DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG
PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR.
INFORMATIE OVER GOEDKEURING
Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin
het oorspronkelijk werd aangekocht en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op
openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
I
II
EC Conformiteitsverklaring voor Facsimilemachines onder de richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries Ltd.,
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku,
Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Corporation (Asia) Ltd.,
Brother Buji Nan Ling Factory,
Golden Garden Ind., Nan Ling Village,
Buji, Rong Gang, Shenzen, China
Verklaren hierbij dat:
Omschrijving van product: Facsimilemachines
Type: Groep 3 Laser
Modelnaam: MFC-9880
Voldoen aan de bepalingen in richtlijn R & TTE (1999/5/EC) en wij verklaren te voldoen aan de
volgende normen:
Jaar waarin CE-certificatie voor het eerst was toegekend: 2001
Uitgegeven door: Brother Industries, Ltd.
Datum: 18 July 2001
Plaats: Nagoya, Japan
III
Over deze handleiding
Dank u voor de aanschaf van een Brother-machine.
Dit apparaat is zo ontwikkeld, dat het eenvoudig te bedienen is. Op het LCD-scherm verschijnen
prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar
minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies
van het apparaat.
Het apparaat is tevens voorzien van een Reports-toets. Druk op Reports en 1 om
een overzicht af te drukken van de meest elementaire stappen en functies.
Informatie opzoeken
De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave. Informatie over
specifieke kenmerken of functies kan worden opgezocht in de index achter in deze handleiding. In
deze handleiding zult u verder nog symbolen tegenkomen die u attenderen op belangrijke informatie,
verwijzingen en waarschuwingen. Hier en daar zijn ook LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk
wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken.
In deze handleiding gebruikte symbolen
Opmerking of extra informatie.
Als u de aanbevelingen niet opvolgt, kan de machine worden beschadigd of
zal zij niet naar behoren werken.
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen
om te voorkomen dat u zich verwondt.
IV
Gebruikersvriendelijk
programmeren
We hebben in uw Multifunction Center een functie voor programmeren op het scherm ingebouwd.
Programmeren op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van dit apparaat optimaal
te benutten.
Tijdens het programmeren van uw faxmachine verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap
meldingen die u door de programmeringsprocedure leiden. U volgt gewoon de instructies op het
LCD-scherm; ze helpen u de juiste functiemenu’s, programmeringsopties en instellingen te
selecteren. U kunt instellingen echter sneller maken door te drukken op de toets
betreffende menunummer met behulp van de kiestoetsen in te voeren.
Raadpleeg voor een complete lijst van de functies, opties en instellingen.
Menu en het
V
Inhoudsopgave
Over deze handleiding
Gebruikersvriendelijk programmeren
Eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de
ingebruikneming van de machine
Volg deze eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de machine.
Raadpleeg voordat u deze stappen uitvoert echter eerst de belangrijke veiligheidsinformatie
(pagina 157), de tips bij de voorbereiding en de beknopte gebruiksaanwijzing (pagina 5).
Raadpleeg NORMAAL GEBRUIK en GEAVANCEERD GEBRUIK voor nadere informatie.
1 De installatiehandleiding lezen
Volg voor het instellen van de machine Brother’s instructies in de installatiehandleiding.
2 Het document plaatsen
U kunt het document dat u wilt faxen of kopiëren via de automatische documenteninvoer of via
de glasplaat scannen.
De automatische documenteninvoer gebruiken
U kunt maximaal 50 pagina’s in de automatische documenteninvoer plaatsen, die één voor één in
de machine worden ingevoerd. Gebruik altijd standaardpapier (75g/m
documenteninvoer gebruikt. Schud de stapel papier altijd goed los voor u hem in de
documenteninvoer plaatst.
