Brother XL-5050, XL-5060, XL-5070 User's Guide

XL5000_brotherNL_cover
Bedieningshandleiding
NEDERLANDS
885-448
XC7137-021
Printed in China
XC7137-021 XL5000 (NA03J059) Bk
XL5000nl.book Page 1 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Neem bij het gebruik van deze machine altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen in acht:
Lees alle instructies voor gebruik.
GEVAAR - Verklein de kans op een elektrische schok:
1. Laat de machine nooit onbeheerd aangesloten op het stroomnet. Haal altijd de stekker uit het stopcontact na gebruik en voordat u de machine gaat schoonmaken.
2. Haal altijd de netstekker uit het stopcontact voordat u het lampje vervangt. Vervang het lampje door een zelfde soort lampje van 15 Watt.
WAARSCHUWING - Verklein het risico van brandwonden, brand,
een elektrische schok of persoonlijk letsel:
1. De machine mag nooit als speelgoed worden gebruikt. Blijf in de buurt wanneer de machine wordt gebruikt door kinderen en let op als er kinderen in de buurt zijn.
2. Gebruik de machine alleen zoals bedoeld, volgens de beschrijvingen in deze handleiding. Gebruik uitsluitend accessoires die zijn aanbevolen door de fabrikant, zoals beschreven in deze handleiding.
3. Gebruik de machine nooit wanneer het snoer of de stekker beschadigd is, wanneer de machine niet goed werkt, wanneer u de machine hebt laten vallen, wanneer de machine beschadigd is of in het water gevallen. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende dealer of een erkend servicecentrum als hij moet worden nagekeken of gerepareerd, of als er elektrische of mechanische aanpassingen nodig zijn.
4. Gebruik de machine nooit wanneer de luchtopeningen zijn geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van de machine en het voetpedaal vrij van pluisjes, stof en losse stukken stof.
5. Stop geen voorwerpen in openingen en zorg dat er geen voorwerpen in kunnen vallen.
6. Gebruik de machine niet buiten.
7. Gebruik de machine niet wanneer u spuitbussen hebt gebruikt of op plaatsen waar zuurstof wordt toegediend.
8. Wilt u de machine loskoppelen, draai dan de hoofdschakelaar op “{”, dit betekent ‘uit’, en haal de stekker uit het stopcontact.
9. Trek hierbij niet aan het snoer. Pak de stekker vast, niet het snoer.
10. Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de naald.
11. Gebruik altijd de juiste naaldplaat. Met een verkeerde plaat kan de naald breken.
12. Gebruik geen verbogen naalden.
13. Duw of trek de stof niet tijdens het naaien. Hierdoor kan de naald verbuigen en breken.
14. Zet de machine op “{” wanneer u iets doet in de buurt van de naald, zoals de naald inrijgen, de naald verwisselen, de spoel inrijgen of de persvoet verwisselen en dergelijke.
15. Haal de stekker altijd uit het stopcontact wanneer u kleppen verwijdert, de machine smeert of andere vormen van onderhoud volgens de bedieningshandleiding uitvoert.
16. Deze naaimachine is niet bedoeld om zonder toezicht te worden gebruikt door kinderen of minder bekwame personen.
17. Let op dat jonge kinderen niet met deze machine spelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
1
XL5000nl.book Page 2 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
——————————————————————————————————————————————————————————————
ALLEEN VOOR GEBRUIKERS IN GROOT-BRITTANNIË, IERLAND,
MALTA EN CYPRUS
Als deze machine is uitgerust met een driepotige vaste BS-stekker, lees dan de volgende mededeling.
Wanneer u de stekkerstop vervangt, moet u een door ASTA
BELANGRIJK (in Groot-Brittannië)
Netvoeding (AC 230/240V, 50Hz)
Snijd de hoofdstekker van de apparatuur NIET af. Als de stekker niet geschikt is voor de stekkers in uw huis, of als de kabel te kort is om bij de stekker te komen, koop dan een geschikt verlengsnoer met veiligheidskeurmerk of neem contact op met uw dealer.
