CANON G12 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
• Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door, met name het gedeelte 'Veiligheidsmaatregelen'.
• Bewaar de handleiding goed, zodat u deze later nog kunt raadplegen.
NEDERLANDS

De inhoud van de verpakking controleren

Camera Batterij NB-7L
Interfacekabel
IFC-400PCU
Introductiehandleiding Cd DIGITAL CAMERA
(met kapje)
Stereo AV-kabel
AVC-DC400ST
Solution Disk
Batterijlader
CB-2LZ/CB-2LZE
garantiesysteemboekje
De handleidingen gebruiken
Raadpleeg ook de handleidingen op de cd DIGITAL CAMERA Manuals Disk.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Zodra u de basishandelingen onder de knie hebt, kunt u de vele functies van de camera gebruiken om foto's met geavanceerdere instellingen te maken.
Handleiding voor persoonlijk afdrukken
Lees deze handleiding wanneer u de camera wilt aansluiten op een (apart verkrijgbare) printer om foto's af te drukken.
Softwarehandleiding
Lees deze wanneer u de meegeleverde software wilt gebruiken.
Een geheugenkaart is niet bijgesloten.
U hebt Adobe Reader nodig om de PDF handleidingen te openen. U kunt de Word-handleidingen raadplegen met Microsoft Word/Word Viewer (alleen noodzakelijk voor handleidingen voor het Midden-Oosten).
2
Draagriem
NS-DC9
Canon

Lees dit eerst

Proefopnamen en disclaimer
Maak enkele proefopnamen en speel deze af om te controleren of de beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Schending van het auteursrecht
De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik. Neem geen beelden op die inbreuk doen op het auteursrecht zonder voorafgaande toestemming van de houder van het auteursrecht. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen met behulp van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het auteursrecht of andere wettelijke bepalingen, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik.
Garantiebeperkingen
Voor meer informatie over de garantie voor uw camera kunt u het Canon garantiesysteemboekje raadplegen dat bij uw camera wordt geleverd. Raadpleeg het Canon garantiesysteemboekje voor contactinformatie van Canon Klantenservice.
LCD-monitor (scherm)
Voor het vervaardigen van de LCD-monitor zijn speciale hoge-
precisietechnieken gebruikt. Meer dan 99,99% van de pixels werkt naar behoren, maar soms verschijnen er niet-werkende pixels in de vorm van heldere of donkere stippen. Dit duidt niet op een defect en heeft geen invloed op het beeld dat wordt vastgelegd.
Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze
te beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag voordat u de camera gaat gebruiken.
Temperatuur van de camerabehuizing
Wees voorzichtig als u de camera lange tijd continu gebruikt. De camerabehuizing kan dan warm worden. Dit is niet het gevolg van een storing.
3

Wat wilt u doen?

Opnamen maken
Opnamen maken en de instellingen aan de camera overlaten....26
Mooie opnamen maken van mensen
4
IwP
Portretten
(p. 64)
Diverse andere opnamen maken
J
Landschap
(p. 64)
O
(p. 66)
Opnamen maken met speciale effecten
Extra levendige kleuren
Fisheye-effect
(p. 75)
Scherpstellen op gezichten............................26, 64, 70, 72, 94, 99
Opnamen maken op plaatsen waar de flitser niet kan
worden gebruikt (de flitser uitschakelen)......................................58
Foto’s maken met de zelfontspanner...............................58, 71, 72
De datum en tijd aan de opnamen toevoegen .............................62
V
Kinderen en dieren
Flora
(p. 66)
(p. 65)
Sport
(p. 65)
t
Vuurwerk
(p. 66)
Poster-effect
(p. 67)
Miniatuureffect
Op het strand
(p. 65)
(p. 76)
In de sneeuw
(p. 66)
S
Aquarium
(p. 65)
Weinig licht
(p. 63)
Verbleekte kleuren
(p. 75)
4
Wat wilt u doen?
E
3
Weergeven
De foto's bekijken.........................................................................29
Foto's automatisch afspelen (diavoorstelling) ............................131
Foto's bekijken op een tv ...................................................135, 136
Foto's bekijken op een computer .................................................34
Snel foto's zoeken..............................................................128, 129
Foto's wissen .......................................................................30, 142
Films maken en bekijken
Films opnemen.....................................................................30, 119
Films bekijken ......................................................................32, 119
Afdrukken
Snel en gemakkelijk foto's afdrukken.........................................154
Opslaan
Beelden opslaan op een computer ..............................................34
Overige
Geluid uitzetten ............................................................................51
De camera gebruiken in het buitenland ...............................15, 166
Instellingen wijzigen met het instelwiel.......................................173
Begrijpen wat op het scherm wordt weergegeven .....................198
1
2
5

