Canon DIGITAL IXUS 40, DIGITAL IXUS 30 User Manual [nl]

NEDERLANDS
Gebruikershandleiding
Begin bij Lees dit eerst Lees ook de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk
[Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] en de Gebruikershandleiding voor Direct Print.
(p. 6)
.
Stroomdiagram en referentiehandleidingen
Deze handleiding
Opnamen maken met de camera
Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]
De software installeren
Deze handleiding
De camera aansluiten op een computer
Deze handleiding
Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]
Beelden downloaden naar een computer
Gebruikershandleiding voor Direct Print Gebruikershandleiding van de printer
Afdrukken en het gebruik van de printer
Canon raadt u aan om originele accessoires van het merk Canon te gebruiken.
Dit product werkt het beste in combinatie met accessoires van het merk Canon. Canon is niet aansprakelijk voor enige schade aan het product en/of ongelukken zoals brand enzovoorts, die worden veroorzaakt door defecten in accessoires van andere merken dan Canon (bijvoorbeeld een lekkende of geëxplodeerde batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is op reparaties ten gevolge van defecten aan accessoires van andere merken dan Canon. U kunt dergelijke reparaties tegen betaling laten uitvoeren.
Temperatuur van de camerakast
Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerakast warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt.
Informatie over het LCD-scherm
Het LCD-scherm is gefabriceerd met extreem hoge precisietechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen. Dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld en duidt niet op een defect.
Video-indeling
Stel het videosysteem van uw land in op de camera voordat u deze aansluit op een televisie (p. 141).
De batterij voor datum/tijd opladen
• De camera is voorzien van een ingebouwde oplaadbare lithium-ionbatterij die de datum, tijd en andere camera-instellingen bijhoudt. Deze batterij wordt opgeladen wanneer u de hoofdbatterij in de camera plaatst. Voordat u de camera de eerste keer gebruikt, plaatst u een opgeladen batterij in de camera en laat u deze minimaal 4 uur in de camera zitten om de batterij voor de datum/tijd op te laden. De batterij wordt ook opgeladen wanneer de camera is uitgeschakeld.
• Als het menu Datum/Tijd verschijnt wanneer u de camera inschakelt, is de batterij voor datum/tijd leeg. Volg de hierboven vermelde procedure om de batterij op te laden.
1
Informatie over deze handleiding
Conventies die in de tekst worden gebruikt
Naast of onder de titels worden pictogrammen weergegeven die aangeven in welke modus de procedure kan worden uitgevoerd. In het voorbeeld hieronder kan de procedure worden uitgevoerd in de volgende modus.
Als de modusschakelaar is ingesteld
op (Opnamen maken)
Briefkaart met ingesloten datum
Opnamemodus
Als de modusschakelaar is ingesteld op de volgende modi
Automatisch Handmatig Portret
Night Snapshot • Kinderen & dieren • Binnen
Onder water
* Wanneer het pictogram van een opnamemodus grijs wordt weergegeven, kan de
procedure niet worden uitgevoerd in die modus.
* Het symbool geeft de modus Stitch Hulp aan.
: Met dit symbool worden situaties aangegeven die de werking van
de camera kunnen beïnvloeden.
: Dit symbool geeft onderwerpen aan die naast de basisprocedures
extra informatie geven.
• In deze handleiding worden bij de uitleg afbeeldingen van de DIGITAL IXUS 40 gebruikt.
• In deze handleiding wordt de term 'SD-geheugenkaart' (Secure Digital, een systeem voor copyrightbeveiliging) afgekort tot 'SD-kaart'.
2
Inhoudsopgave
Onderwerpen die met een zijn gemarkeerd, geven een overzicht van camerafuncties of procedures.