Aanbevolen omgeving
Temperatuur: 20-30˚C
Vochtigheid: 50%-70%
Gebruik GEEN omgekrulde, verkreukelde, gevouwen of gescheurde
documenten en ook geen documenten met nietjes, paperclips, lijm,
correctievloeistof of plakband. Gebruik ook GEEN karton, krantenpapier
of stof. (De glasplaat gebruiken, pagina 3 als u een dergelijk document
wilt kopiëren of scannen.)
■ Zorg dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn.
■ De documenten moeten een afmeting hebben van minimaal 14.7 en maximaal 21.6 cm breed
en minimaal 12.7 tot maximaal 35.6 cm lang.
1
Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar boven en de bovenste rand eerst.
2
Stel de papiergeleiders af op de breedte van de documenten.
2
) als u de automatische
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 1
3
Plaats de pagina’s zo in de automatische documenteninvoer, dat ze elkaar lichtjes overlappen.
Plaats ze diep genoeg in de invoer, totdat ze de invoerrol raken.
Documenten met bedrukte
zijde naar boven in
autom. doc.invoer
Documentenopvang
4
Trek de documentenopvang uit.
Documentenopvang
Als er meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd, kunt u proberen om het
papier glad te strijken, het vel voor vel invoeren of de glasplaat gebruiken.
2
De glasplaat gebruiken
Als u documenten wilt scannen via de glasplaat, moet de automatische documenteninvoer leeg
zijn.
Documenten met
bedrukte zijde
naar beneden op
glasplaat
1
Til het documentdeksel op.
2
Gebruik de documentgeleiders links op de glasplaat om het document gecentreerd en met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat te plaatsen.
3
Sluit het documentdeksel.
Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het
documentdeksel dan nooit dichtvallen en druk niet op het deksel. Dit kan
de glasplaat namelijk beschadigen.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 3
3 Faxen verzenden via de automatische documenteninvoer
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer.
2
Voer het faxnummer in en druk op Fax Start.
4 Faxen verzenden via de glasplaat
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
2
Voer het faxnummer in en druk op Fax Start. De machine begint de eerste pagina te scannen.
3
Als u slechts één pagina verzendt, gaat u naar stap 5
—of—ga naar stap 4 als u meerdere pagina’s
verzendt.
GEHEUG. #001 99%
VOLGEND:DRUK SET
KIES:DRUK START
4
Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk op Set. De machine begint te scannen.
(Herhaal stap 4 voor alle volgende pagina’s.)
5
Druk op Fax Start. De machine zal nu het ingevoerde faxnummer kiezen.
5Eén kopie maken
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer
of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
2
Druk op Copy.
Als u het kopiëren wilt stoppen en het origineel wilt vrijgeven, drukt u op
Stop/Exit. (Zie Kopiëren, pagina 56.)
6 Meerdere kopieën maken (met de automatische documenteninvoer)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer.
2
Voer met behulp van de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk
bijvoorbeeld op 3, 8 als u 38 kopieën wilt maken.
3
Druk op Copy.
4
Tips voor de Voorbereiding en Beknopte
Gebruiksaanwijzing
Een geschikte plaats kiezen
Zet het apparaat op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingsvrije
plaats. Plaats het apparaat in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard
stopcontact.
Zet de machine niet op een plaats waar men er tegen kan stoten. Plaats het
apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, radiatoren,
airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten. Zorg dat de machine niet
wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een
wandschakelaar of een automatische timer; bij een stroomonderbreking
kunnen de gegevens in het geheugen van de machine namelijk verloren
gaan. Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat op dezelfde
stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de
stroomtoevoer kan verstoren. Vermijd bronnen die storingen kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations van draadloze
telefoons. Zorg dat de luchtstroom van de ventilator aan de rechterkant van
de machine niet kan worden belemmerd.
• Nooit niet-geïsoleerde telefoonbedrading of aansluitpunten aanraken,
tenzij de telefoonlijn bij de stekker is ontkoppeld.
• Het gebruik van telefoons (m.u.v. draadloze telefoons) tijdens onweer
vermijden; bliksem kan namelijk elektrische schokken veroorzaken.
