Brother MFC-J430W User's Guide

BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-J430W
Versie 0
BEL-DUT
Als u de klantenservice wilt bellen
Vul de volgende gegevens in voor toekomstige referentie:
Modelnummer: MFC-J430W
1
Serienummer:
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het apparaat. Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van diefstal of brand of voor service die onder de garantie valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2011 Brother Industries, Ltd.

Gebruikershandleidingen en waar ze te vinden zijn

Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de
handleiding?
Handleiding product veiligheid
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw
Beknopte gebruikershandleiding
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken, scannen,
Verklarende woordenlijst Netwerk
Lees deze handleiding eerst. Lees de Veiligheidsinstructies voordat u de machine instelt. Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
machine en het installeren van de drivers en de software voor het besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.
Maak kennis met de standaardhandelingen voor faxen, kopiëren en scannen en leer verbruiksartikelen vervangen. Raadpleeg de tips voor het oplossen van problemen.
Maak kennis met geavanceerde handelingen: faxen, kopiëren, beveiliging, rapporten afdrukken en routineonderhoud uitvoeren.
netwerkscannen, PC-Fax verzenden, Web Services (scannen) en om het Brother ControlCenter te gebruiken.
Deze handleiding bevat algemene informatie over geavanceerde netwerkfuncties van Brother-machines en uitleg over veelgebruikte netwerktermen.
Afgedrukt / In de verpakking
Afgedrukt / In de verpakking
Afgedrukt / In de verpakking
PDF-bestand / cd-rom
PDF-bestand / cd-rom
PDF-bestand / cd-rom
Netwerkhandleiding Deze handleiding bevat nuttige informatie over
draadloze netwerk- en beveiligingsinstellingen die u met de Brother-machine kunt configureren. Daarnaast bevat deze handleiding informatie over de protocollen die door uw machine worden ondersteund en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Handleiding mobiel printen/scannen
1
Ga naar http://solutions.brother.com/.
Deze handleiding bevat nuttige informatie over het afdrukken van gegevens vanaf uw mobiele telefoon en het verzenden van gescande gegevens vanaf de Brother-machine naar uw mobiele telefoon.
PDF-bestand / cd-rom
PDF-bestand / Brother Solutions
Center
1
i

