Begin bij Lees dit eerst
Lees ook de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] en
de Gebruikershandleiding voor Direct Print.
(p. 6)
.
Stroomdiagram en referentiehandleidingen
Deze handleiding
Opnamen maken met de camera
Canon Digital Camera Software Starter
Guide Disk [Cd Startershandleiding voor
Canon Digital Camera-software]
De software installeren
Deze handleiding
De camera aansluiten op een computer
Deze handleiding
Canon Digital Camera Software Starter
Guide Disk [Cd Startershandleiding voor
Canon Digital Camera-software]
Beelden downloaden naar een computer
Gebruikershandleiding voor Direct Print
Gebruikershandleiding van de printer
Afdrukken en het gebruik van de printer
Gebruik van Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten
wanneer het wordt gebruikt in combinatie met Canon-accessoires.
Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of
ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de
slechte werking van niet-Canon-accessoires (bijvoorbeeld lekkage en/of
explosie van een batterij). Opmerking: deze garantie is niet van
toepassing op reparaties die voortkomen uit een slechte werking van
niet-Canon-accessoires, hoewel u deze reparaties wel tegen betaling
kunt laten uitvoeren.
Temperatuur van de camerakast
Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerakast warm
worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera
gedurende langere tijd gebruikt.
Informatie over het LCD-scherm
Het LCD-scherm is gefabriceerd met extreem hoge precisietechnieken. Meer
dan 99,99% van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan 0,01%
van de pixels kan soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen.
Dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld en duidt niet op een defect.
Video-indeling
Stel het videosysteem van uw land in op de camera voordat u deze aansluit
op een televisie (p. 156).
De batterij voor datum/tijd opladen
• De camera is voorzien van een ingebouwde oplaadbare lithium-ionbatterij
die de datum, tijd en andere camera-instellingen bijhoudt. Deze batterij
wordt opgeladen wanneer u de hoofdbatterij in de camera plaatst. Voordat
u de camera de eerste keer gebruikt, plaatst u een opgeladen batterij in de
camera en laat u deze minimaal 4 uur in de camera zitten om de batterij
voor de datum/tijd op te laden. De batterij wordt ook opgeladen wanneer
de camera is uitgeschakeld.
• Als het menu Datum/Tijd verschijnt wanneer u de camera inschakelt, is de
batterij voor datum/tijd leeg. Volg de hierboven vermelde procedure om de
batterij op te laden.
1
Informatie over deze handleiding
Conventies die in de tekst worden gebruikt
Naast of onder de titels worden pictogrammen weergegeven die
aangeven in welke modus de procedure kan worden uitgevoerd. In het
voorbeeld hieronder kan de modus Zelfontspanner worden gebruikt in
de volgende opnamemodi.
• Automatisch• Handmatig• Speciale opname
•
Film• Digitale Macro • My ColorsStitch Hulp
•
De zelfontspanner gebruiken
: Met dit symbool worden situaties aangegeven die de werking van
de camera kunnen beïnvloeden.
: Dit symbool geeft onderwerpen aan die extra informatie geven
naast de basisprocedures.
In deze handleiding wordt de term 'SD-geheugenkaart' (Secure Digital,
een systeem voor copyrightbeveiliging) afgekort tot 'SD-kaart'.
2
Inhoudsopgave
Onderwerpen die met een zijn gemarkeerd, geven een overzicht van
camerafuncties of procedures.
Tips en informatie ........................................................................... 181
Index ............................................................................................... 183
De oplaadbare lithiumbatterij recyclen ............................................ 185
Beschikbare functies per opnamemodus......................................... 192
5
Lees dit eerst
Lees eerst
Proefopnamen
Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of
de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke
onderwerpen fotografeert.
Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten
bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade
dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of
accessoire, inclusief SD-kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan
worden gemaakt of niet kan worden gemaakt op een manier die door
apparaten kan worden gelezen.
Schending van het auteursrecht
Digitale camera's van Canon zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik en
mogen nooit worden gebruikt op een wijze die inbreuk doet op of strijdig is
met internationale of binnenlandse wetten en bepalingen op het gebied
van copyright. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van
voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen met behulp
van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het copyright of andere
wettelijke bepalingen, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk
gebruik.
Garantiebeperkingen
Raadpleeg het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) van
Canon dat bij de camera wordt geleverd voor meer informatie over de
garantie voor de camera.
Zie de achterkant van dit boekje of het boekje Overeenkomst Europees
Garantie Systeem (EWS) voor contactinformatie van de Canon
Klantenservice.
6
Veiligheidsvoorschriften
• Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u de camera
gebruikt. Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding.
