Canon EOS 600D User Manual [nl]

INSTRUCTIEHANDLEIDING
De 'Verkorte softwarehandleiding' en 'Verkorte handleiding' bevinden zich achter in deze handleiding.
NEDERLANDS
INSTRUCTIE-
HANDLEIDING
Inleiding
De EOS 600D is een hoogwaardige digitale spiegelreflexcamera met een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor met circa 18,0 effectieve megapixels, DIGIC 4, uiterst nauwkeurige en snelle scherpstelling met 9 AF-punten, continu-opnamen met circa 3,7 frames per seconde, Live view-opnamen en filmopnamen in Full High-Definition (Full HD). De camera reageert uiterst snel bij alle opnamesituaties, biedt tal van geavanceerde opnamefuncties en nog veel meer.
Deze handleiding raadplegen tijdens het gebruik om nog verder vertrouwd te raken met de camera
Met een digitale camera kunt u de opname die u hebt gemaakt, direct bekijken. Maak een aantal testopnamen terwijl u deze handleiding doorneemt en bekijk het resultaat. U zult de camera dan beter begrijpen. Lees eerst de 'Veiligheidsmaatregelen' (pag. 297 en 298) en 'Tips en waarschuwingen voor het gebruik' (pag. 14 en 15) om slechte foto's en ongelukken te voorkomen.
De camera testen voor gebruik en aansprakelijkheid
Bekijk de opnamen nadat u deze hebt gemaakt en controleer of ze goed zijn vastgelegd. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en de opnamen niet kunnen worden vastgelegd of naar een computer kunnen worden gedownload, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak.
Copyright
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen of auteursrechtelijk beschermde muziek en beelden op de geheugenkaart voor andere doeleinden dan privégebruik. Ook kan het maken van opnamen van bepaalde openbare optredens, exposities en dergelijke zelfs voor privégebruik verboden zijn.
Deze camera is compatibel met SD-geheugenkaarten, SDHC­geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten. In deze handleiding wordt naar al deze kaarten verwezen met 'kaart'. * Bij de camera is geen kaart voor het opslaan van foto's of
films geleverd. Deze dient u apart aan te schaffen.
2
Controlelijst onderdelen
Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt.
Camera
(met oogschelp en cameradop)
Brede draagriem
EW-100DB III
EOS Solution Disk XXX
CEL-XXX XXX
XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX
Windows XXX XXX
Mac OS X XXX XXX
.
©
U
E
C
e
A
h
t
N
O
n
i
N
e
d
I
N
a
C
M
.
.
2
X
0 X
EOS Solution Disk
(cd-rom met software)
Batterij
LP-E8
(met beschermdeksel)
Interfacekabel Stereo-AV-kabel
EOS Software Instruction Manuals Disk XXX
CEL-XXX XXX
XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX
Windows XXX XXX
Mac OS X XXX XXX
.
©
U
C
E
A
e
N
h
t
O
n
N
i
e
I
N
d
C
a
.
M
2
.
0
X
X
EOS Software
Instruction Manuals
Disk
Batterijoplader LC-E8/LC-E8E*
AVC-DC400ST
Camera
Instructiehandleiding
(dit document)
(cd-rom)
* Batterijoplader LC-E8 of LC-E8E is meegeleverd. (Bij de LC-E8E is een
netsnoer meegeleverd.)
Als u een objectievenset hebt gekocht, controleer dan of het objectief is meegeleverd.
Mogelijk is er een instructiehandleiding meegeleverd, afhankelijk van het type
objectievenset.
Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig.
EOS Software Instruction Manuals Disk
De software-instructiehandleidingen staan als pdf-bestanden op de cd-rom. Zie pagina 305 voor instructies over het gebruik van de EOS Software Instruction Manuals Disk.
EOS Software Instruction Manuals Disk XXX
CEL-XXX XXX
XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX
Windows XXX XXX Mac OS X XXX XXX
.
©
U
C
E
A
e
N
h
t
O
n
N
i
e
I
N
d
C
a
.
M
2
.
0
X
X
3
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt
Pictogrammen in deze handleiding
<6> : Het hoofdinstelwiel. <V> <U> : De pijltjestoetsen <S>. <0>:De instelknop. 0, 9, 7, 8 : Hiermee wordt aangeduid dat de
* De pictogrammen en markeringen in deze handleiding die verwijzen naar
knoppen, instelwielen en instellingen op de camera, komen overeen met de pictogrammen en markeringen op de camera en het LCD-scherm.
desbetreffende functie respectievelijk 4, 6, 10 of 16 seconden actief blijft nadat u de knop loslaat.
3 :
M :
(pag. **)
Hiermee wordt verwezen naar een functie die u kunt wijzigen
M
door op de knop <
Indien het sterretje rechtsboven op de pagina wordt weergegeven, is de functie alleen beschikbaar in de creatieve modi (pag. 22).
: Referentiepaginanummers voor meer informatie.
: Tip of advies voor betere opnamen.
: Advies voor het oplossen van problemen.
: Waarschuwing om opnameproblemen te voorkomen.
: Aanvullende informatie.
> te drukken en de instelling te wijzigen.
Basisveronderstellingen
Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven,
wordt ervan uitgegaan dat de aan-uitschakelaar al is ingesteld op <1> (pag. 32).
Er wordt aangenomen dat alle menu-instellingen en persoonlijke
voorkeuzen staan ingesteld op de standaardinstellingen.
Ter verduidelijking is er in de afbeeldingen van de instructies een
EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS II-objectief op de camera bevestigd.