Inhoudsopgave

(BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1
Toegang krijgen tot de Uitgebreide gebruikershandleiding,
de Softwarehandleiding, de Netwerkhandleiding en de
Verklarende woordenlijst Netwerk ......................................................................2
Documentatie bekijken ....................................................................................2
Brother-support openen (Windows
Brother-support openen (Macintosh).....................................................................5
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................6
Aanduidingen op het LCD-scherm ..................................................................8
Standaardhandelingen ....................................................................................8
Volume-instellingen ...............................................................................................9
Belvolume........................................................................................................ 9
Volume van de waarschuwingstoon ................................................................9
Luidsprekervolume .......................................................................................... 9
LCD-scherm.........................................................................................................10
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen..................................10
®
).....................................................................4
2 Papier laden 11
Papier en andere afdrukmedia laden...................................................................11
Enveloppen en briefkaarten laden.................................................................13
Afdrukgebied ................................................................................................. 16
Papierinstellingen ................................................................................................17
Papiersoort ....................................................................................................17
Papierformaat ................................................................................................17
Geschikt papier en andere afdrukmedia..............................................................18
Aanbevolen afdrukmedia...............................................................................18
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia ....................................................19
De juiste afdrukmedia selecteren ..................................................................20
3 Documenten laden 22
Documenten laden...............................................................................................22
De ADF gebruiken.........................................................................................22
De glasplaat gebruiken..................................................................................23
Niet-scanbaar gebied ....................................................................................24
4 Een fax verzenden 25
Faxen verzenden .................................................................................................25
Faxen onderbreken .......................................................................................27
Het formaat van de glasplaat instellen om te faxen.......................................27
Een fax in kleur verzenden ............................................................................ 27
Een actieve fax annuleren.............................................................................27
Verzendrapport..............................................................................................27
ii
5 Faxberichten ontvangen 29
Ontvangstmodi..................................................................................................... 29
De ontvangstmodus kiezen .................................................................................29
Ontvangstmodi gebruiken....................................................................................30
Alleen Fax...................................................................................................... 30
Fax/Telefoon.................................................................................................. 30
Handmatig .....................................................................................................30
Ext. TEL/ANT (extern antwoordapparaat) .....................................................30
Instellingen ontvangstmodus ...............................................................................31
Belvertraging .................................................................................................31
F/T Beltijd (alleen in de Fax/Telefoon-modus)...............................................31
Fax Waarnemen ............................................................................................ 32
6 Telefoontoestel en externe apparaten 33
Opties voor normale telefoongesprekken............................................................33
Fax/Telefoon-modus......................................................................................33
Nummerweergave (Beller ID) ........................................................................33
Telefoondiensten.................................................................................................34
Het type telefoonlijn instellen......................................................................... 34
Een extern antwoordapparaat aansluiten............................................................35
Aansluitingsinstellingen ................................................................................. 36
Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat.................36
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................36
Externe en tweede toestellen ..............................................................................37
Een extern of tweede toestel aansluiten........................................................37
Werken met externe of tweede toestellen .....................................................37
Een draadloze externe telefoon gebruiken....................................................38
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................38
7 Nummers kiezen en opslaan 39
Nummers kiezen..................................................................................................39
Handmatig kiezen..........................................................................................39
Snelkiezen .....................................................................................................39
Zoeken...........................................................................................................39
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................40
Meer manieren om nummers te kiezen ...............................................................40
Overzicht van uitgaande gesprekken ............................................................40
Overzicht nummerweergave (Overz. beller-ID) ............................................. 41
Nummers opslaan................................................................................................42
Een pauze opslaan........................................................................................42
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................42
De namen of nummers van snelkiesnummers wijzigen ................................43
iii
8Kopiëren 44
Kopiëren ..............................................................................................................44
Kopiëren stoppen ..........................................................................................44
Kopieerinstellingen........................................................................................45
Papieropties................................................................................................... 45
9 Afdrukken vanaf een computer 46
Een document afdrukken.....................................................................................46
10 Scannen vanaf een computer 47
Een document scannen.......................................................................................47
Scannen met de SCAN-toets...............................................................................47
Scannen met een scannerdriver..........................................................................48
Scannen met het ControlCenter ..........................................................................48
A Routineonderhoud 49
De inktcartridges vervangen................................................................................49
De machine reinigen en controleren....................................................................52
De glasplaat reinigen.....................................................................................52
De printkop reinigen ......................................................................................53
De afdrukkwaliteit controleren .......................................................................53
De uitlijning controleren .................................................................................54
B Problemen oplossen 55
Foutmeldingen.....................................................................................................55
Foutanimatie ..................................................................................................60
Faxberichten of Faxjournaal overzetten ........................................................60
Document vastgelopen ..................................................................................61
Printer of papier vastgelopen.........................................................................62
Problemen oplossen ...........................................................................................65
Als u problemen met uw machine hebt .........................................................65
Kiestoon waarnemen.....................................................................................72
Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP).....................................72
Informatie over de machine .................................................................................73
Het serienummer controleren ........................................................................73
Resetfuncties.................................................................................................73
De machine resetten .....................................................................................73
C Menu en functies 74
Programmeren op het scherm .............................................................................74
Menutabel............................................................................................................75
Tekst invoeren .....................................................................................................88
Spaties invoegen...........................................................................................88
Correcties aanbrengen ..................................................................................88
Letters herhalen.............................................................................................88
Speciale tekens en symbolen........................................................................88
iv
D Specificaties 89
Algemeen ............................................................................................................89
Afdrukmedia.........................................................................................................91
Faxen................................................................................................................... 92
Kopiëren .............................................................................................................. 93
Scanner ...............................................................................................................94
Printer ..................................................................................................................95
Interfaces .............................................................................................................95
Vereisten voor de computer.................................................................................96
Verbruiksartikelen ................................................................................................ 97
Netwerk (LAN) ..................................................................................................... 98
E Index 99
v
Inhoudsopgave
(UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
In de Uitgebreide gebruikershandleiding worden de volgende functies en handelingen toegelicht. U kunt de Uitgebreide gebruikershandleiding doornemen op de cd-rom.
1 Algemene instellingen
Opslag in geheugen Automatisch zomertijd instellen Slaapstand LCD-scherm Tijdklokstand
2 Beveiligingsfuncties
Verzendslot
3 Een fax verzenden
Extra opties bij het verzenden Extra handelingen bij het verzenden
4 Een fax ontvangen
Extra handelingen bij het ontvangen
5 Nummers kiezen en opslaan
A Routineonderhoud
De machine reinigen en controleren De machine inpakken en vervoeren
B Verklarende woordenlijst
CIndex
Opties voor normale telefoongesprekken Extra handelingen bij het kiezen Extra manieren om nummers op te slaan
6 Rapporten afdrukken
Faxrapporten Rapporten
7Kopiëren
Kopieerinstellingen
vi