• De voorzorgsmaatregelen op de volgende pagina's zijn bedoeld voor een veilig
en juist gebruik van camera en accessoires, om letsel bij uzelf en anderen en
schade aan apparatuur te voorkomen.
• Op de volgende pagina's heeft de term 'apparatuur' vooral betrekking op de
camera en de accessoires voor de stroomvoorziening, zoals de batterijlader en
de compacte voedingsadapter die afzonderlijk verkrijgbaar is. Raadpleeg het
Systeemschema voor gedetailleerde informatie over accessoires voor de
stroomvoorziening.
SD-kaarten opbergen
Berg de SD-kaart op buiten het bereik van kinderen en peuters.
SD-kaarten kunnen per ongeluk worden ingeslikt. Raadpleeg in dat geval
onmiddellijk uw huisarts.
Waarschuwingen
• Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere sterke lichtbron
die uw gezichtsvermogen kan aantasten.
•
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren.
aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd
vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser
gebruikt.
•
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters.
kind de camera of batterij per ongeluk beschadigt, kan dat ernstig letsel tot
gevolg hebben. Bovendien kan het plaatsen van de riem om de nek van een
kind leiden tot verstikking.
•
Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te wijzigen als hiervoor
geen expliciete aanwijzingen zijn opgenomen in de handleiding.
Demontage of wijziging kan een elektrische schok met een hoge spanning tot
gevolg hebben. Interne controles, wijzigingen en reparaties moeten worden
uitgevoerd door deskundig en bevoegd onderhoudspersoneel via uw
leverancier of een helpdesk van Canon Klantenservice.
Blootstelling
Als een
7
•
Raak de flitser niet aan als deze is beschadigd. De flitser kan onder hoge
spanning staan en door deze aan te raken, kunt u een elektrische schok
krijgen.
Raak ook nooit interne onderdelen aan die als gevolg van een
beschadiging niet meer worden beschermd. Interne onderdelen kunnen onder
hoge spanning staan en een elektrische schok geven. Neem zo spoedig
mogelijk contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van
Canon Klantenservice.
•
Staak het gebruik van de apparatuur onmiddellijk als er rook of giftige
damp uitkomt.
elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit, verwijder de
batterij uit de camera of haal het netsnoer van de batterijlader uit het
stopcontact. Controleer of er nog steeds rook of damp uit de camera komt.
Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon
Klantenservice.
•
Staak het gebruik van de apparatuur als deze is gevallen of als de
behuizing is beschadigd.
een elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit, verwijder de
batterij uit de camera of haal het netsnoer uit het stopcontact. Neem contact
op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon
Klantenservice.
•
Zorg ervoor dat de apparatuur niet in contact komt met of wordt
ondergedompeld in water of andere vloeistoffen.
vloeistoffen in de camera komen. De camera is niet waterdicht. Als de
buitenkant van de camera in aanraking komt met vloeistoffen of zilte lucht,
veegt u deze droog met een zachte, absorberende doek. Schakel de camera
onmiddellijk uit en verwijder de batterij uit de camera of haal het netsnoer uit
het stopcontact als er water of een andere substantie in het apparaat is
terechtgekomen. Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of
kunt u een elektrische schok krijgen. Neem contact op met uw leverancier of
de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
•
Gebruik geen middelen met alcohol, benzeen of verdunners, of andere
brandgevaarlijke stoffen om de apparatuur schoon te maken of schoon te
houden.
Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u een
Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u
Let erop dat er geen
Door het gebruik van deze middelen kan brand ontstaan.
8
•
Maak regelmatig het netsnoer los en veeg het stof en vuil weg dat zich
heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het
gebied eromheen.
dat zich rondom de stekker heeft verzameld in de loop der tijd verzadigd raken
van vocht en kortsluiting veroorzaken, mogelijk met brand als gevolg.
•
Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt of wijzigt en
plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
ontstaan, wat brand of elektrische schokken tot gevolg kan hebben.
•
Pak het netsnoer niet vast met natte handen.
elektrische schok te krijgen. Houd de kabel bij het harde stekkergedeelte vast
als u de kabel uit het stopcontact haalt. Trekken aan het flexibele gedeelte van
de kabel kan de draad en de isolatie beschadigen of blootleggen, waardoor
kans op brand of elektrische schokken ontstaat.
•
Gebruik alleen de aanbevolen accessoires voor de stroomvoorziening.
Het gebruik van energiebronnen die niet nadrukkelijk voor deze apparatuur zijn
aanbevolen, kan leiden tot oververhitting, aantasting van de apparatuur, brand,
elektrische schokken of andere gevaren.
