FlashFX® is a registered trademark of Datalight, Inc.
®
FlashFX
Copyright 1998-2007 Datalight, Inc.
U.S.Patent Office 5,860,082/6,260,156
®
FlashFX
Datalight
Pro™ is a trademark of Datalight, Inc.
®
is a registered trademark of Datalight, Inc.
Copyright 1989-2007 Datalight, Inc., All Rights Reserved
Video powered by Mobiclip™ encoding and playback technology.
IMPORTANT:
READ BEFORE DOWNLOADING, COPYING, INSTALLING OR USING.
By downloading, copying, installing or using the software you agree to this license. If
you do not agree to this license, do not download, install, copy or use the software.
Intel License Agreement For Open Source Computer Vision Library
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted
provided that the following conditions are met:
• Redistribution’s of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions
and the following disclaimer.
• Redistribution’s in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of
conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided
with the distribution.
• The name of Intel Corporation may not be used to endorse or promote products derived from
this software without specific prior written permission.
This software is provided by the copyright holders and contributors “as is” and any express or
implied warranties, including, but not limited to, the implied warranties of merchantability and
fitness for a particular purpose are disclaimed. In no event shall Intel or contributors be liable for
any direct, indirect, incidental, special, exemplary, or consequential damages (including, but not
limited to, procurement of substitute goods or services; loss of use, data, or profits; or business
interruption) however caused and on any theory of liability, whether in contract, strict liability, or
tort (including negligence or otherwise) arising in any way out of the use of this software, even if
advised of the possibility of such damage.
All information provided related to future Intel products and plans is preliminary and subject to change at any time,
without notice.
Secure Digital (SD) Card is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van SD Card
Association.
CompactFlash is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Sandisk Corporation.
Memory Stick is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Sony Corporation.
SmartMedia is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Toshiba Corporation.
MultiMediaCard (MMC) is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Infineon
Technologies AG.
xD-Picture Card is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Fuji Photo Film Co. Ltd.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van International Business Machines
Corporation.
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation.
Elk bedrijf waarvan de software in deze handleiding is vermeld, heeft een softwaregebruiksrechtovereenkomst met
betrekking tot zijn speciale programma’s.
Alle andere merk- en productnamen die worden genoemd in deze handleiding zijn gedeponeerde handelsmerken van
hun respectievelijke bedrijven. De uitleg van symbolen zoals ® en ™ wordt echter niet uitgebreid aangegeven in de tekst.
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze borduurmachine. Lees voordat u de machine gebruikt de
“BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES”. Bestudeer vervolgens ook deze handleiding, zodat
u de diverse functies juist kunt uitvoeren.
Nadat u de handleiding hebt doorgenomen, raden wij u aan deze op een handige plaats op te
bergen, zodat u hem in de toekomst gemakkelijk kunt raadplegen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees deze veiligheidsinstructies voordat u de machine gebruikt.
GEVAAR - Beperk het risico van een elektrische schok:
1Neem in de volgende gevallen altijd direct na gebruik de stekker uit het stopcontact: voordat
u de machine gaat schoonmaken, wanneer u onderhoud uitvoert zoals in deze handleiding
aangegeven of wanneer u de machine onbeheerd achterlaat.
WAARSCHUWING - Beperk het risico van brandwonden, brand, een
elektrische schok of persoonlijk letsel:
2Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u de machine smeert of ander onderhoud
uitvoert zoals beschreven in de bedieningshandleiding.
• Zet hiertoe eerst de hoofdschakelaar op “O” om de machine uit te zetten. Pak vervolgens de
stekker en trek deze uit het stopcontact. Trek hierbij niet aan het snoer.
• Sluit de machine rechtstreeks aan op een wandstopcontact. Gebruik geen verlengsnoer.
•Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer de stoom uitvalt.
3Gebruik de machine nooit wanneer het snoer of de stekker beschadigd is, wanneer de
machine niet goed werkt, wanneer de machine gevallen of beschadigd is of met water in
contact is gekomen. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende dealer of een
servicecentrum als deze moet worden nagekeken of gerepareerd of als er elektrische of
mechanische afstellingen nodig zijn.
• Voorkom elektrische schokken of brand: gebruik geen beschadigd netsnoer of los stopcontact.
Zorg dat de netstekker goed en stevig in het stopcontact zit.
• Wanneer u tijdens het gebruik van de machine iets ongewoons opvalt - geur, hitte,
verkleuring, vervorming - stop dan onmiddellijk en haal de netstekker uit het stopcontact.
• Wanneer u de machine wilt verplaatsen, moet u deze van onderen oppakken. Wanneer u bij
het verplaatsen de machine op een andere plek vasthoudt, kan de machine beschadigd raken
of vallen. Dit zou letsel tot gevolg kunnen hebben.
• Maak bij het verplaatsen van de machine geen plotselinge, onvoorzichtige bewegingen.
Daarmee kunt u letsel aan uw rug of knieën oplopen.
• Pas bij het verplaatsen van de machine op dat u het bedieningspaneel, de draadgeleiders of
andere onderdelen niet aanraakt. Anders kunt u letsel oplopen.
• Gebruik de machine nooit wanneer de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd. Houd de
ventilatieopeningen van de machine vrij van pluisjes, stof en losse stukken stof.
•Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine rechtstreeks aan op een wandstopcontact.
• Zorg dat u nooit voorwerpen in openingen steekt of laat vallen.
• Steek geen vingers in de openingen van de machine, zoals in de buurt van de wagen. Dit kan
letsel veroorzaken.
• Gebruik de machine niet op plaatsen waar spuitbussen worden gebruikt of op plaatsen waar
zuurstof wordt toegediend.
• Gebruik de machine niet in de buurt van de warmtebron, zoals een fornuis of strijkijzer.
Anders kan de machine, het netsnoer of de stof ontvlammen, met brand of een elektrische
schok als gevolg.
• Gebruik deze machine niet in de buurt van open vuur. Door de beweging van het
borduurraam kan de stof in brand vliegen.
• Plaats de machine niet op een wankel of schuin oppervlak. Dan kan de machine vallen en
letsel veroorzaken.
• Stoot op geen enkele manier tegen de machine wanneer u het borduurraam of een andere
meegeleverde accessoire bevestigt of losmaakt, of wanneer u onderhoud aan de machine
verricht.
5Let vooral op tijdens het naaien:
• Houd altijd de naald goed in de gaten. Gebruik geen verbogen of beschadigde naalden.
• Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende onderdelen. Wees vooral voorzichtig in de
buurt van de naald.
• Terwijl de machine in gebruik is, houdt u uw handen uit de buurt van de naaldstanghouder en
alle bewegende onderdelen in de buurt van de naaldstanghouder. Anders kunt u letsel
oplopen.
• Zet de hoofdschakelaar op “O” om deze uit te schakelen wanneer u een handeling uitvoert in
de buurt van de naald, zoals de naald verwisselen.
•Gebruik geen beschadigde of onjuiste naaldplaat. Anders zou de naald kunnen breken.
6Deze machine is geen speelgoed:
• Blijf in de buurt wanneer de machine wordt gebruikt door kinderen en let op als er kinderen in
de buurt zijn.
• Deze machine is niet bedoeld om zonder toezicht te worden gebruikt door kinderen of
minder bekwame personen.
• Let op dat jonge kinderen niet met deze machine spelen.
• Gebruik de schaar of het tornmesje niet voor andere doeleinden dan waarvoor ze zijn
bestemd. Wanneer u een gat maakt met een tornmesje, houd uw handen en vingers dan weg
van de snijrichting. Anders kunt u letsel oplopen wanneer het tornmesje uitschiet.
• Houd de plastic zak waarin de machine is geleverd uit de buurt van kinderen of gooi deze
weg. Laat kinderen nooit met de zak spelen. Ze zouden erin kunnen stikken.
• Zet de machine niet weg op een plaats met direct zonlicht of met een hoge vochtigheidsgraad.
Gebruik of plaats de machine niet in de buurt van een verwarming, strijkijzer, halogeenlamp
of andere warme voorwerpen.
• Gebruik voor het reinigen van de machine alleen neutrale zeep of reinigingsmiddelen.
Benzeen, thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen en
mogen nooit worden gebruikt.
• Raadpleeg altijd de bedieningshandleiding wanneer u onderdelen, de naald of andere delen
gaat verwisselen of installeren.
8Voor reparatie of bijstellingen:
• Probeer op geen enkele manier de machine uit elkaar te halen, te repareren of veranderen. Dit
kan leiden tot brand, letsel of een elektrische schok.
• Als de verlichtingsunit beschadigd is, moet deze worden vervangen door een erkende dealer.
• Als de machine een defect vertoont of moet worden afgesteld, controleert u eerst aan de hand
van het overzicht voor probleemoplossing achter in deze bedieningshandleiding of u de
reparatie of afstelling zelf kunt uitvoeren. Als u het probleem niet kunt verhelpen, raadpleegt u
uw plaatselijke erkende Brother-dealer.
Gebruik de machine alleen zoals bedoeld volgens de beschrijvingen in deze
handleiding.
Gebruik uitsluitend accessoires die door de fabrikant in deze handleiding worden
aanbevolen.
Gebruik alleen de interfacekabel (USB-kabel) die bij de machine is inbegrepen.
Gebruik alleen een muis die speciaal voor deze machine is ontworpen.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving veranderen.
Meer productinformatie en updates vindt u op onze website www.brother.com
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
• Als u de stekkerzekering moet vervangen, gebruikt u een zekering die is goedgekeurd door
ASTA voor BS 1362 (met het -teken) met de sterkte die op de stekker is aangegeven.
• Plaats de zekeringkap altijd terug. Gebruik nooit zekeringen waarvan de zekeringskap
ontbreekt.
• Als het beschikbare stopcontact niet geschikt is voor de stekker van deze apparatuur, schaf
dan via de erkende dealer het juiste snoer aan.
VOOR GEBRUIKERS IN LANDEN MET 220-
240V WISSELSTROOM EN MEXICO
Personen (of kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan
ervaring en kennis mogen deze machine alleen gebruiken onder toezicht en met aanwijzingen
over het gebruik door degene die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. U moet erop toezien
dat kinderen niet met de machine spelen.
Deze machine bevat gegevens, software en/of documentatie (verder te noemen “INHOUD”) die
het eigendom zijn van Brother Industries, Ltd. (“BROTHER”). DOOR DE INHOUD TE
GEBRUIKEN, ACCEPTEERT DE KLANT DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VAN DEZE
OVEREENKOMST. BROTHER behoudt het eigendom van alle rechten over de INHOUD en de
kopieën van de INHOUD in dit pakket. Voor de INHOUD wordt aan u (“KLANT”) een licentie
verstrekt (niet verkocht) onder de voorwaarden en bepalingen van deze overeenkomst.
Onder deze licentie wordt de KLANT toegestaan:
•De INHOUD te gebruiken in combinatie met de machine om borduurwerk te maken;
•De INHOUD te gebruiken in combinatie met de machine die de KLANT in eigendom heeft of
gebruikt, aangenomen dat de INHOUD op niet meer dan een (1) machine tegelijk wordt
gebruikt.
Tenzij anders aangegeven, wordt de KLANT niet toegestaan:
•Op enig moment meer dan één kopie van de INHOUD beschikbaar te hebben;
•De INHOUD te reproduceren, te wijzigen, te publiceren, te verspreiden, te verkopen, te
verhuren, in sublicentie te geven of op andere wijze aan derden beschikbaar te stellen;
•De mediakaart of de INHOUD te verspreiden, te verhuren, in sublicentie te geven, te leasen,
te verkopen, over te dragen of toe te wijzen;
•De INHOUD te decompileren, disassembleren of anderszins onderwerpen aan reverse
engineering of anderen te helpen dit te doen;
•De INHOUD of een deel ervan te wijzigen, te vertalen, te veranderen of aan te passen voor
zakelijke, commerciële of industriële doeleinden;
•BORDUURWERK te verkopen of anderszins te verspreiden dat is gemaakt met de INHOUD
BROTHER behoudt alle rechten die hierin niet uitdrukkelijk aan de KLANT zijn toegewezen.
Niets in deze overeenkomst vormt een verklaring van afstand van de rechten van BROTHER
volgens welk recht dan ook. Deze overeenkomst zal worden beheerst door het Japanse recht.
Als u vragen hebt over deze overeenkomst, kunt u deze schriftelijk stellen en naar het volgende
adres sturen: Brother Industries, Ltd., 1-1-1 Kawagishi, Mizuho-ku, Nagoya 467-8562, Japan, ter
attentie van: Afdeling Sales & Marketing P&H.
Uw machine heeft tien naalden, die elk zijn
ingeregen met een andere kleur draad. De machine
kan borduurpatronen naaien met verschillende
kleuren door automatisch de juiste naald voor elke
kleur te selecteren.
Het mechanisme dat de naalden op en neer
beweegt, wordt de naaldstang genoemd. De
naaldstangen bevinden zich in de
naaldstanghouder. De naaldstangen worden
genummerd van rechts naar links: naaldstang 1,
naaldstang 2, naaldstang 3, naaldstang 4,
naaldstang 5, naaldstang 6, naaldstang 7,
naaldstang 8, naaldstang 9 en naaldstang 10.
1 Naaldstang 1
2 Naald 1
3 Naaldstanghouder
De machine wijst automatisch een draadkleur toe
aan elke naald. Er zijn twee manieren om de
draadkleuren toe te wijzen. De automatische
methode (standaardinstelling bij aanschaf): de
naalden die al zijn ingeregen met een kleur die in
het volgende patroon wordt gebruikt, worden
toegewezen aan dezelfde draadkleur op basis van
de naaldstangtoewijzingen van het vorige patroon.
Dit om het aantal draadkloswisselingen zo laag
mogelijk te houden.
Voor professioneler borduurwerk kunt u met de
functie “Handmatige kleurvolgorde” de
naaldstangtoewijzingen gemakkelijk handmatig
opgeven. Combinaties van garenkleur en
naaldstang kunt u handmatig selecteren om een
menu te maken zodat u de naaldstangtoewijzingen
kunt baseren op de draadkleurnummers. (Zie
“Draadkleuren selecteren/beheren voor elke
naaldstang (Handmatige kleurvolgorde)” op
pagina 132.)
● Het naaien gebeurt niet
noodzakelijkerwijs in de volgorde van de
nummering van de naaldstangen.
De kleuren draad die aan de naaldstangen zijn
toegewezen, worden op het scherm weergegeven.
Rijg de naaldstangen in zoals aangegeven.
1 Illustratie van de ingeregen draden op de
naaldstangen.
De kloshouders, draadspanningsknoppen,
draadophaalhendels en draadpaden die worden
genoemd bij het inrijgen van de bovendraad,
worden aangegeven op basis van het bijbehorende
naaldstangnummer.
De tien naalden kunnen niet gelijktijdig borduren.
De machine verplaatst telkens een enkele naald
naar de borduurpositie. De naaldstanghouder
wordt, volgens de borduurvolgorde, naar links of
rechts verplaatst zodat de machine de naaldstang
en de naalddraad van de gewenste kleur naar de
borduurpositie kan verplaatsen.
1 Naald in de borduurpositie
De naald bevindt zich boven het gat in
naaldplaat 2.
Wanneer u de machine start, wordt de persvoet
automatisch omlaag gezet. Het borduurwerk wordt
uitgevoerd en de draad wordt van het materiaal
afgetrokken bij het afknippen van de draad en het
overgaan op een andere draadkleur (op een andere
naald). Wanneer het borduurwerk af is, stopt de
machine. Wanneer het patroon elf of meer kleuren
draad nodig heeft, stopt de machine op het
moment dat de draadklossen moeten worden
verwisseld en verschijnen de benodigde instructies
op het LCD-scherm.
(Maar wanneer “Handmatige naaldstangvolgorde”
is ingeschakeld, stopt de machine niet automatisch
wanneer een draadklos moet worden verwisseld.
Zie “Draadkleuren selecteren/beheren voor elke
naaldstang (Handmatige kleurvolgorde)” op
pagina 132 voor meer informatie.)
Verschillen met machines met
een enkele naald
■ Deze machine kan patronen borduren met tien
kleuren of minder zonder dat u draadklossen
hoeft te verwisselen
Bij machines met een enkele naald moet de
draadklos telkens worden verwisseld als een
andere kleur draad wordt gebruikt. Bij deze
machine is het niet nodig de draadklos te
verwisselen of een nieuwe draad in te rijgen bij
patronen met tien kleuren of minder. Wanneer
het patroon minder dan tien kleuren heeft en het
totale aantal draadkleurwisselingen is meer dan
elf, keert de machine terug naar de naald die al
is gebruikt en wordt de kleur automatisch
opnieuw geborduurd.
■ Automatisch naaien en borduren bespaart tijd
De machine werkt automatisch door zodra deze
eenmaal is gestart, tenzij een patroon elf of meer
kleuren bevat en de draadklossen moeten
worden verwisseld. De automatische werking
omvat alle handelingen, van het neerlaten van
de persvoet tot het uitvoeren van de opgegeven
handelingen aan het begin- en eindpunt en het
verwisselen van de kleuren draad. U bespaart
tijd, omdat de machine van draad kan wisselen
en kan afhechten.
■ Houdt automatisch de uiteinden van de draad
onder de stof aan het begin en het einde van
het borduren
De machine trekt automatisch de bovendraad
onder de stof bij het begin van een kleur en trekt
de bovendraad uit de stof bij het afknippen van
de draad. U hebt dus verder geen omkijken naar
de uiteinden van de bovendraad.
■ Verplaatst het borduurraam automatisch naar
de borduurpositie
Bij machines met een enkele naald is in veel
gevallen het patroon in het midden van het
borduurraam geplaatst en moet de stof op de
juiste wijze in het borduurraam worden
geplaatst, waarbij het midden van de gewenste
borduurpositie overeen moet komen met het
midden van het borduurraam. Bij deze machine
met tien naalden wordt het borduurraam echter
verschoven om de borduurpositie te bepalen,
waarbij het eenvoudiger wordt om het patroon
op elke positie in het raam te borduren.
