In deze handleiding worden de camerafuncties en -procedures gedetailleerd beschreven.
Belangrijkste functies
Opnamen maken
Opname-instellingen automatisch aan-
passen aan specifieke omstandigheden
(modus Speciale opnamen)
De effecten van camerabewegingen of
onduidelijke objecten voorkomen door
een hoge ISO-waarde te gebruiken
Een intelligente sensor herkent
automatisch de stand van de camera
De kleuren van het beeld wijzigen zodat
een speciaal effect wordt verkregen
(Kleur Accent, Kleur Wissel)
Weergeven
Films afspelen met geluid
Diashows automatisch weergeven
Bewerken
Effecten toepassen op foto's met de
functie My Colors
Geluidsmemo's voor foto's opnemen
Films bewerken
Afdrukken
Eenvoudig afdrukken met de knop
Afdrukken/delen
Ook printers van een ander merk dan
Canon die PictBridge-compatibel zijn,
worden ondersteund
Gebruik van opgenomen beelden
Breng de opgenomen beelden moeiteloos over naar een
computer met de knop Afdrukken/Delen
Pas het opstartbeeld of opstartgeluid naar wens aan met de
Mijn camera-instellingen
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt
De pictogrammen onder de titels geven aan in welke modi de
procedure kan worden uitgevoerd.
Modusschakelaar
Continu-opnamen
Opnamemodus
Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 135).
In deze handleiding wordt naar de Verkorte gebruikershandleiding
verwezen met Verkorte handleiding. Naar de Uitgebreide gebruikershandleiding wordt verwezen met Uitgebreide handleiding.
Met dit symbool worden situaties aangegeven die de werking van
de camera kunnen beïnvloeden.
Met dit symbool worden onderwerpen aangegeven die extra
informatie geven naast de basisprocedures.
Bij deze camera kunnen SD-geheugenkaarten* en
MultiMediaCards worden gebruikt. Naar deze kaarten wordt in
deze handleiding gezamenlijk verwezen met geheugenkaarten.
* SD staat voor Secure Digital, een systeem voor copyrightbeveiliging.
Het gebruik van Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te
zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie met Canonaccessoires. Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade
aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort, die
worden veroorzaakt door de slechte werking van niet-Canonaccessoires (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij).
Opmerking: deze garantie is niet van toepassing op reparaties die
voortkomen uit een slechte werking van niet-Canon-accessoires,
hoewel u deze reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.
1
Inhoudsopgave
Onderwerpen die met een zijn gemarkeerd, geven een
overzicht van camerafuncties of procedures.
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt . . . . . . . . . 1
Functies beschikbaar in elke opnamemodus . . . . . . . . . . . . . 135
4
Voorzorgsmaatregelen
Ter informatie
Proefopnamen
Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te
controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient,
voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert.
Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere
aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor
welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de
werking van een camera of accessoire, inclusief geheugenkaarten,
die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan
worden gemaakt op een manier die door apparaten kan
worden gelezen.
Schending van het auteursrecht
Digitale camera's van Canon zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik
en mogen nooit worden gebruikt op een wijze die inbreuk doet op of
strijdig is met internationale of binnenlandse wetten en bepalingen
op het gebied van copyright. In sommige gevallen kan het kopiëren
van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële
eigendommen met behulp van een camera of ander apparaat in
strijd zijn met het copyright of andere wettelijke bepalingen, ook al
is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik.
Garantiebeperkingen
Raadpleeg het Boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem
(EWS) van Canon dat bij de camera wordt geleverd, voor meer
informatie over de garantie voor de camera.
Zie de achterkant van het Boekje Overeenkomst Europees
Garantie Systeem (EWS) voor contactinformatie van de Canon
Klantenservice.
5
Temperatuur van de camerakast
Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de
camerakast warm worden. Houd hier rekening mee en wees
voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt.
Informatie over het LCD-scherm
Het LCD-scherm is gefabriceerd met extreem hoge
precisietechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan
de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms
weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen. Dit heeft geen
invloed op het opgenomen beeld en duidt niet op een defect.
Video-indeling
Stel op de camera het videosysteem van uw land in voordat u deze
aansluit op een televisie (p. 96).
Taalinstelling
Zie de Verkorte handleiding (p. 4) als u de taalinstelling
wilt wijzigen.
