In deze handleiding worden camerafuncties en -procedures in detail beschreven.
Hoofdfuncties
Opnemen
z De effecten van een bewegende camera of onscherpe
onderwerpen voorkomen bij het maken van opnamen met
een hoge ISO-snelheid
z Opname-instellingen automatisch aanpassen aan de
omstandigheden
z De camerastand automatisch detecteren met een
intelligente sensor
Weergeven
z Filmpjes afspelen met
geluid
z Automatisch afspelen
met de functie Autom.
Afspelen
Bewerken
z Geluidsmemo's opnemen
voor foto's
Afdrukken
z Eenvoudig afdrukken
met de knop Afdrukken/
Delen
z Ondersteuning voor
PictBridge-compatibele
printers van een ander
merk dan Canon
Gebruik van opgenomen beelden
z Beelden probleemloos verplaatsen naar een computer met
de knop Afdrukken/Delen
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt
Met pictogrammen naast of onder titels wordt aangegeven bij
welke opnamemodi de procedure kan worden gebruikt.
Opname-/weergavemodus
Briefkaartmodus
Opnamemodus
• Opnamemodi die niet beschikbaar zijn, worden grijs
weergegeven.
Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus(p. 117).
z In deze handleiding wordt naar de Verkorte gebruikershandleiding
verwezen als de Verkorte handleiding en naar de Uitgebreide gebruikershandleiding als de Uitgebreide handleiding.
: Met dit symbool worden situaties aangegeven die de
werking van de camer a kunnen beïnvloeden.
: Dit symbool verwijst naar onderwerpen met extra informatie
(naast de basisprocedures).
Met deze camera kunt u SD-geheugenkaarten, SDHCgeheugenkaarten en MultiMediaCards gebruiken. In deze
handleiding worden al deze kaarten 'geheugenkaarten'
genoemd.
Canon raadt u aan om originele accessoires van het merk
Canon te gebruiken.
Dit product werkt het beste in combinatie met accessoires van het
merk Canon. Canon is niet aansprakelijk voor enige schade aan
het product en/of ongelukken zoals brand, enzovoorts, die worden
veroorzaakt door defecten in accessoires van andere merken dan
Canon (bijvoorbeeld een lekkende of geëxplodeerde batterij).
Houd er rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is op
reparaties ten gevolge van defecten aan accessoires van andere
merken dan Canon. U kunt dergelijke reparaties tegen betaling
laten uitvoeren.
1
Inhoudsopgave
Onderwerpen die met een zijn gemarkeerd, bevatten een overzicht
van camerafuncties of een stappenplan.
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt . . . . 1
Functies beschikbaar in elke opnamemodus . . . . . 117
4
Bedieningsvoorschriften
Lees dit eerst
Proefopnamen
Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te
controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient,
voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert.
Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten
bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke
gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking
van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat
een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen
door apparaten.
Schending van het auteursrecht
Digitale camera's van Canon zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik
en mogen nooit worden gebruikt op een wijze die inbreuk doet op of
strijdig is met internationale of binnenlandse wetten en bepalingen
op het gebied van copyright. In sommige gevallen kan het kopiëren
van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële
eigendommen door middel van een camera of ander apparaat in
strijd zijn met het copyright of andere wettelijke bepalingen, ook
al is de opname voor persoonlijk gebruik gemaakt.
Garantiebeperkingen
Raadpleeg het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem
(EWS) van Canon dat bij de camera is geleverd voor meer informatie
over de garantie voor de camera.
Zie de achterkant van het boekje Overeenkomst Europees
Garantie Systeem (EWS) voor contactinformatie van de Canon
Klantenservice.
5
Temperatuur van de camerabehuizing
Als u de camera lang gebruikt, kan de behuizing warm worden.
Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera
lang gebruikt.
Informatie over het LCD-scherm
Het LCD-scherm is gefabriceerd met extreem hoge
precisietechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet
aan de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan
soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen. Dit
heeft geen invloed op het opgenomen beeld en duidt niet op
een defect.