VERVANG de zekering alleen door een identiek goedgekeurd soort, zoals er oorspronkelijk in zat, en plaats de afdekking van de zekering terug.
Als de netstekker toch is afgesneden, moet u de zekering verwijderen en de stekker onmiddellijk weggooien. Dit om te voorkomen dat iemand een schok oploopt wanneer de stekker per ongeluk in het netstopcontact wordt gestoken.
BELANGRIJK (in de andere landen)
Wanneer er geen geschikt stopcontact is voor de stekker van deze machine, kunt u de stekker afsnijden en een geschikte driepotige stekker bevestigen. Gebruikt u een andere stekker, dan moet u een goedgekeurde stop in de stekker monteren.
LET OP: Vernietig de afgesneden stekker; een stekker met losse draden kan levensgevaarlijk zijn als hij in een stopcontact wordt gestoken.
voor BS 1362 goedgekeurde stop gebruiken, met het merk, met de sterkte die op de stekker is aangegeven.
Plaats altijd de afdekking van de zekering terug. Gebruik nooit stekkers waarvan de zekering niet is afgedekt.
SLUIT GEEN STROOMDRAAD AAN OP DE AARDE, GEMARKEERD MET DE LETTER ‘E’, HET AARDESYMBOOL OF GROEN OF GROEN/GEEL GEKLEURD.
De draden in dit netsnoer hebben de volgende kleuren:
Blauw Nul Bruin Stroom
Wanneer de kleuren van de draden in het netsnoer niet overeenkomen met de kleurmarkering in de aansluiting in de stekker, gaat u als volgt te werk:
De blauwe draad moet worden aangesloten op de aansluiting met de letter ‘N’, of met de kleur zwart of blauw.
De bruine draad moet worden aangesloten op de aansluiting met de letter ‘L’, of met de kleur rood of bruin.
VERBINDINGSSTEKKERS EN HOOFDSCHAKELAAR/NAAILAMPJE
1
2
1. Sluit het netsnoer op de machine aan.
2. Steek de netstekker in een wandstopcontact.
Wanneer u de machine onbeheerd laat, schakelt u de hoofdschakelaar uit of haalt u de stekker uit het stopcontact.
Met de hoofdschakelaar schakelt u de machine en het naailampje in en uit.
1 Aan 2 Uit
Voordat u onderhoud verricht aan de machine, kleppen verwijdert of lampjes vervangt, haalt u de stekker uit het stopcontact.
2
XL5000nl.book Page 3 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
INHOUDSOPGAVE
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES .........................................................................1
VERBINDINGSSTEKKERS EN HOOFDSCHAKELAAR/NAAILAMPJE ...................................2
INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................3
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN ......................................................................................... 4
TOEBEHOREN .....................................................................................................................5
WERKEN MET UW NAAIMACHINE ....................................................................................6
Aansluitingen .................................................................................................................................................... 6
Hoofdschakelaar/naailampje ............................................................................................................................. 7
Voetpedaal ........................................................................................................................................................ 7
De naald inbrengen .......................................................................................................................................... 7
De naald controleren ........................................................................................................................................ 8
De persvoet verwisselen .................................................................................................................................... 8
Werken met de vrije arm ................................................................................................................................... 9
De machine stabiliseren .................................................................................................................................... 9
DE REGELKNOPPEN .........................................................................................................10
Patroonkeuzeknop .......................................................................................................................................... 10
Aanbevolen breedte en lengte voor steken ...................................................................................................... 11
Steeklengteknop .............................................................................................................................................. 14
Stretchsteken ................................................................................................................................................... 14
Achteruitnaaihendel ........................................................................................................................................ 14
Boventransporteurhendel (als de machine is uitgerust met een boventransporteurhendel) ............................... 14
DE MACHINE INRIJGEN ...................................................................................................15
De spoel opwinden ......................................................................................................................................... 15
De onderdraad inrijgen ................................................................................................................................... 16
De bovendraad inrijgen .................................................................................................................................. 18
Werken met de naaldinrijger (modellen die zijn uitgerust met een naaldinrijger) ............................................. 19
Systeem voor snelle draadinstallatie SNELSTARTSPOEL (modellen die zijn uitgerust met een systeem voor
snelle draadinstallatie) ..................................................................................................................................... 20
De onderdraad omhooghalen ......................................................................................................................... 21