•
Plaats de batterij niet in de buurt van een warmtebron en stel deze niet
bloot aan vuur of hitte.
en water kunnen de batterij beschadigen en lekkage van bijtende vloeistoffen
veroorzaken, wat brand, elektrische schokken, explosies en ernstig letsel tot
gevolg kan hebben.
•
Probeer de batterij niet te demonteren, te modificeren of op te warmen.
Er bestaat dan een grote kans op een explosie met letsel tot gevolg. Spoel alle
lichaamsdelen, waaronder ogen en mond, of kleding die met de inhoud van
een batterij in aanraking komen, onmiddellijk af met water. Als de ogen of
mond met deze stoffen in aanraking komen, spoelt u die onmiddellijk met
water en schakelt u medische hulp in.
•
Laat de batterij niet vallen en voorkom beschadiging van de behuizing
van de batterij.
gevolg hebben.
•
Voorkom kortsluiting van de batterijpolen door metalen voorwerpen, zoals
sleutels.
Kortsluiting kan oververhitting, brandwonden en ander letsel tot
gevolg hebben. Gebruik het meegeleverde afdekplaatje wanneer u de batterij
vervoert of opbergt.
In een stoffige, vochtige of vettige omgeving kan het stof
Hierdoor kan kortsluiting
U loopt dan het risico een
Dompel de batterij ook niet onder in water. Hitte, vuur
Beschadiging van de batterij kan lekkage en letsel tot
9
•
Plak, voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal over
de polen van de batterij om aanraking ervan met andere voorwerpen te
voorkomen.
afvalcontainers kan brand of explosie tot gevolg hebben. Breng de lege batterij
zo mogelijk naar een speciaal inzamelingspunt voor chemisch afval bij u in
de buurt.
•
Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires.
batterijen die niet expliciet voor deze apparatuur zijn aanbevolen, kan leiden
tot explosies of lekkages, wat brand, letsel en schade aan de omgeving
kan veroorzaken.
•
Gebruik de aanbevolen batterijlader om de batterij NB-3L op te laden.
Het gebruik van andere opladers kan oververhitting, aantasting van de
apparatuur, brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.
•
Koppel de batterijlader en de compacte voedingsadapter los van de camera
en haal de stekker van de adapter uit het stopcontact als de batterij
is opgeladen en u de camera niet gebruikt. Er kan anders brand of een
andere gevaarlijke situatie ontstaan.
lange periode kan de eenheid oververhit en beschadigd raken, waardoor brand
kan ontstaan.
•
De batterijlader en de compacte voedingsadapter zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik met de camera.
producten of batterijen. Er kan anders brand of een andere gevaarlijke
situatie ontstaan.
Aanraking met de metalen onderdelen van andere materialen in
Het gebruik van
Door continu gebruik gedurende een
Gebruik het snoer niet in combinatie met andere
Waarschuwing met betrekking tot magnetische velden
Houd objecten die gevoelig zijn voor magnetische velden (zoals
creditcards) uit de buurt van de luidspreker op de camera (p. 13).
Dergelijke objecten kunnen defect raken of worden blootgesteld
aan gegevensverlies.
10
Voorzichtig
•
Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen die aan sterk
zonlicht of hoge temperaturen blootstaan, zoals het dashboard of de
kofferruimte van een auto.
lekkage, oververhitting of explosie van de batterijen veroorzaken, wat tot
brand kan leiden of brandwonden of ander letsel tot gevolg kan hebben. Hoge
temperaturen kunnen tevens de behuizing vervormen. Zorg voor een goede
ventilatie wanneer u de batterijlader gebruikt voor het opladen van de batterij.
•
Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen.
elektrische schokken of andere schade veroorzaken.
• Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen stoot of de camera
op een andere manier blootstelt aan schokken en stoten wanneer u de
camera vasthoudt of aan de riem draagt, om te voorkomen dat u gewond
raakt of de camera beschadigd raakt.
•
Zorg dat uw vingers of uw kleding niet voor de flitser komen wanneer u een
opname maakt.
geluid maken. Raak de flitser ook niet aan nadat u snel achter elkaar een aantal
opnamen hebt gemaakt. In beide gevallen kan dit resulteren in brandwonden.
•
Gebruik de flitser niet als er vuil of stof op de lens zit.
ontwikkeling die hierdoor ontstaat, kan namelijk beschadiging van de flitser
veroorzaken.
•
Let erop dat u de batterijlader gebruikt met een stopcontact dat het vereiste
voltage heeft en niet een te hoog voltage.
verschilt per land.