Veiligheidsvoorschriften
Lees voordat u de camera gebruikt eerst de
veiligheidsvoorschriften door. Deze kunt u hieronder vinden en in
het gedeelte "Veiligheidsvoorschriften" van de Verkorte gebruikershandleiding. Bedien de camera altijd zoals wordt
beschreven in de handleiding.
De voorzorgsmaatregelen op de volgende pagina's zijn bedoeld
voor een veilig en juist gebruik van camera en accessoires, en om
letsel bij uzelf en anderen en schade aan apparatuur te
voorkomen. Zorg ervoor dat u deze volledig begrijpt voordat u
de rest van de handleiding leest.
De term 'apparatuur' heeft betrekking op de camera, de
batterijlader of de compacte voedingsadapter, die afzonderlijk
verkrijgbaar is.
Naar de stroomvoorziening wordt verwezen met 'batterij'.
6
Waarschuwingen
Apparatuur
Kijk niet recht in de zon of een andere sterke lichtbron via
de zoeker.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters.
• Polsriem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden
tot verstikking.
• Geheugenkaart: gevaarlijk als deze per ongeluk wordt ingeslikt.
Raadpleeg in dat geval onmiddellijk uw huisarts.
Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te wijzigen als
hiervoor geen expliciete aanwijzingen zijn opgenomen in
de handleiding.
Raak de flitser niet aan als deze is beschadigd. De flitser kan onder
hoge spanning staan en door deze aan te raken, kunt u een
elektrische schok krijgen.
Staak het gebruik van de apparatuur onmiddellijk als er rook of
giftige damp uitkomt.
Zorg ervoor dat de apparatuur niet in contact komt met of wordt
ondergedompeld in water of andere vloeistoffen. Als de buitenkant
van de camera in aanraking komt met vloeistoffen of zilte lucht,
veegt u deze droog met een zachte, absorberende doek.
Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt u een
elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit, verwijder de
batterij uit de camera of trek het netsnoer uit het stopcontact. Neem
contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon
Klantenservice.
Gebruik geen middelen met alcohol, benzeen of verdunners, of
andere brandgevaarlijke stoffen om de apparatuur schoon te
maken of schoon te houden.
Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt of wijzigt
en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
Gebruik alleen de aanbevolen accessoires voor de
stroomvoorziening.
Maak regelmatig het netsnoer los en veeg het stof en vuil weg
dat zich heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het
stopcontact en het gebied eromheen.
Pak het netsnoer niet vast met natte handen.
Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt u een
elektrische schok krijgen.
7
Batterij
Plaats de batterij niet in de buurt van een warmtebron en stel deze
niet bloot aan vuur of hitte.
Dompel de batterij niet onder in water.
Probeer de batterijen niet te demonteren, te wijzigen of op
te warmen.
Laat de batterij niet vallen en voorkom beschadiging van de
behuizing van de batterij.
Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires.
Het gebruik van batterijen die niet expliciet voor deze apparatuur zijn
aanbevolen, kan leiden tot explosies of lekkages, wat brand, letsel en
schade aan de omgeving kan veroorzaken. In het geval dat een batterij
lekt en uw ogen, mond, huid of kleding in aanraking zijn gekomen met
deze stoffen, dient u deze onmiddellijk af te spoelen met water en
medische hulp in te schakelen.
Koppel de batterijlader en de compacte voedingsadapter los van de
camera en haal de stekker van de adapter uit het stopcontact als de
batterij is opgeladen of u de camera niet gebruikt. Er kan anders
brand of een andere gevaarlijke situatie ontstaan.
Dek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met
voorwerpen zoals een tafellaken, tapijt, deken of kussen.
Door continu gebruik gedurende een lange periode kunnen de eenheden
oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Gebruik alleen de aanbevolen batterijlader om de batterij op
te laden.
De batterijlader en de compacte voedingsadapter zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik met de camera. Gebruik het snoer niet in
combinatie met andere producten of batterijen.
Het gebruik met andere producten of batterijen kan oververhitting en
aantasting van de apparatuur tot gevolg hebben, wat kan leiden tot brand
of elektrische schokken.
Plak, voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal
over de polen van de batterij om aanraking ervan met andere
voorwerpen te voorkomen.
Aanraking met de metalen onderdelen van andere materialen in
afvalcontainers kan brand of explosie tot gevolg hebben.