Lees dit eerst
Lees eerst ............................................................................................ 6
Veiligheidsvoorschriften ...................................................................... 7
Defecten voorkomen ......................................................................... 12
Overzicht van de onderdelen
Overzicht van de onderdelen ............................................................. 13
DIGITAL IXUS 40 ........................................................................... 13
DIGITAL IXUS 30 ........................................................................... 16
De camera voorbereiden
De batterij opladen ............................................................................ 21
De batterij plaatsen ............................................................................ 24
De SD-kaart plaatsen ......................................................................... 26
SD-kaarten formatteren ................................................................. 28
De datum en tijd instellen .................................................................. 31
De gewenste taal instellen ................................................................. 34
Basisfuncties
De camera inschakelen ...................................................................... 36
Schakelen tussen opnemen en afspelen ............................................ 38
Het LCD-scherm gebruiken ............................................................... 39
Informatie op het LCD-scherm .......................................................... 41
De zoeker gebruiken .......................................................................... 45
De zoom gebruiken ........................................................................... 46
De sluiterknop indrukken .................................................................. 47
Menu's en instellingen selecteren ..................................................... 49
Menu-instellingen en fabrieksinstellingen ......................................... 53
Alle standaardwaarden herstellen ...................................................... 58
Opnamen maken
Opnamen maken in de automatische modus..................................... 59
Een beeld direct na opname bekijken ................................................ 60
De instellingen voor de resolutie en compressie wijzigen.................. 62
De flitser gebruiken....................................................................... 64
Een opnamemodus selecteren .......................................................... 66
Auto ............................................................................................... 66
3
Handmatig .................................................................................... 66
Digitale Macro ............................................................................... 66
Portret ..........................................................................................66
Night Snapshot.............................................................................. 66
Kinderen & dieren .........................................................................66
Binnen ..........................................................................................66
Onder water...................................................................................66
Close-ups/
Vergrote close-ups maken (Digitale Macro) ...................................... 70
De digitale zoom gebruiken ............................................................... 72
Continu-opnamen ........................................................................ 73
Briefkaart met ingesloten datum ........................................................ 74
Oneindige opnamen maken ................................. 68
De zelfontspanner gebruiken........................................................ 76
Een filmopname maken............................................................... 78
Panoramabeelden maken (Stitch Hulp) ............................................. 82
Verschillende methoden voor scherpstellen gebruiken...................... 85
Opnamen maken van onderwerpen waarop moeilijk kan
worden scherpgesteld (focusvergrendeling, AF Lock) ................ 86
De belichting vergrendelen (AE Lock)................................................ 88
De flitserbelichting vergrendelen (FE Lock) ....................................... 89
Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken .................. 90
De belichtingscompensatie aanpassen .............................................. 91
Opnamen maken met lange sluitertijd................................................ 92
De witbalans aanpassen .................................................................... 94
Het foto-effect wijzigen ...................................................................... 97
De ISO-waarde wijzigen ..................................................................... 98
De functie Beeld omkeren instellen .................................................... 99
Bestandsnummering opnieuw instellen ........................................... 100
Afspelen
Beelden afzonderlijk weergeven ....................................................... 103
Een beeld vergroten ................................................................... 104
Negen beelden tegelijk weergeven (Indexweergave) ................. 105
Films weergeven .............................................................................. 106
Films bewerken................................................................................ 109
Beelden op het scherm roteren ........................................................ 111
Geluidsmemo's aan beelden toevoegen ........................................... 112
Beelden automatisch weergeven (Dia Show) ................................... 114
4
Beelden beveiligen ........................................................................... 118
Opnamen wissen
Afzonderlijke beelden wissen..................................................... 119
Alle beelden wissen ......................................................................... 120
Afdrukinstellingen
Informatie over afdrukken ............................................................... 122
DPOF-afdrukinstellingen opgeven ................................................... 124
Instellingen voor beeldoverdracht (DPOF-verzendopties)
Beelden selecteren voor overdracht ................................................ 130
De camera aansluiten op een computer
De camera aansluiten op een computer ......................................... 133
Systeemvereisten voor de computer .......................................... 133
Beelden downloaden met de functieVerplaats ................................ 137
De camera aansluiten op een computer om beelden te downloaden
zonder software te installeren ................................................ 139
Rechtstreeks downloaden vanaf een SD-kaart ................................ 139
Beelden weergeven op een televisie
Beelden weergeven op een televisie ............................................... 140
De camera-instellingen aanpassen
(Instellingen voor Mijn Camera)
Instellingen voor Mijn camera wijzigen .......................................... 142
De instellingen voor Mijn camera vastleggen ................................. 144
Berichten
Berichten......................................................................................... 148
Problemen oplossen
Problemen oplossen ...................................................................... 150
Bijlage
Een voedingsadapterset gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar)......... 154
Onderhoud en verzorging van de camera ........................................ 155
Specificaties ................................................................................... 156
Tips en informatie .......................................................................... 164
Index ............................................................................................... 167
Beschikbare functies per opnamemodus......................................... 176
5
Lees dit eerst
Lees eerst
Proefopnamen
Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert. Canon, dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief SD-kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gemaakt in een formaat dat door apparaten kan worden gelezen.
Schending van het auteursrecht
Digitale camera's van Canon zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik en mogen nooit worden gebruikt op een wijze die inbreuk doet op of strijdig is met internationale of binnenlandse wetten en bepalingen op het gebied van copyright. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen met behulp van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het copyright of andere wettelijke bepalingen, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik.
Garantiebeperkingen
Raadpleeg het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) van Canon dat bij de camera wordt geleverd voor meer informatie over de garantie voor de camera.
Zie de achterkant van dit boekje of het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) voor contactinformatie van de Canon Klantenservice.
6
Veiligheidsvoorschriften
• Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u de camera gebruikt. Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding.
• De voorzorgsmaatregelen op de volgende pagina's zijn bedoeld voor een veilig en juist gebruik van camera en accessoires, om letsel bij uzelf en anderen en schade aan apparatuur te voorkomen.
