Canon DIGITAL IXUS 700 User Manual [nl]

NEDERLANDS
Gebruikershandleiding
Begin bij Lees dit eerst Lees ook de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] en de Gebruikershandleiding voor Direct Print.
(p. 6)
.
Stroomdiagram en referentiehandleidingen
Deze handleiding
Opnamen maken met de camera
Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]
De software installeren
Deze handleiding
De camera aansluiten op een computer
Deze handleiding
Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]
Beelden downloaden naar een computer
Gebruikershandleiding voor Direct Print Gebruikershandleiding van de printer
Afdrukken en het gebruik van de printer
Gebruik van Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie met Canon-accessoires. Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van niet-Canon-accessoires (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij). Opmerking: deze garantie is niet van toepassing op reparaties die voortkomen uit een slechte werking van niet-Canon-accessoires, hoewel u deze reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.
Temperatuur van de camerakast
Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerakast warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt.
Informatie over het LCD-scherm
Het LCD-scherm is gefabriceerd met extreem hoge precisietechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen. Dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld en duidt niet op een defect.
Video-indeling
Stel het videosysteem van uw land in op de camera voordat u deze aansluit op een televisie (p. 156).
De batterij voor datum/tijd opladen
• De camera is voorzien van een ingebouwde oplaadbare lithium-ionbatterij die de datum, tijd en andere camera-instellingen bijhoudt. Deze batterij wordt opgeladen wanneer u de hoofdbatterij in de camera plaatst. Voordat u de camera de eerste keer gebruikt, plaatst u een opgeladen batterij in de camera en laat u deze minimaal 4 uur in de camera zitten om de batterij voor de datum/tijd op te laden. De batterij wordt ook opgeladen wanneer de camera is uitgeschakeld.
• Als het menu Datum/Tijd verschijnt wanneer u de camera inschakelt, is de batterij voor datum/tijd leeg. Volg de hierboven vermelde procedure om de batterij op te laden.
1
Informatie over deze handleiding
Conventies die in de tekst worden gebruikt
Naast of onder de titels worden pictogrammen weergegeven die aangeven in welke modus de procedure kan worden uitgevoerd. In het voorbeeld hieronder kan de modus Zelfontspanner worden gebruikt in de volgende opnamemodi.
Automatisch Handmatig Speciale opname
Film Digitale Macro • My Colors Stitch Hulp
De zelfontspanner gebruiken
: Met dit symbool worden situaties aangegeven die de werking van
de camera kunnen beïnvloeden.
: Dit symbool geeft onderwerpen aan die extra informatie geven
naast de basisprocedures.
In deze handleiding wordt de term 'SD-geheugenkaart' (Secure Digital, een systeem voor copyrightbeveiliging) afgekort tot 'SD-kaart'.
2
Inhoudsopgave
Onderwerpen die met een zijn gemarkeerd, geven een overzicht van camerafuncties of procedures.
Lees dit eerst
Lees eerst............................................................................................ 6
Veiligheidsvoorschriften ...................................................................... 7
Defecten voorkomen ......................................................................... 12
Overzicht van de onderdelen
Overzicht van de onderdelen ............................................................. 13
De camera voorbereiden
De batterij opladen ............................................................................ 19
De batterij plaatsen............................................................................ 22
De SD-kaart plaatsen......................................................................... 24
SD-kaarten formatteren................................................................. 26
De datum en tijd instellen .................................................................. 29
De gewenste taal instellen ................................................................. 32
Basisfuncties
De camera inschakelen...................................................................... 34
Het LCD-scherm gebruiken ............................................................... 36
Helderheid van het LCD-scherm........................................................ 38
Informatie op het LCD-scherm .......................................................... 39
De zoeker gebruiken .......................................................................... 43
De zoom gebruiken ........................................................................... 44
De sluiterknop indrukken ................................................................... 45
Menu's en instellingen selecteren ..................................................... 47
Menu-instellingen en fabrieksinstellingen ......................................... 52
Alle standaardwaarden herstellen ...................................................... 58
Opnamen maken
Opnamen maken in de automatische modus.............................. 59
Opnamen direct weergeven ............................................................... 60
De instellingen voor de resolutie en compressie wijzigen.................. 62
De flitser gebruiken....................................................................... 64
Opnamen maken in een modus voor speciale opnamen.......... 66
Opnamen maken in de modus Handmatig .............................. 69
Close-ups/ Oneindige opnamen maken .................................. 70
Vergrote close-ups maken (Digitale Macro) ...................................... 72
3
De digitale zoom gebruiken ............................................................... 74
Continu-opnamen ........................................................................ 75
Briefkaart met ingesloten datum ........................................................ 76
De zelfontspanner gebruiken ........................................................ 78
Een filmopname maken .............................................................. 81
Panoramabeelden maken (Stitch Hulp) ............................................. 86
Verschillende methoden voor scherpstellen gebruiken...................... 89
Onderwerpen opnemen die moeilijk scherp te stellen
zijn (focusvergrendeling, AF lock) .............................................. 90
De belichting vergrendelen (AE Lock)................................................ 92
De flitserbelichting vergrendelen (FE Lock) ....................................... 93
Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken .................. 94
