CANON G5X User Manual [nl]

Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Gebruikershandleiding
● Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte
=
“Veiligheidsmaatregelen” ( gebruik neemt.
● Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct te gebruiken.
● Bewaar deze handleiding goed, zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
14), voordat u de camera in
● Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina’s te openen. : Volgende pagina : Vorige pagina
: Pagina voordat u op een koppeling klikte
● Als u naar het begin van een hoofdstuk wilt gaan, klikt u op
de hoofdstuktitel aan de rechterkant.
NEDERLANDS
© CANON INC. 2015 CEL-SW2PA280
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
1
Vóór gebruik
Informatie om te beginnen
Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Camera
Draagriem Riemadapter
* Verwijder het stickerlabel niet van een batterij.
De verpakking bevat ook gedrukt materiaal.
Een geheugenkaart is niet bijgesloten (
Batterij
NB-13L*
=
2).
Batterijlader
CB-2LH/CB-2LHE
Compatibele geheugenkaarten
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht de capaciteit, worden gebruikt.
SD-geheugenkaarten*
SDHC-geheugenkaarten*1*
SDXC-geheugenkaarten*1*
*1 Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten
is de werking in deze camera geverieerd.
*2 UHS-I-geheugenkaarten worden ook ondersteund.
1
2
2
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
2
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie
Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Onder copyrightwetgeving in uw land is het mogelijk verboden
uw opgenomen beelden of muziek en beelden met muziek waarop copyright rust op de geheugenkaart voor iets anders dan privégebruik te gebruiken. Zie af van het onbevoegd maken van opnamen dat een overtreding is van het auteursrecht, en denk eraan dat, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik, het fotograferen in strijd kan zijn met het auteursrecht of andere wettelijke rechten op bepaalde voorstellingen of tentoonstellingen, of in bepaalde commerciële omstandigheden.
Meer informatie over de garantie voor uw camera of de Canon
Klantenservice vindt u in de garantie-informatie in het pakket met het instructieboekje dat bij uw camera wordt geleverd.
Hoewel het scherm (de monitor) en zoeker onder
productieomstandigheden voor uitzonderlijk hoge precisie zijn vervaardigd en meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de ontwerpspecicaties, kunnen pixels in zeldzame gevallen gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn. Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen invloed op de opgenomen beelden.
De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt
In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de
bijbehorende cameraknoppen en controleknoppen, waarop de pictogrammen zijn afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen
worden met de volgende pictogrammen aangeduid: Getallen tussen haakjes geven de nummers aan van de overeenkomstige bedieningselementen in “Onderdeelnamen” (
[ ] Ring (13) aan de voorkant [ ] Knop voorkant (3) aan de voorkant [ ] Knop omhoog (11) aan de achterkant [ ] Knop links (12) aan de achterkant [ ] Knop rechts (17) aan de achterkant [ ] Knop omlaag (19) aan de achterkant [ ] Controleknop (18) aan de achterkant
Opnamestanden en pictogrammen en tekst op het scherm worden
tussen haakjes weergegeven.
: Wat u beslist moet weten
: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
: Geeft handelingen op het aanraakscherm aan
= xx: Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx”
voor een paginanummer)
De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op
de standaardinstellingen is ingesteld.
Voor het gemak verwijst “de geheugenkaart” naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
De symbolen “
functie wordt gebruikt voor foto’s of lms.
Foto’s” en “ Films” onder titels geven aan of de
=
4).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
3
)
) ) )
)
)
8
(
(
(
(9)
(8)(7)(6)(5)
(
13
Onderdeelnamen
(2)(1)
(10)
(14)
(11)
=
(5)
(12)
(15) (17) (18)
(9) Flitsschoentje
(10) Dioptrie-instelknop
(11) Programmakeuzewiel
(12) Luidspreker
(13) Ring
(14) Microfoon
(N-teken)*
(15)
(16) Aansluiting statief
(17) Klepje van geheugenkaart/
batterijhouder
(18) Klepje gelijkstroomkoppeling
134).
=
165).
(16)
(1) Scherm (monitor)* (2) Zoeker (3) ON/OFF-knop (4) Aansluiting afstandsbediening (5) DIGITAL-aansluiting (6) HDMI
1
(7) Knop [
(8) Serienummer (bodynummer) (9) Filmknop (10) Knop [ (11) Knop [
TM
-aansluiting
apparaatverbinding)]
(Transport mode)] /
[
(Wi-Fi)] / Omhoog
[
2
(Mobiele
] / [ (1 beeld wissen)]
(One Shot/Servo)] /
)
4
)
3
)
2
)
1
(
)
(1) Lens
(2) Lampje
(3) Knop voorkant
(4) Zoomknop
Opnemen: [
Afspelen: [
(5) Riembevestigingspunt
(6) Belichtingscompensatieknop
(7) Ontspanknop
(8) Flitser
(telelens)] /
(groothoek)]
[
(vergroten)] /
(index)]
[
*1 Gebruikt bij NFC-functies ( *2 Tikken op het scherm worden mogelijk minder goed gedetecteerd wanneer
u gebruik maakt van een schermbescherming. Verhoog in dit geval de gevoeligheid van het aanraakscherm (
(3)
(9)
(10) (11) (12)
(13) (14)
(4) (5)
(6) (7)
(
)
(12) Knop [
(13) Indicator (14) [ (15) Knop [
(16) Knop [
(17) Knop [ (18) Controleknop (19) Knop [
(20) Knop [
(Macro)] /
(Handm. scherpstellen)] /
[
Links
(Afspeelknop)]
(knop AF frame)] /
(Story Highlights)]
[
(menu Snelle inst./
Instellen)]
(Flitser)] / Rechts
Omlaag
(Informatie)] /
]
z Door aan de controlering te draaien kunt
u de meeste bewerkingen uitvoeren die met de knoppen [ ][ ][ ][ ] kunnen worden gedaan, zoals het selecteren van items en het schakelen tussen beelden.