Algemene informatie 1

1

Gebruik van de documentatie

Dank u voor de aanschaf van een Brother­machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.
1
WAARSCHUWING
1
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.
VOORZICHTIG

Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden 1

De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
Vetgedrukt Vetgedrukte tekst verwijst
naar specifieke knoppen op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm.
Cursief Cursief gedrukte tekst
benadrukt een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Courier New
Tekst in het lettertype Courier New verwijst naar meldingen die worden weergegeven op het LCD-scherm van de machine.
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in letsel.
BELANGRIJK
BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot schade aan eigendommen of tot het niet functioneren van het product.
Opmerkingen leggen uit wat u in een bepaalde situatie moet doen of hoe de bewerking met andere functies werkt.
Het pictogram Elektrisch gevaar attendeert u op het risico van elektrische schokken.
1
Hoofdstuk 1
Opmerking

Toegang krijgen tot de Uitgebreide gebruikershandleiding, de Softwarehandleiding, de Netwerkhandleiding en de Verklarende woordenlijst Netwerk

Deze Beknopte gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals het gebruik van geavanceerde functies voor faxen, kopiëren, afdrukken, scannen, PC-Fax en het netwerk. Meer gedetailleerde informatie over deze functies vindt u in de
Uitgebreide gebruikershandleiding, Softwarehandleiding, Netwerkhandleiding
en de Verklarende woordenlijst Netwerk op de cd-rom.
a Zet de pc aan. Plaats de Brother-cd-rom
in uw cd-romstation.
Als het scherm niet automatisch verschijnt, gaat u naar Deze computer (Computer), dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom en vervolgens op start.exe.
b Klik op de naam van uw model als het
1
scherm met modelnamen wordt weergegeven.
c Klik op uw taal als het talenscherm
wordt weergegeven. U ziet het hoofdmenu van de cd-rom.
Documentatie bekijken 1

Documentatie bekijken

®
(Windows
Om de documentatie te bekijken opent u het menu start en selecteert u Brother, MFC-XXXX (waarbij XXXX voor uw modelnaam staat) in de programmalijst. Vervolgens kiest u Gebruikershandleidingen.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt u de documentatie op de cd-rom vinden door de volgende instructies te volgen:
) 1
d Klik op Documentatie. e Klik op PDF-documenten. Kies uw land
als het landenscherm wordt weergegeven. Selecteer de gewenste handleiding wanneer de lijst met gebruikershandleidingen wordt weergegeven.
2
Algemene informatie
Opmerking
Documentatie bekijken (Macintosh)
a Zet de Macintosh aan. Plaats de
Brother-cd-rom in uw cd-romstation. Het volgende venster wordt weergegeven.
b Dubbelklik op het symbool
Documentatie.
c Dubbelklik op uw taalmap. d Dubbelklik op top.pdf. Kies uw land als
het landenscherm wordt weergegeven.
Instructies voor het scannen
1
opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
ControlCenter
Netwerkscannen
Procedurehandleidingen voor ScanSoft™ PaperPort™12SE met OCR
(Windows
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™ PaperPort™12SE met OCR weergeven via de Help-sectie in de toepassing ScanSoft™ PaperPort™12SE.
Presto! PageManager Gebruikershandleiding (Macintosh-gebruikers)
®
-gebruikers)
1
1
e Selecteer de gewenste handleiding
wanneer de lijst met gebruikershandleidingen wordt weergegeven.
U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren. Zie Brother- support openen (Macintosh) uu pagina 5 voor verdere instructies.
U kunt de volledige gebruikershandleiding
voor Presto! PageManager weergeven via de Help-sectie in de toepassing Presto! PageManager.
3
Hoofdstuk 1
Instructies voor netwerkinstellingen opzoeken
Uw machine kan worden aangesloten op een draadloos netwerk.
Algemene configuratie-instructies uuInstallatiehandleiding
Als uw draadloze toegangspunt of router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup of AOSS™ uuInstallatiehandleiding
Netwerkinstellingen uuNetwerkhandleiding
1
openen (Windows
Alle benodigde hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de cd-rom.
Klik op Brother-support in het
Hoofdmenu. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
®
) 1
Brother-support
Klik op Brother-startpagina om onze
website (http://www.brother.com/ openen.
Klik op Brother Solutions Center voor
het laatste nieuws en informatie over productondersteuning (http://solutions.brother.com/
Klik op Informatie over
verbruiksartikelen als u onze website
voor originele Brother-verbruiksartikelen (http://www.brother.com/original/ bezoeken.
Klik op Brother CreativeCenter als u het
Brother CreativeCenter (http://www.brother.com/creativecenter/ voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare downloads wilt openen.
Klik op Terug om terug te gaan naar het
hoofdmenu of op Afsluiten wanneer u klaar bent.
) te
).
) wilt
)
4
Brother-support
Algemene informatie
openen (Macintosh)
Alle benodigde hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de cd-rom.
Dubbelklik op het symbool
Brother-support. Het volgende scherm wordt weergegeven:
1
1
Klik op Presto! PageManager om Presto!
PageManager te downloaden en installeren.
Klik op Onlineregistratie om uw machine
te registreren via de pagina voor Brother­productregistratie (http://www.brother.com/registration/
Klik op Brother Solutions Center voor
het laatste nieuws en informatie over productondersteuning (http://solutions.brother.com/
Klik op Informatie over
verbruiksartikelen als u onze website
voor originele Brother-verbruiksartikelen (http://www.brother.com/original/ bezoeken.
).
).
) wilt
5
Hoofdstuk 1

