Brother MFC-9880 User Manual [nl]

MFC-9880
GEBRUIKERSHANDLEIDING
DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR.
Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
I
II

EC Conformiteitsverklaring voor Facsimilemachines onder de richtlijn R & TTE

Producent Brother Industries Ltd., 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek Brother Corporation (Asia) Ltd., Brother Buji Nan Ling Factory, Golden Garden Ind., Nan Ling Village, Buji, Rong Gang, Shenzen, China
Verklaren hierbij dat:
Omschrijving van product : Facsimilemachines Type : Groep 3 Laser Modelnaam : MFC-9880
Voldoen aan de bepalingen in richtlijn R & TTE (1999/5/EC) en wij verklaren te voldoen aan de volgende normen:
Veiligheid : EN60950:1992 + A1:1993 + A2:1993 + A3:1995 + A4:1997 +
A11:1997
Elektromagnetische straling : EN55022:1998 Klasse B
EN55024:1998 EN61000-3-2:1995 + A1:1998 + A2:1998 EN61000-3-3:1995
Jaar waarin CE-certificatie voor het eerst was toegekend: 2001
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd. Datum : 18 July 2001 Plaats : Nagoya, Japan
III

Over deze handleiding

Dank u voor de aanschaf van een Brother-machine. Dit apparaat is zo ontwikkeld, dat het eenvoudig te bedienen is. Op het LCD-scherm verschijnen
prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van het apparaat.
Het apparaat is tevens voorzien van een Reports -toets. Druk op Reports en 1 om een overzicht af te drukken van de meest elementaire stappen en functies.

Informatie opzoeken

De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave. Informatie over specifieke kenmerken of functies kan worden opgezocht in de index achter in deze handleiding. In deze handleiding zult u verder nog symbolen tegenkomen die u attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en waarschuwingen. Hier en daar zijn ook LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken.

In deze handleiding gebruikte symbolen

Opmerking of extra informatie.
Als u de aanbevelingen niet opvolgt, kan de machine worden beschadigd of zal zij niet naar behoren werken.
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen om te voorkomen dat u zich verwondt.
IV

Gebruikersvriendelijk programmeren

We hebben in uw Multifunction Center een functie voor programmeren op het scherm ingebouwd. Programmeren op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van dit apparaat optimaal te benutten.
Tijdens het programmeren van uw faxmachine verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap meldingen die u door de programmeringsprocedure leiden. U volgt gewoon de instructies op het LCD-scherm; ze helpen u de juiste functiemenus, programmeringsopties en instellingen te selecteren. U kunt instellingen echter sneller maken door te drukken op de toets betreffende menunummer met behulp van de kiestoetsen in te voeren.
Raadpleeg voor een complete lijst van de functies, opties en instellingen.
Menu en het
V