Bovendien kan de borduurpositie handmatig
worden bepaald, maar ook met de camera,
nadat de stof is gespannen en het borduurraam
aan de machine is bevestigd, ongeacht hoe de
stof in het borduurraam is geplaatst.
■ LED-verlichting in kleuren is handig bij het
borduren
De LED-lampjes van kloshouders gaan
individueel branden om naai-informatie weer te
geven; als u de machine inschakelt;
gelijksoortige draadkleur voor een specifieke
klos; draadbreuk op een specifieke klos, enz.
Unieke knipperende LED-lampjes vestigen
direct de aandacht op de betreffende klos. Zo
hoeft u dit niet telkens te controleren op het
LCD-machinescherm.
geeft aan dat de klos moet
worden verwisseld
(De juiste draadkleur
wordt aangegeven. Voor
draadkleur zwart gaat de
LED-verlichting uit.)
geeft aan welke spoel de
draadbreukfout activeert
UIT
naaifout
Op het grote LCD-scherm
kunnen borduurpatronen
vooraf in kleur worden
bekeken via een
realistische afbeelding.
Aangezien het LCDscherm een
aanraakscherm is, kunt u
op de weergegeven
toetsen drukken om
eenvoudig handelingen uit te voeren.
■ Veiligheidsmechanisme
De machine is voorzien van een
veiligheidsmechanisme dat letsel voorkomt bij
onbedoeld gebruik. De machine kan alleen
worden gestart nadat deze is ontgrendeld. De
kleur van de start/stop-knop verandert om aan te
geven of de machine wel of niet is vergrendeld.
Licht rood opKnippert groen
naaien beëindigd
* Controleer de werkelijke draadkleur op het
LCD-scherm. De LED-lampjes geven aan
welke draadkleur bij benadering moet worden
gebruikt op die klos.
■ Een duidelijk beeld van het naaldgebied met de
naaldpositiefunctie
Een ingebouwde camera boven de naaldplaat
geeft u een goed overzicht van het naaldgebied.
Druk op om de cameraweergave te
tonen op het LCD-scherm. Dan is het
gemakkelijker om de exacte naaldpositie te
krijgen.
Bovendien zoekt de machine automatisch de
borduurpositie wanneer u de bijgeleverde
borduurpositiesticker gebruikt. (Zie “Werken
met de ingebouwde camera” op pagina 103.)
■ Voor uw borduurbedrijf - functie Link
(Verbinding)
Borduurpatronen die zijn bewerkt met
borduurbewerkingssoftware die wordt geleverd
bij de functie Link (Verbinding), zoals PEDESIGN NEXT of later, kunt u verzenden van
een computer naar een borduurmachine. U kunt
4 machines tegelijk aansluiten op een computer.
(Zie “Borduurpatronen verzenden vanaf een
computer naar de machine (functie Link
(Verbinding))” op pagina 176.)
De machine is
vergrendeld.
De machine kan
worden gestart.
■ Breed scala aan ingebouwde informatie over
kleuren draad
Er is informatie aanwezig over draad van
verschillende fabrikanten, zodat u eenvoudig de
juiste kleur kunt kiezen.
■ Met de uitgebreide draadkleurweergave kunt u
kleuren realistisch weergeven
De kleuren en kleurnummers van de draden zijn
opgeslagen in het geheugen van de machine.
Uit deze databank van kleuren draad kunt u
kleuren selecteren om uw eigen kleurenpalet
samen te stellen. Als de patroonkleuren met
behulp van dit palet worden veranderd, kan het
patroon worden weergegeven met de kleuren
die u hebt. Bovendien kunt u het
borduurpatroon weergeven zoals het eruit zal
zien nadat het is geborduurd.
■ Automatisch naaldinrijgmechanisme
Met behulp van het automatische
naaldinrijgmechanisme kunt u elke naald
eenvoudig inrijgen.
■ USB-poort standaard beschikbaar
Wanneer u de computer aansluit op de machine
met de meegeleverde USB-kabel, kunt u
patronen gemakkelijk overzetten van de
computer naar de machine. (Zie “Computer
(USB)” op pagina 168.)
Als de machine zo ver van de computer af staat
dat de USB-kabel te kort is, kunt u
borduurpatronen overzetten op een USBmedium en dit medium aansluiten op de
machine. (Zie “USB-medium” op pagina 173.)
■ Op elk moment een geselecteerde naaldstang
verplaatsen of inrijgen
Wanneer u een patroon selecteert, bewerkt of
borduurt, kunt u altijd elke naaldstang
selecteren om in te rijgen of naar de
borduurpositie te verplaatsen.
Druk op om het
naaldverplaatsingsscherm te openen. Selecteer
vervolgens het nummer van de naaldstang die u
wilt verplaatsen of inrijgen. (Zie “Geselecteerde
naaldstang verplaatsen en inrijgen” op
pagina 62.)
U kunt ontwerpen borduren met een
maximumformaat van 200 mm (H) × 360 mm (B)
(7-7/8 inch (H) × 14 inch (B)). Met het optionele
petraam kunt u ook op petten borduren.
■ Handmatige kleurvolgorde - Professioneler
gebruik van deze machine
Als u de draadkleuren opgeeft die worden
gebruikt op deze machine of u vaak DSTbestanden gebruikt, is het handig om de functie
voor handmatige kleurvolgorde te gebruiken.
(Zie “Draadkleuren selecteren/beheren voor
elke naaldstang (Handmatige kleurvolgorde)” op
pagina 132.)
■ Verkrijgbaarheid van diverse accessoires
Naast de 4 borduurramen die bij de machine
worden geleverd, zijn er 3 optionele ramen
(quilt, rand en jumbo) die u kunt gebruiken met
de meegeleverde borduurraamhouder B. Een
optioneel petraam is verkrijgbaar voor het
borduren van petten. De optionele
petraamdrijfas is vereist voor de petring.
Wanneer u de voorkeur geeft aan een rond
borduurraam, is er een ronde
borduurraamhouder voor het optionele ronde
raam.
Zie pagina 91 voor meer informatie over
borduurramen en borduurraamhouders.
■ Diverse ingebouwde patronen
Met veel ingebouwde letterpatronen,
borduurpatronen en raampatronen kunt u direct
na aanschaf van de machine borduren.
U kunt letter- en borduurpatronen combineren
of tekst instellen om de patronen te
rangschikken.
De machine kan ook worden ingesteld om
hetzelfde patroon te herhalen.
Deze handleiding is als volgt ingedeeld. Controleer de procedures met de genummerde titels in de titellijst
op de eerste pagina van hoofdstuk 2 voordat u de machine gebruikt. Daar vindt u de volgorde van deze
basishandelingen.
Lees dit voor gebruik
Hoofdstuk 1: Voorbereidingen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de
borduurmachine moet instellen en de diverse
voorbereidingen die u moet treffen voordat u kunt
beginnen met naaien.
Hoofdstuk 2: Beknopte borduurhandleiding
In dit hoofdstuk worden de basishandelingen voor
het borduren beschreven, van het starten van de
machine en het borduren van een patroon tot de
afwerking. Volg de stappen in deze beknopte
handleiding om een patroon te borduren en
bekend te raken met de bediening van deze
machine.
Hoofdstuk 3: Andere basisprocedures
In dit hoofdstuk worden andere handelingen
beschreven dan de handelingen die in hoofdstuk 2
zijn behandeld, zoals het borduren van een
patroon met elf of meer kleuren en andere
noodzakelijke handelingen, zoals het vervangen
van een naald.
Extra informatie
Hoofdstuk 4: Borduurinstellingen
In dit hoofdstuk worden de diverse
borduurinstellingen beschreven waarmee het
bewerken van patronen heel eenvoudig wordt.
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het
selecteren, bewerken en opslaan van
borduurpatronen.
Hoofdstuk 6: Basisinstellingen en helpfunctie
In dit hoofdstuk wordt het gebruik van de
instellingentoets, de bedieningshandleidingstoets
en de helptoets beschreven. Er wordt uitgelegd hoe
u wijzigingen kunt aanbrengen in de
basisinstellingen van de machine en hoe de
bediening wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Hoofdstuk 7: Bijlage
In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van
verschillende borduurtechnieken, tips voor het
maken van prachtig borduurwerk en informatie
over onderhoud en probleemoplossing.
Informatie zoeken
■ Zoeken in de handleiding
Op titel
Bekijk de beschrijvingen aan de linkerkant voor
de inhoud van ieder hoofdstuk en bekijk
vervolgens de inhoudsopgave.
Voor basishandelingen, zie de lijst met titels op
de eerste pagina van hoofdstuk 2. U kunt de
betreffende pagina vinden via de miniaturen
rechts op de pagina’s.
Op trefwoord
Zoek in de index achter in deze handleiding.
Zoek het gewenste trefwoord en kijk vervolgens
op de betreffende pagina.
Op scherm
In de tabellen op pagina 71 t/m 80 vindt u
beschrijvingen van de toetsen en andere
informatie die op het LCD-scherm wordt
weergegeven. Kijk op de aangegeven pagina
voor meer informatie.
Op foutmelding
Diverse foutmeldingen en de bijbehorende
handelingen worden beschreven op pagina 81.
Kijk op de aangegeven pagina voor meer
informatie.
■ Zoeken op de machine
Deze machine is voorzien van een helpfunctie.
Informatie over het uitvoeren van handelingen
Druk op de bedieningshandleidingstoets van de
machine en zoek de gewenste informatie. (Zie
“De bedieningshandleidingstoets gebruiken” op
pagina 232.)
Opzet van de handleiding ..............................................................................................13
Lees dit voor gebruik...................................................................................................................................13
Extra informatie...........................................................................................................................................13
De machine installeren............................................................................................................................... 28
Verwijder de bevestigingsplaten..................................................................................................................29
De stand van het bedieningspaneel afstellen............................................................................................... 29
De draadgeleider voorbereiden................................................................................................................... 30
De naald controleren.................................................................................................................................. 35
De spoel plaatsen ...........................................................................................................38
Het spoelhuis verwijderen........................................................................................................................... 38
De spoel plaatsen........................................................................................................................................38
Het spoelhuis plaatsen ................................................................................................................................ 39
De machine aanzetten....................................................................................................40
Uitleg van het scherm ................................................................................................................................. 41
De stof in het borduurraam spannen.............................................................................. 49
De stof in het borduurraam spannen........................................................................................................... 49
Het borduurraam aan de machine bevestigen ................................................................51
Het borduurraam bevestigen....................................................................................................................... 51
Het borduurvlak controleren..........................................................................................53
Tijdelijk stoppen om het vlak te controleren ............................................................................................... 53
Naar het borduurscherm............................................................................................................................. 53
De bovendraad inrijgen..................................................................................................54
De naaldstangen en kleuren draad controleren........................................................................................... 54
De bovendraad inrijgen .............................................................................................................................. 56
De naald inrijgen........................................................................................................................................ 60
Het patroon borduren .................................................................................................... 64
Beginnen met borduren.............................................................................................................................. 64
Het borduren stoppen................................................................................................................................. 66
De draadspanning controleren.......................................................................................68
Borduurraam en stof verwijderen...................................................................................69
Het borduurraam verwijderen..................................................................................................................... 69
De stof verwijderen .................................................................................................................................... 69
De machine uitzetten .....................................................................................................70
Beknopte bedieningsgids voor het scherm......................................................................71
Het patroontypekeuzescherm ..................................................................................................................... 72
Het patroonlijstscherm................................................................................................................................ 73
Het patroonbewerkingsscherm ................................................................................................................... 74
Het borduurinstellingenscherm................................................................................................................... 76
Het borduurscherm..................................................................................................................................... 79
Vraag en antwoord.........................................................................................................81
Bedienen van de USB-muis ........................................................................................................................ 84
ANDERE BASISPROCEDURES87
De naald vervangen........................................................................................................88
De naald vervangen.................................................................................................................................... 88
De borduurramen correct gebruiken..............................................................................90
Positie en beweging van het borduurraam ..................................................................... 97
De borduurpositie wijzigen............................................................................................99
De hoek aanpassen................................................................................................................................... 100
De borduurpositie uitlijnen ..........................................................................................103
Werken met de ingebouwde camera ........................................................................................................ 103
Werken met de meegeleverde borduurpositiesticker ................................................................................. 105
Draadkleuren verwisselen op het scherm..................................................................... 108
Een patroon borduren met elf of meer kleuren ........................................................... 110
Controleren of draadklossen moeten worden verwisseld........................................................................... 111
Draadklossen verwisselen bij ontwerpen met elf of meer kleuren............................... 113
Melding draadklossen verwisselen en draadklosindicators........................................................................ 113
Wat betreft de borduurgegevens................................................................................................................ 150
Wat betreft optionele borduurkaarten........................................................................................................ 152
Wat betreft USB-media ............................................................................................................................. 152
Een borduurpatroon selecteren ....................................................................................153
Het patroon selecteren dat moet worden bewerkt ..................................................................................... 182
Een patroon verplaatsen............................................................................................................................ 183
Een patroon horizontaal draaien ............................................................................................................... 184
De grootte van een patroon wijzigen ........................................................................................................ 184
Een patroon draaien.................................................................................................................................. 185
De tekstindeling van een teken wijzigen................................................................................................... 186
De afstand tussen de tekens wijzigen........................................................................................................ 187
Een eigen palet maken.............................................................................................................................. 199
Een kleur kiezen in het eigen palet ........................................................................................................... 202
Een patroon kopiëren................................................................................................................................ 203
Patronen bewerken als een groep............................................................................................................. 203
Een patroon verwijderen........................................................................................................................... 204
Het borduurpatroon bewerken (Borduurinstellingenscherm)...................................... 205
Het gehele patroon draaien ...................................................................................................................... 205
Een gecombineerd patroon bewerken ..........................................................................206
De instellingentoets gebruiken .....................................................................................218
Het instellingenscherm ............................................................................................................................. 218
De schermhulplijnen wijzigen.................................................................................................................. 220
De draadkleurgegevens wijzigen .............................................................................................................. 222
De draadkleurinformatie selecteren voor “PES”-gegevens......................................................................... 223
Het miniatuurformaat opgeven ................................................................................................................. 224
De achtergrondkleuren van de borduurpatronen of miniaturen wijzigen................................................... 224
Afknippen van springsteken / “DST” springcodes voor afknippen opgeven............................................... 225
De resterende draadlengte opgeven.......................................................................................................... 227
De schermbeveiligingsinstellingen wijzigen.............................................................................................. 227
De helderheid van het naailicht aanpassen............................................................................................... 229
Het speakervolume wijzigen..................................................................................................................... 229
De instelling voor de LED kloshouder opgeven......................................................................................... 230
De draadsensor opgeven .......................................................................................................................... 230
De vorm van de aanwijzer veranderen wanneer u een USB-muis gebruikt ............................................... 231
De maateenheden wijzigen ...................................................................................................................... 231
De taal wijzigen ....................................................................................................................................... 231
De bedieningshandleidingstoets gebruiken...................................................................232
De bijgeleverde tafel installeren...................................................................................251
De tafel verwijderen..................................................................................................................................253
OPTIONELE ACCESSOIRES254
Borduurpatronen voor het optionele jumboraam .........................................................254
Het optionele petraam gebruiken.................................................................................258
Petraam en accessoires ............................................................................................................................. 258
Voorzorgsmaatregelen voor de stof ........................................................................................................... 260
Het gebruik van het petraam..................................................................................................................... 260
Het petraam bevestigen............................................................................................................................. 266
De borduurraamhouder bevestigen ........................................................................................................... 274
Extra informatie over digitaliseren ............................................................................................................. 275
De optionele spoelopwinder gebruiken........................................................................277
Optionele spoelopwinder met bijbehorende accessoires........................................................................... 277
De optionele spoelopwinder installeren.................................................................................................... 278
De AC-adapter aansluiten .........................................................................................................................278
De spoel opwinden................................................................................................................................... 279
Het LCD-scherm reinigen..........................................................................................................................282
De buitenkant van de machine reinigen....................................................................................................282
De haak reinigen....................................................................................................................................... 282
Reinigen rondom de naaldplaat ................................................................................................................283
Het spoelhuis reinigen .............................................................................................................................. 284
De draadpaden van de bovendraden reinigen........................................................................................... 285
De machine oliën .....................................................................................................................................287
Over de onderhoudsmelding..................................................................................................................... 288
Specificaties van de machine .................................................................................................................... 308
Software-upgrade voor uw machine.............................................................................309
Upgradeprocedure met USB-medium ....................................................................................................... 309
Upgradeprocedure met behulp van computer...........................................................................................310
Index ............................................................................................................................311
18
1
VOORBEREIDINGEN
Nadat u machine hebt uitgepakt, raadpleegt u “Accessoires” op pagina 22 en
controleert u of alle vermelde accessoires zijn meegeleverd. Nadat u hebt
gecontroleerd of alle accessoires zijn meegeleverd, kunt u de machine installeren.
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de borduurmachine moet instellen en wordt
u ingelicht over de diverse voorbereidingen die u moet treffen voordat u kunt
beginnen met naaien.
Machineonderdelen en hun functie.........................................................................20
Hieronder worden de diverse onderdelen van de machine en hun functie beschreven. Lees de beschrijvingen
zorgvuldig door, zodat u de namen van de onderdelen kent voordat u de machine gaat gebruiken.
Vooraanzicht
16
17
18
19
1 Draadspanningsknoppen
Hiermee regelt u de spanning van de draad.
2 Naaldstanghouder
De houder beweegt naar links en naar rechts om de
naald te verplaatsen naar de borduurpositie.
3 Onderste draadgeleider
4 Wagen
Bevestig het borduurraam aan de wagen. Wanneer de
machine wordt aangezet of wanneer de machine
borduurt, beweegt de wagen vooruit, achteruit, naar
links en naar rechts.