Naaien met een tweelingnaald ........................................................................................................................ 21
Draadspanning ................................................................................................................................................ 22
TABEL VAN COMBINATIES STOF, NAALD EN DRAAD ...................................................24
Lees het onderstaande voordat u gaat naaien .................................................................................................. 25
Rechte steken naaien ...................................................................................................................................... 25
Zigzagsteken naaien ........................................................................................................................................ 26
Blinde zoomsteek ............................................................................................................................................ 27
Schelprijgsteek ................................................................................................................................................ 27
Elastische steek ............................................................................................................................................... 28
Schelpsteek ..................................................................................................................................................... 28
Over de rand ................................................................................................................................................... 29
Taksteek .......................................................................................................................................................... 29
Drievoudige zigzagsteek ................................................................................................................................. 30
Decoratieve steek ............................................................................................................................................ 30
Een knoopsgat naaien (Automatisch knoopsgat in 1 stap) ................................................................................ 30
Een knoopsgat naaien (Automatisch knoopsgat in 4 stappen) .......................................................................... 31
Fijnafstelling knoopsgat ................................................................................................................................... 33
Knopen aaannaaien ........................................................................................................................................ 33
Ritsen inzetten ................................................................................................................................................ 34
Plooien naaien ................................................................................................................................................ 35
Gaten stoppen ................................................................................................................................................. 35
Applicaties ...................................................................................................................................................... 36
Monogrammen en Borduurwerk ..................................................................................................................... 36
ONDERHOUD ..................................................................................................................38
Het lampje vervangen ..................................................................................................................................... 38
Oliën .............................................................................................................................................................. 38
Reinigen .......................................................................................................................................................... 39
Bedieningschecklist ......................................................................................................................................... 40
De machine opnieuw inpakken ...................................................................................................................... 42
INDEX ...............................................................................................................................43
3
XL5000nl.book Page 4 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ——————————————————————————————————————————————
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
1 Spoelwindercomponent (pagina 15)
Hiermee windt u de onderdraad op de betreffende spoel.
2 Klospen (pagina 15 en 18)
Hierop plaatst u de draadklos.
3 Schijf voor spoelwinderspanning en draadgeleider
(pagina 15)
4 Draadophaalhendel (pagina 18) 5 Draadafsnijder (pagina 26) 6 Bovenspanningsknop (pagina 22)
Hiermee regelt u de spanning van de bovendraad.
7 Patroonkeuzeknop (pagina 10)
U kunt deze knop in beide richtingen draaien om de gewenste steek te kiezen.
8 Steeklengteknop (pagina 14)
Hiermee regelt u de lengte van de steken.
9 Achteruitnaaihendel (pagina 14)
Door deze hendel in te drukken naait u achteruit.
0 Schroef voor fijnafstelling knoopsgat (pagina 33) A Knoopsgathendel (automatisch knoopsgat in 1 stap)
(pagina 30)
B Naaldinrijger (pagina 19)
Deze is alleen verkrijgbaar op bepaalde modellen.
C Handvat
4
D Handwiel
Door het handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok in) zet u de naald omhoog en omlaag.
E Hoofdschakelaar (pagina 7)
Met deze schakelaar zet u de machine en het naailampje aan of uit.
F Voetpedaalhouder (pagina 6)
Sluit het voetpedaal aan op de machine en sluit de machine aan op het stroomnet.
G Persvoethendel (pagina 8)
Hiermee zet u de persvoet omhoog en omlaag.
H Voetpedaal (pagina 7)
Met dit pedaal regelt u de naaisnelheid en start en stopt u met naaien.