De belichtingscompensatie aanpassen .............................................. 95
Opnamen maken met lange sluitertijd................................................ 96
De witbalans aanpassen .................................................................... 98
Het foto-effect wijzigen .................................................................... 101
Opnamen maken in een modus van My Colors................................ 102
De ISO-waarde wijzigen ................................................................... 109
De functie Beeld omkeren instellen .................................................. 110
De bestandsnummering opnieuw instellen ...................................... 111
Weergeven
Beelden afzonderlijk weergeven ....................................................... 113
Een beeld vergroten ................................................................... 114
Negen beelden tegelijk weergeven (Indexweergave) ............... 115
Naar opnamen springen ....................................................... 117
Films weergeven .............................................................................. 118
Films bewerken................................................................................ 121
Beelden op het scherm roteren ........................................................ 123
Geluidsmemo's aan beelden toevoegen........................................... 124
Beelden automatisch weergeven (Dia Show) ................................... 126
Beelden beveiligen ........................................................................... 130
Opnamen wissen
Afzonderlijke beelden wissen ..................................................... 131
Alle beelden wissen ......................................................................... 132
4
Afdrukinstellingen
Informatie over afdrukken ............................................................... 134
DPOF-afdrukinstellingen opgeven ................................................... 136
Instellingen voor beeldoverdracht (DPOF-verzendopties)
Beelden selecteren voor overdracht ................................................ 142
De camera aansluiten op een computer
De camera aansluiten op een computer .......................................... 146
Systeemvereisten voor de computer ........................................... 146
Beelden downloaden met de functie Verplaats ................................ 152
De camera aansluiten op de computer om beelden te downloaden
zonder de software te installeren.............................................. 154
Downloaden vanaf een SD-kaart ..................................................... 154
Beelden weergeven op een televisie
Beelden weergeven op een televisie ................................................ 155
De camera aanpassen (Instellingen voor Mijn Camera)
Instellingen voor Mijn camera wijzigen ........................................... 157
De instellingen voor Mijn camera vastleggen .................................. 159
Berichten
Berichten......................................................................................... 162
Problemen oplossen
Problemen oplossen ....................................................................... 164
Bijlagen
Een voedingsadapterset gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar)......... 169
Een op een flitsschoen gemonteerde flitser gebruiken
(afzonderlijk verkrijgbaar) ........................................................ 170
Onderhoud en verzorging van de camera ........................................ 172
Specificaties .................................................................................... 173
Tips en informatie ........................................................................... 181
Index ............................................................................................... 183
De oplaadbare lithiumbatterij recyclen ............................................ 185
Beschikbare functies per opnamemodus......................................... 192
5
Lees dit eerst
Lees eerst
Proefopnamen
Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief SD-kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gemaakt op een manier die door apparaten kan worden gelezen.
Schending van het auteursrecht
Digitale camera's van Canon zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik en mogen nooit worden gebruikt op een wijze die inbreuk doet op of strijdig is met internationale of binnenlandse wetten en bepalingen op het gebied van copyright. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen met behulp van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het copyright of andere wettelijke bepalingen, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik.
Garantiebeperkingen
Raadpleeg het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) van Canon dat bij de camera wordt geleverd voor meer informatie over de garantie voor de camera.
Zie de achterkant van dit boekje of het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) voor contactinformatie van de Canon Klantenservice.
6
Veiligheidsvoorschriften
• Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u de camera gebruikt. Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding.
• De voorzorgsmaatregelen op de volgende pagina's zijn bedoeld voor een veilig en juist gebruik van camera en accessoires, om letsel bij uzelf en anderen en schade aan apparatuur te voorkomen.
• Op de volgende pagina's heeft de term 'apparatuur' vooral betrekking op de camera en de accessoires voor de stroomvoorziening, zoals de batterijlader en de compacte voedingsadapter die afzonderlijk verkrijgbaar is. Raadpleeg het Systeemschema voor gedetailleerde informatie over accessoires voor de stroomvoorziening.
SD-kaarten opbergen
Berg de SD-kaart op buiten het bereik van kinderen en peuters.
SD-kaarten kunnen per ongeluk worden ingeslikt. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk uw huisarts.
Waarschuwingen
• Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere sterke lichtbron die uw gezichtsvermogen kan aantasten.
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren.
aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters.
kind de camera of batterij per ongeluk beschadigt, kan dat ernstig letsel tot gevolg hebben. Bovendien kan het plaatsen van de riem om de nek van een kind leiden tot verstikking.
Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te wijzigen als hiervoor geen expliciete aanwijzingen zijn opgenomen in de handleiding.
Demontage of wijziging kan een elektrische schok met een hoge spanning tot gevolg hebben. Interne controles, wijzigingen en reparaties moeten worden uitgevoerd door deskundig en bevoegd onderhoudspersoneel via uw leverancier of een helpdesk van Canon Klantenservice.