Inhoudsopgave

Over deze handleiding Gebruikersvriendelijk programmeren
Inhoudsopgave...............................................................................VI
VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing
Tips voor de Voorbereiding en Beknopte Gebruiksaanwijzing....... 5
Overzicht van het bedieningspaneel .............................................. 10
NORMAAL GEBRUIK
Hoofdstuk 1 Installatie
Eerste instellingen..........................................................................18
Aangepaste instellingen.................................................................19
Nummers opslaan om snel te kiezen.............................................. 23
Hoofdstuk 2 Een fax verzenden
Het scannen afstellen ..................................................................... 25
Een nummer kiezen........................................................................26
Verzenden......................................................................................28
Hoofdstuk 3 Faxen ontvangen
Ontvangststand: instellingen..........................................................30
Faxen ontvangen............................................................................33
Hoofdstuk 4 Gebruik als telefoon
Telefoongesprekken voeren via een externe telefoon.................... 35
Hoofdstuk 5 Rapporten afdrukken
Het verzendrapport en het journaal instellen.................................37
De toets Reports.............................................................................38
GEAVANCEERD GEBRUIK
Hoofdstuk 6 Geavanceerd verzenden
Geavanceerd gebruik .....................................................................39
Hoofdstuk 7 Geavanceerd ontvangen
Werken met een extern of een tweede toestel................................ 47
Hoofdstuk 8 Pollen
Ontvang Pollen...............................................................................49
Verzend Pollen............................................................................... 51
VI
Hoofdstuk 9 Opties voor afstandsbediening
Fax Opslaan instellen.....................................................................52
Fax Doorzenden .............................................................................52
Op Afstand Opvragen.....................................................................53
KOPIËREN
Hoofdstuk 10 Kopiëren
Basisbewerkingen...........................................................................56
Tijdelijke kopieerinstellingen.........................................................58
De standaardinstellingen wijzigen .................................................63
PRINTER/SCANNER
Hoofdstuk 11 De machine als een printer gebruiken
Speciale printerfuncties..................................................................65
Afdrukken maken vanaf uw pc ......................................................65
Gelijktijdig afdrukken en faxen......................................................69
Functies in het printermenu............................................................70
Geschikt papier...............................................................................71
Hoofdstuk 12 Instellingen van de printerdriver
(alleen bij gebruik van Windows
Brothers printerdriver voor de MFC-9880 gebruiken...................72
Het tabblad Normaal ......................................................................72
Het tabblad Geavanceerd ...............................................................75
Het tabblad Accessoires.................................................................81
Het tabblad Ondersteuning.............................................................83
Het tabblad Algemeen....................................................................84
Het tabblad Indeling.......................................................................84
Het tabblad Papier/Kwaliteit..........................................................85
Geavanceerde opties.......................................................................86
Het tabblad Apparaatinstellingen...................................................87
Hoofdstuk 13 Het Brother Control Center voor Windows
gebruiken (alleen bij gebruik van Windows
Brother Control Center...................................................................88
De scantoetsen met een Windows-pc gebruiken............................89
De toetsen op het bedieningspaneel gebruiken..............................90
Kenmerken van Brother Control Center ........................................91
Naar bestand scannen.....................................................................94
Naar E-mail scannen ......................................................................95
Naar een tekstverwerker scannen...................................................97
De knop Persoonlijke Instellingen .................................................98
Kopiëren.........................................................................................99
Fax verzenden ..............................................................................100
®
)
®
®
)
VII
Hoofdstuk 14 ScanSoft
ScanSoft
PaperPort
TextBridge
®
voor Brother en
®
gebruiken
Hoofdstuk 15 PC-FAX instellen en gebruiken
(alleen bij gebruik van Windows
Inleiding.......................................................................................108
MFC Setup op afstand .................................................................108
Faxen via de pc (alleen bij gebruik van Windows
PC-FAX Ontvangst......................................................................119
®
)
®
)...................109
Hoofdstuk 16 De Brother MFC gebruiken met een New Power
Macintosh
Een Apple
Mac OS 8.5/ 8.5.1/8.6/9.0/9.0.4/9.1 instellen..............................121
De Brother printerdriver gebruiken met uw
®
Apple
Faxen via de Macintosh...............................................................123
De Brother TWAIN scannerdriver gebruiken met uw
®
Apple
®
G3, G4 of iMac
®
Macintosh
Macintosh
Macintosh
®
G3, G4 of iMac
®
.....................................................................121
®
.....................................................................127
/iBook
met USB en
Hoofdstuk 17 Bij gebruik van DOS
ONDERHOUD
Hoofdstuk 18 Problemen oplossen en Onderhoud
Foutmeldingen ............................................................................. 134
Document en papier vastgelopen................................................. 137
De machine inpakken en vervoeren............................................. 145
Regelmatig onderhoud.................................................................147
BELANGRIJKE INFORMATIE
Hoofdstuk 19 Belangrijke veiligheidsinstructies
Belangrijke veiligheidsinstructies................................................157
OPTIONELE ACCESSORIRES
Hoofdstuk 20 Optionele accessoires
Geheugenkaart ............................................................................. 160
Los verkrijgbare papiercassette....................................................163
Netwerkkaart (LAN)....................................................................163
VIII
BIJLAGE
Hoofdstuk 21 Specificaties
Faxspecificaties............................................................................164
Printerspecificaties .......................................................................165
Computervereisten .......................................................................166
Specificaties - elektrisch en omgeving.........................................166
Samenstelling en publicatie..........................................................167
Handelsmerken.............................................................................167
Tekst invoeren..............................................................................168
Omtrent faxmachines ...................................................................169
Verklarende woordenlijst.............................................................170
Index.............................................................................................174
IX

Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing

Eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de machine

Volg deze eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de machine.
Raadpleeg voordat u deze stappen uitvoert echter eerst de belangrijke veiligheidsinformatie (pagina 157), de tips bij de voorbereiding en de beknopte gebruiksaanwijzing (pagina 5).
Raadpleeg NORMAAL GEBRUIK en GEAVANCEERD GEBRUIK voor nadere informatie.
1 De installatiehandleiding lezen
Volg voor het instellen van de machine Brothers instructies in de installatiehandleiding.
2 Het document plaatsen
U kunt het document dat u wilt faxen of kopiëren via de automatische documenteninvoer of via de glasplaat scannen.
De automatische documenteninvoer gebruiken
U kunt maximaal 50 pagina’s in de automatische documenteninvoer plaatsen, die één voor één in de machine worden ingevoerd. Gebruik altijd standaardpapier (75g/m documenteninvoer gebruikt. Schud de stapel papier altijd goed los voor u hem in de documenteninvoer plaatst.
Aanbevolen omgeving
Temperatuur: 20-30˚C Vochtigheid: 50%-70%
Gebruik GEEN omgekrulde, verkreukelde, gevouwen of gescheurde documenten en ook geen documenten met nietjes, paperclips, lijm, correctievloeistof of plakband. Gebruik ook GEEN karton, krantenpapier of stof. (De glasplaat gebruiken, pagina 3 als u een dergelijk document wilt kopiëren of scannen.)
Zorg dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn.
De documenten moeten een afmeting hebben van minimaal 14.7 en maximaal 21.6 cm breed
en minimaal 12.7 tot maximaal 35.6 cm lang.
1
Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar boven en de bovenste rand eerst.
2
Stel de papiergeleiders af op de breedte van de documenten.
2
) als u de automatische
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 1
3
Plaats de paginas zo in de automatische documenteninvoer, dat ze elkaar lichtjes overlappen. Plaats ze diep genoeg in de invoer, totdat ze de invoerrol raken.
Documenten met bedrukte zijde naar boven in autom. doc.invoer
Documentenopvang
4
Trek de documentenopvang uit.
Documentenopvang
Als er meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd, kunt u proberen om het papier glad te strijken, het vel voor vel invoeren of de glasplaat gebruiken.
2
De glasplaat gebruiken
Als u documenten wilt scannen via de glasplaat, moet de automatische documenteninvoer leeg zijn.
Documenten met bedrukte zijde naar beneden op glasplaat
1
Til het documentdeksel op.
2
Gebruik de documentgeleiders links op de glasplaat om het document gecentreerd en met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat te plaatsen.
3
Sluit het documentdeksel.
Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het documentdeksel dan nooit dichtvallen en druk niet op het deksel. Dit kan de glasplaat namelijk beschadigen.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 3
3 Faxen verzenden via de automatische documenteninvoer
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer.
2
Voer het faxnummer in en druk op Fax Start.
4 Faxen verzenden via de glasplaat
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
2
Voer het faxnummer in en druk op Fax Start. De machine begint de eerste pagina te scannen.
3
Als u slechts één pagina verzendt, gaat u naar stap 5ofga naar stap 4 als u meerdere paginas
verzendt.
GEHEUG. #001 99%
VOLGEND:DRUK SET KIES:DRUK START
4
Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk op Set. De machine begint te scannen. (Herhaal stap 4 voor alle volgende paginas.)
5
Druk op Fax Start. De machine zal nu het ingevoerde faxnummer kiezen.
5Eén kopie maken
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
2
Druk op Copy.
Als u het kopiëren wilt stoppen en het origineel wilt vrijgeven, drukt u op
Stop/Exit. (Zie Kopiëren, pagina 56.)
6 Meerdere kopieën maken (met de automatische documenteninvoer)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer.
2
Voer met behulp van de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk bijvoorbeeld op 3, 8 als u 38 kopieën wilt maken.
3
Druk op Copy.
4

Tips voor de Voorbereiding en Beknopte Gebruiksaanwijzing

Een geschikte plaats kiezen

Zet het apparaat op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingsvrije plaats. Plaats het apparaat in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact.
Zet de machine niet op een plaats waar men er tegen kan stoten. Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, radiatoren, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten. Zorg dat de machine niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof. Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of een automatische timer; bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine namelijk verloren gaan. Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren. Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons. Zorg dat de luchtstroom van de ventilator aan de rechterkant van de machine niet kan worden belemmerd.
Nooit niet-geïsoleerde telefoonbedrading of aansluitpunten aanraken, tenzij de telefoonlijn bij de stekker is ontkoppeld.
Het gebruik van telefoons (m.u.v. draadloze telefoons) tijdens onweer vermijden; bliksem kan namelijk elektrische schokken veroorzaken.
Als u een gaslek wilt rapporteren, gebruik dan nooit een telefoon in de buurt van dat gaslek.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 5

Het netsnoer aansluiten

Deze machine moet worden voorzien van een geaarde stekker.
Aangezien de machine via het netsnoer wordt geaard, kunt u uzelf tegen
mogelijke elektrische gevaren beschermen door tijdens het aansluiten op een telefoonlijn de stroom van het apparaat aan te laten staan. Wanneer het apparaat moet worden verplaatst, beschermt u uzelf door eerst de telefoonlijn af te sluiten en pas daarna de stekker uit het stopcontact te halen.
BELANGRIJK: Als u de voorgevormde stekker moet verwijderen om een gepast type te monteren, moet u de voorgevormde stekker na het lossnijden onmiddellijk wegwerpen, zodat hij niet per ongeluk in een stroomvoerend stopcontact kan worden gestoken, waarbij elektrocutiegevaar ontstaat. De kleuren van de draden in de hoofdbedrading van dit toestel betekenen het volgende:
Groen-en-geel : Aarding
Blauw : Neutraal
Bruin : Spanning
Omdat de kleur van de draden in de hoofdbedrading van dit toestel mogelijk niet overeenkomt met de kleur van de aansluitpunten in uw stekker, gaat u als volgt te werk: De draad met groen-en-gele kleur moet worden aangesloten op het aansluitpunt in de stekker dat gemarkeerd is met de letter E of met het veiligheidssymbool voor aarding, of met een groene of groen-en-gele kleur. De blauwe draad moet worden aangesloten op het punt dat gemarkeerd is met de letter N of een zwarte kleur. De bruine draad moet worden aangesloten op het punt dat gemarkeerd is met de letter L of een rode kleur.
6

Opslag in geheugen

Alle instellingen in de menus zijn permanent opgeslagen en blijven bij een eventuele stroomstoring bewaard, behalve de instellingen die alleen voor de volgende te versturen fax gelden (bijvoorbeeld contrast, internationaal).