5 Haakklepje/haak
Open het haakklepje en plaats het spoelhuis op de
haak.
20
15
6 Draadgeleider A
7 Draadgeleider B
8 Draadgeleider C
9 Draadgeleider D
0 Kloshouder
Plaats 10 draadklossen om te borduren.
A Bedieningspaneel
B Ingebouwde camera
C Borduurraamhouder
D Naailampje
U kunt de helderheid van het naailicht aanpassen in
het instellingenscherm.
E Tafelbeugels
F Bovendraadgeleider
G Draadgeleiderpennen
H Middelste draadgeleider
I Voetjes
Gebruik de voetjes om de hoogte van de poten af te
stellen.
Als u patronen van/naar het USB-medium wilt
overzetten, steek het USB-medium dan direct in de
USB-poort.
2 USB-poort voor muis
3 USB-poort voor computer
Als u patronen wilt importeren/exporteren tussen een
computer en de machine, steek dan de USB-kabel in
de USB-poort.
4 Aanraakstifthouder
Wanneer u de aanraakstift niet gebruikt, plaatst u deze
in de daartoe bestemde houder.
5 Handwiel
Draai het handwiel om de naald op en neer te
bewegen. Draai het handwiel naar het LCD-scherm
toe (tegen de klok in).
6 Netsnoeraansluiting
Plaats de stekker van het netsnoer in de
netsnoeraansluiting.
7 Hoofdschakelaar
Gebruik de hoofdschakelaar om de machine AAN (I)
{) te zetten.
en UIT (
8 Ventilatieopeningen
Bedieningspaneel
1 Start/stop-knop
Druk op de start/stop-knop om de machine te starten
of te stoppen. Afhankelijk van de handeling die door
de machine wordt uitgevoerd, veranderen de kleur en
de wijze van oplichten van de knop.
Licht rood op: Wanneer de machine niet
Knippert groen : Wanneer de machine kan
Groen licht: Wanneer de machine naait
Uit: Wanneer de machine is
2 Draadknipknop
Druk op de draadknipknop om zowel de bovendraad
als de spoeldraad af te knippen.
3 Automatische naaldinrijgknop
Druk op de automatische naaldinrijgknop om de
naald van een nieuwe draad te voorzien.
4 Speaker
5 LCD-aanraakscherm
Druk op de toetsen die op het aanraakscherm worden
weergegeven om patronen te selecteren en te
bewerken en om informatie te bevestigen.
De onderstaande accessoires worden met de machine meegeleverd. U moet altijd de voor deze machine
ontworpen accessoires gebruiken.
Meegeleverde accessoires
Open de doos en controleer of de volgende accessoires zijn meegeleverd. Wanneer een artikel ontbreekt of
beschadigd is, neemt u contact op met uw Brother-dealer.
● Bij de dichtstbijzijnde Brother-dealer kunt
u een complete lijst krijgen van de
optionele accessoires en borduurkaarten
die verkrijgbaar zijn voor uw machine.
● Gebruik altijd accessoires die worden
aanbevolen voor deze machine.
● Alle specificaties waren juist doen deze
handleiding werd geproduceerd. Sommige
specificaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving veranderen.
Hieronder wordt beschreven hoe u de machine moet instellen. Als de machine niet juist wordt ingesteld,
kan de machine gaan schudden of veel geluid gaan maken en zal het borduurwerk niet goed worden
uitgevoerd. Er is tevens een optionele naaitafel voor de machine verkrijgbaar.
Voorzorgsmaatregelen voor installatie en vervoer
VOORZICHTIG
● De temperatuur in de ruimte waar de machine wordt gebruikt, moet tussen de 5 °C (40°F)
en de 40 °C (104°F) liggen. Als de ruimte waar de machine wordt gebruikt te koud of te
warm is, kan het gebeuren dat de machine niet naar behoren werkt.
● Gebruik de machine niet op een locatie waar deze aan direct zonlicht wordt blootgesteld
om te voorkomen dat de machine niet naar behoren werkt.
● Zorg dat de vier verstelbare voetjes van de machine volledig contact hebben met het
werkblad of de tafel, zodat de machine waterpas staat.
● Plaats niets onder de borduurmachine dat de ventilatieopeningen kan blokkeren (deze
bevinden zich achter onderop de machine). Zo voorkomt u dat de motor van de machine
oververhit raakt. Dit zou brand of schade aan de machine kunnen veroorzaken.
● De machine weegt ongeveer 42 kg (92 lb). Het vervoeren en installeren van de machine
moet door twee personen worden gedaan.
● Als u de machine wilt vervoeren, laat deze dan door twee mensen tillen bij de aangegeven
gaten in de bodem (1). Wanneer u bij het verplaatsen de machine op een andere plek
vasthoudt, kan de machine beschadigd raken of vallen. Dit zou letsel tot gevolg kunnen
hebben.
● Zet de machine bij onweer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Bliksem kan ertoe
leiden dat de machine niet naar behoren werkt.
● Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact als de machine volledig is
geïnstalleerd. Het kan voorkomen dat de start/stop-knop per ongeluk wordt ingedrukt en
de machine begint te werken.
● Draag bij het smeren van de machine een veiligheidsbril en handschoenen om te
voorkomen dat olie of vet in uw ogen of op uw huid terechtkomt. Zorg dat er geen olie of
vet in uw mond terechtkomt. Houd olie en vet buiten bereik van kinderen.
● Stoot op geen enkele manier tegen de machine wanneer u het borduurraam of een andere
meegeleverde accessoire bevestigt of losmaakt, of wanneer u onderhoud aan de machine
verricht.
alvorens de machine in te schakelen.
Anders kan storing optreden.
Draai met de bijgeleverde
1
kruiskopschroevendraaier de schroeven van
de bevestigingsplaten los.
De stand van het
bedieningspaneel afstellen
Stel de stand en de hoek van het bedieningspaneel
zo af dat dit eenvoudig kan worden bediend.
Draai de 2 duimschroeven los om het
1
bedieningspaneel naar voren te draaien.
1 Duimschroeven
Zet het bedieningspaneel in een dusdanige
2
stand dat u het eenvoudig kunt bedienen.
Draai vervolgens de duimschroeven aan.
1
1 Schroeven
2 Bevestigingsplaten
● Wanneer u de bevestigingsplaten hebt
verwijderd, bewaart u deze om opnieuw
te gebruiken. Raadpleeg uw erkende
Brother-dealer voor het vervoer van de
machine.
Draai de duimschroef los, zet het
bedieningspaneel in een dusdanige stand dat
het eenvoudig is af te lezen en draai de
duimschroef aan.
De draadgeleider
voorbereiden
Zet de draadgeleider omhoog.
VOORZICHTIG
● Wanneer u de draadgeleider installeert,
let op dat daarbij de naaldstang 6
positie is geselecteerd. Anders kan er
storing optreden. (Zie “Geselecteerde
naaldstang verplaatsen en inrijgen” op
pagina 62 voor het verplaatsen van de
naaldstang.)
1 Duimschroef
De hoek van het bedieningspaneel afstellen.
4
Draai de twee duimschroeven los, zet het
bedieningspaneel in een dusdanige hoek dat
het eenvoudig af te lezen is en draai de
duimschroeven aan.
Draai de twee duimschroeven boven op de
1
draadgeleidersteun los.
(zijaanzicht)(bovenaanzicht)
1 Duimschroeven
● Draai vijf duimschroeven los en
vervolgens weer stevig aan met de
meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier.
30
1 Draai de schroef drie of vier keer tegen de klok
uitgeschoven en de draadgeleider in de
hoogste stand staat, draait u de twee
duimschroeven aan, zodat de draadgeleider
stevig op zijn plaats zit.
Kloshouder voorbereiden
Bevestig de kloshouder op zijn plaats voor het
borduren. Gebruik de bijgeleverde schijfvormige
schroevendraaier.
Draai de duimschroef twee of drie slagen
1
los. Vouw de kloshouder uit.
1 Duimschroef
2 Kloshouder
Draai de duimschroef weer vast als de
2
kloshouder helemaal is geopend.
1
1 Draai de schroef vast.
2 Draadgeleidersteun
3 Draadgeleider
● Als de schroeven niet los genoeg zijn
gedraaid, kan het verplaatsen van de
draadgeleidersteun lastig zijn. Gebruik
geen grote kracht bij het verplaatsen van
de draadgeleidersteun. Controleer of de
duimschroeven los genoeg zijn gedraaid
voordat u deze onderdelen verplaatst.
● Draai elke duimschroef zo stevig vast dat
de draadgeleidersteun stevig op zijn plaats
zit.
voor het borduurraam dat u gebruikt. (Zie
pagina 90 t/m 92.)
● Elke borduurraamhouder heeft een andere
kleur hoekjes.
Houder A: Witte hoekjes
Houder B: Lichtgrijze hoekjes
Houder C: Donkergrijze hoekjes
(optioneel)
Verwijder de twee duimschroeven van de
2
borduurraamhouder.
1 Duimschroeven
2 Hoekjes
Lijn de gaten in de borduurraamhouder uit
3
met de pennen op de raambevestigingsplaat
van de wagen.
Zet de borduurraamhouder vast met de twee
4
duimschroeven die in stap
2 zijn
verwijderd.
1 Duimschroeven
1 Pennen op raambevestigingsplaat
2 Gaten in borduurraamhouder
3 Hoekjes
32
● Draai de duimschroeven stevig aan met de
meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier.
● Twee typen borduurraamhouders worden
bij deze machine geleverd. Bij de vier
meegeleverde borduurraamhouders
gebruikt u Borduurraamhouder A. (Zie
“De borduurramen correct gebruiken” op
pagina 90 voor de bijzonderheden.)
De machine is nu klaar voor gebruik.
2
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
In dit hoofdstuk worden de basishandelingen voor het borduren beschreven, van het
starten van de machine en het borduren van een patroon tot de afwerking. Volg de
stappen in deze beknopte handleiding om een patroon te borduren en bekend te
raken met de bediening van deze machine.
Hieronder worden de maatregelen beschreven die in acht moeten worden genomen om de juiste werking
van de machine te garanderen.
Voorzorgsmaatregelen stroomvoorziening
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor de stroomvoorziening.
WAARSCHUWING
● Gebruik uitsluitend gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Door een andere
stroomvoorziening te gebruiken, kunt u brand, een elektrische schok of schade aan de
machine veroorzaken.
● Zorg dat de stekkers van het netsnoer stevig in het netstopcontact en de voedingsingang
van de machine zitten.
● Steek de netsnoerstekker niet in een stopcontact als dit in slechte staat is.
●
Indien een van de volgende situaties zich voordoet, zet u de machine uit en haalt u de stekker
uit het stopcontact om brand, een elektrische schok of schade aan de machine te voorkomen.
• U bevindt zich niet in de buurt van de machine.
• U bent klaar met het gebruik van de machine.
• Tijdens het gebruik van de machine vindt er een stroomstoring plaats.
• De machine werkt niet naar behoren, bijvoorbeeld als gevolg van een losse of
verbroken aansluiting.
•Het onweert.
VOORZICHTIG
● Gebruik alleen het netsnoer dat bij deze machine wordt geleverd.
● Gebruik deze machine niet met een verlengsnoer of een stekkerdoos waarop andere
apparaten zijn aangesloten. Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
● Raak de stekker van het netsnoer niet aan met natte handen. Hierdoor kan een elektrische
schok ontstaan.
● Zet eerst de machine uit voordat u de stekker van het netsnoer uit het contact haalt. Pak
het netsnoer altijd bij de stekker vast. Wanneer u aan het snoer zelf trekt, kan dit
beschadigd raken of brand of een elektrische schok veroorzaken.
●
Zorg dat het snoer niet wordt ingesneden, beschadigd raakt, met kracht wordt gebogen,
wordt getrokken, gedraaid of samengeperst. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer en
stel het snoer niet bloot aan hitte. Hierdoor kan het snoer beschadigd raken en kunnen brand
of een elektrische schok ontstaan. Als het netsnoer of de stekker beschadigd zijn, brengt u de
machine voor reparatie naar de erkende dealer voordat u de machine weer gebruikt.
● Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine lange tijd niet gebruikt, anders kan er
brand ontstaan.
● Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat, zet dan de hoofdschakelaar uit of haal de
netstekker uit het stopcontact.
● Wanneer u onderhoud verricht aan de machine of kleppen verwijdert, haalt u eerst de
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het kiezen van de juiste naalden voor uw machine.
VOORZICHTIG
● Gebruik alleen machinenaalden voor huishoudelijk gebruik. De naald ‘HAX 130 EBBR’
(Organ) wordt aanbevolen. Schmetz 130/705 H-E naalden kunnen eventueel ook worden
gebruikt. Het gebruik van andere naalden kan resulteren in het breken van de draad of de
naald, beschadiging van draadinrijgmechanisme of letsel.
● Gebruik nooit verbogen naalden. Verbogen naalden kunnen gemakkelijk breken, wat
letsel tot gevolg kan hebben.
De naald controleren
Het is uiterst gevaarlijk om te naaien met een verbogen naald, omdat de naald dan kan breken terwijl u aan
het werk bent.
Leg de vlakke kant van de naald op een vlakke ondergrond en controleer of de afstand tussen de naald en de
ondergrond overal gelijk is. Als de naald is verbogen of de punt van de naald is afgebroken, moet u de naald
vervangen. (Zie “De naald vervangen” op pagina 88.)
■ Goede naald■ Slechte naald
Als de afstand tussen de naald en de
vlakke ondergrond niet gelijk is, dan is
de naald verbogen. Gebruik geen
verbogen naald.
2
1 Vlakke kant
2 Markering naaldtype
3 Vlakke ondergrond
Voorzorgsmaatregelen spoel
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor de spoel.
VOORZICHTIG
● Gebruik alleen vooromwikkelde spoelen (COATS type ‘L’/TRU-
SEW POLYESTER ‘Filaments’) of spoelen die speciaal zijn
ontwikkeld voor deze machine. Het gebruik van een andere
spoel kan letsel tot gevolg hebben of schade aan de machine
veroorzaken.
● Gebruik een spoeldraad die op de juiste manier is opgewonden,
anders kan de naald breken of de draadspanning onjuist zijn.
● Gebruik bij het opwinden van een spoel alleen de optionele
spoelopwinder (zie pagina 277) en metalen spoelen (onderdeelcode: 100376-053).
● Gebruik voor het opwinden van de spoel katoen of gesponnen polyester spoeldraad
Neem de volgende aanbevelingen in acht voor de te gebruiken bovendraad.
●
Aanbevolen wordt het gebruik van borduurdraad van rayon of polyester (120 den x 2 / 135 dtex x 2 /
gewicht van 40 (in VS en Europa) / #50 (in Japan)).
Aanbevelingen voor te gebruiken stof
Neem de volgende aanbevelingen in acht voor de te gebruiken stof.
● Uw machine kan stof borduren van maximaal 1 mm (1/16 inch) dik. Als de stof dikker is, kan de
naald verbuigen of breken.
● Wanneer overlappende steken worden gemaakt, kan de naald moeilijk door de stof komen, wat
kan leiden tot het verbuigen of breken van de naald.
● Breng steunstof aan op dunne stoffen of stretchstoffen. (Zie “Opstrijksteunstof (onderlaag)
bevestigen aan stof” op pagina 93 voor meer informatie.)
● Zorg dat bij het borduren van grote stukken stof deze niet vast komt te zitten in de wagen.
Aanbevelingen voor het LCD-scherm
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van het bedieningspaneel.
● Druk alleen op het scherm met uw vinger of de meegeleverde aanraakstift. Gebruik geen balpen,
schroevendraaier of ander hard of scherp voorwerp. Oefen niet te veel kracht uit op het LCDscherm, anders kunt u dit beschadigen.
• Als u niet recht voor het bedieningspaneel zit, kunnen de kleuren vervormd worden
weergegeven of kan het scherm moeilijk af te lezen zijn. Dit is normaal en duidt niet op
een defect. Zorg dat u recht voor het scherm zit als u het gebruikt. (Zie “De stand van het
bedieningspaneel afstellen” op pagina 29, om na te gaan of het scherm anders moet
worden afgesteld.)
Hieronder wordt een aantal basisprocedures van het borduren beschreven.
Lees deze zorgvuldig voordat u met de machine gaat werken.
Pagina
Stap
1De spoel plaatsen.p. 38p. 35
2De machine aanzetten.p. 40p. 34, 36
3Selecteer een borduurpatroon.p. 44
4Een borduurpatroon bewerken.p. 46
5De borduurinstellingen opgeven.p. 47
6De voorbeeldweergave controleren.p. 48
7Span stof in het borduurraam.p. 49p. 36
8Het borduurraam aan de machine bevestigen.p. 51
9Het borduurvlak controleren.p. 53
10De bovendraden inrijgen.p. 54p. 36
Ontgrendel de machine en druk vervolgens op de start/stop-knop
11
om te beginnen met borduren.
(Als de machine klaar is met borduren, stopt deze automatisch.)
12De draadspanning controleren.p. 68
Het borduurraam verwijderen en vervolgens de stof uit het
13
raamwerk verwijderen.
Handeling
beknopte
handleiding
p. 64
p. 69
Pagina
bedieningsp
rocedures
2
14De machine uitzetten.p. 70
De handelingen om het patroon te borduren worden beschreven op de volgende pagina’s.
Hoewel het borduren kan worden uitgevoerd zonder dat het patroon wordt bewerkt of borduurinstellingen
worden opgegeven, verwijzen wij naar pagina 181 voor informatie over het bewerken van patronen en naar
pagina 125 voor informatie over het opgeven van borduurinstellingen.
In de tabellen op pagina 71 t/m 80 vindt u beschrijvingen van de toetsen en andere informatie die op het
LCD-scherm wordt weergegeven. Gebruik deze tabellen om snel een verwijzing te vinden.