Overzicht van het bedieningspaneel 1

87
1 Modustoetsen:
FAX
Hiermee opent u de faxmodus.
SCAN
Hiermee opent u de scanmodus.
COPY
Hiermee opent u de kopieermodus.
2 Telefoontoetsen:
Redial/Pause
Met deze toets kunt u de laatste 30 gekozen nummers herhalen. U kunt de toets ook gebruiken om tijdens het kiezen een pauze in te voegen.
Tel/R
Deze toets wordt gebruikt voor een telefoongesprek nadat de hoorn van het externe telefoontoestel tijdens het dubbele belsignaal is opgepakt.
Bij aansluiting op een PBX kunt u met deze toets ook toegang krijgen tot een buitenlijn of een gesprek overzetten naar een ander toestel.
1
3 Starttoetsen:
Mono Start
Hiermee start u het verzenden van faxen of maakt u kopieën in zwart-wit. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of zwart-wit, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCenter­software).
Colour Start
Met deze toets start u het verzenden van faxen of maakt u kopieën in kleur. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of zwart-wit, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCenter­software).
4 Stop/Exit
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of het menu gesloten.
5 Kiestoetsen
Deze toetsen gebruikt u om telefoon- en faxnummers te kiezen en om informatie in de machine in te voeren.
6
Algemene informatie
54
2
6
3
1
6 Menutoetsen:
Volumetoetsen
d c
Wanneer de machine niet in gebruik is, kunt u op deze toetsen drukken om het belvolume aan te passen.
Snelkiezen -toets
Hiermee kunt u nummers in het geheugen opzoeken en kiezen en in het geheugen opslaan.
d of c
Druk op d of c om het geselecteerde deel op het LCD-scherm naar links of rechts te verplaatsen.
a of b
Druk op a of b om door de menu's en opties te bladeren.
Menu
Hiermee opent u het hoofdmenu.
Clear
Druk op deze toets om tekens te wissen of terug te keren naar het vorige menu.
OK
Hiermee kunt u een instelling kiezen.
7 LCD (Liquid Crystal Display)
Op het LCD-scherm worden meldingen weergegeven die u helpen bij de configuratie en het gebruik van uw machine.
8
Hiermee zet u de machine aan en uit.
Druk op om de machine aan te zetten.
Houd ingedrukt om de machine uit te zetten. Op het LCD-scherm wordt enkele
seconden Afsluiten weergegeven en wordt dan uitgeschakeld.
Als u een extern telefoontoestel of antwoordapparaat op de machine hebt aangesloten, blijft dit te allen tijde beschikbaar.
Wanneer u de machine met de knop uitgeschakeld hebt, wordt de printkop toch
periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit te handhaven. Om een lange levensduur van de printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk met de inkt om te gaan en een goede afdrukkwaliteit te behouden, dient u de machine te allen tijde aangesloten te laten op een stroombron.
7
Hoofdstuk 1
Aanduidingen op het LCD­scherm 1
Op het LCD-scherm wordt de huidige status van de machine weergegeven wanneer deze niet wordt gebruikt.
1
432
1 Status draadloze verbinding
Een indicator met vier niveaus geeft de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk aan indien u dat gebruikt.