Inhoudsopgave

In hoofdstuk 1 tot en met 3 worden het basisgebruik en de veelgebruikte functies van deze camera beschreven. Vanaf hoofdstuk 4 worden de geavanceerde functies beschreven, waarbij u in elk volgend hoofdstuk meer leert.
De inhoud van de verpakking
controleren .......................................... 2
Lees dit eerst....................................... 3
Wat wilt u doen?.................................. 4
Veiligheidsvoorschriften .................... 9
Conventies die in deze handleiding
worden gebruikt................................. 12
1 Aan de slag ........................ 13
De batterij opladen ............................ 14
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen ............................................. 16
Compatibele geheugenkaarten
(afzonderlijk verkrijgbaar) ..................17
De batterij en geheugenkaart
plaatsen............................................. 18
De stand van het scherm
aanpassen......................................... 20
De datum en tijd instellen ..................21
De taal van het scherm instellen ....... 23
Geheugenkaarten formatteren .......... 24
De sluiterknop indrukken ................... 25
Foto's maken (Smart Auto)................ 26
Beelden bekijken ............................... 29
Beelden wissen ................................. 30
Films opnemen.................................. 30
Films bekijken.................................... 32
Beelden downloaden naar een
computer om te bekijken ................... 34
Accessoires ....................................... 38
Afzonderlijk verkrijgbare
accessoires ....................................... 39
2 Meer informatie ................. 43
Overzicht van de onderdelen ............ 44
Schermweergave .............................. 46
Lampjes............................................. 48
Menu FUNC. – Basishandelingen .....48
MENU – Basishandelingen ............... 50
De geluidsinstellingen wijzigen.......... 51
De helderheid van het
scherm wijzigen................................. 52
..
De standaardinstellingen van
de camera herstellen ......................... 53
Low Level Format geheugenkaart ..... 54
De functie spaarstand
(Automatisch Uit)............................... 55
Klokfuncties ....................................... 56
3 Veelgebruikte functies
voor opnamen ...................57
De flitser uitzetten.............................. 58
De zelfontspanner gebruiken ............ 58
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom).................................. 60
Datum en tijd aan de opname
toevoegen.......................................... 62
Opnamen maken bij weinig licht
(Weinig licht)...................................... 63
Opnamen maken in diverse
omstandigheden................................ 64
Opnamen maken in de modus 8
(modus Quick Shot)........................... 68
Een glimlach detecteren
en opnemen ...................................... 70
De knipoogdetectie gebruiken ........... 71
De gezicht-zelfontspanner
gebruiken........................................... 72
Opnamen maken met veel contrast
(High Dynamic Range) ......................73
Opnamen maken met verbleekte
kleuren (Nostalgisch)......................... 75
Opnamen maken met het effect van
een visooglens (Fisheye-effect) ........ 75
Opnamen maken die lijken op een
miniatuurmodel (Miniatuureffect) ....... 76
6
Inhoudsopgave
4 Zelf instellingen
selecteren ..........................77
Opnamen maken in Programma
automatische belichting..................... 78
De helderheid aanpassen
(Belichtingscompensatie) .................. 78
De flitser inschakelen ........................ 79
Close-ups maken (Macro) ................. 79
De aspectratio wijzigen ..................... 80
De resolutie wijzigen
(Beeldgrootte).................................... 80
De compressieverhouding
wijzigen (Image Quality) ....................81
RAW-beelden opnemen ....................82
De ISO-waarde wijzigen.................... 84
De witbalans aanpassen ................... 86
Continu-opnamen maken ..................88
De kleurtoon van een foto
wijzigen (My Colors) .......................... 89
Opnamen maken met behulp
van de zoeker.................................... 91
De compositie van de opname wijzigen
met de focusvergrendeling ................92
Opnamen maken via een tv .............. 92
5 Haal meer uit uw
camera................................93
De modus AF Frame wijzigen ...........94
Positie en grootte van het
AF-kader wijzigen.............................. 95
Opnamen maken met Servo AF ........ 96
Het onderwerp selecteren waarop
u wilt scherpstellen (AF Tracking) ..... 97
Het autofocuskader vergroten ...........98
Opnamen maken met