Blootstelling
Als een
7
Raak de flitser niet aan als deze is beschadigd. De flitser kan onder hoge spanning staan en door deze aan te raken, kunt u een elektrische schok krijgen.
Raak ook nooit interne onderdelen aan die als gevolg van een beschadiging niet meer worden beschermd. Interne onderdelen kunnen onder hoge spanning staan en een elektrische schok geven. Neem zo spoedig mogelijk contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Staak het gebruik van de apparatuur onmiddellijk als er rook of giftige damp uitkomt.
elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit, verwijder de batterij uit de camera of haal het netsnoer van de batterijlader uit het stopcontact. Controleer of er nog steeds rook of damp uit de camera komt. Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Staak het gebruik van de apparatuur als deze is gevallen of als de behuizing is beschadigd.
een elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit, verwijder de batterij uit de camera of haal het netsnoer uit het stopcontact. Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Zorg ervoor dat de apparatuur niet in contact komt met of wordt ondergedompeld in water of andere vloeistoffen.
vloeistoffen in de camera komen. De camera is niet waterdicht. Als de buitenkant van de camera in aanraking komt met vloeistoffen of zilte lucht, veegt u deze droog met een zachte, absorberende doek. Schakel de camera onmiddellijk uit en verwijder de batterij uit de camera of haal het netsnoer uit het stopcontact als er water of een andere substantie in het apparaat is terechtgekomen. Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Gebruik geen middelen met alcohol, benzeen of verdunners, of andere brandgevaarlijke stoffen om de apparatuur schoon te maken of schoon te houden.
Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u een
Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u
Let erop dat er geen
Door het gebruik van deze middelen kan brand ontstaan.
8
Maak regelmatig het netsnoer los en veeg het stof en vuil weg dat zich heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen.
dat zich rondom de stekker heeft verzameld in de loop der tijd verzadigd raken van vocht en kortsluiting veroorzaken, mogelijk met brand als gevolg.
Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt of wijzigt en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
ontstaan, wat brand of elektrische schokken tot gevolg kan hebben.
Pak het netsnoer niet vast met natte handen.
elektrische schok te krijgen. Houd de kabel bij het harde stekkergedeelte vast als u de kabel uit het stopcontact haalt. Trekken aan het flexibele gedeelte van de kabel kan de draad en de isolatie beschadigen of blootleggen, waardoor kans op brand of elektrische schokken ontstaat.
Gebruik alleen de aanbevolen accessoires voor de stroomvoorziening.
Het gebruik van energiebronnen die niet nadrukkelijk voor deze apparatuur zijn aanbevolen, kan leiden tot oververhitting, aantasting van de apparatuur, brand, elektrische schokken of andere gevaren.
Plaats de batterij niet in de buurt van een warmtebron en stel deze niet bloot aan vuur of hitte.
en water kunnen de batterij beschadigen en lekkage van bijtende vloeistoffen veroorzaken, wat brand, elektrische schokken, explosies en ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
Probeer de batterij niet te demonteren, te modificeren of op te warmen.
Er bestaat dan een grote kans op een explosie met letsel tot gevolg. Spoel alle lichaamsdelen, waaronder ogen en mond, of kleding die met de inhoud van een batterij in aanraking komen, onmiddellijk af met water. Als de ogen of mond met deze stoffen in aanraking komen, spoelt u die onmiddellijk met water en schakelt u medische hulp in.
Laat de batterij niet vallen en voorkom beschadiging van de behuizing van de batterij.
gevolg hebben.
Voorkom kortsluiting van de batterijpolen door metalen voorwerpen, zoals sleutels.
Kortsluiting kan oververhitting, brandwonden en ander letsel tot gevolg hebben. Gebruik het meegeleverde afdekplaatje wanneer u de batterij vervoert of opbergt.
In een stoffige, vochtige of vettige omgeving kan het stof
Hierdoor kan kortsluiting
U loopt dan het risico een
Dompel de batterij ook niet onder in water. Hitte, vuur
Beschadiging van de batterij kan lekkage en letsel tot
9
Plak, voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal over de polen van de batterij om aanraking ervan met andere voorwerpen te voorkomen.
afvalcontainers kan brand of explosie tot gevolg hebben. Breng de lege batterij zo mogelijk naar een speciaal inzamelingspunt voor chemisch afval bij u in de buurt.
Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires.
batterijen die niet expliciet voor deze apparatuur zijn aanbevolen, kan leiden tot explosies of lekkages, wat brand, letsel en schade aan de omgeving kan veroorzaken.
Gebruik de aanbevolen batterijlader om de batterij NB-3L op te laden.
Het gebruik van andere opladers kan oververhitting, aantasting van de apparatuur, brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.