I Zigzagpersvoet
XL5000nl.book Page 5 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
TOEBEHOREN
1 XA4911-151 X59369-321
(Voor automatisch knoopsgat in 1 stap)
3 X59375-121
4 129583-001
7 X55467-021
1 Voet voor knoopsgaten (1 stuk) 2 Ritsvoet (1 stuk) 3 Knoopbevestigingsvoet (1 stuk) 4 Naaldenset (enkele medium naald HAX130) (3 stuks) 5 Tweelingnaald (1 stuk) 6 Spoelen (3 stuks) 7 Schroevendraaier (1 stuk) 8 Extra klospen (1 stuk) 9 Stopplaat (1 stuk) (Als de machine niet is uitgerust met
een boventransporteur.)
(Voor knoopsgat in 4 stappen)
5 X57521-001
8 130920-021
Onderdeelcode voor zigzagpersvoet: 138135-122 Voetpedaal:
Bovenstaande toebehoren zitten in de zak in de uitklaptafel. Deze toebehoren zijn bedoeld als hulpmiddel bij naaitaken.
2 X59370-021
6 SA156(Alleen voor de VS)
SFB(XA5539-151)(Voor andere landen)
9 XA3442-121
XC7359-021 (110/120V-gebied) XC7438-021 (220/240V-gebied) XC7456-021 (Groot-Brittannië) XC7455-021 (Australië, Nieuw-Zeeland)
5
XL5000nl.book Page 6 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ——————————————————————————————————————————————
WERKEN MET UW NAAIMACHINE
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend normale huishoudstroom voor dit apparaat. Door een andere stroomvoorziening te gebruiken kunt u brand, een elektrische schok of schade aan de machine veroorzaken.
Zet in de volgende gevallen de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact:
• Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat
• Wanneer u klaar bent met werken
• Wanneer de stroom uitvalt tijdens het gebruik
• Wanneer het apparaat niet goed functioneert vanwege een slechte aansluiting of loskoppeling
• Tijdens onweer
VOORZICHTIG
Gebruik geen verlengsnoeren of meerwegadapters waarop een groot aantal andere apparaten
is aangesloten. Dit kan leiden tot brand of elektrische schok.
Raak de stekker niet met natte handen aan. U kunt dan een elektrische schok krijgen.
Zet altijd eerst de hoofdschakelaar uit, voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Pak
altijd de stekker vast om deze uit het stopcontact te halen. Wanneer u aan het snoer trekt, kan dit beschadigd raken, met brand of een elektrische schok als gevolg.
Let op dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt, sterk buigt, trekt, draait of bundelt.
Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Bescherm het snoer tegen hitte. Hierdoor zou het snoer beschadigd kunnen raken en brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. Als het snoer of de stekker beschadigd is, mag u de machine niet meer gebruiken; breng de machine eerst naar de erkende dealer!
Haal de stekker uit het netstopcontact wanneer u de machine langere tijd niet gebruikt met
het oog op brandgevaar.
Aansluitingen
Sluit het netsnoer aan op de machine.
1
Steek het netsnoer in een wandstopcontact.
2
6
XL5000nl.book Page 7 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
Opmerking
Wanneer u de machine onbeheerd laat, schakelt u de hoofdschakelaar uit of haalt u de stekker uit het stopcontact.
Voordat u onderhoud verricht aan de machine, kleppen verwijdert of lampjes vervangt, haalt u de stekker uit het stopcontact.
(Alleen voor de VS)
Deze machine heeft een gepolariseerde stekker (de ene poot is breder dan de andere). Om het risico van elektrische schok te verkleinen, past deze stekker slechts op één manier in het gepolariseerde stopcontact. Wanneer de stekker niet volledig in het stopcontact past, draait u de stekker om. Past de stekker nog niet, vraag dan een erkend elektricien om een geschikt stopcontact te installeren. Verander niets aan de stekker!
Hoofdschakelaar/naailampje
Met deze schakelaar zet u de machine en het naailampje aan of uit.