AF-vergrendeling............................... 99
De persoon selecteren op wie u wilt
scherpstellen (Gezichtsselectie)........ 99
Opnamen maken in de modus
Handmatig scherpstellen................. 100
Focusbracketing
(modus BKT-Focus) ........................ 101
De meetmethode wijzigen ............... 102
Opnamen maken met de
AE-vergrendeling............................. 103
Opnamen maken met de
FE-vergrendeling............................. 104
Auto Exposure-bracketing
(modus AEB) ................................... 104
Opnamen maken met
Slow sync ........................................ 105
Werken met het ND-filter................. 106
De sluitertijd instellen ...................... 106
De diafragmawaarde instellen......... 107
De diafragmawaarde en
sluitertijd instellen ............................ 108
De helderheid corrigeren en
opnamen maken (i-Contrast)........... 109
De digitale horizon gebruiken .......... 110
Rode-ogencorrectie......................... 111
De flitsbelichtingscompensatie
aanpassen....................................... 112
De flitsuitvoer aanpassen ................ 113
Controleren op gesloten ogen ......... 113
Opname-instellingen vastleggen .....114
De kleur wijzigen en
opnamen maken.............................. 115
Opnamen maken met
Stitch-hulp ....................................... 118
6 Diverse functies voor het
opnemen van films ......... 119
De filmmodus wijzigen..................... 120
Films opnemen die lijken op een miniatuurmodel
(Miniatuureffect) .............................. 120
De beeldkwaliteit wijzigen ............... 122
AE-vergrendeling/belichting ............ 123
Het windfilter gebruiken................... 123
Overige opnamefuncties ................. 124
Afspeelfuncties ................................ 124
Bewerken ........................................ 125
7
Inhoudsopgave
7 Diverse functies gebruiken
voor afspelen en
bewerken ......................... 127
Snel naar beelden zoeken............... 128
Beelden bekijken met de
filterweergave .................................. 129
Diavoorstellingen bekijken............... 131
De focus controleren ....................... 132
Beelden vergroten ...........................133
Diverse beelden weergeven
(Smart Shuffle) ................................ 133
Beeldovergangen wijzigen .............. 134
Beelden bekijken op een tv ............. 135
Beelden weergeven
op een hdtv...................................... 136
Beelden beveiligen ..........................138
Alle beelden wissen......................... 142
Beelden markeren als favoriet......... 144
Beelden indelen in categorieën
(My Category).................................. 145
Beelden roteren............................... 147
Het formaat van beelden
wijzigen............................................ 148
Trimmen .......................................... 149
Effecten toepassen met de
functie My Colors............................. 150
De helderheid corrigeren
(i-Contrast) ...................................... 151
Het rode-ogeneffect corrigeren ....... 152
8 Afdrukken ........................ 153
Beelden afdrukken .......................... 154
Afdrukken via de afdruklijst
(DPOF) ............................................ 156
Beelden selecteren voor
afdrukken (DPOF) ........................... 157
Toegevoegde beelden
afdrukken......................................... 160
9 De camera-instellingen
aanpassen........................161
De camera-instellingen
wijzigen............................................ 162
Instellingen voor opnamefuncties
wijzigen............................................ 169
Veelgebruikte opnamemenu’s
vastleggen (My Menu)..................... 175
Instellingen voor afspeelfuncties
wijzigen............................................ 176
10 Nuttige informatie .......... 177
Aansluiten op het lichtnet ................ 178
Lenzen gebruiken (afzonderlijk
verkrijgbaar) .................................... 179
De ringkleur wijzigen
(apart verkrijgbaar) .......................... 181
De afstandsschakelaar gebruiken
(afzonderlijk verkrijgbaar) ................181
Een externe flitser gebruiken
(afzonderlijk verkrijgbaar) ................182
Een Eye-Fi-kaart gebruiken............. 190
Problemen oplossen........................ 192
Lijst met berichten die op het
scherm verschijnen ......................... 195
Informatieweergave op
het scherm....................................... 198
Beschikbare functies per
opnamemodus................................. 202
Menu's............................................. 204
Voorzorgsmaatregelen ....................208
Specificaties .................................... 209
Index................................................ 213
8

