CANON EOS 750D User Manual [nl]

INSTRUCTIE-
HANDLEIDING
Deze handleiding voor de EOS 70D (N) bevat geen uitleg van de Wi-Fi-functies.
NEDERLANDS
EOS 70D (W) EOS 70D (N)

Inleiding

De EOS 70D (W/N) is een digitale spiegelreflexcamera die is voorzien van een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor met circa 20,2 effectieve megapixels, DIGIC 5+, zeer accurate en snelle scherpstelling met 19 AF-punten, continue opnamen met circa 7 frames per seconde, Live view-opnamen, movie-opname in Full High-Definition (Full HD) en Wi-Fi-functie.
* De EOS 70D (N) bevat geen Wi-Fi-voorziening.
Lees het volgende voordat u begint met opnemen
Lees eerst de 'Veiligheidsmaatregelen' (pag. 445 - 447) en 'Tips en waarschuwingen voor het gebruik' (pag. 18 - 19) om slechte foto's en ongelukken te voorkomen.
Deze handleiding raadplegen tijdens het gebruik om nog verder vertrouwd te raken met de camera
Maak een aantal testopnamen terwijl u deze handleiding doorneemt en bekijk het resultaat. U zult de camera dan beter begrijpen.
De camera testen voor gebruik en aansprakelijkheid
Bekijk de opnamen nadat u deze hebt gemaakt en controleer of ze goed zijn vastgelegd. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en de opnamen niet kunnen worden vastgelegd of naar een computer kunnen worden gedownload, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak.
Copyright
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen of auteursrechtelijk beschermde muziek en beelden op de geheugenkaart voor andere doeleinden dan privégebruik. Ook kan het maken van opnamen van bepaalde openbare optredens, exposities en dergelijke zelfs voor privégebruik verboden zijn.
2
In deze handleiding verwijst 'kaart' naar SD-geheugenkaarten, SDHC-geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten. * Bij de camera is geen kaart voor het opslaan van foto's of
movies geleverd. Deze dient u apart aan te schaffen.

Compatibele geheugenkaarten

De volgende geheugenkaarten, ongeacht de capaciteit, kunnen in de camera worden gebruikt:
• SD-geheugenkaarten
• SDHC-geheugenkaarten*
• SDXC-geheugenkaarten*
* UHS-I-kaarten worden ondersteund.
Kaarten waarop movies kunnen worden opgeslagen
Voor het opnemen van movies moet u een kaart met een hoge capaciteit en een hoge lees-/schrijfsnelheid gebruiken zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
Compressiemethode (pag. 265) Kaart
IPB 6 MB/sec. of sneller
ALL-I (I-only) 20 MB/sec. of sneller
Als u voor het opnemen van movies een kaart met een lage
schrijfsnelheid gebruikt, kan het zijn dat de movie niet goed wordt opgeslagen. En als u een movie afspeelt op een kaart met een lage leessnelheid, wordt de movie mogelijk niet goed weergegeven.
Indien u foto's wilt maken terwijl u een movie opneemt, hebt u een
nog snellere kaart nodig.
Ga naar de website van de fabrikant van de kaart als u de lees-/
schrijfsnelheid van de kaart wilt weten.
3
Accu
LP-E6
(met beschermdeksel)
Batterijoplader LC-E6/LC-E6E*
Interfacekabel
Camera
(met cameradop)
Brede draagriem

Controlelijst onderdelen

Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt.
* Batterijoplader LC-E6 of LC-E6E is meegeleverd. (Bij de LC-E6E wordt een
netsnoer meegeleverd.)
De meegeleverde handleidingen en dvd-/cd-roms worden op de volgende
pagina vermeld.
Als u een combinatieset ('kit') met objectieven hebt gekocht, dient u te
controleren of de objectieven zijn meegeleverd.
Mogelijk is er een instructiehandleiding meegeleverd, afhankelijk van het type
objectievenset.
Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig.
4
Basisinstructie-
handleiding
Instructiehandleiding
Wi-Fi functie*
(basis)
EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX
XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX
CEL-XXX XXX
©
C
A
N
O
N
I
N
C
.
2
0
X
X
.
M
a
d
e
i
n
t
h
e
E
U
.
EOS Solution Disk XXX
CEL-XXX XXX
©
C
A
N
O
N
I
N
C
.
2
0 X
X
.
M
a
d
e
i
n
t
h
e
E
U
.
Windows XXX XXX
Mac OS X XXX XXX
XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX

Handleidingen en dvd-/cd-roms

De instructiehandleiding bestaat uit boekjes en elektronische handleidingen (als pdf-bestand op de dvd-rom). De basisfuncties
worden uitgelegd in de boekjes. Raadpleeg de uitgebreide versie van de handleidingen op de dvd-rom voor meer uitleg over de functies en bedieningsopties.
* Niet meegeleverd bij de EOS 70D (N).
EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom)
Bevat de volgende pdf-handleidingen:
• Instructiehandleiding (uitgebreide versie)
• Instructiehandleiding Wi-Fi functie (uitgebreide versie)
• Software-instructiehandleidingen
Informatie over het weergeven van de instructiehandleidingen op de dvd-rom vindt u op pagina 453 - 454.
EOS Solution Disk (cd-rom)
Bevat verschillende software. Zie pagina 457 - 460 voor een algemene beschrijving en informatie over het installeren van de software.
5