• Als u een gaslek wilt rapporteren, gebruik dan nooit een telefoon in de
buurt van dat gaslek.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 5
Het netsnoer aansluiten
• Deze machine moet worden voorzien van een geaarde stekker.
• Aangezien de machine via het netsnoer wordt geaard, kunt u uzelf tegen
mogelijke elektrische gevaren beschermen door tijdens het aansluiten op
een telefoonlijn de stroom van het apparaat aan te laten staan. Wanneer
het apparaat moet worden verplaatst, beschermt u uzelf door eerst de
telefoonlijn af te sluiten en pas daarna de stekker uit het stopcontact te
halen.
BELANGRIJK:
Als u de voorgevormde stekker moet verwijderen om een gepast type te
monteren, moet u de voorgevormde stekker na het lossnijden onmiddellijk
wegwerpen, zodat hij niet per ongeluk in een stroomvoerend stopcontact
kan worden gestoken, waarbij elektrocutiegevaar ontstaat. De kleuren van
de draden in de hoofdbedrading van dit toestel betekenen het volgende:
• Groen-en-geel: Aarding
• Blauw: Neutraal
• Bruin: Spanning
Omdat de kleur van de draden in de hoofdbedrading van dit toestel mogelijk
niet overeenkomt met de kleur van de aansluitpunten in uw stekker, gaat u
als volgt te werk:
De draad met groen-en-gele kleur moet worden aangesloten op het
aansluitpunt in de stekker dat gemarkeerd is met de letter “E” of met het
veiligheidssymbool voor aarding, of met een groene of groen-en-gele
kleur.
De blauwe draad moet worden aangesloten op het punt dat gemarkeerd is
met de letter “N” of een zwarte kleur.
De bruine draad moet worden aangesloten op het punt dat gemarkeerd is
met de letter “L” of een rode kleur.
6
Opslag in geheugen
Alle instellingen in de menu’s zijn permanent opgeslagen en blijven bij een eventuele stroomstoring
bewaard, behalve de instellingen die alleen voor de volgende te versturen fax gelden (bijvoorbeeld
contrast, internationaal).
Aansluiting op meerdere lijnen (centrale)
De meeste kantoren maken gebruik van een eigen telefooncentrale (Private Automatic Branch
Exchange = automatische telefooncentrale of PBX). Het is echter verstandig om voor uw
faxmachine een afzonderlijke lijn te gebruiken. De machine kan dan continu in de ontvangststand
(ALLEEN FAX) blijven staan, zodat zij dag en nacht faxberichten kan ontvangen.
Aansluiting op een centrale
1
Het wordt niet gegarandeerd dat het apparaat onder alle omstandigheden naar behoren met
PBX’s zal kunnen werken. Bij problemen dient u zich in eerste instantie te wenden tot het bedrijf
dat uw PBX verzorgt.
2
Als alle inkomende telefoontjes door een telefonist(e) worden beantwoord, is het raadzaam de
stand voor beantwoorden op HANDMATIG in te stellen. Alle inkomende telefoontjes worden
dan in eerste instantie als telefoongesprekken beschouwd.
3
Dit apparaat kan worden gebruikt op lijnen die gebruik maken van tonen of van pulsen.
Aansluiting van een extern antwoordapparaat
Volgorde van aansluiting
Indien gewenst, kan een antwoordapparaat worden aangesloten op de machine. Als u een extern
antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door
het antwoordapparaat. De machine “luistert” naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de
machine het gesprek over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de machine
het gesprek over aan het antwoordapparaat en kan er op normale wijze een bericht worden
ingesproken.
Het antwoordapparaat moet elk gesprek binnen vier keer bellen beantwoorden. U wordt echter
aangeraden om het apparaat in te stellen op twee keer bellen. De machine kan de faxtonen pas
opvangen als het antwoordapparaat het gesprek heeft beantwoord en met vier keer bellen blijven er
slechts 8-10 seconden over voor de aansluitbevestiging. Volg de procedure voor het opnemen van
een uitgaand bericht in deze handleiding nauwkeurig. Het wordt afgeraden om op uw
antwoordapparaat de instelling voor “toll-saver” (bespaarstand voor telefoonkosten) te gebruiken.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Het is belangrijk dat het antwoordapparaat op de lijnaansluiting (de witte
bijgeleverde stekker) wordt aangesloten. Lijnverdubbelaars op de
lijnaansluiting kunnen problemen veroorzaken met het beantwoorden en
worden daarom afgeraden.