De verschillende voorzorgsmaatregelen die in acht moeten worden genomen tijdens de basisprocedures
worden beschreven op pagina 34 t/m 36. Deze voorzorgsmaatregelen moeten strikt in acht worden
genomen om de machine goed te laten functioneren. Lees deze voorzorgsmaatregelen zorgvuldig.
Bij aanschaf van de machine is alleen het spoelhuis geïnstalleerd in de haak. Plaats een spoel met
spoeldraad daarop gewonden om te borduren. Zie pagina 35 voor voorzorgsmaatregelen voor de spoel.
VOORZICHTIG
● De machine kan niet aangeven hoeveel
spoeldraad over is. Voordat u begint met
borduren controleert u of er voldoende
spoeldraad is voor het patroon.
● Reinig het spoelhuis telkens wanneer u de
spoel verwisselt. Zie “Het spoelhuis
reinigen” op pagina 284 voor meer
informatie over het reinigen van het
spoelhuis.
Het spoelhuis verwijderen
Open het haakklepje.
1
Trek het haakklepje naar u toe.
Trek het draadhaakje naar u toe als het
2
draadhaakje niet naar voren is getrokken.
● Het draadhaakje kan slechts binnen een
bepaald bereik worden bewogen.
Oefen er niet te veel kracht op uit.
Pak de grendel van het spoelhuis vast en
3
verwijder het spoelhuis.
1 Grendel
■ De machine oliën
Breng olie aan op de machine nadat u het
spoelhuis hebt verwijderd. Het loophuis moet
worden geolied. Zie “De machine oliën” op
pagina 287 voor meer informatie over het oliën
van de machine.
1 Draadhaakje
Trek het draadhaakje naar voren om goed bij
het spoelhuis te kunnen komen.
● Het draadhaakje houdt de draad vast
wanneer de machine begint te borduren of
wanneer de draad wordt afgeknipt.
38
● Doe eenmaal daags voor gebruik een
druppel olie op de haak.
De spoel plaatsen
● Deze machine is niet voorzien van een
spoelopwinder. Gebruik vooromwikkelde
spoelen (type L).
● De optionele (onafhankelijke)
spoelopwinder en optionele metalen
spoelen kunnen ook worden gebruikt. (Zie
pagina 24, 277.)
● Controleer of de draad met de klok mee
op de spoel is gewonden (zie afbeelding).
Als de spoel zo wordt geplaatst dat de
draad in tegengestelde richting wordt
afgewonden, zal het borduurwerk niet
goed worden uitgevoerd.
Het spoelhuis plaatsen
Plaats het spoelhuis op de haak.
1
Plaats het spoelhuis terwijl u het lipje op het
spoelhuis uitlijnt met de inkeping in de haak
(zie afbeelding).
Steek het netsnoer in het stopcontact en zet de machine aan. Zie pagina 34 voor voorzorgsmaatregelen voor
de stroomvoorziening.
Wanneer u de machine inschakelt, wordt het
VOORZICHTIG
● Gebruik het netsnoer dat bij deze
machine wordt geleverd. Het gebruik
van een ander netsnoer kan leiden tot
beschadiging.
Steek het netsnoer in de machine.
1
Steek de stekker van het netsnoer in een
2
normaal stopcontact.
4
openingsfilmpje afgespeeld. Druk ergens op
het scherm om onderstaand bericht weer te
geven.
Druk op .
5
X Het patroontypekeuzescherm wordt
weergegeven en de start/stop-knop licht
rood op.
De wagen wordt naar de beginpositie
6
verplaatst.
• Als naaldstang 1 zich niet al in de
borduurpositie bevindt, beweegt de
naaldstanghouder en wordt naaldstang 1
verplaatst naar de borduurpositie.
Zet de hoofdschakelaar aan de achterzijde
3
van de machine op “I”.
X Het LCD-scherm gaat aan.
40
VOORZICHTIG
● Houd uw handen en andere
voorwerpen uit de buurt van de wagen
om letsel te voorkomen.
● Als de machine wordt uitgezet tijdens het
borduren, slaat de machine automatisch
de patroonpositie op wanneer deze weer
wordt aangezet. U wordt dan gevraagd of
u het borduren wilt afmaken of dat u een
nieuwe handeling wilt uitvoeren. (Zie
“Verdergaan met borduren nadat de
machine is uitgezet” op pagina 120.)
Wanneer u de machine aanzet en op drukt, wordt het patroontypekeuzescherm weergegeven. De
volgende handelingen kunnen worden opgegeven via het bedieningspaneel. Zie pagina 36 voor
voorzorgsmaatregelen voor het aanraakscherm.
2
Nr.SchermToetsnaamFunctiePagina
1Home-toets
2
3Lijn borduurvak
4
5
6Instellingentoets
* De toetsen uit bovenstaande tabel verschijnen en kunnen worden gebruikt in de meeste schermen die
later in deze handleiding worden beschreven.
Patroonweer-
gavevlak
Bedieningshan-
dleidingstoets
Toets
“Naaldstang/raam
verplaatsen”
Druk op deze toets om alle voorgaande handelingen te
annuleren en terug te keren naar het eerste
patroongroepkeuzescherm.
Dit vlak geeft het geselecteerde patroon weer.p. 220
Hiermee geeft u het beschikbare borduurvak weer. De
borduurraamindicators, de rasterlijnen en andere
scherminstellingen kunnen worden ingesteld via het
machine-instellingenscherm.
Druk op deze toets om informatie te lezen over een
handeling van de machine.
Druk op deze toets om de geselecteerde naaldstang te
verplaatsen of in te rijgen, of om de wagen zo te plaatsen
dat u het borduurraam gemakkelijk kunt verwijderen of
bevestigen.
Druk op deze toets om de instellingen van de machine te
wijzigen.
Als voorbeeld selecteren we het patroon dat rechts is afgebeeld.
Kies een patrooncategorie (type) in het
patroontypekeuzescherm.
Patroontypekeuzescherm (Zie pagina 72 voor
informatie over de toetsen en andere gegevens op
het scherm.)
Zoek in het patroonlijstscherm naar het gewenste
patroon en druk vervolgens op de toets voor het
patroon.
Patroonlijstscherm (Zie pagina 73 voor informatie
over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
1 Patroontypetoetsen
44
1 Toont een voorbeeldweergave.
2 Patroontoetsen
■ Een voorbeeldweergave uit het
patroonlijstscherm controleren
Nadat u een patroon hebt geselecteerd,
verschijnen de volgende elementen:
X De borduurpatrooncategorieën
verschijnen.
• Als de geselecteerde categorie wordt
weergegeven als meerdere gestapelde
toetsen, kunt u een subcategorie
selecteren. Druk op de toets voor de
subcategorie met het gewenste patroon.
Selecteer een borduurpatrooncategorie.
2
Druk op de gewenste patrooncategorie.
1 Verticale lengte van het patroon
2 Horizontale breedte van het patroon
3 Aantal draadkleurwisselingen
4 Met deze toetsen kunt u het patroonformaat
selecteren of de tekstindeling van een letter
wijzigen. Welke functies u kunt gebruiken, is
afhankelijk van het geselecteerde patroontype.
(Zie “De grootte van een patroon wijzigen”
op pagina 184.)
• Als een verkeerd patroon is geselecteerd of
als u een ander patroon wilt selecteren,
drukt u op het gewenste patroon.
(Zie pagina 74 voor meer informatie over de toetsen en andere informatie op het scherm.)
In dit voorbeeld wordt het patroon niet bewerkt.
Zonder een bewerking uit te voeren, gaat u naar
het volgende scherm.
Naar het
borduurinstellingenscherm
Druk op .
1
1
Geeft de grootte weer van het borduurpatroon dat in
het patroonweergavevlak wordt weergegeven. De
bovenste waarde geeft de hoogte aan en de
onderste waarde de breedte. Als het borduurpatroon
uit meerdere patronen bestaat die zijn
gecombineerd, wordt de grootte van het gehele
patroon weergegeven, inclusief alle patronen.
2 Markeert de grootte van borduurramen die
kunnen worden gebruikt om het geselecteerde
patroon te borduren.
●
Als de borduurraamhouder niet aan de
X Het borduurinstellingenscherm wordt
weergegeven.
machine is bevestigd, wordt op het
borduurvlak niet het juiste formaat
borduurraam weergegeven. (Zie pagina 51.)
3 Laat het formaat zien van het momenteel
geselecteerde borduurpatroon.
De bovenste waarde geeft de hoogte aan en de
onderste waarde de breedte.
4
Druk op de Vergrotentoets om het formaat van de
borduurafbeelding op het scherm te wijzigen.
5 Druk hierop om het patroon te bewerken.
6 Druk op deze toets om het patroon te
verwijderen als het verkeerde patroon is
geselecteerd. Er is geen patroon geselecteerd en
het patroontypekeuzescherm wordt
weergegeven.
7 Toont een voorbeeldweergave.
8 Geeft het aantal draadkleurwisselingen weer
Via dit scherm kunt u het gehele patroon bewerken en borduurinstellingen opgeven. Bovendien kunt u de
borduurpositie controleren en een patroon opslaan voor later gebruik.
Borduurinstellingenscherm (Zie pagina 76 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het
scherm.)
● De beschikbare toetsen zijn niet dezelfde
wanneer “Handmatige kleurvolgorde” is
ingeschakeld in het instellingenscherm.
Zie pagina 78 voor informatie over de
toetsen en andere gegevens op het
scherm.
● Als het borduurraam niet correct is
geplaatst wanneer u naar het
borduurinstellingenscherm gaat, wordt het
borduurraam naar de correcte positie
verplaatst op het moment dat het
borduurinstellingenscherm wordt
weergegeven. (Zie “Verplaatsen naar de
juiste positie” op pagina 98.)
2
1 Toont een voorbeeldweergave.
2 Druk hierop voor extra bewerkfuncties.
3 Keert terug naar het patroonbewerkingsscherm.
4 In het borduurinstellingenscherm geeft de
hulplijn van het borduurraam in het
patroonweergavevlak de grootte aan van het
borduurraam dat u hebt geselecteerd in het
instellingenscherm.
5 De afbeelding op de ontwerppagina laat het
formaat van de afbeelding, de rotatie, het aantal
draadwisselingen en de gemeten positie van de
In dit voorbeeld worden geen borduurinstellingen
opgegeven. Ga verder met de volgende handeling.
afbeelding in het borduurvlak zien.
6 Druk hierop om de naaldpositie te controleren
op het LCD-scherm.
7 Druk op deze toetsen om aan te geven hoe het
patroon moet worden geborduurd.
8 Druk hierop om het patroon op te slaan.
9 Naar het volgende scherm
0 Druk hierop om het borduurvlak te controleren.
U kunt een voorbeeldweergave bekijken van het voltooide patroon binnen het borduurraam.
Druk op of om het type
2
Een voorbeeldweergave
controleren
Geef de voorbeeldweergave weer om te
controleren of het patroon wordt geborduurd zoals
gewenst.
Druk op .
1
X De voorbeeldweergave wordt getoond.
borduurraamhouder te selecteren. Selecteer
vervolgens het borduurraam dat u wilt
gebruiken.
• Als u weet welk type borduurraamhouder
en welk formaat borduurraam het geschiktst
zijn voor uw borduurwerk, selecteert u de
hulplijnen in het instellingenscherm om het
borduurwerk beter te kunnen bewerken (Zie
pagina 91 en 220.).
1 Druk op deze toets om een vergrote weergave
van het patroon te bekijken.
● Een liggende voorbeeldafbeelding kan niet
worden geroteerd tot een staande, ook al
is er ruimte boven en onder.
Druk hierop om terug te keren naar
3
het vorige scherm.
●
U kunt borduren terwijl een
voorbeeldweergave wordt getoond op het
borduurscherm. Als de voorbeeldweergave
in een ander scherm dan het borduurscherm
wordt weergegeven, kunt u niet borduren.
Nadat u het te borduren patroon hebt geselecteerd, controleert u welke borduurramen kunnen worden gebruikt
om het patroon te borduren. Selecteer het geschiktste raam en span de stof en de steunstof in het borduurraam.
(Zie “Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof” op pagina 93.) Zie pagina 36 voor voorzorgsmaatregelen voor de stof.
● Als de stof niet strak is gespannen, kan het patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof plooien
ontstaan. Volg de volgende procedure om de stof strak in het borduurraam te spannen zodat de stof
niet lubbert. Gebruik een vlak oppervlak wanneer u de stof in het borduurraam spant.
PictogramNaam
De stof in het borduurraam
spannen
Selecteer een borduurraam.
1
Selecteer een borduurraam aan de hand van
de formaten die in het scherm worden
aangegeven.
Borduurramen die kunnen worden gebruikt,
worden lichter weergegeven (),
borduurramen die niet kunnen worden gebruikt,
worden donkerder weergegeven ().
(1-1/2 inch (H) × 2-3/8 inch (B))
Als u de optionele borduurramen (quilt, rand en
jumbo) gebruikt met de bijgeleverde
borduurraamhouder B, verschijnen de volgende
pictogrammen op het scherm; . Als u het
optionele ronde borduurraam gebruikt met de
optionele borduurraamhouder C, verschijnen de
volgende pictogrammen in het scherm; .
Borduurvlak
Middelgroot borduurraam
100 mm (H) × 100 mm (B)
(4 inch (H) × 4 inch (B))
Klein borduurraam
40 mm (H) × 60 mm (B)
2
●
Als de borduurraamhouder niet aan de
machine is bevestigd, wordt op het
borduurvlak niet het juiste formaat
borduurraam weergegeven. (Zie pagina 51.)
■ Typen borduurramen
Er zijn vier formaten borduurramen inbegrepen bij
deze machine. Deze worden gebruikt met de
bijgeleverde borduurraamhouder A. Zie “De
borduurramen correct gebruiken” op pagina 90 voor
meer informatie over de toepassingen van elk raam.
PictogramNaam
Borduurvlak
Extra groot borduurraam
200 mm (H) × 360 mm (B)
(7-7/8 inch (H) × 14 inch (B))
Extra groot borduurraam
(optioneel)
200 mm (H) × 300 mm (B)
(7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B))
Groot borduurraam
130 mm (H) × 180 mm (B)
(5-1/8 inch (H) × 7-1/8 inch (B))
VOORZICHTIG
●
Als u andere borduurramen gebruikt dan
de vier bijgeleverde ramen of aanbevolen
optionele borduurramen, raakt het
borduurraam mogelijk de persvoet, met
het risico dat de machine wordt
beschadigd of de gebruiker letsel
oploopt. (Zie “De borduurramen correct
gebruiken” op pagina 90 voor meer
informatie over de borduurramen.)
●
De borduurraamindicators geven alle
borduurraamgrootten weer waarin het
patroon kan worden geborduurd. Gebruik
een borduurraam met de geschiktste grootte.
Als een te groot raam wordt gebruikt, kan het
patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof
plooien ontstaan. (Zie “De borduurramen
correct gebruiken” op pagina 90.)
De procedure voor het spannen van de stof in
het kleine borduurraam wordt hieronder
beschreven.
Dezelfde procedure is van toepassing op het
spannen van de stof in het middelgrote
borduurraam.
Zie “De stof spannen” op pagina 94 voor meer
informatie over de stof in andere bijgeleverde
borduurramen spannen.
Draai de schroef op het buitenraam los.
2
1 Schroef
Plaats de stof met de bovenkant boven op
3
het buitenraam.
Draai de schroef stevig vast en controleer
6
vervolgens of de stof strak staat.
• Als de stof goed is gespannen, maakt deze
een trommelgeluid als u erop tikt.
• Klem het binnen- en het buitenraam stevig
tegen elkaar zodat de onderkant van het
binnenraam lager is dan de onderkant van
het buitenraam.
1 Binnenraam
2 Buitenraam
3 Onderzijde van het binnenraam
• Het buitenraam heeft geen voor- of
achterzijde. Beide zijden kunnen als
voorzijde worden gebruikt.
• Wij raden aan opstrijksteunstof (onderlaag)
te gebruiken om te voorkomen dat patronen
scheeftrekken of steken gaan krimpen. (Zie
“Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen
aan stof” op pagina 93.)
Druk het binnenraam in het buitenraam.
4
• Zorg dat er geen kreukels in de stof zitten
nadat deze in het borduurraam is geplaatst.
Draai de schroef iets vast en trek vervolgens
5
aan de randen van de stof.
• Gebruik de meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier en draai de schroef stevig
aan.
1 Schijfvormige schroevendraaier
De mate waarin de stof wordt gespannen en de
hoeveelheid steunstof zijn afhankelijk van de soort
stof waarop wordt geborduurd. Probeer
verschillende methoden om het beste
borduurresultaat te behalen. (Zie “Spantechnieken”
op pagina 249.)
● Deze machine kan ook worden gebruikt
met de optionele petramen. (Zie “Het
optionele petraam gebruiken” op
pagina 258.)
Nadat u de stof in het borduurraam hebt gespannen, bevestigt u deze aan de machine. Borduurraamhouders
A en B zijn als accessoires inbegrepen bij deze machine.
Installeer borduurraamhouder A wanneer u een meegeleverd borduurraam wilt gebruiken. (Zie “De
borduurramen correct gebruiken” op pagina 90 voor meer informatie over de borduurraamhouders.)
VOORZICHTIG
● Als het borduurraam niet correct wordt bevestigd, kan het borduurraam de persvoet
raken. Dit kan de machine beschadigen of letsel veroorzaken.
● De start/stop-knop moet rood oplichten wanneer u het borduurraam bevestigt. Als de
start/stop-knop groen knippert, kan de machine beginnen met borduren. Als de machine
per ongeluk begint te werken, kan dit letsel veroorzaken.
● Wanneer u het borduurraam aan de machine bevestigt, mag het borduurraam geen
andere delen van de machine raken.
● Controleer voordat u het borduurraam bevestigt of er genoeg draad op de klos zit.
2
Het borduurraam bevestigen
Stel de breedte van de borduurraamhouder af op de borduurraamgrootte en bevestig het raam aan de
machine. Als voorbeeld wordt hieronder de procedure voor het bevestigen van het kleine borduurraam
beschreven.