• Gebruik de batterijlader of compacte voedingsadapter niet als de kabel of
stekker is beschadigd of als de stekker zich niet volledig in het stopcontact
bevindt.
• Zorg ervoor dat er geen metalen objecten (zoals spelden of sleutels) of stof
in contact komen met de contactpunten of stekker van de oplader.
•
Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerakast warm
worden.
De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of een vreemd
Let erop dat u uw handen niet brandt.
Blootstelling aan veel zonlicht en warmte kan
Dit kan brand,
De warmte-
De stekker van de batterijlader
11
Defecten voorkomen
Vermijd sterke magnetische velden
Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere apparaten
die sterk magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterk magnetische velden kan leiden tot defecten of beschadigde opnamegegevens.
Vermijd problemen door condensatie
Het blootstellen van de apparatuur aan snel wisselende temperaturen
kan condensatie (kleine waterdruppels) aan de binnen- en buitenkant
veroorzaken. Dit kunt u voorkomen door de apparatuur in een luchtdichte,
hersluitbare plastic zak te plaatsen en zo geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat u de apparatuur weer uit de
zak haalt.
Condensatievorming in de camera
Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als u condensatievorming
ontdekt. Als u de camera toch blijft gebruiken, kan de apparatuur
beschadigd raken. Verwijder de SD-kaart en de batterij of de compacte
voedingsadapter uit de camera en wacht tot het vocht volledig is verdampt
voordat u de apparatuur weer in gebruik neemt.
Opslaan voor langere tijd
Haal de batterij uit de camera of uit de batterijlader en berg de apparatuur
op een veilige plaats op als u de camera langere tijd niet gebruikt. Als u de
batterij niet verwijdert wanneer u de camera langere tijd opbergt, loopt de
batterij leeg. Als de batterij meer dan drie weken uit de camera verwijderd is
geweest, worden mogelijk de standaardinstellingen voor datum, tijd en
andere cameraopties ingesteld op het moment dat u de camera weer in
gebruik neemt.
12
Overzicht van de onderdelen
Vooraanzicht
Microfoon (p. 124)
Klepje uitgangen
DIGITAL-aansluiting (p. 147)
A/V OUT-uitgang (audio/video) (p. 155)
AF-hulplicht (p. 46)
Lampje voor rode-ogenreductie (p. 65)
Lampje voor zelfontspanner (p. 78)
Optische zoeker (p. 43)
Luidspreker
Flitser (p. 64)
Lens
Bevestigingspunt polsriem
De polsriem bevestigen
*
Overzicht van de onderdelen
* Als u de camera aan de riem draagt, moet u erop letten dat de camera niet
heen en weer zwaait of tegen andere objecten stoot.
De interfacekabel en de AV-kabel kunnen niet tegelijkertijd worden
aangesloten.
13
Achterkant
Bevestigingspunt statief
LCD-venster (p. 36)
Optische zoeker (p. 43)
Batterijvakje
(vakje voor SD-kaart
en batterij)
Klepje van SD-kaartsleuf/
batterijhouder (p. 22, 24)
Klepje van aansluiting voor gelijkstroomkoppeling (p. 169)
14
Bedieningspaneel
Aan/uit-knop (p. 34)
Lampjes (p. 17)
Knop (Afdrukken/
Delen) (p. 18)
Aan/uit-lampje
Brandt wanneer de camera is ingeschakeld of wanneer de
voorbereidingen voor verzending zijn voltooid als de
camera op een computer is aangesloten.
Zoomknop
Opnamen maken:
(Groothoeklens)/ (Telestand) (p. 44)
Weergeven:
(Index) (p. 115)/ (Vergroten) (p. 114)
Sluiterknop (p. 45)
Programmakeuzewiel
(p. 16)
Knop MENU (p. 49)
Knop (FUNC./SET) (Functie/
Instellen) (p. 47)
Knop DISP. (Weergave) (p. 36)
Overzicht van de onderdelen
Knop (Lichtmeting)
Knop (Springen)
Knop
Knop (Flitser) (p. 64)/
Knop
Knop (Continu)
Knop (Zelfontspanner)
Knop (Wissen per beeld)
Knop
Knop (Macro) / (Oneindig)
Knop
(p. 94)
(p. 117)
(p. 75)/
(p. 78)/
(p. 131)/
/
/
(p. 70)/
15
Programmakeuzewiel
Gebruik het programmakeuzewiel om een functie
voor opnamen of afspelen te kiezen.
Stilstaande beelden maken (Opnamemodus)
Automa-
tisch
Handmatig
Speciale
opnamen
FilmFilms opnemen met geluid (p. 81).