Koppel de batterijlader en de compacte voedingsadapter los van de camera en haal de stekker van de adapter uit het stopcontact als de batterij is opgeladen en u de camera niet gebruikt. Er kan anders brand of een andere gevaarlijke situatie ontstaan.
lange periode kan de eenheid oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
De batterijlader en de compacte voedingsadapter zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik met de camera.
producten of batterijen. Er kan anders brand of een andere gevaarlijke situatie ontstaan.
Aanraking met de metalen onderdelen van andere materialen in
Het gebruik van
Door continu gebruik gedurende een
Gebruik het snoer niet in combinatie met andere
Waarschuwing met betrekking tot magnetische velden
Houd objecten die gevoelig zijn voor magnetische velden (zoals creditcards) uit de buurt van de luidspreker op de camera (p. 13). Dergelijke objecten kunnen defect raken of worden blootgesteld aan gegevensverlies.
10
Voorzichtig
Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen die aan sterk zonlicht of hoge temperaturen blootstaan, zoals het dashboard of de kofferruimte van een auto.
lekkage, oververhitting of explosie van de batterijen veroorzaken, wat tot brand kan leiden of brandwonden of ander letsel tot gevolg kan hebben. Hoge temperaturen kunnen tevens de behuizing vervormen. Zorg voor een goede ventilatie wanneer u de batterijlader gebruikt voor het opladen van de batterij.
Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen.
elektrische schokken of andere schade veroorzaken.
• Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen stoot of de camera op een andere manier blootstelt aan schokken en stoten wanneer u de camera vasthoudt of aan de riem draagt, om te voorkomen dat u gewond raakt of de camera beschadigd raakt.
Zorg dat uw vingers of uw kleding niet voor de flitser komen wanneer u een opname maakt.
geluid maken. Raak de flitser ook niet aan nadat u snel achter elkaar een aantal opnamen hebt gemaakt. In beide gevallen kan dit resulteren in brandwonden.
Gebruik de flitser niet als er vuil of stof op de lens zit.
ontwikkeling die hierdoor ontstaat, kan namelijk beschadiging van de flitser veroorzaken.
Let erop dat u de batterijlader gebruikt met een stopcontact dat het vereiste voltage heeft en niet een te hoog voltage.
verschilt per land.
• Gebruik de batterijlader of compacte voedingsadapter niet als de kabel of stekker is beschadigd of als de stekker zich niet volledig in het stopcontact bevindt.
• Zorg ervoor dat er geen metalen objecten (zoals spelden of sleutels) of stof in contact komen met de contactpunten of stekker van de oplader.
Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerakast warm worden.
De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of een vreemd
Let erop dat u uw handen niet brandt.
Blootstelling aan veel zonlicht en warmte kan
Dit kan brand,
De warmte-
De stekker van de batterijlader
11
Defecten voorkomen
Vermijd sterke magnetische velden
Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere apparaten die sterk magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterk magneti­sche velden kan leiden tot defecten of beschadigde opnamegegevens.
Vermijd problemen door condensatie
Het blootstellen van de apparatuur aan snel wisselende temperaturen kan condensatie (kleine waterdruppels) aan de binnen- en buitenkant veroorzaken. Dit kunt u voorkomen door de apparatuur in een luchtdichte, hersluitbare plastic zak te plaatsen en zo geleidelijk aan de temperatuurs­veranderingen te laten wennen voordat u de apparatuur weer uit de zak haalt.
Condensatievorming in de camera
Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als u condensatievorming ontdekt. Als u de camera toch blijft gebruiken, kan de apparatuur beschadigd raken. Verwijder de SD-kaart en de batterij of de compacte voedingsadapter uit de camera en wacht tot het vocht volledig is verdampt voordat u de apparatuur weer in gebruik neemt.
Opslaan voor langere tijd
Haal de batterij uit de camera of uit de batterijlader en berg de apparatuur op een veilige plaats op als u de camera langere tijd niet gebruikt. Als u de batterij niet verwijdert wanneer u de camera langere tijd opbergt, loopt de batterij leeg. Als de batterij meer dan drie weken uit de camera verwijderd is geweest, worden mogelijk de standaardinstellingen voor datum, tijd en andere cameraopties ingesteld op het moment dat u de camera weer in gebruik neemt.
12
Overzicht van de onderdelen
Vooraanzicht
Microfoon (p. 124)
Klepje uitgangen
DIGITAL-aansluiting (p. 147)
A/V OUT-uitgang (audio/video) (p. 155)
AF-hulplicht (p. 46) Lampje voor rode-ogenreductie (p. 65) Lampje voor zelfontspanner (p. 78)
Optische zoeker (p. 43)
Luidspreker
Flitser (p. 64)
Lens
Bevestigingspunt polsriem
De polsriem bevestigen
*
Overzicht van de onderdelen
* Als u de camera aan de riem draagt, moet u erop letten dat de camera niet
heen en weer zwaait of tegen andere objecten stoot.
De interfacekabel en de AV-kabel kunnen niet tegelijkertijd worden aangesloten.