(
15
(
16
(
17
(
18
(
19
(
20
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4
Inhoudsopgave
Vóór gebruik
Informatie om te beginnen ............................................... 2
Inhoud van de verpakking ........................................................ 2
Compatibele geheugenkaarten ................................................ 2
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie ........................... 3
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt ............... 3
Onderdeelnamen...................................................................... 4
Algemene bediening camera.................................................. 12
Veiligheidsmaatregelen .......................................................... 14
Basishandleiding
Basishandelingen ........................................................... 17
Bediening via het aanraakscherm .......................................... 17
Tikken ........................................................................................17
Slepen .......................................................................................17
Voordat u begint ..................................................................... 18
De riem bevestigen ....................................................................18
De camera vasthouden .............................................................18
De batterij opladen ....................................................................18
De batterij en uw geheugenkaart plaatsen ................................ 19
De batterij en geheugenkaart verwijderen ............................. 20
Het scherm gebruiken ...............................................................20
De hoek en de stand van het scherm aanpassen ................. 20
De datum en tijd instellen .......................................................... 20
De datum en tijd wijzigen ......................................................21
Weergavetaal ............................................................................22
De camera testen ................................................................... 23
Opnamen maken (Smart Auto) ..................................................23
Bekijken .....................................................................................24
Beelden wissen .....................................................................25
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera ................................. 26
Aan/Uit.................................................................................... 26
Spaarstandfuncties (Automatisch uit) ........................................ 27
Spaarstand in de opnamemodus ..........................................27
Spaarstand in de afspeelmodus ............................................ 27
Ontspanknop .......................................................................... 27
De zoeker gebruiken .............................................................. 28
Opnamestanden ..................................................................... 29
Opties opnameweergave ....................................................... 29
Het menu Snelle instellingen gebruiken ................................. 30
Bediening via het aanraakscherm gebruiken om
instellingen te congureren ........................................................ 30
Het menuscherm gebruiken ................................................... 31
Bediening via het aanraakscherm ............................................. 32
Toetsenbord op het scherm .................................................... 33
Indicatorweergave .................................................................. 34
Klok ........................................................................................ 34
Auto-modus/Modus Hybride automatisch .................... 35
Opnamen maken met door de camera bepaalde
instellingen ............................................................................. 35
Opnamen maken (Smart Auto) ..................................................35
Opnamen maken in de modus Hybride automatisch .................37
Digest-lm afspelen ...............................................................38
Foto’s/lms ............................................................................38
Foto’s .....................................................................................38
Films ......................................................................................39
Compositiepictogrammen .......................................................... 39
Scènes voor continue opname .............................................. 40
Pictogrammen voor beeldstabilisatie ......................................... 41
Kaders op het scherm ...............................................................41
Algemene, handige functies ................................................... 42
Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom) ..................42
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
5
Opnemen met vooraf ingestelde brandpuntsafstanden
(Trapsgewijs zoomen) ...............................................................42
De zelfontspanner gebruiken ..................................................... 43
Camerabeweging vermijden met de zelfontspanner ............. 43
De zelfontspanner aanpassen ............................................... 43
Opnamen maken door het scherm aan te raken
(Touch Shutter) ..........................................................................44
Continue opname ......................................................................45
Beelden weergeven tijdens het afspelen ............................... 45
Gezichts-ID gebruiken ............................................................ 46
Persoonlijke gegevens ..............................................................46
Gezichts-ID-gegevens registreren ............................................. 46
Opnamen maken .......................................................................48
Geregistreerde gegevens controleren en bewerken .................48
Gezichtsgegevens overschrijven en toevoegen .................... 49
Geregistreerde gegevens wissen .......................................... 50
Functies voor de beeldaanpassing......................................... 51
De verhouding wijzigen .............................................................51
Beeldkwaliteit wijzigen ...............................................................51
Groenige beeldgebieden door kwiklampen corrigeren .............. 52
Beeldkwaliteit van lms wijzigen ................................................ 52
Voor NTSC-video ..................................................................52
Voor PAL-video ......................................................................53
Handige opnamefuncties........................................................ 53
De digitale horizon met twee assen gebruiken .......................... 53
Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten ................... 54
Controleren op gesloten ogen ................................................... 54
Automatisch corrigeren uitschakelen ......................................... 55
Instellingen van de IS-modus wijzigen ......................................55
Beeldstabilisatie uitschakelen ...............................................55
Filmen met onderwerpen op hetzelfde formaat als waarop
ze voor het lmen werden weergegeven ................................... 55
De camerabewerkingen aanpassen ....................................... 56
Voorkomen dat het AF-hulplicht afgaat ......................................56
Voorkomen dat de lamp voor rode-ogenreductie aangaat ........56
De weergavestijl van het beeld na opnamen wijzigen ............... 56
De weergaveduur van het beeld na opnamen wijzigen ......... 56
Het weergegeven scherm na de opname wijzigen ................ 57
Andere opnamestanden ................................................. 58
Automatisch effecten toepassen (Creatieve opname) ........... 58
Genieten van diverse beelden van elke opname ......................58
Effecten kiezen ..........................................................................59
Films opnemen met diverse effecten .........................................59
Creatieve opname-lm afspelen ............................................ 60
Specieke scènes .................................................................. 60
Speciale effecten toepassen .................................................. 61
Met optimale instellingen een foto van uzelf maken
(Zelfportret) ................................................................................62
Opnamen met hoog contrast maken (High Dynamic Range) .... 63
Artistieke effecten toevoegen ................................................63
Opnamen maken met verbleekte kleuren (Nostalgisch) ............63
Opnamen maken met het effect van een visooglens
(Fisheye-effect) ..........................................................................64
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel (Miniatuureffect) .........64
Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd
(voor clips van een minuut) ...................................................65
Opnamen maken met een speelgoedcamera-effect
(Speels effect) ...........................................................................65
Onderwerpen eruit laten springen (Achtergrondvervaging) .......66
Opnamen met een soft-focuseffect ...........................................66
Opnamen maken in monochroom ............................................. 67
Speciale standen voor andere doeleinden ............................. 67
Sterren fotograferen (Ster) ........................................................67
Opnamen maken van mensen met een sterrenhemel
als achtergrond (Sterrenportret) ............................................ 67
Opnamen maken van nachtscènes onder de
sterrenhemel (Sterrenhemel) ................................................69
Sterrenbanen opnemen (Sterrenbanen) ...............................69
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
6
Films maken van sterrenbeweging
(Time-lapselm sterren) .........................................................70
Kleuren aanpassen ...............................................................72
De scherpstelling aanpassen ................................................73
Verschillende lms opnemen.................................................. 74
Films opnemen in de modus [ ] ..............................................74
Helderheid vergrendelen of wijzigen voordat u een
opname maakt .......................................................................74
Automatische langzame sluiter uitschakelen .......................74
Hevige camerabewegingen corrigeren ...................................... 75
Geluidsinstellingen ....................................................................75
Het windlter uitschakelen ..................................................... 75
De demper gebruiken ............................................................ 75
Korte clips opnemen ..................................................................76
Afspeeleffecten ......................................................................76
iFrame-lms opnemen ...............................................................76
P-modus ........................................................................... 77
Opnamen maken met programma AE ([P]-modus) ................ 77
Helderheid van het beeld (Belichting) .................................... 78
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie) ..........................................................78
Belichting en helderheid van beeld vergrendelen
(AE-vergrendeling) ....................................................................78
De meetmethode wijzigen ......................................................... 78
Het spotmetingpuntkader aan het AF-kader koppelen ..........79
De ISO-waarde wijzigen ............................................................ 79
Aanpassen van automatische instellingen voor ISO ............. 79
Het niveau van ruisreductie wijzigen (Hoog ISO nr.) .................80
Auto Exposure-bracketing (AEB-opname) ................................80
Dynamic Range-correctie (DR-correctie) ..............................80
Schaduwcorrectie ..................................................................81
Aanpassen van automatische instellingen voor ND lter ..........81
Beeldkleuren .......................................................................... 82
Natuurlijke kleuren vastleggen (Witbalans) ............................... 82
Aangepaste witbalans ...........................................................82