Verkorte handleiding

1
2
Plaats de batterij (pag. 30).
Zie pagina 28 voor meer informatie
over het opladen van de batterij.
Plaats een kaart (pag. 31).
Plaats de kaart in de sleuf
met de etiketzijde naar de achterzijde van de camera gericht.
Witte markering Rode markering
3
4
5
6
Bevestig het objectief (pag. 40).
Lijn de witte of rode bevestigingsmarkering op het objectief uit met de bevestigingsmarkering van dezelfde kleur op de camera.
Zet de focusinstellingsknop op het objectief op <f> (pag. 40).
Zet de aan-uitschakelaar op <1> en stel het programmakeuzewiel in op <A> (Automatisch/scène)
Draai aan het programmakeuzewiel terwijl u de ver-/ontgrendelknop in het midden ingedrukt houdt.
Alle camera-instellingen worden
automatisch ingesteld.
(pag. 72)
.
Verkorte handleiding
6
7
8
9
Klap het LCD-scherm uit
Zie pagina 37 wanneer de
schermen met datum/tijd/zone­instelling op het LCD-scherm worden weergegeven.
Stel scherp op het onderwerp
(pag. 45).
Kijk door de zoeker en richt het midden van de zoeker op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in. De camera stelt scherp op het onderwerp.
Indien nodig komt de ingebouwde
flitser tevoorschijn.
Maak de opname (pag. 45).
Druk de ontspanknop helemaal in
om de opname te maken.
Bekijk de opname (pag. 60).
De opname wordt 2 seconden lang
op het LCD-scherm weergegeven. Druk op de knop <x> om de opname
nogmaals weer te geven (pag. 290).
(pag. 34)
.
Zie 'Live view-opnamen' (pag. 215) voor het maken van opnamen
terwijl u op het LCD-scherm kijkt.
Zie 'Opnamen weergeven' (pag. 290) voor het bekijken van de
opnamen die u tot nu toe hebt gemaakt.
Ga voor meer informatie over het verwijderen van een opname
naar 'Opnamen wissen' (pag. 322).
7

Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt

Pictogrammen in deze handleiding
<6> : Het hoofdinstelwiel. <5> : Het snelinstelwiel. <9> <V> <U> : De multicontroller en de drukrichting. <0> : De instelknop. 0, 9, 7, 8 : Hiermee wordt aangeduid dat de
* De pictogrammen en markeringen in deze handleiding die verwijzen naar
knoppen, instelwielen en instellingen op de camera, komen overeen met de pictogrammen en markeringen op de camera en het LCD-scherm.
3
M : Indien het sterretje rechtsboven op een pagina wordt
(pag. **) : Referentiepaginanummers voor meer informatie.
: Hiermee wordt verwezen naar een functie die u kunt wijzigen door
op de knop <
weergegeven, is de functie alleen beschikbaar in de creatieve modi (pag. 24).
: Waarschuwing om opnameproblemen te voorkomen.
: Aanvullende informatie.
: Tips en advies voor betere opnamen.
: Advies voor het oplossen van problemen.
desbetreffende functie respectievelijk 4, 6, 10 of 16 seconden actief blijft nadat u de knop loslaat.
M
> te drukken en de instelling te wijzigen.
Basisveronderstellingen
Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven,
wordt ervan uitgegaan dat de aan-uitschakelaar is ingesteld op <1> en de <R>-schakelaar omlaag staat (Multifunctievergrendeling ontgrendeld) (pag. 35, 48).
Er wordt aangenomen dat alle menu-instellingen en persoonlijke
voorkeuzen staan ingesteld op de standaardinstellingen.
Ter verduidelijking is er in de afbeeldingen van de instructies een
EF-S 18-135mm f/3.5-5.6 IS STM-objectief op de camera bevestigd.
8
1
2
345
67891011121314
15

Hoofdstukken

Voor nieuwe DSLR-gebruikers worden in hoofdstuk 1 en 2 de basisbediening en opnameprocedures voor de camera uitgelegd.
Inleiding
Aan de slag
Foto's maken met basisfuncties
De AF- en transportmodi instellen
Opname-instellingen
Geavanceerde functies
Opnamen maken met de flitser
Opnamen maken met het LCD-scherm
Movie-opnamen
Opnamen weergeven
Opnamen naverwerken
Sensorreiniging
Opnamen afdrukken
De camera aanpassen aan uw voorkeuren
Referentie
(Live view-opnamen)
2
27
71
99
115
157
187
215
251
289
327
339
345
361
393
De instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven/ Opnamen downloaden naar een computer
451
9