Video-indeling
Stel het videosysteem van uw land in op de camera voordat u de
camera aansluit op de televisie (p. 67).
Taalinstelling
Zie de Verkorte handleiding (p. 8) als u de taalinstelling wilt wijzigen.
Veiligheidsvoorschriften
z Voordat u de camera gebruikt, moet u de veiligheidsvoorschriften
lezen die hierna worden beschreven en in de sectie
Veiligheidsvoorschriften van de Verkorte gebruikershandleiding.
Bedien de camera altijd zoals is beschreven in de handleiding.
z De voorzorgsmaatregelen op de volgende pagina's zijn bedoeld
voor een veilig en juist gebruik van camera en accessoires,
om letsel bij uzelf en anderen en schade aan apparatuur te
voorkomen.
z Met apparatuur wordt verwezen naar de camera, de batterijen,
de batterijlader (afzonderlijk verkrijgbaar) en de compacte
voedingsadapter (afzonderlijk verkrijgbaar).
6
Waarschuwingen
Apparatuur
z Richt de camera niet direct op d e zon of andere felle
lichtbronnen.
Als u dit wel doet, kunt u uw ogen of de CCD van de camera
beschadigen.
z
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen
en peut ers.
• Polsriem: als de riem om de nek van een kind zit, kan dat tot
verstikking leiden.
• Geheugenkaart: een geheugenkaart kan per ongeluk worden
ingeslikt. Neem in dat geval onmiddellijk contact op met
uw huisarts.
z Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te
wijzigen als hiervoor geen expliciete aanwijzingen zijn
opgenomen in de handleiding.
z Raak de flitser niet aan als deze is beschadigd. De flitser
kan onder hoge spanning staan en u kunt een elektrische
schok krijgen.
z Staak het gebruik van de apparatuur onmiddellijk als
er rook of giftige damp uitkomt.
z Zorg ervoor dat de apparatuur niet in contact komt met
of wordt ondergedompeld in water of andere vloeistoffen.
Als de buitenkant van de camera in aanraking komt met
vloeistoffen of zilte lucht, moet u deze droogmaken met
een zachte, absorberende doek.
Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt
u een elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit
en verwijder de batterijen uit de camera of trek het netsnoer van
de batterijlader of de compacte voedingsadapter uit het stopcontact.
Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk
van Canon Klantenservice.
7
z Gebruik geen middelen met alcohol, wasbenzine of
verdunners, of andere brandgevaarlijke stoffen om de
apparatuur schoon te maken of schoon te houden.
z Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt
of wijzigt en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
z Gebruik alleen de aanbevolen accessoires voor de
stroomvoorziening.
z Maak regelmatig het netsnoer los en veeg het stof en vuil
weg dat zich heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant
van het stopcontact en het gebied eromheen.
z Pak het snoer niet met natte handen vast.
Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt
u een elektrische schok krijgen.
Batterij
z Plaats de batterijen niet in de buurt van een warmtebron
en stel ze niet bloot aan vuur of hitte.
z De batterijen mogen niet worden ondergedompeld in water.
z Probeer de batterijen niet te demonteren, te wijzigen of op
te warmen.
z Laat de batterijen niet vallen en voorkom beschadiging van
de behuizing van de batterijen.
z Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires.
Het gebruik van batterijen die niet expliciet voor deze apparatuur
zijn aanbevolen, kan leiden tot explosies of lekkages, wat brand,
letsel en schade aan de omgeving kan veroorzaken. Als een
batterij lekt en de ogen, mond, huid of kleding in aanraking komen
met deze stoffen, moet u ze onmiddellijk spoelen met water en
medische hulp inschakelen.
z Koppel de batterijlader en de compacte voedingsadapter
los van de camera en trek de stekker van de adapter uit het
stopcontact als de batterij is opgeladen of u de camera niet
gebruikt. Er kan anders brand of een andere gevaarlijke
situatie ontstaan.
z Dek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij
niet af met voorwerpen zoals een tafellaken, tapijt, deken
of kussen.
Als u de eenheden gedurende een lange periode aangesloten laat
op netvoeding, kan de eenheid oververhit en beschadigd raken,
waardoor brand kan ontstaan.