• Op de volgende pagina's heeft de term 'apparatuur' vooral betrekking op de camera en de accessoires voor de stroomvoorziening, zoals de batterijlader en de compacte voedingsadapter die afzonderlijk verkrijgbaar is. Raadpleeg het systeemschema voor gedetailleerde informatie over accessoires voor de stroomvoorziening.
SD-kaarten opbergen
Berg de SD-kaart op buiten het bereik van kinderen en peuters.
SD-kaarten kunnen per ongeluk worden ingeslikt. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk uw huisarts.
Waarschuwingen
• Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere sterke lichtbron die uw gezichtsvermogen kan aantasten.
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren. Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters. Als een kind de camera of batterij per ongeluk beschadigt, kan dat ernstig letsel tot gevolg hebben. Bovendien kan het plaatsen van de riem om de nek van een kind tot verstikking leiden.
Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te wijzigen als hier- voor geen expliciete aanwijzingen zijn opgenomen in de handleiding. Demontage of wijziging kan een elektrische schok met een hoge spanning tot gevolg hebben. Interne controles, wijzigingen en reparaties moeten worden uitgevoerd door deskundig en bevoegd onderhoudspersoneel via uw leverancier of een helpdesk van Canon Klantenservice.
7
Raak de flitser niet aan als deze is beschadigd. De flitser kan onder hoge spanning staan en door deze aan te raken, kunt u een elektrische schok krijgen. Raak ook nooit interne onderdelen aan die als gevolg van
een beschadiging niet meer worden beschermd. Interne onderdelen kunnen onder hoge spanning staan en een elektrische schok geven. Neem zo spoedig mogelijk contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Staak het gebruik van de apparatuur onmiddellijk als er rook of giftige damp uitkomt. Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit, verwijder de batterij uit de camera of haal het netsnoer van de batterijlader uit het stop­contact. Controleer of er nog steeds rook of damp uit de camera komt. Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Staak het gebruik van de apparatuur als deze is gevallen of als de behuizing is beschadigd. Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit, ver­wijder de batterij uit de camera of haal het netsnoer uit het stopcontact. Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Zorg ervoor dat de apparatuur niet in contact komt met of wordt onder­gedompeld in water of andere vloeistoffen.
fen in de camera komen. De camera is niet waterdicht. Als de buitenkant van de camera in aanraking komt met vloeistoffen of zilte lucht, veegt u deze droog met een zachte, absorberende doek. Schakel de camera onmid­dellijk uit en verwijder de batterij uit de camera of haal het netsnoer uit het stopcontact als er water of een andere substantie in het apparaat is terecht­gekomen. Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Gebruik geen middelen met alcohol, benzeen of verdunners, of andere
brandgevaarlijke stoffen om de apparatuur schoon te maken of schoon te houden. Door het gebruik van deze middelen kan brand ontstaan.
Let erop dat er geen vloeistof-
8
Maak regelmatig het netsnoer los en veeg het stof en vuil weg dat zich heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen.
dat zich rondom de stekker heeft verzameld in de loop der tijd verzadigd raken van vocht en kortsluiting veroorzaken, mogelijk met brand als gevolg.
Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt of wijzigt en plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Hierdoor kan kortsluiting ontstaan, wat brand of elektrische schokken tot gevolg kan hebben.
Pak het netsnoer niet vast met natte handen. U loopt dan het risico een elektrische schok te krijgen. Houd de kabel bij het harde stekkergedeelte vast als u de kabel uit het stopcontact haalt. Trekken aan het flexibele gedeelte van de kabel kan de draad en de isolatie beschadigen of blootleggen, waardoor kans op brand of elektrische schokken ontstaat.
Gebruik alleen de aanbevolen accessoires voor de stroomvoorziening. Het gebruik van energiebronnen die niet nadrukkelijk voor deze apparatuur zijn aanbevolen, kan leiden tot oververhitting, aantasting van de apparatuur, brand, elektrische schokken of andere gevaren.
Plaats de batterij niet in de buurt van een warmtebron en stel deze niet bloot aan vuur of hitte. Dompel de batterij ook niet onder in water. Hitte, vuur en water kunnen de batterij beschadigen en lekkage van bijtende vloeistoffen veroorzaken, wat brand, elektrische schokken, explosies en ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
Probeer de batterij niet te demonteren, te modificeren of op te warmen. Er bestaat dan een grote kans op een explosie met letsel tot gevolg. Spoel alle lichaamsdelen, waaronder ogen en mond, of kleding die met de inhoud van een batterij in aanraking komen, onmiddellijk af met water. Als de ogen of mond met deze stoffen in aanraking komen, spoelt u die onmiddellijk met water en schakelt u medische hulp in.