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 7
Aansluitingen
1
Een extern antwoordapparaat moet als volgt op uw faxmachine worden aangesloten.
Nederland
België
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
2
Stel uw antwoordapparaat zo in, dat na één of twee keer overgaan wordt opgenomen.
3
Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op (zie volgende pagina).
4
Activeer het antwoordapparaat.
5
Stel de ontvangststand in op ANT:ANTWOORDAPP.. (Zie Ontvangststand: instellingen,
pagina 30.)
Uitgaand bericht van antwoordapparaat
Timing is van essentieel belang wanneer u een uitgaand bericht opneemt. Het bericht bepaalt de
wijze waarop de handmatige en automatische faxontvangst verloopt.
8
1
U wordt aangeraden een bericht van niet meer dan 20 seconden te gebruiken.
2
Neem eerst vijf seconden stilte op
(dit geeft uw faxmachine de gelegenheid om eerst de kiestoon te horen, zodat de ontvangst
sneller verloopt).
3
U wordt aangeraden om aan het einde van het uitgaande bericht de code voor activeren op
afstand te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld:
“Na de toon kunt u een bericht inspreken of op 51 drukken om een fax te sturen”.
Houd er rekening mee dat sommige handmatig verzonden faxen niet automatisch kunnen worden
ontvangen. Dit komt omdat de verzendende faxmachine dan geen faxtonen doorgeeft. Daarom is het
raadzaam altijd uw code voor activeren op afstand te vermelden.
Een extern of tweede toestel aansluiten
U kunt desgewenst een apart telefoontoestel op de machine aansluiten, zoals hieronder staat afgebeeld.
Nederland
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
België
Tweede
toestel
Extern
toestel
Extern
toestel
Extern
toestel
Tweede
toestel
Tweede
toestel
Tweede
toestel
Wanneer dit externe toestel in gebruik is, staat op het LCD-scherm de melding TELEFOON.
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 9
Overzicht van het bedieningspaneel
1
Directkiestoetsen
1
3
2
4
Met deze 16 toetsen krijgt u toegang tot
32 vooraf geprogrammeerde
telefoonnummers.
Reports
2
Deze toets geeft u toegang tot het menu
Rapporten, waar u kunt selecteren welk
rapport wordt afgedrukt: Help, Kieslijst,
Journaal, Verzendrapport,
Systeeminstellingen en Bestelformulier.
Broadcast
3
Gebruik deze toets als u één fax naar
verschillende bestemmingen wilt
verzenden (maximaal 182 locaties
tegelijkertijd).
Shift
4
Met deze toets kunnen de
directkiestoetsen “17” t/m “32” worden
gebruikt.
LCD-scherm
5
Op het LCD-scherm verschijnen
meldingen die u helpen bij de
programmering en de bediening van de
machine.
Tonerlampje
6
Als de toner bijna op is, gaat dit
waarschuwingslampje knipperen ter
aanduiding dat de tonercartridge moet
worden vervangen. Als het lampje blijft
branden, is de toner op en kunt u niet
meer afdrukken.
6
7
5
9
8
10
1114
Resolutielampjes
7
12
3
2
1
5
4
7
6
9
8
0
13
Deze lampjes geven aan welke resolutie
geselecteerd is.
Resolution
8
Met deze toets kunt u de resolutie van
een te verzenden fax instellen.
Programmeertoetsen:
9
Menu
Met deze toets krijgt u toegang tot de
functies en de programmeerstand.
(Pijl links)
Met deze toets beweegt u de cursor op
het LCD-scherm naar links of gaat u naar
de vorige functie/menuoptie.