Draai de twee duimschroeven los op de
1
borduurraamhouder.
Als een schroef te stevig is vastgedraaid,
gebruikt u de meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier.
1 Linkerarm van de borduurraamhouder
Beweeg de arm van de borduurraamhouder
naar links of naar rechts om deze af te stellen
op de grootte van het borduurraam.
2 Klem de borduurraamhouder vast.
Plaats het borduurraam in de klemmen op de
borduurraamhouder.
3 Afstelpen
4 Gaten
5 Afstelopeningen
1 Linkerarm
2 Duimschroeven
X De linkerarm van de borduurraamhouder
kan worden verplaatst.
• Draai de duimschroeven maximaal 2
slagen tegen de klok in los. Verwijder de
schroeven niet.
rechterkant uit te lijnen met de markering
voor het borduurraam dat moet worden
geplaatst en draai vervolgens de
duimschroeven aan.
In dit voorbeeld lijnt u uit met markering 5.
1 Markering voor extra groot borduurraam
200 mm (H) × 360 mm (B) (7-7/8 inch (H) ×
14 inch (B))
2 Markering voor extra groot borduurraam
200 mm (H) × 300 mm (B) (7-7/8 inch (H) ×
11-3/4 inch (B)) (optioneel)
3 Markering voor groot borduurraam
130 mm (H) × 180 mm (B) (5-1/8 inch (H) ×
7-1/8 inch (B))
4 Markering voor middelgroot borduurraam
100 mm (H) × 100 mm (B) (4 inch (H) × 4 inch
(B))
5 Markering voor klein borduurraam
40 mm (H) × 60 mm (B) (1-1/2 inch (H) ×
2-3/8 inch (B))
Houd het borduurraam horizontaal en lijn
3
vervolgens tegelijkertijd de linker- en
rechterrand uit met de
borduurraamhouderklemmen.
• Het binnenraam moet bovenop liggen.
● Bevestig het borduurraam om de
naaldplaat onder het borduurvlak te
plaatsen. Anders raakt het borduurraam de
naaldplaat.
1 Naaldplaat
● Als het buitenraam zich bovenop bevindt,
is het borduurraam niet goed bevestigd.
● Draai de twee duimschroeven stevig vast
met de meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier. Als de twee schroeven
niet goed zijn vastgedraaid, herkent de
machine niet de juiste raamgrootte.
X Het borduurraam kan in de
borduurraamhouder worden geplaatst.
52
Plaats het borduurraam totdat het op zijn
4
plaats klikt.
1 Zorg dat de pennen aan de linker- en
rechterarmen van de borduurraamhouder in de
afstelopeningen en het gat van het borduurraam
passen.
Controleer het borduurvlak om er zeker van te zijn dat het patroon op de gewenste locatie wordt
geborduurd, niet scheeftrekt en dat het borduurraam de persvoet niet raakt.
Als het borduurraam niet correct is geplaatst, wordt dit verplaatst naar de correcte positie en wordt
vervolgens de borduurpositie aangegeven.
Als het borduurraam de gewenste positie
1
heeft bereikt, drukt u opnieuw op .
● Als u een groot project borduurt, zoals een
jasje of gordijnen, met het platte
borduurraam, het quilt- of jumboraam,
wordt het borduren mogelijk onderbroken
doordat de niet-gebruikte persvoet de blijft
haken aan de stof buiten het ontwerpvlak.
Probeer het ontwerp zo dicht mogelijk bij
het midden van het borduurraam te
stikken. Gebruik naaldstang 3 t/m 7 en
houd de kop van de machine zo sterk
mogelijk gecentreerd. (Zie pagina 108 of
132 om de naaldstang te selecteren).
Druk op .
1
X De persvoet komt omlaag en het
borduurraam wordt verplaatst om het
borduurvlak te tonen.
De hoeken van de achthoek die het
2
borduurvlak voor het patroon weergeven,
worden aangegeven door van richting te
veranderen.
X Het borduurraam stopt en het volgende
scherm wordt weergegeven.
1 Druk hierop om het raam verder te laten gaan.
2 Druk hierop om het controleren van het
borduurvlak te stoppen.
Als u wilt dat het borduurraam verdergaat,
2
drukt u op . Als u het controleren van
het borduurvlak wilt stoppen, drukt u op
.
Naar het borduurscherm
Nadat u de benodigde handelingen in het
borduurinstellingenscherm hebt uitgevoerd, gaat u
naar het borduurscherm.
2
Bekijk de bewegingen van het borduurraam
en controleer of het patroon op de gewenste
plaats wordt geborduurd en of het
borduurraam de persvoet niet raakt.
Tijdelijk stoppen om het
vlak te controleren
Het borduurraam kan tijdelijk worden gestopt op
een gewenste positie en ook het controleren van
het borduurvlak kan worden gestopt.
Controleer het borduurscherm op informatie over welke naaldstangen met welke kleuren draad moeten
worden ingeregen en rijg vervolgens de bovendraden in.
De naaldstangen en kleuren draad controleren
In het borduurinstellingenscherm drukt u op om het borduurscherm weer te geven. Controleer de
kleuren draad in het scherm.
Een bericht dat u de draadklos moet verwisselen verschijnt als u de draadklossen van het vorige
borduurproject moet verwisselen. Als u “Handmatige kleurvolgorde” hebt ingeschakeld in het
instellingenscherm, verschijnt in de melding niet, ook al moeten de draadklossen worden verwisseld. (Zie
“Draadkleuren selecteren/beheren voor elke naaldstang (Handmatige kleurvolgorde)” op pagina 132.)
Borduurscherm (Zie pagina 79 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
1 Informatie over de draad voor de eerste t/m
tiende naaldstang
2 Als geen naam van de kleur draad wordt
weergegeven, wordt die naaldstang niet
gebruikt.
Als in een eerder genaaid ontwerp een
draadkleur was toegekend aan de naaldstang,
toont de naaldstang die eerder toegekende
kleur.
3 Melding draadklos verwisselen. (Zie
pagina 113.)
Deze melding wordt weergegeven wanneer de
draadklossen moeten worden verwisseld. Als u
niet op 4 drukt om de melding af te
sluiten, kan het borduren niet worden
voortgezet.
● De draadinformatie voor de te verwisselen
draadklos wordt weergegeven in een rood
kader.
54
5 Kleur draad
6 Naaldstangnummer
7 Naam of nummer van de draadkleur
Als het draadkleurnummer (#123) is
geselecteerd in het instellingenscherm (zie “De
draadkleurgegevens wijzigen” op pagina 222),
wordt ook het draadmerk weergegeven.
De draad met de kleurnaam die bij iedere
naaldstangnummer wordt weergegeven, moet op
die naaldstang worden ingeregen. In het
weergegeven scherm
5: MAGENTA
Als er geen naam naast een naaldstangnummer
wordt weergegeven, wordt die naaldstang niet
gebruikt. In dit voorbeeld wordt naaldstang 10 niet
gebruikt.
X Het scherm met de melding dat de klossen moeten worden verwisseld, wordt gesloten.
• Naast het controleren van de kleuren draad kunt u informatie over het aantal steken en de
borduurtijd bekijken en diverse borduurinstellingen in het borduurscherm opgeven.
1 Geeft het aantal draadkleurwisselingen aan, het
aantal steken, de borduurtijd en de tijdsduur
totdat de machine stopt.
2 Gebruik deze toetsen om diverse
borduurinstellingen op te geven of om terug te
keren naar het borduurinstellingenscherm.
3 Geeft de borduurvolgorde weer van de kleuren
draad.
4 Geeft het naaldstangnummer aan waaraan de
kleur draad links is toegewezen.
5 Als u de machine wilt starten, drukt u op deze
toets om de machine te ontgrendelen. Druk
vervolgens op de start/stop-knop.
6 Druk op een toets om de geselecteerde
naaldstang te verplaatsen naar de
borduurpositie. Doe dit wanneer de naald
wordt ingeregen met behulp van het
automatische naaldinrijgmechanisme.
2
● De beschikbare toetsen zijn niet dezelfde
wanneer “Handmatige kleurvolgorde” is
ingeschakeld in het instellingenscherm.
(Zie pagina 79 voor informatie over de
toetsen en andere gegevens op het
scherm.)
VOORZICHTIG
● Wanneer u in het borduurscherm op (ontgrendelingstoets) drukt, gaat de start/
stop-knop groen knipperen en kan de machine beginnen met borduren. Zorg dat de
machine niet per ongeluk wordt gestart als de bovendraden of de naald worden
ingeregen. Dit kan letsel veroorzaken.
Gebruik machineborduurdraad om de naaldstangen op volgorde in te rijgen, te beginnen bij naaldstang 1.
Druk op →
LCD-scherm (zie pagina 232).
→ → om een video van de handeling weer te geven op het
VOORZICHTIG
Volg voor het inrijgen van de bovendraad de instructies zorgvuldig op. Als de bovendraad
●
niet correct wordt ingeregen, kan de draad breken of verward raken. Hierdoor kan de
naald verbuigen of breken.
Plaats op de klospen een klos met de
1
draadkleur die is opgegeven voor de
● Aanbevolen wordt het gebruik van
machineborduurdraad van rayon of
polyester (120 den x 2 / 135 dtex x 2 /
gewicht van 40 (in VS en Europa) / #50 (in
Japan)).
betreffende naaldstang.
● Het pad voor het inrijgen van de draad
door de machine, is op de machine met
een lijn aangegeven. Zorg dat u de draad
inrijgt zoals aangegeven.
• Controleer of de kloshouder geheel open
is.
• Wanneer u kleine draadklossen gebruikt,
plaatst u de meegeleverde klosmat op de
kloshouder voordat u de spoel op de
houder plaatst.
• Plaats de draad midden in de kloshouder,
zodat de draad goed van de klos afwikkelt,
en niet verward raakt rond de klospen
direct onder de draadklos.
• Gebruik een kloskap op alle draadklossen
die korter zijn dan de hoogte van de klospen.
1 Klosmat
2 Kleine klos
3 Kloskap
De nummers geven het inrijgpad aan voor elk van
de genummerde naaldstangen. Zorg dat de
naaldstangen correct worden ingeregen.
Leid de draad door het gat (met het
3
betreffende naaldstangnummer) in
draadgeleider C en vervolgens door het
overeenkomstige gat in draadgeleider D.
Als voorbeeld laten we het inrijgen van
klospen 1 zien.
1 Draadgeleider C
2 Draadspanningshendel
3 Gaten in draadgeleider C
4 Draadgeleider D
2
Leid de draad van een gespecificeerde kleur
2
door de gaten in de draadgeleider. Let
daarbij op dat u de draadkleur heeft die
overeenkomt met de betreffende naaldstang.
Leid de draad van klos 1, 3, 5, 6, 8 en 10
door de gaten in beide draadgeleiders A en B.
Leid de draad van klospen 2, 4, 7 en 9 alleen
door het gat in draadgeleider B.
1 Draadgeleider A (Er zitten 6 gaten in deze
draadgeleider)
2 Draadgeleider B (Er zitten 10 gaten in deze
draadgeleider)
● Alvorens in te rijgen schuift u de
draadspanningshendel naar links, zodat de
gaten in draadgeleider C geheel open
staan.
● Wanneer u klaar bent met het inrijgen van
alle bovendraden schuift u de
draadspanningshendel weer naar rechts.
Wanneer u borduurt met de gaten in
draadgeleider C geheel open, kan de
draad verward raken of breken.
1 Draadspanningsschijf
2 Leid de draad met de klok mee op deze plek op
de spanningsschijven.
• Controleer of de draad stevig in de
draadspanningsschijven zit.
1 Gat in bovendraadgeleider
Houd de draad met beide handen vast en
5
leid deze van rechts onder de geleiderplaat
door.
1 Bovendraadgeleiderplaat
● De draad loopt door alle
draadspanningsschijven met de klok mee.
Leid de draad langs het draadpad en rond de
7
juiste draadgeleiderpennen zoals
aangegeven op de machine. Leid de draad
vervolgens vanaf rechts onder de middelste
draadgeleiderplaat 1.
1 Draadgeleiderpen
2 Middelste draadgeleider
• Het pad van de bovendraadgeleider rond
de draadspanningsschijf naar de middelste
draadgeleider (stap
6 t/m 7) kan afwijken
naar gelang het klosnummer. Door de
draad door de draadgeleiderpennen te
halen voorkomt u dat de draad verward
raakt. Volg het pad dat is aangegeven op
de machine.
Gebruik het automatische naaldinrijgmechanisme
om de naald van een draad te voorzien.
Druk op →
om een video van de handeling weer te
geven op het LCD-scherm (zie pagina 232).
Druk op de automatische naaldinrijgknop.
1
→ →
● Wanneer u het handwiel draait, is het
mogelijk dat het automatische
naaldinrijgmechanisme terugkeert naar de
vorige positie om beschadiging te
voorkomen.
● Het automatische naaldinrijgmechanisme
kan een naald in de borduurpositie
inrijgen. Zorg dat de naaldstang die u wilt
inrijgen zich in de borduurpositie bevindt
wanneer dit mechanisme wordt gebruikt,
anders functioneert het
naaldinrijgmechanisme niet bij de juiste
naald. Als de naaldstang zich niet in de
borduurpositie bevindt, verplaatst u deze
daar naartoe. (Zie pagina 62.)
Trek ongeveer 150 cm (6 inch) draad los.
2
Zorg dat de draad niet gespannen staat.
Zoals aangegeven in de illustratie leidt u de
draad vanaf rechts onder de vork van het
automatisch naaldinrijgmechanisme.
Vervolgens pakt u de draad met de haak die
door het oog van de naald gaat.
X De haak van het automatische
naaldinrijgmechanisme gaat door het oog
van de naald.
VOORZICHTIG
● Als de naald niet volledig is ingebracht,
gaat de haak van het automatische
naaldinrijgmechanisme niet door het
oog van de naald tijdens het
automatisch inrijgen. De haak kan dan
verbuigen of de naald kan mogelijk niet
worden ingeregen.
● Als de haak van het automatische
naaldinrijgmechanisme verbogen of
beschadigd is, neemt u contact op met
een erkende dealer.
● Draai niet aan het handwiel terwijl de
haak van het automatische
naaldinrijgmechanisme door het oog
van de naald gaat, anders kan het
automatische naaldinrijgmechanisme
beschadigd raken.
1 Geleider op persvoet
2 Nok in geleider op persvoet
• Controleer of de draad goed door de nok in
de geleider op de persvoet gaat.
Leid de draad goed door de groef in de
4
draadafsnijder en trek zachtjes aan de draad
om deze af te snijden.
Druk op de automatische naaldinrijgknop.
5
2
• De naaldinrijger verplaatst zich naar
achteren, van de naald af. De draad wordt
door het oog geleid.
• De draadwisser komt naar buiten en pakt
de draad tussen de naald en de
naaldinrijger.
• De naaldinrijger keert terug naar de
oorspronkelijke beginpositie.
1 Groef in de draadafsnijder
● Als de draad niet goed door de groef in de
draadafsnijder is geleid, verschijnt de
melding “Wisserfout.” en kunt u de naald
niet inrijgen. Let op dat u de draad veilig
door de groef leidt.
● Als niet genoeg draad is losgetrokken, kan
de draad niet door de draadafsnijder
worden geleid.
Het inrijgen van de bovendraad voor
naaldstang 1 is klaar.
Rijg de overige naaldstangen op dezelfde
wijze in.
● Als de naaldstang die moet worden
ingeregen niet naar de borduurpositie is
verplaatst, kan de naald niet worden
ingeregen met het automatische
naaldinrijgmechanisme. Voer voor de
overige naaldstangen de volgende
handeling uit om de naaldstang naar de
borduurpositie te verplaatsen voordat u de
naald inrijgt.
■ De in te rijgen naaldstang naar de
borduurpositie verplaatsen
In het borduurscherm kunt u de naaldstang
verplaatsen.
Druk op de toets voor de naaldstang die u
1
wilt inrijgen.
X De geselecteerde naaldstang wordt
verplaatst naar de borduurpositie.
■ Het klosnetje gebruiken
Plaats het meegeleverde klosnetje voordat u gaat
borduren over de klos als u metalliek draad of
een andere sterke draad gebruikt.
Als het klosnetje te lang is, vouwt u dit eenmaal
voordat u het over de klos plaatst, zodat het
even groot is als de klos.
Wanneer u het klosnetje gebruikt, is het wellicht
nodig dat u de draadspanning aanpast.
2
1 Klosnetje
2 Draad
● Als de draad niet strak staat, kan deze uit
de draadspanningsschijf komen.
Controleer nadat het inrijgen van de
bovendraden is voltooid of de draad door
de draadspanningsschijf loopt. (Zie stap
6 op pagina 58.)
● Wanneer u een van de bovendraadkleuren
wisselt, kunt u eenvoudig opnieuw
inrijgen door de draad die nu wordt
gebruikt, af te knippen tussen de klos en
de draadgeleider boven de spoel. Plaats de
nieuwe klos op de kloshouder en knoop
het uiteinde van de nieuwe draad aan de
oude draad vast. Trek vervolgens de draad
door de naald. (Zie pagina 114.)
De machine is nu klaar om te borduren.
Wanneer de machine begint te borduren, gaat de persvoet automatisch omlaag, de nodige handelingen voor
het afknippen van draden na afloop van het borduren worden uitgevoerd, de draden worden gewisseld
terwijl het patroon wordt geborduurd en de machine stopt als het patroon klaar is.
VOORZICHTIG
Uit veiligheidsoverwegingen moet u de machine niet onbeheerd achterlaten tijdens het
●
borduren.
● Let goed op de plaats van de naald wanneer de machine in werking is. Houd uw handen
uit de buurt van bewegende onderdelen, zoals de naald, de naaldstanghouder, de
draadophaalhendel en de wagen, om letsel te voorkomen.
■ Veiligheidsmechanisme
Uit veiligheidsoverwegingen is deze machine voorzien van een vergrendelingsfunctie.