Standaardhandelingen 1

In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een instelling in de machine wijzigt. In dit voorbeeld wordt de ontvangstmodusinstelling gewijzigd van Alleen fax in Fax/Telefoon.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmodus te
selecteren.
0Max
2 Huidige ontvangstmodus
Toont de huidige ontvangstmodus.
Fax (Alleen Fax)F/T (Fax/Telefoon)Ant (Extern antwoordapparaat)Hnd (Handmatig)
3 Geheugenstatus
Hier ziet u hoeveel geheugen nog beschikbaar is op de machine.
4 Inktindicator
Hieraan kunt u zien hoeveel inkt beschikbaar is.
Het waarschuwingspictogram wordt weergegeven als er een fout- of
onderhoudsmelding is. Zie Foutmeldingen uu pagina 55 voor meer informatie.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Fax/Telefoon te
selecteren.
Druk op OK. U kunt de huidige instelling op het LCD-
scherm zien:
e Druk op Stop/Exit.
8
Algemene informatie

Volume-instellingen 1

Belvolume 1

U kunt uit een aantal belvolume-niveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
Wanneer de machine niet in gebruik is, drukt u op d of c om het volumeniveau aan te
passen. Op het LCD-scherm wordt de huidige instelling weergegeven, en met iedere druk op een van de knoppen gaat het volume één niveau omhoog of omlaag. De machine behoudt de nieuwe standaardinstelling totdat u deze wijzigt.
U kunt het volume ook als volgt via het menu wijzigen:
Het belvolume instellen via het menu 1
a Druk op Menu.

Volume van de waarschuwingstoon 1

1
Wanneer de waarschuwingstoon is ingeschakeld, geeft de machine een geluidssignaal als u een toets indrukt, een vergissing maakt of als u een fax hebt verzonden of ontvangen.
U kunt uit een aantal volumeniveaus voor de waarschuwingstoon kiezen, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Waarsch.toon te
selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Belvolume te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Exit.
e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren. Druk op OK.
f Druk op Stop/Exit.

Luidsprekervolume 1

U kunt uit een aantal luidsprekervolume­niveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Luidspreker te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Exit.
9
Hoofdstuk 1

LCD-scherm 1

De helderheid van de achtergrondverlichting instellen 1

Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen, kunt u de helderheidsinstelling wijzigen.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD-instell. te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Schermverlicht te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Licht, Half of
Donker te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Exit.
10
2
Opmerking

Papier laden 2

Papier en andere afdrukmedia laden

Laad slechts één papierformaat en één papiersoort tegelijk in de papierlade.
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun (2) naar binnen.
b Open het deksel van de uitvoerlade (1).
2
1
2
c Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en vervolgens de papiergeleider voor de lengte (2) met beide handen voorzichtig in en stel deze geleiders af op het papierformaat. Zorg dat de driehoekjes (3) op de papiergeleiders voor de breedte (1) en op de papiergeleider voor de lengte (2) naar de markeringen voor het gebruikte papierformaat wijzen.
1
1
2
3
2
3
11
Hoofdstuk 2
Opmerking
BELANGRIJK
Opmerking
d Blader de stapel papier goed door om te
voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Controleer altijd of het papier niet is omgekruld of gekreukt.
Wanneer er slechts enkele vellen in de papierlade liggen, kan het gebeuren dat papier scheef wordt ingevoerd. Plaats minstens 10 vellen papier in de papierlade.
f Pas de papiergeleiders voor de
breedte (1) voorzichtig met beide handen aan het papierformaat aan. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
1
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt.
g Sluit het deksel van de uitvoerlade.
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de papierinvoer.
12
Papier laden
BELANGRIJK
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
i Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt
u de papiersteun (1) naar buiten tot u een klik hoort en vouwt u vervolgens de papiersteunklep (2) uit.