Veiligheidsvoorschriften

Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u het product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's zijn bedoeld om letsel bij uzelf of bij andere personen, of schade aan de apparatuur te voorkomen.
Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen.
Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Riem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden tot verstikking.
Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor stroomvoorziening.
Probeer het product niet te demonteren, wijzigen of op te warmen.
Laat het product niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van het product niet aan als dit is gevallen of op een andere wijze is beschadigd.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het product als dit rook of een vreemde geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of thinner om de apparatuur schoon te maken.
Laat het product niet in contact komen met water (bijvoorbeeld zeewater) of andere vloeistoffen.
Voorkom dat vloeistoffen of vreemde objecten in de camera komen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Als er vloeistoffen of vreemde objecten in de camera komen, schakelt u de camera onmiddellijk uit en verwijdert u de batterij. Als de batterijlader nat is geworden, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en neemt u contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Kijk niet door de zoeker van de camera naar een sterke lichtbron (zoals de zon op een heldere dag).
Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten.
Speel de meegeleverde cd-rom(s) met gegevens alleen af in een cd-speler die hiervoor geschikt is.
Als u de cd-rom(s) afspeelt in een gewone cd-speler voor muziek-cd's, kunt u de luidsprekers beschadigen. Ook kan uw gehoor beschadigd raken als u een koptelefoon draagt terwijl u de harde geluiden van een cd-rom via een muziekspeler afspeelt.
9
Veiligheidsvoorschriften
Gebruik alleen de aanbevolen batterij.
Plaats de batterij niet in de buurt van of in open vuur.
Maak het netsnoer regelmatig los en veeg het stof en vuil weg dat zich heeft
opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen.
Raak het netsnoer niet aan met natte handen.
Gebruik de apparatuur niet op een manier waarbij de nominale capaciteit van het
stopcontact of de kabelaccessoires wordt overschreden. Gebruik de apparatuur niet als het netsnoer of de stekker is beschadigd of als deze niet volledig in het stopcontact is geplaatst.
Zorg ervoor dat stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels) niet in
contact komen met de contactpunten of stekker.
De batterij kan exploderen of gaan lekken, wat kan leiden tot een elektrische schok of brand. Dit kan persoonlijk letsel en schade aan de omgeving veroorzaken. In het geval dat een batterij lekt en uw ogen, mond, huid of kleding met de batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met water.
Voorzichtig
Zorg dat de camera niet tegen voorwerpen stoot of wordt blootgesteld aan
schokken en stoten wanneer u deze aan de polsriem draagt.
Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
Zorg dat u de flitser niet per ongeluk met uw vingers of een kledingstuk bedekt
wanneer u een foto maakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de flitser tot gevolg hebben.
Gebruik, plaats of bewaar het product niet op de volgende plaatsen:
- plaatsen die aan sterk zonlicht blootstaan;
- plaatsen die blootstaan aan temperaturen boven 40 °C;
- vochtige of stoffige plaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of de batterij kan ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel. Bij hoge temperaturen kan de behuizing van de camera of de batterijlader vervormd raken.
De overgangseffecten in de diavoorstellingen kunnen onprettig zijn wanneer
iemand hier lang naar kijkt.
Als u de afzonderlijk verkrijgbare, optionele lenzen gebruikt, moet u deze goed
bevestigen.
Als de lens losraakt en valt, kan deze barsten waarna de glassplinters snijwonden kunnen veroorzaken.
10
Veiligheidsvoorschriften
Voorzichtig
Richt de camera niet direct op een sterke lichtbron (zoals de zon).
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aan de apparatuur.
Dit kan de beeldsensor beschadigen.
Als u de camera gebruikt op een strand of op een winderige plek, moet u erop
letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Bij normaal gebruik kan er soms een beetje rook uit de flitser komen.
Dit komt door de hoge intensiteit van de flitser, waardoor er stofdeeltjes verbranden die vastzitten aan de voorkant van het apparaat. Gebruik een wattenstaafje om vuil, stof of ander materiaal van de flitser te verwijderen. Zo kunt u oververhitting en schade aan het apparaat voorkomen.
Verwijder de batterij en sla deze op wanneer u de camera niet gebruikt.
Als de batterij in de camera wordt gelaten, kan deze gaan lekken.
Breng voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal aan over
de polen van de batterij.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
Als de batterij is opgeladen en als u de batterijlader niet gebruikt, haalt u deze
uit het stopcontact.
Dek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met voorwerpen
zoals een stuk textiel.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Plaats de batterij niet in de buurt van huisdieren.
Als huisdieren op de batterij kauwen, kan dit leiden tot lekkage, oververhitting of een explosie, wat kan leiden tot brand of schade.
Als u de camera meeneemt in uw tas, moet u het scherm inklappen zodat harde
voorwerpen niet in contact kunnen komen met het scherm.
Bevestig geen accessoires aan de polsriem.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
11

Conventies die in deze handleiding worden gebruikt

In de tekst worden pictogrammen gebruikt die de knoppen en de
controleknop van de camera voorstellen.
Tekst op het scherm wordt weergegeven binnen vierkante haken [ ].
De knoppen die een richting aangeven, de controleknop, de knop
FUNC./SET en het instelwiel worden aangeduid met de volgende pictogrammen.
Knop Omhoog
Knop Links
Controleknop
÷ Instelwiel
: Zaken waarmee u voorzichtig moet zijn
: Tips voor het oplossen van problemen
: Suggesties waarmee u meer uit uw camera kunt halen
: Aanvullende informatie
(p. xx): Referentiepagina's ('xx' geeft het paginanummer aan)
In deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat alle functies de
standaardinstellingen hebben.
De diverse soorten geheugenkaarten die in deze camera kunnen worden
gebruikt, worden in deze handleiding aangeduid met de overkoepelende term geheugenkaarten.
Knop FUNC./SET
Knop Rechts
Knop Omlaag
12
1

Aan de slag

Dit hoofdstuk beschrijft het voorbereiden van de opnamen, het maken van opnamen in de modus A en het bekijken en wissen van de gemaakte foto's. Het laatste deel van het hoofdstuk behandelt het maken en bekijken van films en het downloaden van beelden naar een computer.
De riem bevestigen/de camera vasthouden
Bevestig de meegeleverde riem en draag deze om uw nek om te
voorkomen dat de camera valt tijdens het gebruik.
Houd uw armen stevig tegen uw lichaam en houd de camera stevig
aan weerszijden vast. Zorg dat uw vingers de flitser niet blokkeren.
13