13
Achterkant
Bevestigingspunt statief
LCD-venster (p. 36)
Optische zoeker (p. 43)
Batterijvakje (vakje voor SD-kaart en batterij)
Klepje van SD-kaartsleuf/ batterijhouder (p. 22, 24)
Klepje van aansluiting voor gelijkstroomkoppeling (p. 169)
14
Bedieningspaneel
Aan/uit-knop (p. 34)
Lampjes (p. 17)
Knop (Afdrukken/ Delen) (p. 18)
Aan/uit-lampje
Brandt wanneer de camera is ingeschakeld of wanneer de voorbereidingen voor verzending zijn voltooid als de camera op een computer is aangesloten.
Zoomknop Opnamen maken:
(Groothoeklens)/ (Telestand) (p. 44)
Weergeven:
(Index) (p. 115)/ (Vergroten) (p. 114)
Sluiterknop (p. 45)
Programmakeuzewiel (p. 16)
Knop MENU (p. 49)
Knop (FUNC./SET) (Functie/ Instellen) (p. 47)
Knop DISP. (Weergave) (p. 36)
Overzicht van de onderdelen
Knop (Lichtmeting) Knop (Springen) Knop
Knop (Flitser) (p. 64)/ Knop
Knop (Continu) Knop (Zelfontspanner) Knop (Wissen per beeld) Knop
Knop (Macro) / (Oneindig) Knop
(p. 94) (p. 117)
(p. 75)/
(p. 78)/
(p. 131)/
/
/
(p. 70)/
15
Programmakeuzewiel
Gebruik het programmakeuzewiel om een functie voor opnamen of afspelen te kiezen.
Stilstaande beelden maken (Opnamemodus)
Automa-
tisch
Hand­matig
Speciale
opnamen
Film Films opnemen met geluid (p. 81).
Beelden weergeven (Weergavemodus)
Weer­geven
Opnamen maken met de instellingen die door de camera zijn geselecteerd (p. 59).
U selecteert de instellingen voor belichtingscompensatie, witbalans en foto­effect (p. 69).
Handig voor het maken van opnamen in negen verschillende omstandigheden (p. 66).
• Beelden bekijken of verwijderen van de SD-kaart (p. 113, 131)
• Ongeveer 1 minuut nadat u met het programmakeuzewiel van een opnamefunctie naar de afspeelfunctie bent gegaan, wordt de lens ingetrokken.
• Als u een printer hebt aangesloten, kunt u opgenomen beelden afdrukken (zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print).
• Wanneer een computer op de camera is aangesloten, kunt u opgenomen beelden downloaden en op de computer weergeven (p. 146).
16
Als een printer correct is aangesloten, verschijnt het pictogram ,
of op het LCD-scherm.
De camera vasthouden
U krijgt onscherpe beelden als de camera beweegt op het moment dat u de sluiterknop indrukt. Houd de camera vast zoals hieronder wordt weergegeven om te voorkomen dat de camera beweegt als u een opname maakt.
Houd de camera stevig vast met beide handen en laat uw ellebogen tegen de zijkant van uw lichaam rusten. Plaats uw vinger op de sluiterknop terwijl u de camera zo vasthoudt.
• Zorg dat uw haar of vingers niet voor de lens, de flitser, het lampje van de zelfontspanner, de microfoon of de luidspreker komen.
• Zet de camera op een statief als u oneindige opnamen maakt of fotografeert in een donkere omgeving.
Lampjes
De lampjes branden of knipperen wanneer de aan/uit-knop of de sluiterknop wordt ingedrukt.
Bovenste lampje
Brandt groen: gereed voor opname Knippert groen: schrijven naar de SD-kaart/lezen van de SD-kaart/wissen
van de SD-kaart/overdragen van gegevens (bij verbinding met een computer)
Brandt oranje: gereed voor opname (flitser aan) Knippert oranje: gereed voor opname (waarschuwing dat de camera
beweegt)
Onderste lampje
Brandt geel: macromodus/oneindige modus/AF lock Knippert geel: problemen bij het scherpstellen (1 pieptoon)
hoewel u de sluiterknop wel kunt indrukken als het lampje geel knippert, kunt u beter opnamen maken met de focusvergrendeling of AF lock (p. 90).
Overzicht van de onderdelen
17
De volgende opties zijn beschikbaar via één druk op de knop (Afdrukken/Delen).
• Afdrukken: zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print (meegeleverd bij de camera)
• Beelden downloaden: zie p. 145 in deze handleiding en de Canon
Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] (meegeleverd bij de camera)
Het lampje knippert of brandt wanneer er een verbinding is met een printer of computer.
Blauw: gereed om af te drukken/gereed om beelden te verzenden Knippert blauw: bezig met afdrukken/verzenden
Hieronder ziet u welke kabels u kunt gebruiken om de camera op een computer of een printer aan te sluiten: Computer (p. 145)
Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera)
Direct Print-compatibele printers (afzonderlijk verkrijgbaar)
Compact Photo Printer (SELPHY CP-serie)/Card Photo Printer
Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera) of de interfacekabel DIF-100 (meegeleverd bij de printer).