Set
Deze toets wordt gebruikt om een
instelling op te slaan.
(Pijl rechts)
Met deze toets beweegt u de cursor op
het LCD-scherm naar rechts of gaat u
naar de volgende functie/menuoptie.
Clear
Wist ingevoerde gegevens of loopt stap
voor stap achteruit door het functiemenu.
Afdruktoetsen
0
Reset
Wist gegevens uit het printergeheugen.
10
Scantoetsen:
A
Scan to E-mail
Druk op deze toets om een origineel naar
uw e-mailtoepassing te scannen. Het
origineel wordt dan automatisch in een
bijlage omgezet, die u met een emailbericht kunt versturen.
Scan to Image
Met een druk op deze toets kunt u een
plaatje naar uw grafische toepassing
scannen en het daar bekijken en
bewerken.
Scan to OCR
Druk op deze toets om een
tekstdocument te scannen. ScanSoft
TextBridge
tekst die bewerkt kan worden. De tekst
wordt in uw tekstverwerker
weergegeven, waar u hem kunt
bewerken.
Kiestoetsen
B
Met deze toetsen worden telefoon- en
faxnummers gekozen. Deze toetsen
worden tevens gebruikt om informatie in
de machine in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een
telefoongesprek schakelen tussen
“PULS” en “TOON”.
®
converteert het dan naar
Kopieertoetsen:
C
(alleen voor de volgende kopie)
Enlarge/Reduce
Hiermee selecteert u een vergrotings/verkleiningspercentage: 25%, 50%,
71%, 100%, 141%, 150%, 200%, 400%.
Voor andere percentages selecteert u
HND. en gebruikt u de kiestoetsen om
een percentage te kiezen tussen 25% en
400%.
Contrast
Met deze toets kunt u het contrast
tijdelijk wijzigen.
™
Options
Hiermee kunt u snel en gemakkelijk
tijdelijke instellingen selecteren.
Clear Settings
Hiermee stelt u de tijdelijke
kopieerinstellingen terug op de
standaardgebruikersinstellingen. Druk
op deze toets als u niet 45 seconden wilt
wachten totdat de tijdelijke instellingen
automatisch worden gewist.
Copy
Met deze toets worden kopieën gemaakt.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 11
Fax- en telefoontoetsen:
D
Search/Speed Dial
Met deze toets kunt u namen en
nummers opzoeken die in het
kiesgeheugen zijn opgeslagen. Met een
druk op deze toets, gevolgd door # en
een tweecijferig nummer, kunt u ook in
het kiesgeheugen opgeslagen nummers
kiezen.
Receive Mode
Met deze toets kunt u specificeren hoe de
machine inkomende telefoontjes moet
beantwoorden.
Redial/Pause
Met een druk op deze toets wordt het
laatst gekozen nummer opnieuw
gekozen. Deze toets wordt tevens
gebruikt voor het invoegen van een
pauze in automatisch te kiezen nummers.
Tel/R (Telefoon/Recall)
Als u in de stand F/T het dubbele
belsignaal hoort en u het telefoontje op
een extern toestel hebt aangenomen,
kunt u na een druk op deze toets met de
persoon aan de andere kant van de lijn
spreken. Deze toets wordt tevens
gebruikt om toegang te krijgen tot een
buitenlijn en/of om de telefoniste op te
roepen of om een telefoontje over te
zetten naar een ander toestel dat ook op
de PBX is aangesloten.
Stop/Exit
Met een druk op deze toets wordt een
faxtransmissie gestopt, een bewerking
geannuleerd of de programmeerstand
afgesloten.
Fax Start
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking begonnen (zoals het
verzenden van een fax).
12
Programmeerstand gebruiken
Nadat u op Menu hebt gedrukt, zijn de volgende opties beschikbaar.
Druk op 1 voor het algemene instelmenu—of—druk op 2 voor het faxmenu—of—druk op 3 voor
het kopieermenu—of—druk op 4 voor het printermenu.