Beelden weergeven (Weergavemodus)
Weergeven
Opnamen maken met de instellingen die door
de camera zijn geselecteerd (p. 59).
U selecteert de instellingen voor
belichtingscompensatie, witbalans en fotoeffect (p. 69).
Handig voor het maken van opnamen in negen
verschillende omstandigheden (p. 66).
• Beelden bekijken of verwijderen van
de SD-kaart (p. 113, 131)
• Ongeveer 1 minuut nadat u met het
programmakeuzewiel van een opnamefunctie
naar de afspeelfunctie bent gegaan, wordt de
lens ingetrokken.
• Als u een printer hebt aangesloten, kunt u
opgenomen beelden afdrukken (zie de
Gebruikershandleiding voor Direct Print).
• Wanneer een computer op de camera is
aangesloten, kunt u opgenomen beelden
downloaden en op de computer weergeven
(p. 146).
16
Als een printer correct is aangesloten, verschijnt het pictogram ,
of op het LCD-scherm.
De camera vasthouden
U krijgt onscherpe beelden als de camera beweegt op het moment dat
u de sluiterknop indrukt. Houd de camera vast zoals hieronder wordt
weergegeven om te voorkomen dat de camera beweegt als u een
opname maakt.
Houd de camera stevig vast met beide
handen en laat uw ellebogen tegen
de zijkant van uw lichaam rusten.
Plaats uw vinger op de sluiterknop
terwijl u de camera zo vasthoudt.
• Zorg dat uw haar of vingers niet voor de lens, de flitser, het lampje
van de zelfontspanner, de microfoon of de luidspreker komen.
• Zet de camera op een statief als u oneindige opnamen maakt of
fotografeert in een donkere omgeving.
Lampjes
De lampjes branden of knipperen wanneer de aan/uit-knop of de sluiterknop
wordt ingedrukt.
Bovenste lampje
Brandt groen:gereed voor opname
Knippert groen: schrijven naar de SD-kaart/lezen van de SD-kaart/wissen
van de SD-kaart/overdragen van gegevens (bij verbinding
met een computer)
Brandt oranje: gereed voor opname (flitser aan)
Knippert oranje: gereed voor opname (waarschuwing dat de camera
beweegt)
Onderste lampje
Brandt geel:macromodus/oneindige modus/AF lock
Knippert geel:problemen bij het scherpstellen (1 pieptoon)
hoewel u de sluiterknop wel kunt indrukken als het lampje
geel knippert, kunt u beter opnamen maken met de
focusvergrendeling of AF lock (p. 90).
Overzicht van de onderdelen
17
De volgende opties zijn beschikbaar via één druk op de knop
(Afdrukken/Delen).
• Afdrukken: zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print
(meegeleverd bij de camera)
• Beelden downloaden: zie p. 145 in deze handleiding en de Canon
Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding
voor Canon Digital Camera-software] (meegeleverd bij de camera)
Het lampje knippert of brandt wanneer er een verbinding is met een
printer of computer.
Blauw: gereed om af te drukken/gereed om beelden te verzenden
Knippert blauw: bezig met afdrukken/verzenden
Hieronder ziet u welke kabels u kunt gebruiken om de camera op een
computer of een printer aan te sluiten:
Computer (p. 145)
Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera)
Direct Print-compatibele printers (afzonderlijk verkrijgbaar)
- Printers die de functie PictBridge ondersteunen:
Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera)
- Printers die de functie Bubble Jet Direct ondersteunen:
raadpleeg de gebruikershandleiding van de Bubble Jet Printer.
• Printers van een ander merk dan Canon die de functie PictBridge
ondersteunen
Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera)
Raadpleeg het Systeemschema of de Gebruikershandleiding voor
Direct Print die bij de camera is geleverd voor informatie over printers
die de functie Direct Print ondersteunen
.
directe-
18
De camera voorbereiden
De batterij opladen
Ga als volgt te werk om de batterij op te laden wanneer u de camera
voor het eerst gebruikt of wanneer het bericht 'Vervang\Verwissel accu'
wordt weergegeven.
Symbool
Oplaadlampje
Plaats de batterij in de
1
batterijlader.
Zorg dat de symbolen op de batterij
en de batterijlader recht tegenover elkaar
staan zodat de batterij correct wordt
geplaatst.
Het model en type van de batterijlader kan
2
per land verschillen.
(Voor CB-2LU)
Steek de stekker van de
batterijlader in een stopcontact.
(Voor CB-2LUE)
Sluit het netsnoer aan op de
batterijlader en steek de stekker
in een stopcontact.