• Bubble Jet Printers (PIXMA-serie/SELPHY DS-serie)
- Printers die de functie PictBridge ondersteunen:
Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera)
- Printers die de functie Bubble Jet Direct ondersteunen:
raadpleeg de gebruikershandleiding van de Bubble Jet Printer.
• Printers van een ander merk dan Canon die de functie PictBridge ondersteunen Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera)
Raadpleeg het Systeemschema of de Gebruikershandleiding voor Direct Print die bij de camera is geleverd voor informatie over printers
die de functie Direct Print ondersteunen
.
directe-
18
De camera voorbereiden
De batterij opladen
Ga als volgt te werk om de batterij op te laden wanneer u de camera voor het eerst gebruikt of wanneer het bericht 'Vervang\Verwissel accu' wordt weergegeven.
Symbool
Oplaadlampje
Plaats de batterij in de
1
batterijlader.
Zorg dat de symbolen op de batterij en de batterijlader recht tegenover elkaar staan zodat de batterij correct wordt geplaatst.
Het model en type van de batterijlader kan
2
per land verschillen.
(Voor CB-2LU)
Steek de stekker van de batterijlader in een stopcontact.
(Voor CB-2LUE)
Sluit het netsnoer aan op de batterijlader en steek de stekker in een stopcontact.
• Tijdens het opladen van de batterij brandt het oplaadlampje rood. Als de batterij volledig is opgeladen, wordt het oplaadlampje groen.
• Als de batterij is opgeladen, haalt u het netsnoer van de batterijlader uit het stopcontact en haalt u onmiddellijk de batterij uit de lader.
De camera voorbereiden
Om de levensduur van de batterij te waarborgen moet u de batterij nooit langer dan 24 uur opladen.
19
• Aangezien dit een lithium-ionbatterij is, hoeft u niet te wachten totdat de batterij volledig leeg is voordat u deze weer oplaadt. U kunt de batterij op elk gewenst moment opladen. Aangezien het maximale aantal oplaadcycli echter rond de 300 ligt (levensduur van de batterij volgens de testnormen van Canon), kunt u de batterij beter opladen als deze helemaal leeg is om de levensduur van de batterij te verlengen.
• Het duurt ongeveer 95 minuten om een lege batterij volledig op te laden (volgens de testnormen van Canon). Het wordt aanbevolen om de batterij op te laden bij een temperatuur van 5 tot 40 °C.
• De oplaadtijd is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de resterende lading van de batterij op dat moment.
• Tijdens het opladen is mogelijk een geluid hoorbaar. Dit is niet het gevolg van een storing.
•Zie Batterijcapaciteit (batterij NB-3L (volledig opgeladen)) (p. 177).
Voorzorgsmaatregelen voor de batterij
zZorg er altijd voor dat de contactpunten van de batterij ( ) schoon
zijn. Als de contactpunten niet goed schoon zijn, kan dit leiden tot een slecht contact tussen de batterij en de camera. Reinig de contactpunten met een wattenstaafje voordat u de batterij oplaadt of gebruikt.
zHoud de oplader niet ondersteboven en zwaai er niet mee als er een batterij
in zit. De batterij kan eruit vallen.
zBij lage temperaturen kunnen de prestaties van de batterij teruglopen en
kan het pictogram waarmee wordt aangegeven dat de batterij bijna leeg is, sneller dan normaal verschijnen. Onder deze omstandigheden activeert u de batterij door deze onmiddellijk vóór het gebruik op te warmen in uw broekzak. Zorg echter dat uw broekzak geen metalen voorwerpen, bijvoorbeeld een sleutelhanger, bevat om kortsluiting van de batterij te voorkomen.
zDek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met
voorwerpen zoals een tafellaken, tapijt, deken of kussen. Het apparaat kan dan te warm worden en mogelijk brand veroorzaken.
zGebruik met deze oplader uitsluitend batterijen van het type NB-3L. zZelfs als de camera is uitgeschakeld, verliest de batterij voortdurend een
minimale hoeveelheid energie wanneer deze zich in de camera of in de oplader bevindt. Hierdoor wordt de levensduur van de batterij verkort.
20
zZorg dat er geen metalen
objecten zoals sleutels in
Fig. A
Fig. B
aanraking komen met de contactpunten en (Fig. A), aangezien de batterij hierdoor beschadigd kan raken. Als u de batterij wilt vervoeren of opslaan wanneer u deze niet gebruikt, moet u altijd de klepjes van de contactpunten terugplaatsen (Fig. B).
zOok opgeladen batterijen
verliezen voortdurend wat van hun lading. U kunt de batterij het beste opladen op de dag van gebruik of een dag daarvoor, zodat deze optimaal is opgeladen.
zWanneer u een volledig opgeladen batterij langere tijd (ongeveer een jaar)
weglegt, kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen. Het is daarom raadzaam de batterij in de camera te gebruiken totdat de batterij volledig leeg is en deze vervolgens binnenshuis op een droge plaats bij een temperatuur van 0 tot 30°C te bewaren. Als u de batterij langere perioden niet gebruikt, moet u de batterij ongeveer eenmaal per jaar volledig opladen en vervolgens gebruiken in de camera totdat de batterij weer leeg is, voordat u de batterij opnieuw opbergt.
zAls de prestaties van de batterij aanzienlijk verminderen, zelfs als deze
volledig is opgeladen, moet u de batterij vervangen.