4
Hoofdstukken
1
6
11121
1
Voor nieuwe DSLR-gebruikers worden in hoofdstuk 1 en 2 de basisbediening en opnameprocedures voor de camera uitgelegd.
Inleiding
Aan de slag
Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen
2
Creatieve opnamen
3
Opnamefuncties voor gevorderden
4
Opnamen maken met het LCD-scherm (Live view-opnamen)
5
Filmopnamen
Handige functies
7
Draadloze flitsfotografie
8
Opnamen weergeven
9
Opnamen naverwerken
10
Opnamen afdrukken
De camera aanpassen aan uw voorkeuren
Referentie
3
Verkorte softwarehandleiding
14
Verkorte handleiding en index van de instructiehandleiding
5
2
25
49
73
93
123
141
165
189
201
229
235
249
259
301
307
5
Inhoudsoverzicht
Opnamen maken
Automatisch opnamen maken Î pag. 49 - 63 (Basismodi)
Continu-opnamen maken Î pag. 88 (i Continue opname)
Een opname van uzelf maken in een groep
De actie bevriezen Î pag. 94 De actie onscherp maken
De achtergrond onscherp maken
De achtergrond scherp houden pag. 96
De helderheid van de opname aanpassen (belichting)
Opnamen maken bij weinig licht
Opnamen maken zonder flitser Î pag. 55 (7 Flitser uit)
's Avonds vuurwerk fotograferen
Opnamen maken terwijl u op het LCD-scherm kijkt
Films opnemen Î pag. 141 (k Filmopnamen)
Beeldkwaliteit
Opnamen maken met beeldeffecten die bij het onderwerp passen
Een opname groot afdrukken
Î pag. 89 (j Zelfontspanner)
(s AE met sluitervoorkeur)
Î pag. 56 (C Automatisch/creatief)
(f AE met diafragmavoorkeur)
Î pag. 103 (Belichtingscorrectie)
Î pag. 50 en 90 (D Flitsfotografie)
pag. 79 (Instelling ISO-snelheid)
pag. 58 en 64 (b Flitser uit)
Î pag. 100 (Bulb-belichting)
Î pag. 124
Î pag. 81 (Een beeldstijl selecteren)
Î pag. 76 (73, 83 en 1)
(A Live view-opnamen)
6
Veel opnamen maken Î pag. 76 (7a, 8a, b, c)
Scherpstellen
Het scherpstelpunt wijzigen Î pag. 85 (S AF-puntselectie)
Opnamen maken van een bewegend onderwerp
Î pag. 62 en 84 (AI Servo AF)
Weergave
De opnamen bekijken op de camera
Î pag. 71 (x Weergave)
Snel opnamen zoeken Î pag. 202 (H Indexweergave)
pag. 203
(I Door beelden navigeren)
Opnamen classificeren Î pag. 206 (Classificaties)
Voorkomen dat belangrijke opnamen
Î pag. 222 (K Opnamebeveiliging)
per ongeluk worden gewist
Overbodige opnamen verwijderen
Opnamen en films automatisch weergeven
De opnamen of films op een tv bekijken
De helderheid van het LCD-scherm instellen
Î pag. 224 (L Wissen)
Î pag. 215 (Diavoorstelling)
Î pag. 218 (Video OUT)
Î pag. 167
(Helderheid van het LCD-scherm)
Afdrukken
Eenvoudig opnamen afdrukken
Î pag. 235
(Rechtstreeks afdrukken)
7
Functie-index
Voe ding
Batterij
• Opladen Î
• Plaatsen/verwijderen Î
• Batterijniveau Î
Stopcontact Î
Automatisch uitschakelenÎ pag. 32
pag. 26 pag. 28 pag. 33
pag. 260
Kaart
Plaatsen/verwijderen Î Formatteren Î Ontspan sluiter zonder
kaart Î
pag. 29 pag. 45
pag. 166
Objectief
Bevestigen/verwijderen Î In-/uitzoomen Î Image Stabilizer
(beeldstabilisatie) Î
pag. 36 pag. 37
pag. 38
Basisinstellingen
Dioptrische aanpassing Î Taal Î Datum/tijd Î Pieptoon Î
Het LCD-scherm gebruikenÎ pag. 31
LCD uit/aan Î De helderheid van het
LCD-scherm aanpassen Î
pag. 39 pag. 35 pag. 34 pag. 166
pag. 179
pag. 167
Opnamen opslaan
Een map maken/selecterenÎ pag. 168
Bestandsnummering Î
pag. 170
8
Beeldkwaliteit
Opnamekwaliteit Î Beeldstijl Î Witbalans Î Kleurruimte Î
Functies voor kwaliteitsverbetering
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)
Correctie helderheid randenÎ pag. 110
• Ruisreductie voor lange
belichtingstijden Î
• Ruisreductie voor hoge
ISO-snelheden Î
• Lichte tonen prioriteit Î
Î
AF
AF-modus Î AF-puntselectie Î Handmatige focus Î
Transport
Transportmodi Î Continue opname Î Zelfontspanner Î Maximale opnamereeks Î
Opnamen maken
ISO-snelheid Î Uitleg Î Snel instellen Î Automatisch/creatief Î AE-programma Î AE met sluitervoorkeur Î
AE met diafragmavoorkeurÎ pag. 96
Handmatige belichting Î Bulb Î
pag. 76 pag. 81 pag. 117 pag. 121
pag. 109
pag. 253
pag. 254 pag. 254
pag. 83 pag. 85 pag. 87
pag. 20 pag. 88 pag. 89 pag. 77
pag. 79 pag. 48 pag. 41 pag. 56 pag. 74 pag. 94
pag. 99 pag. 100
Functie-index
Spiegel opklappen Î Automatische
scherptediepte AE Î
Meetmethode Î Afstandsbediening Î
pag. 122
pag. 101 pag. 102 pag. 261
Belichtingsaanpassingen
Belichtingscorrectie Î AEB Î
BelichtingsvergrendelingÎ pag. 107
pag. 103 pag. 105
Flitser
Ingebouwde flitser Î
• Flitsbelichtingscorrectie Î
• Flitsbelichtings-
vergrendeling Î
Externe flitser Î Flitsbesturing Î
• Draadloze flitser Î
pag. 90 pag. 104
pag. 108 pag. 263 pag. 180 pag. 189
Live view-opname
Live view-opname Î Scherpstellen Î Beeldverhouding Î Rasterweergave Î Snel instellen Î
pag. 123 pag. 131 pag.129 pag. 129 pag. 128
Filmopnamen
Filmopnamen Î Snel instellen Î Geluidsopname Î Rasterweergave Î Videofoto Î Digitale zoom voor films Î Handmatige belichting Î
pag. 141 pag. 149 pag. 160 pag. 161 pag.153 pag. 152 pag. 144
Opnamen weergeven
Kijktijd Î
Weergave van één opnameÎ pag. 71
• Weergave met
opname-informatie Î
Indexweergave Î Door beelden navigeren
(opnamesprong) Î
Vergro ten Î Roteren Î Classificaties Î Filmweergave Î Eerste/laatste beeld uit
film verwijderen Î
Diavoorstelling Î
Opnamen op de tv bekijkenÎ pag. 218
Beveiligen Î Wissen Î Snel instellen Î
Opnamen bewerken
Creatieve filters Î Wijzig formaat Î
Afdrukken
PictBridge Î Afdrukopties (DPOF) Î
Aanpassen
Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)Î pag. 250
My Menu Î
Software
Installeren Î Software-
instructiehandleiding Î
pag. 166
pag. 226 pag. 202
pag. 203 pag. 204 pag. 205 pag. 206 pag. 212
pag. 214 pag. 215
pag. 222 pag. 224 pag. 208
pag. 230 pag. 233
pag. 235 pag. 245
pag. 258
pag. 303
pag. 305
9
Inhoud
Inleiding 2
Controlelijst onderdelen..................................................................................... 3
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt .................... 4
Hoofdstukken .................................................................................................... 5
Inhoudsoverzicht ............................................................................................... 6
Functie-index..................................................................................................... 8
Tips en waarschuwingen voor het gebruik ...................................................... 14
Verkorte handleiding ....................................................................................... 16
Namen van onderdelen ................................................................................... 18
Aan de slag 25
1
De batterij opladen .......................................................................................... 26
De batterij plaatsen en verwijderen ................................................................. 28
De kaart plaatsen en verwijderen .................................................................... 29
Het LCD-scherm gebruiken ............................................................................. 31
De camera inschakelen ................................................................................... 32
De datum en tijd instellen ................................................................................ 34
De interfacetaal selecteren.............................................................................. 35
Een objectief bevestigen en verwijderen ......................................................... 36