8
z Gebruik bij het opladen van de Canon NiMH-batterijen van
AA-formaat alleen een aanbevolen batterijlader.
z De compacte voedingsadapter is ontworpen voor exclusief
gebruik met deze apparatuur. Gebruik het snoer niet in
combinatie met andere producten.
Dit kan leiden tot oververhitting en aantasting van de apparatuur,
wat brand of elektrische schokken tot gevolg kan hebben.
z Plak, voordat u de batterij weggooit, tape of ander
isolatiemateriaal over de polen van de batterij om aanraking
ervan met andere voorwerpen te voorkomen.
Aanraking met de metalen onderdelen van andere materialen
in afvalcontainers kan brand of een explosie tot gevolg hebben.
Overig
z Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het
gezichtsvermogen aantasten.
Houd voor al bij kleine kinderen ten minste één meter afst and
wanneer u de flitser gebruikt.
z Houd objecten die gevoelig zijn voor magnetische velden
(zoals creditcards) uit de buurt van de luidspreker op
de camera.
Dergelijke objecten kunnen defect raken of blootstaan aan
gegevensverlies.
9
Voorzichtig
Apparatuur
z Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen aan
stoot of de camera op een andere manier blootstelt aan
schokken en stoten wanneer u de camera vasthoudt o f aan
de riem draagt. Zo voorkomt u persoonlijk letsel of schade
aan de camera.
z Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen.
z Zorg ervoor dat er geen metalen objecten (zoals spelden
of sleutels) of stof in contact komen met de contactpunten
of stekker van de oplader.
Dergelijke omstandigheden kunnen brand, elektrische schokken
of andere schade veroorzaken.
z Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen
die aan sterk zonlicht of hoge temperaturen blootstaan,
zoals het dashboard of de kofferruimte van een auto.
z Gebruik de apparatuur niet op een manier die de geschatte
capaciteit van het stopcontact of de bekabelingsaccessoires
overstijgt. Gebruik de apparatuur niet als het netsnoer
of de stekker beschadigd is of niet helemaal in het
stopcontact zit.
z Gebruik de apparatuur niet op locaties met een slechte
ventilatie.
De hiervoor genoemde zaken kunnen leiden tot lekkage,
oververhitting of explosies, wat brand en brandwonden of andere
verwondingen tot gevolg kan hebben. Hoge temperaturen kunnen
ook de behuizing vervormen.
z Haal de batterijen uit de camera of batterijlader en berg
de apparatuur op een veilige plaats op als u de camera een
lange tijd niet gebruikt.
Als u de batterijen in de camera laat zitten, kunnen er beschadigingen
optreden als gevolg van lekkage.
z Sluit compacte voedingsadapters of batterijladers niet aan
op apparaten zoals elektrische transformators voor reizen
naar het buitenland, omdat dit defecten, oververhitting,
brand, elektrische schokken of verwondingen tot gevolg
kan hebben.
10
Flitser
z Gebruik de flitser niet als er vuil of stof op de flitser zit.
z Zorg dat uw vingers of uw kleding niet voor de flitser komen
wanneer u een opname maakt.
De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of een vreemd
geluid maken. De warmteontwikkeling die hierdoor ontstaat,
kan namelijk beschadiging van de flitser veroorzaken.
z Raak de flitser niet aan nadat u snel achter elkaar een aantal
opnamen hebt gemaakt.
Dit kan brandwonden tot gevolg hebben.
Defecten voorkomen
Vermijd sterk magnetische velden
z Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of
andere apparaten die sterk magnetische velden genereren.
Blootstelling aan sterk magnetische velden kan leiden tot defecten
of beschadigde opnamegegevens.
Vermijd problemen door condensatie
z Wanneer u de apparatuur snel van een koude naar een
warme plek verplaatst, kunt u condensatie voorkomen door
de apparatuur in een luchtdichte, hersluitbare plastic tas te
plaatsen en zo geleidelijk aan de temperatuursveranderingen
te laten wennen voordat u de apparatuur weer uit de zak haalt.