1 Aan (naar de markering ‘I’) 2 Uit (naar de markering ‘O’)
Voetpedaal
Wanneer u het voetpedaal licht intrapt, naait de machine op lage snelheid. Wanneer u het voetpedaal dieper intrapt, naait de machine sneller. Wanneer u uw voet van het voetpedaal neemt, stopt de machine. Plaats niets op het voetpedaal wanneer het apparaat niet in gebruik is.
VOORZICHTIG
Zorg dat geen materiaal of stof op het
voetpedaal blijft liggen. Hierdoor kan brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen.
Opmerking
(Alleen voor de VS)
Voetpedaal: model KD-1902 U kunt dit voetpedaal gebruiken met de modellen XL-5050/XL-5060/XL-5070/
.
XL-5051/XL-5061/XL-5071.
1
2
De naald inbrengen
VOORZICHTIG
Zet de hoofdschakelaar uit voordat u de
naald vervangt. Wanneer u de hoofdschakelaar ingeschakeld laat en per ongeluk het voetpedaal intrapt, start de machine en kunt u letsel oplopen.
Gebruik uitsluitend naalden voor
huishoudnaaimachines. Andere naalden kunnen verbuigen of breken en letsel veroorzaken.
Gebruik nooit een verbogen naald. Een
verbogen naald breekt gemakkelijk, wat letsel kan veroorzaken.
Haal de netstekker uit het stopcontact.
1
7
XL5000nl.book Page 8 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ——————————————————————————————————————————————
Zet de naaldstang in de hoogste stand.
2
De naald controleren
Zet de persvoet omlaag.
3
Als reeds een naald is geplaatst, haalt u deze
4
eruit door met een schroevendraaier de naaldklem los te draaien en de naald omlaag te trekken.
1
1 Schroevendraaier
• Probeer niet met kracht de naaldklemschroef los of vast te draaien. Hierdoor kunnen onderdelen van de naaimachine beschadigd raken.
Breng de naald in met de vlakke kant naar
5
achteren, totdat de naald de naaldstopper raakt. Draai de naaldklem vast.
1
De naainaald moet altijd recht en scherp zijn
1
om soepel te kunnen naaien.
U kunt controleren of de naald verbogen is door de
2
vlakke kant van de naald op een vlakke ondergrond te plaatsen zoals aangegeven in de illustratie.
Vervang de naald als deze verbogen of stomp is.
3
De persvoet verwisselen
VOORZICHTIG
Zet altijd de hoofdschakelaar uit voordat u de persvoet verwisselt. Wanneer u de hoofdschakelaar aan laat en het voetpedaal intrapt, start de machine en kunt u letsel oplopen.
Gebruik altijd de juiste persvoet voor het steekpatroon dat u hebt gekozen. Wanneer u de verkeerde persvoet gebruikt, raakt de naald mogelijk de persvoet. Hierdoor kan de naald verbuigen of breken, waardoor u mogelijk letsel oploopt.
Gebruik alleen persvoeten die zijn bedoeld voor deze machine. Het gebruik van andere persvoeten kan ongelukken of letsel veroorzaken.
3
2
1 Schroevendraaier 2 Naaldstopper 3 Naald
VOORZICHTIG
Duw de naald naar binnen totdat deze de
naaldstopper raakt en draai met een schroevendraaier de naaldklemschroef stevig aan. Als de naald niet volledig in de naaldklem zit of de naaldklemschroef loszit, kan de naald breken en kan de machine beschadigd raken.
8
Welke persvoet u moet gebruiken, hangt af van wat u wilt naaien en hoe.
Vastkliktype
Zet de naald in de hoogste stand door het
1
handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok in) en zet de persvoethendel omhoog.
Maak de persvoet los door de hendel achter
2
op de houder omhoog te zetten.
XL5000nl.book Page 9 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
Zet een andere persvoet op de naaldplaat,
3
zodat de stang van de persvoet op één lijn staat met de gleuf op de bevestigingspen.