Objectieven met Image Stabilizer (beeldstabilisatie)....................................... 38
Basisbediening ................................................................................................ 39
Q Snel instellen voor opnamefuncties ........................................................... 41
3 Menugebruik.......................................................................................... 43
De kaart formatteren........................................................................................ 45
Wisselen van scherm op het LCD-scherm ...................................................... 47
Uitleg ............................................................................................................... 48
Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen
2
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène)............................ 50
A Volautomatische technieken (Automatisch/scène) ................................... 53
7 De flitser uitschakelen ............................................................................... 55
C Creatieve automatische opnamen ............................................................ 56
2 Portretfoto's maken .................................................................................... 59
3 Landschapsfoto's maken........................................................................... 60
4 Close-ups maken ....................................................................................... 61
5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen ...................................... 62
6 's Avonds portretfoto's maken .................................................................... 63
Q Snel instellen ............................................................................................. 64
Opname via sfeerselectie ................................................................................ 65
Opname via licht of scènetype ........................................................................ 68
x Opnamen weergeven ................................................................................ 71
49
10
Creatieve opnamen 73
3
d: AE-programma ...........................................................................................74
De opnamekwaliteit instellen............................................................................76
Z: De ISO-snelheid wijzigen .........................................................................79
A
De optimale opnamekenmerken voor het onderwerp selecteren (Beeldstijl)
E: De AF-modus (automatische scherpstelling) wijzigen...............................83
S Het AF-punt selecteren ..............................................................................85
Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld...............................87
MF: Handmatige focus..................................................................................87
i Continue opname .......................................................................................88
j De zelfontspanner gebruiken ......................................................................89
D De ingebouwde flitser gebruiken ..................................................................90
Opnamefuncties voor gevorderden 93
4
s: Actiefoto's .................................................................................................94
f: De scherptediepte wijzigen...................................................................... 96
Scherptedieptecontrole .................................................................................98
a: Handmatige belichting ...............................................................................99
8: Automatische scherptediepte AE .......................................................101
q De meetmethode wijzigen........................................................................102
O y Belichtingscorrectie instellen ..........................................................103
Belichtingstrapje (AEB) ..................................................................................105
A De belichting vergrendelen (AE-vergrendeling)........................................107
A De flitsbelichting vergrendelen (FE-vergrendeling)...................................108
De helderheid en het contrast automatisch corrigeren
(Auto Lighting Optimizer/Auto optimalisatie helderheid) ................................109
De donkere hoeken van de opname corrigeren.............................................110
A Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeuren (Beeldstijl) ...........112
A Favoriete opnamekenmerken vastleggen (Beeldstijl) ............................115
B: Aanpassen aan de lichtbron (Witbalans)...............................................117
2 De kleurtoon voor de lichtbron aanpassen ...............................................119
Het bereik van reproduceerbare kleuren instellen (Kleurruimte)....................121
Spiegel opklappen om bewegingsonscherpte te verminderen.......................122
Opnamen maken met het LCD-scherm (Live view-opnamen)
5
A Opnamen maken met het LCD-scherm ...................................................124
Instellingen voor de opnamefunctie ...............................................................128
z Menufunctie-instellingen...........................................................................129
De AF-modus (automatische scherpstelling) wijzigen ...................................131
MF: Handmatig scherpstellen ........................................................................138
Inhoud
....81
123
11
Inhoud
Filmopnamen 141
6
k Filmopnamen........................................................................................... 142
Instellingen voor de opnamefunctie............................................................... 149
Het filmopnameformaat instellen ................................................................... 150
Digitale zoom voor films gebruiken................................................................ 152
Videofoto's maken ......................................................................................... 153
Menufunctie-instellingen................................................................................ 157
Handige functies 165
7
Handige functies............................................................................................ 166
De pieptoon uitzetten ................................................................................. 166
Kaartwaarschuwing .................................................................................... 166
De kijktijd instellen...................................................................................... 166
De tijd voor automatisch uitschakelen instellen.......................................... 167
De helderheid van het LCD-scherm aanpassen ........................................ 167
Een map maken en selecteren................................................................... 168
Methoden voor bestandsnummering.......................................................... 170
Copyrightinformatie instellen ...................................................................... 172