De batterij opladen

Gebruik de meegeleverde oplader om de batterij op te laden. Bij aankoop is de batterij niet opgeladen. U moet deze dus eerst opladen.
Verwijder het klepje.
Plaats de batterij.
Zorg dat de markering o op de batterij
overeenstemt met die op de oplader en plaats dan de batterij door deze naar binnen ( ) en naar beneden ( ) te schuiven.
Laad de batterij op.
Voor CB-2LZ: kantel de stekker naar
buiten ( ) en steek de oplader in een stopcontact ( ).
CB-2LZ
CB-2LZE
Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op om de batterij te beschermen en de levensduur van de batterij te verlengen.
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt (bij benadering)
Aantal opnamen
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op metingen volgens de
CIPA-norm (Camera & Imaging Products Association).
Onder bepaalde omstandigheden is het aantal opnamen dat gemaakt kan worden, kleiner
dan hierboven is aangegeven.
Afspeeltijd (uren)
LCD-monitor aan 370
LCD-monitor uit 1.000
14
Voor CB-2LZE: sluit het netsnoer aan op
de oplader en steek het andere uiteinde in een stopcontact.
X Het oplaadlampje gaat oranje branden en
het opladen begint.
X Als de batterij volledig is opgeladen, wordt
het oplaadlampje groen. Het opladen duurt ongeveer 2 uur en 20 minuten.
Verwijder de batterij.
Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij door deze naar binnen ( ) en omhoog ( ) te schuiven.
7
De batterij opladen
Batterij-oplaadlampje
Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat de resterende lading van de batterij aangeeft.
Weergave Betekenis
Voldoende opgeladen. Iets leger, maar nog voldoende opgeladen.
(Knippert rood) Bijna leeg. Laad de batterij op.
'Vervang \ Verwissel accu' Leeg. Laad de batterij opnieuw op.
De batterij en de oplader efficiënt gebruiken
Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of de dag daarvoor.
Opgeladen batterijen verliezen voortdurend wat van hun lading, ook als ze niet worden gebruikt.
Plaats het klepje zodanig op een geladen
De batterij een lange tijd bewaren:
Zorg dat de batterij helemaal leeg is voordat u deze uit de camera haalt. Bevestig het klepje op de aansluitpunten en berg de batterij op. Wanneer u een niet helemaal lege batterij een lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt, kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
U kunt de batterijlader ook in het buitenland gebruiken.
De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik in het buitenland geen elektrische transformatoren, omdat dit kan leiden tot beschadigingen.
De batterij kan plaatselijk wat opzwellen.
Dit is een normaal kenmerk van de batterij en duidt niet op een probleem. Als de batterij echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, moet u contact opnemen met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Als de batterij snel weer leeg is na het opladen, is de levensduur verstreken.
Koop dan een nieuwe batterij.
batterij dat de markering o zichtbaar is.
15

De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen

De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen
Als u uw camera wilt wegdoen, verwijdert u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij zodat deze kan worden gerecycled volgens de lokale voorschriften.
Houd de vergrendelknop van de ring ingedrukt, draai de ring in de richting van de pijl en haal vervolgens de ring weg.
Draai de schroeven van de behuizing aan de zijkanten en de onderkant los. Verwijder het klepje zoals is aangegeven op de afbeelding.
Raak de flitser nooit aan!
16
Open het batterijklepje en verwijder het riembevestigingspunt en het voorpaneel.
Raak de flitser nooit aan. Dit kan leiden tot een zware elektrische schok.

Compatibele geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar)

Raak dit gedeelte nooit aan!
Verwijder de oplaadbare lithiumbatterij.
Raak nooit het gedeelte aan dat op de afbeelding is aangegeven. Dit kan leiden tot een zware elektrische schok.
Verwijder nooit de behuizing van de camera, tenzij u de interne oplaadbare lithiumbatterij wilt verwijderen om deze te recyclen voordat u de camera wegdoet.
Compatibele geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar)
SD-geheugenkaarten (2 GB en minder)*
SDHC-geheugenkaarten (meer dan 2 GB, tot en met 32 GB)*
SDXC-geheugenkaarten (meer dan 32 GB)*
MultiMediaCards MMCplus-geheugenkaarten
HC MMCplus-geheugenkaartenEye-Fi-kaarten
* Deze geheugenkaart voldoet aan de SD-normen. Afhankelijk van het merk werken
sommige kaarten mogelijk niet goed.
Afhankelijk van de besturingssysteemversie van uw computer worden SDXC-geheugenkaarten mogelijk niet herkend als u een kaartlezer gebruikt. Controleer van tevoren of uw besturingssysteem deze functie ondersteunt.
Info over Eye-Fi-kaarten
Ondersteuning van de Eye-Fi-kaartfuncties (inclusief draadloze overdracht) wordt niet gegarandeerd voor dit product. Als u een probleem hebt met een Eye-Fi-kaart, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de kaart. Denk er ook aan dat u in veel landen of gebieden toestemming nodig hebt voor het gebruik van Eye-Fi-kaarten. Zonder toestemming is het gebruik van de kaart niet toegestaan. Als het niet duidelijk is of de kaart in een bepaald gebied mag worden gebruikt, neemt u contact op met de fabrikant van de kaart.
17