8
Overige
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het
gezichtsvermogen aantasten.
Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u
de flitser gebruikt.
Houd objecten die gevoelig zijn voor magnetische velden (zoals
creditcards) uit de buurt van de luidspreker op de camera.
Dergelijke objecten kunnen defect raken of gegevens kunnen
verloren gaan.
Voorzichtig
Apparatuur
Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen stoot of de
camera op een andere manier blootstelt aan schokken en stoten
wanneer u de camera vasthoudt of aan de riem draagt, om te
voorkomen dat u gewond raakt of de camera beschadigd raakt.
Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen.
Zorg ervoor dat er geen metalen objecten (zoals spelden of
sleutels) of stof in contact komen met de contactpunten of stekker
van de oplader.
Dit kan brand, elektrische schokken of andere schade veroorzaken.
Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen die aan
sterk zonlicht of hoge temperaturen blootstaan, zoals het
dashboard of de kofferruimte van een auto.
Gebruik de apparatuur niet op een manier die de geschatte
capaciteit van de stroomvoorziening of de bijbehorende bedrading
overschrijdt. Gebruik de lader niet als het netsnoer of de stekker
beschadigd is of als de stekker niet goed in het stopcontact zit.
Gebruik de lader niet in slecht geventileerde ruimtes.
In de bovengenoemde situaties kan lekkage, oververhitting of een
explosie ontstaan, wat kan leiden tot brand, brandwonden of ander letsel.
Hoge temperaturen kunnen tevens de behuizing vervormen.
Haal de batterij uit de camera of uit de batterijlader en berg de
apparatuur op een veilige plaats op als u de camera langere tijd
niet gebruikt.
De batterij kan anders leeg raken.
9
Apparatuur
Sluit geen compacte voedingsadapters of batterijladers aan op
apparaten zoals elektrische omzetters voor reizen naar het
buitenland omdat dit tot storingen, excessieve
warmteontwikkeling, brand, elektrische schokken of letsel
kan leiden.
Flitser
Gebruik de flitser niet als er vuil of stof op zit.
Zorg dat uw vingers of uw kleding niet voor de flitser komen
wanneer u een opname maakt.
De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of een vreemd geluid
maken. De warmteontwikkeling die hierdoor ontstaat, kan namelijk
beschadiging van de flitser veroorzaken.
Raak de flitser niet aan nadat u snel achter elkaar een aantal
opnamen hebt gemaakt.
Dit kan resulteren in brandwonden.
10
Defecten voorkomen
Vermijd sterke magnetische velden
Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere
apparaten die sterk magnetische velden genereren.
Blootstelling aan sterke magnetische velden kan leiden tot defecten of
beschadigde opnamegegevens.
Vermijd problemen door condensatie
Als u de apparatuur blootstelt aan snel wisselende temperaturen,
kunt u condensatie voorkomen door de apparatuur in een
luchtdichte, hersluitbare plastic zak te plaatsen en de apparatuur
geleidelijk te laten wennen aan de temperatuursverandering
voordat u deze weer uit de zak haalt.
Het blootstellen van de apparatuur aan snel wisselende temperaturen kan
condensatie (kleine waterdruppels) aan de binnen- en buitenkant
veroorzaken.
Condensatievorming in de camera
Staak het gebruik van de camera onmiddellijk.
Als u de camera toch blijft gebruiken, kan de apparatuur beschadigd
raken. Verwijder de geheugenkaart en de batterij of de compacte
voedingsadapter uit de camera en wacht tot het vocht volledig is verdampt
voordat u de apparatuur weer in gebruik neemt.
11
Voordat u de camera gebruikt – Overzicht van de onderdelen
Vooraanzicht
De polsriem bevestigen*
A/V OUT-uitgang (audio/video) (p. 96)
DIGITAL-aansluiting (Verkorte handleiding p. 20)
Klepje van de aansluiting (Verkorte handleiding p. 20)
Bevestigingspunt polsriem
Luidspreker
Microfoon (p. 81)
AF-hulplicht (p. 27)
Lampje voor rode-ogenreductie (Verkorte handleiding p. 9)
Lampje voor zelfontspanner (p. 38)
Flitser (Verkorte handleiding p. 9)
Lens
De interfacekabel en de AV-kabel kunnen niet tegelijkertijd
worden aangesloten.