Als u de programmeerstand hebt geopend, geeft de machine eerst een lijst van menu’s van het eerste
niveau weer. De bijbehorende menuopties verschijnen achter elkaar op het LCD-scherm. Zodra de
gewenste optie op het LCD-scherm staat, selecteert u deze door op Set te drukken.
Druk op om sneller door de menuniveaus te bladeren en accepteer een optie door op Set te
drukken. (Gebruik om achteruit door de menu’s te bladeren als u per ongeluk te ver bent gegaan
of als dit toetsaanslagen bespaart. U kunt beide pijltoetsen gebruiken om vooruit of achteruit door
de beschikbare opties te bladeren.)
Nadat u een optie hebt geaccepteerd, wordt op het LCD-scherm de melding GEACCEPTEERD
weergegeven.
Druk op Stop/Exit om de programmeerstand af te sluiten.
Als u deze functie
activeert, gaat uw
tonercartridge langer
mee.
Met deze functie
schakelt u de
stroombespaarstand in
en uit.
Met deze functie stelt u
in na hoeveel tijd de
machine overschakelt
naar de slaapstand.
Hiermee selecteert u de
kiesstand.22
Hiermee kunt u de
meldingen op het LCDscherm in een andere
taal weergeven.
)
F/T Aantal keren dat de
bel van de machine in de
stand Fax/Tel of Fax
overgaat voordat wordt
opgenomen.
F/T Met deze functie
bepaalt u hoe lang de
telefoon in de stand
Fax/Tel met een dubbele
bel overgaat om u te
waarschuwen dat het
een normaal telefoontje
is.
Met deze functie kunnen
faxberichten worden
ontvangen zonder dat u
op Fax Start hoeft te
drukken.
De machine vanaf een
externe locatie activeren
of desactiveren. U kunt
deze codes desgewenst
wijzigen.
Met deze functie wordt
een afdruk verkleind,
zodat hij op 1 pagina
past.
Als u deze functie
activeert en het papier in
de faxmachine op is,
worden de faxberichten
automatisch in het
geheugen opgeslagen.
Met deze functie kunt u
een andere faxmachine
bellen en daar een
faxbericht opvragen
(pollen).
Met deze functie kunt u
de helderheid bijstellen
van een faxbericht dat u
gaat verzenden.
Hiermee wijzigt u de
standaardinstelling van
de faxresolutie.
Met deze functie kunt u
—
—
uw apparaat instellen
om de documenten op
een later tijdstip te
verzenden.
Met deze functie
verzendt u alle
uitgestelde faxen
tegelijkertijd in één
transmissie naar
hetzelfde faxnummer.
Als het geheugen vol is,
kunt u faxberichten
direct (real time)
verzenden.
Hiermee stelt u Verzend
Pollen in, zodat iemand
op uw machine een fax
kan opvragen.
Met deze functie kunt u
het apparaat zo instellen,
dat met elk faxbericht
automatisch een door u
geprogrammeerd
voorblad wordt
verzonden. Ook kunt u
hiermee een voorbeeld
van het voorblad
afdrukken.
Met deze functie kunt u
een op het voorblad af te
drukken opmerking
invoeren.
Hebt u problemen met
internationale verzending,
zet de internationale stand
dan AAN.
Hiermee worden
nummers in het
geheugen opgeslagen,
die vervolgens met een
druk op slechts één toets
kunnen worden
gekozen.
Slaat nummers in het
geheugen op, zodat ze
met een druk op slechts
vier toetsen gekozen
kunnen worden.
Een groep voor het
groepsverzenden
instellen.
Hier stelt u in wanneer
het verzendrapport en
het journaal worden
afgedrukt.
Hiermee stelt u de
machine in op het naar
een ander nummer
doorsturen van faxen.
Inkomende faxen in het
geheugen opslaan zodat
ze naar een ander
nummer kunnen worden
doorgestuurd of van een
andere locatie kunnen
worden opgevraagd.
in die moet worden
ingevoerd om uw
faxberichten vanaf een
andere locatie op te
vragen.