Inhoud

Inleiding 2
Compatibele geheugenkaarten ........................................................ 3
Controlelijst onderdelen.................................................................... 4
Handleidingen en dvd-/cd-roms ....................................................... 5
Verkorte handleiding ........................................................................ 6
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt
Hoofdstukken ................................................................................... 9
Functie-index.................................................................................. 16
Tips en waarschuwingen voor het gebruik ..................................... 18
Namen van onderdelen.................................................................. 20
Aan de slag 27
1
De batterij opladen ......................................................................... 28
De batterij plaatsen en verwijderen ................................................ 30
De kaart plaatsen en verwijderen................................................... 31
Het LCD-scherm gebruiken............................................................ 34
De camera inschakelen.................................................................. 35
De datum, tijd en tijdzone instellen................................................. 37
De interfacetaal selecteren............................................................. 39
Een objectief bevestigen en verwijderen........................................ 40
Objectieven met Image Stabilizer (beeldstabilisatie)...................... 43
Basisbediening............................................................................... 44
Q Snel instellen voor opnamefuncties.......................................... 50
3 Menugebruik......................................................................... 52
d Het aanraakscherm gebruiken ................................................... 54
Voordat u begint............................................................................. 57
De kaart formatteren.................................................................... 57
De pieptoon uitzetten................................................................... 59
De uitschakeltijd/automatisch uitschakelen instellen................... 59
De kijktijd instellen ....................................................................... 60
Het LCD-scherm in-/uitschakelen................................................ 60
De standaardinstellingen van de camera herstellen.................... 61
Het raster weergeven..................................................................... 64
Q De digitale horizon weergeven ............................................... 65
Uitleg en Help................................................................................. 69
10
........ 8
Foto's maken met basisfuncties 71
2
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) ........... 72
A Volautomatische technieken (Automatisch/scène)...................75
7 De flitser uitschakelen...............................................................77
C Creatieve automatische opnamen............................................78
8: Modus Speciale scène..........................................................81
2 Portretfoto's maken....................................................................82
3 Landschapsfoto's maken ..........................................................83
4 Close-ups maken.......................................................................84
5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen......................85
6 's Avonds portretfoto's maken (met een statief).........................86
F 's Avonds opnamen maken (uit de hand) ..................................87
G Opnamen met tegenlicht maken................................................88
Q Snel instellen.............................................................................90
Opname via sfeerselectie ...............................................................92
Opname via licht of scènetype........................................................96
De AF- en transportmodi instellen 99
3
f: De AF-bediening selecteren..................................................100
S Het AF-gebied selecteren.......................................................103
AF-gebiedselectiemodi .................................................................106
Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld .................109
MF: Handmatige scherpstelling..................................................110
i De transportmodus selecteren................................................111
j De zelfontspanner gebruiken...................................................113
Inhoud
Opname-instellingen 115
4
De opnamekwaliteit instellen ........................................................116
i: De ISO-snelheid instellen.....................................................120
A Een beeldstijl selecteren.......................................................126
A Een beeldstijl aanpassen......................................................129
A Een beeldstijl vastleggen......................................................132
11
Inhoud
De witbalans instellen................................................................... 134
O Handmatige witbalans......................................................... 135
P De kleurtemperatuur instellen ............................................. 137
Witbalanscorrectie........................................................................ 138
Helderheid en contrast automatisch corrigeren............................ 140
Ruisreductie instellen ................................................................... 141
Lichte tonen prioriteit.................................................................... 145
Correctie helderheid randen/Chromatische correctie................... 146
Een map maken en selecteren..................................................... 149
Methoden voor bestandsnummering............................................ 151
Copyrightinformatie instellen........................................................ 153
De kleurruimte instellen................................................................ 155
Geavanceerde functies 157
5
d: AE-programma ....................................................................... 158
s: AE met sluitertijdvoorkeuze.................................................. 160
f: AE met diafragmavoorkeuze................................................ 162
Scherptedieptecontrole.............................................................. 163
a: Handmatige belichting ........................................................... 164
q De meetmethode selecteren .................................................. 165
Belichtingscompensatie instellen ................................................. 167
h Bracketing met automatische belichting (AEB)...................... 168
A AE-vergrendeling.................................................................... 170
F: Bulb-belichting ........................................................................ 171
w: HDR-opnamen (High Dynamic Range)............................. 172
P Meervoudige belichting .......................................................... 175
2 Spiegel opklappen................................................................. 182
De oculairdop gebruiken .............................................................. 183
F Een afstandsbediening gebruiken ............................................ 184
R Opnamen maken met de afstandsbediening............................. 184
12
Opnamen maken met de flitser 187
6
D De ingebouwde flitser gebruiken...............................................188
D Een externe Speedlite gebruiken..............................................193
De flitser instellen..........................................................................195
Draadloze flitser gebruiken ...........................................................203
Inhoud
Opnamen maken met het LCD-scherm
7
A Opnamen maken met het LCD-scherm..................................216
Instellingen voor de opnamefunctie ..............................................222
U Opnamen maken met filtereffecten.........................................224
Menufunctie-instellingen ...............................................................228
Scherpstellen met AF (AF-methode) ............................................233
x Opnamen maken met de Touch Shutter.................................245
MF: Handmatige scherpstelling ....................................................247
Movie-opnamen 251
8
k Movie-opnamen......................................................................252
Instellingen voor de opnamefunctie ..............................................263
Het movie-opnameformaat instellen .............................................265
Movie digital zoom gebruiken .......................................................267
De geluidsopname instellen..........................................................268
De tijdcode instellen......................................................................270
Menufunctie-instellingen ...............................................................273
Videofoto's maken.........................................................................277
Opnamen weergeven 289
9
x Opnamen weergeven .............................................................290
B: Weergave met opname-informatie ....................................292
H I Snel opnamen zoeken.......................................................296
u/y Vergrote weergave .............................................................298
d Opnamen weergeven via het aanraakscherm..........................299
b De opname roteren..................................................................301
(Live view-opnamen)
215
13
Inhoud
Classificaties instellen .................................................................. 302
Q Snelinstellingen voor weergave.............................................. 304
k Genieten van movies ............................................................. 306
k Movies afspelen ..................................................................... 308
X De eerste en laatste beelden van een movie bewerken ......... 310
Diavoorstelling (automatische weergave) .................................... 312
Opnamen op een televisie bekijken ............................................. 316
K Opnamen beveiligen............................................................... 320
L Opnamen wissen..................................................................... 322
De instellingen voor het weergeven van opnamen wijzigen......... 324
De helderheid van het LCD-scherm aanpassen........................ 324
Verticale opnamen automatisch roteren.................................... 325
Opnamen naverwerken 327
10
R RAW-opnamen met de camera verwerken .......................... 328
S Het formaat van JPEG-opnamen wijzigen.............................. 333
U Creatieve filters toepassen..................................................... 335
Sensorreiniging 339
11
f Automatische sensorreiniging............................................... 340
Stofwisdata toevoegen................................................................. 341
Handmatige sensorreiniging......................................................... 343
Opnamen afdrukken 345
12
Het afdrukken voorbereiden......................................................... 346
w Afdrukken............................................................................... 348
W Digital Print Order Format (DPOF) ......................................... 355
W
Voor DPOF geselecteerde opnamen rechtstreeks afdrukken...... 358
p Opnamen selecteren voor een fotoboek ................................. 359
De camera aanpassen aan uw voorkeuren 361
13
Persoonlijke voorkeuzen instellen ................................................ 362
Persoonlijke voorkeuzen .............................................................. 363
14
Persoonlijke voorkeuze-instellingen..............................................365
C.Fn I: Belichting........................................................................365
C.Fn II: Automatische scherpstelling..........................................368
C.Fn III: Bediening/overig...........................................................375
8
: Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling
8: Aangepaste bediening ...........................................................383
My Menu vastleggen.....................................................................389
w: Aangepaste opnamemodi instellen .........................................390
Referentie 393
14
B-knopfuncties .......................................................................394
De batterijgegevens controleren...................................................396
Een gewoon stopcontact gebruiken..............................................400
H Eye-Fi-kaarten gebruiken........................................................401
Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus..............404
Menu-instellingen..........................................................................408
Systeemschema ...........................................................................416
Problemen oplossen .....................................................................418
Foutcodes .....................................................................................432
Specificaties..................................................................................433
Tips en waarschuwingen voor het gebruik: EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS STM, EF-S 18-135mm f/3.5-5.6 IS STM
Veiligheidsmaatregelen.................................................................445
Inhoud
.....377
......443
De instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven/
15
Opnamen downloaden naar een computer 451
De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven
Opnamen downloaden naar een computer...................................455
Informatie over de software ..........................................................457
De software installeren .................................................................459
Index .............................................................................................461
...452
15

