dan zal hetzelfde ritme automatisch worden
gespecificeerd voor alle andere onderdelen van het
patroon.
*4 Enkel drumsetklanken (toonnummers 237 tot en met 250)
kunnen geselecteerd worden voor de drum en percussie
onderdelen. Drumsetklanken kunnen niet worden
geselecteerd voor de bas en de akkoord 1 tot en met
5 onderdelen.
*5 Een kleine waarde verschuift naar links, terwijl een
grotere waarde naar rechts verschuift. Een waarde van
nul specificeert het midden.
D-21
Gebruiken van automatische begeleiding
6.
Herhaal de stappen 3 tot en met 5 om alle
gewenste begeleidingspatronen en
onderdelen te bewerken.
7.
Nadat het bewerken voltooid is, stel dan het
tempo van het ritme naar wens bij.
• Het hier ingestelde tempo wordt het oorspronkelijke
default tempo van het ritme.
8.
Druk op de cs (EXIT) toets.
Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om te
vragen of u de montages wilt opslaan.
9.
Druk op de bt (YES) (ja) toets.
Hierdoor wordt een scherm getoond voor het
specificeren van het gebruikersnummer en de
ritmenaam.
• Als u de montagebewerking zonder opslaan wilt
verlaten, druk dan op de bt (NO) (nee) toets in plaats
van op de bt (YES) (ja) toets.
Ritmenaam
Bestemming gebruikerritmenummer
10.
Stel het gebruikersritmenummer vast waar u
het ritme en een ritmenaam wilt opslaan.
• Verplaats d.m.v. de ct (u) en dk (i) toetsen de
cursor naar het gebruikersritmenummer dat en de
ritmenaamletter die u wilt veranderen. Selecteer
d.m.v. de
of de gewenste letter.
• De ritmenaamletters die u kunt selecteren zijn
hieronder te zien. Druk beide
tegelijkertijd in om een spatie in te voeren.
11.
Druk op de dl (ENTER) toets.
Hierdoor worden de data opgeslagen.
• Als het ritmenummer waar u de data opslaat reeds
data bevat, verschijnt een boodschap (Replace?)
(vervangen?) op de display om te bevestigen of u de
bestaande data inderdaad wilt vervangen door de
nieuwe data. Druk op de bt (YES) (ja) toets om de
data te vervangen. Druk in plaats daarvan op de bt
(NO) (nee) toets om het opslaan te annuleren en terug
te keren naar het scherm in stap 9.
BELANGRIJK!
• Als gebruikersritmedata opgeslagen wordt bij een
gebruikersritmenummer dat reeds da ta heeft, dan
worden de bestaande data vervangen door de
nieuwe data.
(w, q) toetsen het gewenste nummer
bt
(w en q) toetsen
bt
D-22
OPMERKING
• Als de hoeveelheid begeleidingspatroon- of de
instrumentdeeldata te groot is om te worden
bewerkt, verschijnt een geheugen vol boodschap
(Memory Full) op de display. Mocht dit gebeuren,
selecteer dan een ander begeleidingspatroon- of
instrumentdeel voor het bewerken.
Loading...
+ 53 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.