Met deze functie wordt
een afdruk gemaakt van
de in het geheugen
opgeslagen
faxberichten.
Met deze functie wordt
het uitgesteld verzenden
van een faxbericht (met
de tijdklok) of het pollen
geannuleerd. Ook kunt u
met deze functie
controleren welke taken
er nog in het geheugen
zitten.
Hiermee worden de
meeste functies
geblokkeerd, behalve
ontvangst in het
geheugen.
Selecteer AAN als u de
optionele papierbak wilt
gebruiken en geef aan
welke cassette u voor
ontvangen faxen of
kopieën wilt gebruiken.
Met deze functie kunt u
op het scherm
controleren hoe lang de
drum nog meegaat.
Hiermee selecteert u de
resolutie voor het
kopiëren.
Om aan te geven welke
papiersoort in de
papiercassette wordt
gebruikt.
Hiermee kan een afdruk
worden gemaakt van
alle interne fonts.
Met deze functie wordt
een overzicht gegeven
van de
printerinstellingen en status.
Hiermee kunt u alle
tijdelijke en
standaardinstellingen
van de printer
terugstellen op de
fabrieksinstelling.
154
44
22
64
64
70
70
70
* De fabrieksinstelling staat vetgedrukt.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 17
1
Installatie
Eerste instellingen
Datum en tijd instellen
De machine geeft de datum en de tijd weer en deze gegevens worden afgedrukt op elke fax die u
verzendt.
Als de stroom uitvalt, zal de machine de datum en de tijd enkele uren lang bijhouden. Alle andere
instellingen blijven bewaard.
1
Druk op Menu, 1, 1.
2
Toets de twee cijfers van het jaartal in en druk op Set. “02” wordt in deze machine geregistreerd
als 2002.
3
Voer twee cijfers voor de maand in en druk op Set.
4
Voer twee cijfers voor de dag in en druk op Set.
5
Voer de tijd in 24-uurs formaat in en druk op Set.
6
Druk op Stop/Exit.
De stations-ID instellen
Hier kunt u uw naam, faxnummer en telefoonnummer opslaan. De naam en het faxnummer worden
afgedrukt op het voorblad en op elke pagina van de faxberichten die u verzendt. (Het
telefoonnummer wordt alleen op uw voorblad afgedrukt.) (Zie Automatisch voorblad, pagina 39.)
Het is uiterst belangrijk dat de fax- en telefoonnummers in internationaal standaardformaat worden
ingevoerd, m.a.w. precies in onderstaande volgorde:
- Het + (plus) teken (druk op het teken).
- Uw landnummer (bijv. 31 voor Nederland of 32 voor België).
- Uw netnummer zonder de eerste 0 (in Spanje is dit een “9”).
- Een spatie.
- Uw abonneenummer, eventueel met spaties voor de duidelijkheid.
Als uw faxmachine bijvoorbeeld in België is geïnstalleerd, wordt gebruikt voor zowel faxberichten
als telefoongesprekken en uw nationale telefoonnummer 02 444 55 55 is, dan moet uw
stationsidentificatie als volgt worden ingesteld: +32 2 4445555.
1
Druk op Menu, 1, 2.
2
Voer uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk op Set.
3
Voer uw telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk op Set.
4
Raadpleeg het schema voor het invoeren van tekst en voer met de kiestoetsen uw naam in
(maximaal 20 tekens). Als u een spatie wilt invoeren, drukt u tweemaal op .
5
Druk op Set.
6
Druk op Stop/Exit.
18 Hoofdstuk 1
■ Zie Tekst invoeren, pagina 168 voor nadere informatie over het invoeren van
uw naam.
■ Het telefoonnummer dat u invoert, wordt alleen gebruikt voor het voorblad.
■ Als u geen faxnummer invoert, kan er ook geen verdere informatie worden
ingevoerd.