Het snel verplaatsen van de apparatuur van een koude naar een
warme plek kan condensatie (kleine waterdruppels) aan de binnenen buitenkant veroorzaken.
Condensatievorming in de camera
z Stop onmiddellijk met het gebruik van de camera.
Als u de camera toch blijft gebruiken, kan de apparatuur
beschadigd raken. Verwijder de geheugenkaart en de batterijen
of de compacte voedingsadapter uit de camera of koppel
de compacte voedingsadapter los. Wacht tot het vocht volledig
is verdampt voordat u de apparatuur weer in gebruik neemt.
11
Voordat u de camera gebruikt
–
Basishandelingen
Het LCD-scherm gebruiken
Druk op .
1
z De weergavemodus verandert telkens wanneer u op deze
knop drukt.
Opnamemodus ()
Standaard
(Geen informatie)
Weergavemodus ()
Geen informatie
Gedetailleerd
(Informatievenster)
Uit
z De informatie over de opname wordt ongeveer zes seconden
lang weergegeven wanneer een instelling is gewijzigd. Het
maakt hierbij niet uit welke weergavemodus is geselecteerd.
z De aan/uit-instelling van het LCD-scherm blijft beschikbaar
als de camera is uitgeschakeld.
z Het LCD-scherm wordt niet uitgeschakeld in de modus .
z Het LCD-scherm schakelt niet over op de gedetailleerde
weergave als de indexweergave actief is (p. 59).
Standaard
Gedetailleerd
Nachtweergave
Wanneer het donker is, wordt het LCD-scherm automatisch helderder
gemaakt en aangepast aan de helderheid van het onderwerp*, zodat
het onderwerp eenvoudiger kan worden omkaderd.
* Hoewel er ruis kan optreden en de beweging van het onderwerp op het
LCD-scherm wat o nscherp lijkt, heeft d it geen effect op het opgenomen
beeld. De helderheid van het beeld op het scherm verschilt van de
helderheid van het opgenomen beeld.
sluiterknop half indrukt. Aangezien de
optimale instellingen voor de camera
automatisch worden geconfigureerd bij
het gebruik van de flitser, kunnen de
instellingen die worden weergegeven
in de opname-informatie verschillen
van de werkelijke instellingen.
sluiterknop half indrukt.
Transport mode
Beeldomkeren (p. 53)
tijd/verstreken tijd
2
/
1
(p. 104)/
1
13
Als het oranje lampje knippert en het pictogram 'Camera
beweegt' wordt weergegeven, is er te weinig licht
en wordt een trage sluitersnelheid geselecteerd. Maak
opnamen met de volgende methoden.
- Verhoog de ISO-snelheid (p. 52).
- Selecteer een andere instelling dan (Flitser uit).
- Bevestig de camera op een statief of een ander apparaat.
De volgende informatie kan ook worden weergegeven bij
sommige beelden.
Er is een geluidsbestand met een andere indeling dan WAVE
toegevoegd of de bestandsindeling wordt niet herkend.
JPEG-beeld dat niet voldoet aan de Design rule for Camera
File System-ontwerp standaard (p. 105)
RAW-beeld
Niet-herkend gegevenstype
Informatie over beelden die zijn opgenomen met een andere
camera worden mogelijk niet juist weergegeven.
15
Histogramfunctie
Het histogram is een grafiek waarmee u de helderheid van
het beeld kunt beoordelen. Hoe groter de neiging naar links in
de grafiek, des te donkerder is het beeld. Hoe groter de neiging
naar rechts, des te helderder is het beeld.
Als het beeld te donker is, wijzigt u de belichtingscompensatie
in een positieve waarde. Als het beeld te helder is, wijzigt
u de belichtingscompensatie in een negatieve waarde (p. 44).
Voorbeeldhistogramme n
Uitgebalanceerd beeldDonker beeldHelder beeld
De zoeker gebruiken
U kunt tijdens het maken van opnamen energie besparen door
het LCD-scherm uit te schakelen (p. 12) en de zoeker (Verkorte handleiding p. 2) te gebruiken.