De batterij en geheugenkaart plaatsen

De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar).
Controleer het schuifje voor schrijfbeveiliging van de kaart.
Als de geheugenkaart een schuifje voor schrijfbeveiliging heeft, kunt u geen opnamen maken als het schuifje is ingesteld op vergrendeld. Duw het schuifje omhoog totdat u een klik hoort.
Open het klepje.
Schuif het klepje naar buiten ( ) en omhoog ( ) om het te openen.
Plaats de batterij.
Plaats de batterij op de afgebeelde wijze totdat deze vastklikt.
Zorg dat u de batterij in de juiste richting plaatst, anders klikt deze niet goed vast.
Aansluitpunten
Plaats de geheugenkaart.
Plaats de geheugenkaart op de afgebeelde wijze totdat deze vastklikt.
Plaats de geheugenkaart in de juiste richting. Als u de geheugenkaart in de verkeerde
Label
richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen.
18
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Sluit het klepje.
Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes aan terwijl u het naar binnen schuift, totdat het vastklikt ( ).
Wat als [Geheugenkaart op slot] op het scherm verschijnt?
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten en Eye-Fi-kaarten hebben een schuifje voor schrijfbeveiliging. Als dit schuifje in de vergrendelstand staat, verschijnt op het scherm [Geheugenkaart op slot]. U kunt dan geen beelden opnemen of wissen.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Verwijder de batterij.
Open het klepje en duw de batterijvergrendeling in de richting van de pijl.
X
De batterij wipt nu omhoog.
Verwijder de geheugenkaart.
Duw de geheugenkaart naar binnen tot u een klik hoort en laat de kaart langzaam los.
X
De geheugenkaart wipt nu omhoog.
Aantal opnamen per geheugenkaart (bij benadering)
Geheugenkaart
Aantal opnamen
Deze waarden zijn gebaseerd op de standaardinstellingen.
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, varieert al naar gelang de camera-instellingen, het onderwerp en de geheugenkaart die u gebruikt.
4 GB 16 GB 1471 6026
19

De stand van het scherm aanpassen

Wilt u kijken hoeveel opnamen u nog kunt maken?
U kunt zien hoeveel opnamen u nog kunt maken als de camera in de opnamemodus is ingesteld (p. 26).
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt
De stand van het scherm aanpassen
Klap het scherm open.
Klap het scherm open ( ) en draai het
180° naar voren ( ).
Klap het scherm dicht ( ).
De stand van het scherm aanpassen
Circa 180°
Circa 90°
Circa 177°
U kunt de hoek en oriëntatie van het scherm naar eigen wens aanpassen aan de opnamecondities.
Ter bescherming van het scherm houdt u het
scherm altijd gesloten wanneer de camera niet in gebruik is.
Als het scherm in een opnamemodus wordt geopend en naar de lens wordt gericht, wordt het beeld van links naar rechts gespiegeld (spiegelbeeld). Om de functie voor omgekeerde weergave te annuleren, drukt u op de knop n, kiest u het tabblad 4 en [Beeldomkeren], en drukt u vervolgens op de knoppen qr om [Uit] te selecteren.
20

De datum en tijd instellen

Het scherm voor datum/tijd-instellingen verschijnt wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld. Aangezien de datum en tijd die aan uw opnamen worden toegevoegd op deze instellingen worden gebaseerd, is het belangrijk dat u deze instelt.
Schakel de camera in.
Druk op de knop ON/OFF.
X Het scherm Datum/Tijd verschijnt.
Stel de datum en tijd in.
Druk op de knoppen qr om een optie
te selecteren.
Druk op de knoppen op of draai aan
de controleknop Ê om een waarde te selecteren.
Voltooi de instelling.
Druk op de knop m.
X Nadat u de datum en tijd hebt ingesteld,
wordt het scherm Datum/Tijd gesloten.
Als u op de ON/OFF-knop drukt, wordt
de camera uitgeschakeld.
Het scherm Datum/Tijd komt steeds terug
Stel de juiste datum en tijd in. Als u de datum en tijd niet goed hebt ingesteld, verschijnt het scherm Datum/Tijd elke keer als u de camera inschakelt.
Zomertijd instellen
Als u bij stap 2 selecteert en met behulp van de knoppen op of de controleknop Ê de instelling kiest, wordt de zomertijd (normale tijd plus 1 uur) ingesteld.
21
De datum en tijd instellen
Datum en tijd wijzigen
U kunt de huidige instellingen voor de datum en tijd wijzigen.
Open de menulijst.
Druk op de knop n.
Selecteer [Datum/Tijd] op het tabblad 3.
Druk op de knoppen qr om het tabblad 3
te selecteren.
Druk op de knoppen op of draai aan
de controleknop Ê om [Datum/Tijd] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
Wijzig de datum en/of de tijd.
Volg stap 2 en 3 op p. 21 om de instelling
te wijzigen.
Als u op de knop n drukt, wordt het
menu gesloten.
Datum/tijd-batterij
De camera bevat een ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) die de
datum/tijd-instellingen ongeveer drie weken kan vasthouden nadat de andere batterij is verwijderd.
Als u een opgeladen batterij plaatst of een voedingsadapterset aansluit
(afzonderlijk verkrijgbaar, p. 39), kan de datum/tijd-batterij in ongeveer 4 uur worden opgeladen, zelfs als de camera niet is ingeschakeld.
Als de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het menu [Datum/Tijd] als u de
camera inschakelt. Volg de stappen op p. 21 om de datum en tijd in te stellen.
22

De taal van het scherm instellen

U kunt de taal wijzigen die op het scherm wordt weergegeven.
Selecteer de afspeelmodus.
Druk op de knop 1.
Open het instellingenscherm.
Houd de knop m ingedrukt terwijl
uopdeknop n drukt.
Stel de taal van het LCD-scherm in.
Druk op de knoppen opqr of draai
aan de controleknop Ê om een taal te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
X Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm gesloten.
Wat als de klok verschijnt als ik op m druk?
De klok verschijnt als er te veel tijd zit tussen het indrukken van de knop m en de knop n in stap 2. Als de klok verschijnt, drukt u op de knop m om de klok te sluiten en herhaalt u stap 2.
U kunt de taal van het LCD-scherm ook wijzigen door op n te drukken, het tabblad 3 te selecteren en vervolgens het menu-item [Taal] te selecteren.
23