■ Druk eenmaal op om een spatie tussen nummers in te voegen en druk
tweemaal op deze toets om een spatie tussen letters in te voeren.
■ Als uw stations-ID reeds was ingevoerd, wordt u gevraagd of u deze
identificatie wilt wijzigen (1) of dat u wilt afsluiten zonder wijzigingen aan te
brengen (2).
Aangepaste instellingen
Volume-instellingen
Volume van bel
U kunt selecteren hoe luid de bel van de machine overgaat. Het volume van de bel kan desgewenst
zelfs worden uitgeschakeld.
1
Druk op Menu, 1, 3, 1.
2
Druk op of om UIT, LAAG, HALF of HOOG te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
Volume van waarschuwingstoon
Het volume kan worden ingesteld op LAAG, HOOG of UIT. De fabrieksinstelling is LAAG. Als
het volume is ingesteld op LAAG of op HOOG, hoort u een geluidssignaal telkens wanneer u een
toets indrukt, een vergissing maakt en aan het einde van faxtransmissies.
1
Druk op Menu, 1, 3, 2.
2
Druk op of om de gewenste instelling te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
NORMAAL GEBRUIK
Volume van luidspreker
U kunt het volume van de luidspreker van deze machine instellen.
1
Druk op Menu, 1, 3, 3.
2
Druk op of om het volume af te stellen (UIT, LAAG, HALF of HOOG).
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
Installatie 19
PBX en DOORVERBINDEN
Uw faxmachine is in eerste instantie zo ingesteld, dat zij kan worden aangesloten op openbare
telefoonlijnen (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centrale (PBX). Deze faxmachine
kan op de meeste PBX-telefoonsystemen worden aangesloten. De Recall-functie van uw faxmachine
ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall) en privécentrales gebruiken TBR doorgaans om
toegang te geven tot een buitenlijn of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel. U
activeert deze functie met de toets Tel/R. Druk op Tel/R om de verbinding te verbreken.
PBX instellen
Als uw faxmachine is aangesloten op een centrale, moet PBX:AAN worden geselecteerd. Is dit niet
het geval, dan moet deze functie uit staan (UIT).
1
Druk op Menu, 1, 4.
2
Druk op of om AAN of UIT te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
In snelkiesnummers of directkiesnummers kunt u een druk op Tel/R opnemen om
toegang te krijgen tot een buitenlijn. Hiertoe drukt u tijdens het programmeren van
een dergelijk nummer (menu 2-3-1 of 2-3-2) eerst op Tel/R (op het LCD-scherm
verschijnt een !), pas daarna voert u het telefoonnummer in. U hoeft dan niet meer
op Tel/R te drukken als een snelkiesnummer of een directkiesnummer gebruik
maakt van een buitenlijn, de druk op deze toets is immers al in het nummer
geprogrammeerd. (Zie Nummers opslaan om snel te kiezen, pagina 23.)
Als PBX echter is uitgeschakeld (UIT), kunt u geen directkiesnummers of
snelkiesnummers gebruiken waarin een druk op Tel/R is geprogrammeerd.
Zomertijd/wintertijd instellen
Met deze functie zet u de klok snel een uur vooruit of een uur terug.
1
Druk op Menu, 1, 5. Het LCD-scherm geeft het
volgende weer:
2
Druk op of om zomertijd of wintertijd te
selecteren en druk op Set.
3
Druk op 1 om over te schakelen van wintertijd naar zomertijd of andersom of druk op 2 om af
te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.
IN ZOMERTIJD?
KIES,DRUK SET
Tonerbespaarstand
Met deze functie kunt u toner besparen. Als de optie Tonerbespaarstand wordt ingesteld op AAN,
zullen uw afdrukken er lichter uitzien. In de fabriek is optie ingesteld op UIT.
1
Druk op Menu, 1, 6.
2
Druk op of om AAN of UIT te selecteren.
3
Druk op Set.
4
Druk op Stop/Exit.
20 Hoofdstuk 1
Loading...
+ 160 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.