Aansluiting op meerdere lijnen (centrale)

De meeste kantoren maken gebruik van een eigen telefooncentrale (Private Automatic Branch Exchange = automatische telefooncentrale of PBX). Het is echter verstandig om voor uw faxmachine een afzonderlijke lijn te gebruiken. De machine kan dan continu in de ontvangststand (ALLEEN FAX) blijven staan, zodat zij dag en nacht faxberichten kan ontvangen.
Aansluiting op een centrale
1
Het wordt niet gegarandeerd dat het apparaat onder alle omstandigheden naar behoren met PBXs zal kunnen werken. Bij problemen dient u zich in eerste instantie te wenden tot het bedrijf dat uw PBX verzorgt.
2
Als alle inkomende telefoontjes door een telefonist(e) worden beantwoord, is het raadzaam de stand voor beantwoorden op HANDMATIG in te stellen. Alle inkomende telefoontjes worden dan in eerste instantie als telefoongesprekken beschouwd.
3
Dit apparaat kan worden gebruikt op lijnen die gebruik maken van tonen of van pulsen.

Aansluiting van een extern antwoordapparaat

Volgorde van aansluiting
Indien gewenst, kan een antwoordapparaat worden aangesloten op de machine. Als u een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat. De machine luistert naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de machine het gesprek over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de machine het gesprek over aan het antwoordapparaat en kan er op normale wijze een bericht worden ingesproken.
Het antwoordapparaat moet elk gesprek binnen vier keer bellen beantwoorden. U wordt echter aangeraden om het apparaat in te stellen op twee keer bellen. De machine kan de faxtonen pas opvangen als het antwoordapparaat het gesprek heeft beantwoord en met vier keer bellen blijven er slechts 8-10 seconden over voor de aansluitbevestiging. Volg de procedure voor het opnemen van een uitgaand bericht in deze handleiding nauwkeurig. Het wordt afgeraden om op uw antwoordapparaat de instelling voor toll-saver (bespaarstand voor telefoonkosten) te gebruiken.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Het is belangrijk dat het antwoordapparaat op de lijnaansluiting (de witte bijgeleverde stekker) wordt aangesloten. Lijnverdubbelaars op de lijnaansluiting kunnen problemen veroorzaken met het beantwoorden en worden daarom afgeraden.
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 7
Aansluitingen
1
Een extern antwoordapparaat moet als volgt op uw faxmachine worden aangesloten.
Nederland
België
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
2
Stel uw antwoordapparaat zo in, dat na één of twee keer overgaan wordt opgenomen.
3
Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op (zie volgende pagina).
4
Activeer het antwoordapparaat.
5
Stel de ontvangststand in op ANT:ANTWOORDAPP.. (Zie Ontvangststand: instellingen, pagina 30.)
Uitgaand bericht van antwoordapparaat
Timing is van essentieel belang wanneer u een uitgaand bericht opneemt. Het bericht bepaalt de wijze waarop de handmatige en automatische faxontvangst verloopt.
8
1
U wordt aangeraden een bericht van niet meer dan 20 seconden te gebruiken.
2
Neem eerst vijf seconden stilte op (dit geeft uw faxmachine de gelegenheid om eerst de kiestoon te horen, zodat de ontvangst
sneller verloopt).
3
U wordt aangeraden om aan het einde van het uitgaande bericht de code voor activeren op afstand te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld:
Na de toon kunt u een bericht inspreken of op 51 drukken om een fax te sturen.
Houd er rekening mee dat sommige handmatig verzonden faxen niet automatisch kunnen worden ontvangen. Dit komt omdat de verzendende faxmachine dan geen faxtonen doorgeeft. Daarom is het raadzaam altijd uw code voor activeren op afstand te vermelden.

Een extern of tweede toestel aansluiten

U kunt desgewenst een apart telefoontoestel op de machine aansluiten, zoals hieronder staat afgebeeld.
Nederland
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
België
Tweede toestel
Extern toestel
Extern toestel
Extern toestel
Tweede toestel
Tweede toestel
Tweede toestel
Wanneer dit externe toestel in gebruik is, staat op het LCD-scherm de melding TELEFOON.
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 9