Laat de batterij niet vallen en voorkom beschadiging van de behuizing van de batterij. Beschadiging van de batterij kan lekkage en letsel tot gevolg hebben.
Voorkom kortsluiting van de batterijpolen door metalen voorwerpen, zoals sleutels. Kortsluiting kan oververhitting, brandwonden en ander letsel tot gevolg hebben. Gebruik het meegeleverde afdekplaatje wanneer u de batterij vervoert of opbergt.
In een stoffige, vochtige of vettige omgeving kan het stof
9
Plak, voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal over de polen van de batterij om aanraking ervan met andere voorwer­pen te voorkomen. Aanraking met de metalen onderdelen van andere
materialen in afvalcontainers kan brand of explosie tot gevolg hebben. Breng de lege batterij zo mogelijk naar een speciaal inzamelingspunt voor chemisch afval bij u in de buurt.
Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires. Het gebruik van batterijen die niet expliciet voor deze apparatuur zijn aanbevolen, kan leiden tot explosies of lekkages, wat brand, letsel en schade aan de omgeving kan veroorzaken.
Gebruik de aanbevolen batterijlader om de batterij NB-4L op te laden. Het gebruik van andere opladers kan oververhitting, aantasting van de apparatuur, brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.
Koppel de batterijlader en de compacte voedingsadapter los van de
camera en haal de stekker van de adapter uit het stopcontact als de batterij is opgeladen en u de camera niet gebruikt. Er kan anders brand of een andere gevaarlijke situatie ontstaan. Door continu gebruik
gedurende een lange periode kan de eenheid oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
De batterijlader en de compacte voedingsadapter zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik met de camera. Gebruik het snoer niet in combinatie met andere producten of batterijen. Er kan anders brand of een andere gevaarlijke situatie ontstaan.
Waarschuwing met betrekking tot magnetische velden
Houd objecten die gevoelig zijn voor magnetische velden (zoals creditcards) uit de buurt van de luidspreker op de camera (p. 14, 17). Dergelijke objecten kunnen defect raken of worden blootgesteld aan gegevensverlies.
10
Voorzichtig
Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen die aan sterk zonlicht of hoge temperaturen blootstaan, zoals het dashboard of de kof­ferruimte van een auto.
kage, oververhitting of explosie van de batterijen veroorzaken, wat tot brand kan leiden of brandwonden of ander letsel tot gevolg kan hebben. Hoge tem­peraturen kunnen tevens de behuizing vervormen. Zorg voor een goede ven­tilatie wanneer u de batterijlader gebruikt voor het opladen van de batterij.
Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen. Dit kan
brand, elektrische schokken of andere schade veroorzaken.
• Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen stoot of de camera op een andere manier blootstelt aan schokken en stoten wanneer u de camera vasthoudt of aan de riem draagt, om te voorkomen dat u gewond raakt of de camera beschadigd raakt.
Zorg dat uw vingers of uw kleding niet voor de flitser komen wanneer u een opname maakt. De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of een
vreemd geluid maken. Raak de flitser ook niet aan nadat u snel achter elkaar een aantal opnamen hebt gemaakt. In beide gevallen kan dit resulteren in brandwonden.
Gebruik de flitser niet als er vuil of stof op de lens zit. De warmteontwikkeling die hierdoor ontstaat, kan namelijk beschadiging van de flitser veroorzaken.
Let erop dat u de batterijlader gebruikt met een stopcontact dat het vereiste voltage heeft en niet een te hoog voltage. De stekker van de batterijlader verschilt per land.
• Gebruik de batterijlader of compacte voedingsadapter niet als de kabel of stekker is beschadigd of als de stekker zich niet volledig in het stopcontact bevindt.
• Zorg ervoor dat er geen metalen objecten (zoals spelden of sleutels) of stof in contact komen met de contactpunten of stekker van de oplader.
Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerakast warm worden. Let erop dat u uw handen niet brandt.
Blootstelling aan veel zonlicht en warmte kan lek-
11
Defecten voorkomen
Vermijd sterke magnetische velden
Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere apparaten die sterk magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterk magneti­sche velden kan leiden tot defecten of beschadigde opnamegegevens.
Vermijd problemen door condensatie
Het blootstellen van de apparatuur aan snel wisselende temperaturen kan condensatie (kleine waterdruppels) aan de binnen- en buitenkant veroorza­ken. Dit kunt u voorkomen door de apparatuur in een luchtdichte, hersluitbare plastic zak te plaatsen en zo geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat u de apparatuur weer uit de zak haalt.
Condensatievorming in de camera
Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als u condensatievorming ontdekt. Als u de camera toch blijft gebruiken, kan de apparatuur beschadigd raken. Verwijder de SD-kaart en de batterij of de compacte voedingsadapter uit de camera en wacht tot het vocht volledig is verdampt voordat u de apparatuur weer in gebruik neemt.