De camera voorbereiden
21
De batterij plaatsen
Gebruik de meegeleverde batterij NB-3L.
Laad de batterij volledig op (p. 19) eerst gebruikt.
Open het klepje van de
1
SD-kaartsleuf/batterijhouder in de richting van de pijlen.
Batterijvergrendeling
Houd de batterijvergrendeling
2
ingedrukt terwijl u de batterij volledig in de houder schuift tot de vergrendeling vastklikt.
Zorg ervoor dat de symbolen op de batterij en de batterijhouder recht tegenover elkaar staan zodat de batterij correct wordt geplaatst.
Symbool
Als u de batterij wilt verwijderen, duwt u de batterijvergrendeling in de richting van de pijl en houdt u deze vast terwijl u de batterij naar buiten trekt.
Sluit het klepje van de
3
SD-kaartsleuf/batterijhouder.
voordat u deze voor het
22
• Wees voorzichtig met de batterijhouder wanneer u de batterij plaatst of verwijdert.
• Schakel de camera niet uit en open het klepje van de SD-kaartsleuf/ batterijhouder niet wanneer het lampje groen knippert. De camera schrijft, leest of verwijdert op dat moment een beeld of brengt een beeld over van of naar de SD-kaart.
• Verwijder de batterij wanneer u de camera niet gebruikt. Als de batterij meer dan drie weken uit de camera verwijderd is geweest, worden mogelijk de standaardinstellingen voor datum, tijd en andere cameraopties ingesteld op het moment dat u de camera weer in gebruik neemt.
Gebruik de voedingsadapterset ACK900 (afzonderlijk verkrijgbaar) als u de camera langere tijd gebruikt (p. 169).
Batterijlading
De volgende pictogrammen en berichten verschijnen wanneer de batterij onvoldoende is opgeladen.
De batterij is bijna leeg. Laad de batterij zo snel mogelijk op als u deze langere tijd wilt gebruiken. Als het LCD-scherm is uitgeschakeld, verschijnt dit pictogram wanneer u op een andere knop drukt dan op de aan/uit-knop of de knop (Afdrukken/Delen).
Vervang\ Verwissel accu
Zie Batterijcapaciteit (batterij NB-3L (volledig opgeladen)) (p. 177).
De batterij is niet voldoende geladen om met de camera te kunnen werken. Vervang de batterij onmiddellijk.
De camera voorbereiden
23
De SD-kaart plaatsen
Het schuifje voor schrijfbeveiliging
De SD-kaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging. Als u het schuifje omlaag duwt, kunnen er geen gegevens op de kaart worden opgeslagen en worden bestaande gegevens, zoals beelden, beveiligd. Als u gegevens naar de SD-kaart wilt schrijven of de kaart wilt wissen of formatteren, moet u het schuifje eerst omhoog duwen.
Schuifje voor schrijfbeveiliging
Schrijven/wissen mogelijk Schrijven/wissen niet mogelijk
Zorg ervoor dat de SD-kaart in de goede richting in de camera wordt geplaatst. Als de kaart per ongeluk achterstevoren wordt geplaatst, kan dit de camera beschadigen.
Schakel de camera uit en volg de aanwijzingen hieronder om de SD-kaart te plaatsen.
Open het klepje van de
1
SD-kaartsleuf/batterijhouder in de richting van de pijlen.
Plaats de SD-kaart.
2
• Duw de kaart zoals aangegeven op het diagram op het klepje van de SD-kaartsleuf/batterijhouder tot u een klik hoort.
• Zorg dat u geen metaal aanraakt of metalen objecten in contact laat komen
Achterzijde
24
met de contactpunten op de achterzijde van de SD-kaart.
Sluit het klepje van de
3
SD-kaartsleuf/batterijhouder.
De SD-kaart verwijderen
Duw de SD-kaart naar binnen tot u een klik hoort en laat de kaart los.
• Wees voorzichtig met de kaartsleuf wanneer u de SD-kaart plaatst of verwijdert.
• Wanneer het indicatielampje groen knippert, moet u de volgende handelingen nooit uitvoeren omdat de camera op dat moment gegevens op de SD-kaart leest of wist, of gegevens naar de SD-kaart schrijft. De beeldgegevens kunnen dan beschadigd raken.
- De camera blootstellen aan trillingen of schokken.
- De camera uitschakelen of het klepje van de SD-kaartsleuf/
batterijhouder openen.
• Het is mogelijk dat SD-kaarten die zijn geformatteerd met camera's van andere fabrikanten of een computer, of die zijn geformatteerd of bewerkt met toepassingen, niet naar behoren in de camera functioneren of het schrijfproces vertragen.