Enveloppen en briefkaarten laden 2

Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht
tussen 80 en 95 g/m
Voor sommige enveloppen moet u de
marge in de toepassing instellen. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u een groot aantal enveloppen afdrukt.
Gebruik NOOIT de volgende soorten enveloppen, aangezien deze problemen veroorzaken bij de papierinvoer:
• zakachtige enveloppen
• vensterenveloppen
2
.
2
• enveloppen met reliëf (met verhoogd
2
opschrift)
• enveloppen met sluithaken of nietjes
• enveloppen die aan de binnenkant zijn
1
Lijm
voorbedrukt
Enveloppen met dubbele omslagen
Het kan zijn dat u af en toe problemen ondervindt bij de papierinvoer vanwege de dikte, het formaat en de vorm van de omslag van de enveloppen die u gebruikt.
13
Hoofdstuk 2
BELANGRIJK
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat mogelijk voordat u deze plaatst.
Plaats de enveloppen of briefkaarten een voor een in de papierlade als er meerdere enveloppen of briefkaarten tegelijk naar binnen worden getrokken.
b Plaats de enveloppen of briefkaarten
met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de envelop) eerst, zoals aangegeven in de illustratie. Druk de papiergeleiders voor de breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) met beide handen voorzichtig in en stel deze geleiders af op het formaat van de enveloppen of briefkaarten.
1
2
14
Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen met de omslag aan de korte kant, kunt u het volgende proberen:
a Open de omslag van de envelop.
Papier laden
2
b Leg de envelop in de papierlade met de
adreszijde naar beneden en de omslag in de positie zoals aangegeven in de illustratie.
2
c Selecteer Ondersteboven afdrukken
in het dialoogvenster van de printerdriver en wijzig het formaat en de marge in de toepassing. uuSoftwarehandleiding: Afdrukken
(Windows
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh)
®
)
15
Hoofdstuk 2
Opmerking
3
4
1
2
3
4
1
2

Afdrukgebied 2

Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De machine kan afdrukken binnen de grijze gedeelten van losse vellen papier wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar en ingeschakeld is.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken (Windows uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh)
Losse vellen Enveloppen
®
)
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm Enveloppen 22 mm 22 mm 3 mm 3 mm
Zonder Marges is niet beschikbaar voor enveloppen.
16
Papier laden
Opmerking

Papierinstellingen 2

Papiersoort 2

Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de machine in op het type papier dat u gebruikt.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Normaal papier,
Inkjet papier, Brother BP71, Brother BP61, Glossy anders of Transparanten te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Exit.

Papierformaat 2

U kunt kiezen uit vier papierformaten voor kopiëren: A4, A5, Letter en 10 × 15 cm. Voor het afdrukken van faxen hebt u de keuze uit twee formaten: A4 en Letter. Wanneer u papier van een ander formaat in de machine plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat wijzigen zodat uw machine een binnenkomende fax passend op het vel papier kan afdrukken.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om A4, A5, 10x15cm of
Letter te selecteren.
Druk op OK.
2
Het papier wordt met de bedrukte zijde naar boven op de uitvoerlade aan de voorkant van de machine uitgeworpen. Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
e Druk op Stop/Exit.
17
Hoofdstuk 2

Geschikt papier en andere afdrukmedia

De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit voor de gekozen instellingen te realiseren, moet u de papiersoort altijd instellen op het type papier dat in de lade is geplaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste resultaten.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten of glanzend papier, moeten op het tabblad ‘Normaal’ van de printerdriver of voor de instelling Papiersoort in het menu altijd de juiste afdrukmedia zijn geselecteerd. (Zie Papiersoort uu pagina 17.)

Aanbevolen afdrukmedia 2

2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brother-papier te gebruiken. (Zie de onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voordat u grote hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA A4 Glanzend Foto BP71GA4 A4 Inkjet (Mat) BP60MA 10 × 15 cm Glanzend Foto BP71GP
Wanneer u afdrukt op fotopapier van
Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
Plaats één extra vel in de papierlade
wanneer u op transparanten afdrukt.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier vlak na het afdrukken niet aan; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
18
Papier laden
BELANGRIJK
1
1