Geheugenkaarten formatteren

Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart formatteren met deze camera. Door het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist. Aangezien u de gewiste gegevens niet kunt herstellen, moet u uiterst voorzichtig zijn als u een geheugenkaart gaat formatteren. Voordat u een Eye-Fi-kaart (p. 190) gaat formatteren, moet u de software van de kaart op een computer installeren.
Open het menu.
Druk op de knop
Selecteer [Formateren].
Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren.
Druk op de knoppen op of draai aan de controleknop Ê om [Formateren] te selecteren en druk vervolgens op m.
Kies [OK].
Druk op de knoppen qr of draai aan de controleknop Ê om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op m.
Formatteer de geheugenkaart.
Druk op de knoppen op of draai aan de controleknop Ê om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op m.
X
De geheugenkaart wordt geformatteerd.
n
.
24
Voltooi het formatteren.
X
Als het formatteren is voltooid, verschijnt op het scherm de melding [Geheugenkaart is geformatteerd].
Druk op de knop m.

De sluiterknop indrukken

Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestandsbeheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt niet gegarandeerd dat de volledige inhoud wordt gewist. Wees voorzichtig bij het downloaden of weggooien van een geheugenkaart. Tref voorzorgsmaatregelen, zoals het fysiek vernietigen van de kaart, wanneer u een geheugenkaart weggooit, om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan wordt aangegeven op de geheugenkaart.
De sluiterknop indrukken
Druk de sluiterknop altijd eerst half in om de focus in te stellen en druk de knop daarna volledig in om de foto te maken.
Druk de knop half in
(Druk lichtjes om de
focus in te stellen).
Druk lichtjes totdat u tweemaal een piepgeluid hoort en er AF-kaders verschijnen waarop de camera scherpstelt.
Druk de knop volledig in
(Druk volledig in
om de foto te maken).
X
U hoort het geluid van de sluiter als de opname wordt gemaakt.
Beweeg de camera niet terwijl u dit geluid hoort, aangezien op dat moment de foto wordt gemaakt.
Kan het geluid van de sluiter langer duren?
Aangezien de opnameduur afhangt van de situatie, kan het geluid van de sluiter korter of langer duren.
Als de camera of het onderwerp tijdens dit geluid beweegt, kan het opgenomen beeld onscherp zijn.
Als u de sluiterknop meteen helemaal indrukt zonder halverwege te pauzeren, is het beeld wellicht onscherp.
25

Foto's maken (Smart Auto)