Overzicht van het bedieningspaneel

1
Directkiestoetsen
1
3
2
4
Met deze 16 toetsen krijgt u toegang tot 32 vooraf geprogrammeerde telefoonnummers.
Reports
2
Deze toets geeft u toegang tot het menu Rapporten, waar u kunt selecteren welk rapport wordt afgedrukt: Help, Kieslijst, Journaal, Verzendrapport, Systeeminstellingen en Bestelformulier.
Broadcast
3
Gebruik deze toets als u één fax naar verschillende bestemmingen wilt verzenden (maximaal 182 locaties tegelijkertijd).
Shift
4
Met deze toets kunnen de directkiestoetsen 17 t/m 32 worden gebruikt.
LCD-scherm
5
Op het LCD-scherm verschijnen meldingen die u helpen bij de programmering en de bediening van de machine.
Tonerlampje
6
Als de toner bijna op is, gaat dit waarschuwingslampje knipperen ter aanduiding dat de tonercartridge moet worden vervangen. Als het lampje blijft branden, is de toner op en kunt u niet meer afdrukken.
6
7
5
9
8
10
11 14
Resolutielampjes
7
12
3
2
1
5
4
7
6
9
8
0
13
Deze lampjes geven aan welke resolutie geselecteerd is.
Resolution
8
Met deze toets kunt u de resolutie van een te verzenden fax instellen.
Programmeertoetsen:
9
Menu
Met deze toets krijgt u toegang tot de functies en de programmeerstand.
(Pijl links)
Met deze toets beweegt u de cursor op het LCD-scherm naar links of gaat u naar de vorige functie/menuoptie.
Set
Deze toets wordt gebruikt om een instelling op te slaan.
(Pijl rechts)
Met deze toets beweegt u de cursor op het LCD-scherm naar rechts of gaat u naar de volgende functie/menuoptie.
Clear
Wist ingevoerde gegevens of loopt stap voor stap achteruit door het functiemenu.
Afdruktoetsen
0
Reset
Wist gegevens uit het printergeheugen.
10
Scantoetsen:
A
Scan to E-mail
Druk op deze toets om een origineel naar uw e-mailtoepassing te scannen. Het origineel wordt dan automatisch in een bijlage omgezet, die u met een e­mailbericht kunt versturen.
Scan to Image
Met een druk op deze toets kunt u een plaatje naar uw grafische toepassing scannen en het daar bekijken en bewerken.
Scan to OCR
Druk op deze toets om een tekstdocument te scannen. ScanSoft TextBridge tekst die bewerkt kan worden. De tekst wordt in uw tekstverwerker weergegeven, waar u hem kunt bewerken.
Kiestoetsen
B
Met deze toetsen worden telefoon- en faxnummers gekozen. Deze toetsen worden tevens gebruikt om informatie in de machine in te voeren. Met de toets # kunt u tijdens een telefoongesprek schakelen tussen
PULS en TOON”.
®
converteert het dan naar
Kopieertoetsen:
C
(alleen voor de volgende kopie) Enlarge/Reduce
Hiermee selecteert u een vergrotings­/verkleiningspercentage: 25%, 50%, 71%, 100%, 141%, 150%, 200%, 400%. Voor andere percentages selecteert u HND. en gebruikt u de kiestoetsen om een percentage te kiezen tussen 25% en 400%.
Contrast
Met deze toets kunt u het contrast tijdelijk wijzigen.
Options
Hiermee kunt u snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen selecteren.
Clear Settings
Hiermee stelt u de tijdelijke kopieerinstellingen terug op de standaardgebruikersinstellingen. Druk op deze toets als u niet 45 seconden wilt wachten totdat de tijdelijke instellingen automatisch worden gewist.
Copy
Met deze toets worden kopieën gemaakt.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 11
Fax- en telefoontoetsen:
D
Search/Speed Dial
Met deze toets kunt u namen en nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen. Met een druk op deze toets, gevolgd door # en een tweecijferig nummer, kunt u ook in het kiesgeheugen opgeslagen nummers kiezen.
Receive Mode
Met deze toets kunt u specificeren hoe de machine inkomende telefoontjes moet beantwoorden.
Redial/Pause
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer opnieuw gekozen. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in automatisch te kiezen nummers.
Tel/R (Telefoon/Recall)
Als u in de stand F/T het dubbele belsignaal hoort en u het telefoontje op een extern toestel hebt aangenomen, kunt u na een druk op deze toets met de persoon aan de andere kant van de lijn spreken. Deze toets wordt tevens gebruikt om toegang te krijgen tot een buitenlijn en/of om de telefoniste op te roepen of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PBX is aangesloten.
Stop/Exit
Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt, een bewerking geannuleerd of de programmeerstand afgesloten.
Fax Start
Met een druk op deze toets wordt een bewerking begonnen (zoals het verzenden van een fax).
12