Omgaan met en gebruik van afdrukmedia 2

Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en uit de buurt van vocht, direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt. Plaats fotopapier met de glimmende zijde naar beneden.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan; deze absorberen snel water en transpiratievocht, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit. Transparanten die voor laserprinters en
-kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen vlekken op het volgende document veroorzaken. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
Papiercapaciteit van het deksel van de papieruitvoerlade
Maximaal 50 vellen A4-papier van 80 g/m2.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten en fotopapier vel voor vel van het deksel van de uitvoerlade worden verwijderd.
2
2
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
• papier dat beschadigd, gekruld of gekreukt is of een onregelmatige vorm heeft
1 Papier dat 2 mm of meer is
omgekruld, kan vastlopen.
• hoogglanzend of erg gestructureerd papier
• papier dat niet netjes kan worden gestapeld
• papier met een breedlopende vezel
19
Hoofdstuk 2

De juiste afdrukmedia selecteren 2

Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Faxen Kopiëren Printer
Losse vellen A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja
Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja Ja Executive 184 × 267 mm Ja JIS B5 182 × 257 mm Gebruiker-
gedefinieerd A5 148 × 210 mm Ja Ja A6 105 × 148 mm Ja
Kaarten 10 × 15 cm Ja Ja
13 × 18 cm Ja 127 × 203 mm Ja
Briefkaart 1 100 × 148 mm Gebruiker-
gedefinieerd Briefkaart 2
(Dubbel)
Enveloppen C5-Envelop 162 × 229 mm Ja
DL-Envelop 110 × 220 mm Ja COM-10 105 × 241 mm Ja Monarch 98 × 191 mm Ja Y4-Envelop 105 × 235 mm Gebruiker-
Transparanten A4 210 × 297 mm Ja Ja
Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja A5 148 × 210 mm Ja Ja
148 × 200 mm Gebruiker-
gedefinieerd
gedefinieerd
20
Papier laden
Gewicht, dikte en capaciteit van papier 2
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal
vellen
Losse vellen
Normaal papier
Inkjetpapier
Glanzend papier
Kaarten Fotokaart
Indexkaart
Briefkaart
Enveloppen
64 tot 120 g/m
64 tot 200 g/m
Max. 220 g/m
Max. 220 g/m
Max. 120 g/m
Max. 200 g/m
75 tot 95 g/m
2
2
2
2
2
2
2
0,08 tot 0,15 mm
0,08 tot 0,25 mm 20
Max. 0,25 mm
Max. 0,25 mm
Max. 0,15 mm 30
Max. 0,25 mm 30
Max. 0,52 mm 10
Transparanten 10
1
Maximaal 100 vellen papier van 80 g/m2.
2
BP71-papier van 260 g/m2 is speciaal bedoeld voor inkjetmachines van Brother.
100
20
20
1
2
2
2
21
3
BELANGRIJK

Documenten laden 3

Documenten laden 3

U kunt via de ADF (automatische documentinvoer) en via de glasplaat een fax versturen, kopieën maken en scannen.

De ADF gebruiken 3

De ADF heeft een capaciteit van maximaal 15 vellen Gebruik papier met een gewicht van 90 g/m
en waaier de stapel altijd los voordat u het papier in de ADF plaatst.
1
De ADF kan maximaal 20 dakpansgewijs geplaatste pagina's bevatten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Temperatuur: 20 - 26 °C Vochtigheid: 40 - 50% (niet condenserend)
Papier: XEROX4200 75 g/m
Documentformaten en -gewichten 3
Lengte: 148 tot 355,6 mm Breedte: 148 tot 215,9 mm Gewicht:
1
en voert het papier vel voor vel in.
2
2
64 tot 90 g/m
a Vouw de ADF-documentsteun (1) en de
ADF-documentsteunklep (2) uit.
2
1
2
b Blader de stapel papier goed door. c Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van uw documenten. Stapel de pagina's van de documenten dakpansgewijs en plaats deze met de
bedrukte zijde naar beneden en de bovenrand eerst in de ADF onder de
papiergeleiders, totdat u voelt dat ze de invoerrollen raken. Op het scherm wordt ADF gereed weergegeven.
Documenten laden 3
• Trek NIET aan het document als het wordt ingevoerd.
• Gebruik GEEN papier dat is omgekruld, gekreukeld, gevouwen, gescheurd, geniet of dat is vastgemaakt met nietjes, lijm of plakband.
• Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
Zorg dat met inkt geschreven documenten en documenten die met correctievloeistof zijn gewijzigd, volledig droog zijn.
22
1
Loading...
+ 81 hidden pages