* Als u de camera aan de riem draagt, moet u erop letten dat de camera niet
heen en weer zwaait of tegen andere objecten stoot.
12
Achteraanzicht
LCD-scherm (p. 16)
Aansluiting statief
Klepje van aansluiting voor gelijkstroomkoppeling (p. 119)
Geheugenkaartsleuf/batterijhouder (Verkorte handleiding p. 2)
Voordat u de camera gebruikt – Overzicht van de onderdelen
13
Bedieningspaneel
Modusschakelaar (Verkorte handleiding p. 5, 6)
Aan/Uit-knop (Verkorte handleiding p. 5)
Zoomknop (p. 71, Verkorte handleiding p. 9)
Opnemen: (Groothoek)/ (Telelens)
Weergeven: (Index)/ (Vergroten)
Ontspanknop (Verkorte handleiding p. 5)
Knop (Afdrukken/Delen) (Verkorte handleiding p. 15, 23)
Knop FUNC./SET (Functie/Instellen) (p. 25)
Touch Control Dial (p. 15)
Lampje (p. 22)
Knop MENU(p. 26)
Knop DISP. (Weergave) (p. 16)
Knop
Knop (ISO waarde)/ (Springen)/ (pags. 64, 73)
Knop (Flitser)/ (Verkorte handleiding p. 9)
Knop (Wissen per beeld)/ (Continu)/ (Zelfontspanner)/
(Macro)/ (Oneindig)/ (Verkorte handleiding p. 10)
(pags. 36, 38, Verkorte handleiding p. 12)
14
Touch Control Dial
Als u een vinger op de Touch Control Dial plaatst, worden de
aanraakpictogrammen voor de weergave- en opnamemodus weergegeven
op het LCD-scherm en kunt u controleren welke functies zijn toegewezen
aan elke knop.
Knoppen die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven.
Plaats een vinger op de Touch Control Dial boven een functie die u wilt
instellen. Het pictogram wordt nu vergroot weergegeven op het
LCD-scherm.
Met de Touch Control Dial kunt u op eenvoudige wijze het beeld selecteren
dat u wilt bekijken. (Zie Verkorte handleiding, p. 11).
Met de Touch Control Dial kunt u op eenvoudige wijze de
gebiedsinstellingen voor de wereldklok (p. 23) selecteren.
U kunt de aanraakpictogrammen instellen op aan of uit in het menu
(Instellen) (p. 29).
Aanraakpictogrammen
Voorbeeld van de opnamemodus
De klok gebruiken
Met de volgende twee methoden kunt u de
huidige datum en de tijd gedurende 5 seconden*
weergeven.
* Standaardinstelling
Methode 1
Houd de knop
Methode 2
In de opnamemethode houdt u de knop
Als u de camera horizontaal houdt, geeft deze de tijd weer. Als u hem
verticaal houdt, worden de tijd en de datum weergegeven.
Als u de camera echter verticaal houdt en u gebruikt methode 1 om de
datum en tijd weer te geven, wordt de tijd aanvankelijk op dezelfde manier
weergegeven als wanneer u de camera horizontaal zou houden.
U kunt de kleur van het scherm wijzigen door op de knop of
te drukken.
De klokweergave verdwijnt na het ingestelde interval of wanneer u op de
knop
wanneer u de modusschakelaar gebruikt.
U wijzigt het weergave-interval van de klok in het menu (Instellen)
(p. 29).
FUNC./SET
FUNC./SET
ingedrukt terwijl u de camera inschakelt.
FUNC./SET
, op de knop
MENU
of op de ontspanknop drukt of
ingedrukt.
Voordat u de camera gebruikt – Overzicht van de onderdelen
15
Voordat u de camera gebruikt – Basisbeginselen
Het LCD-scherm gebruiken
1 Druk op .
De weergavemethode verandert telkens wanneer u op
deze knop drukt.
OpnamemodusWeergavemodus
( of )( )
Geen informatieStandaard
Informatieweergave Gedetailleerd
Geen informatie
Als een instelling wordt gewijzigd, wordt in de opnamemodus
gedurende ongeveer 6 seconden informatie over de opname
weergegeven, ongeacht de geselecteerde
weergavemethode.
In de indexweergave kan het LCD-scherm niet overschakelen
naar de detailweergave (p. 72).
16
Helderheid van het LCD-scherm
Instellingen voor de helderheid van het
LCD-scherm
De helderheid van het LCD-scherm kan op de volgende twee
manieren worden aangepast.