Programmeerstand gebruiken

Nadat u op Menu hebt gedrukt, zijn de volgende opties beschikbaar. Druk op 1 voor het algemene instelmenuofdruk op 2 voor het faxmenuofdruk op 3 voor
het kopieermenuofdruk op 4 voor het printermenu. Als u de programmeerstand hebt geopend, geeft de machine eerst een lijst van menus van het eerste
niveau weer. De bijbehorende menuopties verschijnen achter elkaar op het LCD-scherm. Zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat, selecteert u deze door op Set te drukken.
Druk op om sneller door de menuniveaus te bladeren en accepteer een optie door op Set te drukken. (Gebruik om achteruit door de menus te bladeren als u per ongeluk te ver bent gegaan of als dit toetsaanslagen bespaart. U kunt beide pijltoetsen gebruiken om vooruit of achteruit door de beschikbare opties te bladeren.)
Nadat u een optie hebt geaccepteerd, wordt op het LCD-scherm de melding GEACCEPTEERD weergegeven.
Druk op Stop/Exit om de programmeerstand af te sluiten.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
1.
STAND.INSTELL.
1.
DATUM/TIJD
2. STATIONS ID
3. VOLUME 1.
4. PBX
WIJZIG KLOK
5.
——
——
BELVOLUME
2. WAARSCH. TOON
LUIDSPREKER
3.
——
HOOG HALF
LAAG
UIT HOOG
LAAG
UIT HOOG
HALF
LAAG
UIT AAN
UIT
* De fabrieksinstelling staat vetgedrukt.
Voer de datum en de tijd in. Deze gegevens komen op het LCD­scherm en op de faxberichten te staan.
Voer de naam en het faxnummer in die boven aan elke faxpagina moeten worden afgedrukt.
Hiermee stelt u het volume van de bel af.
Hiermee stelt u het volume van de waarschuwingstoon af.
Hiermee stelt u het volume van de luidspreker af.
Zet deze functie aan als de machine is aangesloten op een PABX (Private Automatic Branch Exchange).
Hiermee zet u de klok van de machine een uur vooruit of achteruit (zomer- of wintertijd).
18
18
19
19
19
20
20
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 13
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
1.
STAND.INSTELL. (vervolg)
2. FAX 1.
6. TONER BESPAAR
BESPAARSTAND
7.
SLAAPSTAND
8.
TOON/PULS
9. (alleen voor Nederland)
0. TAAL KEUZE
(alleen voor België)
ONTVANGST MENU
——
1.
BEL VERTRAGING
2. F/T BELTIJD7040
FAX
3.
WAARNEMEN
4. CODE OP AFST.
5. AUTO REDUCTIE
GEH.ONTVANGST
6.
AAN
UIT
AAN
UIT
TOON
PULS
NEDERLANDS
FRANS ENGELS
02-06 (
Nederland
02-10 (België)
30
20
AAN
UIT
AAN ( 51, #51)
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
Als u deze functie activeert, gaat uw tonercartridge langer mee.
Met deze functie schakelt u de stroombespaarstand in en uit.
Met deze functie stelt u in na hoeveel tijd de machine overschakelt naar de slaapstand.
Hiermee selecteert u de kiesstand. 22
Hiermee kunt u de meldingen op het LCD­scherm in een andere taal weergeven.
)
F/T Aantal keren dat de bel van de machine in de stand Fax/Tel of Fax overgaat voordat wordt opgenomen.
F/T Met deze functie bepaalt u hoe lang de telefoon in de stand Fax/Tel met een dubbele bel overgaat om u te waarschuwen dat het een normaal telefoontje is.
Met deze functie kunnen faxberichten worden ontvangen zonder dat u op Fax Start hoeft te drukken.
De machine vanaf een externe locatie activeren of desactiveren. U kunt deze codes desgewenst wijzigen.
Met deze functie wordt een afdruk verkleind, zodat hij op 1 pagina past.
Als u deze functie activeert en het papier in de faxmachine op is, worden de faxberichten automatisch in het geheugen opgeslagen.
20
21
21
22
31
32
32
48
33
34
* De fabrieksinstelling staat vetgedrukt.
14
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
2. FAX (vervolg)
1.
ONTVANGST MENU
(vervolg)
2. VERZEND MENU
PRINTDICHTHEID
7.
8. ONTVANG POLLEN
1. CONTRAST AUTO
FAX
2.
RESOLUTIE
3. TIJDKLOK
VERZAMELEN
4.
5. DIRECT VERZ.
6. VERZEND POLLEN
7. VOORBLAD INST.
8. VOORBLAD OPM.
INTERNATIONAAL
9.
- + Met deze functie kan de
STAND. BEVEILIG TIJDKLOK
LICHT DONKER
STAND.
FIJN S.FIJN FOTO
AAN
UIT