Functie-index

Voe din g
De batterij opladen
Batterijniveau
Batterijgegevenscontrole pag. 396
Stopcontact
Automatisch uitschakelen pag. 59
Kaart
Formatteren
Ontspan sluiter zonder kaart pag. 32
Objectief
Bevestigen/verwijderen pag. 40
In-/uitzoomen
Image Stabilizer
(beeldstabilisatie)
Basisinstellingen
Taa l
Datum/tijd/zone
Pieptoon
Copyrightinformatie
Wis alle camera-instellingen pag. 61
Zoeker
Dioptrische aanpassing pag. 44
Oculairdop
Digitale horizon
(tijdens het fotograferen)
Digitale horizon (voorafgaand
aan het fotograferen)
LCD-scherm
De helderheid aanpassen pag. 324
Aanraakscherm
Digitale horizon
Uitleg
Help
AF
AF-bediening
AF-gebiedselectiemodus pag. 103
pag. 28
pag. 36
pag. 400
pag. 57
pag. 41
pag. 43
pag. 39
pag. 37
pag. 59
pag. 153
pag. 183
pag. 66
pag. 67
pag. 54
pag. 65
pag. 69
pag. 70
pag. 100
AF-puntselectie
AF-fijnafstelling
Handmatige scherpstelling pag. 110
pag. 1 05
pag. 3 77
Lichtmeting
Meetmethode
pag. 1 65
Transport
Transportmodus
Zelfontspanner
Maximale opnamereeks pag. 119
pag. 111
pag. 113
Opnamen opslaan
Een map maken/selecteren pag. 1 49
Bestandsnummering
pag. 1 51
Beeldkwaliteit
Opnamekwaliteit
ISO-snelheid
Beeldstijl
Witbalans
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)
Ruisreductie voor hoge ISO-snelheden
Ruisreductie voor lange belichtingstijden
Lichte tonen prioriteit pag. 1 45
Correctie helderheid randen
Chromatische correctie pag. 1 47
Kleurruimte
pag. 116
pag. 1 20
pag. 1 26
pag. 1 34
pag. 1 40
pag. 1 41
pag. 1 43
pag. 1 46
pag. 1 55
Opnamen maken
Opnamemodus
HDR
Meervoudige belichting pag. 1 75
Spiegel opklappen
Scherptedieptecontrole pag. 1 63
pag. 2 4
pag. 1 72
pag. 1 82
16
Afstandsbediening
Snel instellen
pag. 184
pag. 50
Belichtingsaanpassingen
Belichtingscompensatie pag. 167
AEB
Belichtingsvergrendeling pag. 170
Veiligheidsshift
pag. 168
pag. 367
Flitser
Ingebouwde flitser
Externe flitser
Instellingen voor externe flitser
Draadloze opnamen
pag. 188
pag. 193
pag. 195
pag. 203
Live view-opnamen
Live view-opnamen
Scherpstellen
Continue AF
Aspect ratio
Creatieve filters
Touch Shutter
pag. 215
pag. 233
pag. 228
pag. 229
pag. 224
pag. 245
Movie-opnamen
Movie-opnamen
Servo AF voor film
Movie-opnameformaat pag. 265
Digitale zoom
Geluidsopname
Tijdcode
Foto's maken
Videofoto
pag. 251
pag. 273
pag. 267
pag. 268
pag. 270
pag. 261
pag. 277
Weergave
Kijktijd
Weergave van één opname
Weergave met opname-informatie
Indexweergave
Door opnamen navigeren (opnamesprong)
pag. 60
pag. 290
pag. 292
pag. 296
pag. 297
Functie-index
Vergr ot e weer ga ve
Opnamen roteren
Classificatie
Movieweergave
Diavoorstelling
Opnamen op een televisie bekijken
Beveiligen
Wissen
Afspelen via aanraakscherm pag. 299
pag. 298
pag. 301
pag. 302
pag. 308
pag. 312
pag. 316
pag. 320
pag. 322
Opnamen bewerken
RAW-beeldverwerking pag. 328
Formaat wijzigen
Creatieve filters
pag. 333
pag. 335
Afdrukken
PictBridge
Afdrukopties (DPOF) pag. 355
Fotoboek instellen
pag. 345
pag. 359
Aanpassen
Persoonlijke voorkeuze (C.Fn) pag. 362
Aangepaste bediening pag. 383
My Menu
Aangepaste opnamemodus
pag. 389
pag. 390
Sensorreiniging en stof verwijderen
Sensorreiniging
Stofwisdata toevoegen pag. 341
pag. 340
Software
Overzicht
Installatie
pag. 457
pag. 459
Wi-Fi*
Wi-Fi
* De EOS 70D (N) bevat
geen Wi-Fi-voorziening.
Apart document
17