Instellingen wijzigen in het menu [Instellen] (p. 29)
Instellingen wijzigen met de knop DISP. (functie LCD snel helder)
U kunt het LCD-scherm de meest heldere instelling geven,
ongeacht de functie die u hebt geselecteerd in het menu
[Instellen], door iets meer dan een seconde op de knop DISP.
te drukken.*
- Druk iets meer dan een seconde op de knop DISP. om de vorige
helderheidsinstelling te herstellen.
- De volgende keer dat u de camera inschakelt, heeft het
LCD-scherm de helderheid die u hebt geselecteerd in het
menu [Instellen].
* U kunt de helderheid van het LCD-scherm niet met deze functie wijzigen
als u de helderheid al op de hoogste stand hebt ingesteld in het
menu [Instellen].
Nachtscherm
Wanneer u opnamen maakt in donkere omstandigheden, wordt het
LCD-scherm automatisch helderder zodat het geschikt is voor de
helderheid van het onderwerp* en u het onderwerp gemakkelijker
kunt inkaderen.
* De bewegingen van het onderwerp zien er schokkerig uit op het LCD-
scherm maar dit heeft geen invloed op de opgenomen beelden. De
helderheid van het beeld dat wordt weergegeven op het scherm en de
helderheid van het daadwerkelijk vastgelegde beeld zijn niet gelijk.
* Wordt ook weergegeven als het LCD-scherm is ingesteld op de weergave [Standaard].
18
(p. 57)
Meetmethode (p. 50)
Compressie
Aantal beelden (Film) (p. 43)
Aantal opgenomen pixels (pags. 33, 43)
(Rood)*
(De sluitertijd wordt ook weergegeven wanneer
het pictogram wordt weergegeven.)
ISO waarde (p. 64)
Opnamemodus (pags. 36, 38)
Macro/Oneindig
(Verkorte handleiding p. 10)
Flitser (Verkorte handleiding p. 9)
Beeldomkeren (p. 65)
*
REC
Films opnemen (p. 40)
*
AE lock (p. 48)
*
Flitserbelichting
vergrendelen (p. 49)
*
AF lock (p. 47)
Tijdzone (p. 23)
*
Maak folder (p. 68)
(foto's)
(p. 33)
Waarschuwingsbericht: camera
wordt bewogen (p. 101)
Belichtingsschuifbalk (Film) (p. 42)
*
Als het lampje oranje knippert en het waarschuwingspictogram
dat aangeeft dat de camera beweegt wordt weergegeven,
betekent dit dat er onvoldoende licht is en dat er een lange
sluitertijd wordt geselecteerd. Verhoog de ISO-waarde (p. 64),
selecteer een andere instelling dan (flitser uit) of bevestig
de camera op een statief of een ander apparaat.
Weergavegegevens (Weergavemodus)
Standaard
Geluid in WAVE-indeling (p. 81)
Mapnummer-Bestandsnummer
Opnamedatum/-tijd
Status beveiliging (p. 88)
Voordat u de camera gebruikt – Basisbeginselen
Totaal aantal beelden
Nummer van weergegeven beeld
De volgende informatie kan ook worden weergegeven bij
sommige beelden.
Er is een geluidsbestand met een andere indeling dan WAVE
toegevoegd of de bestandsindeling wordt niet herkend.
JPEG-beeld dat niet voldoet aan de DCF-norm (Design rule for
Camera File system).
RAW-beeld.
Onbekend gegevenstype.
Informatie voor beelden die op een andere camera zijn
20
opgenomen, wordt mogelijk niet correct weergegeven.
(p. 54)
De functie Histogram
Het histogram is een grafiek waarmee u de helderheid van het
beeld kunt beoordelen. Hoe groter de neiging naar links in de
grafiek, des te donkerder het beeld. Hoe groter de neiging naar
rechts, des te helderder het beeld.
Als het beeld te donker is, wijzigt u de belichtingscompensatie in
een positieve waarde. Als het beeld te licht is, wijzigt u de
belichtingscompensatie in een negatieve waarde (p. 51).
Voorbeeldhistogrammen
Uitgebalanceerd beeldDonker beeldHelder beeld
Voordat u de camera gebruikt – Basisbeginselen
21
Lampje
In de volgende situaties brandt of knippert het lampje van de camera.