Het midden van het beeld
Zoeke r
16
Energiebesparing
De camera is uitgerust met een energiebesparingsfunctie.
De camera wordt uitgeschakeld in de volgende gevallen. Als
u de camera wilt inschakelen, drukt u op de ON/OFF-knop.
OpnamemodusOngeveer drie minuten nadat er voor het laatst
Weergavemodus
Aangesloten op
een printer
* De tijdsduur kan worden g ewijzigd.
z De energiebesparingsfunctie wordt niet ingeschakeld
tijdens een diapresentatie (Automatisch afspelen) of
wanneer de camera is aangesloten op een computer.
z De instellingen van de energiebesparingsfunctie kunnen
worden gewijzigd (p. 23).
een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera
uitgeschakeld. Eén minuut* nadat er voor het
laatst een camerafunctie is geb ruikt, wordt het
LCD-scherm automatisch uitgeschakeld, zelfs
als [Automatisch Uit] is ingesteld op [Uit]. Druk
op een andere knop dan de ON/OFF-knop
of wijzig de camerastand om het LCD-scherm
weer in te schakelen.
Ongeveer vijf minuten nadat er voor het laatst
een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera
uitgeschakeld.
17
Menu's en instellingen
Menu’s worden gebruikt om de opname-, weergave- en
afdrukinstellingen alsook camera-instellingen zoals de
datum/tijd en de elektronische piep in te stellen.
z Menu FUNC.
z Menu Opname, K euze, Print en Instellen
Menu FUNC.
Hiermee kunt u veel van de functies instellen die vaak worden
gebruikt bij het maken van opnamen.
ab
cd
• In dit voorbeeld wordt het menu FUNC. weergegeven in .
aStel het programmakeuzewiel in op de opnamemodus die
u wilt gebruiken.
bDruk op de knopFUNC./SET.
cGebruik de knop of om een menuoptie te selecteren.
• In bepaalde opnamemodi kunnen sommige opties niet worden
geselecteerd.
dGebruik de knop of om een optie voor de menuoptie
te selecteren.
• Voor sommige opties kunt u meer opties selecteren met
de knop MENU.
• Nadat u een optie hebt geselecteerd, kunt u op de ontspanknop
drukken om direct een opname te maken.
eDruk op de knop FUNC./SET.
18
e
De menu's Opname, Keuze, Print en Instellen
Via deze menu's kunt u handige instellingen configureren voor het
maken, weergeven of afdrukken van opnamen.
Opname Menu
Menu Instellen
ae
U kunt met de
b
knoppen en
tussen de
menu's schakelen
als dit gedeelte
is geselecteerd.
• In dit voorbeeld wordt het menu Opname in de modus
weergegeven.
• In de weergavemodus worden de menu's Keuze, Print en Instellen
weergegeven.
a Druk op de knop MENU.
b Gebruik de knop of om tussen de menu's te schakelen.
• U kunt ook tussen de menu's schakelen met behulp van
de zoomknop.
c Gebruik de knop of om een menuoptie te selecteren.
• In bepaalde opnamemodi kunnen sommige opties niet worden
geselecteerd.
d Gebruik de knop of om een optie te selecteren.
• Menuopties die worden gevolgd door een weglatingsteken (...),
kunt u pas instellen nadat u op de knop FUNC./SET hebt
gedrukt om het volgende menu weer te geven.
Druk nogmaals op de knop FUNC./SET om de instelling
te bevestigen.
e Druk op de knop MENU.
c
d
19
Menuoverzicht
Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 117).
Menu FUNC.
De onderstaande pictogrammen zijn de standaardinstellingen.
Stel deze optie in op [Aan] om
alle camerageluiden, behalve
waarschuwingssignalen,
uit te schakelen (Verkorte handleiding p. 9).
volume aanpassen van
het opstartgeluid, het
werkgeluid, het geluid van
de zelfontspanner, het
sluitergeluid en het geluid
bij de weergave. U kunt het
volume niet aanpassen als
[Mute] is inge steld op [Aan].