• Wij raden u aan SD-kaarten te gebruiken die in uw camera zijn geformatteerd (p. 26). De kaart die bij de camera wordt geleverd, kunt u gebruiken zonder dat u de kaart hoeft te formatteren.
Zie SD-kaarten en geschatte capaciteiten (p. 178).
De camera voorbereiden
25
SD-kaarten formatteren
U moet een nieuwe SD-kaart of een SD-kaart waarvan u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren.
Bij het formatteren (initialiseren) van een SD-kaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden en andere soorten bestanden.
Aan/uit-lampje
Druk op de aan/uit-knop totdat het
1
aan/uit-lampje groen brandt.
Druk op de knop MENU.
2
Het menu (Opname) of (Keuze) wordt weergegeven.
Gebruik de knop om het menu
3
(Instellen) te selecteren.
Gebruik de knop of om
4
[Formateren] te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET.
26
Gebruik de knop om [OK] te
5
selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET.
• Als u een low level format wilt uitvoeren, gebruikt u de knop om [Low Level Format] te selecteren en de knop of om een vinkje toe te voegen.
• Als u het formatteren wilt annuleren, selecteert u [Stop].
• Als [Low Level Format] is geselecteerd, kunt u halverwege stoppen met formatteren door op de knop FUNC./SET te drukken. U kunt de SD-kaart zonder problemen blijven gebruiken, zelfs als u het formatteren halverwege hebt afgebroken.
• De capaciteit van de SD-kaart wordt na het formatteren weergegeven en zal lager zijn dan de geschatte capaciteit van de kaart. Dit wijst niet op een storing van de SD-kaart of de camera.
Low Level Format
Selecteer de optie Low Level Format als u denkt dat de lees/schrijf­snelheid van een SD-kaart is verminderd of als u alle gegevens van de kaart wilt verwijderen. Het uitvoeren van een low level format kan op sommige SD-kaarten 2 tot 3 minuten duren.
• Als de camera niet naar behoren functioneert, kan de SD-kaart beschadigd zijn. Mogelijk kunt u het probleem verhelpen door de SD-kaart opnieuw te formatteren.
• Ook problemen met een SD-kaart van een ander merk dan Canon kunnen soms worden verholpen door de kaart opnieuw te formatteren.
• Het is mogelijk dat SD-kaarten die met een andere camera, een computer of randapparatuur zijn geformatteerd, niet goed werken in deze camera. Als dit het geval is, formatteert u de SD-kaart opnieuw met deze camera. Als het formatteren met de camera niet lukt, schakelt u de camera uit en plaatst u de SD-kaart opnieuw in de camera. Schakel de camera vervolgens weer in en formatteer de kaart.
De camera voorbereiden
27
Voorzorgsmaatregelen voor SD-kaarten
zEen SD-kaart bestaat uit zeer geavanceerde elektronica. Buig de kaart niet
en stel deze niet bloot aan druk, schokken of trillingen.
zProbeer een SD-kaart niet te demonteren of aan te passen. zZorg dat er geen stof, water of objecten in aanraking komen met de
aansluitingen aan de achterzijde van de kaart. Raak de contactpunten niet aan met uw hand of metalen objecten.
zTrek het oorspronkelijke etiket op de SD-kaart niet los en plak er geen ander
etiket of een sticker overheen.
zGebruik een pen met een zachte punt (bijvoorbeeld een viltstift) om op de
SD-kaart te schrijven. Het gebruik van een scherpe pen, zoals een balpen, of een potlood kan leiden tot beschadiging van de SD-kaart of de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen.
zOmdat sommige of alle gegevens op de SD-kaart kunnen worden
beschadigd of gewist door elektrische ruis, statische elektriciteit of een kaartfout, verdient het aanbeveling om een reservekopie te maken van belangrijke gegevens.
zAls de omgevingstemperatuur sterk wisselt, kan zich condensatie vormen
op de SD-kaart, waardoor deze mogelijk niet goed functioneert. U kunt condensatie voorkomen door de SD-kaart in een luchtdichte plastic zak te plaatsen en de kaart aldus verpakt eerst geleidelijk aan de nieuwe temperatuur te laten wennen.
zAls er toch condensatie op de SD-kaart ontstaat, bewaart u de kaart
bij kamertemperatuur tot alle waterdruppeltjes op natuurlijke wijze zijn verdampt.
zGebruik of bewaar SD-kaarten niet op de volgende plaatsen:
- Plaatsen met veel stof of zand
- Plaatsen met een hoge vochtigheidsgraad of hoge temperaturen
Waarschuwing voor multimediakaarten
Deze digitale camera werkt het beste in combinatie met SD-kaarten van het merk Canon. Het is mogelijk om multimediakaarten te gebruiken met deze camera. Canon stelt zich echter niet aansprakelijk voor het gebruik van multimediakaarten.
28
Loading...
+ 166 hidden pages