Tips en waarschuwingen voor het gebruik

Omgaan met de camera
Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan fysieke schokken.
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een schone, droge doek als er waterspatten op zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met een licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht.
Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische velden, zoals magneten of elektrische motoren. Houd de camera eveneens uit de buurt van apparaten die sterke radiogolven uitzenden, zoals grote antennes. Sterke magnetische velden kunnen storingen veroorzaken en opnamegegevens beschadigen.
Laat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een auto die in direct zonlicht staat. Door de hoge temperaturen kan de camera defect raken.
De camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer de camera
nooit zelf te demonteren.
Blokkeer het spiegelmechanisme niet met uw vinger of iets anders. Als u dit
toch doet, kan er een storing worden veroorzaakt. Gebruik een blaasbuisje om stof van de lens, zoeker, reflexspiegel of het matglas te
blazen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten om de camerabehuizing of lens schoon te vegen. Neem voor het verwijderen van hardnekkig vuil contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center.
Raak de elektrische contactpunten van de camera nooit met uw vingers aan.
Als u dat wel doet, kunnen de contactpunten gaan roesten. Roest op de contactpunten kan ertoe leiden dat de camera niet goed meer functioneert. Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving terechtkomt, kan zich
condens vormen op de camera en op de inwendige delen. Voorkom condensvorming door de camera eerst in een afgesloten plastic tas te plaatsen. Zorg ervoor dat de camera is aangepast aan de hogere temperatuur voordat u de camera uit de tas haalt.
Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd. Zo voorkomt
u beschadiging van de camera. Als zich condens heeft gevormd, verwijdert u het objectief, de kaart en de batterij uit de camera. Wacht tot de condens is verdampt voordat u de camera gebruikt.
Verwijder de batterij en berg de camera op een koele, droge en goed
geventileerde plaats op als u de camera gedurende langere tijd niet gaat gebruiken. Ook als de camera is opgeborgen, moet u de sluiter zo nu en dan enkele malen bedienen om te controleren of de camera nog goed functioneert.
Vermijd opslag op plaatsen waar chemicaliën worden gebruikt die oxidatie
en corrosie veroorzaken, zoals in een laboratorium.
18
Contactpunten
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Als de camera langere tijd niet is gebruikt, test u alle functies voordat u de
camera weer gaat gebruiken. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt en opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis, bijvoorbeeld een reis naar het buitenland, is het raadzaam de camera te laten controleren door uw Canon-dealer of zelf te controleren of de camera goed functioneert.
Als u lange tijd achtereen continue opnamen, Live view-opnamen of movie-
opnamen maakt, kan de camera heet worden. Dit is geen defect.
LCD-paneel en LCD-scherm
Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en
meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de 0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen die in dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood, worden weergegeven. Dode pixels zijn geen defect De dode pixels zijn ook niet van invloed op de vastgelegde opnamen.
Als het LCD-scherm lange tijd aan blijft staan, kan het scherm inbranden en
zijn er restanten van de eerdere weergave te zien. Dit is echter een tijdelijk effect dat verdwijnt als de camera enkele dagen niet wordt gebruikt.
Bij lage temperaturen kan het LCD-scherm langzamer reageren en bij hoge
temperaturen kan het er zwart uitzien. Bij kamertemperatuur functioneert het scherm weer normaal.
Kaarten
Let op het volgende om de kaart en vastgelegde gegevens te beschermen:
Laat de kaart niet vallen of nat worden en buig de kaart niet. Oefen geen druk op de kaart uit en stel deze niet bloot aan fysieke schokken en trillingen.
Raak de elektronische contactpunten van de kaart nooit met uw vingers of
een metalen voorwerp aan.
Plak geen stickers of iets anders op de kaart.Gebruik of bewaar de kaart niet in de buurt van voorwerpen met een sterk
magnetisch veld, zoals tv's, luidsprekers en magneten. Mijd ook plaatsen met statische elektriciteit.
Plaats de kaart niet in direct zonlicht of in de buurt van hittebronnen.Bewaar de kaart in een houder.Bewaar de kaart niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen.
Objectief
Nadat u het objectief hebt losgedraaid van de camera, plaatst u het objectief met de achterkant naar boven en bevestigt u de lensdoppen om krassen op het lensoppervlak en de elektrische contactpunten te voorkomen.
19