Zet de persvoethendel omlaag en bevestig de
4
persvoet aan de bevestigingspen. Als de persvoet op de juiste plaats zit, klikt de stang vast.
Werken met de vrije arm
Naaien met de vrije arm is handig voor cilindrische en moeilijk te bereiken stukken. Wanneer u uw machine wilt omzetten op de vrij arm, haalt u de uitklaptafel eruit.
1 Til de bodem van de uitklaptafel naar u toe. 2 Trek de uitklaptafel uit de machine.
1
1 Uitklaptafel
De machine stabiliseren
Als de machine op een ongelijk oppervlak staat, draait u de rubberen stabilisator rechts voor op de bodem totdat de machine stabiel staat.
VOORZICHTIG
Als u de persvoet niet in de juiste richting
installeert, raakt de naald mogelijk de persvoet. Hierdoor kan de naald breken of verbuigen en letsel veroorzaken.
9
XL5000nl.book Page 10 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ——————————————————————————————————————————————
DE REGELKNOPPEN
Patroonkeuzeknop
U kiest een steek door gewoon de patroonkeuzeknop in de gewenste richting te draaien. De steekbreedten en steeklengten zijn aangegeven op de volgende pagina.
1
1 Patroonkeuzeknop
21 steken (Automatisch knoopsgat in 1 stap)
1
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
17 steken (Automatisch knoopsgat in 1 stap)
1
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Opmerking
U kunt de patroonkeuzeknop niet direct van de laatste steek naar de eerste draaien of van de eerste naar de laatste. Als u de eerste steek wilt selecteren wanneer de laatste is weergegeven of de laatste wilt selecteren als de eerste is weergegeven, draait u de patroonkeuzeknop in de tegengestelde richting totdat de gewenste steek wordt weergegeven.
17 steken (Knoopsgat in 4 stappen)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
10
XL5000nl.book Page 11 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
Aanbevolen breedte en lengte voor steken
21 steken (Automatisch knoopsgat in 1 stap)
Patroon Steek
1
2
AUTOMATISCH KNOOPSGAT IN
1 STAP
RECHTE STEEK
(MIDDEN)
Aanbevolen
breedte
[mm (inch)]
5
(3/16)
Aanbevolen lengte
[mm (inch)]
-1.5
(1/64-1/16)
1-4
(1/16-3/16)
Pagina
30
25, 34, 35
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
RECHTE STEEK
(LINKS)
ZIGZAGSTEEK
ZIGZAGSTEEK
ZIGZAGSTEEK
BLINDE ZOOMSTEEK
SCHELPRIJGSTEEK
ELASTISCHE STEEK
BLINDZOOM STRETCHSTEEK
SCHELPSTEEK
DRIEVOUDIGE STRETCHSTEEK
(MIDDEN)
DRIEVOUDIGE STRETCHSTEEK
(LINKS)
DRIEVOUDIGE ZIGZAGSTEEK
DRIEVOUDIGE ZIGZAGSTEEK
DRIEVOUDIGE ZIGZAGSTEEK
OVERLOCK STRETCHSTEEK
ELASTISCHE OVERLOCKSTEEK
TAKSTEEK
PIJLKOPSTEEK
DECORATIEVE STEEK
1.7
(1/16)
3.5
(1/8)