Normaalgesproken is de machine vergrendeld (en kan dus geen handelingen uitvoeren). Tenzij de
machine wordt ontgrendeld, kan deze niet borduren. Als u de machine niet binnen 10 seconden na het
ontgrendelen start, wordt deze automatisch opnieuw vergrendeld.
De start/stop-knop geeft aan of de machine is vergrendeld. Als de start/stop-knop rood oplicht, is de
machine vergrendeld. Als de start/stop-knop groen knippert, is de machine ontgrendeld.
Druk op om de machine te
Beginnen met borduren
1
ontgrendelen.
● Zorg dat er zich geen voorwerpen binnen
het bereik van het borduurraam bevinden.
Als het borduurraam een ander voorwerp
raakt, kan het patroon scheeftrekken.
X De start/stop-knop begint groen te
knipperen en de machine kan worden
gestart.
• Als u niet binnen 10 seconden na het
ontgrendelen van de machine op de start/
stop-knop drukt, wordt deze opnieuw
vergrendeld.
Druk op de start/stop-knop terwijl deze groen
knippert. Als de start/stop-knop weer rood
oplicht, herhaalt u deze procedure vanaf stap
1.
X De start/stop-knop licht groen op en de
machine begint de eerste kleur te
borduren.
Nadat het borduren van de eerste kleur is
3
voltooid, stopt de machine automatisch en
wordt de draad afgeknipt. De
naaldstanghouder beweegt naar de positie
voor de tweede kleur en het borduren van
de tweede kleur begint.
2
X De draadkleurweergave op het scherm
gaat naar de tweede kleur en de informatie
over de draad van de tweede naaldstang
wordt blauw omkaderd.
Dit gaat zo door tot de laatste kleur is
4
geborduurd en de machine automatisch
stopt.
X Het borduurinstellingenscherm wordt
1 De draadkleur voor de naaldstang die
momenteel in gebruik is om te borduren, of
weldra gebruikt zal worden, verschijnt boven in
het scherm met de draadkleurvolgorde. De
overige draadkleuren worden van boven af
vermeld in de naaivolgorde.
2 Een blauw kader verschijnt rond de
draadinformatie van de naaldstang die
momenteel is geselecteerd.
opnieuw weergegeven.
X De start/stop-knop licht rood op.
• Het is niet nodig de draad bij het begin van
en na afloop van het borduren af te
knippen.
• Terwijl de machine borduurt, wordt in het
patroonweergavevlak het gedeelte dat
wordt geborduurd, aangegeven met een
groen dradenkruis. Bovendien worden de
tijd en het aantal steken bijgehouden.
Druk op om hetzelfde patroon nogmaals
te borduren.
X Het borduurscherm wordt weergegeven
zodat hetzelfde patroon nogmaals kan
worden geborduurd.
Druk op om een nieuw patroon te
selecteren.
Het borduren stoppen
De machine kan worden gestopt tijdens het
borduren.
■ Tijdelijk onderbreken
Druk op de start/stop-knop.
1
X De machine stopt en de start/stop-knop
licht rood op.
X Het patroontypekeuzescherm wordt
weergegeven.
● De instelling automatische stiksteken kan
worden ingesteld zodat deze worden
genaaid bij het begin van het borduren, na
een wisseling van draadkleur en na het
afknippen van de draad. (Zie “Instelling
automatische stiksteken” op pagina 134.)
● De snelheid kan worden gewijzigd, zelfs
tijdens het borduren van een patroon. (Zie
“Instelling voor maximale snelheid” op
pagina 139.)
• De draad wordt niet afgeknipt.
• Als u weer wilt doorgaan met borduren,
controleert u of de bovendraad strak staat,
drukt u op de ontgrendelingstoets en
vervolgens op de start/stop-knop.
● Als u tijdens het borduren op de
onderbrekingstoets drukt, stopt de
machine voordat het borduren van de
volgende kleur begint. (Zie “De machine
stoppen bij de volgende kleurwisseling”
op pagina 140.)
● Voordat u gaat borduren, kan de machine
zo worden ingesteld dat deze bij elke
draadkleurwisseling stopt. (Zie
“Pauzelocaties opgeven vóór het
borduren” op pagina 140.)
■ Verdergaan met borduren nadat de machine
was uitgezet
Druk op de start/stop-knop.
1
X De machine stopt en de start/stop-knop
licht rood op.
• De draad wordt niet afgeknipt.
Druk op om de machine te
2
ontgrendelen.
Druk op de draadknipknop.
3
Zet de hoofdschakelaar op “{”.
4
X De machine wordt uitgezet en het scherm
en de indicator van de start/stop-knop
gaan uit.
• Het borduren kan worden voortgezet nadat
de machine weer is aangezet. Ga een
aantal steken achteruit om de steken te
laten overlappen. (Zie “Verdergaan met
borduren nadat de machine is uitgezet” op
pagina 120 voor meer informatie.)
● U kunt de machine te allen tijde stoppen,
zelfs terwijl deze aan het borduren is. Als
de machine wordt gestopt voor het
wisselen van de kleur draad, hoeft u niet
een aantal steken terug te gaan voordat u
weer kunt doorgaan. De machine kan zo
worden ingesteld dat deze stopt wanneer
de kleur draad wordt gewisseld. (Zie
“Pauzelocaties opgeven vóór het
borduren” op pagina 140 voor meer
informatie.)
2
■ Als de draad breekt tijdens het borduren
Als zich een probleem voordoet tijdens het
borduren, zoals het breken van de draad, stopt
de machine automatisch.
Rijg de gebroken draad opnieuw in, ga enkele
steken terug en ga verder met borduren. (Zie
“Als de draad breekt of de spoeldraad tijdens het
borduren opraakt” op pagina 115 voor meer
informatie.)
X De spoel- en bovendraad worden
afgeknipt.
• Zorg dat de draden zijn afgeknipt voordat u
de machine uitzet.
Controleer het borduurwerk om na te gaan of het met de juiste draadspanning is geborduurd. Als de
draadspanning niet juist is afgesteld, kunnen de steken ongelijkmatig zijn of kunnen er plooien in de stof
komen.
■ Correcte draadspanning
Aan de achterkant van de stof moet de
spoeldraad zich op ongeveer één derde van de
breedte van de steek bevinden.
Draai de spanningsknop vaster door hem met de
klok mee te draaien.
1 Bovenkant
2 Achterkant
Als het borduurwerk eruitziet zoals hieronder
wordt weergegeven, is de draadspanning
onjuist. Pas de draadspanning aan.
1 Bovenkant
2 Achterkant
De spanning van de bovendraad is te strak,
waardoor de spoeldraad zichtbaar wordt aan de
bovenkant van de stof.
(Zie “De draadspanning afstellen” op
pagina 122 voor meer informatie over het
aanpassen van de draadspanning.)
● In deze beknopte handleiding werd de
draadspanning gecontroleerd nadat het
borduren was voltooid.
Normaalgesproken moet het borduren
tijdelijk worden onderbroken en moet de
draadspanning worden gecontroleerd
nadat de eerste honderd steken van elke
kleur draad met elke naaldstang zijn
geborduurd.
● Het borduurwerk kan er anders uitzien
dan verwacht, als gevolg van de dikte van
de stof of het type steunstof dat is gebruikt.
Naai daarom een proeflapje voordat u met
het echte werk begint.
Draai de spanningsknop losser door deze tegen
de klok in te draaien.
1 Bovenkant
2 Achterkant
De spanning van de bovendraad is te los, zodat
de te losse bovendraad in lussen en plukken aan
de bovenkant van de stof te zien is.
68
● In de ingebouwde borduurpatronen wordt
een patroon gebruikt om de
draadspanning te controleren. Zie
“Draadspanning van ingebouwde
patronen controleren” op pagina 243 voor
meer informatie.
Nadat het borduren is voltooid, verwijdert u het borduurraam en haalt u vervolgens de stof uit het raam.
Trek het borduurraam naar u toe om het te
2
Het borduurraam verwijderen
VOORZICHTIG
Zorg dat de start/stop-knop rood
●
oplicht wanneer u het borduurraam
verwijdert. Als de start/stop-knop groen
knippert, kan de machine beginnen met
borduren. Als de machine per ongeluk
begint te werken, kan dit letsel
veroorzaken.
● Wanneer u het borduurraam
verwijdert, mag het borduurraam geen
andere delen van de machine raken.
● Oefen niet te veel kracht uit bij het
optillen van de borduurraamhouder,
anders kan deze beschadigen.
verwijderen.
De stof verwijderen
Draai de schroef op het buitenraam los.
1
2
Pak met beide handen de linker- en
1
rechterarmen van de borduurraamhouder
vast en til het raam vervolgens iets op.
De pennen op de armen van de
borduurraamhouder komen uit de gaten aan
de zijkanten van het borduurraam.
X Als een schijfvormige schroevendraaier is
gebruikt om de schroef vast te draaien,
gebruikt u ook de meegeleverde
schijfvormige schroevendraaier om deze
weer los te draaien.
Zet de machine uit nadat het borduren is voltooid.
Zet de hoofdschakelaar op “{”.
1
● Als de machine wordt uitgezet tijdens het
borduren, kunt u doorgaan met borduren
wanneer de machine weer is aangezet.
(Zie “Verdergaan met borduren nadat de
machine is uitgezet” op pagina 120.)
Uitgezet tijdens het borduren
X De machine wordt uitgezet en het scherm
en de indicator van de start/stop-knop
gaan uit.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2
Pak het netsnoer bij de stekker vast wanneer
u het uit het stopcontact haalt.
Haal, indien nodig, het netsnoer uit de
3
machine.
Berg het netsnoer op een veilige plaats op.
● Wanneer tijdens het gebruik van de
machine de stroom uitvalt, zet u de
naaimachine uit en haalt u de stekker uit
het stopcontact. Volg onderstaande
procedure om de machine weer op de
juiste manier op te starten. (Zie “De
machine aanzetten” op pagina 40.)
In de onderstaande tabellen vindt u beschrijvingen van de toetsen en andere informatie die op de schermen
worden weergegeven.
Toetsschermen
De weergave van de toetsen hebben de volgende betekenis:
(Normale weergave)
(Donkere weergave): Deze toets is geselecteerd.
(Grijze weergave): Deze toets kan niet worden geselecteerd.
: Deze toets is niet geselecteerd maar kan wel worden geselecteerd.
Algemene schermtoetsen
De hieronder beschreven toetsen, met uitzondering van de instellingentoets, worden in alle schermen
weergegeven en kunnen altijd worden gebruikt. De instellingentoets kan echter niet worden gebruikt in het
borduurscherm.
Scherm
Nr.
Toetsnaam
2
borduurvak
3
Bedieningshandleidingstoets
Lijn
FunctiePagina
Hiermee geeft u het
beschikbare borduurvlak
weer. De
borduurraamindicators,
de rasterlijnen en andere
scherminstellingen
kunnen worden ingesteld
via het machineinstellingenscherm.
Druk op deze toets
om informatie te lezen
over een handeling
van de machine.
p. 220
p. 232
2
Scherm
Nr.
Toetsnaam
1
Patroonweergavevlak
FunctiePagina
Dit vlak geeft het
geselecteerde patroon
weer.
4
Instellingentoets
5
Home-toets
6
Toets
“Naaldstang/
raam
verplaatsen”
Beknopte bedieningsgids voor het scherm 71
Druk op deze toets
om de instellingen
van de machine te
wijzigen.
Druk op deze toets om alle
voorgaande handelingen te
annuleren en terug te keren
naar het eerste
patroongroepkeuzescherm.
Druk op deze toets
om de geselecteerde
naaldstang te
verplaatsen of in te
rijgen, of om de
wagen zo te plaatsen
dat u het borduurraam
gemakkelijk kunt
verwijderen of
bevestigen.
Via dit scherm kunt u een patrooncategorie (type) selecteren.
Scherm
Nr.
Toetsnaam
6
Monogram-
en
kadertoets
7
Appliqué-
alfabettoets
8Griekse hoofdletters. p. 165
Grieks-
alfabettoets
U kunt met de
meegeleverde USBkabel een computer op
de machine aansluiten
en patronen ophalen
van de computer.
Hiermee haalt u
patronen op van USBmedia.
Nr.
1
Borduurpatroontoets
Scherm
Toetsnaam
FunctiePagina
Het borduurpatroon
voor een ontwerp
kan worden
geselecteerd.
p. 154
9
Computertoets
0
mediumtoetsen
(USB)
USB-
Twaalf typen steken
kunnen worden
2
Kaderpatroontoets
3
Bloemletterpatronen
4
Renaissance
-alfabettoets
gecombineerd met
tien kadervormen,
zoals een cirkel of
een vierkant.
Alfabetpatronen,
met hoofdletters
gedecoreerd met
bloemen (130 mm
(H) × 80 mm (B)).
Letters in
renaissancestijl,
ontworpen in een
vlak van
Ingebouwde patronen
50 x 50 mm
2
.
p. 154
p. 162
p. 163
A
borduurpatronen
machinegeheugen
B
Afwerkentoets
Toets voor
in het
Haalt patronen op uit
het geheugen van de
machine.
Deze toets wordt alleen
weergegeven als u een
patroon hebt geselecteerd.
Druk op deze toets om het
zoeken naar een ander
patroon vanuit het
patroontypekeuzescherm af
te breken. Keert terug naar
het
patroonbewerkingsscherm.
Hoofdletters, kleine
letters, cijfers,
symbolen en
speciale tekens uit
5
Alfabettoets
28 verschillende
lettertypen kunnen
worden geselecteerd
in kleine,
middelgrote en grote
afmetingen.
72
p. 159
FunctiePagina
U kunt
monogramontwerpe
n creëren door twee
of drie letters te
combineren.
Appliquéalfabetpatronen,
verkrijgbaar in
kleine, middelgrote
en grote afmetingen.
Via dit scherm kunt u het gehele patroon bewerken en borduurinstellingen opgeven. Bovendien kunt u de
borduurpositie controleren en een patroon opslaan voor later gebruik. De beschikbare toetsen zijn niet
dezelfde wanneer “Handmatige kleurvolgorde” is ingeschakeld in het instellingenscherm. (Zie pagina 78 en
132.)
Scherm
Nr.
Toetsnaam
3
Borduurraamindicators
Afstand
4
vanaf het
middelpunt
(verticaal)
Afstand
5
vanaf het
middelpunt
(horizontaal)
Scherm
Nr.
Toetsnaam
FunctiePagina
Geeft de grootte weer
6
Rotatiehoek
van het
borduurpatroon dat in
het
patroonweergavevlak
wordt weergegeven.
De bovenste waarde
7
draadkleurwisselingen
Aantal
geeft de hoogte aan
1
Patroongrootte
en de onderste
waarde de breedte.
Als het
borduurpatroon uit
meerdere patronen
bestaat die zijn
gecombineerd, wordt
de grootte van het
gehele patroon
weergegeven,
inclusief alle
patronen.
Geeft de totale grootte
(verticaal en
2
gecombineerd/
Grootte
bewerkt
patroon
horizontaal ) van
het hele
gecombineerde
patroon aan.
p. 183
FunctiePagina
Geeft de grootte weer
van borduurramen die
kunnen worden
gebruikt om het
patroon te borduren
dat wordt
weergegeven in het
patroonweergavevlak.
Geeft de verticale
afstand weer
waarover het patroon
dat wordt
gecombineerd/
bewerkt, wordt
verplaatst.
Geeft de horizontale
afstand weer
waarover het patroon
dat wordt
gecombineerd/
bewerkt, wordt
verplaatst.
Geeft de rotatiehoek
weer waarop het
patroon dat wordt
bewerkt, wordt
gedraaid.
Geeft het aantal
draadkleuren weer
voor het patroon dat
wordt bewerkt.
stiksteken worden
gemaakt aan het begin
van het patroon, nadat
de draad is afgeknipt.
p. 134
Druk hierop om terug
7
Afwerkentoets
te keren naar het
patroonbewerkingssc
herm.
Geeft een afbeelding
weer van het patroon
8
Voorbeeldtoets
dat u gaat borduren,
als
voorbeeldweergave.
p. 48
Verplaatst de
borduurpositie van
het hele patroon in de
richting van de pijl.
9
(Wanneer u op
p. 99
drukt, wordt de
Nr.
1
Borduurapplicatietoets
2
Borduurrijgtoets
3
Rotatietoets
4
Plaatsingstoets
Scherm
Toetsnaam
FunctiePagina
Maakt een applicatie
van een gewenst
patroon. De omtrek
voor de applicatie
wordt rond het
patroon genaaid.
Wanneer geen
steunstof is bevestigd
aan de stof, naait u
rijgsteken langs de
omtrek van het
patroon om te
voorkomen dat
patronen
scheeftrekken of de
steken krimpen.
Draait het gehele
borduurpatroon
wanneer het bestaat
uit meerdere patronen
die zijn
gecombineerd.
Druk hierop om de
borduurpositie uit te
lijnen met de
ingebouwde camera.
p. 127
p. 126
p. 100,
205
p. 105
Plaatsingstoetsen
0
Begin-/
eindpositietoets
A
Controletoets
B
Geheugentoets
C
Naaientoets
• De functies en handelingen voor de
voorbeeldtoets 8 zijn gelijk voor het
patroonbewerkingsscherm en het
borduurinstellingenscherm.
borduurpositie
verplaatst naar het
midden van het
borduurvlak.)
Geeft de naaldpositie
weer aan het begin en
aan het einde van het
borduren.
Beweegt het
borduurraam zo dat
de borduurpositie kan
worden
gecontroleerd.
Slaat het patroon op
in het geheugen van
de machine, een USBmedium of een
computer.
Beëindigt alle
handelingen in het
borduurinstellingensc
herm en gaat naar het
borduurscherm.
p. 135
p. 53
p. 211
p. 53
2
Geeft aan dat er
automatische
5
Stiksteektoets
(einde)
stiksteken worden
gemaakt wanneer de
draad wordt
afgeknipt.