Namen van onderdelen

Luidspreker (pag. 308)
Cameradop (pag. 40)
<F> Aansluiting afstandsbediening (pag. 184)
<D>
HDMI mini OUT-aansluiting (pag. 316)
<q/C>
Audio/video OUT/Digital-aansluiting
(pag. 319/346, 455)
<Y> Aansluiting externe microfoon (pag. 269)
Objectiefvergrendelingsstift
Objectiefbevestiging
Contactpunten (pag. 19)
Spiegel (pag. 182, 343)
Knop voor scherptediepte­controle (pag. 163)
Aansluitpunt voor DC-koppelingskabel (pag. 400)
Greep (batterij­compartiment)
Lampje voor rode-ogen­reductie/ zelfontspanner (pag. 190/113) Sensor van afstandsbediening (pag. 184)
Ontspanknop (pag. 45)
<6> Hoofdinstelwiel (pag. 46)
<B> Knop voor AF-gebiedselectiemodus (pag. 104)
<U> Knop voor LCD-paneelverlichting (pag. 49)
<q> Knop voor meetmethode (pag. 165)
<i> Knop voor ISO-snelheid (pag. 120)
<R> Knop voor transportmodusselectie (pag. 111)
<f> AF-modusselectieknop (pag. 100)
LCD-paneel (pag. 22)
Markering EF-objectiefvatting (pag. 40)
Ingebouwde flitser/AF-hulplicht (pag. 188/203)
Contactpunten voor flitssynchronisatie
Flitsschoen (pag. 193)
Microfoon (pag. 269)
Ver-/ontgrendelknop programmakeuzewiel (pag. 46)
Programmakeuzewiel (pag. 24)
Bevestigingspunt draagriem (pag. 27)
<D> Flitsknop (pag. 188)
Objectief­ontgrendelings­knop (pag. 41)
Markering EF-S-objectiefvatting (pag. 40)
20
Namen van onderdelen
<V> Scherpstelvlakmarkering
<A/k> Schakelaar voor Live view-/ movie-opnamen (pag. 215/251) <0> Start-/stopknop (pag. 216, 252)
Knop voor dioptrische aanpassing (pag. 44)
Oogschelp (pag. 183)
Zoekeroculair
Aan-uitschakelaar (pag. 35)
<M> Menu­knop (pag. 52)
<B> INFO.-knop (pag. 49, 65, 70, 218, 258, 290, 394)
LCD-scherm (pag. 52, 324)
Statiefbevestigingspunt
<Q> Quick Control-knop (pag. 50)
<x> Weergaveknop (pag. 290)
<9> <V> <U>
Multicontroller (pag. 48)
<L> Wisknop (pag. 322)
<p> AF-startknop (pag. 45, 100, 217, 259)
<A> Knop voor AE-/ FE-vergrendeling/ <y> index/verkleinen (pag. 170, 192/296, 298)
<S> Knop voor AF-puntselectie/ <u> vergroten (pag. 105/298)
Lees-/schrijfindicator (pag. 33)
Klepje van kaartsleuf (pag. 31)
Ontgrendel­knop batterij­compartiment (pag. 30)
Klepje batterij­compartiment (pag. 30)
<5> Snelinstelwiel (pag. 47)
Schakelaar voor multifunctie­vergrendeling (pag. 48)
<0> Instelknop (pag. 52)
Bevestigings­punt draagriem (pag. 27)
Kaartsleuf (pag. 31)
21
Namen van onderdelen
A
A
A
LCD-paneel
Transportmodus (pag. 111)
u Enkelbeeld o Continue opname met hoge snelheid i Continue opname met lage snelheid B Stille enkele opname M Stille continue opname
Q Zelfontsp.: 10 sec./afstandsbediening
k Zelfontsp.: 2 sec./afstandsbediening
<A> Lichte tonen prioriteit (pag. 145)
<g> ISO-snelheid (pag. 120)
ISO-snelheid (pag. 120)
Maximumaantal opnamen Aftelweergave zelfontspanner Bulb-belichtingstijd Foutnummer/foutcode (Err) Resterende opnamen
F-bediening (pag. 100)
X
1-beeld AF
9
I Focus AF
Z
I Servo AF
4 L Handmatige scherpstelling
<M> Ruisreductie bij meerdere opnamen (pag. 141)
<w> HDR-opnamen (pag. 172)
<P> Opnamen met meervoudige belichting (pag. 175)
Sluitertijd Flitsbelichtingsvergrendeling (FEL) Bezig (buSY) Ingebouwde flitser laden (buSY) Waarschuwing multifunctievergrendeling Waarschuwing geen kaart (Card) Waarschuwing volle kaart (FuLL) Foutcode (Err) Reiniging beeldsensor (CLn)
* De EOS 70D (N) bevat geen Wi-Fi-voorziening (niet weergegeven). * Er worden alleen instellingen weergegeven die momenteel zijn toegepast.
(L)
Diafragma
AF-puntselectie
--
(
[ ]
AF, SEL [ ], SEL AF)
----
Meetmethode (pag. 165)
q Meervlaks meting w Deelmeting r Spotmeting e Gemiddelde meting
met nadruk op het midden