5
(3/16)
3.5
(1/8)
5
(3/16)
5
(3/16)
5
(3/16)
5
(3/16)
1.7
(1/16)
3.5
(1/8)
5
(3/16)
3.5
(1/8)
5
(3/16)
5
(3/16)
5
(3/16)
5
(3/16)
1-4
(1/16-3/16)
-4
(1/64-3/16)
-4
(1/64-3/16)
-4
(1/64-3/16)
-2
(1/64-1/16)
-3
(1/64-1/8)
-2.5
(1/64-3/32)
-1.5
(1/64-1/16)
-1.5
(1/64-1/16)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
25, 34, 35
26, 33, 36
26, 33, 36
26, 33, 36
27
27
28
27
28
25
25
30
30
30
29
29
29
29
30
11
XL5000nl.book Page 12 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ——————————————————————————————————————————————
17 steken (Automatisch knoopsgat in 1 stap)
Patroon Steek
1
AUTOMATISCH KNOOPSGAT IN
1 STAP
2
RECHTE STEEK
(MIDDEN)
3
RECHTE STEEK
(LINKS)
4
5
6
7
8
9
10
DRIEVOUDIGE STRETCHSTEEK
ZIGZAGSTEEK
ZIGZAGSTEEK
ZIGZAGSTEEK
BLINDE ZOOMSTEEK
SCHELPRIJGSTEEK
ELASTISCHE STEEK
(MIDDEN)
Aanbevolen
breedte
[mm (inch)]
5
(3/16)
1.7
(1/16)
3.5
(1/8)
5
(3/16)
3.5
(1/8)
5
(3/16)
5
(3/16)
Aanbevolen lengte
[mm (inch)]
-1.5
(1/64-1/16)
1-4
(1/16-3/16)
1-4
(1/16-3/16)
-4
(1/64-3/16)
-4
(1/64-3/16)
-4
(1/64-3/16)
-2
(1/64-1/16)
-3
(1/64-1/8)
-2.5
(1/64-3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Pagina
30
25, 34, 35
25, 34, 35
26, 33, 36
26, 33, 36
26, 33, 36
27
27
28
25
11
12
13
14
15
16
17
DRIEVOUDIGE STRETCHSTEEK
(LINKS)
DRIEVOUDIGE ZIGZAGSTEEK
DRIEVOUDIGE ZIGZAGSTEEK
DRIEVOUDIGE ZIGZAGSTEEK
OVERLOCK STRETCHSTEEK
ELASTISCHE OVERLOCKSTEEK
TAKSTEEK
1.7
(1/16)
3.5
(1/8)
5
(3/16)
3.5
(1/8)
5
(3/16)
5
(3/16)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
25
30
30
30
29
29
29
12
XL5000nl.book Page 13 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
17 steken (Knoopsgat in 4 stappen)
Patroon Steek
1
2
3
4
5
KNOOPSGAT IN 4 STAPPEN
ZIGZAGSTEEK
ZIGZAGSTEEK
ZIGZAGSTEEK
RECHTE STEEK
(MIDDEN)
6
RECHTE STEEK
(LINKS)
7
8
9
10
11
12
13
BLINDZOOM STRETCHSTEEK
SCHELPRIJGSTEEK
ELASTISCHE STEEK
DRIEVOUDIGE ZIGZAGSTEEK
DRIEVOUDIGE ZIGZAGSTEEK
DRIEVOUDIGE ZIGZAGSTEEK
DRIEVOUDIGE STRETCHSTEEK
(MIDDEN)
14
DRIEVOUDIGE STRETCHSTEEK
(LINKS)
15
16
17
ELASTISCHE OVERLOCKSTEEK
PIJLKOPSTEEK
TAKSTEEK
Aanbevolen
breedte
[mm (inch)]
5
(3/16)
1.7
(1/16)
3.5
(1/8)
5
(3/16)
5
(3/16)
5
(3/16)
5
(3/16)
1.7
(1/16)
3.5
(1/8)
5
(3/16)
5
(3/16)
5
(3/16)
5
(3/16)
Aanbevolen lengte
[mm (inch)]
-1.5
(1/64-1/16)
-4
(1/64-3/16)
-4
(1/64-3/16)
-4
(1/64-3/16)
1-4
(1/16-3/16)
1-4
(1/16-3/16)
-1.5
(1/64-1/16)
-3
(1/64-1/8)
-2.5
(1/64-3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Vast
2.5 (3/32)
Pagina
31
26, 33, 36
26, 33, 36
26, 33, 36
25, 34, 35
25, 34, 35
27
27
28
30
30
30
25
25
29
29
29
13
Loading...
+ 31 hidden pages