Opslaan voor langere tijd
Haal de batterij uit de camera of uit de batterijlader en berg de apparatuur op een veilige plaats op als u de camera langere tijd niet gebruikt. Als u de batterij niet verwijdert wanneer u de camera langere tijd opbergt, loopt de batterij leeg. Als de batterij meer dan drie weken uit de camera verwijderd is geweest, worden mogelijk de standaardinstellingen voor datum, tijd en andere cameraopties ingesteld op het moment dat u de camera weer in gebruik neemt.
12
Overzicht van de onderdelen
DIGITAL IXUS 40
Vooraanzicht
AF-hulplicht (p. 48) Lampje voor rode-ogenreductie (p. 65)
Klepje uitgangen
DIGITAL-uitgang (p. 134)
A/V OUT-uitgang (audio/video) (p. 140)
De interfacekabel en de AV-kabel kunnen niet tegelijkertijd worden
aangesloten.
Het klepje van de uitgangen openen
Lampje voor zelfontspanner (p. 76)
Optische zoeker (p. 45)
Microfoon (p. 112)
Bevestigingspunt polsriem
De polsriem bevestigen
Overzicht van de onderdelen
Flitser (p. 64)
Lens
*
U kunt dit rondje gebruiken om het klepje van de uitgangen of van de SD-kaartsleuf/batterijhouder te openen.
* Als u de camera aan de riem draagt, moet u erop letten dat de camera niet
heen en weer zwaait of tegen andere objecten stoot.
13
Achteraanzicht
LCD-venster (p. 39)
Optische zoeker (p. 45)
Luidspreker
Bevestigingspunt statief
14
Batterijvakje (vakje voor SD-kaart en batterij)
Klepje van SD-kaartsleuf/ batterijhouder (p. 24, 26)
Klepje van aansluiting voor gelijkstroomkoppeling (p. 154)
Bedieningspaneel
ON/OFF-knop (p. 36)
Lampjes (p. 19)
Knop MENU (p. 50)
Aan/uit-lampje
Brandt wanneer de camera is ingeschakeld of wanneer de voorbereidingen voor verzending zijn voltooid als de camera op een computer is aangesloten.
Zoomknop Opnamen maken:
(Groothoeklens)/ (Telestand) (p. 46)
Afspelen:
(Index) (p. 105)/ (Vergroten) (p. 104)
Sluiterknop (p. 47)
Modusschakelaar (p. 38)
Knop (Afdrukken/Delen) (p. 20)
Knop FUNC./SET (Functie/Instellen) (p. 49)
Knop DISP. (Weergave) (p. 39)
Overzicht van de onderdelen
Knop (Lichtmeting) Knop
Knop (Flitser) (p. 64)/ Knop
Knop (Wissen per beeld) Knop (Continu) Knop (Zelfontspanner) Knop
Knop (Macro) / (Oneindig) Knop
(p. 90)
(p. 119)/
(p. 73)/
(p. 76)/
/
(p. 68)/
15
DIGITAL IXUS 30
Vooraanzicht
AF-hulplicht (p. 48) Lampje voor rode-ogenreductie (p. 65)
Klepje uitgangen
DIGITAL-uitgang (p. 134)
A/V OUT-uitgang (audio/video) (p. 140)
D
e interfacekabel en de AV-kabel kunnen niet tegelijkertijd worden
aangesloten
Het klepje van de uitgangen openen
.
Lampje voor zelfontspanner (p. 76)
Optische zoeker (p. 45)
Bevestigingspunt polsriem
De polsriem bevestigen
Flitser (p. 64)
Lens
Microfoon (p. 112)
*
U kunt dit rondje gebruiken om het klepje van de uitgangen of van de SD-kaartsleuf/batterijhouder te openen.
* Als u de camera aan de riem draagt, moet u erop letten dat de camera niet
heen en weer zwaait of tegen andere objecten stoot.
16
Achterkant
LCD-venster (p. 39)
Bevestigingspunt statief
Overzicht van de onderdelen
Optische zoeker (p. 45)
Luidspreker
Batterijvakje (vakje voor SD-kaart en batterij)
Klepje van SD-kaartsleuf/ batterijhouder (p. 24, 26)
Klepje van aansluiting voor gelijkstroomkoppeling (p. 154)
17
Bedieningspaneel
ON/OFF-knop (p. 36)
Lampjes (p. 19)
MENU-knop (p. 50)
Aan/uit-lampje
Brandt wanneer de camera is ingeschakeld of wanneer de voorbereidingen voor verzending zijn voltooid als de camera op een computer is aangesloten.