De witbalans handmatig corrigeren ....................................... 82
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors) ..................... 83
Custom Kleur .........................................................................84
Opnamebereik en scherpstellen............................................. 84
Close-ups maken (Macro) .........................................................84
Opnamen maken in de modus Handmatig scherpstellen .......... 85
Het scherpstelgebied eenvoudig bepalen (MF-peaking) ....... 85
Focusbracketing (modus BKT-Focus) ...................................86
Digitale telelens .........................................................................86
De AF-methode selecteren ........................................................87
Één punt AF ...........................................................................87
Positie en afmeting van AF-kaders wijzigen
(Één punt AF) ........................................................................87
+Tracking ............................................................................88
Opnamen maken met Servo AF ................................................88
De focusinstelling veranderen ................................................... 89
Een persoon selecteren op wie u wilt scherpstellen
(Gezichtsselectie) ......................................................................89
Onderwerpen kiezen om op scherp te stellen (Touch AF) .........90
Opnamen maken met AF lock ...................................................91
Flitser...................................................................................... 91
Flitsermodus wijzigen ................................................................91
Automatisch ...........................................................................91
Aan ........................................................................................91
Slow sync ..............................................................................92
Uit ..........................................................................................92
De itsbelichtingscompensatie aanpassen ................................92
Opnamen maken met FE-lock ................................................... 93
De itstiming wijzigen ................................................................93
Overige instellingen ................................................................ 94
Beeldkwaliteit wijzigen ...............................................................94
Vastleggen in de RAW-indeling .............................................94
Via het menu .........................................................................95
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
7
Instellingen van de IS-modus wijzigen ......................................95
Tv-, Av-, M- en C-modus ................................................. 96
Specieke sluitertijden (Modus [Tv]) ...................................... 96
Specieke diafragmawaarden (Modus [Av]) ........................... 97
Specieke sluitertijden en diafragmawaarden (Modus [M]).... 97
Opnamen met lange sluitertijd maken (Bulb) ......................... 98
De itsoutput aanpassen ........................................................ 99
Films opnemen met specieke sluitertijden en
diafragmawaarden.................................................................. 99
Bediening en display wijzigen .............................................. 100
Weergegeven informatie wijzigen ............................................100
De weergegeven informatie aanpassen .............................. 101
Functies toewijzen aan bedieningselementen ......................... 101
Het menu Snelle instellingen aanpassen ............................. 102
Items selecteren om een plaats te geven in het menu ............ 102
Menu-items verplaatsen ......................................................103
Opname-instellingen opslaan ............................................... 103
Instellingen die kunnen worden opgeslagen .......................103
Veelgebruikte menu-items voor opname opslaan
(My Menu) ...............................................................................104
Afspeelmodus ............................................................... 105
Bekijken ................................................................................ 105
Bediening via het aanraakscherm ....................................... 106
Van weergavemodus wisselen ................................................107
Overbelichtingswaarschuwing
(voor highlights van beelden) ..............................................107
Histogram ............................................................................107
RGB-histogram, GPS-informatieweergave .........................107
Korte lms bekijken die zijn opgenomen in de Creatieve
opname-modus (Creatieve opname-lms) .............................. 108
Korte lms bekijken die zijn gemaakt bij het nemen
van foto’s (digest-lms) ............................................................108
Op datum weergeven ..........................................................109
Personen controleren die met Gezichts-ID zijn
gedetecteerd ............................................................................109
Door beelden bladeren en beelden lteren .......................... 109
Bladeren door beelden in een index ........................................ 109
Bediening via het aanraakscherm ....................................... 110
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven voorwaarden .... 11 0
De knop aan de voorkant gebruiken om van beeld
te verspringen .......................................................................... 111
Bediening via het aanraakscherm ....................................... 112
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven....................... 11 2
Gezichts-ID-gegevens bewerken ..........................................113
Namen wijzigen ....................................................................... 113
Namen wissen ......................................................................... 113
Opties voor het weergeven van foto’s ...................................114
Beelden vergroten ................................................................... 114
Bediening via het aanraakscherm ....................................... 114
Diavoorstellingen bekijken ....................................................... 11 4
Beelden beveiligen ................................................................11 5
Via het menu ........................................................................... 11 5
Afzonderlijke beelden selecteren ............................................. 11 6
Een reeks selecteren ............................................................... 11 6
Alle beelden in één keer beveiligen ......................................... 11 7
Alle beveiligingen in één keer opheffen ............................... 117
Beelden wissen .....................................................................117
Meerdere beelden tegelijk wissen ........................................... 118
Een selectiemethode selecteren ......................................... 118
Afzonderlijke beelden selecteren ........................................ 11 8
Een reeks selecteren ........................................................... 11 8
Alle beelden in één keer opgeven ....................................... 119
Beelden roteren .....................................................................119
Via het menu ........................................................................... 119
Automatisch draaien uitschakelen ........................................... 120
Beelden markeren als favoriet.............................................. 120
Via het menu ...........................................................................120
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
8
Handige bediening: Touch-acties ......................................... 121
Functies voor Touch-acties gebruiken .....................................121
Functies voor Touch-acties wijzigen ........................................121
Toewijsbare functies ............................................................122
Foto’s bewerken ................................................................... 122
Het formaat van beelden wijzigen ...........................................122
Via het menu ...........................................................................123
Trimmen...................................................................................123
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors) ................... 124
De helderheid van het beeld corrigeren (i-Contrast) ...............125
Rode ogen corrigeren ..............................................................126
Films bewerken .................................................................... 127
Bestandsgroottes verkleinen ................................................... 128
Beeldkwaliteit van gecomprimeerde lms ...........................128
Filmhoofdstukken wissen ........................................................128
Albums bekijken (Story Highlights)....................................... 129
Thema’s voor albums kiezen ...............................................129
Achtergrondmuziek toevoegen aan albums ............................ 130
Uw eigen albums maken .........................................................131
Korte clips combineren ......................................................... 132
Wi-Fi-functies ................................................................ 133
Beschikbare Wi-Fi-functies................................................... 133
Beelden naar een smartphone verzenden ........................... 134
Beelden verzenden naar een smartphone die
NFC ondersteunt .....................................................................134
Verbinding maken via NFC wanneer de camera uit
staat of in de opnamemodus staat ......................................134
Verbinding maken via NFC wanneer de camera in de
afspeelmodus staat .............................................................136
Verzenden naar een smartphone die is toegewezen aan
de knop ....................................................................................136
Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu .................... 137
Een ander toegangspunt gebruiken ........................................139
Eerdere toegangspunten .........................................................140
Beelden opslaan op een computer....................................... 140
Voorbereidingen voor het registreren van een computer ........140
De computeromgeving controleren .....................................140
De software installeren ........................................................140
De computer congureren voor een Wi-Fi-verbinding
(alleen Windows) .................................................................141
Beelden opslaan op een aangesloten computer ..................... 142
Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen ................142
WPS-compatibele toegangspunten gebruiken .................... 142
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst ...............145
Eerdere toegangspunten ..................................................... 145
Beelden verzenden naar een geregistreerde webservice .... 146
Webservices registreren ..........................................................146
CANON iMAGE GATEWAY registreren ............................... 146
Andere webservices registreren .......................................... 148
Beelden uploaden naar webservices .......................................148
Beelden draadloos afdrukken met een verbonden printer ... 149
Beelden naar een andere camera verzenden ...................... 150
Opties voor het verzenden van beelden............................... 151
Meerdere beelden verzenden .................................................. 151
Afzonderlijke beelden selecteren ........................................151
Een reeks selecteren ...........................................................151
Favoriete foto’s verzenden ..................................................152
Opmerkingen over het verzenden van beelden .......................152
Het aantal opnamepixels kiezen (beeldgrootte) ...................... 153
Opmerkingen toevoegen .........................................................153
Beelden automatisch verzenden (Beeldsynchronisatie) ...... 153
Voordat u begint ......................................................................153
De camera voorbereiden ..................................................... 153