ALLEEN DEZE FAX AAN
UIT
STAND. BEVEILIG
ALLEEN DEZE FAX AAN
UIT
PRINT VOORBEELD
AAN
UIT
afdruk lichter of donkerder worden gemaakt.
Met deze functie kunt u een andere faxmachine bellen en daar een faxbericht opvragen (pollen).
Met deze functie kunt u de helderheid bijstellen van een faxbericht dat u gaat verzenden.
Hiermee wijzigt u de standaardinstelling van de faxresolutie.
Met deze functie kunt u
uw apparaat instellen om de documenten op een later tijdstip te verzenden.
Met deze functie verzendt u alle uitgestelde faxen tegelijkertijd in één transmissie naar hetzelfde faxnummer.
Als het geheugen vol is, kunt u faxberichten direct (real time) verzenden.
Hiermee stelt u Verzend Pollen in, zodat iemand op uw machine een fax kan opvragen.
Met deze functie kunt u het apparaat zo instellen, dat met elk faxbericht automatisch een door u geprogrammeerd voorblad wordt verzonden. Ook kunt u hiermee een voorbeeld van het voorblad afdrukken.
Met deze functie kunt u een op het voorblad af te drukken opmerking invoeren.
Hebt u problemen met internationale verzending, zet de internationale stand dan AAN.
34
49
25
25
41
41
29
51
39
40
41
* De fabrieksinstelling staat vetgedrukt.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 15
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
2. FAX (vervolg)
3.
KIESGEHEUGEN
4. RAPPORT INST.
5. AFSTAND OPTIES
REST.OPDRACHT.
6.
1.
DIRECTKIES
2. SNELKIES
3. GROEPS INSTEL.
1. VERZ. RAPPORT
2. JOURNAAL PER.
1. FAX DOORZEND
2. FAX OPSLAAN
AFST.BEDIENING
3.
PRINT
4. DOCUMENT
——
AAN
AAN+BEELD
UIT UIT+BEELD
2/4/7 dagen 1/3/6/12/24 uur
UIT
AAN UIT
AAN
UIT
159 Hiermee stelt u de code
Hiermee worden nummers in het geheugen opgeslagen, die vervolgens met een druk op slechts één toets kunnen worden gekozen.
Slaat nummers in het geheugen op, zodat ze met een druk op slechts vier toetsen gekozen kunnen worden.
Een groep voor het groepsverzenden instellen.
Hier stelt u in wanneer het verzendrapport en het journaal worden afgedrukt.
Hiermee stelt u de machine in op het naar een ander nummer doorsturen van faxen.
Inkomende faxen in het geheugen opslaan zodat ze naar een ander nummer kunnen worden doorgestuurd of van een andere locatie kunnen worden opgevraagd.
in die moet worden ingevoerd om uw faxberichten vanaf een andere locatie op te vragen.
Met deze functie wordt een afdruk gemaakt van de in het geheugen opgeslagen faxberichten.
Met deze functie wordt het uitgesteld verzenden van een faxbericht (met de tijdklok) of het pollen geannuleerd. Ook kunt u met deze functie controleren welke taken er nog in het geheugen zitten.
23
23
43
37
37
52
52
53
34
44
* De fabrieksinstelling staat vetgedrukt.
16
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina
2. FAX (vervolg)
3. KOPIE 1. KOPIE
4. PRINTER 1. PRINT
0. DIVERSEN 1. BEVEILIGD
STAND
2. CONTRAST - + Het contrast afstellen. 64
3. PAPIER SOORT
OPTIES
2. RESET PRINTER
GEH.
2. ONDERSTE BAK
(alleen met optionele papierbak)
LEVENSDUUR
3.
INTERN FONT
1.
2.
CONFIGURATIE
——
AAN
UIT
AUTO
TEKST FOTO
DUN
NORMAAL
DIK EXTRA DIK
Hiermee worden de meeste functies geblokkeerd, behalve ontvangst in het geheugen.
Selecteer AAN als u de optionele papierbak wilt gebruiken en geef aan welke cassette u voor ontvangen faxen of kopieën wilt gebruiken.
Met deze functie kunt u op het scherm controleren hoe lang de drum nog meegaat.
Hiermee selecteert u de resolutie voor het kopiëren.
Om aan te geven welke papiersoort in de papiercassette wordt gebruikt.
Hiermee kan een afdruk worden gemaakt van alle interne fonts.
Met deze functie wordt een overzicht gegeven van de printerinstellingen en ­status.
Hiermee kunt u alle tijdelijke en standaardinstellingen van de printer terugstellen op de fabrieksinstelling.
154
44
22
64
64
70
70
70
* De fabrieksinstelling staat vetgedrukt.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 17
1