Zoomknop Opnamen maken:
(Telestand)/ (Groothoeklens) (p. 46)
Afspelen:
(Index) (p. 105)/ (Vergroten) (p. 104)
Sluiterknop (p. 47)
Modusschakelaar (p. 38)
Knop (Afdrukken/Delen) (p. 20)
Knop FUNC./SET (Functie/Instellen) (p. 49)
Knop DISP. (Weergave) (p. 39)
18
Knop (Lichtmeting) Knop
Knop (Flitser) (p. 64)/ Knop
Knop (Wissen per beeld) Knop (Continu) Knop (Zelfontspanner) Knop
Knop (Macro) / (Oneindig) Knop
(p. 90)
(p. 119)/
(p. 73)/
(p. 76)/
/
(p. 68)/
DIGITAL IXUS 40 DIGITAL IXUS 30
De camera vasthouden
U krijgt onscherpe beelden als de camera beweegt op het moment dat u de sluiterknop indrukt. Houd de camera vast zoals hieronder wordt weergege­ven om te voorkomen dat de camera beweegt als u een opname maakt.
Houd de camera stevig vast met beide handen en laat uw ellebogen tegen de zijkant van uw lichaam rusten. Plaats uw vinger op de sluiterknop terwijl u de camera zo vasthoudt.
• Zorg dat uw haar of vingers niet voor de lens, de flitser, het lampje van de zelfontspanner, de microfoon of de luidspreker komen.
• Zet de camera op een statief als u oneindige opnamen maakt of fotografeert in een donkere omgeving.
Lampjes
De lampjes branden of knipperen wanneer de knop ingedrukt.
ON/OFF
of de sluiterknop wordt
Bovenste lampje
Brandt groen: Gereed voor opname Knippert groen:
Brandt oranje: Gereed voor opname (flitser aan) Knippert oranje: Gereed voor opname (waarschuwing dat de camera
Schrijven naar de SD-kaart/lezen van de SD-kaart/wissen van de SD-kaart/overdragen van gegevens (bij verbinding met een computer)
beweegt)
Overzicht van de onderdelen
Onderste lampje
Brandt geel: Macromodus/oneindige modus/AF lock Knippert geel: Problemen bij het scherpstellen (1 pieptoon).
Hoewel u de sluiterknop wel kunt indrukken als het lampje geel knippert, kunt u beter opnamen maken met de focusvergrendeling of AF lock (p. 86).
19
De volgende opties zijn beschikbaar via één druk op de knop
(Afdrukken/Delen).
• Afdrukken: zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print (meegeleverd bij de camera)
• Beelden downloaden (alleen Windows): zie p. 132 in deze handleiding en de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] (meegeleverd bij de camera)
Het lampje knippert of brandt wanneer er een verbinding is met een printer of computer.
Blauw: gereed om af te drukken/gereed om beelden te verzenden Knippert blauw: bezig met afdrukken/verzenden
Hieronder ziet u welke kabels u kunt gebruiken om de camera op een computer of een printer aan te sluiten: Computer (p. 132)
Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera)
Direct Print-compatibele printers (afzonderlijk verkrijgbaar)
Compacte Fotoprinter (SELPHY CP-serie)/Fotokaartprinter
Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera) of de interfacekabel DIF-100 (meegeleverd bij de printer).
• Bubble Jet Printers (PIXMA-serie/SELPHY DS-serie).
- Printers die de functie Canon Direct Print ondersteunen:
raadpleeg de gebruikershandleiding van de Bubble Jet-printer.
- Printers die de functie PictBridge ondersteunen:
interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera)
• Printers van een ander merk dan Canon die de functie PictBridge ondersteunen Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera)
Raadpleeg het systeemschema of de Gebruikershandleiding voor Direct Print die bij de camera is geleverd voor informatie over printers die de
functie Direct Print ondersteunen
.
directe-
20
De camera voorbereiden
De batterij opladen
Ga als volgt te werk om de batterij op te laden wanneer u de camera voor het eerst gebruikt of wanneer het bericht Vervang\Verwissel accu wordt weergegeven.
Symbool
Oplaadlampje
Plaats de batterij in de batterijlader.
1
Zorg dat de symbolen op de batterij en de batterijlader recht tegenover elkaar staan zodat de batterij correct wordt geplaatst.
Het model en type van de batterijlader kan
2
per land verschillen.
(Voor CB-2LV)
Steek de stekker van de batterijlader in een stopcontact.
(Voor CB-2LVE)
Sluit het netsnoer aan op de batterijlader en steek de stekker in een stopcontact.
• Tijdens het opladen van de batterij brandt het oplaadlampje oranje. Als de batterij volledig is opgeladen, wordt het oplaadlampje groen.
• Als de batterij is opgeladen, haalt u het netsnoer van de batterijlader uit het stopcontact en haalt u onmiddellijk de batterij uit de lader.
De camera voorbereiden
Om de levensduur van de batterij te waarborgen moet u de batterij nooit langer dan 24 uur opladen.