De computer voorbereiden .................................................. 154
Beelden verzenden ..................................................................154
Beelden die via Beeldsynchronisatie zijn verzonden
weergeven op een smartphone ........................................... 155
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
9
Een smartphone gebruiken om camerabeelden
te bekijken en de camera te bedienen ................................. 155
Beelden op de camera geotaggen ..........................................155
Op afstand opnamen maken ................................................... 156
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen ................................. 157
Verbindingsinformatie bewerken .............................................157
De bijnaam van een apparaat wijzigen ...............................157
Verbindingsinformatie wissen ..............................................157
De bijnaam van de camera wijzigen .................................... 158
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen ....................... 158
Menu Instellingen .......................................................... 159
Basisfuncties van de camera aanpassen ............................. 159
Beelden opslaan op datum ...................................................... 159
Bestandsnummering ................................................................159
Geheugenkaarten formatteren ................................................160
Low Level Format ................................................................160
Het videosysteem wijzigen ...................................................... 161
De digitale horizon kalibreren .................................................. 161
De digitale horizon herstellen .............................................. 161
De kleur van de informatie op het scherm wijzigen ................. 161
Eco-modus gebruiken ..............................................................162
De spaarstand aanpassen ....................................................... 162
Schermhelderheid ...................................................................162
Wereldklok ...............................................................................163
Datum en tijd ...........................................................................163
Timing voor het intrekken van de lens .....................................163
Weergavetaal ..........................................................................163
Camerageluiden dempen ........................................................164
Het volume aanpassen ............................................................164
Geluiden aanpassen ................................................................164
Opstartscherm .........................................................................164
Hints en tips verbergen ............................................................164
Het aanraakscherm aanpassen ............................................... 165
Metrische/Niet-metrische weergave ........................................ 165
Certicatielogo’s controleren ...................................................165
Auteursrechtinformatie instellen die in beelden moet
worden vastgelegd ..................................................................165
Alle copyrightinformatie verwijderen .................................... 166
Andere instellingen aanpassen ...............................................166
Standaardinstellingen van de camera herstellen .....................166
Accessoires ................................................................... 167
Systeemoverzicht ................................................................. 168
Optionele accessoires .......................................................... 169
Voedingen ................................................................................169
Flitseenheden ..........................................................................169
Overige accessoires ................................................................170
Printers ....................................................................................170
Foto- en lmopslag ..................................................................170
Optionele accessoires gebruiken ......................................... 170
Afspelen op een tv ...................................................................170
De camera voeden via het lichtnet .......................................... 171
De batterij plaatsen en opladen............................................ 172
De batterij opladen via een computer .................................. 173
Een afstandsbediening gebruiken
(afzonderlijk verkrijgbaar) ........................................................ 174
Een externe itser gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) .........174
Speedlite EX-serie ...............................................................174
De Speedlite-beugel SB-E2 (afzonderlijk verkrijgbaar)
gebruiken .............................................................................175
Beschikbare camera-instellingen bij gebruik van
een externe itser (afzonderlijk verkrijgbaar) ......................175
De software gebruiken ......................................................... 176
Verbinding maken met een computer via een kabel ................176
De computeromgeving controleren .....................................176
De software installeren ........................................................177
Beelden opslaan op een computer .......................................... 177
Beelden afdrukken ............................................................... 178
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
10
Eenvoudig afdrukken ...............................................................178
Afdrukinstellingen congureren ............................................... 179
Beelden bijsnijden vóór het afdrukken ................................180
Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het
afdrukken .............................................................................180
Beschikbare indelingsopties ................................................ 181
Id-foto’s afdrukken ...............................................................181
Filmscènes afdrukken ..............................................................181
Afdrukopties voor lms ........................................................181
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF) ........................... 182
Afdrukinstellingen congureren ........................................... 182
Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden ..................... 182
Afdrukinstellingen voor een reeks beelden .........................183
Afdrukinstellingen voor alle beelden .................................... 183
Alle beelden in de printlijst wissen ....................................... 183
Beelden afdrukken die zijn toegevoegd aan de printlijst
(DPOF) ................................................................................183
Beelden toevoegen aan een fotoboek ..................................... 184
Een selectiemethode selecteren .........................................184
Afzonderlijke beelden toevoegen ........................................184
Alle beelden toevoegen aan een fotoboek .......................... 184
Alle beelden verwijderen uit een fotoboek ........................... 184
Bijlage ............................................................................ 185
Problemen oplossen............................................................. 185
Berichten op het scherm ...................................................... 189
Informatie op het scherm...................................................... 191
Opname (informatieweergave) ................................................ 191
Batterijniveau .......................................................................191
Afspelen (uitgebreide informatieweergave) ............................. 192
Overzicht van lmbedieningspaneel .................................... 193
Functies en menutabellen .................................................... 193
Beschikbare functies per opnamemodus ................................193
Menu Snelle inst. .....................................................................196
Opnametabblad .......................................................................199
Tabblad [ 1] ...................................................................... 199
Tabblad [ 2] ...................................................................... 201
Tabblad [ 3] ...................................................................... 202
Tabblad [ 4] ...................................................................... 203
Tabblad [ 5] ...................................................................... 204
Tabblad [ 6] ...................................................................... 206
Tabblad [ 7] ...................................................................... 206
Tabblad [ 8] ...................................................................... 207
Tabblad Instellen ......................................................................207
Tabblad My Menu ....................................................................208
Tabblad Afspelen .....................................................................208
Tabblad Print ............................................................................209
Voorzorgsmaatregelen ......................................................... 209
Specicaties ......................................................................... 210
Camera ....................................................................................210
Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd .................................. 2 11
Opnamebereik ......................................................................... 211
Aantal opnamen per geheugenkaart ....................................... 212
Opnametijd per geheugenkaart ............................................... 212
Batterij NB-13L ........................................................................213
Batterijlader CB-2LH/CB-2LHE ...............................................213
Compacte voedingsadapter CA-DC30/CA-DC30E .................213
Index..................................................................................... 214
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN)..................... 216
Voorzorgsmaatregelen voor storing van radiogolven ..............216
Veiligheidsmaatregelen ...........................................................216
Handelsmerken en licenties ................................................217
Vrijwaring .............................................................................217
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
11
Algemene bediening camera
Opnamen maken
Door de camera bepaalde instellingen gebruiken (Auto-modus,
modus Hybride automatisch)
=
35, =
-
Verschillende effecten bekijken die zijn toegepast op elke opname
met behulp van door de camera bepaalde instellingen (modus Creatieve opname)
=
-
Met optimale instellingen een foto van uzelf maken (Zelfportret)
=
-
Goede opnamen van mensen maken
Specieke scènes afstemmen
37
58
62
Nachtscènes
(=
60)
Portretten
(=
60)
Sterrenhemel
(=
67)
Vuurwerk
(=
61)
Speciale effecten toepassen
Levendige kleuren
(=
61)
Fisheye-effect
(=
64)
Achtergrond vervagen
(=
66)
Poster-effect
(=
61)
Miniatuureffect
(=
64)
Soft focus
(=
66)
Scherpstellen op gezichten
=
35, =
60, =
88, =
-
89
Zonder gebruik van de itser (Flitser Uit)
=
35
-
Een foto maken met uzelf erbij (zelfontspanner)
=
43
-
Filmclips en foto’s combineren (Filmsynopsis)
=
37
-
“Ouder gemaakte” foto’s
(=
63)
Speels effect
(=
65)
Monochroom
(=
67)
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
12
Weergeven
Beelden bekijken (afspeelmodus)
=
105
-
Automatisch afspelen (Diavoorstelling)
=
114
-
Op een tv
=
170
-
Op een computer
=
176
-
Snel door beelden bladeren
=
109
-
Beelden wissen
=
117
-
Meteen een album maken
=
129
-
Films opnemen/bekijken
Films opnemen
=
35, =
74, =
-
99
Films bekijken (afspeelmodus)
=
105
-
Afdrukken
Foto’s afdrukken
=
178
-
Opslaan
Beelden opslaan op een computer
=
177
-
Wi-Fi-functies gebruiken
Beelden naar een smartphone verzenden
=
134
-
Beelden online delen
=
146
-
Beelden naar een computer verzenden
=
153
-
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
13
Veiligheidsmaatregelen
Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het
product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
De veiligheidsmaatregelen die hier worden vermeld, zijn bedoeld om
letsel bij uzelf en bij andere personen of schade aan eigendommen te voorkomen.
Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte
accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Gebruik de itser niet dicht bij de ogen van mensen.
Blootstelling aan het sterke licht van de itser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste een meter afstand wanneer u de itser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Een draagriem rond de nek van een kind wikkelen kan leiden tot verstikking. Als uw product een netsnoer gebruikt, bestaat er verstikkingsgevaar wanneer het snoer per ongeluk om de nek van een kind gewikkeld wordt. Het klepje van de itsschoen kan gevaarlijk zijn als dit wordt ingeslikt. Neem in dat geval onmiddellijk contact op met uw huisarts.
Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor
stroomvoorziening.
Demonteer, wijzig of verwarm het product niet.
Verwijder het stickerlabel van de batterij niet, als de batterij een
stickerlabel heeft.
Laat het product niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van het product niet aan
als het kapot is, bijvoorbeeld wanneer het is gevallen.
Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het product als dit rook of een
vreemde geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine
of thinner om het product schoon te maken.
Voorkom contact met vloeistoffen en laat geen vloeistoffen of vreemde
objecten in de camera binnendringen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Als het product nat wordt of als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, verwijdert u meteen de batterij/batterijen of haalt u onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.
Als uw model een zoeker of verwisselbare lens heeft, kijk dan niet
door de zoeker of lens naar een felle lichtbron (zoals de zon op een heldere dag of een felle kunstmatige lichtbron).
Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten.
Als uw model een verwisselbare lens heeft, laat de lens (of de camera
waarop de lens is bevestigd) dan niet zonder lenskap in de zon liggen.
Dit kan brand veroorzaken.
Raak het product niet aan tijdens onweer als de stekker in het
stopcontact zit.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Stop onmiddellijk met het gebruik van het product en kom niet in de buurt van het product.
Gebruik alleen de aanbevolen batterij/batterijen.
Plaats de batterij/batterijen niet in de buurt van of in open vuur.
Dit kan ervoor zorgen dat de batterij/batterijen exploderen of lekken, wat kan leiden tot een elektrische schok, brand of letsel. Als ogen, mond, huid of kleding met lekkende batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met water.
Als het product een batterijlader gebruikt, dient u de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht te nemen.
- Verwijder het netsnoer regelmatig en veeg het stof en vuil dat zich
heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen weg met een droge doek.
- Steek of trek de stekker niet in of uit het stopcontact met natte
handen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
14
- Gebruik de apparatuur niet op een manier waarbij de nominale
capaciteit van het stopcontact of de kabelaccessoires wordt overschreden. Gebruik de apparatuur niet als de stekker beschadigd is of als deze niet volledig in het stopcontact is gestoken.
- Zorg ervoor dat stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels)
niet in contact komen met de contactpunten of stekker.
- Snijd, beschadig of wijzig het netsnoer niet als uw product een
netsnoer gebruikt. Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Zet de camera uit op plaatsen waar het gebruik van een camera niet
is toegestaan.
De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat u het product gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
Laat de camera niet langdurig in contact komen met de huid.
Zelfs als de camera niet warm aanvoelt kan dit leiden tot eerstegraads verbrandingen, die te herkennen zijn aan een rode huid of blaren. Gebruik een statief op warme plekken of als u een slechte bloedsomloop of ongevoelige huid hebt.
Hiermee wordt gewezen op het risico
Voorzichtig
van letsel.
Zorg dat het product niet tegen voorwerpen stoot, wordt blootgesteld
aan schokken en stoten of achter voorwerpen blijft haken wanneer u het aan de polsriem draagt.
Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
Zorg dat het scherm niet aan schokken wordt blootgesteld.
Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken.
Zorg dat u de itser niet per ongeluk met uw vingers of een
kledingstuk bedekt wanneer u een foto maakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de itser tot gevolg hebben.
Gebruik, plaats of bewaar het product niet op de volgende plaatsen:
- plaatsen die aan direct zonlicht blootstaan;
- plaatsen die aan temperaturen boven 40 °C blootstaan;
- vochtige of stofge plaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of kan/kunnen de batterij/ batterijen ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel. Oververhitting en schade kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel.
Door langdurig naar overgangen voor diavoorstelling te kijken,
kunt u zich onprettig gaan voelen.
Wanneer u optionele lenzen, lenslters of lteradapters (indien van
toepassing) gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat deze accessoires goed vastzitten.
Als het lensaccessoire losraakt en valt, kan het barsten waarna de glassplinters snijwonden kunnen veroorzaken.
Let er bij producten die automatisch de itser in- en opklappen op dat
uw vinger niet bekneld raakt door de itser als deze wordt ingeklapt.
Dit kan letsel veroorzaken.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aan eigendommen.
Richt de camera niet op sterke lichtbronnen, zoals de zon op een
heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron.
Als u dit wel doet, kan dit leiden tot schade aan de beeldsensor of andere interne onderdelen.
Als u de camera gebruikt op een zandstrand of op een winderige
plek, dient u erop te letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
Druk de itser niet omlaag en forceer deze niet open bij producten
die automatisch de itser in- en opklappen.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
15
Veeg eventueel stof, vuil of ander materiaal dat niet op de itser
thuishoort weg met een wattenstaafje of doek.
De warmte die de itser produceert, kan ervoor zorgen dat stoffen die niet op de itser thuishoren rook afgeven. Ook kan de werking van het product verstoord raken.
Verwijder de batterij/batterijen en berg deze op wanneer u het product
niet gebruikt.
Als de batterij lekt kan het product beschadigd worden.
Breng, voordat u de batterij/batterijen weggooit, tape of ander
isolatiemateriaal aan over de polen van de batterij/batterijen.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
Haal een batterijlader die u voor het product gebruikt, uit het
stopcontact wanneer deze niet gebruikt wordt. Bedek de lader niet met een doek of andere voorwerpen wanneer deze gebruikt wordt.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Laat batterijen voor het product niet in de buurt van huisdieren liggen.
Als huisdieren op de batterij kauwen kan dit leiden tot lekkage, oververhitting of een explosie, met schade aan het product of brand als gevolg.