Hiermee kunt u het volume
instellen van het opstartgeluid
dat u hoort wanneer u de
camera inschakelt.
instellen van de pieptoon
die u hoort wanneer
u een andere knop dan
de ontspanknop indrukt.
instellen van het geluid dat
de zelfontspanner maakt
twee seconden voordat de
sluiter wordt ontgre ndeld.
Hiermee kunt u het volume
instellen van het geluid dat
te horen is wanneer de sluiter
wordt ontgrendeld. Dit geluid
is niet te horen wanneer
u een film opneemt.
instellen van filmgeluiden
en geluidsmemo's.
22
MenuoptieOptiesSamenvatting/Pagina
Opstart scherm Aan*/UitHiermee selecteert u of het
Spaarstandp. 17
Automatisch
Uit
Display uit10 sec./20 sec.
Datum/TijdVerkorte han dleiding p. 8
FormatterenU kunt ook een low level
Bestandnr.Continu*/Auto reset p. 56
Maak folderp. 54
Maak nieuwe
folder
Maak autom.Uit*/Dagelijks/
BeeldomkerenAan*/Uitp. 53
Lens intrekken1 minuut*/
TaalVerkorte han dleiding p. 8
Video Systeem NTSC/ PALp. 68
Print methodeAuto*/p. 24*
Aan*/UitHiermee kunt u opgeven
/30 sec./1 min.
*/2 min./3 min.
Selectievakje
ingeschakeld
(Aan)/
Selectievakje niet
ingeschakeld (Uit)
Maandag-Zo ndag/
Maandelijks
0 seconden
opstartscherm moet worden
weergegeven wanneer de
camera wordt ingeschakeld.
of de camera al dan niet
automatisch moet worden
uitgeschakeld als deze
gedurende een bepaalde
periode niet is gebruikt.
Hier kunt u opgeven na
hoeveel tijd het LCD-scherm
moet worden uitgeschakeld
als de camera niet wordt
gebruikt.
format instellen (p. 25).
Hiermee maakt u een
map tijde ns de volgende
opnamesessie.
U kunt ook een automatische
aanmaakdatum instellen.
Hiermee kunt u opgeven
na hoevee l tijd de lens moet
worden ingetrokken bij het
overschakelen van de opna menaar de weergavemodus.
1
23
MenuoptieOptiesSamenvatting/Pagina
Reset allep. 24
*1 De verbindingsmethode met de printer kan worden gewijzigd. Hoewel
u deze instelling gewoonlijk niet hoeft te wijzigen, moet u selecteren
wanneer u een b eeld zonder randen afdrukt in de mo dus (Breedbeeld)
op een breed papierformaat met de Canon Compact Photo P rinter
SELPHY CP730/CP720/CP710/CP510. Deze instelling blijft in het
geheugen opgeslagen wanneer u de camera uitschakelt. Als u in een
ander beeldformaa t dan wilt afdrukken, moet u opnieuw de modus
[Auto] inschakelen (de verbindingsmethode kan echter niet worden
gewijzigd zolang u bent aangesloten op een printer).
Alle standaardwaarden herstellen
Menu (Instellen) (Reset alle).
1
Zie Menu's en instellingen (p. 19).
Selecteer [OK] en druk op .
2
z De standaardwaarden van instellingen kunnen niet worden
hersteld als de camera is aangesloten op een computer
of printer.
z De volgende opties kunnen niet worden hersteld:
- Opnamemodus
- De opties (Datum/Tijd), (Taal) en (Video
Systeem) in het menu (Instellen) (p. 23)
- Instellingen voor witbalans die zijn opgeslagen met
de functie voor aangepaste witbalans (p. 48).
24
Geheugenkaarten formatteren
U moet een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart waarvan
u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren.
Bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart
worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde
beelden en andere soorten bestanden.
Menu (Instellen) (Formatteren).
1
Zie Menu's en instellingen (p. 19).
Selecteer [OK] en druk op .