U moet het volgende nooit doen wanneer er een groen
lampje knippert. Deze handelingen kunnen leiden tot
beschadiging van de beeldgegevens.
- Schud niet met de camera en stel deze niet bloot aan
schokken of stoten.
- Schakel de camera niet uit en open het klepje van de
geheugenkaart/batterijhouder niet.
Brandt groen:gereed voor opname/verbonden met computer/
Scherm uit (p. 29)
Knippert groen:camera wordt opgestart/bezig met opnemen/
lezen/wissen/verzenden (als de camera is
aangesloten op een computer)
Brandt oranje:gereed voor opname (flitser aan)
Knippert oranje: gereed voor opname (camera beweegt)
* Camera geeft één pieptoon bij problemen met
scherpstellen.
Spaarstand
De camera is uitgerust met een spaarstand. In de volgende
gevallen wordt de camera uitgeschakeld. Druk op de Aan/Uit-knop
om de camera weer in te schakelen.
Opnamemodus
Weergavemodus
Aangesloten op
een printer
* Deze tijdsduur kan worden gewijzigd.
Ongeveer drie minuten nadat er voor het laatst een
camerafunctie is gebruikt, wordt de camera
uitgeschakeld. Eén minuut* nadat er voor het laatst
een camerafunctie is gebruikt, wordt het LCD-scherm
automatisch uitgeschakeld, zelfs als [Automatisch uit]
is ingesteld op [Uit]. Druk op een andere knop dan de
Aan/Uit-knop of wijzig de stand van de camera om het
LCD-scherm weer in te schakelen.
Ongeveer vijf minuten nadat er voor het laatst een
camerafunctie is gebruikt, wordt de camera
uitgeschakeld.
22
De spaarstand wordt niet ingeschakeld bij een diashow of
wanneer de camera is aangesloten op een computer.
U kunt de instellingen voor de spaarstand wijzigen (p. 29).
De wereldklok instellen
Als u in het buitenland bent, kunt u beelden opnemen met de lokale
datum en tijd door simpelweg de tijdzone-instelling te wijzigen.
U moet de tijdzone van uw bestemming dan wel van tevoren
registreren. U hoeft de datum en de tijd dan niet opnieuw in te stellen.
De tijdzones Thuis/Wereld instellen
1
Menu (Instellen)
[Tijdzone].
Zie Menu's en instellingen(p. 26).
Voordat u de camera gebruikt – Basisbeginselen
2
3
Gebruik de knoppen en
thuis te selecteren .
U kunt ook een gebied selecteren
met de Touch Control Dial.
Gebruik voor het instellen van de
zomertijd de knop of om weer te geven. De klok
gaat 1 uur vooruit
4
.
om een tijdzone voor
.
23
5 Gebruik de knoppen en om een
bestemmingstijdzone te selecteren
U kunt ook een gebied selecteren
met de Touch Control Dial.
Bovendien kunt u de zomertijd
instellen op dezelfde manier als
bij stap 3.
Tijdsverschil in vergelijking
met de tijdzone Thuis
6 Gebruik de knop of om [Thuis/Wereld]
te selecteren en de knop of om
te selecteren.
Overschakelen naar de bestemmingstijdzone
1 Menu (Instellen)[Tijdzone].
Zie Menu's en instellingen(p. 26).
2
Gebruik de knop of
om te
selecteren.
Gebruik de knop FUNC./SET om
de bestemmingstijdzone te
wijzigen.
24
Als u de datum en tijd wijzigt wanneer de optie Wereld is
geselecteerd, worden de datum en tijd voor de optie Thuis
ook automatisch gewijzigd.
Menu's en instellingen
In de menu's kunt u opname-, weergave- en afdrukopties instellen,
evenals camera-instellingen zoals de datum, de tijd en het
elektronische piepgeluid. De volgende menu's zijn beschikbaar.
Menu FUNC.
Menu's Opname, Keuze, Print, Instellen en Mijn camera
Menu FUNC.
In dit menu kunt u veel van de gangbare opnamefuncties instellen.
Schuif de modusschakelaar naar of .
Druk op de knop FUNC./SET.
Gebruik de knop of om een menu-item te selecteren.
In bepaalde opnamemodi kunnen sommige items niet worden
geselecteerd.
Gebruik de knop of om een optie voor het menu-item
te selecteren.