Als uw product meerdere batterijen gebruikt, dient u geen combinatie
van batterijen te gebruiken met verschillende spanningsniveaus. Gebruik verder geen oude en nieuwe batterijen samen. Let er bij het plaatsen van de batterijen op dat u de + en – polen niet verwisselt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Let erop dat harde voorwerpen niet in contact komen met het scherm
als u de camera in uw tas stopt. Doe ook het scherm dicht (zodat het naar de camerabody is gericht), als uw product een scherm heeft dat ingeklapt kan worden.
Bevestig geen harde voorwerpen aan het product.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
16
Basishandleiding
Basishandelingen
Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot opnamen maken en afspelen
Bediening via het aanraakscherm
Via het aanraakscherm van de camera is intuïtieve bediening mogelijk door het scherm aan te raken of door erop te tikken.
Tikken
Tik kort op het scherm met uw vinger.
z Deze techniek wordt gebruikt voor het
maken van een opname, het instellen van camerfuncties en dergelijke.
Slepen
Raak het scherm aan en sleep met uw vinger.
z Gebruik deze techniek in de
afspeelmodus, bijvoorbeeld om naar het volgende beeld te gaan of om het vergrote beeldgebied te wijzigen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
17
CB-2LHE
(5)
Voordat u begint
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
De riem bevestigen
Bevestig de riemadapter.
1
(2)
(1)
(4)
(3)
(2)
(1)
De camera vasthouden
z Bevestig de meegeleverde riemadapter
aan de camera (zie afbeelding).
z Bevestig de adapter op dezelfde wijze
aan de andere kant van de camera.
Bevestig de riem.
2
z Bevestig de meegeleverde riem aan
de camera (zie afbeelding).
z Bevestig de riem op dezelfde wijze
aan de andere kant van de camera.
z Doe de riem om uw nek. z Houd bij het maken van opnamen uw
armen tegen uw lichaam gedrukt en houd de camera stevig vast om te voorkomen dat deze beweegt. Laat uw vingers niet op de uitgeklapte itser rusten.
De batterij opladen
Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de batterij eerst oplaadt.
Plaats de batterij.
(1)
(2)
(2)
(1)
CB-2LH
(1)
(2)
1
z Zorg eerst dat de -markering op
de batterij overeenkomt met die op de oplader en plaats dan de batterij door deze naar binnen (1) en naar beneden (2) te drukken.
Laad de batterij op.
2
z CB-2LH: kantel de stekker naar
buiten (1) en steek de oplader in een stopcontact (2).
z CB-2LHE: sluit het netsnoer aan op de
oplader en steek het andere uiteinde in een stopcontact.
z Het oplaadlampje gaat oranje branden
en het opladen begint.
z Wanneer het opladen is voltooid,
wordt het lampje groen.
Verwijder de batterij.
3
z Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij door deze naar binnen (1) en omhoog (2) te drukken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
18
Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op,
om de batterij te beschermen en in goede staat te houden.
Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag
u de lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
Zie “Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd” (=
meer informatie over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig opgeladen batterij.
Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze
niet worden gebruikt. Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak daarvoor.
Als visueel geheugensteuntje kunt u het batterijklepje zo plaatsen
zichtbaar is bij een opgeladen batterij en niet zichtbaar is
dat bij een niet-opgeladen batterij.
De lader kan worden gebruikt in gebieden met een
wisselspanning van 100–240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
211) voor
De batterij en uw geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar). Voordat u een nieuwe geheugenkaart gaat gebruiken of een geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd, moet de geheugenkaart met deze camera worden geformatteerd (=
1
(1)
(2)
160).
Open het klepje.
z Verschuif de schakelaar (1) en open het
klepje (2).
(1)
(3)
(2)
(2)
(1)
(2)
(1)
Plaats de batterij.
2
z Houd de batterij vast met de
aansluitpunten in de getoonde positie (1). Duw de batterijvergrendeling richting (2) en plaats de batterij richting (3) totdat de vergrendeling vastklikt.
z Als u de batterij verkeerd om plaatst,
kan deze niet in de juiste positie worden vergrendeld. Controleer altijd of de batterij in de juiste richting is geplaatst en wordt vergrendeld.
Controleer het schuifje voor
3
schrijfbeveiliging van de kaart en plaats de geheugenkaart.
z Bij geheugenkaarten met een schuifje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen opnamen maken als het schuifje is ingesteld op vergrendeld. Verschuif het schuifje naar (1).
z Plaats de geheugenkaart met het
label (2) in de getoonde richting totdat deze vastklikt.
z Controleer altijd of de geheugenkaart
in de juiste richting geplaatst wordt. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen.
Sluit het klepje.
4
z Sluit het klepje (1) en duw het lichtjes
aan terwijl u de schakelaar verschuift, totdat het klepje vastklikt (2).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
19
Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart” (=
richtlijnen over hoeveel foto’s of uren aan opnamen op één geheugenkaart passen.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Verwijder de batterij.
z Open het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting van de pijl.
z De batterij wipt nu omhoog.
Verwijder de geheugenkaart.
z Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart langzaam los.
z De geheugenkaart wipt nu omhoog.
Het scherm gebruiken
z Klap het scherm open (1) en draai
(2)
(1)
(3)
Het scherm kan niet verder worden geopend dan circa 175° in
richting (1). Zorg dat u het scherm niet verder dan dat opent, anders beschadigt u de camera.
het 180° in de richting van de lens (2).
z Sluit het in scherm in deze stand (3).
212) voor
De hoek en de stand van het scherm aanpassen
z U kunt de hoek en stand van
het scherm indien nodig aan de opnameomstandigheden aanpassen.
z Houd het scherm ter bescherming altijd
gesloten en naar binnen gericht wanneer u de camera niet gebruikt.
Wanneer de camera is ingeschakeld, opent u het scherm om het
in te schakelen. Hierdoor wordt de zoeker uitgeschakeld. Als u het scherm wilt uitschakelen, klapt u dit in (naar binnen gericht), zodat de zoeker wordt ingeschakeld.
Wanneer u zelf ook op een foto wilt staan, kunt u uzelf in
spiegelbeeld bekijken door het scherm in de richting van de voorkant van de camera te draaien. Om de omgekeerde weergave te annuleren, drukt u op de knop [ u [Omg. weergave] op het tabblad [
] en drukt u vervolgens op de knoppen [ ][ ] om [Uit]
[
te selecteren.
1], drukt u op de knop
], selecteert
De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer u de camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt opgeslagen in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en wordt gebruikt bij het beheer van uw foto’s of wanneer u foto’s afdrukt met de datum erop.
Schakel de camera in.
1
z Druk op de ON/OFF-knop. z Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
20
Stel de datum en tijd in.
2
z Druk op de knoppen [ ][ ] om een item
te selecteren.
z Druk op de knoppen [
aan de knop [ ] om de datum en tijd op te geven.
z Als u klaar bent, drukt u op de knop [
Geef uw thuistijdzone op.
3
z Druk op de knoppen [ ][ ] om de
tijdzone thuis te selecteren.
Voltooi de instellingsprocedure.
4
z Als u klaar bent, drukt u op de knop [ ].
Nadat een bevestigingsbericht is weergegeven, wordt het instellingenscherm niet meer weergegeven.
z Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera
inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld. Geef de juiste informatie op.
Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur),
kiest u [ knoppen [
] bij stap 2. Kies vervolgens [ ] door op de
][ ] te drukken of aan de knop [ ] te draaien.