Installatie

Eerste instellingen

Datum en tijd instellen

De machine geeft de datum en de tijd weer en deze gegevens worden afgedrukt op elke fax die u verzendt.
Als de stroom uitvalt, zal de machine de datum en de tijd enkele uren lang bijhouden. Alle andere instellingen blijven bewaard.
1
Druk op Menu, 1, 1.
2
Toets de twee cijfers van het jaartal in en druk op Set. 02 wordt in deze machine geregistreerd als 2002.
3
Voer twee cijfers voor de maand in en druk op Set.
4
Voer twee cijfers voor de dag in en druk op Set.
5
Voer de tijd in 24-uurs formaat in en druk op Set.
6
Druk op Stop/Exit.

De stations-ID instellen

Hier kunt u uw naam, faxnummer en telefoonnummer opslaan. De naam en het faxnummer worden afgedrukt op het voorblad en op elke pagina van de faxberichten die u verzendt. (Het telefoonnummer wordt alleen op uw voorblad afgedrukt.) (Zie Automatisch voorblad, pagina 39.)
Het is uiterst belangrijk dat de fax- en telefoonnummers in internationaal standaardformaat worden ingevoerd, m.a.w. precies in onderstaande volgorde:
- Het + (plus) teken (druk op het teken).
- Uw landnummer (bijv. 31 voor Nederland of 32 voor België).
- Uw netnummer zonder de eerste 0 (in Spanje is dit een 9).
- Een spatie.
- Uw abonneenummer, eventueel met spaties voor de duidelijkheid.
Als uw faxmachine bijvoorbeeld in België is geïnstalleerd, wordt gebruikt voor zowel faxberichten als telefoongesprekken en uw nationale telefoonnummer 02 444 55 55 is, dan moet uw stationsidentificatie als volgt worden ingesteld: +32 2 4445555.
1
Druk op Menu, 1, 2.
2
Voer uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk op Set.
3
Voer uw telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk op Set.
4
Raadpleeg het schema voor het invoeren van tekst en voer met de kiestoetsen uw naam in (maximaal 20 tekens). Als u een spatie wilt invoeren, drukt u tweemaal op .
5
Druk op Set.
6
Druk op Stop/Exit.
18 Hoofdstuk 1
Zie Tekst invoeren, pagina 168 voor nadere informatie over het invoeren van uw naam.
Het telefoonnummer dat u invoert, wordt alleen gebruikt voor het voorblad.
Als u geen faxnummer invoert, kan er ook geen verdere informatie worden
ingevoerd.
Druk eenmaal op om een spatie tussen nummers in te voegen en druk tweemaal op deze toets om een spatie tussen letters in te voeren.
Als uw stations-ID reeds was ingevoerd, wordt u gevraagd of u deze identificatie wilt wijzigen (1) of dat u wilt afsluiten zonder wijzigingen aan te brengen (2).

Aangepaste instellingen

Volume-instellingen

Volume van bel
U kunt selecteren hoe luid de bel van de machine overgaat. Het volume van de bel kan desgewenst zelfs worden uitgeschakeld.
1
Druk op Menu, 1, 3, 1.
2
Druk op of om UIT, LAAG, HALF of HOOG te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
Volume van waarschuwingstoon
Het volume kan worden ingesteld op LAAG, HOOG of UIT. De fabrieksinstelling is LAAG. Als het volume is ingesteld op LAAG of op HOOG, hoort u een geluidssignaal telkens wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt en aan het einde van faxtransmissies.
1
Druk op Menu, 1, 3, 2.
2
Druk op of om de gewenste instelling te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
NORMAAL GEBRUIK
Volume van luidspreker
U kunt het volume van de luidspreker van deze machine instellen.
1
Druk op Menu, 1, 3, 3.
2
Druk op of om het volume af te stellen (UIT, LAAG, HALF of HOOG).
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
Installatie 19

PBX en DOORVERBINDEN

Uw faxmachine is in eerste instantie zo ingesteld, dat zij kan worden aangesloten op openbare telefoonlijnen (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centrale (PBX). Deze faxmachine kan op de meeste PBX-telefoonsystemen worden aangesloten. De Recall-functie van uw faxmachine ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall) en privécentrales gebruiken TBR doorgaans om toegang te geven tot een buitenlijn of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel. U activeert deze functie met de toets Tel/R. Druk op Tel/R om de verbinding te verbreken.
PBX instellen
Als uw faxmachine is aangesloten op een centrale, moet PBX:AAN worden geselecteerd. Is dit niet het geval, dan moet deze functie uit staan (UIT).
1
Druk op Menu, 1, 4.
2
Druk op of om AAN of UIT te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
In snelkiesnummers of directkiesnummers kunt u een druk op Tel/R opnemen om toegang te krijgen tot een buitenlijn. Hiertoe drukt u tijdens het programmeren van een dergelijk nummer (menu 2-3-1 of 2-3-2) eerst op Tel/R (op het LCD-scherm verschijnt een !), pas daarna voert u het telefoonnummer in. U hoeft dan niet meer op Tel/R te drukken als een snelkiesnummer of een directkiesnummer gebruik maakt van een buitenlijn, de druk op deze toets is immers al in het nummer geprogrammeerd. (Zie Nummers opslaan om snel te kiezen, pagina 23.) Als PBX echter is uitgeschakeld (UIT), kunt u geen directkiesnummers of snelkiesnummers gebruiken waarin een druk op Tel/R is geprogrammeerd.

Zomertijd/wintertijd instellen

Met deze functie zet u de klok snel een uur vooruit of een uur terug.
1
Druk op Menu, 1, 5. Het LCD-scherm geeft het volgende weer:
2
Druk op of om zomertijd of wintertijd te selecteren en druk op Set.
3
Druk op 1 om over te schakelen van wintertijd naar zomertijd of andersom of druk op 2 om af te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.
IN ZOMERTIJD? KIES,DRUK SET

Tonerbespaarstand

Met deze functie kunt u toner besparen. Als de optie Tonerbespaarstand wordt ingesteld op AAN, zullen uw afdrukken er lichter uitzien. In de fabriek is optie ingesteld op UIT.
1
Druk op Menu, 1, 6.
2
Druk op of om AAN of UIT te selecteren.
3
Druk op Set.
4
Druk op Stop/Exit.
20 Hoofdstuk 1
Loading...
+ 160 hidden pages