Accuniveau (pag. 36)
<h> AEB (pag. 168)
Indicator belichtingsniveau Belichtingscorrectiewaarde (pag. 167) AEB-bereik (pag. 168)
22
Wi-Fi-functie* <k/l> 1 2
Zoekerinformatie
<z> Accuniveau (pag. 36)
----
--
Matglas
Spotmetingscirkel (pag. 165)
Eén-punts AF (handmatige selectie) (pag. 103)
Zone-AF (handmatige selectie van een zone) (pag. 103)
19-punts automatische selectie-AF (pag. 103)
Zone-AF-punten (pag. 103)
AF-punten (pag. 103)
Waarschuwings­symbool (pag. 376)
<g> ISO­ snelheid (pag. 120)
<o>
Scherpstelbevestigings-
lampje (pag. 73)
Max. opnamereeks (pag. 119) Aantal resterende opnamen met meervoudige belichting (pag. 177)
ISO-snelheid (pag. 120)
<A> Lichte tonen prioriteit (pag. 145)
Indicator belichtingsniveau Belichtingscorrectiewaarde (pag. 167) AEB-bereik (pag. 168) Indicator rode-ogenreductielampje
AF-puntselectie (
[ ] AF, SEL [ ], SEL AF)
Diafragma (pag. 162)
Sluitertijd (pag. 160) Flitsbelichtingsvergrendeling (FEL) Bezig (buSY) Ingebouwde flitser laden (buSY) Waarschuwing multifunctievergrendeling (L) Waarschuwing geen kaart/kaartfout (Card) Waarschuwing volle kaart (FuLL) Foutcode (Err)
<y> Flitsbelichtings­ compensatie (pag. 190, 193)
<d> FE-vergrendeling (pag. 192)/FEB actief (pag. 201) <e> Synchronisatie met hoge snelheid (pag. 200)
<D> Flitser gereed (pag. 188, 193)
Waarschuwing voor
onjuiste FE-vergrendeling
<A> AE-vergrendeling (pag. 170)/AEB actief (pag. 168)
Raster (pag. 64)
Digitale horizon (pag. 66)
Namen van onderdelen
Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast, worden weergegeven.
23
Basismodi
U hoeft alleen maar de ontspanknop in te drukken. De camera stelt alles in en zorgt dat de instellingen zijn afgestemd op het onderwerp of de scène.
A : Automatisch/scène (pag. 72) 7 :
Flitser uit (
pag. 77
)
C :
Automatisch/creatief
(pag. 78)
8 : Speciale scène (pag. 81)
2 : Portret (pag. 82) 3 : Landschap (pag. 83) 4 : Close-up (pag. 84) 5: Sport (pag. 85) 6 : Nacht portret (pag. 86) F :
Nachtopnamen uit hand (pag. 87)
G : HDR-tegenlicht (pag. 88)
Creatieve modi
Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen vast te leggen.
d : AE-programma (pag. 158) s :
AE-sluitertijdvoorkeuze (pag. 160)
f :
AE met diafragmavoorkeuze (pag. 162)
a :
Handmatige belichting (pag. 164)
F : Bulb (pag. 171)
Aangepaste opnamemodus
U kunt de opnamemodi (d/s/f/a/F), AF­bediening, menu­instellingen enzovoort, vastleggen onder w en daarmee opnamen maken (pag 390).
Namen van onderdelen
Programmakeuzewiel
Draai aan het programmakeuzewiel terwijl u de knop in het midden van het programmakeuzewiel ingedrukt houdt (ver-/ontgrendelknop programmakeuzewiel).
24
Objectief
Objectief zonder focusafstandsschaal
Scherpstelring (pag. 110, 247)
Bevestiging zonnekap (pag. 42)
Filterdraad (voorkant objectief)
Zoomring (pag. 41)
Schakelaar voor Image Stabilizer (beeldstabilisatie) (pag. 43)
Markering objectiefvatting (pag. 40)
Namen van onderdelen
Scherpstelmodusknop (pag. 40)
Zoompositiemarkering
Contactpunten (pag. 19)
25
Namen van onderdelen
Accucompartiment
Oplaadlampje
Stekker
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. GEVAAR - VOLG DEZE INSTRUCTIES NAUWKEURIG OM HET RISICO VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN.
Voor aansluiting van een accessoire buiten de Verenigde Staten: gebruik zo nodig een stekkeradapter met de juiste configuratie voor aansluiting op het stopcontact.
Netsnoer
Netsnoeraansluiting
Accucompartiment
Oplaadlampje
Batterijoplader LC-E6
Lader voor accu LP-E6/LP-E6N (pag. 28).
Batterijoplader LC-E6E
Lader voor accu LP-E6/LP-E6N (pag. 28).
26
Oculairdop
1