21
• Aangezien dit een lithium-ionbatterij is, hoeft u niet te wachten totdat de batterij volledig leeg is voordat u deze weer oplaadt. U kunt de batterij op elk gewenst moment opladen. Aangezien het maximale aantal oplaadcycli echter rond de 300 ligt (levensduur van de batterij volgens de testnormen van Canon), kunt u de batterij beter opladen nadat deze volledig leeg is om de levensduur van de batterij te verlengen.
• Het duurt ongeveer 90 minuten om een lege batterij volledig op te laden (volgens de testnormen van Canon). Het wordt aanbevolen om de batterij op te laden bij een temperatuur van 5° tot 40°C.
• De oplaadtijd is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de sterkte van de batterij op dat moment.
• Tijdens het opladen is mogelijk een geluid hoorbaar. Dit is niet het gevolg van een storing.
•Zie Batterijcapaciteit (batterij NB-4L (volledig opgeladen)) (p. 162).
Voorzorgsmaatregelen voor de batterij
zZorg er altijd voor dat de contactpunten van de batterij ( ) schoon
zijn. Als de contactpunten niet goed schoon zijn, kan dit leiden tot een slecht contact tussen de batterij en de camera. Reinig de contactpunten met een wattenstaafje voordat u de batterij oplaadt of gebruikt.
zHoud de oplader niet ondersteboven en zwaai er niet mee als er een batterij
in zit. De batterij kan eruit vallen.
zBij lage temperaturen kunnen de prestaties van de batterij teruglopen en
kan het pictogram waarmee wordt aangegeven dat de batterij bijna leeg is, sneller dan normaal verschijnen. Onder deze omstandigheden activeert u de batterij door deze onmiddellijk vóór het gebruik op te warmen in uw broekzak. Zorg echter dat uw broekzak geen metalen voorwerpen, bijvoorbeeld een sleutelhanger, bevat om kortsluiting van de batterij te voorkomen.
zDek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met
voorwerpen zoals een tafellaken, tapijt, deken of kussen. Het apparaat kan dan te warm worden en mogelijk brand veroorzaken.
zGebruik met deze oplader uitsluitend batterijen van het type NB-4L. zZelfs als de camera is uitgeschakeld, verliest de batterij voortdurend een
minimale hoeveelheid energie wanneer deze zich in de camera of in de oplader bevindt. Hierdoor wordt de levensduur van de batterij verkort.
22
zZorg dat er geen metalen objecten zoals sleutels in aanraking komen met
de contactpunten en (Fig. A), aangezien de batterij hierdoor beschadigd kan raken. Als u de batterij wilt vervoeren of opslaan wanneer u deze niet gebruikt, moet u altijd de klepjes van de contactpunten terugplaatsen (Fig. B). Wanneer u batterij NB-4L wordt gebruikt, kunt u wellicht de sterkte van de batterij zien. Dit hangt af van de manier waarop het klepje van de contactpunten is geplaatst (Fig. C, D).
Fig. A Fig. B
Fig. C Opgeladen batterij
Fig. D Lege batterij
De camera voorbereiden
Plaats het klepje zo dat zichtbaar is.
Plaats het klepje precies andersom als in Fig. C.
zOok opgeladen batterijen verliezen voortdurend wat van hun lading. U kunt
de batterij het beste opladen op de dag van gebruik of een dag daarvoor, zodat deze optimaal is opgeladen.
zWanneer u een volledig opgeladen batterij langere tijd (ongeveer een jaar)
weglegt, kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen. Het is daarom raadzaam de batterij in de camera te gebruiken totdat de batterij volledig leeg is en deze vervolgens binnenshuis op een droge plaats bij een temperatuur van 0°C tot 30°C te bewaren. Als u de batterij langere perioden niet gebruikt, moet u de batterij ongeveer eenmaal per jaar volledig opladen en vervolgens gebruiken in de camera totdat de batterij weer leeg is, voordat u de batterij opnieuw opbergt.
zAls de prestaties van de batterij aanzienlijk verminderen, zelfs als deze
volledig is opgeladen, moet u de batterij vervangen.
23
De batterij plaatsen
Installeer de meegeleverde batterij NB-4L.
Laad de batterij volledig op (p. 21) gebruikt.
1
1
2
2
Symbool
Batterijvergrendeling
2
3
voordat u deze voor het eerst
Open het klepje van de SD-kaartsleuf/batterijhouder in de richting van de pijlen.
Houd de batterijvergrendeling ingedrukt terwijl u de batterij volledig in de houder schuift tot de vergrendeling vastklikt.
Zorg ervoor dat de symbolen op de batterij en de batterijhouder recht tegenover elkaar staan zodat de batterij correct wordt geplaatst.
Als u de batterij wilt verwijderen, duwt u de batterijvergrendeling in de richting van de pijl en houdt u deze vast terwijl u de batterij naar buiten trekt.
Sluit het klepje van de SD-kaartsleuf/batterijhouder.