][ ] of draai
U kunt de datum en tijd ook instellen door op het gewenste item
op het scherm in stap 2 te tikken en vervolgens op [ tikken, gevolgd door [ tijdzone thuis instellen door op [ te tikken, gevolgd door [
].
]. Op dezelfde manier kunt u uw
][ ] op het scherm bij stap 3
].
][ ] te
De datum en tijd wijzigen
Wijzig de datum en tijd als volgt.
Open het menuscherm.
1
z Druk op de knop [ ].
Kies [Datum/Tijd].
2
z Druk op de knoppen [ ][ ] of draai de
regelaar [ ] om het tabblad [ 2] te selecteren.
z Druk op de knoppen [
aan de knop [ ] om [Datum/Tijd] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ].
Wijzig de datum en tijd.
3
z Volg stap 2 bij “Datum en tijd instellen”
(=
20) om de instellingen aan te
passen.
z Druk op de knop [
menuscherm te sluiten.
][ ] of draai
] om het
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
21
Dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij)
kunnen de datum- en tijdinstellingen ongeveer 3 weken behouden blijven nadat de batterij is verwijderd.
De datum/tijd-batterij wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat
u een opgeladen batterij hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar,
Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm
[Datum/Tijd] als u de camera inschakelt. Stel de juiste datum en tijd in zoals beschreven bij “De datum en tijd instellen” (
=
169), zelfs als de camera is uitgeschakeld.
Weergavetaal
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
Open de afspeelmodus.
1
z Druk op de knop [ ].
Open het instellingenscherm.
2
z Houd de knop [ ] ingedrukt en druk
direct op de knop [ ].
Stel de taal van het LCD-scherm in.
3
z Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of
draai aan de knop [ ] om een taal te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ].
z Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm niet langer weergegeven.
=
20).
De huidige tijd wordt weergegeven als u bij stap 2, nadat u op
de knop [
[
verwijderen en herhaal stap 2.
U kunt de weergavetaal ook wijzigen door op de knop [
te drukken en [Taal
U kunt de taal van het LCD-scherm ook instellen door in stap 3
op een taal op het scherm te tikken en vervolgens nogmaals hierop te tikken.
] hebt gedrukt, te lang wacht voordat u op de knop
] drukt. Druk in dat geval op [ ] om de tijdweergave
] te selecteren op het tabblad [ 3].
Vóór gebruik
Basishandleiding
]
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
22
De camera testen
Foto’s
Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of lmopnamen te maken en deze daarna te bekijken.
Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specieke composities.
Schakel de camera in.
1
z Druk op de ON/OFF-knop. z Het opstartscherm wordt weergegeven.
Open de modus [ ].
2
z Stel het programmakeuzewiel in
op [ ].
z Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt, maakt deze een licht klikkend geluid.
z De pictogrammen die de modus voor
composities en de beeldstabilisatiemodus aanduiden worden linksboven in het scherm weergegeven.
z Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld.
Films
Kies de compositie.
3
z Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar [ ] (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar [ ] (groothoek).
Maak de opname.
4
Foto’s maken
1) Stel scherp.
z Druk de ontspanknop half in. Nadat is
scherpgesteld, hoort u tweemaal een pieptoon en worden kaders weergegeven om aan te geven op welke beeldgebieden is scherpgesteld.
z Wanneer [Flitser Opklappen] wordt
getoond, klapt u de itser met uw vingers uit. De itser itst wanneer u een opname maakt. Als u liever geen itser gebruikt, drukt u de itser met uw vinger omlaag.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
23
(1)
2) Maak de opname.
z Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
z Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er weinig licht is, gaat de itser, als u deze hebt uitgeklapt, automatisch af.
z Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
z Nadat de opname is weergegeven,
schakelt de camera weer over naar het opnamescherm.
Films opnemen
1) Start de opname.
z Druk op de lmknop. Zodra de camera
met opnemen begint, hoort u één pieptoon en verschijnen [ REC] en de verstreken tijd op het scherm (1).
z Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm en het onderwerp wordt iets vergroot. De zwarte balken geven beeldgebieden aan die niet worden vastgelegd.
z Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld.
z Zodra de opname is begonnen,
haalt u uw vinger van de lmknop.
2) Beëindig de opname.
z Druk nogmaals op de lmknop om
de lmopname te stoppen. De camera piept tweemaal als de opname stopt.
Bekijken
Na het maken van foto’s of het opnemen van lms kunt u deze, zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
Open de afspeelmodus.
1
z Druk op de knop [ ]. z Uw laatste opname wordt weergegeven.
Selecteer de beelden.
2
z Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt
u op de knop [ ] of draait u de knop [ ] tegen de klok in. Om het volgende beeld te bekijken, drukt u op de knop [ draait u de knop [ ] met de klok mee.
z Houd de knoppen [
snel door beelden te bladeren.
z Om dit scherm (modus Beeld scrollen)
te openen, draait u snel aan de knop [ Draai in deze modus aan de knop [ ] om door uw beelden te bladeren.
z Druk op de knop [
naar de enkelvoudige weergave.
z Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
]. Ga naar stap 3 als u lms wilt
afspelen.
][ ] ingedrukt om
] om terug te keren
] of
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
].
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
24
Films afspelen.
3
z Druk op de knop [ ], druk op de knoppen
[ ][ ] om [ ] te selecteren en druk vervolgens nogmaals op de knop [ ].
z Het afspelen begint en na de lm
verschijnt [
].
z Om het volume aan te passen,
drukt u tijdens de weergave op de knoppen [
Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan,
drukt u de ontspanknop half in.
U kunt de afspeelmodus ook starten door op [ ] te tikken.
Als u het volume wilt aanpassen, sleept u snel tijdens het afspelen omhoog of omlaag over het scherm.
][ ].
Beelden wissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld.
Selecteer het beeld dat u wilt wissen.
1
z Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Wis het beeld.
2
z Druk op de knop [ ]. z Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen [ knop [ ] om [Wissen] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ].
z Het huidige beeld wordt nu gewist. z Om het wissen te annuleren, drukt
u op de knoppen [ de knop [ ] om [Annuleer] te kiezen. Druk vervolgens op de knop [ ].
U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen
=
118).
(
][ ] of draait u aan de
][ ] of draait u aan
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
U kunt het huidige beeld ook wissen door in stap 2 op [Wissen]
op het scherm te tikken.
U kunt beelden ook wissen door Touch-acties te gebruiken (
=
121).
Bijlage
Index
25
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te genieten, inclusief opties voor opnemen en afspelen
Aan/Uit
Opnamemodus
z Druk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om op te nemen.
z Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om
de camera uit te schakelen.
Afspeelmodus
z Druk op de knop [ ] om de camera
in te schakelen en uw foto’s te bekijken.
z Om de camera uit te schakelen drukt
u opnieuw op de knop [
Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan,
drukt u op de knop [
Als de camera in de afspeelmodus is, wordt ongeveer na één
minuut de lens ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl de lens is ingetrokken door op de knop [
].
].
] te drukken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
26
Spaarstandfuncties (Automatisch uit)
Om de batterij te sparen worden het scherm (Display uit) en de camera automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode.
Spaarstand in de opnamemodus
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in te drukken (=
Spaarstand in de afspeelmodus
De camera wordt na ongeveer 5 minuten inactiviteit automatisch uitgeschakeld.
27).