Aan de slag

In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd.
De riem bevestigen
Haal het uiteinde van de riem van onderaf door de draagriemring. Haal het uiteinde daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie. Trek de riem strak en zorg ervoor dat deze goed vastzit in de gesp.
De oculairdop is ook aan de riem
bevestigd (pag. 183).
27

De batterij opladen

LC-E6
LC-E6E
1
2
3
Verwijder het beschermdeksel.
Verwijder het beschermdeksel van de
batterij.
Plaats de batterij.
Plaats de batterij op de juiste manier in de oplader zoals afgebeeld in de illustratie.
Om de batterij te verwijderen, herhaalt u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde.
Laad de batterij op. Voor LC-E6
Klap de contactpunten van de
batterijoplader naar buiten, in de richting van de pijl, en steek ze in het stopcontact.
Voor LC-E6E
Sluit het netsnoer aan op de oplader en steek de stekker in het stopcontact.
Het opladen begint automatisch en
het oplaadlampje knippert oranje.
Laadniveau
0-49%
50-74% Knippert tweemaal per seconde
75% of hoger Knippert driemaal per seconde
Volledig Groen Gaat branden
Het duurt ongeveer 2,5 uur om een volledig lege batterij bij kamertemperatuur (23 °C)
helemaal op te laden. Hoe lang het duurt om de batterij op te laden, is sterk afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de resterende capaciteit van de batterij.
Om veiligheidsredenen duurt opladen bij lage temperaturen (5 °C -
10 °C) langer (tot 4 uur).
Kleur Weergave
Oranje
Oplaadlampje
Knippert eenmaal per seconde
28
Nadat u de stekker van de lader uit het stopcontact hebt verwijderd, dient u de contactpunten van de stekker circa 10 seconden niet aan te raken.
Indien de resterende capaciteit van de batterij (pag. 396) 94% of
hoger is, wordt de batterij niet opgeladen.
De oplader kan geen andere batterijen opladen dan accu LP-E6/LP-E6N.
De batterij opladen
Tips voor het gebruik van de batterij en batterijoplader
Bij aankoop is de batterij niet volledig opgeladen.
Laad de batterij vóór gebruik op.
Het verdient aanbeveling om de batterij op te laden op de dag dat u
deze gaat gebruiken of een dag ervoor.
Zelfs wanneer de camera is opgeborgen, raakt een opgeladen batterij geleidelijk aan leeg.
Verwijder de batterij na het opladen en haal de batterijoplader
uit het stopcontact.
U kunt het deksel in een andere richting
plaatsen om aan te geven of de batterij al dan niet is opgeladen.
Als de batterij is opgeladen, bevestigt u het deksel zodanig dat de opening, die de vorm heeft van een batterij < >, overeenkomt met het blauwe zegel op de batterij. Als de batterij leeg is, plaatst u het deksel in de omgekeerde richting.
Verwijder de batterij wanneer u de camera niet gebruikt.
Als de batterij langere tijd in de camera blijft zitten, is er sprake van een kleine lekstroom, waardoor de batterij verder wordt ontladen en minder lang meegaat. Bewaar de batterij met het beschermdeksel bevestigd. Als u de batterij opbergt nadat u deze volledig hebt opgeladen, kunnen de prestaties van de batterij teruglopen.
De batterijoplader kan ook in het buitenland worden gebruikt.
De batterijoplader is compatibel met een stroombron van 100 V AC tot 240 V AC, 50/60 Hz. Indien nodig kunt u een in de handel verkrijgbare stekkeradapter voor het desbetreffende land of de desbetreffende regio gebruiken. Sluit geen draagbare spanningsomvormer aan op de batterijoplader. Dit kan de batterijoplader beschadigen.
Als de batterij snel leeg raakt, zelfs nadat deze volledig is
opgeladen, moet de batterij worden vervangen.
Controleer de laadprestatie van de batterij (pag. 396) en schaf een nieuwe batterij aan.
29
Alleen de accu LP-E6/LP-E6N kan worden gebruikt.

De batterij plaatsen en verwijderen

Plaats een volledig opgeladen LP-E6/LP-E6N-accu in de camera. De zoeker van de camera wordt verlicht zodra een batterij is geplaatst en wordt donker wanneer de batterij wordt verwijderd.
De batterij plaatsen
Open het klepje.
1
Schuif het schuifje in de richting van
de pijlen en open het klepje.
Plaats de batterij.
2
Steek het uiteinde met de
batterijcontacten in de camera.
Schuif de batterij in de camera totdat
de batterij vastzit.
Sluit het klepje.
3
Druk op het klepje totdat het
dichtklikt.
De batterij verwijderen
Open het klepje en verwijder de batterij.
Druk het batterijvergrendelingsschuifje in de richting van de pijl en verwijder de batterij.
Plaats het beschermdeksel
(meegeleverd, pag. 28) op de batterij om kortsluiting van de batterijcontactpunten te voorkomen.
30
Loading...
+ 438 hidden pages