• Tijdens het opladen van de batterij brandt
het oplaadlampje rood. Als de batterij
volledig is opgeladen, wordt het
oplaadlampje groen.
• Als de batterij is opgeladen, haalt u het
netsnoer van de batterijlader uit het
stopcontact en haalt u onmiddellijk de
batterij uit de lader.
De camera voorbereiden
Om de levensduur van de batterij te waarborgen moet u de batterij
nooit langer dan 24 uur opladen.
19
• Aangezien dit een lithium-ionbatterij is, hoeft u niet te wachten totdat
de batterij volledig leeg is voordat u deze weer oplaadt. U kunt de
batterij op elk gewenst moment opladen. Aangezien het maximale
aantal oplaadcycli echter rond de 300 ligt (levensduur van de
batterij volgens de testnormen van Canon), kunt u de batterij beter
opladen als deze helemaal leeg is om de levensduur van de batterij
te verlengen.
• Het duurt ongeveer 95 minuten om een lege batterij volledig op te
laden (volgens de testnormen van Canon). Het wordt aanbevolen
om de batterij op te laden bij een temperatuur van 5 tot 40 °C.
• De oplaadtijd is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de
resterende lading van de batterij op dat moment.
• Tijdens het opladen is mogelijk een geluid hoorbaar. Dit is niet het
gevolg van een storing.
zZorg er altijd voor dat de contactpunten van de batterij () schoon
zijn. Als de contactpunten niet goed schoon zijn, kan dit leiden tot een
slecht contact tussen de batterij en de camera. Reinig de contactpunten
met een wattenstaafje voordat u de batterij oplaadt of gebruikt.
zHoud de oplader niet ondersteboven en zwaai er niet mee als er een batterij
in zit. De batterij kan eruit vallen.
zBij lage temperaturen kunnen de prestaties van de batterij teruglopen en
kan het pictogram waarmee wordt aangegeven dat de batterij bijna leeg is,
sneller dan normaal verschijnen. Onder deze omstandigheden activeert u
de batterij door deze onmiddellijk vóór het gebruik op te warmen in uw
broekzak. Zorg echter dat uw broekzak geen metalen voorwerpen,
bijvoorbeeld een sleutelhanger, bevat om kortsluiting van de batterij
te voorkomen.
zDek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met
voorwerpen zoals een tafellaken, tapijt, deken of kussen. Het apparaat kan
dan te warm worden en mogelijk brand veroorzaken.
zGebruik met deze oplader uitsluitend batterijen van het type NB-3L.
zZelfs als de camera is uitgeschakeld, verliest de batterij voortdurend een
minimale hoeveelheid energie wanneer deze zich in de camera of in de
oplader bevindt. Hierdoor wordt de levensduur van de batterij verkort.
20
zZorg dat er geen metalen
objecten zoals sleutels in
Fig. A
Fig. B
aanraking komen met de
contactpunten en
(Fig. A), aangezien de batterij
hierdoor beschadigd kan raken.
Als u de batterij wilt vervoeren of
opslaan wanneer u deze niet
gebruikt, moet u altijd de klepjes
van de contactpunten
terugplaatsen (Fig. B).
zOok opgeladen batterijen
verliezen voortdurend wat van
hun lading. U kunt de batterij het beste opladen op de dag van gebruik of
een dag daarvoor, zodat deze optimaal is opgeladen.
zWanneer u een volledig opgeladen batterij langere tijd (ongeveer een jaar)
weglegt, kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
Het is daarom raadzaam de batterij in de camera te gebruiken totdat de
batterij volledig leeg is en deze vervolgens binnenshuis op een droge plaats
bij een temperatuur van 0 tot 30°C te bewaren. Als u de batterij langere
perioden niet gebruikt, moet u de batterij ongeveer eenmaal per jaar
volledig opladen en vervolgens gebruiken in de camera totdat de batterij
weer leeg is, voordat u de batterij opnieuw opbergt.
zAls de prestaties van de batterij aanzienlijk verminderen, zelfs als deze
volledig is opgeladen, moet u de batterij vervangen.
De camera voorbereiden
21
De batterij plaatsen
Gebruik de meegeleverde batterij NB-3L.
Laad de batterij volledig op (p. 19)
eerst gebruikt.
Open het klepje van de
1
SD-kaartsleuf/batterijhouder in
de richting van de pijlen.
Batterijvergrendeling
Houd de batterijvergrendeling
2
ingedrukt terwijl u de batterij
volledig in de houder schuift tot
de vergrendeling vastklikt.
Zorg ervoor dat de symbolen op
de batterij en de batterijhouder recht
tegenover elkaar staan zodat de batterij
correct wordt geplaatst.