Voor sommige opties kunt u meer opties selecteren met de
knop MENU.
Nadat u een optie hebt geselecteerd, kunt u op de ontspanknop
drukken om direct een opname te maken. Nadat u de opname
hebt gemaakt, wordt dit menu opnieuw weergegeven zodat u
de instellingen makkelijk kunt aanpassen.
Druk op de knop FUNC./SET.
Voordat u de camera gebruikt – Basisbeginselen
25
Menu's Opname, Keuze, Print, Instellen en
Mijn camera
Via deze menu's kunnen handige opties voor het maken,
weergeven of afdrukken van opnamen worden ingesteld.
Menu (Opname)
U kunt met de knoppen
en tussen de
menu's schakelen als
dit gedeelte is
geselecteerd.
• In dit voorbeeld wordt het menu Opname weergegeven.
• In de weergavemodus worden de menu's Keuze, Print, Instellen en
Mijn camera weergegeven.
Druk op de knop MENU.
Druk op de knop of om tussen de menu's
te schakelen.
U kunt ook tussen de menu's schakelen met behulp van de
zoomknop.
Gebruik de knop of om menu-items te selecteren.
In bepaalde opnamemodi kunnen sommige items niet worden
geselecteerd.
Gebruik de knoppen of om een optie te selecteren.
Menu-items die worden gevolgd door drie punten (…), kunt u
pas instellen nadat u op de knop FUNC./SET hebt gedrukt om
naar het volgende menu te gaan.
Druk nogmaals op FUNC./SET om de instelling te bevestigen.
Druk op de knop MENU.
Menu (Instellen)
Menu (Mijn camera)
26
Menuoverzicht
Menu FUNC.
Menu-item
Opnamemodus
Filmmodus
Belichtingscompensatie
Lange sluitertijd
Wit Balans
My Colors
Menu Opname
Menu-itemBeschrijvingPagina/Onderwerp
AiAFAan*/Uitp. 46
Zelfontspanner
AF-hulplichtAan*/Uit–
Digitale ZoomAan/Uit*
Bekijken
Orig. OpslaanAan/Uit*p. 63
RasterAan/Uit*U kunt een raster weerge-
De onderstaande pictogrammen zijn de standaardinstellingen.
ven (verdeelt het scherm in
negen vakjes) zodat u
gemakkelijker de horizontale en verticale uitlijning
van een onderwerp kunt
bepalen en gemakkelijker
een compositie kunt maken.
De lijnen worden niet opgenomen in de beelden.
Pagina
p. 50
p. 33
p. 43
p. 33
p. 43
p. 6
Voordat u de camera gebruikt – Basisbeginselen
27
Datum stempelUit*/Datum/Datum & Tijdp. 37
Lange sluiterAan/Uit*p. 52
Stitch HulpVan links naar rechts*/
Van rechts naar links
p. 44
Menu Keuze
Menu-item
Overgangp. 78Beveiligp. 88
Dia Showp. 83Roterenp. 77
My Colorsp. 79Alles wissenp. 89
Geluids memop. 81volgordep. 94
Pagina
Menu-item
Menu Print
Menu-item
Print
Sel. beeld & aantalPrint instellingen
Sel. alle beelden
Pagina
p. 90
Menu-item
Wis alle selecties
Pagina
Pagina
p. 92
Menu Instellen
Menu-itemBeschrijvingPagina/Onderwerp
muteAan/Uit*
VolumeUit/1/2*/3/4/5
Opstart volume
Werk volume
Timer volume
28
* Standaardinstelling
Stel deze in op [Aan] om alle geluiden
behalve de waarschuwingssignalen uit
te schakelen. (Verkorte handleiding p. 5)
Het volume aanpassen van het opstartgeluid, het werkgeluid, het geluid van de zelfontspanner, het sluitergeluid en het geluid
bij het afspelen. U kunt het volume niet
aanpassen als [mute] is ingesteld op [Aan].
Het volume instellen van het opstartgeluid
dat u hoort wanneer u de camera inschakelt.
Het volume instellen van de pieptoon die
u hoort wanneer u de Touch Control Dial
of een andere knop dan de ontspanknop
indrukt.
Het volume instellen van het geluid dat
de zelfontspanner maakt twee seconden
voordat de sluiter wordt ontgrendeld.
Loading...
+ 109 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.