Verticale opnamen automatisch roteren..................................................... 174
C Camera-instellingen controleren ....................................................... 175
De standaardinstellingen van de camera herstellen .................................. 176
Het LCD-scherm uit-/inschakelen............................................................... 179
De kleur van het scherm met opname-instellingen wijzigen ...................... 179
De flitser instellen .......................................................................................... 180
f Automatische sensorreiniging ................................................................ 184
Stofwisdata toevoegen .................................................................................. 185
Handmatige sensorreiniging.......................................................................... 187
Draadloze flitsfotografie 189
8
Draadloze flitser gebruiken............................................................................ 190
Automatische draadloze flitsopnamen........................................................... 191
Aangepaste draadloze flitsopnamen ............................................................. 194
Overige instellingen ....................................................................................... 198
Opnamen weergeven 201
9
H I Snel opnamen zoeken........................................................................ 202
u/y Vergrote weergave .............................................................................. 204
b De opname roteren .................................................................................. 205
Classificaties instellen ................................................................................... 206
Q Snel instellen tijdens weergave ............................................................... 208
k Genieten van films................................................................................... 210
12
k Films afspelen..........................................................................................212
X De eerste en laatste beelden van een film bewerken ...............................214
Diavoorstelling (automatische weergave) ......................................................215
Opnamen op de tv bekijken ...........................................................................218
K Opnamen beveiligen ................................................................................222
L Opnamen wissen ......................................................................................224
C Weergave met opname-informatie........................................................ 226
Opnamen naverwerken 229
10
U Creatieve filters.........................................................................................230
S Wijzig formaat...........................................................................................233
Opnamen afdrukken 235
11
Het afdrukken voorbereiden...........................................................................236
w Afdrukken.................................................................................................238
De opname bijsnijden .................................................................................243
W Digital Print Order Format (DPOF) ...........................................................245
W Rechtstreeks afdrukken met DPOF..........................................................248
De camera aanpassen aan uw voorkeuren 249
12
Persoonlijke voorkeuzen instellen..................................................................250
Persoonlijke voorkeuze-instellingen...............................................................252
My Menu vastleggen ......................................................................................258
Referentie 259
13
Een gewoon stopcontact gebruiken ...............................................................260
Opnamen maken met de afstandsbediening .................................................261
Externe Speedlites .........................................................................................263
Eye-Fi-kaarten gebruiken...............................................................................265
Tabel met beschikbare functies voor opnamemodi........................................268
Menu-instellingen ...........................................................................................270
Systeemschema.............................................................................................276
Problemen oplossen ......................................................................................278
Foutcodes ......................................................................................................287
Specificaties ...................................................................................................288
Veiligheidsmaatregelen..................................................................................297
Verkorte softwarehandleiding 301
14
Verkorte softwarehandleiding.........................................................................302
Verkorte handleiding en index van de instructiehandleiding
15
Verkorte handleiding ......................................................................................308
Index ..............................................................................................................320
Inhoud
307
13
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Omgaan met de camera
Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel
deze niet bloot aan fysieke schokken. De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een droge doek als er waterspatten op de camera zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met een licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht. Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische velden, zoals magneten of elektrische motoren. Houd de camera eveneens uit de buurt van apparaten die sterke radiogolven uitzenden, zoals grote antennes. Sterke magnetische velden kunnen storingen veroorzaken en opnamegegevens beschadigen. Laat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een auto die in direct zonlicht staat. Door de hoge temperaturen kan de camera defect raken.
De camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer de camera
nooit zelf te demonteren. Gebruik een blaasbuisje om stof van de lens, zoeker, reflexspiegel of het matglas te blazen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten om de camerabehuizing of lens schoon te vegen. Neem voor het verwijderen van hardnekkig vuil contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center. Raak de elektrische contactpunten van de camera nooit met uw vingers aan. Als u dat wel doet, kunnen de contactpunten gaan roesten. Roest op de contactpunten kan ertoe leiden dat de camera niet goed meer functioneert. Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving terechtkomt, kan zich condens vormen op de camera en op de inwendige delen. Voorkom condensvorming door de camera eerst in een afgesloten plastic tas te plaatsen. Zorg ervoor dat de camera is aangepast aan de hogere temperatuur voordat u de camera uit de tas haalt.
Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd. Zo
voorkomt u beschadiging van de camera. Als zich condens heeft gevormd, verwijdert u het objectief, de kaart en de batterij uit de camera. Wacht tot de condens is verdampt voordat u de camera gebruikt. Verwijder de batterij en berg de camera op een koele, droge en goed geventileerde plaats op als u de camera gedurende langere tijd niet gaat gebruiken. Ook als de camera is opgeborgen, moet u de sluiter zo nu en dan enkele malen bedienen om te controleren of de camera nog goed functioneert.
Vermijd opslag op plaatsen waar bijtende chemicaliën worden gebruikt,
zoals een donkere kamer of een laboratorium.
Als de camera langere tijd niet is gebruikt, test u alle functies voordat u de
camera weer gaat gebruiken. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt en opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis, is het raadzaam de camera te laten controleren door uw Canon-dealer of zelf te controleren of de camera goed functioneert.
14
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
LCD-scherm
Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie
en meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de 0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen. Dode pixels hebben altijd dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood. Dit is geen defect. De dode pixels zijn ook niet van invloed op de vastgelegde opnamen.
Als het LCD-scherm lange tijd aan blijft staan, kan het scherm inbranden en
zijn er restanten van de eerdere weergave te zien. Dit is echter een tijdelijk effect dat verdwijnt als de camera enkele dagen niet wordt gebruikt. Bij lage of hoge temperaturen kan het LCD-scherm langzamer reageren of er zwart uitzien. Bij kamertemperatuur functioneert het scherm weer normaal.
Kaarten
Let op het volgende om de kaart en vastgelegde gegevens te beschermen:
Laat de kaart niet vallen of nat worden en buig de kaart niet. Oefen geen druk op de kaart uit en stel deze niet bloot aan fysieke schokken en trillingen.
Raak de elektronische contactpunten van de kaart nooit met uw vingers of
een metalen voorwerp aan.
Gebruik of bewaar de kaart niet in de buurt van voorwerpen met sterke
magnetische velden zoals tv's, luidsprekers en magneten. Mijd ook plaatsen met statische elektriciteit.
Plaats de kaart niet in direct zonlicht of in de buurt van hittebronnen. Bewaar de kaart in een houder. Bewaar de kaart niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen.
Objectief
Nadat u het objectief hebt losgedraaid van de camera, bevestigt u de lensdoppen of plaatst u het objectief met de achterkant naar boven om krassen op het lensoppervlak en de elektrische contactpunten te voorkomen.
Contactpunten
Waarschuwingen bij langdurig gebruik
Als u lange tijd achtereen continu-opnamen, Live view­opnamen of filmopnamen maakt, kan de camera heet worden. Dit is geen defect. Het langdurig vasthouden van een hete camera kan echter wel een lichte verbranding van de huid veroorzaken.
Vuil aan de voorzijde van de sensor
Behalve dat er stof van buitenaf de camera kan binnendringen, kan er in zeldzame gevallen ook smeermiddel van de interne onderdelen van de camera op de sensor terechtkomen. Wanneer er na de automatische sensorreiniging nog vlekken zichtbaar zijn, kunt u de sensor het best laten reinigen door een Canon Service Center.
15
Verkorte handleiding
1
2
Plaats de batterij. (pag. 28)
Zie pagina 26 voor meer informatie
over het opladen van de batterij.
Plaats een kaart. (pag. 29)
Plaats de kaart in de sleuf
met de etiketzijde naar de achterzijde van de camera gericht.
Witte markering Rode markering
3
4
5
16
Bevestig het objectief. (pag. 36)
Plaats de witte of rode markering op
het objectief op gelijke hoogte met de markering van dezelfde kleur op de camera.
Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <AF>.
(pag. 36)
Zet de aan-uitschakelaar op <1> en stel het programma­keuzewiel in op <A> (Automatisch/scène).
Alle camera-instellingen worden
automatisch ingesteld.
(pag. 50)
6
7
8
9
Verkorte handleiding
Klap het LCD-scherm uit.
(pag. 31)
Zie pagina 34 als het LCD-scherm
het scherm met datum/tijd-instelling weergeeft.
Stel scherp op het onderwerp.
(pag. 40)
Kijk door de zoeker en richt het midden
van de zoeker op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in; de camera
stelt vervolgens scherp op het onderwerp.
Indien noodzakelijk komt de ingebouwde
flitser automatisch tevoorschijn.
Maak de opname. (pag. 40)
Druk de ontspanknop helemaal in
om de opname te maken.
Bekijk de opname. (pag. 166)
De opname wordt circa 2 seconden
op het LCD-scherm weergegeven.
Druk op de knop <x> om de opname
nogmaals weer te geven (pag. 71).
Zie 'Live view-opnamen' (pag. 123) voor het maken van opnamen
terwijl u op het LCD-scherm kijkt.
Zie 'Opnamen weergeven' (pag. 71) voor het bekijken van de
opnamen die u tot nu toe hebt gemaakt.
Ga voor meer informatie over het verwijderen van een opname
naar 'Opnamen wissen' (pag. 224).
17
Namen van onderdelen
De vetgedrukte onderdelen worden vermeld in het gedeelte tot 'Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen'.