24
1
• Wees voorzichtig met de batterijhouder wanneer u de batterij plaatst of verwijdert.
• Schakel de camera niet uit en open het klepje van de SD-kaartsleuf/ batterijhouder niet wanneer het lampje groen knippert. De camera schrijft, leest of verwijdert op dat moment een beeld of brengt een beeld over van of naar de SD-kaart.
• Verwijder de batterij wanneer u de camera niet gebruikt. Als de batte­rij meer dan drie weken uit de camera is verwijderd, worden de stan­daardinstellingen voor datum, tijd en andere cameraopties mogelijk hersteld op het moment dat u de camera weer in gebruik neemt.
Gebruik de voedingsadapterset ACK-DC10 (afzonderlijk verkrijgbaar) als u de camera langere tijd gebruikt (p. 154).
Batterijlading
De volgende pictogrammen en berichten verschijnen wanneer de batterij onvoldoende is opgeladen.
De batterij is bijna leeg. Laad de batterij zo snel mogelijk op als u deze langere tijd wilt gebruiken. Als het LCD-scherm is uitgeschakeld, verschijnt dit pictogram wanneer u op een andere knop drukt dan ON/OFF,
MENU
of de knop (Afdrukken/Delen).
Vervang\Verwissel accu
Zie Batterijcapaciteit (batterij NB-4L (volledig opgeladen)) (p. 162).
De batterij is niet voldoende geladen om met de camera te kunnen werken. Vervang de batterij onmiddellijk.
FUNC./SET
De camera voorbereiden
,
25
De SD-kaart plaatsen
Het schuifje voor schrijfbeveiliging
De SD-kaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging. Als u het schuifje omlaag duwt, kunnen er geen gegevens op de kaart worden opgeslagen en worden bestaande gegevens, zoals beelden, beveiligd. Als u gegevens naar de SD-kaart wilt schrijven of de kaart wilt wissen of formatteren, moet u het schuifje eerst omhoog duwen.
Schuifje voor
schrijfbeveiliging
Schrijven/wissen mogelijk Schrijven/wissen niet mogelijk
Zorg ervoor dat de SD-kaart in de goede richting in de camera wordt geplaatst. Als de kaart per ongeluk achterstevoren wordt geplaatst, kan dit de camera beschadigen.
Schakel de camera uit en volg de aanwijzingen hieronder om de SD-kaart te plaatsen.
Open het klepje van de
1
Voorzijde
26
1
SD-kaartsleuf/batterijhouder in de richting van de pijlen.
2
Plaats de SD-kaart.
2
• Duw de kaart met uw vinger of het witte gedeelte van de polsriem naar binnen, zoals aangegeven aan de onderzijde van de camera, totdat u een klik hoort.
• Zorg dat u geen metaal aanraakt of metalen objecten in contact laat komen met de contactpunten op de achterzijde van de SD-kaart.
2
Sluit het klepje van de SD-
3
kaartsleuf/batterijhouder.
1
De SD-kaart verwijderen
Duw met uw vinger of het rondje aan de polsriem op de SD-kaart totdat u een klik hoort en laat deze dan los.
• Wees voorzichtig met de kaartsleuf wanneer u de SD-kaart plaatst of verwijdert.
• Wanneer het indicatielampje groen knippert, moet u de volgende handelingen nooit uitvoeren omdat de camera op dat moment gegevens op de SD-kaart leest of wist, of gegevens naar de SD­kaart schrijft. De beeldgegevens kunnen dan beschadigd raken.
- De camera blootstellen aan trillingen of schokken.
- De camera uitschakelen of het klepje van de SD-kaartsleuf/
batterijhouder openen.
• Het is mogelijk dat SD-kaarten die zijn geformatteerd met camera's van andere fabrikanten of een computer, of die zijn geformatteerd of bewerkt met toepassingen, niet naar behoren in de camera functioneren of het schrijfproces vertragen.
• Wij raden u aan SD-kaarten te gebruiken die in uw camera zijn geformatteerd (p. 28). De kaart die bij de camera wordt geleverd, kunt u gebruiken zonder dat u de kaart hoeft te formatteren.
Zie SD-kaarten en geschatte capaciteiten (p. 160).
De camera voorbereiden
27
SD-kaarten formatteren
U moet een nieuwe SD-kaart of een SD-kaart waarvan u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren.
Bij het formatteren (initialiseren) van een SD-kaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden en andere soorten bestanden.
Druk op de ON/OFF-knop totdat het
1
aan/uit-lampje groen brandt.
Aan/uit-lampje
Druk op de knop MENU.
2
Het menu (Opname) of (Keuze) wordt weergegeven.
Gebruik de knop om het menu
3
(Instellen) te selecteren.
Gebruik de knop of om
4
[Formateren] te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET.
28
Loading...
+ 150 hidden pages