Druk op deze toets om
de
naaldstangkleurinstellin
g te wijzigen.
Deze toets wordt
weergegeven wanneer
“Handmatige
kleurvolgorde” is
ingeschakeld in het
instellingenscherm.
p. 133
De illustratie verschijnt
wanneer de
1
Pictogram
modus
Handmatige
naaimachine in de
modus “Handmatige
kleurvolgorde” staat.
p. 132
kleurvolgorde
Druk hierop om de
naaldpositie te zien op
2
Cameraweergavetoets
het LCD-scherm zonder
de naald omlaag te
zetten.
p. 103
Druk hierop om het
formaat van de
cameraweergave te
3
Camerazoo
mtoets
verdubbelen.
Deze toets is
beschikbaar wanneer
de cameraweergave
p. 181
wordt getoond.
Druk hierop om de
rasterlijnen van de
cameraweergave te
tonen om de stof in de
4
Camerarast
ertoets
borduurring te plaatsen,
wanneer u het
randpatroon borduurt.
Deze toets is
beschikbaar wanneer
Via dit scherm kunt u het totaal aantal draadkleuren en de borduurtijd controleren, de
naaldstanginstellingen opgegeven en het voor- of achteruitstikken uitvoeren. De beschikbare toetsen zijn
niet dezelfde wanneer “Handmatige kleurvolgorde” is ingeschakeld in het instellingenscherm. (Zie
pagina 132.)
Nr.
3
4
Nr.
1
2
Scherm
Toetsnaam
Borduurvolgorde
Tijd totdat de
machine stopt
FunctiePagina
De onderste waarde
geeft het totale
aantal draadkleuren
aan in het patroon
en de bovenste
waarde geeft de
kleur draad aan die
op dit moment
wordt geborduurd.
Geeft de tijdsduur
aan totdat de
machine stopt.
Wanneer de laatste
draadklos wordt
genaaid, verschijnt
de waarde in rood.
Als het patroon 11 of
meer kleuren bevat,
wordt de tijd
aangegeven totdat
de draadklos moet
worden verwisseld.
5
6
p. 111
7
8
Scherm
Toetsnaam
Deelweergave
Draadkleurvolgordescherm
Kloswisselingsindicator
Naaldstangnummer
Stekenteller
Borduurtijd
FunctiePagina
Geeft dat deel van
het patroon weer dat
zal worden
geborduurd met de
kleur draad die als
eerste in het scherm
met de
draadkleurvolgorde
wordt weergegeven.
Geeft de volgorde
weer van de
draadkleurwisseling
en. Tijdens het
borduren ‘verrolt’ dit
scherm zodat
bovenin de kleur
draad wordt
weergegeven die op
dat moment wordt
gebruikt.
Deze
rodelijnindicator
geeft aan wanneer
de draadklossen
moeten worden
verwisseld. De
draadklossen
moeten worden
verwisseld op het
punt tussen de twee
kleuren draad waar
de indicator wordt
weergegeven.
Geeft het
naaldstangnummer
aan waaraan de
kleur draad links is
toegewezen.
De onderste waarde
geeft het totale
aantal steken aan in
het patroon en de
bovenste waarde
geeft aan hoeveel
steken er al zijn
gemaakt.
De onderste waarde
geeft aan hoeveel
tijd er nodig is om
het patroon te
borduren en de
bovenste waarde
geeft aan hoeveel
tijd er al verstreken
is.
Druk op een toets
om de
naaldstangpositie te
verplaatsen naar het
gewenste
naaldstangnummer.
Doe dit wanneer de
Naaldstangtoets
naald wordt
ingeregen met
behulp van het
automatische
6
naaldinrijgmechanis
me.
Geeft de kleur en de
kleurnaam (num mer)
weer van de draad
Draadkleurinste
llingenscherm
op de naaldstang die
wordt aangegeven
op de toets. Voorzie
p. 54
de machine van
draden zoals
aangegeven.
Beweegt de naald
Nr.
Scherm
Toetsnaam
1
Onderbrekingstoets
2
naaldstanginstellingentoets
Tijdelijke-
FunctiePagina
Druk tijdens het
borduren op deze
toets om de machine
te laten stoppen
voordat deze met de
volgende kleur
begint.
Maakt het mogelijk
de
naaldstanginstellinge
n handmatig op te
geven.
p. 140
7
Voor- en
achteruitstiktoets
p. 142
voor- en achteruit
door het stiksel.
Gebruik deze toets
in de volgende
situaties:
● Als de draad
breekt of opraakt
tijdens het
borduren,
● Als u opnieuw
wilt borduren
vanaf het begin,
● Als u wilt
doorgaan met
p. 115
borduren nadat
de machine was
uitgezet
Geeft de maximale
borduursnelheid
aan.
p. 139
Kloswisseltoets
3
beschikbaar in
de modus
“Handmatige
kleurvolgorde”)
(Niet
Verandert de
naaldstanginstellinge
n vanaf het scherm
zonder de
draadklossen op de
machine te
veranderen.
p. 108
8
Maximale-
snelheidstoets
Druk op deze toets
om te stoppen met
4
Terug-toets
borduren en terug te
keren naar het
borduurinstellingens
cherm.
Ontgrendelt de
machine zodat deze
binnen 10 seconden
kan beginnen met
5
Ontgrendelingstoets
borduren. Wanneer
u op deze toets
drukt, gaat de start/
p. 64
● De nummers van de kleuren draad in het
scherm met de draadkleurvolgorde en het
draadkleurinstellingenscherm kunnen
worden gewijzigd, bijvoorbeeld in de
kleurnaam of het nummer van draden van
andere merken. (Zie “De
draadkleurgegevens wijzigen” op
pagina 222.)
Dit is de extensie van Tajimagegevensbestanden (*.dst) die worden gebruikt
voor de gegevensindeling van borduurpatronen.
Tajima-gegevens bevatten geen kleurinformatie.
De borduurmachine kent dus automatisch
kleuren toe wanneer u een Tajima (.dst) bestand
laadt. (Zie pagina 246.)
■ Naaldnummer
De naalden worden van rechts naar links
genummerd. De meest rechtse naald heeft
naaldnummer 1. (Zie pagina 8.)
■ Naald in de “borduurpositie”
Dit is de naald die zich boven het naaldgat in de
naaldplaat bevindt. De naaldstanghouder wordt
verplaatst om de naald met de volgende
draadkleur naar de “borduurpositie” te brengen.
Wanneer u de naaldinrijger gebruikt, wordt de
naald die moet worden ingeregen naar de
“borduurpositie” verplaatst. (Zie pagina 62 en
pagina 63.)
PATRONEN:
De volgende patronen kunnen met de machine
worden geborduurd.
- Borduurgegevens van bestandstypen *.pes,
*.phc of *.dst.
Gebruik een USB-medium om de gegevens over
te zetten op de machine.
Gegevens kunnen ook via een USB-kabel van de
pc naar de machine worden overgebracht.
- Optionele borduurkaarten
- Borduurgegevens die zijn gecreëerd met
digitalisatiesoftware
- De patronen die door de machine zijn
opgeslagen op USB-media
BORDUREN:
■ De borduurkleuren aanpassen
- Gebruik de draadkleurfunctie door ofwel 64
of 300 kleuren te selecteren, of door het
eigen kleurenpalet in te stellen op het
patroonbewerkingsscherm. Zie pagina 200
en pagina 202 voor meer bijzonderheden.
- Gebruik de tijdelijke-
naaldstanginstellingenfunctie door te drukken
op de toets in het borduurscherm. Zie
pagina 142 voor meer informatie.
■ Patroon hervatten dat nog niet gereed was toen
u de machine de laatste keer uitschakelde.
- De machine onthoudt het patroon en de
positie, ook als de stroom was uitgeschakeld.
De machine kan het patroon afmaken nadat
de machine weer is aangezet. (Zie
“Verdergaan met borduren nadat de machine
is uitgezet” op pagina 120.)
2
1 Naald
2 Naaldgat in de naaldplaat
■ Draadwisser
Dit is het mechanisme dat de draad opneemt.
De draadwisser neemt de draad op wanneer de
naaldinrijger wordt gebruikt.
De draadwisser trekt tevens de draad uit het
materiaal wanneer de draad wordt afgeknipt. Dit
zorgt ervoor dat u de draden na het borduren
niet meer hoeft af te knippen. (Zie pagina 61.)
- Controleer of de bovendraad rond de
draadspanningsschijf is geleid. (Zie
U kunt veel functies uitvoeren met de USB-poorten
op de machine. Sluit de apparaten aan die passen
bij de functie van elke poort.
pagina 58.)
1 Primaire (bovenste) USB-poort voor media of
kaartlezer/USB-kaartschrijfmodule* (USB2.0)
* Als u de PE-DESIGN Ver5 of later, PE-DESIGN
Lite of PED-BASIC hebt aangeschaft, kunt u de
bijgeleverde USB-kaartschrijfmodule als
borduurkaartlezer in de machine steken en
1 Bovendraadgeleiders
2 Draadspanningsschijf
patronen oproepen.
2 USB-poort voor muis (USB1.1)
3 USB-poort van computer
■ De draadspanning is plotseling veranderd
- De draad zit vast rond de ruwe rand van
bovendraadklos.
- De bovendraad zit vast onder de draadklos.
- Stof of pluis van de draad zit onder de
spanningsveer van de spoel.
■ Het borduurraam raakt gescheiden van de
wagen
Zorg dat de afstelpennen zijn geplaatst in de
inkepingen en gaten van het raam. (Zie
● De verwerkingssnelheid kan variëren naar
gelang de poort en de hoeveelheid
gegevens.
● Sluit niets anders dan een USB-medium
aan op de USB-mediumpoort. Anders
beschadigt u mogelijk het USBmediumstation.
pagina 51.)
Ten behoeve van de juiste registratie van het
borduurpatroon zet u de machine uit en weer
aan. Zo kan de borduurarm de registratiepunten
opnieuw instellen.
■ Kan het raam niet losmaken van de machine
Druk op en om de wagen te
verplaatsen. Dan kunt u het raam losmaken.
(Zie pagina 90.)
■ Het huidige ontwerp annuleren opnieuw
beginnen
Selecteer de Home-toets rechts boven in het
scherm. Het patroon en alle gegevens worden
■ Gebruik van USB-media of de
borduurkaartlezer/USB-kaartschrijfmodule*
Wanneer u patronen verzendt of leest met USBmedia of de borduurkaartlezer/USBkaartschrijfmodule*, sluit dit apparaat dan aan
op de primaire (bovenste) USB-poort.
De primaire (bovenste) USB-poort verwerkt de
gegevens sneller dan de andere poorten.
* Als u de PE-DESIGN Ver5 of later, PE-DESIGN
Lite of PED-BASIC hebt aangeschaft, kunt u de
bijgeleverde USB-kaartschrijfmodule als
borduurkaartlezer in de machine steken en
patronen oproepen.
Met de bijgeleverde USB-kabel kunt u de
naaimachine aansluiten op uw computer.
1 Primaire (bovenste) USB-poort
2 Borduurkaartlezer/USB-kaartschrijfmodule* of
USB-medium
● Op deze machine kunt u niet twee USBmedia tegelijk gebruiken. Als u twee USBmedia aansluit op de machine, wordt
alleen het USB-medium dat u het eerst
hebt geplaatst, gedetecteerd.
● Gebruik alleen borduurkaartlezers die zijn
ontworpen voor deze machine. Wanneer
u een andere borduurkaartlezer gebruikt,
werkt uw machine mogelijk niet goed.
● U kunt vanaf de machine geen
borduurpatronen opslaan op een
borduurkaart die in een aangesloten USBkaartschrijfmodule is gestoken.
● USB-media worden veel gebruikt, maar
sommige USB-media zijn mogelijk niet
bruikbaar bij deze machine. Meer
bijzonderheden vindt u op onze website
http://solutions.brother.com.
● Naar gelang het soort USB-medium dat u
gebruikt, sluit u het USB-apparaat direct
aan op de USB-poort van de machine of
sluit u de USB-lees-schrijfeenheid aan op
de USB-poort van de machine.
● U kunt de optionele borduurkaartlezer/
USB-kaartschrijfmodule* aansluiten op de
primaire (bovenste) of middelste poort,
wanneer de muis niet is aangesloten.
U kunt een USB-medium aansluiten op de
●
middelste poort, maar de primaire
(bovenste) USB-poort verwerkt de gegevens
sneller. Het is aan te raden om de primaire
(bovenste) USB-poort te gebruiken.
1 USB-poort van computer
2 USB-kabelaansluiting
● De connectoren van de USB-kabel
kunnen slechts in één richting in de poort
worden gestoken. Als u de connector niet
gemakkelijk kunt aansluiten, moet u geen
kracht gebruiken. Controleer of de
connector niet andersom moet worden
ingebracht.
● Raadpleeg voor meer informatie over de
locatie van de USB-poort op de computer
(of de USB-hub) de handleiding van het
betreffende apparaat.
● U kunt de USB-kabel ordelijk ophangen
met de bijgeleverde USB-klem. (Zie “De
USB aansluiten met de bijgeleverde USBsnoerklemmen” op pagina 171.)
Wanneer u een USB-muis op de naaimachine
aansluit, kunt u hiermee allerlei handelingen
uitvoeren op de schermen.
Sluit een USB-muis aan op de USB 1.1-poort die
is aangegeven met . U kunt ook een USBmuis aansluiten op de andere USB-poort (USB
2.0).
1 USB-poort voor muis
2 USB-muis
Bedienen van de USB-muis
■ Een toets aanklikken
Wanneer de muis is aangesloten, verschijnt de
aanwijzer op het scherm. Verplaats de muis
zodat de aanwijzer zich boven de gewenste
toets bevindt en klik op de linkermuisknop.
● Dubbelklikken heeft geen effect.
● Voer geen handelingen uit met de muis
terwijl uw het scherm aanraakt met uw
vinger of de bijgesloten aanraakstift.
● U kunt een USB-muis op elk moment
aansluiten of loskoppelen.
● U kunt alleen de linkermuisknop en het
wiel gebruiken om bewerkingen uit te
voeren. Andere muisknoppen kunt u niet
gebruiken.
● De muisaanwijzer wordt niet
weergegeven in de schermbeveiliging.
Zie “De grootte van een patroon wijzigen” op
pagina 184.
Druk op .
1
Wijzig de grootte van het patroon.
2
• Draai het muiswiel van u af om het patroon
op dezelfde manier te verkleinen als
wanneer u op drukt.
• Draai het muiswiel naar u toe om het
patroon op dezelfde manier te vergroten
als wanneer u op drukt.
■ Het patroon draaien
Zie “De hoek aanpassen” op pagina 100 en
“Een patroon draaien” op pagina 185.
Druk op .
1
Draai het patroon.
2
• Draai het muiswiel van u af om het patroon
op dezelfde manier 10 graden naar links te
draaien als wanneer u op drukt.
• Draai het muiswiel naar u toe het patroon
op dezelfde manier 10 graden naar rechts
te draaien als wanneer u op drukt.
86
3
ANDERE BASISPROCEDURES
In dit hoofdstuk worden andere handelingen beschreven dan die in hoofdstuk 2 zijn
behandeld, zoals het borduren van een patroon met elf of meer kleuren, het
vervangen van een naald of het verwisselen van draadklossen.
De naald vervangen ................................................................................................ 88
De naald vervangen............................................................................................. 88
De borduurramen correct gebruiken ...................................................................... 90
Als de draad breekt of de spoeldraad tijdens het borduren opraakt ......................115
Als de bovendraad breekt ..................................................................................115
Als de spoeldraad breekt of opraakt ...................................................................117
Borduren vanaf het begin of het midden van het patroon..................................... 118
Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet .......................................120
De draadspanning afstellen ...................................................................................122
De spanning van de spoeldraad afstellen ...........................................................122
De spanning van de bovendraad afstellen..........................................................123
ANDERE BASISPROCEDURES ———————————————————————————————————————————————————————————————
——
Opmerking
De naald vervangen
Als de naald is verbogen of de punt van de naald is afgebroken, moet u de naald vervangen. Gebruik de
meegeleverde inbussleutel om de naald te vervangen door een naald die geschikt is voor deze machine en
die is gecontroleerd met de test beschreven in “De naald controleren” op pagina 35.
• Oefen niet te veel kracht uit bij het los- of
De naald vervangen
Zet de borduurmachine uit.
1
VOORZICHTIG
● Zet de machine uit voordat u de naald
vervangt, anders kan er letsel ontstaan
als de machine begint te werken.
Draai de naaldstelschroef los en verwijder
2
de naald.
Houd de naald met uw linkerhand vast, houd
de inbussleutel in uw rechterhand en draai de
naaldstelschroef tegen de klok in vast.
3
vastdraaien van de naaldstelschroef;
hierdoor zou de machine beschadigd
kunnen raken.
Plaats de naald (met de vlakke kant naar
achteren) helemaal naar boven totdat deze
de naaldstangstopper raakt.
Haal de naald door het gat in de persvoet en
gebruik vervolgens de naaldwisselhulp om de
naald op te tillen.
● Gebruik de meegeleverde inbussleutel,
anders kan het gebeuren dat u te veel
kracht uitoefent op de naald, zodat deze
breekt.
88
1 Naaldstangstopper
2 Naald
3 Vlakke kant van de naald
4 Naaldwisselhulp (naaldinrijger)
Houd de naaldwisselhulp vast en druk het
uiteinde van de naalwisselhulp 1 in om de
naaldbevestigingsklem 2 uit te trekken.
Bevestig de klem aan de naald en laat
vervolgens het ingedrukte vlak los om de
naald vast te klemmen. Druk opnieuw op 1
om de naald los te laten.
1 Uiteinde van de naaldwisselhulp
2 Naaldbevestigingsklem
Houd de naald op zijn plaats met uw
4
linkerhand en draai de naaldstelschroef aan.