Aan-uitschakelaar (pag. 32)
<B> Weergaveknop (pag. 47, 152, 167, 179)
<Z> Knop voor ISO-snelheid (pag. 79)
Hoofdinstelwiel
<6>
Ontspanknop
(pag. 40)
Lampje voor rode-ogen­reductie/ zelfontspanner (pag. 91/89)
Sensor van afstands­bediening (pag. 122, 261)
Greep
Spiegel (pag. 122, 187)
Contactpunten (pag. 15)
Objectiefbevestiging
Objectiefvergrendelingsstift
Programmakeuzewiel (pag. 22)
Ingebouwde flitser/AF-hulplicht
(pag. 90/86)
EF-objectiefbevestigingsmarkering (pag. 36)
EF-S-objectiefbevestigingsmarkering (pag. 36)
Contactpunten voor flitssynchronisatie
Flitserschoen (pag. 263)
<V>
markering (pag. 61)
Objectiefontgrendelings­knop (pag. 37)
Knop voor scherptediepte­controle (pag. 98)
Scherpstelvlak-
Bevestigings­punt draagriem
(pag. 25)
Aansluitingenklepje
Microfoon (pag. 142)
<D> Flits­knop (pag. 90)
Cameradop (pag. 36)
18
Aansluiting audio/video OUT/digitaal (pag. 221, 236)
Aansluiting afstands­bediening (pag. 262)
IN-aansluiting externe microfoon (pag. 160)
HDMI mini OUT­aansluiting (pag. 218)
Namen van onderdelen
Oogschelp (pag. 262)
Zoekeroculair
<C> Infoknop (pag. 47, 71, 126, 146, 175)
<M> Menu-
knop (pag. 43)
LCD-scherm
(pag. 31, 43, 167)
<O> Knop voor diafragma/belichtingscorrectie (pag. 99/103)
Statiefbevestigingspunt
<Q/l> Knop Snel instellen/ Direct print (pag. 41/241)
<x> Weergaveknop (pag. 71)
<0> Instelknop (pag. 43)
<S> Pijltjestoetsen (pag. 43) <WB> Knop voor witbalansselectie (pag. 117) <XA> Knop voor beeldstijlselectie (pag. 81) <Yi/Q> Knop voor transportmodusselectie (pag. 88, 89) <ZE> Knop voor AF-modusselectie (pag. 83)
Kaartsleuf (pag. 29)
Knop voor dioptrische aanpassing (pag. 39)
<A> Knop voor Live view-/ filmopnamen (pag. 124/142)
<A/I> Knop voor AE-vergrendeling/FE­vergrendeling/index/verkleinen (pag. 107/108/202/204, 243)
<S/u> Knop voor AF-puntselectie/ vergroten (pag. 85/204, 243)
Luidspreker (pag. 212)
Klepje van kaartsleuf
(pag. 29)
Aansluitpunt DC-snoer (pag. 260)
Lees-/schrijfindicator
(pag. 30)
Ontgrendelknop batterij­compartiment (pag. 28)
Klepje van het batterij­compartiment (pag. 28)
<L> Wisknop (pag. 224)
19
Namen van onderdelen
Weergave met opname-instellingen (in creatieve modi, pag. 22)
Sluitertijd
Indicator belichtingsniveau
Waarde belichtingscorrectie (pag. 103)
AEB-bereik (pag. 105)
Opnamemodus
Beeldstijl (pag. 81)
AF-modus (pag. 83)
X
1-beeld AF
9
AI Focus AF
Z
AI Servo AF
g
Handmatige focus
Pictogram Snel instellen (pag. 41)
Witbalans (pag. 117) Q Auto
W Daglicht E Schaduw R Bewolkt Y Kunstlicht U Wit TL licht I Flitser O Custom
Batterijniveau (pag. 33)
zxcn
Transportmodus (pag. 88, 89)
u Enkelbeeld i Continue opname
Q Zelfontsp.:10sec/Afstandsbed.
l Zelfontspanner:2 sec.
q Zelfontspanner:Continu
Eye-Fi-overdrachtsstatus*
*1: Wordt weergegeven als de ingebouwde flitser omhoog staat. *2: Wordt weergegeven als een Eye-Fi-kaart wordt gebruikt.
2
(pag. 265)
Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast, worden weergegeven.
Diafragma
c Instelwijzer (pag. 93)
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 109)
ISO-snelheid (pag. 79)
Lichte tonen prioriteit (pag. 254)
y Flitsbelichtings­correctie (pag. 104)
0
Flitsbelichtings-
correctie externe flitser
Instelling ingebouwde
1
flitser*
(pag. 181)
Opnamekwaliteit (pag. 76)
73
Groot/Fijn
83 Groot/Normaal
74
Gemiddeld/Fijn
84
Gemiddeld/Normaal
7a Klein 1/Fijn
8a Klein 1/Normaal
b Klein 2 (Fijn)
c
Klein 3 (Fijn)
1
RAW
1+73 RAW+Groot/Fijn
Maximumaantal opnamen
Maximumaantal opnamen tijdens witbalanstrapje
Aftelweergave zelfontspanner
2 Witbalanscorrectie (pag. 119)
B Witbalanstrapje (pag. 120)
Meetmethode (pag. 102)
q Meervlaks meting w Deelmeting r Spotmeting e Centrum gew. gemiddeld
20
Zoekerinformatie
Spotmetingscirkel
Namen van onderdelen
Indicator voor AF-puntactivatie < >
Matglas
<A> Belichtings­ vergrendeling/ AEB wordt uitgevoerd
<D> Flitser gereed Waarschuwing bij verkeerde flitsbelichtings­ vergrendeling
Snelle synchronisatie
<e> (FP-flits) <d> Flitsbelichtings­ vergrendeling/ FEB wordt uitgevoerd
<y> Flitsbelichtings­ correctie
Sluitertijd
Flitsbelichtingsvergrendeling (FEL)
Bezig (buSY) Ingebouwde flitser opladen
(D buSY)
AF-punten
<Z> ISO-snelheid
<2> Witbalans­correctie
<o> Focus-
bevestigings­ lampje
Max. opnamereeks
<0>
Monochroomopnamen
ISO-snelheid
<A> Lichte tonen prioriteit
Indicator belichtingsniveau Waarde belichtingscorrectie AEB-bereik Indicator rode-ogenreductielampje
Diafragma
Waarschuwing volle kaart (FuLL) Waarschuwing kaartfout (Card)
Waarschuwing geen kaart (Card)
Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast, worden weergegeven.