2
z Als u een low level format wilt
uitvoeren, gebruikt u de knop om
[Low Level Format] te selecteren en
de knop of om een vinkje toe
te voegen.
z Als [Low Level Format] is geselecteerd,
kunt u stoppen met formatteren door op de knop FUNC./SET te drukken. U kunt een kaart zonder problemen blijven
gebruiken als u het formatteren hebt afgebroken, maar
de gegevens zijn gewist.
Low Level Format
Wij raden u aan om [Low Level Format] te selecteren als
u denkt dat de opname-/leessnelheid van een geheugenkaart
is verlaagd. Het uitvoeren van een low level format kan op
sommige geheugenkaarten 2 tot 3 minuten duren.
25
Opnamen maken
Het aantal opnamepixels en de
compressie (foto's) wijzigen
Opnamemodus
Menu FUNC.*(Compressie)/
1
*(Opn.Pixels).
Zie Menu's en instellingen (p. 18).
* Standaardinstelling.
z Gebruik de knop of om de
instellingen voor opnamepixels of
compressie te selecteren en druk
op de knop FUNC./SET.
Geschatte waarden voor opnamepixels
OpnamepixelsDoel*
Groot
Normaal 1
Normaal 2
Normaal 3
Klein
3072×2304
pixels
2592×1944
pixels
2048×1536
pixels
1600×1200
pixels
640×480
pixels
Hoog Afdrukken op onge veer A3-formaat
(ongeveer 297×420 mm)
Afdrukken op ongeveer A4-formaat
(ongeveer 210×297 mm)
Afdrukken op ongeveer Letterformaat (216×279 mm)
Afdrukken op ongeveer A5-formaat
(ongeveer 149×210 mm)
Afdrukken op briefkaartformaat
(148×100 mm)
Afdrukken op L-formaa t
(119×89 mm)
Afbeeldingen verzenden
als e-mailbijlagen of meer
opnamen maken
Laag
26
of
Briefkaart
Breedbeeld
* Papierformaten verschillen per land.
1600×1200
pixels
3072×1728
pixels
Afdrukken op briefkaarten (p. 32)
Afdrukken op breed forma at (beelden
worden vastgelegd met een
hoogte-breedteverhouding van 16:9.
Gebieden die niet zijn vastgelegd,
worden als zwarte balken weergegeven
op het LCD-scherm.)
Geschatte waarden voor compressieinstellingen
CompressieDoel
Superfijn
FijnOpnamen van standaardkwaliteit maken
NormaalMeer opnamen maken
Hoge kwaliteit
Normaal
z Zie Grootte beeldgegevens (geschat)(p. 110).
z Zie Geheugenkaarten en geschatte capaciteiten
(pagina’s 109, 110).
Opnamen van hoge kwaliteit maken
Opnamen maken
27
De digitale zoomfunctie gebruiken/
Digitale Tele-converter
Opnamemodus
* De digitale zoomfunctie kan alleen worden ingesteld in de modus .
De optie [Digitale Tele-converter] kan echter niet worden ingesteld.
U kunt de digitale zoomfunctie combineren met de optische
zoomfunctie bij het maken van opnamen.
De beschikbare opname-eigenschappen en de brandpuntsafstand
(overeenkomstig 35mm-filmbereik) luiden als volgt.
Selectie
Standaard35-560 mmAls u de digitale en optische
Uit35-140 mmHiermee kunt u opnamen maken
1,5x52,5-210 mmDe digitale zoomfunctie wordt
1,9x66,5-266 mm
Brandpunts-
afstand
Opname-eigenschappen
zoomfunctie combineert, kunt
u opnamen maken met een
maximale zoomfactor van 16x.
zonder de digitale zoomfunctie.
vastgezet op de geselecteerde
zoomfactor en de brandpuntsafstand
wordt verschoven naar de maximale
telelens. Zo wordt een snellere
sluitersnelheid mogelijk en is er
minder kans dat de camera beweegt
dan wanneer u een opname maakt
met dezelfde beeldhoek met
[Stan daard] of [Uit].
z De digitale zoomfunctie kan alleen worden gebruikt als het
LCD-scherm is ingeschakeld.
z De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt in de
modus of (Briefkaart) of (Breedbeeld).
*
28
Loading...
+ 92 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.