U kunt desgewenst Automatisch Uit uitschakelen en de timing
van Display uit aanpassen (
De spaarstand is niet actief wanneer de camera via Wi-Fi
op andere apparaten is aangesloten ( aangesloten op een computer (
=
162).
=
177).
=
133) of als deze is
Ontspanknop
Om de scherpte van uw foto’s te waarborgen, houdt u de ontspanknop altijd eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop helemaal in om de foto te maken. In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven als de knop half of helemaal indrukken.
Druk half in. (Licht indrukken
1
om scherp te stellen.)
z Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden kaders weergegeven rond de beeldgebieden waarop is scherpgesteld.
Druk helemaal in. (Druk, vanaf
2
de positie halverwege, helemaal in om de opname te maken.)
z De camera maakt de opname en er klinkt
een sluitergeluid.
z Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk
van de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige opnamecomposities kan het langer duren en de beelden worden vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt) voordat het geluid van de sluiter stopt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
27
De zoeker gebruiken
Foto’s
Opnamen maken is gemakkelijker met een elektronische zoeker die u helpt bij het scherpstellen van voorwerpen.
Schakel desgewenst tussen
1
het gebruik van het scherm en de zoeker.
z Als u de zoeker in de buurt van uw oog
beweegt, wordt het beeldscherm van de zoeker geactiveerd en het scherm van de camera uitgeschakeld.
z Als u de zoeker weg van uw oog
beweegt, wordt het beeldscherm uitgeschakeld en het scherm van de camera geactiveerd.
Stel de dioptrie in.
2
z Draai de regelaar om de beelden van
de zoeker scherp in beeld te brengen.
Het beeldscherm van de zoeker en het scherm van de camera
kunnen niet tegelijk worden geactiveerd.
Het aanraakscherm van de camera kan niet worden bediend
als het beeldscherm van de zoeker wordt gebruikt.
Films
Hoewel de zoeker onder productieomstandigheden voor
uitzonderlijk hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de ontwerpspecicaties, kunnen pixels in zeldzame gevallen gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn. Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen invloed op de opgenomen beelden.
Bepaalde aspect ratio-instellingen (
balken aan de boven- en onderkant of de linker- en rechterkant van het scherm. Deze gebieden worden niet opgenomen.
Het scherm wordt niet geactiveerd wanneer u uw oog weg van
de zoeker beweegt als u MENU ( [Weergave-inst.] ► [Displayinstelling] ► [Handmatig] en vervolgens [Handm. weerg.] ► [Zoeker] hebt geselecteerd.
Beweging wordt vloeiender weergegeven (zowel in de zoeker
als op het scherm) in de modus [
] of [ ] als u MENU (=
[
[Displaymodus] ► [Weergavevoork.] ► [Vloeiend] selecteert. Als u nu [VF-weergave] instelt op [Snel], worden bewegingen in de zoeker nog vloeiender, maar kunnen bewegingen op het scherm schokkeriger worden.
De weergave wordt omgeschakeld naar het scherm van
de camera tijdens Wi-Fi-communicatie ( schermtoetsenbord wordt weergegeven (
U kunt de helderheid van het beeldscherm (
zoeker en het scherm van de camera afzonderlijk congureren.
U kunt het opnamescherm verkleinen door MENU (
tabblad [ selecteren.
1] ► [Formaat VF-weerg.] ► [Weergave 2] te
=
51) veroorzaken zwarte
=
31) ► tabblad [ 1] ►
], [ ], [ ],
31) ► tabblad [ 1] ►
=
133) of als het
=
33).
=
162) voor de
=
31) ►
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
28
(1)
(
2
)
)
5
)
Opnamestanden
Gebruik het programmakeuzewiel om de gewenste opnamemodus te openen.
(
3
(
4
)
(1) P-, Tv-, Av-, M- en C-modus
Verschillende soorten opnamen maken met behulp van uw voorkeursinstellingen
=
77, =
=
74, =
96).
99).
(
(2) Filmmodus
Voor het maken van lms ( Als u op de lmknop drukt, kunt u ook een lm maken zonder het programmakeuzewiel in te stellen op de lmmodus.
(3) Auto-modus/modus Hybride
(4) Modus Creatieve opname
(5) Modus voor speciale composities
(
automatisch Volledig automatische opnamen met door de camera bepaalde instellingen
=
23, =
35, =
=
=
60).
37).
58).
(
Zie hoe automatisch allerlei effecten worden toegepast op elke foto (
Opnamen maken met instellingen die zijn ontwikkeld voor specieke scènes of verschillende effecten toevoegen (
Opties opnameweergave
Druk op de knop [ ] om de rasterlijnen en de digitale horizon weer te geven of te verbergen. Als u de weergave op het scherm gedetailleerder wilt congureren, gaat u naar tabblad [ 1] ► [Opname-infoscherm] (=
Wanneer de camera is ingeschakeld, opent u het scherm om het
in te schakelen. Hierdoor wordt de zoeker uitgeschakeld. Als u het scherm wilt uitschakelen, klapt u dit in (naar binnen gericht), zodat de zoeker wordt ingeschakeld (
Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt,
wordt met de nachtschermfunctie de helderheid van het scherm automatisch verhoogd. Zo kunt u de compositie van uw opnamen gemakkelijker controleren. Mogelijk komen de beeldhelderheid op het scherm en de helderheid van uw foto’s niet overeen. Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige bewegingen van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
Zie “Van weergavemodus wisselen” (
=
20).
100).
=
107) voor weergaveopties.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
29
(1) (2)
Het menu Snelle instellingen gebruiken
Congureer veelgebruikte functies als volgt via het menu (Snelle inst.). Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (=
Open het Menu .
1
z Druk op de knop [ ].
Selecteer een menu-item.
2
z Druk op de knoppen [ ][ ] om een
menu-item te selecteren (1).
z De beschikbare opties (2) worden
onder aan het scherm weergegeven.
196).
Bevestig uw keuze en sluit het
4
scherm af.
z Druk op de knop [ ]. z Het scherm voordat u in stap 1 op
de knop [ weergegeven en toont de optie die u hebt gecongureerd.
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat
ongedaan maken door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (
U kunt het scherm ook verlaten door [
de menu-items en vervolgens op de knop [
=
166).
] drukte, wordt opnieuw
] te selecteren in
] te drukken.
Bediening via het aanraakscherm gebruiken
om instellingen te congureren
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/ Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Selecteer een optie.
3
z Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] of [ ] om een optie te selecteren.
z Items met het pictogram [
worden gecongureerd door op de knop [ ] te drukken.
z Items met het pictogram [
worden gecongureerd door op de knop [ ] te drukken.
z Items met het pictogram [
worden gecongureerd door op de knop [ ] te drukken.
] kunnen
] kunnen
] kunnen
z Tik op [ ] rechtsboven in het scherm
om het menu Snelle inst. te openen.
z Tik op een menu-item en vervolgens op
een optie om de instelling uit te voeren.
z Ga terug naar het vorige scherm door
op het menu-item [ nogmaals op de geselecteerde optie te tikken.
z U kunt het scherm voor items die worden
aangeduid met het pictogram [ openen door op [ ] te tikken.
z U kunt het scherm voor items die worden
aangeduid met het pictogram [ openen door op [ ] te tikken.
z U kunt het scherm voor items die worden
aangeduid met het pictogram [ openen door op [ ] te tikken.
] te tikken, of door
]
]
]
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
30
Loading...
+ 187 hidden pages