21
Namen van onderdelen
Programmakeuzewiel
Op het programmakeuzewiel vindt u de basismodi, de creatieve modi en de filmmodus.
Creatieve modi
Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen vast te leggen.
d : AE-programma (pag. 74) s : AE met sluitervoorkeur (pag. 94) f : AE met diafragmavoorkeur
(pag. 96)
a : Handmatige belichting
(pag. 99)
8: Automatische scherpte-
diepte AE (pag. 101)
Basismodi
U hoeft alleen maar de ontspanknop in te drukken. De camera stelt alles in en zorgt dat de instellingen zijn afgestemd op het onderwerp.
A : Automatisch/scène (pag. 50) 7 : Flitser uit (pag. 55)
C : Automatisch/creatief (pag. 56)
k: Filmopnamen
(pag. 141)
Standaardmodi
2 : Portret (pag. 59) 3 : Landschap (pag. 60) 4 : Close-up (pag. 61) 5 : Sport (pag. 62) 6 : Nacht portret (pag. 63)
22
Objectief
Objectief zonder focusafstandsschaal
Focusring (pag. 87, 138)
Bevestigingspunt zonnekap (pag. 294)
Filteraansluiting (voorkant objectief) (pag. 294)
Schakelaar voor Image Stabilizer
(beeldstabilisatie) (pag. 38)
Objectiefbevestigingsmarkering (pag. 36)
Objectief met focusafstandsschaal
Bevestigingspunt zonnekap (pag. 294)
Filteraansluiting (voorkant objectief) (pag. 294)
Namen van onderdelen
Focusinstellingsknop (pag. 36)
Zoomring (pag. 37)
Zoompositiemarkering (pag. 37)
Contactpunten (pag. 15)
Focusinstellingsknop (pag. 36)
Zoompositiemarkering (pag. 37)
Afstandsschaal
Zoomring (pag. 37)
Focusring (pag. 87, 138)
Schakelaar voor Image Stabilizer (beeldstabilisatie) (pag. 38)
Contactpunten (pag. 15)
Objectiefbevestigingsmarkering (pag. 36)
23
Namen van onderdelen
Batterijoplader LC-E8
Oplader voor batterij LP-E8 (pag. 26).
Batterijcompartiment
Oplaadlampje
Lampje 'volledig
opgeladen'
Stekker
Deze voedingseenheid kan verticaal of horizontaal worden gebruikt.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. GEVAAR - VOLG DEZE INSTRUCTIES NAUWKEURIG OM HET RISICO VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN.
Voor aansluiting van een accessoire buiten de Verenigde Staten: gebruik zo nodig een stekkeradapter met de juiste configuratie voor aansluiting op het stopcontact.
Batterijoplader LC-E8E
Oplader voor batterij LP-E8 (pag. 26).
Oplaadlampje
Lampje 'volledig
opgeladen'
Netsnoeraansluiting
Batterijcompartiment
Netsnoer
24
1
Aan de slag
In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd.
De riem bevestigen
Haal het uiteinde van de riem van onderaf door de draagriemring. Haal het uiteinde daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie. Trek de riem strak en zorg ervoor dat deze goed vastzit in de gesp.
De oculairdop is ook aan de riem
bevestigd (pag. 262).
Oculairdop
25
De batterij opladen
Verwijder het beschermdeksel.
1
Verwijder het beschermdeksel van de
batterij.
Plaats de batterij.
2
Plaats de batterij op de juiste manier
in de oplader zoals afgebeeld in de illustratie.
Om de batterij te verwijderen,
herhaalt u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde.
LC-E8
LC-E8E
Het duurt ongeveer 2 uur om een volledig uitgeputte batterij
helemaal op te laden bij 23 °C. Hoe lang het duurt om de batterij op te laden, is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en het laadniveau van de batterij.
Om veiligheidsredenen duurt opladen bij lage temperaturen
°
C-10°C)
(6
langer (tot 4 uur).
Laad de batterij op.
3
Voor LC-E8
Klap de contactpunten van de
batterijoplader naar buiten, in de richting van de pijl, en steek ze in het stopcontact.
Voor LC-E8E
Sluit het netsnoer aan op de oplader en steek de stekker in het stopcontact.
X Het opladen begint automatisch en
het oplaadlampje wordt oranje.
X Als de batterij volledig is opgeladen,
wordt het lampje 'volledig opgeladen' groen.
26
De batterij opladen
Tips voor het gebruik van de batterij en batterijoplader
Bij aankoop is de batterij niet volledig opgeladen.
Laad de batterij voor gebruik op.
Het verdient aanbeveling om de batterij op te laden op de dag
dat u deze gaat gebruiken of een dag ervoor.
Zelfs wanneer de camera is opgeborgen, raakt een opgeladen batterij geleidelijk aan leeg.