Gebruik de inbussleutel om de
naaldstelschroef met de klok mee te draaien.
3
VOORZICHTIG
● Breng de naald in tot aan de
naaldstangstopper en draai de
naaldstelschroef goed vast met de
inbussleutel. Anders kan de naald
breken of kan de machine beschadigd
raken.
● Als de naald niet volledig is ingebracht,
gaat de haak van het automatische
naaldinrijgmechanisme niet door het
oog van de naald tijdens het
automatisch inrijgen. De haak kan dan
verbuigen of de naald kan mogelijk niet
worden ingeregen.
● Als de haak van het automatische
naaldinrijgmechanisme verbogen of
beschadigd is, neemt u contact op met
een erkende dealer.
De naald vervangen 89
ANDERE BASISPROCEDURES ———————————————————————————————————————————————————————————————
——
De borduurramen correct gebruiken
U kunt op deze machine verschillende typen borduurramen gebruiken, al naar gelang uw project.
Naast de vier meegeleverde borduurramen kunt u met deze machine ook een aantal andere borduurramen
gebruiken. (Zie “Optionele accessoires” op pagina 24.)
VOORZICHTIG
Gebruik alleen een borduurraam met de grootte die in het scherm wordt aangegeven,
●
anders kan het raam de persvoet raken, wat letsel kan veroorzaken.
Borduurraamhouders
Er zijn twee soorten borduurraamhouders
(borduurraamhouder A en borduurraamhouder B)
inbegrepen bij deze machine.
Bij de vier meegeleverde borduurraamhouders
gebruikt u Borduurraamhouder A. Bij de optionele
borduurraamhouders gebruikt u
Borduurraamhouder B. Als u de optionele
borduurraamhouder C gebruikt, kunt u een
borduurraam uit de optionele serie ronde
borduurramen installeren. Zie “Typen
borduurramen/borduurraamhouders en waarvoor
ze worden gebruikt” op pagina 91 voor meer
informatie over de borduurramen die u kunt
installeren in de diverse borduurraamhouders.
1 Borduurraamhouder A
2 Witte hoekjes
3 Borduurraamhouder B
4 Lichtgrijze hoekjes
5 Magneet
6 Borduurraamhouder C (optioneel)
7 Donkergrijze hoekjes
Als het moeilijk is om het
borduurraam te verwisselen
Naar gelang de positie van de naaldstangen kan het
moeilijk zijn om het borduurraam te verwisselen.
Volg in dat geval onderstaande procedure om het
borduurraam te verplaatsen.
Druk op .
1
X Het naaldstangverplaatsingsscherm
verschijnt.
Druk op .
2
X De wagen gaat automatisch naar een
stand waarbij u het borduurraam
gemakkelijk kunt verwisselen.
• Druk op om het
naaldstangverplaatsingsscherm te sluiten
en de wagen in de vorige stand te zetten.
Typen borduurramen/borduurraamhouders en waarvoor ze worden gebruikt
Borduurtype
Extra groot borduurraam 200 mm (H) × 360 mm (B)
Extra groot borduurraam
(optioneel)
Plat raam (optioneel)200 mm (H) × 300 mm (B)
Groot borduurraam130 mm (H) × 180 mm (B)
Borduurraamhouder A
(7-7/8 inch (H) × 14 inch (B))
Te gebruiken bij het borduren van aaneengesloten tekens
of patronen, gecombineerde patronen of grote
borduurpatronen.
200 mm (H) × 300 mm (B)
(7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B))
Te gebruiken bij het borduren van aaneengesloten tekens
of patronen, gecombineerde patronen of grote
borduurpatronen.
(7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B))
Te gebruiken voor het borduren van jasjes en andere dikke
kledingstukken.
(5-1/8 inch (H) × 7-1/8 inch (B))
Te gebruiken bij borduurpatronen kleiner dan 130 mm (H)
× 180 mm (B) (5-1/8 inch (H) × 7-1/8 inch (B))
Borduurvlak
Gebruik
Zie
(Zie “De stof
spannen” op
pagina 94.)
3
Overleg met
uw
dichtstbijzijnd
e Brotherdealer.
(Zie “De stof
spannen” op
pagina 94.)
Middelgroot
borduurraam
Klein borduurraam40 mm (H) × 60 mm (B)
100 mm (H) × 100 mm (B)
(4 inch (H) × 4 inch (B))
Te gebruiken bij patronen met een standaardgrootte.
(1-1/2 inch (H) × 2-3/8 inch (B))
Te gebruiken bij het borduren van kleine patronen, zoals
namen.
(Zie “De stof
in het
borduurraam
spannen” op
pagina 49.)
De borduurramen correct gebruiken 91
ANDERE BASISPROCEDURES ———————————————————————————————————————————————————————————————
——
Opmerking
Borduurtype
Quiltraam (optioneel)200 mm (H) × 200 mm (B) (7-7/8 inch (H) ×
Randborduurraam
(optioneel)
Borduur-
raamhouder B
Jumboraam (optioneel)360 mm (H) × 360 (B) mm (14 inch (H) ×
Rond borduurraam
(optioneel)
∅=diameter
Borduur-
(optioneel)
raamhouder C
Breed petraam (optioneel)60 mm (H) × 360 mm (B) (2-3/8 inch (H) × 14 inch (B))(Zie “Het
Cilinderraam (optioneel)80 mm (H) × 90 mm (B)
7/8 inch (B))
Dit raam gebruikt u om stukken voor quilts te borduren.
100 mm (H) × 300 mm (B) (4 inch (H) ×
11-3/4 inch (B))
Dit raam gebruikt u om een lange reeks letters of patronen
te borduren.
14 inch (B))
Dit raam gebruikt u voor het borduren van gecombineerde
patronen die kleiner zijn dan 350 mm (H) × 200 mm (B)
(13-3/4 inch (H) × 7-7/8 inch (B)) of patronen met een
maximum formaat van 350 mm (H) × 350 mm (B)
(13-3/4 inch (H) × 13-3/4 inch (B)).
∅100 mm (4 inch)
∅130 mm (5 inch)
∅160 mm (6 inch)
Dit raam gebruikt u wanneer u een ingebouwd
borduurpatroon toevoegt aan een mouw. Selecteer het
raam dat geschikt is voor het formaat van het patroon.
Te gebruiken bij het borduren van petten.
Te gebruiken bij het borduren van honkbalpetten,
golfpetten, zonnepetten en dergelijke.
Deze ramen kunnen niet worden gebruikt voor petten met
een voorkant van 60 mm (2-3/8 inch) of minder, zoals
zonnekleppen en kinderpetten.
Het raam kan ook niet worden gebruikt voor petten met
een klep groter dan 80 mm (3-1/8 inch).
(3 inch (H) × 3-1/2 inch (B))
Te gebruiken bij het borduren van cilindrische en geronde
stof, zoals hemdsmouwen en broeken.
Borduurvlak
Gebruik
Zie
Overleg met
uw
dichtstbijzijnd
e Brotherdealer.
Zie
“Borduurpatr
onen voor het
optionele
jumboraam”
op
pagina 254.
Overleg met
uw
dichtstbijzijnd
e Brotherdealer.
optionele
petraam
gebruiken” op
pagina 258
voor meer
informatie
over het
bevestigen
van dit raam.)
Overleg met
uw
dichtstbijzijnd
e Brotherdealer.
● De borduurraamindicators geven alle borduurraamgrootten weer waarin het patroon kan worden
geborduurd. Gebruik een borduurraam met de geschiktste grootte. Als een te groot raam wordt
gebruikt, kan het patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof plooien ontstaan.
● Alle borduurramen die horen bij PR-600, PR-600II, PR-620 en PR-650 kunnen ook op deze
machine worden geïnstalleerd.
● Wanneer u naait met een van de volgende optionele borduurramen – jumboraam,
randborduurraam, quiltraam of plat raam – moet u de bijgeleverde tafel installeren op de machine.
● Vanwege het gewicht van het borduurraam en de stof is het raadzaam de bijgeleverde tafel te
gebruiken. Zo voorkomt u dat de borduurraamhouder buigt. Dat zou kunnen leiden tot vervorming
van het ontwerp of beschadiging van de machine.
Wij raden aan opstrijksteunstof (onderlaag) te gebruiken om te voorkomen dat patronen scheeftrekken of
steken gaan krimpen.
VOORZICHTIG
● Gebruik opstrijksteunstof bij het borduren op dunne stoffen of stretchstoffen, stoffen met
grof weefsel of stoffen waarbij de steken kunnen krimpen. Als geen opstrijksteunstof
wordt gebruikt, kan de naald verbuigen of breken of kan het patroon scheeftrekken.
Gebruik een stoomstrijkijzer om de
1
opstrijksteunstof op de achterzijde van de
stof te hechten.
● Gebruik een stuk opstrijksteunstof dat
groter is dan het borduurraam. Zorg dat de
opstrijksteunstof bij alle randen is
vastgeklemd bij het spannen van de stof in
het borduurraam, zodat er geen kreukels
in de stof komen.
3
1 Zelfklevende zijde van de opstrijksteunstof
2 Stof (achterkant)
• Wanneer u stof borduurt die niet mag
worden gestreken of wanneer u een vlak
borduurt dat moeilijk te strijken is, spant u
een laag opstrijksteunstof onder de stof in
het borduurraam zonder deze te strijken.
1 Vlak van het borduurraam
2 Opstrijksteunstof
● Gebruik bij het borduren van dunne
stoffen zoals organza en batist een in
water oplosbare steunstof. In water
oplosbare steunstoffen lossen op bij het
wassen, zodat u prachtig borduurwerk
kunt maken dat niet stug is.
● Span bij het borduren van stoffen met een
vleug, zoals handdoeken of corduroy, een
laag opstrijksteunstof onder de stof in het
borduurraam zonder deze te strijken.
● Zie “Steunstoffen (onderlagen)” op
pagina 247 voor informatie over andere
toepassingen van steunstof.
Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof 93
ANDERE BASISPROCEDURES ———————————————————————————————————————————————————————————————
——
Memo
De stof spannen
De stof in het extra grote of grote borduurraam spannen
Draai de schroef op het buitenraam los.
1
1 Schroef
Plaats de stof met de goede kant boven op
2
het buitenraam.
• Het buitenraam heeft geen voor- of
achterzijde. Beide zijden kunnen als
voorzijde worden gebruikt.
Druk het binnenraam in het buitenraam.
3
Plaats het binnenraam eerst in de hoek met
de schroef A, vervolgens in de
dichtstbijzijnde hoek B en vervolgens in de
tegenoverliggende hoek C. Plaats het
binnenraam vervolgens in de
tegenoverliggende hoek D.
• Zorg dat er geen kreukels in de stof zitten
nadat deze in het borduurraam is gespannen.
Terwijl u de stof nog iets strakker trekt,
4
draait u de schroef stevig vast zodat de stof
strak staat.
• Als de stof goed is gespannen, maakt deze
een trommelgeluid als u erop tikt.
• Klem het binnen- en het buitenraam stevig
tegen elkaar, zodat de bovenranden op
gelijke hoogte liggen.
1 Buitenraam
2 Binnenraam
3 Bovenkant van de stof
4 Bovenrand van het binnen- en buitenraam
liggen op gelijke hoogte
• Gebruik de meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier en draai de schroef stevig aan.
Lijn eerst het binnenraam en het buitenraam
uit bij de hoek met de schroef A. Plaats
vervolgens het binnenraam bij de hoek B,
terwijl u de stof voorzichtig in de richting van
pijl B trekt zodat de stof strak staat. Trek op
dezelfde manier de stof voorzichtig in de
richting van pijl C, plaats hoek C, trek de
stof voorzichtig in de richting aangegeven
door pijl D en plaats hoek D.
94
1 Schijfvormige schroevendraaier
● U kunt het beste een plat oppervlak
gebruiken om de stof in het borduurraam
te bevestigen.
● Zie “De stof in het kleine borduurraam
spannen” op pagina 50 voor meer
informatie over het plaatsen van de stof in
kleinere borduurramen.
Gebruik de rasterlijnen op het borduurvel om de
stof netjes in het borduurraam te spannen, zodat
het patroon in de juiste positie wordt geborduurd.
Teken met kleermakerskrijt het vlak waar u
1
wilt borduren op de stof af.
Plaats het borduurvel op het binnenraam.
2
Lijn de rasterlijnen op het borduurvel uit met
de markeringen die u op de stof hebt
getekend.
Verwijder het borduurvel.
3
1 Rasterlijnen
2 Binnenraam
Rek de stof voorzichtig uit zodat er geen
3
vouwen of kreukels in zitten.
De stof spannen 95
ANDERE BASISPROCEDURES ———————————————————————————————————————————————————————————————
——
■ Hoeken borduren
Grote/kleine stukken stof
Wanneer u de hoek van een stuk stof wilt
borduren, gebruikt u textiellijm uit een spuitbus
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u stoffen kunt
borduren die veel groter of veel kleiner zijn dan het
borduurraam.
■ Grote stukken stof of zware kledingstukken
om de hoek van de stof vast te maken aan de
steunstof. Span vervolgens de steunstof in het
borduurraam. Als u geen lijm wilt gebruiken,
rijgt u de stof aan de steunstof.
borduren
Wanneer u grote stukken stof of zware
kledingstukken borduurt, gebruikt u een
wasknijper of een klem om de overtollige
stukken stof aan het borduurraam te bevestigen
zodat deze niet loshangen. Als er grote stukken
stof van het borduurraam afhangen, kan het
raam niet goed bewegen en kan het patroon
scheeftrekken.
1 Stof
2 Steunstof (onderlaag)
■ Smalle stukken stof borduren, zoals linten
Wanneer u smalle stukken stof wilt borduren,
gebruikt u textiellijm uit een spuitbus om de stof
vast te maken aan de steunstof. Span vervolgens
de steunstof in het borduurraam. Als u geen lijm
wilt gebruiken, klemt u de beide uiteinden van
de stof met de steunstof in het borduurraam.
• Maak overtollige stof met een wasknijper
of een klem vast aan het borduurraam.
■ Kleine stukken stof borduren
Als u stukken stof wilt borduren die kleiner zijn
dan het borduurraam, gebruikt u textiellijm uit
een spuitbus om de stof te bevestigen aan
steunstof (onderlaag) die in het borduurraam is
gespannen. Als u geen lijm wilt gebruiken, rijgt
u de stof aan de steunstof.
Hieronder vindt u informatie over het borduurraam tijdens het gebruik van de borduurmachine.
■ Borduurramen die niet kunnen worden gebruikt
voor het betreffende borduurwerk
Zoals beschreven op pagina 49, geven de
borduurraamindicators boven in het scherm aan
welke borduurramen kunnen worden gebruikt
om het geselecteerde patroon te borduren.
Borduurramen waarvan het borduurvlak kleiner
is dan het patroon kunnen niet worden gebruikt.
Het borduurraam kan ook niet worden gebruikt
als het borduurwerk kleiner is dan het
borduurvlak maar zodanig is geplaatst dat het
buiten het borduurvlak van het borduurraam
valt.
Borduurramen waarvan het borduurvlak
kleiner is dan het patroon
Mogelijk verschijnt een bericht dat het
borduurraam moet worden verwisseld, terwijl er
geen borduurraam is geïnstalleerd.
De borduurmachine detecteert welk
borduurraam is geïnstalleerd aan de hand van
de positie van de linkerarm van de
borduurraamhouder. De grootte van het
borduurraam wordt dus bepaald door de positie
van de linkerarm, zelfs als het borduurraam niet
werkelijk is bevestigd. Als de
borduurraamhouder niet is bevestigd, bepaalt de
machine of het petraam (optioneel) is bevestigd.
3
Patronen die buiten het borduurvlak van het
borduurraam vallen
In deze gevallen wordt op de machine een
melding weergegeven met de waarschuwing dat
het borduurraam moet worden verwisseld.
Positie en beweging van het borduurraam 97
ANDERE BASISPROCEDURES ———————————————————————————————————————————————————————————————
——
■ Verplaatsen naar de juiste positie
Als het midden van het borduurraam samenvalt
met de naaldpositie in het borduurvlak, wordt
het borduurraam correct, dat wil zeggen op de
beginpositie, geplaatst voordat met borduren
wordt begonnen.
Als het borduurraam wordt vervangen, wordt
het volgende raam dat wordt bevestigd niet
correct geplaatst.
Als bijvoorbeeld het extra grote borduurraam
wordt vervangen door een kleiner raam, gebeurt
het volgende.
• Het borduurraam wordt vervangen terwijl
het borduurinstellingenscherm of het
borduurscherm wordt weergegeven.
Vervolgens drukt u op de toets voor het
controleren van het borduurvlak, voor het
verplaatsen van het borduurraam of voor het
beginnen met borduren.
Het borduurraam wordt verplaatst.
Nadat het borduurraam is verplaatst naar de
correcte positie en tot stilstand is gekomen,
drukt u nogmaals op de gewenste toets.
Als het patroon buiten het borduurvlak van
het raam valt nadat het borduurraam is
verplaatst, wordt de melding weergegeven
dat het raam moet worden vervangen.
Vervang het borduurraam of keer terug naar
het patroonbewerkingsscherm om de grootte
van het patroon aan te passen of de
borduurpositie te wijzigen.
1 Correcte positie van het midden van het
borduurraam
2 Naaldpositie wanneer het borduurraam is
vervangen
Als de positie van het borduurraam onjuist is,
wordt het raam automatisch verplaatst naar de
correcte positie nadat één van de volgende
handelingen is uitgevoerd.
• De machine wordt aangezet.
Het borduurraam wordt verplaatst.
• Het borduurinstellingenscherm wordt
weergegeven.
Het borduurraam wordt niet verplaatst als de
positie correct is.
Als het patroon buiten het borduurvlak van
het raam valt, wordt de melding
weergegeven dat het borduurraam moet
worden vervangen. Vervang het borduurraam
of keer terug naar het
patroonbewerkingsscherm om de
borduurpositie te verplaatsen.
98
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.