Symbool
Als u de batterij wilt verwijderen, duwt u de
batterijvergrendeling in de richting van de
pijl en houdt u deze vast terwijl u de batterij
naar buiten trekt.
Sluit het klepje van de
3
SD-kaartsleuf/batterijhouder.
voordat u deze voor het
22
• Wees voorzichtig met de batterijhouder wanneer u de batterij plaatst
of verwijdert.
• Schakel de camera niet uit en open het klepje van de SD-kaartsleuf/
batterijhouder niet wanneer het lampje groen knippert. De camera
schrijft, leest of verwijdert op dat moment een beeld of brengt een
beeld over van of naar de SD-kaart.
• Verwijder de batterij wanneer u de camera niet gebruikt. Als de
batterij meer dan drie weken uit de camera verwijderd is geweest,
worden mogelijk de standaardinstellingen voor datum, tijd en
andere cameraopties ingesteld op het moment dat u de camera
weer in gebruik neemt.
Gebruik de voedingsadapterset ACK900 (afzonderlijk verkrijgbaar)
als u de camera langere tijd gebruikt (p. 169).
Batterijlading
De volgende pictogrammen en berichten verschijnen wanneer de batterij
onvoldoende is opgeladen.
De batterij is bijna leeg. Laad de batterij zo snel mogelijk op
als u deze langere tijd wilt gebruiken.
Als het LCD-scherm is uitgeschakeld, verschijnt dit pictogram
wanneer u op een andere knop drukt dan op de aan/uit-knop of
de knop (Afdrukken/Delen).
De batterij is niet voldoende geladen om met de camera te
kunnen werken. Vervang de batterij onmiddellijk.
De camera voorbereiden
23
De SD-kaart plaatsen
Het schuifje voor schrijfbeveiliging
De SD-kaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging. Als u
het schuifje omlaag duwt, kunnen er geen gegevens op de kaart worden
opgeslagen en worden bestaande gegevens, zoals beelden, beveiligd.
Als u gegevens naar de SD-kaart wilt schrijven of de kaart wilt wissen of
formatteren, moet u het schuifje eerst omhoog duwen.
Schuifje voor schrijfbeveiliging
Schrijven/wissen mogelijkSchrijven/wissen niet mogelijk
Zorg ervoor dat de SD-kaart in de goede richting in de camera wordt
geplaatst. Als de kaart per ongeluk achterstevoren wordt geplaatst, kan
dit de camera beschadigen.
Schakel de camera uit en volg de aanwijzingen hieronder om de SD-kaart
te plaatsen.
Open het klepje van de
1
SD-kaartsleuf/batterijhouder
in de richting van de pijlen.
Plaats de SD-kaart.
2
• Duw de kaart zoals aangegeven op
het diagram op het klepje van de
SD-kaartsleuf/batterijhouder tot u
een klik hoort.
• Zorg dat u geen metaal aanraakt of
metalen objecten in contact laat komen
Achterzijde
24
met de contactpunten op de achterzijde
van de SD-kaart.
Sluit het klepje van de
3
SD-kaartsleuf/batterijhouder.
De SD-kaart verwijderen
Duw de SD-kaart naar binnen tot u een klik hoort en laat de kaart los.
• Wees voorzichtig met de kaartsleuf wanneer u de SD-kaart plaatst
of verwijdert.
• Wanneer het indicatielampje groen knippert, moet u de volgende
handelingen nooit uitvoeren omdat de camera op dat moment
gegevens op de SD-kaart leest of wist, of gegevens naar de
SD-kaart schrijft. De beeldgegevens kunnen dan beschadigd raken.
- De camera blootstellen aan trillingen of schokken.
- De camera uitschakelen of het klepje van de SD-kaartsleuf/
batterijhouder openen.
• Het is mogelijk dat SD-kaarten die zijn geformatteerd met camera's
van andere fabrikanten of een computer, of die zijn geformatteerd of
bewerkt met toepassingen, niet naar behoren in de camera
functioneren of het schrijfproces vertragen.
• Wij raden u aan SD-kaarten te gebruiken die in uw camera zijn
geformatteerd (p. 26). De kaart die bij de camera wordt geleverd,
kunt u gebruiken zonder dat u de kaart hoeft te formatteren.
Zie SD-kaarten en geschatte capaciteiten (p. 178).
De camera voorbereiden
25
SD-kaarten formatteren
U moet een nieuwe SD-kaart of een SD-kaart waarvan u alle beelden en
andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren.
Bij het formatteren (initialiseren) van een SD-kaart worden alle
gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden en andere
soorten bestanden.