Verwijder de batterij na het opladen en haal de batterijoplader
uit het stopcontact.
Verwijder de batterij wanneer u de camera niet gebruikt.
Als de batterij langere tijd in de camera blijft zitten, is er sprake van een kleine lekstroom, waardoor de batterij verder wordt ontladen en minder lang meegaat. Bewaar de batterij met daarop het beschermdeksel (meegeleverd) bevestigd. Als u de batterij opbergt nadat u deze volledig hebt opgeladen, kunnen de prestaties van de batterij teruglopen.
De batterijoplader kan ook in het buitenland worden gebruikt.
De batterijoplader is compatibel met een stroombron van 100 V AC tot 240 V AC, 50/60 Hz. Indien nodig kunt u een in de handel verkrijgbare stekkeradapter voor het desbetreffende land of de desbetreffende regio gebruiken. Sluit geen draagbare spanningsomvormer aan op de batterijoplader. Dit kan de batterijoplader beschadigen.
Als de batterij snel leeg raakt, zelfs nadat deze volledig is
opgeladen, moet de batterij worden vervangen.
Koop een nieuwe batterij.
Nadat u de stekker van de lader uit het stopcontact hebt verwijderd, dient u de contactpunten van de stekker minstens 3 seconden niet aan te raken.
Laad geen andere batterij op dan een batterij van het type LP-E8. Batterij LP-E8 is uitsluitend geschikt voor producten van Canon.
Wanneer u deze oplaadt met een batterijoplader of een ander product dat niet compatibel is, kunnen zich defecten of ongelukken voordoen waarvoor Canon geen aansprakelijkheid aanvaardt.
27
De batterij plaatsen en verwijderen
De batterij plaatsen
Plaats een volledig opgeladen batterij LP-E8 in de camera.
Open het klepje.
1
Schuif het schuifje in de richting van
de pijlen en open het klepje.
Plaats de batterij.
2
Steek het uiteinde met de
batterijcontacten in de camera.
Schuif de batterij in de camera totdat
de batterij vastzit.
Sluit het klepje.
3
Druk op het klepje totdat het
dichtklikt.
De batterij verwijderen
Open het klepje en verwijder de batterij.
Druk het batterijontgrendelings-
schuifje in de richting van de pijl en verwijder de batterij.
Plaats het beschermdeksel
(meegeleverd, pag. 26) op de batterij om kortsluiting van de batterijcontacten te voorkomen.
Pas op dat u bij het openen van het batterijcompartiment het klepje niet te ver naar achter drukt. Het scharnier zou anders kunnen breken.
28
De kaart plaatsen en verwijderen
De kaart (afzonderlijk verkrijgbaar) kan een SD-, SDHC- of SDXC­geheugenkaart zijn. De opnamen worden opgeslagen op de kaart.
Zorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart omhoog staat zodat schrijven/wissen mogelijk is.
De kaart plaatsen
Open het klepje.
1
Schuif het klepje in de richting van de
pijlen om het te openen.
Schuifje voor schrijfbeveiliging
Maximumaantal opnamen
Het aantal mogelijke opnamen is afhankelijk van de resterende
capaciteit van de kaart, de instelling voor de opnamekwaliteit, de ISO­snelheid, enzovoort.
Door [1 Ontspan sluiter zonder kaart] in te stellen op [Uitschakelen],
voorkomt u dat u vergeet een kaart te plaatsen (pag. 166).
Plaats de kaart.
2
Plaats de kaart met de etiketzijde naar u toe, zoals in de afbeelding wordt weergegeven, en schuif de kaart in de camera totdat deze vastklikt.
Sluit het klepje.
3
Sluit het klepje en schuif het in de
richting van de pijlen totdat het dichtklikt.
Als u de aan-uitschakelaar op <1>
zet, wordt het aantal mogelijke opnamen (pag. 33) weergegeven op het LCD-scherm.
29
De kaart plaatsen en verwijderen
De kaart verwijderen
Open het klepje.
1
Zet de aan-uitschakelaar op <2>. Controleer of de lees-/
schrijfindicator uit is en open vervolgens het klepje.
Lees-/schrijfindicator
Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, betekent dit
dat opnamen op de kaart worden gelezen, opgeslagen of gewist, of dat gegevens worden overgebracht. Maak het klepje van de kaartsleuf op dat moment niet open. Verricht ook geen van de volgende handelingen wanneer de lees-/ schrijfindicator brandt of knippert. De opnamegegevens, kaart of camera kunnen anders beschadigd raken.
• De kaart verwijderen.
• De batterij verwijderen.
• De camera schudden of ergens tegenaan stoten.
Als er op de kaart al opnamen zijn opgeslagen, kan het zijn dat het
opnamenummer niet begint bij 0001 (pag. 170).
Raak de contactpunten van de kaart niet aan met uw vingers of met
metalen voorwerpen.
Als er op het LCD-scherm een kaartfout wordt weergegeven, verwijdert
u de kaart en plaatst u deze opnieuw. Gebruik een andere kaart als het probleem aanhoudt. Als u alle opnamen op de kaart kunt overbrengen naar een computer, breng deze dan over en formatteer vervolgens de kaart met de camera (pag. 45). De kaart functioneert dan wellicht weer normaal.
Sluit het klepje als 'Opslaan...' wordt
weergegeven.
Verwijder de kaart.
2
Duw de kaart voorzichtig in de
camera en laat de kaart vervolgens los. De kaart steekt uit de camera.
Trek de kaart recht uit de camera en
sluit het klepje.
30
Loading...
+ 298 hidden pages