De camera kan het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen, zodat u de camera automatisch de beste instellingen voor de compositie kunt laten selecteren en u alleen nog maar de foto hoeft te maken. De camera kan ook gezichten detecteren en hierop automatisch scherpstellen, waarna de kleur en helderheid optimaal worden ingesteld.
Schakel de camera in.
Druk op de knop ON/OFF.
X
Het opstartscherm verschijnt.
Scherpstelbereik (bij benadering)
Zoombalk
26
Selecteer de modus
Stel het programmakeuzewiel in op A.
Als u de camera op het onderwerp richt, maakt de camera geluid omdat deze de compositie bepaalt.
X
Het pictogram voor de ingestelde compositie wordt weergegeven rechts boven in het scherm.
X
De camera stelt scherp op gedetecteerde gezichten en geeft kaders weer rond deze gezichten.
A
.
Kies de compositie.
Als u de zoomknop naar i (telelens) duwt, zoomt u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt. Als u de zoomknop naar j (groothoek) duwt, zoomt u uit op het onderwerp zodat dit kleiner lijkt. (De zoombalk, die de zoompositie aangeeft, verschijnt op het scherm.)
Stel scherp.
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen.
Foto's maken (Smart Auto)
X
Wanneer de camera scherpstelt, hoort u tweemaal een piepgeluid en verschijnen er AF-kaders waarop de camera scherpstelt. Als de camera op meerdere punten scherpstelt, verschijnen er meerdere AF­kaders.
AF-kader
Maak de opname.
Druk de sluiterknop helemaal in.
X
Het sluitergeluid klinkt terwijl het beeld wordt vastgelegd. Als er weinig licht is, wordt de flitser automatisch geactiveerd.
X
De foto verschijnt gedurende enkele seconden op het scherm.
Terwijl de foto nog op het scherm staat, kunt u al op de sluiterknop drukken om een volgende foto te maken.
Wat als...
Wat als de beelden niet de verwachte kleur en helderheid hebben?
Het pictogram (p. 200) dat verschijnt, past soms niet bij de werkelijke compositie. Probeer in dat geval opnamen te maken in de modus
Wat als het scherm uitgeschakeld blijft, ook als de camera is ingeschakeld?
Druk op de knop l om het scherm in te schakelen.
Wat als er witte en grijze kaders verschijnen wanneer u de camera op een onderwerp richt?
Als er gezichten worden herkend, verschijnt een wit kader rond het gezicht van het hoofdonderwerp. Rond de andere herkende gezichten verschijnt een grijs kader. De kaders volgen de onderwerpen binnen een bepaald bereik (p. 94). Als het hoofdonderwerp echter beweegt, verdwijnen de grijze kaders en blijft alleen het witte kader zichtbaar.
Wat als er een blauw kader verschijnt wanneer u de sluiterknop half indrukt?
Er verschijnt een blauw kader wanneer een bewegend onderwerp wordt gedetecteerd. De scherpstelling en belichting worden voortdurend aangepast (Servo AF).
G
(p. 78).
27
Foto's maken (Smart Auto)
Wat als er een knipperende verschijnt?
Bevestig de camera op een statief, zodat de camera niet kan bewegen en daardoor het beeld onscherp maken.
Wat als de camera geen enkel geluid maakt?
Als u op de knop l drukt terwijl u de camera inschakelt, worden alle camerageluiden uitgeschakeld, behalve de waarschuwingsgeluiden. Om het geluid in te schakelen, drukt u op de knop tabblad
3
Wat als het beeld donker is terwijl toch de flitser is gebruikt bij de opname?
Het onderwerp valt buiten het bereik van de flitser. De werkzame flitsafstand is ongeveer 50 cm – 7,0 m met een maximale groothoekinstelling ( 50 cm – 4,0 m met een maximale telelens (
Wat als de camera één keer piept wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt?
Het onderwerp is wellicht te dichtbij. Duw de zoomknop naar j en houd de knop vast tot de lens niet meer beweegt. De camera staat nu in de maximale groothoekinstelling en u kunt scherpstellen op onderwerpen die zich ongeveer 1 cm of meer van het uiteinde van de lens bevinden. Duw de zoomknop naar en houd de knop vast tot de lens niet meer beweegt. De camera staat nu in de maximale telelensinstelling en u kunt scherpstellen op onderwerpen die zich ongeveer 30 cm of meer van het uiteinde van de lens bevinden.
Wat als het lampje gaat branden wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt?
Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te vergemakkelijken, kan het lampje gaan branden bij opnamen in een donkere omgeving.
Wat als het pictogram h knippert wanneer u een foto probeert te maken?
De flitser is aan het opladen. U kunt een foto nemen wanneer de flitser is opgeladen.
. Druk vervolgens op de knoppen qr om [Uit] te kiezen.
n
om [mute] te kiezen op het
i
).
j
), en ongeveer
Wat als er rechts boven in het scherm een pictogram verschijnt?
Het pictogram voor de ingestelde compositie wordt weergegeven rechts boven in het scherm. Zie 'Compositiepictogrammen' (p. 200) voor meer informatie over de pictogrammen die verschijnen.
Het onderwerp selecteren waarop u wilt scherpstellen (AF Tracking)
Druk op de knop zodat verschijnt en richt de camera, zodat op het gewenste onderwerp staat. Druk de sluiterknop half in om een blauw kader weer te geven waarin de scherpstelling en de belichting behouden blijven (Servo AF). Druk de sluiterknop helemaal in om de opname te maken.
28
i

Beelden bekijken

U kunt de foto’s die u hebt gemaakt op het scherm bekijken.
Selecteer de afspeelmodus.
Druk op de knop 1.
X De laatst gemaakte opname verschijnt.
Selecteer een beeld.
Als u op q drukt of de controleknop Ê
linksom draait, doorloopt u de beelden in omgekeerde volgorde van opname, van het nieuwste beeld naar het oudste.
Als u op r drukt of de controleknop Ê
rechtsom draait, doorloopt u de beelden in volgorde van opname, van het oudste beeld naar het nieuwste.
De beelden volgen elkaar sneller op als
u de knoppen qr ingedrukt houdt, maar ze worden grover weergegeven.
Na ongeveer 1 minuut wordt de lens weer
ingetrokken.
Als u nogmaals op de knop 1 drukt terwijl
de lens wordt ingetrokken, wordt de camera uitgeschakeld.
Overschakelen naar de opnamemodus
Als u de sluiterknop half indrukt in de afspeelmodus, gaat de camera terug naar de opnamemodus.
29

Beelden wissen

U kunt de beelden één voor één selecteren en wissen. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist.
Selecteer de afspeelmodus.
Druk op de knop 1.
X De laatst gemaakte opname verschijnt.
Selecteer het beeld dat u wilt wissen.
Druk op de knoppen qr of draai aan de
controleknop Ê om het te wissen beeld weer te geven.
Wis het beeld.
Druk op de knop a.
Druk op de knoppen qr of draai aan de
controleknop Ê om [Wissen] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
X Het getoonde beeld wordt gewist.
Als u het beeld niet wilt wissen, drukt
u op de knoppen qr of draait u aan de controleknop Ê om [Stop] te selecteren. Daarna drukt u op de knop m.

Films opnemen

De camera kan automatisch alle instellingen selecteren, zodat u alleen nog op de sluiterknop hoeft te drukken om te filmen. Het geluid wordt in stereo opgenomen.
30
Selecteer de modus E.
Stel het programmakeuzewiel in op E.
Loading...
+ 186 hidden pages