Aan/uit-lampje
Druk op de aan/uit-knop totdat het
1
aan/uit-lampje groen brandt.
Druk op de knop MENU.
2
Het menu (Opname) of (Keuze)
wordt weergegeven.
Gebruik de knop om het menu
3
(Instellen) te selecteren.
Gebruik de knop of om
4
[Formateren] te selecteren en druk
vervolgens op de knop FUNC./SET.
26
Gebruik de knop om [OK] te
5
selecteren en druk vervolgens op
de knop FUNC./SET.
• Als u een low level format wilt uitvoeren,
gebruikt u de knop om [Low Level
Format] te selecteren en de knop
of om een vinkje toe te voegen.
• Als u het formatteren wilt annuleren,
selecteert u [Stop].
• Als [Low Level Format] is geselecteerd,
kunt u halverwege stoppen met
formatteren door op de knop FUNC./SET
te drukken. U kunt de SD-kaart zonder
problemen blijven gebruiken, zelfs als u
het formatteren halverwege hebt
afgebroken.
• De capaciteit van de SD-kaart wordt na het
formatteren weergegeven en zal lager zijn
dan de geschatte capaciteit van de kaart.
Dit wijst niet op een storing van de
SD-kaart of de camera.
• Low Level Format
Selecteer de optie Low Level Format als u denkt dat de lees/schrijfsnelheid van een SD-kaart is verminderd of als u alle gegevens van
de kaart wilt verwijderen. Het uitvoeren van een low level format kan
op sommige SD-kaarten 2 tot 3 minuten duren.
• Als de camera niet naar behoren functioneert, kan de SD-kaart
beschadigd zijn. Mogelijk kunt u het probleem verhelpen door
de SD-kaart opnieuw te formatteren.
• Ook problemen met een SD-kaart van een ander merk dan
Canon kunnen soms worden verholpen door de kaart opnieuw
te formatteren.
• Het is mogelijk dat SD-kaarten die met een andere camera, een
computer of randapparatuur zijn geformatteerd, niet goed werken
in deze camera. Als dit het geval is, formatteert u de SD-kaart
opnieuw met deze camera. Als het formatteren met de camera niet
lukt, schakelt u de camera uit en plaatst u de SD-kaart opnieuw in
de camera. Schakel de camera vervolgens weer in en formatteer
de kaart.
De camera voorbereiden
27
Voorzorgsmaatregelen voor SD-kaarten
zEen SD-kaart bestaat uit zeer geavanceerde elektronica. Buig de kaart niet
en stel deze niet bloot aan druk, schokken of trillingen.
zProbeer een SD-kaart niet te demonteren of aan te passen.
zZorg dat er geen stof, water of objecten in aanraking komen met de
aansluitingen aan de achterzijde van de kaart. Raak de contactpunten niet
aan met uw hand of metalen objecten.
zTrek het oorspronkelijke etiket op de SD-kaart niet los en plak er geen ander
etiket of een sticker overheen.
zGebruik een pen met een zachte punt (bijvoorbeeld een viltstift) om op de
SD-kaart te schrijven. Het gebruik van een scherpe pen, zoals een balpen,
of een potlood kan leiden tot beschadiging van de SD-kaart of de gegevens
die op de kaart zijn opgeslagen.
zOmdat sommige of alle gegevens op de SD-kaart kunnen worden
beschadigd of gewist door elektrische ruis, statische elektriciteit of een
kaartfout, verdient het aanbeveling om een reservekopie te maken van
belangrijke gegevens.
zAls de omgevingstemperatuur sterk wisselt, kan zich condensatie vormen
op de SD-kaart, waardoor deze mogelijk niet goed functioneert. U kunt
condensatie voorkomen door de SD-kaart in een luchtdichte plastic zak
te plaatsen en de kaart aldus verpakt eerst geleidelijk aan de nieuwe
temperatuur te laten wennen.
zAls er toch condensatie op de SD-kaart ontstaat, bewaart u de kaart
bij kamertemperatuur tot alle waterdruppeltjes op natuurlijke wijze
zijn verdampt.
zGebruik of bewaar SD-kaarten niet op de volgende plaatsen:
- Plaatsen met veel stof of zand
- Plaatsen met een hoge vochtigheidsgraad of hoge temperaturen
Waarschuwing voor multimediakaarten
Deze digitale camera werkt het beste in combinatie met SD-kaarten van
het merk Canon. Het is mogelijk om multimediakaarten te gebruiken met
deze camera. Canon stelt zich echter niet aansprakelijk voor het gebruik
van multimediakaarten.
28
Loading...
+ 166 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.